NL8400101A - Gedeelde walswerktuiginrichting, die gemonteerd is met een verbinding door overeenkomstige vorm. - Google Patents

Description

ipp·1*' ; ^..........

N.0. 32239 Jf

Gedeelde walswerktuiginrichting, die gemonteerd ls met een verbinding door overeenkomstige vorm.

De Inrichting die het voorwerp van de uitvinding uitmaakt, ls een walswerktulg dat een vormgeving uitvoert, dat meer doeltreffend dan alle vroegere werktuigen met dezelfde bestemming uitgevoerd ls en eveneens op de technologie van het vervaardigen een in gunstige richting 5 veranderende werking uitoefent.

De met de huidige stand der techniek overeenkomende walswerktui-gen, die in het algemeen een vervormen respectievelijk breken uitvoeren, worden uit een deel gevormd. Hiermee hangt het nadeel samen dat het nabij het oppervlak liggende deel van het walswerktulg, het werkli-10 chaam over een grote vastheid tegen slijtage moet beschikken en dat het daarvoor gebruikte materiaal dienovereenkomstig gekozen moet worden.

Het middendeel, het basislichaam, wordt daarentegen aan een bulgbelas-ting onderworpen, en draagt een moment over en vereist dientengevolge een taai materiaal. Vanwege de uitvoering die uit een stuk plaatsvindt 15 is de keuze van een aan de beide verschillende belastingen in de meest vergaande mate aangepast materiaal niet mogelijk. Een verder nadeel is dat het afgesleten wetklichaam slechtsin beperkte mate gerepareerd kan worden en dat de volledige slijtage daarvan het onbruikbaar worden van het basis- en het werklichaam, dat wil zeggen het gehele werktuig, be-20 tekent.

Op grond hiervan wordt volgens recentere oplossingen het werklichaam als een ring uitgevoerd en afzonderlijk aan het basislichaam bevestigd. Bij dergelijke uitvoeringen wordt het werklichaam reeds uit een hard slijtvast materiaal vervaardigd en het basislichaam daarente-25 gen uit een taal materiaal vervaardigd dat geschikt is voor het opnemen van hoge belastingen respectievelijk het overdragen van grote momenten.

Bevestiging van de ringen vindt middels kleven, schroefverbinding en hydraulisch spannen plaats. Het hydraulisch spannen vindt plaats 30 doordat in het basislichaam een holle ruimte aangebracht wordt. Daarin wordt dan de hydraulische vloeistof geleid, waarvan de druk de mantel van het basislichaam tegen de binnenzijde van de ring respectievelijk van de ringen (werklichaam) drukt.

Met deze oplossingen hangen nadelen samen. Het overdragen van mo-35 menten vindt middels wrljvingskrachten plaats en bij bepaalde afmetingen kan slechte een moment met beperkte grootte overgedragen worden. Op grond hiervan zijn deze uitvoeringen slechts bij geringe momenten ver- 8400101 - S' 2 eisende vervormingen gunstig. De bevestiging vereist een extra werkstap (kleven, schroeven, hydraulisch spannen) en de montage respectievelijk demontage kost veel tijd. In het geval van een schroefdraad alsmede bij een hydraulische verbinding heeft het basislichaam een gecompliceerde 5 geometrie. De koeling van het walswerktuig kan slechts door externe koeling plaatsvinden, evenals bij een uit een stuk gevormd werktuig.

Voor het wegnemen van deze nadelen dienen de uitvoeringen van het walswerktuig volgens de uitvinding.

Het is het doel van de uitvinding om in een wals voor koud*- en 10 warmwalsstraten te voorzien, waarmee alle gebruikelijke walstaken met de voorgeschreven nauwkeurigheid en produktiviteit uitgevoerd kunnen worden bij gebruik van de bijbehorende materialen en technologieën van de vervaardiging en met wezenlijke verhoging van de levensduur van de walsen, het opnieuw gebruiken van de walslichamen en de werklichamen 15 waardoor een verregaande besparing aan werktuigmateriaal verkregen kan worden en waardoor daardoor de toerustkosten voor het werktuig vermin-derd kunnen worden.

De basisgedachte van de uitvinding bestaat daarin dat het overdragen van momenten tussen het gemonteerde basislichaam van de wals en de 20 werklichamen (ringen) door een verbinding verschaft door overeenkomstige vorm,-plaatsvindt. De volgens de uitvinding gemonteerde wals verwezenlijkt het gestelde doeleinde doordat op het buitenvlak van het basislichaam van de wals dat een met de belastingen overeenkomende vastheid (overeenkomstig materiaal) bezit iën respectievelijk verscheidene 25 op het moment overdragende vlakkenstelsel geplaatste werklichamen, d.w.z. ringen, aangebracht zijn, waarvan de werkzame oppervlaktelagen met de gewenste kenmerkende eigenschappen vervaardigd worden, en die bevestigd kunnen worden.

Een verder kenmerk van de wals die volgens de uitvinding gemon-30 teerd is, is dat deze voor het bevestigen van de werklichamen (ringen) een kraag omvat, die groter is dan het voor het overdragen van het moment dienende vlakkenstelsel, maar kleiner dan de uitwendige diameter van het werkzame werklichaam (ring), en voor het bevestigen een schroefdraaddeel omvat.

35 Een verder kenmerk van de volgens de uitvinding gemonteerde wals is dat de deling van het werkzame werklichaam (ring) overeenkomstig het vervaardigings-, werk- en vernieuwingsdoeleinde uitgekozen kan worden (b.v. in een holle ruimte).

Een verder kenmerk van de volgens de uitvinding gemonteerde wals 40 is dat tussen het basislichaam van de wals en het werklichaam (ring) 8400101 - ^ '"'"mii........" 3 een kegelachtige van sleuven voorziene huls aanwezig ls alsmede voor het spannen een van schroefdraad voorziene ring (eventueel een veer) aanwezig ls.

Een verder kenmerk van de volgens de uitvinding gemonteerde wals 5 omvat dat op het baslsllchaam voor het overbrengen van momenten poly-goonprofleien omvattende vlakken voor de passing aanwezig zijn en voor de geleiding cilindrische vlakken met aanzienlijke nauwkeurigheid aanwezig zijn» overeenkomstig waarmee het inwendige van het vlakkenstelsel van het werklichaam (ring) eveneens samengesteld met een ten opzichte 10 van het baslsllchaam van de wals gekozen overeenkomstige polygoonvormige en cilindrische boring uitgevoerd is.

Een verder kenmerk van de volgens de uitvinding gemonteerde wals is dat het aantal» de afmetingen en het materiaal van de werklichamen overeenkomstig de onderhavige doeleinden naar wens gekozen kunnen wor-15 den.

Een verder kenmerk van de volgens de uitvinding gemonteerde wals ls dat het baslsllchaam van de wals van een voor de koeling dienend bo-ringstelsel voorzien is» terwijl bovendien het werklichaam bij het aan-sluitvlak daarvan van een koelgroef voorzien is.

20 Een verder kenmerk van de volgens de uitvinding gemonteerde wals is tenslotte dat de werklichamen van het baslsllchaam van de wals gescheiden kunnen zijn» waar dan ook vervaardigd kunnen worden alsmede vernieuwd kunnen worden en dat met een doelmatige keuze programmawerk-tuigen samengesteld kunnen worden.

25 De volgens de uitvinding gemonteerde walsen voor koude- en warm- walsstraten worden in detail aan de hand van de in de figuren geschetste, als voorbeeld dienende, uitvoeringsvormen beschreven.

Fig. 1 toont de schets van een gemonteerde wals met een werklichaam (ring) met een volledige polygoonprofielverbinding.

30 Fig. 2 toont de doorsnede van een tussen het gemonteerde basis lichaam van de wals en het werklichaam voor het overbrengen van momenten dienend driehoekig polygoonprofiel.

Fig. 3 toont de doorsnede van een tussen het gemonteerde basislichaam van de wals en de werklichamen voor het overdragen van momenten 35 dienend vierhoekig polygoonprofiel.

Fig. 4 toont de doorsnede van een tussen het gemonteerde basis-- lichaam van de wals en de werklichamen voor het overbrengen van momen ten dienend vijfhoekig polygoonprofiel.

Fig. 5 toont de doorsnede van een tussen het gemonteerde basis-40 lichaam van de wals en de werklichamen voor het overbrengen van momen- 8400101 - 9 * 4 ten dienend zeshoekig polygoonprofiel.

Fig. 6 toont de doorsnede van een tussen het gemonteerde basislichaam van de wals en de werklichamen voor het overbrengen van momenten dienend twaalfhoekig polygoonprofiel.

5 Fig. 7 toont de doorsnede van een tussen het gemonteerde basis lichaam van de wals en de werklichamen voor het overbrengen van momenten dienend 25-hoekig polygoonprofiel.

Fig. 8 toont verscheidene vormen van vijfhoekige polygoonprofie- len.

10 Fig. 9 toont een schets van een programmawerktuig met verscheidene werklichamen (ringen).

Fig. 10 toont de doorsnede van het basislichaam en van het werk-lichaam.

lig. 11 toont een schets van de met wigringen plaatsvindende be-15 vestiging van het gemonteerde basislichaam van de wals en van de werklichamen (ringen).

Fig* 12 toont de middels schroefdraad vastgespannen variant van de in fig. 11 geschetste bevestiging.

Fig. 13 toont de schets van een gemonteerde wals met verscheidene 20 verschillende verbindingen.

Fig. 14 toont de schets van het koelsysteem van de gemonteerde wals met een in inwendige groeven uitgevoerd werklichaam-(ring).

Fig. 15 toont de principeschets van de koeling van een gemonteerde wals met groeven langs de mantellijn.

25 Bij de in fig. 1 schematisch afgebeelde principe-uitvoering, bezit het basislichaam 1 een polygone dwarsdoorsnede, een kraag (schouder) en een van schroefdraad voorzien mantelvlak respectievelijk een van een polygoonboring voorzien werklichaam (ring). Op het basislichaam 1 wordt het werklichaam 2 geschoven en dan door de moeren 3 axiaal bevestigd en 30 geborgd. Nadat de werklichamen versleten zijn, worden de van schroefdraad voorziene moeren 3 losgeschroefd, de werklichamen gewisseld en hierna door de moeren 3 opnieuw bevestigd.

Fig. 2 toont een driehoekige polygoondwarsdoorsnede, welke doelma-tlgerwijs voor het overbrengen van kleine momenten tussen het basis-35 lichaam van de wals en het werklichaam aangebracht moet worden. Een gunstige eigenschap van deze uitvoering is dat het werklichaam 2 ook in het geval van een met speling plaatsvindende passing van de construc-tie-elementen centrisch op het basislichaam 1 zit (zelfcentrerend).

Fig. 3 toont een vierhoekige polygoon in dwarsdoorsnede, welke bij 40 het overbrengen van geringe momenten van een spelingvrije zitting toe- 8400101 ^ . .

5 gepast wordt·

In fig· 4 Is een vijfhoekig polygoon (pentagon) afgeheeld, die in het geval van hogere walsdrukken gebruikt wordt, omdat bij profielen et oneven aantal hoeken (aantal zijden) de dwarsdoorsnede die de be-* 5 lasting opneemt ongeveer gelijk blijft (geen groot verschil tussen de grootste afstand van de vlakken en de tussenliggende delen, zoals bijvoorbeeld bij de vlerhoekprofleien aanwezig is, waarbij de vlakkenaf-stand en de afstand van de hoekpunten in verregaande mate van elkaar verschillen).

10 In fig· 5 is een zeshoekig polygoon profiel afgeheeld, dat doelma tige rwi je bij grove walsen gebruikt moet worden, waarbij het over te dragen moment beter te verdelen is over het grotere aantal zijvlakken.

In fig* 6 is een 12-hoekig polygoonprofiel afgeheeld, dat doelma-tlgerwljs b.v. in samenhang met walsen bij koude bewerking te gebruiken 15 is, omdat bij de spelingvrije zitting slechts geringe belastingen optreden·

In fig· 7 is een 25-hoekig polygoonprofiel afgebeeld, dat doelma-tigerwljs, b.v. in samenhang met aan bijzonder aanzienlijke belastingen onderworpen walsen met voor- en achterwaartse beweging voor de verde-20 ling van de belasting gebruikt kan worden.

In fig· 8 zijn vijfhoekige polygoonprofielen met verschillende zijvlakuitvoeringen afgebeeld. Bij de polygoonprofielen kan de uitvoering van de zijvlakken hol gewelfd, ongeveer recht en verheven uitgevoerd zijn. Met de verhoging van het aantal zijden (aantal hoeken) ver-25 mindert het per zijvlak over te dragen moment.

Bij bepaald aantal hoeken respectievelijk zijden is de profielvorm in afhankelijkheid van het gebruik van de wals voor koud- respectievelijk warmwalsen gebruikt moet worden, te kiezen. Bij het warmwalsen veranderen de passingen tijdens het bedrijf. Door deze speling ontstaan 30 bij profielen met ongeveer rechte zijvlakken gunstige manteldrukwaar-den.

Bij de voor koudwalsen gebruikte walsen ontstaat bij zich in geringe mate verheffende profielen het beste gebruik van het materiaal.

Bij het overdragen van momenten werken deze over de gehele omtrek· De 35 hol gewelfde uitvoering is bij de minder nauwkeurige verbindingen (met draaiende bewerking vervaardigd), de juiste zijvlakuitvoering bij het overdragen van aanzienlijke momenten (waarbij de waarde van de mantel-druk kritisch wordt) bij met speling plaatsvindende passingen, bij walsen voor het warmwalsen, in tegenstelling waarmee de verheven ultvoe-40 ring bij de spelingvrije verbinding bij walsen voor het koudwalsen be- 8400101

ï I

6 doeld is*

Ia fig. 9 is een gemonteerd programmawerktuig afgebeeld. Het pro-grammawerktuig is een gemonteerde wals, waarbij de werkprogramma's met het aantal en de wijze die met het produktieprogramma overeenkomen ge-5 bruikt kunnen worden, zodat een dergelijke wals voor het gelijktijdig vervaardigen van verschillende produkten geschikt is. Bij verandering van het produktieprogramma worden de werklichamen 2 door het losnemen van de moeren 3 van het basislichaam 1 gedemonteerd en in hun plaats met de nieuwe taakstellingen overeenkomende vormgevingslichamen, gemon-10 teerd* Het werklichaam kan bij gedemonteerd werktuig gedeeld worden. De deling van het werklichaam 2 kan bij een profielwals langs de holle ruimte plaatsvinden, indien het deel vlak 4 in de holle ruimte van het profiel valt, of zodanig dat het deelvlak buiten de holle ruimte valt 5 of zo, dat het ene deelvlak in de holle ruimte 6 valt en het andere 15 deelvlak buiten de deling 7 valt.

In fig. 10 is het dwarsdoorsnedeprofiel van een gemonteerde wals afgebeeld (fig. 9 doorsnede X-X). Op het polygoonprofiel 29 van het basislichaam 1 is door overeenkomstige vorm de polygoonboring 30 van het werklichaam 2 aangesloten, die op het buitenste vormgevingsvlak daarvan 20 een in doorsnede holle ruimte 8 omvat.

Fig. 11 toont de schets van de voor het wegnemen van eventuele door belasting veroorzaakte staatveranderingen dienende wighulzenbeves-tiging. Op het met evenwijdige mantellijnen en met een polygoonprofiel (eycloïdprofiel) uitgevoerd vlakkenstelsel van het basislichaam 1 van 25 de wals worden de werklichamen 2 door van sleuven voorziene bij de buitenmantel daarvan kegelachtige hulzen 9 aangebracht. De wigwerking van de kegelhulzen 9 wordt door de middels de veren 10 uitgeoefende krachten gewaarborgd, waardoor niet gewenste spelingen weggenomen worden.

Fig. 12 toont de schets van een op de in fig. 11 zichtbare kegel-30 hulzenbevestiging gelijkende uitvoering, waarbij de werklichamen 2 bij de montage door de van schroefdraad voorziene ring 11 spelingvrij aan het basislichaam 1 bevestigd kunnen worden. In de inwendige kegelachtige polygone holle ruimte (boring) van de op het basislichaam 1 van de wals tot aan de kraag in aanslag gebrachte werklichamen 2, wordt de ke-35 gelachtige huls 9 naar binnen geschoven en dan wordt de van schroefdraad voorziene ring 11 zover in het inwendige schroefdraad 12 van het werklichaam 2 naar binnen geschroefd, totdat de kegelachtige huls 9 een wig vormt. Bij de demontage wordt de van schroefdraad voorziene ring 11 losgeschroefd en wordt in de van schroefdraad voorziene boring 13 van 40 de kegelhuls 9 een met behulp van een inrichting tegen het kopse vlak 8400101 • » 7 14 van het werklichaam 2 tot aanslag gebrachte aftrekschroef Inge·* schroefd, de kegelhuls 9 naar bulten getrokken en het werklichaam van het basislichaam 1 van de wals gedemonteerd.

Flg. 13 toont de schets van een gemonteerde wals, waarbij op het 5 basislichaam 1 van de wals naast de als aanslag dienende kraag (schou-der) en het voor de bevestiging dienende schroefdraaddeel, voor het overdragen van momenten dienende polygoon mantelvlakken (15, 20) en een cilindrisch mantelvlak (16) aanwezig zijn. Het werklichaam 2 bezit daarentegen een - op de polygoonmantel 15 van het basislichaam aanslui-10 tende - polygoonboring 17, een - op het cilindrische mantelvlak 16 van het basislichaam aansluitende - cilindrische boring 18, alsmede een -op de polygoonboring 17 van het gedeelde werklichaam aansluitend - po-lygoonmantelvlak 19. Deze verbinding wordt als zogenaamde gemengde verbinding aangegeven. Met deze verschillende (gemengde) verbindingen ge-15 monteerde walsen maken aansluitingen met grote nauwkeurigheid mogelijk, zodat de rondloopfouten van de walsen ln verregaande mate verminderd kan worden (b.v. bij het fijnwalsen). De werklichamen 2 worden zo op het basislichaam 1 van de wals aangebracht, (volgens de schets in flg.

13), dat op de polygoontap 15 en op de cilindrische mantel 16 de poly-20 goonboring 17 en een cilindrische boring 18 van het werklichaam aangebracht worden. De polygoonboring 17 van het daarop volgende werklichaam wordt op de polygoontap 19 van het voorafgaande werklichaam aangesloten. Na het opbrengen van het laatste werklichaam op het basislichaam 1 worden op het bij het schroefdraadelnde van het basislichaam 1 van de 25 wals aanwezige polygoonvlak 20 en op de polygoontap 19 van het werklichaam de meeneemschljf 22 voor het aanbrengen en tegen het kopse vlak 24 van het werklichaam ln aanslag gebracht. Hierna worden de delen middels de onderlegschljven 23 door de van schroefdraad voorziene ring 3 samengedrukt en bevestigd. De demontage van de vormgevingslichamen 30 vindt bij verwisselen in omgekeerde volgorde plaats.

Flg. 14 toont de schets van een als voorbeeld dienende uitvoeringsvorm van het koelstelsel van een gemonteerde wals. In het basislichaam 1 van de wals zijn twee aan de aslijn evenwijdig zijnde boringen 25 en daarop aangesloten doelmatlgerwljs in radiale richting wat 35 betreft het aantal met de deling van het werklichaam 2 overeenkomende boringen 24 aanwezig, waardoor het koelmiddel in de op het binnenvlak van het werklichaam door bewerken uitgespaarde koelgroef geleid wordt.

Een bijzonder voordeel van deze uitvoering is dat de al naar behoefte noodzakelijke koeling van de vormgevingslichamen 2 verwezenlijkt kan 40 worden doordat in het basislichaam 1 van de wals het voor de verdeling 8400101 . . . , \' 8 dienende stelsel van de groeven vervaardigd wordt» dat echter bij het verwisselen van de werklichaam niet gewisseld hoeft te worden. Het koude koelmiddel geraakt volgens fig. 14 door de inlaatboring 27 in de wals» stroomt door de inwendige boring van het werklichaam en komt door 5 de uitlaatboring 28 weer naar buiten.

Fig. 15 toont de schets van een uitvoeringsvorm van een langs het mantelvlak daarvan van groeven voorzien basislichaam van de wals» waarbij een voor de uitvoering volgens fig. 14 overeenkomstig in- en uit-laatboringstelsel op de langs de mantellijn verschafte groeven van het 10 basislichaam 1 van de wals aangesloten is. De toe- en afvoer van de vloeistof naar respectievelijk uit de groeven heeft zo plaats, dat de vloeistof in de langs de mantel op elkaar volgende groeven in steeds tegengestelde richting stroomt, zodat de koeling gelijkmatig langs de wals plaatsvindt. De toe- en afvoeraansluitingen kunnen door de deling 15 van de werklichamen onafhankelijk bij de groeven verschaft worden. Omdat alle koelkanalen (groeven) op het basislichaam van de wals aanwezig zijn, hoeven in de werklichamen geen koelgroeven door bewerken aangebracht te worden, zodat deze uitvoering onafhankelijk van de deling bij werklichamen met gewenst profiel respectievelijk stelsel toepassing kan 20 vinden.

De volgens de uitvinding gemonteerde walsen kunnen behalve het voordeel van de eenvoudige constructie daarvan eveneens op bijzonder economische wijze met de aanwezig zijnde universele produktie-inrichtingen vervaardigd worden. De polygoonverbindingen volgens de uitvin-25 ding kunnen met de aanwezig zijnde polygoonbewerkingsinstallaties op economische wijze vervaardigd worden. De werklichamen van de gemonteerde walsen kunnen uit de met de onderhavige belastingen overeenkomende materialen en op overeenkomstige wijze onafhankelijk van het basislichaam van de wals vervaardigd worden.

84 0 0 1 0 f

Claims (9)

1. Gedeelde valswerktuiginrichting, die gemonteerd ls met een ver-* binding door overeenkomstige vorm, bestaande uit basislichaam en daarop aangebracht verklichaam, met het kenmerk, dat tussen het basislichaam 5 (1) en het verklichaam (2) een verbinding (29, 30) door overeenkomstige vorm bestaat.

2. Gedeelde valswerktuiginrichting, die gemonteerd is met verbinding door overeenkomstige vorm, met het kenmerk, dat de verbinding door overeenkomstige vorm uit in elkaar grijpende harmonische vlakken (zon- 10 der kerven) met polygonaal profiel (29, 20) bestaat.

3. Gedeelde valswerktuiginrichting, die gemonteerd is met verbinding door overeenkomstige vorm volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het verklichaam (2) tenminste uit een van een holle ruimte voorziene ring (5) bestaat, die door de holle ruimte (6) heen gedeeld 15 is. (fig. 9).

4. Gedeelde valswerktuiginrichting, die gemonteerd is met verbinding door overeenkomstige vorm volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het basislichaam aan de beide einden daarvan delen met polygonale dwarsdoorsnede (15, 20) bezit en daarbinnen een 20 cilindrisch deel (16) bezit, en waarbij het verklichaam daarentegen uit tenminste een verklichaam (2) bestaat, dat van steeds een moment overdragende polygonaalprofiel-boring (17), een daarop aansluitende cilindrische pasboring (18) alsmede van een op de pasboring aansluitende moment overdragende polygonale profieltap (19) voorzien is (afbeelding 25 13).

5. Gedeelde valswerktuiginrichting, die gemonteerd is met verbinding door overeenkomstige vorm volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat tussen het basislichaam (1) en het werk-lichaam (2) een kegelachtig aangebrachte ring (9) geplaatst is.

6. Gedeelde valswerktuiginrichting, die gemonteerd is met verbin ding door overeenkomstige vorm volgens een van de voorgaande conclusies, net het kenmerk, dat in het basislichaam (1) koelborlngen (24, 25. door bewerken aangebracht zijn, die de koelvloeistof langs het in aangrljping zijnde vlak (29) van het basislichaam leiden.

7. Gedeelde valswerktuiginrichting, die gemonteerd is met verbin ding door overeenkomstige vorm, met het kenmerk, dat de koelborlngen axiale verdeelkanalen (25) en daaruit naar het oppervlak leidende radiale kanalen (24) zijn (fig. 14).

8. Gedeelde valswerktuiginrichting, die gemonteerd is met verbin- 40 ding door overeenkomstige vorm volgens conclusie 6-8, met het kenmerk, 8400101 9 f . I dat de radiale kanalen (24) in axiale oppervlaktekanalen (29) uitmonden (fig. 15).

9. Gedeelde walswerktuiginrichting, die gemonteerd is met verbinding door overeenkomstige vorm volgens een van de conclusies 6-8, met 5 het kenmerk, dat in het in aangrijping staande vlak (30) van het werk-lichaam (2) met de koelboringen (24, 25) van het basislichaam (1) com- i municerende koelgroeven (26) door bewerken aangebracht zijn. i 11 t-H i 8400101