NL8400083A - Leidingstelsel voor het toevoeren van drank en een hulpstuk voor het reinigen van dit stelsel. - Google Patents

Description

* #v. % VO 5355 -1-

Leidlngstelsel voor het toevoeren van drank en een hulpstuk voor het reinigen van dit stelsel.

De uitvinding heeft betrekking op een leidingstelsel dit stelsel.

Het leidingstelsel volgens de uitvinding is in het ' 5 bijzonder ontworpen voor het toevoeren van bier naar verschillende tappunten,saar dit sluit geenszins het gébruik van het leidingstelsel voor andere dranken dan bier uit.

Voor het toevoeren van bier naar verschillende tappunten in b.v. een café werd tot voor kort gebruik gemaakt van meestal in 10 een aparte ruimte geplaatste biervaten, die via leidingen verbonden waren met de verschillende tappunten in het café. Een bezwaar van dit systeem is, dat biervaten een beperkte inhoud, meestal 50 liter, hebben, zodat in café's met een grote bieromzet zeer regelmatig de bierleiding van een leeg vat losgekcppeld moet worden en weer verbonden moet 15 worden mét een nieuw, vol vat. Dit is niet alleen arbeidsintensief maar veroorzaakt ook bij ieder nieuw vat bierverlies, omdat de eerste glazen bier niet de juiste temperatuur hebben en tevens veel te veel schuim bevatten.

Om dit probleem te ondervangen wordt, sedert enige tijd 20 gebruik gemaakt van zgn. biertanks, met de inhoud van 500-1000 liter, ' waarvan er een aantal permanent in het café of een andere ruimte waar bier getapt wordt, geplaatst is en die vanuit een tankwagen gevuld kunnen worden. Het gebruik van deze tanks biedt een groot aantal voordelen en zal zaker in de toekomst nog aam populariteit winnen.

Bij het gebruik van biertanks zijn gewoonlijk de bier-25 leidingen naar de verschillende tappunten via koppelstukken met de uitstroomopening van de biertank verbonden. Men laat de afzonderlijke bierleidingen bij voorkeur tot dicht bij de biertank doorlopen om het reinigen van de gehele bierleiding in één handeling mogelijk te maken.

Voor dit periodieke reinigen wordt gebruik gemaakt van een flexibele 30 draad met aan het uiteinde een sponsje, dat door middel van de draad vanuit het tappunt door de gehele bierleiding tot nabij de biertank geleid wordt. Vooraf aan het schoonmaken is daarbij door de bedienings-persoon nabij de tank een verbinding tot stand gebracht tussen het 8400083 -2- r * uiteinde van één bierleiding en dat van een andere bierleiding, zodat het sponsje via de ene. leiding tot bij de tank en daarna via het verbindingsstuk en de andere leiding weer terug geleid kan worden naar een tweede tappunt. Hierdoor.kan de bedieningspersoon boven bij het; tap-5 punt zich er. van vergewissen dat het' sponsje door de gehele leiding gevoerd is, doordat hij dit sponsje dankzij het verbindingsstuk weer bij een tweede tappunt tevoorschijn ziet komen. Om een goede reiniging te verzekeren is het noodzakelijk dat de gehele leiding een diameter heeft die een tevoren bepaalde waarde niet te boven gaat.

Een bezwaar van de vele vertakkingen in de. bierleiding, 10 dicht nabij de uitstroomopening van de biertank,is, dat zich rondom de biertank een groot aantal leidingen bevindt, hetgeen de toegankelijkheid nadelig beïnvloedt en dat het overzetten van de verschillende bierleidingen van een lege tank naar een volgende, volle tank tot nog tijdrovend is in verband met de vele aansluitingen die moeten worden 15 overgezet.

De uitvinding beoogt het gebruik van biertanks nog aantrekkelijker te maken door een oplossing te bieden voor de aanwezigheid van vele afzonderlijke leidingen nabij de uitstroomopening van het biervat.

20 De uitvinding voorziet hiertoe in een leidingsstelsel voor het toevoeren van drank aan verschillende tappunten omvattende een eerste koppelinggedeelte waarvan één uiteinde.verbonden kan worden met een drankvoorraadtank, en het andere uiteinde losneembaar verbonden kan worden met een eerste uiteinde van een tweede koppelinggedeelte, n 25 waarvan het andere uiteinde verbonden kan worden met een aansluitplaat waarin een even aantal doorgaande openingen gevormd is, die elk in verbinding staan met een afzonderlijke drankleiding, welke drankleidingen zijn opgenomen in een gemeenschappelijke omhullende leiding.

Doordat volgens de uitvinding gebruik wordt gemaakt 30 van een aantal bierleidingen in een gemeenschappelijke omhulling, waarbij elk van de bierleidingen aan één uiteinde verbonden is met een aansluitplaat, die bij normaal gebruik verbonden is met het tweede gedeelte van eei snelkoppeling en doordat het andere deel van de snelkoppeling vast verbonden is met de biertank, kan men in één handeling een aantal 35 bierleidingen, b.v. vier, losnemen van een lege biertank en koppelen met een volle biertank. Een verder voordeel is dat in de omhullende 8400085 * r t -3- leiding naast de bierleidingen ook leidingen kunnen worden opgenomen waardoor heen een köelmiddel gevoerd wordt, voor het op temperatuur houden van het bier.

Voor het reinigen van de bierleidingen in de gemeenschap- 5 pelijke omhulling kan gebruik gemaakt worden van de normale, bovenstaand beschreven reinigingsmethode, omdat de diameter van deze bierleidingen relatief klein is. Bet maken van doorverbindingen tussen steeds twee bierleidingen wordt echter volgens een verder aspect van de uitvinding vergemakkelijkt doordat voorzien is in een hulpstuk dat gekoppeld kan 10 worden met de aansluitplaat aan het einde van de omhullende leiding met daarin de bierleidingen, welk hulpstuk een grondplaat omvat met doorgaande openingen waarvan het aantal gelijk is aan het aantal openin-gen in de aansluitplaat, waarbij steeds twee openingen in de grondplaat met elkaar verbonden zijn via een buisvormige leiding.

15 Door het hulpstuk met de aansluitplaat te koppelen worden de voor het reinigen benodigde doorverbindingen in één handeling gerealiseerd, hetgeen een snelle en goede reiniging bevordert en tevens tijdwinst oplevert omdat meerdere doorverbindingen in één handeling kunnen worden gerealiseerd.

20 De uitvinding zal in het hierna volgende nader worden beschreven aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld onder verwijzing naar de tekening, hierin toont: fig. 1 een aanzicht in doorsnede van een eerste koppeling-gedeelte voor het leidingstelsel volgens de uitvinding; 25 fig. 2 een aanzicht in doorsnede van een tweede koppe- ^ linggedeelte·; fig. 3 een aanzicht in doorsnede van een hulpstuk voor het reinigen van het leidingstelsel; en fig. 4 het hulpstuk in gekoppelde toestand met eeiaan- 30 sluitplaat.

Pig. 1 toont het eerste gedeelte van een snelkoppeling dat in wezen vast verbonden is met een biertank. Hiertoe kan het pijpgedeelte 1 door middel van een wartelmoer 2 aan de uitstroomopening van de biertank bevestigd worden. Met een hefboom 3 kan een klep 4 ·*» - 35 bediend worden om naar keuze de doorstroomopening in pijp 1 te openen of te sluiten. Het andere uiteinde van het koppelinggedeelte is uitge- 8400083 J> * * -4- voerd als een eerste, insteekgedeelte 5 van : een snelkoppeling.

Fig. 2 toont het tweede gedeelte 7 van de snelkoppeling met een opneemopening 8 voor het insteekdeel 5. Een hefboom 9 is aan één uiteinde voorzien van een nokgedeelte 10, dat samen kan werken 5 met de ringvormige groef 6 in het insteekdeel 5, een en ander zodanig dat bij het, gezien in fig. 2, naar beneden bewegen van hefboom 9,· de nok 10 het insteekdeel 5 vast aandrukt tegen de afdichtring 11, waardoor een goede verbinding is verzekerd en lekkage wordt voorkomen.

In het opneemdeel 7 is verder voorzien in een terugslag-10 klep 12, die voorkomt dat bier uit de bierleidingen stroomt bij het overzetten naar een andere tank, welke terugslagklep .bevestigd is aan een gatenplaat 13. Het andere uiteinde van het tweede koppelinggedeelte 7 is voorzien van een uitstekende flens, rond welke een wartelmoer 14 is aangebracht.

15 De wartelmoer 14 kan verbonden worden met een aansluit- plaat 15, die aan de buitenomtrek voorzien is van schroefdraad.

In de aansluitplaat 15 is een aantal doorgaande openingen aangebracht, bij voorkeur vier openingen, die in verbinding staan met aansluitingen 16, die aan de buitenzijde voorzien zijn van een schroefdraad en die 20 elk verbonden kunnen worden met een bier leiding. Deze verder niet getoonde bierleidingen. zijn opgenomen in een eveneens niet getoonde omhullende leiding, waarvan het uiteinde verbonden is met de plaat 15.

Om een goede afdichting te verzekeren is de flens van het opneemdeel 7 voorzien van een ringvormige groef waarin een afdichtring 17 rust, 25 die bij het vastzetten van plaat 15 met behulp van moer 14 tegen plaat 15 rust.

Voor het overzetten van de met plaat 15 verbonden meervoudige bierleiding van een lege biertank naar een volle biertank, behoeft slechts hefboom 9, gezien in de figuur, omhoog gebracht te worden 30 voor het ontgrendelen van het insteekdeel 5 en het opneemdeel 8, waarna het opneemdeel rond het insteekdeel 51 van een volle biertank geplaatst kan worden en met behulp van hefboom 9 weer kan worden vergrendeld.

De reiniging van de b.v. vier bierleidingen in de omhullende leiding,, kan geschieden met behulp van het in de figuren 3 en 4 35 getoonde hulpstuk, dat een grondplaat 18 omvat met daarin doorgaande openingen, waarvan het aantal.overeenstemt met het aantal bierleidingen 8400083 -5- dat in één omhullende leiding is aangebracht. Dit aantal is bij voorkeur vier, naar ook twee of zes biérleidingen in een omhullende leiding zijn denkbaar, waartoe de aansluitplaat 15 en het hulpstuk op een voor vakmensen voor de hand liggende wijze aangepast dienen te worden.

5 De»,op^irjgeB»..in: ;d©^ χ^ήρ3^«Α. 18 zijn paarsgewijs met elkaar verbonden door U-vormige pijpgedeelten, resp. 19 en 20 . De plaat 18 is voorzien van een flensvormig uitstekend randgedeelte, rond hetwelk een wartelmoer 21 geplaatst is, welke wartelmoer in wezen gelijk is aan wartelmoer 14. In het ondervlak van plaat 18 is rond iedere opening voorzien in een 10 groef 22 waarin een afdichtring 23 kan worden opgenomen.

Voor het reinigen van de bierleidingen wordt het hulpstuk uit fig. 3 met behulp van de wartelmoer 21 bevestigd tegen het ondervlak van de plaat 15, zoals getoond is in fig. 4, waarbij een nokvormig uitsteeksel 24 er voor zorgt dat de openingen in plaat 18 15 in één lijn liggen met die in plaat 15. Het reinigen van de bierleidingen kan nu op de gebruikelijke wijze plaatsvinden, waarbij de U-vormige leidingen 19 en 20 elk zorgen voor een verbinding tussen twee bierleidingen.

Het uiteinde van de omhullende leiding,met daarin b.v.

20 vier bierleidingen, dat niet met de biertank verbonden, wordt, is in de ruimte met biertanks verbonden met een aansluitbord, dat b.v. aan de wand van de ruimte bevestigd is, van waaruit de verdere verdeling van het bier over de verschillende tappunten kan plaatsvinden.

Daarbij is de diameter van de afzonderlijke bierleidingen in de gecombi- 25 neerde leiding zodanig, dat elke bierleiding vertakt kan worden naar met vier tappunten, zodat bij het uitvoeringsvoorbeeld/vier bierleidingen in de omhullende leiding maximaal 16 tappunten bediend kunnen worden vanuit één~biertank.

Het zal duidelijk zijn dat binnen het kader van de uit-30 vinding een groot aantal voor vakmensen voor de hand liggende wijzigingen mogelijk is.

8400083

Claims (4)

1. Leidingstelsel voor het toevoeren van drank aan verschil lende tappunten, gekenmerkt door een eerste koppelinggedeelte waarvan één uiteinde verbonden kan worden met een drankvoorraadtank en het andere uiteinde losneembaar verbonden kan worden met een eerste uiteinde 5 van een tweede koppelinggedeelte, waarvan het andere uiteinde verbonden kan worden met een aansluitplaat waarin een even-aantal doorgaande opening en gevormd is, die elk in verbinding staan met een afzonderlijke drankleiding, welke drankleidingen zijn opgenomen in. een gemeenschappelijke omhullende leiding. 10 2.' . Leidingstelsel volgens conclusie 1 met het kenmerk, dat in de gemeenschappelijke omhullende leiding tevens één of meer koelie idingen zijn opgenomen.

3. Leidingstelsel volgens conclusie 1 of 2 met het. kenmerk, dat het andere uiteinde van het eerste koppelinggedeelte voorzien is 15 van een ringvormige groef en dat het eerste uiteinde van het tweede koppelinggedeelte voorzien is van een nokgedeelte dat bevestigd is aan het uiteinde van een hefboom, waarbij het nokgedeelte in kan grijpen in de ringvormige groef.

4. Hulpstuk ten gebruike bij het reinigen van het leiding-20 stelsel volgens conclusie 1 gekenmerkt door een grondplaat met doorgaande openingen, waarvan het aantal gelijk is aan het aantal openingen in de aansluitplaat,. waarbij steeds twee openingen in de grondplaat met elkaar verbonden zijn via een buisvormige leiding.

5. Hulpstuk volgens conclusie 4 met het kenmerk, dat steeds 25 twee diametraal tegenover elkaar gelegen openingen met elkaar verbonden zijn door middel van een U-vormig leidinggedeelte en dat aan de onderzijde van de grondplaat. een nokvormig uitsteeksel is gevormd dat samen kan werken.met een opening in de aansluitplaat, een en ander zodanig dat iedere opening in de grondplaat in één lijn ligt. met een opening in de 30 aansluitplaat. 8400083