NL8400573A - Catamaran voor het behandelen van gemorste olie. - Google Patents

Description

2£·* Ν.0. 32346 1

Catamaran voor het behandelen van gemorste olie.

De uitvinding heeft in het algemeen betrekking op een inrichting voor het verzamelen van gemorste olie, die drijft op het wateroppervlak, bijvoorbeeld in een baai, haven of meer, en meer in het bijzonder op een inrichting voor het behandelen van gemorste olie bij voor-5 keur in de vorm van een catamaran voor het verzamelen van de gemorste olie die drijft op het wateroppervlak nadat de olie is gegeleerd.

De uitvinder ontwikkelde vroeger een schip in de vorm van een catamaran met een roterende voortstuwer voor het verzamelen van vaste voorwerpen die drijven op het wateroppervlak en deze inrichting is 10 sindsdan voor verschillende toepassingen gebruikt, waarbij de effectiviteit ervan werd bewezen. Dit werkschip is beschreven in de Japanse "Utility Model Publication nr. 57-18238". Omdat het boven beschreven werkschip uitsluitend was ontworpen voor het verzamelen van vaste drijvende voorwerpen, kon het niet worden gebruikt voor het verzamelen van 15 bepaalde vloeistof zoals gemorste olie, die drijft op het wateroppervlak. Omdat echter olie slechts op bepaalde plaatsen op de aarde kan worden geproduceerd is noodzakelijk dat hij voor het dagelijks leven op de gehele aarde moet worden getransporteerd naar verschillende andere plaatsen· Voor dit doel is in toenemende mate zeetransport toegepast, 20 en dus is het optreden van oliemorsen ook verhoogd waarbij verschillende problemen optreden zoals het doden van vis en het vervuilen van kustlijnen. Zelfs in baaien en havens kunnen kleine gemorste hoeveelheden olie van boten en schepen zich verzamelen en de aldus verzemelde hoeveelheid gemorste olie kan hinderlijk worden voor gebruikers van 25 baaien en havens, zoals zeelieden en vissers. Aldus is een toenemende zorg het schoonmaken van het wateroppervlak door niet alleen vaste drijvende voorwerpen te verzamelen maar ook bepaalde vloeistoffen, in het’bijzonder gemorste olie, die drijft op het wateroppervlak»

Verschillende maatregelen zijn voorgesteld om gemorste olie die 30 drijft op het wateroppervlak te verzamelen, maar zij zijn meestal te moeilijk en/of te kostbaar en de betrouwbaarheid tijdens gebruik ontbreekt. Bijvoorbeeld zijn de bekende inrichtingen, die geschikt zijn voor gebruik op grote schaal gewoonlijk niet geschikt voor gebruik op kleine schaal, zodat het noodzakelijk is volgens verschillende benade-35 ringen te werken afhankelijk van de schaal waarin het schoonmaken van gemorste olie polaats heeft. Het voornaamste technologische bezwaar bij het verzamelen van gemorste olie vanaf het wateroppervlak berust in het de voorkeur hebbende verzamelen van olie. Als water met olie wordt ver- 8400573 2 ( t . ** zameld dan moet het water worden afgescheiden en teruggevoerd, waardoor het werkrendement van het verzamelen van gemorste olie wordt verlaagd.

In overeenstemming met recente onderzoekingen is een geleermiddel ontwikkeld dat de olie snel geleert als deze in een geschikte hoeveel-5 heid is vermengd (ongeveer 30%) waardoor de olie wordt omgezet in hydrofobe vaste stoffen. Dan kan de aldus gegeleerde olie gemakkelijk worden omgezet in vloeistof bij verwarming tot een geschikte temperatuur (ongeveer 80eC). Anderzijds als de aldus gegeleerde olie eerst wordt vermengd met olie van dezelfde kwaliteit en in een hoeveelheid 10 die ongeveer tien maal de gegeleerde olie is en vervolgens wordt verwarmd tot de geschikte temperatuur (ongeveer 80eC), dan kan het geleermiddel worden afgescheiden waarbij opnieuw bruikbare olie wordt gevormd.

In overeenstemming met een uitvoering van de uitvinding wordt een 15 efficiënt werkschip verschaft in de vorm van een catamaran voor het verzamelen van olie die drijft op het wateroppervlak. De catamaran is zo geconstrueerd dat hij stabiel vaart zelfs bij ruw water en omvat een voortstuwer die roteerbaar wordt ondersteund aan zijn voorzijde en tussen de twee evenwijdige drijvers met de onderzijde ervan enigszins in 20 het water gedompeld. De catamaran omvat ook een kooi, die aan de achterzijde is voorzien van de voortstuwer, bijvoorbeeld in het midden of de boeg en op en neer beweegbaar is. De kooi is zo geconstrueerd dat hij losneembaar een netvormige zak vasthoudt met een zijde ervan open naar de boeg. De kooi kan dus gedeeltelijk of geheel worden ondergedom-25 peld in het water met de netvormige zak daarin, als hij omlaag wordt gebracht, en de kooi kan tot boven het water worden bewogen waardoor het mogelijk is de netvormige zak van de kooi te verwijderen.

Dienovereenkomstig, zodra de catamaran op de plaats is aangekomen waar te verzamelen olie drijft op het wateroppervlak, wordt een geleer-30 middel dat in staat is olie te geleren gesproeid over de drijvende olie terwijl wordt gevaren bij lage snelheid. Het geleermiddel wordt dan positief gemengd met de olie door de roterende voortstuwer aangebracht op de boeg van de catamaran waardoor de te geleren olie wordt omgezet in de vorm van vaste deeltjes. Als de catamaran verder voortbeweegt wordt 35 de aldus gegeleerde olie verzameld in de netvormige zak, die in de kooi is geplaatst omdat de netvormige zak met zijn uitmonding open is naar de boeg. Als de zak vol raakt met gegeleerde olie, wordt de zak verwijderd van de kooi voor verdere behandeling. De catamaran is bij voorkeur voorzien van een sproei-inrichting aan zijn boeg voor het sproeien van 40 geleermiddel.

8400573 3

Hierna volgen de voornaamste eigenschappen van de uitvinding geconstrueerd in de vorm van een catamaran.

(1) De catamaran omvat een roterende voortstuwer geplaatst tussen zijn twee evenwijdige drijvers en met zijn boeg zodanig dat zodra een 5 geleermiddel, dat olie geleert, is gesproeid over de olie die op het wateroppervlak drijft. Het geleermiddel kan goedworden vermengd met de drijvende olie waardoor de drijvende olie op effectieve wijze wordt omgezet in vaste deeltjes. Bij voorkeur is de voortstuwer gedeeltelijk ondergedompeld in het water met zijn rotatie-as loodrecht op de langs-10 hartlijn van de catamaran. De catamaran omvat ook een vleugel die in het algemeen onder de roterende voortstuwer is geplaatst als hij tussen de twee drijvers is aangebracht. De vleugel strekt zich in een richting loodrecht op de langshartlijn van de catamaran uit en heeft een bepaalde vorm van de dwarsdoorsnede. Dat wil zeggen de vleugel heeft een bo-13 venste vlak oppervlak, dat is geplaatst in de omgeving van de boeg en onder het wateroppervlak, een onderste vlak oppervlak, dat aan aanwezig is bij de bodem van de catamaran en benedenstrooms van het bovenste vlakke oppervlak, een gebogen bovenoppervlak, dat zich uitstrekt vanaf de achterrand van het bovenste vlakke oppervlak naar beneden gebogen 20 naar de achterrand van het onderste vlakke oppervlak en een gebogen bo-demoppervlak dat zich uitstrekt vanaf de voorrand van het vlakke bovenoppervlak naar beneden gebogen naar de voorrand van het onderste vlakke oppervlak. Het verschaffen van een dergelijke vleugel geeft niet alleen structurele sterkte maar ook stabiliteit tijdens de werking. Bovendien 25 draagt de vleugel ook bij tot beter varen bij hoge snelheid en mengen van versproeid geleermiddel met drijvende olie.

(2) Als de catamaran is voorzien van een sproeibuis en/of sproei-pijp aan zijn boeg, is het zodra de catamaran een plaats heeft bereikt voor het verzamelen van gemorste olie, die op het wateroppervlak 30 drijft, slechts noodzakelijk voor de bedienende persoon dat de catamaran vaart met lage snelheid bij het sproeien van een geleermiddel over de gemorste olie vanuit het sproei-orgaan en/of de sproeipijp. De de aanwezige olie verzamelende catamaran is sterk werkbesparend, en heeft uiterst lage werkkosten.

35 (3) De catamaran heeft een dek dat zich uitstrekt tussen de twee zijdrijvers en tenminste een opening is aangebracht in het dek in het centrale en/of boegdeel. Een kooi, waarin een netvormige verzamelzak losneembaar kan worden aangebracht, is zodanig verschaft dat hij gedeeltelijk in het water kan worden gebracht wanneer hij door de opening 40 omlaag wordt gebracht. Bij voorkeur is de kooi in het algemeen recht- 8400573 * * * > * 4 hoekig van vorm met zijn boven- en voorzijde open en waarbij de bodem ervan kan worden geopend. Tijdens de werking is dus de kooi, waarvan de bodem is gesloten, en die daarin een verzamelzak opneemt omlaag gebracht door de opening in het dek tenminste gedeeltelijk in het water, 5 zodat gegeleerde olie kan worden verzameld in de zak als de catamaran voortbeweegt. Als de zak vol raakt wordt de kooi naar boven bewogen boven het water en de mond van de zak wordt goed gesloten en daarna wordt de bodem van de kooi geopend om de zak vol met gegeleerde olie vanuit de kooi te verwijderen. Bij de voorkeursuitvoering is een aantal van 10 dergelijke kooien aanwezig in een lijn langs de langshartlijn van de catamaran, en de kooien uitgerust met verzamelzakken worden omlaag gebracht zodat zij tenminste gedeeltelijk de een na de ander in het water zijn gedompeld op elk ogenblik dat de zak vol raakt. In dit geval kan het verwijderen van de zakken die vol zijn met gegeleerde olie vanuit 15 de kooien worden verwijderd nadat de catamaran langszij de pier is gekomen.

(4) De verzamelzak die moet worden aangebracht in de kooi bestaat bij voorkeur uit strengen zoals nylon strengen geweven in de vorm van een net en een sluitorgaan zoals een kabel aangebracht op de uitmonding 20 van de zak. Als dus de zak vol raakt met gegeleerde olie kan zijn uitmonding worden gesloten door het aantrekken van de kabel; anderzijds kan de kabel worden losgemaakt zodat de uitmonding weer open gaat voor het verwijderen van de gegeleerde olie voor het verdere behandelen ervan nadat de zak is getransporteerd naar een behandelingsplaats met 25 zijn uitmonding gesloten. Ook kan de zak worden geopend nadat hij op land is geplaatst en de gegeleerde olie binnen de zak kan worden overgebracht naar een aantal vinylzakken die dan worden afgedicht en getransporteerd naar een behandelplaats.

(5) Verschillende typen geleerstoffen kunnen worden gebruikt zo-30 lang zij de eigenschap hebben van het geleren van olie die drijft op het wateroppervlak. De de voorkeur hebbende geleermiddelen zijn die die snel zijn bij het geleren van olie, sterk hydrofoob zijn of waterafstotend en niet vervuilend. De de voorkeur hebbende geleermiddelen zijn die die gemakkelijk kunnen worden afgescheiden vanaf gegeleerde olie, 35 bijvoorbeeld door verwarming.

Een eerste doel van de uitvinding is het verschaffen van een verbeterde inrichting voor het op efficiënte wijze verzamelen van olie die op het wateroppervlak drijft.

Een ander doel van de uitvinding is het verschaffen van een in-40 richting voor het verwijderen van gemorste olie, welke inrichting ge- 8400573 5 makkelijk werkt en aan verschillende omstandigheden kan worden aangepast.

Nog een verder doel van de uitvinding is het verschaffen van een werkschip in de vorm van een catamaran voor het verzamelen van olie, 5 die drijft op het wateroppervlak door het eerst tot vaste deeltjes omzetten van de drijvende olie.

Nog een verder doel van de uitvinding is het verschaffen van een verzamelcatamaran voor gemorste olie, die zeer efficiënt is voor het verzamelen van olie en uitmuntend is wat betreft de manouvreerbaar-10 heid.

Aan de hand van een tekening, waarin uitvoeringsvoorbeelden zijn weergegeven, wordt de uitvinding hierna nader beschreven.

Figuur la is een zijaanzicht, dat de totale konstruktie van een verzamelcatamaran voor gemorste olie toont uitgevoerd in overeenstem-15 ming met één uitvoering van onderhavige uitvinding.

Figuur 1b is een bovenaanzicht van de catamaran weergegeven in figuur la.

Figuur lc is een gedeeltelijke doorsnede van de catamaran weergegeven in figuur la.

20 Figuur 2 toont in perspectief een netvormige zak die wordt ge bruikt bij de catamaran weergegeven in de figuren la-lc voor het verzamelen van gegeleerde olie.

Figuur 3 toont in perspectief een kooi die in de catamaran weergegeven in de figuren la-lc is aangebracht voor het daarin opnemen van de 25 netvormige zak weergegeven in figuur 2.

In de figuren la tot en met lc is een verzamelcatamaran 1 voor gemorste olie weergegeven voor het verzamelen van op het wateroppervlak gemorste olie, uitgevoerd in overeenstemming met een uitvoeringsvoor-beeld volgens de uitvinding. Als weergegeven wordt de catamaran 1 in 30 het algemeen als éên geheel gevormd door een paar drijvers of rompen 2, 2 die evenwijdig met elkaar en op afstand van elkaar zijn geplaatst, een dek 3, dat zich uitstrekt tussen het paar drijvers 2, 2 boven het wateroppervlak en een ondergedompelde vleugel 4 die zich uitstrekt tussen de paren drijvers 2, 2 in het boegdeel van de catamaran 1. Zoals 35 het duidelijkst blijkt uit figuur lc is de vleugel 4 dichterbij de boeg in de catamaran 1 aangebracht en bezit hij een bijzondere vorm van de dwarsdoorsnede. Dat wil zeggen de vleugel 4 omvat een bovenste vlak oppervlak dat horizontaal is geplaatst in de nabijheid van de boeg en bezit een voorrand 4d en een achterrand 4c en een vlak onderoppervlak dat 40 horizontaal is geplaatst in de bodem van de catamaran 1 benedenstrooms 8400573 6 ·ν 6 van het bovenste vlakke oppervlak en bezit een voorrand 4b en een achterrand 4a. De vleugel 4 omvat ook een bovenste gebogen oppervlak 4e, dat naar beneden helt vanaf de achterrand 4c van het bovenste vlakke oppervlak naar de achterrand 4a van het onderste vlakke oppervlak langs 5 een eerste geleidelijk gebogen lijn en een onderste gebogen oppervlak 4f, dat ook naar beneden helt vanaf de voorrand 4d van het bovenste vlakke oppervlak naar de voorrand 4b van het onderste vlakke oppervlak langs een tweede geleidelijk gebogen lijn. Deze bovenste en onderste gebogen lijnen zijn gekromd met een kleinere kromtestraal dichtbij het 10 bovenste vlakke oppervlak en de kromtestralen worden groter bij nadering van het onderste vlakke oppervlak, en daardoor wordt de helling geleidelijk minder steil vanaf het bovenste vlakke oppervlak naar het onderste vlakke oppervlak.

In de catamaran 1 is ook een voortstuwer 5 geplaatst die roteer-15 baar wordt ondersteund tussen de drijvers 2, 2 en boven de vleugel 4.

De voortstuwer 5 kan roterend om zijn rotatiehartlijn worden aangedreven, die zich uitstrekt tussen de twee drijvers 2, 2 en dus in de richting loodrecht op de langsmiddenhartlijn van de catamaran 1. Zoals het duidelijkst is weergegeven in figuur lc is de roterende voortstuwer 5 20 zo geplaatst dat hij gedeeltelijk aan zijn onderzijde ondergedompeld is. Als dus de voortstuwer vrij roterend wordt aangëdreven terwijl de catamaran 1 met lage snelheid voortbeweegt, worden drijvende voorwerpen zoals gemorste olie geroerd en geleid in de ruimte tussen de drijvers 2, 2.

25 De catamaran 1 is ook voorzien van een brug 6 die dichtbij de boeg is geplaatst tussen het paar drijvers 2, 2, een hoofdmotor 7 en een brandstofhouder 8. De catamaran 1 omvat ook een houder 9 voor het daarin opslaan van een hoeveelheid geleermiddel, dat over de gemorste olie dat drijft op het wateroppervlak moet worden gesproeid, zoals hierna 30 meer in detail beschreven. De catamaran 1 omvat eveneens een paar kooien 10, 10 die naast elkaar zijn geplaatst langs de langsmiddenhartlijn van de catamaran 1 en die zo zijn uitgevoerd dat zij afzonderlijk naar boven en naar beneden kunnen worden bewogen door middel van lieren of dergelijke, zoals voor een deskundige bekend, door een opening aange-35 bracht in het dek 3.

In de weergegeven de voorkeur hebbende uitvoering omvat de catamaran 1 verder een sproei-orgaan 11 aangebracht op de boeg van een van de twee drijvers 2, 2 voor het sproeien van het geleermiddel over de gemorste olie op het wateroppervlak en wel vanuit de geleermiddelhouder 9 40 onder druk via een leiding (niet weergegeven), zoals bekend. Bij voor- 8400573 7 keur is het sproei-orgaan 11 instelbaar waardoor het mogelijk is de sproeirichting naar wens in te stellen* De weergegeven catamaran 1 omvat verder een sproeipijp 12, die zich uitstrekt tussen de boegen van het paar drijvers 2, 2 voor de roterende voortstuwer 5 en is verbonden 5 met de houder 9 voor geleermiddel via leidingen en pompen (niet weergegeven) zodat het geleermiddel ook aan de sproeipijp 12 wordt afgegeven. Een aantal gaten is aangebracht in lengterichting van de sproeipijp 12 en aldus wordt het geleermiddel toegevoerd aan de sproeipijp 12 onder druk gesproeid over het wateroppervlak voor de roterende voortstuwer 10 5.

Als boven beschreven kunnen de kooien 10, 10 afzonderlijk naar boven tot boven het wateroppervlak of tenminste gedeeltelijk naar beneden tot onderdompeling in het water worden bewogen en elk van de kooien 10, 10 is in het algemeen rechthoekig van vorm als weergegeven in figuur 3 15 bij het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld. Als weergegeven in figuur 3 omvat de kooi 10 een rechthoekig lusvormig gestel 10a, een paar zijge-stellen 10b, 10b, die elk vast zijn bevestigd op een van de tegenover elkaar liggende zijden van het gestel 10a in de vorm van een rechthoekige lus, die zich vertikaal naar boven uitstrekt en een paar onderdeu-20 ren 10c, 10c die scharnierend kunnen worden bewogen voor het openen of sluiten van de bodem van de kooi 10. Hoewel niet in het bijzonder weergegeven, kan het rechthoekige gestel 10a worden voorzien van een ermee samenwerkend orgaan dat kan worden gebruikt om samen te werken met de deuren 10c, 10c als zij gesloten moeten blijven. Bij voorkeur zijn de 25 zijgestellen*10b, 10b en de onderdeuren 10c, 10c uit de ribben vervaardigd.

Als de onderdeuren 10c, 10c gesloten zijn kan de in het algemeen doosvormige verzamelzak 13 worden geplaatst in de kooi 10. De verzamel-zak 13 is vervaardigd uit een poreus materiaal, zoals een netwerk, zo-30 dat water door de zak 13 kan stromen. De doosvormige verzamelzak 13 is open aan een einde waardoor zijn uitmonding wordt bepaald, en om de rand van de uitmonding is een bindorgaan 13a aangebracht zoals een kabel, aangegeven met de stippellijn in figuur 2. De verzamelzak 13 wordt dus in de kooi 10 geplaatst met zijn uitmonding gericht naar de boeg 35 van de catamaran 1 zodat water en op het wateroppervlak drijvende voorwerpen worden geleid in de verzamelzak 13, die gedeeltelijk ondergedompeld in water is geplaatst als hij is geplaatst in de kooi 10 terwijl de catamaran 1 voortbeweegt. Het water dat aldus in de zak 13 is geleid stroomt door de zak 13; de drijvende voorwerpen zoals gegeleerde olie 40 worden echter in de zak 13 geleid en worden daarin vastgehouden.

8400573 • * 8

Als de verzamelzak 13 bij gebruik, geplaatst in de omlaag gebrachte kooi 10 vol raakt, wordt de kooi 10 naar boven bewogen met behulp van een lier (niet weergegeven) tot boven het wateroppervlak en dan wordt de uitmonding van de zak 13 gesloten door het knopen van de kabel 5 13a. Bij voorkeur wordt echter de uitmonding van de. zak 13 gesloten voordat de kooi 10 naar boven wordt bewogen omdat het minder gewenst is de inhoud aanwezig in de zak 13 te laten vallen. De kabel 13a kan met de hand worden geknoopt of door middel van een trekorgaan (niet weergegeven), aangebracht op de kooi 10 zoals op zichzelf bekend. De andere 10 kooi 10 wordt naar beneden bewogen om de verzamelzak 13 gedeeltelijk ondergedompeld in het wateroppervlak te houden voor het continu verzamelen van drijvende voorwerpen. Als dan de verzamelzak 13 van de tweede kooi 10 vol raakt wordt zijn uitmonding gesloten door de kabel 13a en boven het wateroppervlak gebracht. De catamaran 1 gaat dan naar de pier 15 en de bodemdeuren 10c, 10c worden geopend voor het opnemen van de zakken 13, 13 uit de kooi 10, 10. Als de kabel 13a van elk van de zakken 13 is losgemaakt zodat de verzamelde voorwerpen, zoals gegeleerde olie, kan worden overgebracht naar een aantal kleine vinylzakken, die dan worden gesloten en naar een behandelingdinrichting wordt getranspor-20 teerd. Ook, als er genoeg ruimte op het dek 3 aanwezig is, kunnen de gevulde zakken 13 worden verwijderd uit de kooi 10 door het openen van de bodemdeuren 10c, 10c en worden geplaatst op het dek 3 waarna nieuwe lege zakken 13 worden geplaatst in de kooien 10 voor het continu uitvoeren van het verzamelen.

25 Opgemerkt wordt dat in plaats van het sproei-orgaan 11 en/of de sproeipijp 12 een rubber slang (niet weergegeven) kan worden verschaft als vloeistofverbinding met de houder 9 voor gelermiddel. In dit geval kan de bedienende persoon het geleermiddel verdelen over een gewenst oppervlak van het wateroppervlak staande op dek 3 of drijver 2. Ook 30 wordt opgemerkt dat omdat de zak 13 in de kooi 10 is geplaatst tijdens gebruik, hij kan bestaan uit fijne strengen waardoor de vereiste duurzaamheid wordt verlengd.

Als boven beschreven is in overeenstemming met de uitvinding omdat de verzamelinrichting voor gemorste olie in het algemeen de vorm heeft 35 van een catamaran 1 omvattende een paar evenwijdige drijvers 2, 2 en . een ondergedompelde vleugel 4, die als êên geheel is verschaft en zich uitstrekt tussen de paren drijvewrs 2, 2 bij de boeg, hij stabiel is zowel bij varen als bij verzamelen. De catamaran 1 kan met hoge snelheid stabiel varen zelfs bij ruw water en het verzamelen van gemorste 40 olie kan beginnen door stabiel varen bij lage snelheid, en dit wordt op 8400573 ♦ Λ ft 9 niet nadelige wijze beïnvloed door bepaalde typen golven. De ondergedompelde vleugel 4 heeft het effect van het stabiliseren van het water gaande tussen het paar drijvers 2, 2, waardoor het Varen met hoge snelheid wordt vergemakkelijkt en het mengen van het geleermiddel met ge-5 morste olie drijvend op het wateroppervlak wordt bevorderd. Verder wordt omdat de roterende voortstuwer 5 aan de voorzijde is aangebracht tussen de drijvers 2, 2 met zijn bodem in het water, de gemorste olie besproeid met geleermiddel positief geleid in de ruimte tussen de drijvers 2, 2 en tegelijkertijd wordt het geleermiddel goed gemengd met de 10 olie, waardoor een hoog rendement van het geleren van de olie wordt bereikt. De aldus gegeleerde olie kan op effectieve wijze worden verzameld als gevolg van de plaatsing van een vertikaal beweegbare kooi 10 die benedenstrooms van de roterende voortstuwer 5 is geplaatst, en die op losneembare wijze daarin de poreuze verzamelzak 13 opneemt· Als een 15 geschikt geleermiddel wordt gebruikt, kan de gemorste olie worden teruggevoerd opdat weer bruikbare olie kan worden verkregen door een geschikte behandeling als boven aangegeven.

8^00573

Claims (11)

1. Verzamelinrichting voor gemorste olie voor het verzamelen van op het wateroppervlak drijvende gemorste olie gekenmerkt door een paar drijvers die evenwijdig over een tevoren bepaalde afstand op afstand 5 van elkaar zijn geplaatst, een dek dat êên geheel daarmee vormt en zich uitstrekkend tussen genoemd paar drijvers, welk dek is voorzien van tenminste een opening, een verbindingsorgaan dat daarmede êên geheel vormt en is voorzien van en zich uitstrekt tussen genoemd paar drijvers, welk verbindingsorgaan is geplaatst aan de voorzijde van de in-10 richting en in het water kan worden ondergedompeld, een voortstuwer die roteerbaar wordt ondersteund tussen genoemd paar drijvers en die in het algemeen is geplaatst boven genoemd verbindingsorgaan, welke voortstuwer aan zijn onderzijde gedeeltelijk in het water is ondergedompeld, tenminste êên kooi, die zo is ondersteund dat hij op en neer beweegbaar 15 is door genoemde opening aangebracht in het dek, welke kooi daarin een aan een zijde open poreuze verzamelzak opneemt met zijn open zijde gericht naar de voorzijde van de inrichting, voortbewegingsmiddelen voor het voortbewegen van de inrichting over het wateroppervlak, en sproeimiddelen voor het sproeien van een geleermiddel waardoor de olie wordt 20 gegeleerd over het wateroppervlak voor genoemde inrichting.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat genoemd verbindingsorgaan een vleugel is die in dwarsdoorsnede een bovenste vlak oppervlak bezit, een onderste vlak oppervlak, dat aan de achterzijde van en onder genoemd bovenste vlakke oppervlak is geplaatst, een 25 bovenste gebogen oppervlak, dat zich uitstrekt tussen een eerste gebogen lijn vanaf een achterrand van genoemde bovenste vlakke oppervlak % naar een achterste rand van het onderste vlakke oppervlak en een onderste gebogen oppervlak dat zich uitstrekt langs een tweede gebogen lijn vanaf een voorrand van genoemd vlakke oppervlak naar een voorrand van 30 genoemd onderste vlakke oppervlak.

3. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat genoemd onderste vlakke oppervlak in een vlak is geplaatst bepaald door de onderzijden van genoemd paar drijvers.

4. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat genoemde 35 eerste en tweede gebogen lijnen zo zijn bepaald dat de kromtestraal kleiner is nabij het bovenste vlakke oppervlak dan nabij het onderste vlakke oppervlak.

5. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de sproeimiddelen een sproeipijp omvatten geplaatst voor genoemde voortstuwer en 40 zich uitstrekkend tussen genoemd paar drijvers en boven het wateropper- 8400573 «· Λ > ν -¾ 11 vlak» welke sproeipljp is voorzien van een aantal gaten en is verbonden met een toevoerbron voor geleermiddel.

6. Inrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat het sproeimiddel verder een sproeiorgaan omvat aangebracht aan de voorzijde 5 van genoemde inrichting en gekoppeld voor het opnemen van een geleermiddel vanaf genoemde pomp voor het sproeien van het geleermiddel over het wateroppervlak voor genoemde inrichting.

7. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat een aantal kooien is verschaft in een lijn langs de middenlangshartlijn van de in- 10 richting.

8. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk» dat de kooi in het algemeen rechthoekig van vorm is en een bodem bezit, die geopend en gesloten kan worden.

9. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de poreuze 15 verzamelzak een uitmonding heeft bepaald door genoemde open zijde en een sluitorgaan is aangebracht langs genoemde uitmonding, waardoor de uitmonding van de zak kan worden geopend en gesloten door het vastmaken en losmaken van het sluitorgaan.

10. Inrichting volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de poreu-20 ze verzamelzak is vervaardigd uit een netwerk en het sluitorgaan een kabel is.

11. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het geleermiddel een zodanige eigenschap bezit dat de olie gegeleerd door genoemd geleermiddel vloeibaar kan worden gemaakt door verwarming en weer 25 bruikbare olie kan worden verkregen door vermenging met een geschikte hoeveelheid olie bij verhoogde temperatuur. 8400573