NL8320309A - Zadelsteun. - Google Patents

Description

8 3 2 O 3 O 9 X

NO 32533

Zadelsteun

De uitvinding heeft betrekking op een zadelsteun voor een liggend cilindrisch vat met cirkelvormige dwarsdoorsnede, of een tweevoudig vat gevormd door twee liggende cilinders met cirkelvormige dwarsdoorsnede, waarvan de assen evenwijdig zijn aan de as van het vat, waarbij de ci-5 linders elkaar snijden en samengaan om een naar buiten één geheel zijnd enkel vat te vormen.

Het is het doeleinde van de uitvinding de vaten in staat te stellen samen te trekken/uit te zetten zonder dat speling die daardoor plaatsvindt een opnieuw verdelen van de lading aanwezig in het vat tot 10 gevolg zal hebben.

In overeenstemming met de uitvinding wordt voorgesteld om de zadelsteun met een in het midden liggend vast punt te vormen, waardoor het vat bewegingen in het dwarsvlak belet worden, en om in afzonderlijke draagoppervlakken te voorzien aan elke zijde van het vaste punt. De 15 draagoppervlakken zijn evenwijdig met de langsas van het vat, en zijn op bijbehorende hellingen aangebracht liggend in een vlak dat door het vaste punt gaat, waarbij de op eenvolgende draagoppervlakken samenwerken met overeenkomstige draagoppervlakken op het vat.

Elke zadelsteun heeft daarom tenminste drie draagpunten. Voor gro-20 tere vaten zijn in het bijzonder verscheidene draagpunten of oppervlakken op elk zadel aanwezig.

Een zadelsteun gevormd zoals beschreven in deze octrooispecifica-tie maakt het mogelijk het doeleinde van de uitvinding te verwezenlijken, n.1. dat het vat kan samentrekken/kan uitzetten zonder dat speling 25 optreedt die een herverdeling van de last in enige van de afzonderlijke draagpunten tot gevolg zou hebben. Berekening van spanningen en de keuze van materiaaldikten kan daarom met een aanzienlijk grotere mate van betrouwbaarheid uitgevoerd worden, hetgeen het eveneens mogelijk maakt grotere vaten te construeren dan de gebruikelijke vaten volgens de 30 stand der techniek.

Voor dit soort vat zijn normaliter twee zadelsteunen aanwezig in de langsrichting van het vat. Longitunale beweging van de vaten wordt belet door êên van de zadels. Dit opsluiten wordt op de meest eenvoudige wijze verkregen bij het vaste punt van het onderhavige zadel. Boven-35 dien kunnen extra begrenzende middelen voor het beperken van longitunale verplaatsing aanwezig zijn bij de andere draagpunten van het zadel.

Bij het andere zadel moeten als gevolg daarvan de glij-oppervlak-ken in staat zijn bewegingen op te nemen die een component hebben in de 8320309

I I

2 langsrichting van het vat alsmede in de dwarsrichting. De laatste component neemt toe met toenemende afstand van het vaste punt. Geschikte combinaties van materialen voor de glij-oppervlakken worden gekozen om in een hoge oppervlaktedruk en lage wrijving te voorzien, b.v. gepo-5 lijst roestvast staal tegen met teflon bekleed staal of dergelijke. Er wordt de voorkeur aangegeven om in een soort isolatie bij de draagpunten te voorzien.

In plaats van glijdende draagoppervlakken is het mogelijk om korte stangen met cilindrische of bolvormige draagoppervlakken bij de einden 10 te gebruiken, of alternatief rol- of bolvormige dragers te gebruiken, afhankelijk of er onderlinge beweging in één of meer richtingen is bij het onderhavige zadelpunt. In het eerste geval kunnen de stangen vervaardigd worden van een materiaal dat een slechte warmtegeleider is, b.v. roestvast staal.

15 De vaten worden in verticale richting opgesloten door passende middelen, bij voorkeur door samenwerkende glij-oppervlakken, zie bijvoorbeeld de Noorse octrooi-aanvrage 78 3348.

De uitvinding zal hieronder meer gedetailleerd beschreven worden met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin: 20 fig. 1 een schematische tekening is van een schip in dwarsdoorsne de, met een door een zadel gesteund tweevoudig vat, fig. 2 een opengewerkt deel van een draagpunt toont, en fig. 3 een opengewerkt deel van een tweede mogelijke uitvoering van een draagpunt toont.

25 Fig. 1 toont een tweevoudig vat 1 vervaardigd van twee liggende cilinders 2, 3 met cirkelvormige doorsneden, waarvan de assen evenwijdig zijn aan de as van het vat, die in dit geval samenvalt met de hartlijn van het schip 4. De cilinders 2, 3 snijden elkaar en gaan samen om een naar buiten een één geheel zijnd enkel vat 1 te vormen.

30 Fig. 1 toont twee uitvoeringen van een zadelsteun, één aan de rechterkant van de tekening en de ander aan de linkerkant van de tekening. In beide gevallen zullen de zadels symmetrische spiegelbeelden van elkaar zijn om het langsmiddelvlak van het schip door de hartlijn^ . De aan de linkerzijde van fig. 1 getoonde uitvoering is een 35 zadelsteun met drie draagpunten, d.w.z. het in het midden liggende vaste punt 5, het draagpunt 6, en het overeenkomstige draagpunt 7 aan de rechterkant.

De uitvoering getoond aan de rechterzijde van fig. 1 is een zadelsteun met een veelheid van draagpunten 7-14 aan elke kant van het in 40 het midden liggende vaste punt 5, dat mede als drager dient. Alle $39 (I 1fl 3 draagpunten hebben draagoppervlakken die evenwijdig zijn met de langsas van het vat (verticaal op het tekeningvlak), en zijn met bijbehorende hellingen geplaatst die in een vlak liggen dat door het vaste punt 5 gaat. In fig. 1 zijn de hellingsvlakken voor de draagpunten 7, 11 en 14 5 afgebeeld als aangegeven door de lijnen 5, 16 en 17.

Aan de rechterkant van de tekening is een mogelijke uitvoering van een verticaal opsluitmiddel voor het vat afgebeeld. Samenwerkende glij-oppervlakken 18 op het vat 1 en het schip 4 zijn in een hellings-vlak 19 aangebracht dat door het vaste punt 5 gaat. Aan de linkerkant 10 van fig. 1 is geen opsluitmiddel afgebeeld, maar samenwerkende glijdende draagoppervlakken zoals bij 18 kunnen gebruikt worden. Andere bekende opsluitmiddelen kunnen eveneens gebruikt worden, zolang deze niet het samentrekken/uitzetten van het vat en bewegingen in de langsrich-ting beperken.

15 In bovenstaande beschrijving is een zadelsteun voor een tweevoudig vat beschreven, maar het principe is op gelijke wijze toepasbaar voor cilindrische vaten, in welk geval het vaste punt zich bij de bodem van het zadel in de verticale hartlijn van het vat zal bevinden.

De afzonderlijke draagpunten kunnen als glijdragers gemaakt zijn, 20 maar het is eveneens mogelijk om cilindrische of bolvormige draagorga-nen 20 (roldragers) te gebruiken, zoals afgebeeld in fig. 2, of korte stangen 21 met cilindrische of half bolvormige eindoppervlakken, zoals afgebeeld in fig. 3. De plaatsing van de gekromde oppervlakken kan eveneens omgekeerd worden, d.w.z. de gekromde oppervlakken kunnen even-25 eens op het vat en de fundering aanwezig zijn en de stangen kunnen dan recht afgesneden einden hebben. Samenwerkende oppervlakken die beide gekromd zijn (kogelloopvlak) kunnen eveneens gebruikt worden.

De tekeningen tonen slechts die onderdelen die noodzakelijk zijn voor begrip van de uitvinding. Het belangrijke punt is dat de dragers 30 voortdurend onder belasting van het gewicht van het vat, en versnel-lingskrachten staan, en dat het vat kan samentrekken/uitzetten zonder dat spelingen optreden die herverdeling van de lading op enige van de afzonderlijke draagpunten zou veroorzaken. Berekening van de spanningen en de keuze van materiaalafmetingen kan daarom bepaald worden met een 35 aanzienlijk grotere mate van betrouwbaarheid.

8320309

Claims (4)

1. Zadelsteun voor een liggend cilindrisch vat met cirkelvormige dwarsdoorsnede, of een tweevoudig vat gevormd door twee liggende cilinders met cirkelvormige dwarsdoorsnede, waarvan de assen evenwijdig zijn met de as van het vat, waarbij de cilinders elkaar snijden en samengaan 5 om een naar buiten éên geheel zijnd enkel vat te vormen, met het kenmerk, dat de zadelsteun een in het midden liggend vast punt heeft, waardoor bewegingen van het vat in het dwarsvlak voorkomen worden, en verder afzonderlijke draagoppervlakken aan elke zijde van het vaste punt omvat, welke draagoppervlakken evenwijdig zijn met de langsas van 10 het vat en bijbehorende hellingen hebben die in een vlak liggen dat door het vaste punt gaat, waarbij de draagoppervlakken samenwerken met overeenkomstige draagoppervlakken op het vat.

2. Zadelsteun volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de draagoppervlakken glij-oppervlakken zijn.

3. Zadelsteun volgens conclusie 1, gekenmerkt door roldragers tus sen de draagoppervlakken.

4. Zadelsteun volgens conclusie 1, gekenmerkt door korte stangen met cilindrische of bolvormige dragende aangrijping met de draagoppervlakken. 20 ---oooOooo--- 8320309