NL8304478A

NL8304478A - Kartonverpakking van het telescoperende type.

Info

Publication number: NL8304478A
Application number: NL8304478A
Authority: NL
Original assignee: Socar
Priority date: 1982-12-30
Filing date: 1983-12-29
Publication date: 1984-07-16
Also published as: FR2538782B1; FR2538782A1; BE898574A

Description

* * VO 5334

Titel: Kartonverpakking van het telescoperende type.

De uitvinding heeft betrekking op een verpakking uit karton of dergelijk materiaal van het telescoperende type/ dat wil 2eggen dozen bestaande uit een dooslichaam in de vorm van een parallellepipedum en een identiek deksel van nagenoeg dezelfde afmetingen als die van bedoeld 5 lichaam, en hetwelk dit geheel omgeeft.

Voor het vereenvoudigen van de fabricage van dergelijke verpakkingen gebruikt men eenzelfde stempel en eenzelfde matrijs voor het op volume brengen en het samenvoegen van het dooslichaam en het deksel, en aanvraagster heeft in de Franse octrooiaanvrage no. 2-486.912 een 10 telescopische doos voorgesteld waarin: - de langsafmeting van het deksel iets groter is dan die van het dooslichaam, waarbij het verschil van de lengtes verenigbaar is met de fabricagetoleranties welke in de techniek toelaatbaar zijn voor het op volume brengen van deze twee organen met eenzelfde stempel en eenzelfde 15 matrijs; - de dwarswanden van het deksel een-nagenoeg verticaal verlopende gleuf bevatten* - het bovengedeelte van het deksel in langsrichting gegroefd is volgens een vouwlijn, welke de uiteinden van de twee gleuven in de 20 dwarswanden onderling verbindt.

De vouwlijn van het bovengedeelte van het deksel verdeelt^dit bijvoorbeeld in twee gedeeltes van nagenoeg hetzelfde oppervlak en bevindt zich bij voorkeur in het langsmiddenvlak van het deksel.

Aldus is het mogelijk nadat het deksel in dwarsrichting is geopend 25 door draaien om de langsvouwlijn, dit op het dooslichaam te plaatsen teneinde dit te omhullen.

In de praktijk kan men op deze wijze het doosliehaam en het deksel van de telescoperende doos met één stempel en één matrijs vervaardigen, onder voorwaarde dat de lengte van het deksel die van het dooslichaam 30 niet overschrijdt met een waarde welke groter is dan de tolerantie voor het 'op volume brengen en het onderling verbinden, dat wil zeggen normaliter in de orde van grootte van 2 mm.

Bij het verder ontwikkelen van dit type telescoperende verpakking, heeft aanvraagster gevonden dat het mogelijk is de fabricage van dergelijke 83O4478 _;_a ( t - 2 - dozen te beperken door het dooslichaam en het deksel precies gelijk te maken.

De uitvinding heeft .tot doel het verschaffen van een verpakking van het telescoperende type, en bestemd om het dooslichaam in de vorm 5 van een parallellepipedum van een dergelijke verpakking en het deksel van overeenkomstige vorm dat dient om dat lichaam geheel te omhullen, en is. gekenmerkt doordat het gedeelte dat de bodem vormt door een vouwlijn evenwijdig aan de dwars- of langswanden is onderverdeeld doch verzet ten opzichte van het betreffende middenvlak waarbij elke vouwlijn 10 de. uiteinden verbindt van twee nagenoeg verticale gleuven welke zijn aangebracht in de dwarswanden die haaks op deze lijn staan.

De uitvinding heeft voorts betrekking op een verpakking van het telescoperende type welke gekenmerkt is, doordat het dooslichaam van de verpakking en zijn deksel identiek zijn en de twee delen van de verpak-15 king vormen als bovenomschreven, terwijl het deksel het dooslichaam omgeeft waarbij de betreffende gleuven niet meer tegenover elkaar staan.

Om-het deksel op zijn plaats te brengen wordt evenals bij bovenbedoelde. aanvrage het openen verkregen door verdraaiing over de vouwlijn waarbij het deksel op het dooslichaam wordt gezet door dit te draaien 20 met betrekking tot de gleuven in het deksel en de bodem zodat deze niet meer tegenover elkaar liggen. Het deksel houdt aldus de van gleuven voorziene wanden op zijn plaats. Tenminste één verbindingspunt bevindt zich nabij het vrije uiteinde van de gleuven teneinde het openen te beletten tijdens het op..volume hrengen en het verder behandelen. Het is dan vol-• 25 doende om de verbindingspunten van de gleuven van het deksel te verbreken teneinde dit te openen en op het doos lichaam te plaatsen, terwijl de gleuven van deze laatste gesloten blijven.

De vouwlijnen kunnen kunnen zich bevinden in de langs- of dwars-richting respectievelijk in het gedeelte van de bodem en in het boven-30 gedeelte van het lichaam en het deksel waarbij de betreffende gleuven welke verbonden zijn door de vouwlijn, aangebracht zijn in de dwars- of langswanden.

Zoals nog zal blijken kunnen verschillende types telescoperende dozen van bekend type geschikt worden gemaakt om aan de kenmerken en de 35 voordelen van de verpakking volgens de uitvinding te voldoen.

8304478

r V

- 3 -

Bij voorkeur bevatten de langs- en/of dwarswanden van het deksel lippen of kleppen welke bij voorkeur zijn voorzien van inleidende scheur-lijnen of lostrekbare -banden, welke bestand zijn om geplakt te worden tegen de betreffende wanden van het lichaam van de verpakking.

5 In de tekening zijn enkele uitvoeringsvormen van een telescopische verpakking volgens de uitvinding weergegeven. Daarin tonen: fig. 1 een perspectivisch uit elkaar getekend aanzicht van een eerste uitvoeringsvorm van de uitvinding? fig. 2 en 3 twee varianten van deze uitvoeringsvorm; 10 · fig. 4 een uit elkaar getekend perspectivisch aanzicht van de tweede uitvoeringsvorm van de uitvinding? fig. 5 een variant van deze tweede uitvoeringsvorm; fig. 6 een andere doos van het telescoperende type volgens de uitvinding; 15 fig. 7 een toepassing van de uitvinding op een ander type tele scoperende doos.

Pig. 1 toont een eerste uitvoeringsvorm van een telescoperende doos volgens de uitvinding, bestaande uit een dooslichaam 1 en een identiek deksel 1'. In deze figuur en evenzo in alle volgende figuren zijn 20 dezelfde delen van het deksel die gelijk zijn aan die van de doos door dezelfde verwijzingscijfers aangeduid, doch voorzien van een '.

Elk van de delen van de verpakking heeft de vorm van een parallellopipedum en omvat een bodem, respectievelijk 2, 2', twee langs-wanden 3, 3', welke haaks op de bodem staan en scharnierbaar zijn door 25 een vouwlijn en twee dwarswanden 4, 4' welke haaiks op de voorgaande staan en op de bodem en welke daarop kunnen scharnieren door een vouwlijn. De kleppen 5, welke behoren bij de uiteinden van de langswanden, zijn geplakt tegen het binnenvlak van de dwarswanden.

De bodem 2 en 2' is in twee gedeeltes verdeeld door een vouwlijn 30 6, 6' welke evenwijdig loopt aan de langswanden 3, 3' doch verzet ten opzichte van het langsmiddenvlak.

De lijnen 6, 6' verbinden de uiteinden van twee gleuven 7, 7* welke verticaal zijn aangebracht in de dwarswanden van het lichaam 1 en het deksel 1'. Aan het vrije uiteinde van de gleuven 7, 7’ is een verbindings-35 punt S aangebracht dat een brug vormt tussen de randen van de gleuf.

8 3 0 4 47 S

__ - ê • % - 4 - ; Teneinde het lichaam 1 met het deksel 2 te kunnen omhullen, is het vol doende het verbindingspunt tussen de gleuven 7' van het deksel te verbreken en de randen van de gleuven uit elkaar te bewegen door verdraaiing om de vouwlijn 6', zoals in fig. 1 is aangeduid. Zoals hierboven opgemerkt, 5 dienen de verbindingspunten slechts om het op volume brengen van het lichaam en van het deksel en verder behandelen te vereenvoudigen en er wordt niet buiten het kader van de uitvinding getreden wanneer een derge- li.jk verbindingspunt wordt weggelaten.

In de gebruiksstand liggen de gleuven 7' van het deksel verzet ten 10 opzichte van die van de doos teneinde elke verzwakking van de verpakking te ondervangen.

Zoals blijkt uit fig. 2 kunnen schuin verlopende vouwlijnen 9, 9' worden aangebracht onder een hoek van 45° aan de uiteinden van de langs-wanden 3, 3' teneinde op bekende wijze de doos en het deksel plat te 15 vouwen nadat deze zijn samengevoegd.

Fig. 3 toont een analoge verpakking volgens fig. 2, doch waarin de dwarswanden 4, 4' en niet de langswanden 3, 3' van kleppen 10 aan hun uiteinden zijn voorzien, welke kleppen tegen het b^nnenvlak van de langswanden zijn geplakt.

20 Fig. 4 toont een andere uitvoeringsvorm voor het vervaardigen van het deksel. Evenals voorheen wordt hier een dooslichaam 1 en een identiek deksel 1' gebruikt, met bodemgedeeltes 2, respectievelijk 2', langswanden 3, 3', welke voorzien zijn van kleppen 5 en dwarswanden 4, 4' waartegen deze kleppen zijn geplakt.

25 Bij deze uitvoeringsvorm lopen.de vouwlijnen 12, 12' van het bodem- gedeelte van de doos 1 en het deksel 1' evenwijdig aan de dwarswanden en zijn verzet ten opzichte van het langsmiddenvlak. Evenals hierboven eindigen de vouwlijnen in de einden van de verticale gleuven 13, 13' welke zijn aangebracht in de langswanden. Deze gleuven hebben aan hun 30 andere uiteinde een verbindingspunt 14.

V-vormige insnijdingen 15, 15' welke zijn aangebracht op de halve hoogte van de langswanden 3, 3' vormen een klep 16, 16', waardoor door verlijming het deksel en het dooslichaam van de verpakking verenigd kunnen worden nadat deze op elkaar zijn gezet, waarbij de kleppen 16' van .

35 het deksel geplakt worden tegen de onderkant van de langswanden 3 van het dooslichaam. Teneinde het openen van de verpakking welke aldus is 83 ö 4 4 7 s - 5 - samengesteld te vereenvoudigen is een scheurtand 17, 17' aanwezig welke de open punten van de V 15, 15' verbindt. Uiteraard kunnen voor het dooslichaam en het deksel een aantal kleppen zijn toegepast, welke tegen de betreffende wanden van het andere deel van de verpakking zijn geplakt.

5 Zoals blijkt uit fig. 5 is het mogelijk bij deze uitvoeringsvorm van de uitvinding dwarsverlopende vouwlijnen 12, 12' toe te passen en op de uiteinden van de langswanden 3, 3' onder een hoek van 45° schuin verlopende vouwlijnen 18, 18' aan te brengen teneinde het mogelijk te maken dat de gebruiker het dooslichaam en het deksel van de verpakking 10 plat kan vouwen. Er kunnen ook schuin onder 45° verlopende vouwlijnen zijn aangebracht aan de uiteinden van de dwarswanden.-

Fig. 6 toont een andere uitvoeringsvorm vam de uitvinding i hierbij bevatten het dooslichaam en het deksel van de verpakking lippen 11', welke na het vouwen van de doos het lichaam en het deksel kunnen vereni-15 gen door het vastplakken van de lippen 11’, welke behoren bij het deksel aan de bodem van het dooslichaam vaui de verpakking. Eei inleidende scheur-lijn maakt het mogelijk de lippen 4' los te trekken welke bevestigd zijn aan de bodem, teneinde de verpakking te kunnen openen.

De uitvinding is uiteraard niet beperkt tot telescoperende ver-20 pakkingen als omschreven, doch kan ook op andere soorten verpakking worden toegepast bestaande uit een dooslichaam en een deksel van gelijke vorm. Fig. 7 toont een telescoperende verpakking van bekend type bestaande uit een lichaam 20 en een deksel 201, waarbij het gedeelte van de bodem van het dooslichaam evenals van het. deksel, in plaats -vanuit 25 een stuk zoals hierboven, bestaat uit twee langspanelen 21, 21', behorende bij de langswanden 22, 22' en twee kleppen 23' welke behoren bij de dwarswanden 24, 24', langspanelen en dwarskleppen welke onderling bevestigd zijn door verlijming. In dat geval zijn de langsvouwlijnen van het bovenste gedeelte van het deksel en van de bodem van het dooslichaam 30 aangebracht volgens de lengte van één van de panelen 21, 21' (lijnen 25, 25rL en in dwarsrichting in de twee kleppen 23' (lijnen 26', welke samen vallen na het verenigen van de panelen en de kleppen, met de vouwlijn 25 1}, waarbij de verticale gleuven 27, 271, aangebracht in de dwarswanden 24, .

24' eindigen in de vouwlijnen van de dwarspanelen 23'. De stand van de 35 vouwlijnen en de gleuven kan ook omgekeerd zijn in de wanden en de langs-en dwarskleppen.

83 0·': ? 3 _i

Claims

1. Verpakking van het telescoperende type bestemd om hetzij het dooslichaam in de vorm van een parallellepipedum (1) van een dergelijke verpakking te vormen of het deksel (1') van gelijke vorm en dat dient om het dooslichaam geheel te omgeven, welke verpakking gekenmerkt is, 5 doordat het gedeelte dat de bodem (2, 2') vormt door een vouwlijn (6, 6'; 12, 12·) is verdeeld welke evenwijdig loopt aan de dwarswanden (4, 4') of de langswanden (3, 3'), doch verzet ten opzichte van een betreffend langsmiddenvlak terwijl elke vouwlijn de uiteinden van twee gleuven (7, 7'; 13, 13') verbindt welke nagenoeg verticaal zijn aangebracht in de 10 wanden welke haaks op die lijn staan.

2. Verpakking volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de eindranden van de gleuven (7, 7'; 13, 13') welke niet grenzen aam het bcdemgedeelte (2, 2') door tenminste één verbindingspunt (14) zijn verenigd.

3. Verpakking volgens de conclusies 1 en 2 met het kenmerk, dat de 15 langswanden (3, 3') en/of de dwarswanden (4, 4') kleppen (16, 16’) of lippen (11') hebben welke zijn bestemd om respectievelijk geplakt te worden tegen de betreffende wand of op het gedeelte van de doos van een indentiek deel van de verpakking.

4. Verpakking volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de klep (16, 20 16') of de lip (11') gescheiden is van het hoofdgedeelte van de betref fende wand (3, 3'; 4, 4') door een scheurband (17) of een inleidende scheurlijn waardoor de klep los van de wand kan worden gemaakt.

5. Verpakking volgens conclusies'. 1 tot 4 met het kenmerk,· .dat de uiteinden van de langswanden en/of de dwarswanden op bekende wijze onder 45° 25 schuin verlopende vouwlijnen .(9,9'? 18,18') hebben,'waardoor de verpakking plat kan worden gevouwen.

6. Verpakking volgens conclusies 1 tot 5, waarbij de bodem voorzien is van kleppen (21, 21') welke behoren bij de langswanden (22, 22') en/of kleppen (23) welke behoren bij de dwarswanden (24, 24'), welke kleppen 30 verenigd zijn door opzicht .zelf bekende middelen, met het kenmerk, dat de vouwlijn (25') is aangebracht in de langsrichting van één van de kleppen (21') en in dwarsrichting volgens een ander gedeelte van de kleppen (23') welke door de klep (21') worden bedekt. 8 3 ö 4 i\ 1 8 - 7 -

7, Verpakking van het telescoperende type, gekenmerkt doordat het dooslichaam (1) en het deksel (1') uit gelijke delen bestaan volgens één van de conclusies 1 tot 6 terwijl wanneer het deksel het dooslichaam omgeeft, de gleuven (7, 13, 27) welke de vouwlijnen van het bodemgedeelte 5 van het dooslichaam verbinden verzet zijn ten opzichte van de twee overeenkomstige gleuven (71, 13', 27') van het deksel. 8304478