NL8304223A - Bandcassette met een vergrendelingsmechanisme voor het vergrendelen van een bandbeschermingsorgaan. - Google Patents

Bandcassette met een vergrendelingsmechanisme voor het vergrendelen van een bandbeschermingsorgaan. Download PDF

Info

Publication number
NL8304223A
NL8304223A NL8304223A NL8304223A NL8304223A NL 8304223 A NL8304223 A NL 8304223A NL 8304223 A NL8304223 A NL 8304223A NL 8304223 A NL8304223 A NL 8304223A NL 8304223 A NL8304223 A NL 8304223A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
tape
cassette
locking member
contacting
locking
Prior art date
Application number
NL8304223A
Other languages
English (en)
Other versions
NL187457B (nl
NL187457C (nl
Original Assignee
Victor Company Of Japan
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Priority claimed from JP1982185541U external-priority patent/JPS5989479U/ja
Priority claimed from JP1982188353U external-priority patent/JPS5992485U/ja
Priority claimed from JP1982188352U external-priority patent/JPS5992484U/ja
Application filed by Victor Company Of Japan filed Critical Victor Company Of Japan
Publication of NL8304223A publication Critical patent/NL8304223A/nl
Publication of NL187457B publication Critical patent/NL187457B/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL187457C publication Critical patent/NL187457C/nl

Links

Classifications

    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B23/00Record carriers not specific to the method of recording or reproducing; Accessories, e.g. containers, specially adapted for co-operation with the recording or reproducing apparatus ; Intermediate mediums; Apparatus or processes specially adapted for their manufacture
    • G11B23/02Containers; Storing means both adapted to cooperate with the recording or reproducing means
    • G11B23/04Magazines; Cassettes for webs or filaments
    • G11B23/08Magazines; Cassettes for webs or filaments for housing webs or filaments having two distinct ends
    • G11B23/087Magazines; Cassettes for webs or filaments for housing webs or filaments having two distinct ends using two different reels or cores
    • G11B23/08707Details
    • G11B23/08735Covers

Landscapes

  • Packaging Of Annular Or Rod-Shaped Articles, Wearing Apparel, Cassettes, Or The Like (AREA)

Description

'\i
Bandcassette met een vergrendelingsmechanisme voor het vergrendelen van een bandbeschermingsorgaan.
De uitvinding heeft in het algemeen betrekking op bandcassettes met een vergrendelingsmechanisme voor het vergrendelen van een bandbeschermingsorgaan en meer in het bijzonder op een bandcassette die een vergrendelingsmechanisme heeft 5 voor het vergrendelen van een bandbeschermingsorgaan dat gele gen is aan de voorzijde van een cassettehuis en vrij kan openen en sluiten, in zijn gesloten stand wanneer de bandcassette niet in gebruik is.
In het algemeen bevat een bandcassette die 10 gebruikt wordt met een videobandrecorder een cassettehuis voor het opnemen van een band en een bandbeschermingsorgaan. Het bandbeschermingsorgaan is ontworpen om te sluiten wanneer de bandcassette niet in gebruik is óm de band welke blootgelegd is langs de voorzijde van het cassettehuis te bedekken en te beschermen.
15 Het bandbeschermingsorgaan opent wanneer de bandcassette in gebruik is om niet tussenbeide te komen bij een banduittrekbe-werking waarbij de band uit het cassettehuis getrokken, wordt om volgens een vooruit bepaalde handweg in de videobandrecorder geladen te worden. De bandcassette bevat verder een vergrendelings-20 mechanisme dat aangebracht is voor het bandbeschermingsorgaan.
Dit vergrendelingsmechanisme vergrendelt het bandbeschermingsorgaan in zijn gesloten stand wanneer de bandcassette niet in gebruik is. Het vergrendelen van het bandbeschermingsorgaan door het bovengenoemde vergrendelingsmechanisme wordt ontkoppeld 25 wanneer de bandcassette in de videobandrecorder geladen wordt.
Conventioneel bestond het vergrendelingsmechanisme uit een vergrendelingsorgaan en een verend orgaan dat onafhankelijk was van het vergrendelingsorgaan. Daar dus twee onafhankelijke delen het vergrendelingsmechanisme vormden was er een probleem 30 doordat het aantal delen dat nodig was om de bandcassette te ver vaardigen niet verminderd kon worden en dat bijgevolg het aantal samenstellingshandelingen niet verminderd kon worden. Aanvullend S3 0 4 2 2 3 > é - 2 - was het vergrendelingsmechanisme in het algemeen draaibaar bevestigd op het cassettehuis. Wanneer de boven- en benedenhelften verbonden werden welke het cassettehuis vormden moest dus een instrument en dergelijke gebruikt worden om de positie van het 5 vergrendelingsmechanisme te beperken gedurende een samenstel- lingswerkwijze waarin de boven- en benedenhelften tezamen verbonden werden. Er was daarom een probleem doordat het produk-tierendement laag was door de extra stand welke nodig was om de positie van het vergrendelingsmechanisme te beperken gedu-10 rende de samenstellingswerkwijze waarin de boven- en benedenhelften tezamen verbonden werden.
In het algemeen worden nadat de bovenhelft op de benedenhelft geplaatst is en daarmee verbonden de bovenen benedenhelften aan elkaar bevestigd door middel van schroe-15 ven. Er was echter conventioneel geen middel om tijdelijk de boven en benedenhelften op hun plaats te houden in een toestand waarbij de bovenhelft rust op de bovenzijde van de benedenhelft. De bovenhelft rustte dus eenvoudig op de bovenzijde van de benedenhelft zonder op zijn plaats gehouden te worden door het '20 een of andere orgaan waarbij de boven en benedenhelften soms verschoven of gescheiden werden van elkaar voordat zij tezamen bevestigd waren door middel van schroeven. In dergelijke gevallen moest de bovenhelft opnieuw op de juiste wijze op zijn plaats gebracht worden op de bovenzijde van de benedenhelft zodat de 25 werkwijze voor het bevestigen van de boven en benedenhelften door de schroeven uitgevoerd konden worden. Als gevolg moesten de boven en benedenhelften met buitengewone zorg behandeld worden bij bevestigen van de boven en benedenhelften op elkaar door middel van schroeven omdat de boven en benedenhelften kunnen ver-30 schuiven of van elkaar gescheiden worden. Er was daarom een nadeel doordat de werkwijze voor het tezamen stellen van de band-cassette niet uitgevoerd kon worden met een bevredigend rendement.
Het is dus een algemeen doel van de uitvin-35 ding om een nieuwe en bruikbare bandcassette te leveren met een 8304223 t ' \ί'· - 3 - vergrendelingsmechanisme waarbij de bovenbeschreven problemen en nadelen geelimineerd zijn.
Een ander en meer specifiek doel van de uitvinding is het leveren van een bandcassette met een ver-5 grendelingsmechanisme voor het vergrendelen van een bandbescher- mingsorgaan in zijn gesloten stand waarbij het vergrendelingsmechanisme vervaardigd is uit een vergrendelingsorgaan dat één geheel vormend een haakgedeelte bevat dat contact maakt met een uitsteeksel van een bandbeschermingsorgaan/ een deel waar-10 op een vergrendelingsvrijmaakorgaan van/ViSeobandrecorder werkt wanneer de bandcassette in de videobandrecorder geladen wordt en een veerkrachtige arm welke veerkrachtig het haakgedeelte duwt om contact te maken met het uitsteeksel van het bandbe-schermingsorgaan. Bij de bandcassette volgens de uitvinding is 15 het dus niet nodig om een onafhankelijk verend orgaan te leveren dat gewoonlijk aangebracht moet worden met betrekking tot het vergrendelingsorgaan en waarbij dus het aantal vereiste delen gereduceerd kan zijn. Aanvullend is de bandcassette ontworpen zo dat de veerkrachtige arm de positie van het vergrendelings-20 orgaan beperkt wanneer de bandcassette tezamen gesteld wordt zodat de samenstellingswerkwijze gemakkelijk uitgevoerd kan worden.
Het is daarom niet nodig speciale instrumenten te gebruiken en dergelijke om het vergrendelingsorgaan in een positie vast te houden die de werkwijze van het tezamenstellen van de bandcas-25 sette zou vergemakkelijken door het verbinden van de boven- en benedenhelften vein een cassettehuis waarbij het produktierende-ment dus verbeterd is.
Nog een doel van de uitvinding is het leveren van een bandcassette met een vergrendelingsmechanisme j 30 voor het vergrendelen van een bandbeschermingsorgaan in zijn gesloten toestand waarin een contactmakend gedeelte gevormd is op het vergrendelingsorgaan. Dit contactmakende deel houdt de - boven en benedenhelften van een cassettehuis tijdelijk op een 'i plaats zodat de boven en benedenhelften niet verschuiven of van " 35 elkaar gescheiden worden gedurende het tezamenstellen van de band- 9 3 S4 2 2 3 ^ I Λ - 4 - cassette door het verbinden van de boven en benedenhelften.
Bij de bandcassette volgens de uitvinding behoeven de boven en benedenhelften niet met buitengewone zorg behandeld te worden in een toestand waarbij de bovenhelft op de bovenzijde van de 5 benedenhelft rust om tezamen bevestigd te worden door middel van schroeven. Als gevolg kan het bevestigen van de boven en benedenhelften door middel van de schroeven uitgevoerd worden op een doeltreffende wijze omdat de boven en benedenhelften gemakkelijk behandeld kunnen worden. Wanneer de bovenhelft een-10 voudig op de bovenzijde van de benedenhelft rust wanneer het bevestigen van de boven en benedenhelften door de schroeven uitgevoerd is moet deze werkwijze met buitengewone zorg uitgevoerd worden zodat de boven en benedenhelften niet verschuiven of van elkaar scheiden. Wanneer echter de boven en benedenhelften 15 tijdelijk op hun plaats gehouden worden zoals bij de uitvinding behoeven '". de boven en benedenhelften niet met buitengewone zorg behandeld te worden. Daarom kan het bevestigen van de boven en benedenhelften door middel van schroeven met een bevredigend rendement uitgevoerd worden. Bovendien kunnen de boven en beneden-20 helften op hun plaats gehouden worden zonder speciale instrumenten en dergelijke toe te passen.
Een verder doel van de uitvinding is het leveren van een bandcassette met een vergrenöelingsmechanisme dat gemaakt is uit een vergrendelingsorgaan waarin een beneden-25 helft van een cassettehuis een geleidingsdeel heeft voor het geleiden van het vergrendelingsorgaan zo dat het vergrendelingsorgaan niet tussenbeide zal komen bij het tezamen stellen van de bandcassette door het verbinden van de boven en benedenhelften. Wanneer de bovenhelft rust op de bovenzijde van de benedenhelft 30 wordt het vergrendelingsorgaan vrijgemaakt van de geleiding die geleverd wordt door het geleidingsdeel en keert draaiend terug naar zijn oorspronkelijke stand waarbij de bovenhelft automatisch en tijdelijk op zijn plaats gebracht wordt met betrekking tot de benedenhelft. Bij de bandcassette volgens de uitvinding kan 35 dus de bovenhelft automatisch op zijn plaats gebracht worden ten e 3 fj 4 2 2 3 *- V* 4 - 5 - opzichte van de benedenhelft door eenvoudig de bovenhelft bovenop de benedenhelft te plaatsen. Daarom is het produktie-rendement verbeterd en kan de bandcassette automatisch tezamen gesteld worden door gebruik te maken van samenstellingsrobotten.
5 De uitvinding zal aan de hand van de tekening worden toegelicht.
Figuur IA, 1B en 1C zijn een bovenaanzicht (met een rechter deel van een bovenhelft en een deel van het bandbeschermingsorgaan weggesneden), een vooraanzicht en een 10 zijaanzicht die respectievelijk een uitvoering tonen van een bandcassette volgens de uitvinding.
Figuur 2 een zijaanzicht in vertikale doorsnede die de bandcassette tonen volgens een lijn II - II in figuur IA.
15 Figuur 3 is een zijaanzicht in vertikale doorsnede die de boven en benedenhelften tonen van een cassette-huis in een gescheiden toestand.
Figuur 4 is een zijaanzicht in vertikale doorsnede die een voordeel van de bandcassette toont in een 20 toestand waarbij een bandbeschermingsorgaan open is.
Figuur 5 en 6 zijn zijaanzichten die respectievelijk een bandbeschermingsorgaan tonen tezamen met een vergrendelingsmechanisme in een toestand waarbij een buitenelement gesloten is en in een toestand waarbij het buitenelement 25 open is.
Figuur 7 is een aanzicht dat een vergrendelingsmechanisme toont in een dwarsdoorsnede volgens een lijn II - II in figuur 5.
Figuur 8 is een schema voor het toelichten 30 van een werkwijze waarbij de boven en benedenhelften verbonden worden.
Figuur 9, 10 en 11 zijn schema's die respectievelijk een andere uitvoering tonen van een bandcassette volgens de uitvinding voor het toelichten van een contact van een 35 vergrendelingshefboom met de benedenhelft wanneer de bandcassette j* τ λ o t < « - 6 - tezamen· gesteld wordt.
Zoals getoond in figuur IA, IB, 1C en 2 bevat een bandcassette 10 een cassettehuis 11 en een bandbescher-mingsorgaan 12 dat aangebracht is aan een voorzijde 11A van het 5 cassettehuis 11.
Het cassettehuis 11 bestaat uit een bovenhelft 13 en een benedenhelft 14 zoals getoond in figuur 3.
Deze boven en benedenhelften 13 en 14 zijn beiden gemaakt van acrylonitrilbutadieenstyreen (ABS) hars. Een voorraadhaspel 15 10 en een opneemhaspel 16 zijn opgenomen in het cassettehuis 11 in een toestand waarbij de haspels 15 en 16 tegen de benedenhelft 14 gedrukt worden door een praktisch V-vormige bladveer 17 die bevestigd is aan de bovenhelft 13. Een remmechanisme 18 is aangebracht in het cassettehuis 11 op een plaats welke in de nabijheid 15 ligt van een achterste deel 11B daarvan. Een uitsnijopening 14a is gevormd aan het centrale voordeel van de benedenhelft 14 waarbij laadpennen (niet getoond) van een videobandrecorder (niet getoond) binnentreden in deze uitsnijopening 14a wanneer een magnetische band 22 uit het cassettehuis 11 getrokken wordt.
• 20 Uitstekende zijdelen 14b en 14c die relatief naar voren uitste ken van het cassettehuis 11 zijn respectievelijk gevormd aan de rechter en linkerzijden van de benedenhelft 14. Een zijwand 14d die de halve hoogte heeft van het cassettehuis 11 strekt zich uit langs de buitenranden van de zijdelen 14b en 14c.
25 De magnetische band 22 bevindt zich in een vooruit bepaalde bandweg 22A wanneer de bandcassette 10 niet in gebruik is. De band 22 wordt uit de voorraadhaspel 15 getrokken heengevoerd door het zijdeel 14b, geleid door de bandgeleidings-delen 20a en 20b om de voorzijde van de uitsnijopening 14a te 30 kruisen, heengevoerd door het zijdeel 14c en dan opgenomen door de opneemhaspel 14 om deze vooruit bepaalde bandweg 22a te vormen.
Het bandbeschermingsorgaan 12 heeft een tweedelige constructie en bevat een buitenelement 23 en een 35 binnenelement 24. Het bandbeschermingsorgaan 12 is bevestigd 3 3 ” * 2 2 3 , * - 7 - aan de voorzijde 11A van de cassette 11 en neemt de toestand in getoond in figuur 2 wanneer hij gesloten is en een toestand getoond in figuur 4 wanneer hij geopend is. Wanneer het bandbe-schermingsorgaan 12 gesloten is werken de buiten en binnenele-5 menten 23 en 24 tezamen om gelijktijdig het vooroppervlak (magnetisch oppervlak) te beschermen en het achteroppervlak van de band 22, zoals getoond in figuur 2.
Het buitenelement 23 bevat een voorwand 23a die zich uitstrekt tot aan het bovenoppervlak van het cassette-10 huis 11 om een deel van het bovenoppervlak van het cassette-huis 11 te vormen, zijwanden 23b en 23c, en armen 23d en 23e die het binnenelement 24 ondersteunen. Zoals op vergrote schaal aangegeven is in figuur 5 en 6 zijn de pennen 23b - 1 en 23c-l respectievelijk praktisch gelegen in de middens van de zijwanden 15 23b en 23c. Een zijwand 13a van de bovenhelft 13 werken samen met een zijwand 14d van de benedenhelft 14 om legers te vormen voor de pennen 23b-l en 23c-l. Het buitenelement 23 wordt dus draaibaar ondersteund in een toestand waarbij de pennen 23b-l en 23c-l ondersteund worden door de bovengenoemde legers die 20 praktisch op de halve hoogte van het cassettehuis 11 gelegen zijn.
Het binnenelement 24 bevat een langwerpige bovenplaat 24a en een hellende wand 24b welke naar beneden toe helt naar de voorzijde van het cassettehuis 11 vanaf de bovenplaat 24a. De hellende wand 24b bevat uitsteeksels 24c (waarvan 25 er slechts één getoond is) in een centraal gedeelte daarvan en armdelen 24d (waarvan er slechts één getoond wordt) aan een benedengedeelte daarvan. De uitsteeksels 24c op de hellende wand 24b passen respectievelijk in gaten die gevormd zijn in de amen 23d en 23e. De armdelen 24d hebben respectievelijk een nokvolg-30 uitsteeksel 24e (waarvan er slechts één getoond is). De nok-volguitsteeksels 24e passen in de nokgroeven 21a en 21b zodat de nokvolguitsteeksels 24e beweegbaar zijn langs de nokgroeven 21a en 21b. Zodoende is het binnenelement 24 gekoppeld met het cassettehuis 11 in een toestand waarbij de nokvolguitsteeksels 35 24e passen in de nokgroeven 21a en 21b. Anderzijds is het binnen- ^ — λ f Λ Λ «y ‘ i i *, / jf ·\
* '* * — i. J
__J
* · - 8 - element 24 gekoppeld met het buitenelement 23 in een toestand waarbij de uitsteeksels 24c van de hellende wand 24b draaibaar ondersteund worden door de gaten in de armen 23d en 23e. Het binnenelement 24 beweegt dus onder geleiding van de nokgroeven 5 21a en 21b wanneer het buitenelement 23 ronddraait.
Zoals aangegeven in figuur 5 wordt het bandbeschermingsorgaan 12 normaal in zijn gesloten richting geduwd door een torsieveer 25 en wordt in zijn vergrendelde stand vergrendeld door een vergrendelingsmechanisme 30 dat later be-10 schreven zal worden. De torsieveer 25 past over de pen 23b-l met één arm ervan bevestigd op een uitsteeksel 27 dat gevormd is op de zijwand 13a van de bovenhelft 13 en met het andere eind daarvan bevestigd op een uitsteeksel 23b-3 dat gevormd is op de binnenzijde van de zijwand 23b. De torsieveer 25 is opgenomen 15 in een platte ruimte 31 die later beschreven zal worden.
Wanneer de bandcassette 10 ingestoken wordt in een cassettehuis (niet getoond) in de videobandrecorder (niet getoond), wordt de vergrendeling met betrekking tot het bandbeschermingsorgaan 12 door het vergrendelingsmechanisme 30 20 vrijgemaakt. Gedurende een handeling waarin de bandcassette 10 in het cassettehuis geladen wordt in een vooruit bepaalde stand binnen de videobandrecorder door het cassettehuis te verlagen wordt het buitenelement 23 rondgedraaid in de richting van de klok over bij benadering 90° tegen de kracht die uitgeoefend wordt 25 door de torsieveer 25, door een pen 29 van de videobandrecorder. Als gevolg worden de nokvolguitsteeksels 24e van het binnenelement 24 respectievelijk geleid langs de nokgroeven 21a en 21b en draait het binnenelement 24 in de richting van de klok rond om de pennen 23b-l en 23c-l zodat de benedenrand van de hellende 30 wand 24b geen contact maakt met de band 22. Het bandbeschermingsorgaan 12 opent dus zoals getoond in figuur 4. Dan bewegen de laadpennen van de videobandrecorder die relatief binnengetreden waren binnen de uitsnijopening 14a, buiten de uitsnijopening 14a zonder dat het bandbeschermingsorgaan 12 tussenbeide 35 komt. De laadpolen komen dus tussenbeide en trekken de band 22 Ü Ί f' /,0¾¾ c5 j u ·? £, £ 0 - 9 - . .r uit het cassettehuis 11 vanaf de voorzijde daarvan.
Wanneer de kracht die aangelegd wordt aan het bandbeschermingsorgaan 12 door de pen 29 om het bandbescher-mingsorgaan 12 open te houden opgeheven wordt gedurende een 5 cassette-uitstoothandeling wordt het bandbeschermingsorgaan 12 automatisch rondgedraaid tegen de klokrichting in door de kracht uitgeoefend door de veer 25 en neemt de gesloten stand in getoond in figuur 2 en 5.
4
Het vergrendelingsmechanisme 30 bevat een 10 vergrendelingshefboom 32 welke gevormd is uit een polyacetaal-hars en is gelegen binnen de platte ruikmte 31. De ruimte 31 is gevormd tussen de rechter zijwand van het cassettehuis (ingedrukte zijwanddelen 13b en 14e van de boven en benedenhelften 13 en 14) en de zijwand 23b van het buitenelement 23. Zoals 15 getoond in figuur IA, 1B en 5 tot en met 7 bevat de vergrendelingshefboom 32 één geheel vormend een langwerpig armdeel (veerkrachtig armdeel) 35, in aanvulling op een contactmakend arm-gedeelte 33 en een armdeel 34 dat de vergrendeling vrijmaakt.
De vergrendelingshefboom 32 is opgenomen in een platte rui-nrte 36 20 tussen de zijwanden 13c en 13b, een platte ruimte 37 tussen de zijwanddelen 13f en 13e, en de platte ruimte 31. De vergrendelingshefboom 32 wordt draaiend ondersteund aan een bovendeel daarvan door een pen 38 welke ingestoken is in de bovenhelft 13.
De platte ruimten 31, 36 en 37 respectievelijk liggen in een 25 vertikaal vlak. Zoals aangegeven in figuur 5 heeft het buitenelement 23 van het bandbeschermingsorgaan 12 een contactmakend uitsteeksel 23b-2 dat gevormd is op de binnenzijde van de zijwand 23b. Dit contactmakende uitsteeksel 23b-2 heeft een vijfhoekige vorm en maakt contact met een haakgedeelte 33a van het contact-30 makende armdeel 33. Het bandbeschermingsorgaan 12 wordt in zijn gesloten stand vergrendeld wanneer er contact bestaat tussen het contactmakende uitsteeksel 23b-2 en het contactmakende arm-gedeelte 33.
Het verlengde armdeel 35 is zo ontworpen 35 dat het veerkrachtig vervormd kan worden. Het verlengde armge- B 3 C ς· 2 2 3 4 » - 10 - deelte 35 werkt dus als een bladveer. Zoals aangegeven in figuur 5 vertakt het verlengde armgedeelte 35 zich naar boven toe vanaf een middendeel van het contactmakenda armgedeelte 33 en is gekromd tegen de richting van de klok in met een gebogen 5 deel 35a daarvan zodat het verlengde armgedeelte 35 zich naar links uitstrekt ten opzichte van het contactmakende armgedeelte 33 in figuur 5 en 6. Het punt-einde van het verlengde armgedeelte 35 is gelegen tussen het uitsteeksel 27 en een uitsteeksel 26 welke gevormd zijn op de zijwand 13b vande bovenhelft 13. Het 10 langwerpige armgedeelte 35 wordt vanuit zijn stabiele toestand gespreid ten opzichte van het contactmakende armgedeelte 33 bij bevestiging van het vergrendelingsmechanisme 30 op het cassette-huis 11. Tengevolge dus van het bladveereffect van het langwerpige armgedeelte 35 drukt het punteinde van het langwerpige arm-15 gedeelte 35 tegen het uitsteeksel 26 terwijl de vergrendelings-hefboom 32 gedwongen wordt om te draaien in de richting van de klok. In de toestand getoond in figuur 5 is dus het haakgedeelte 33a van het contactmakende armgedeelte 33 in drukcontact met het contactmakende uitsteeksel 23b-2 van het buitenelement 23.
20 Omdat het langwerpige armgedeelte 35 zelf het bladveereffect heeft is het niet nodig om een onafhankelijk veerorgaan aan te brengen om de vergrendelingshefboom 32 in één richting te duwen zoals in het geval bij conventionele bandcassettes.
Een uitstekend deel 34a is gevormd aan het 25 benedenste deel van het ontgrendelingsarmgedeelte 34, zoals het beste te zien is in figuur 7. Dit uitstekende deel 34a is gelegen in een indrukking 39 welke zich bevindt in het benedendeel van de zijwand 14e van de benedenhelft 14 en niet uitsteekt vanaf het rechter oppervlak van het cassettehuis 11. Zoals later 30 beschreven zal worden wordt het uitstekende deel 34a doeltreffend gebruikt bij het samenstellen van de bandcassette 10.
Wanneer de bandcassette 10 ingestoken wordt in het cassettehuis van de videobandrecorder in de richting van een pijl A aangegeven in figuur 5, treedt een ontgren-35 delingshefboom 41 van de videobandrecorder relatief binnen in s 1 n h 9 ? x v \J >.· L· tj t ƒ - 11 - het cassettehuis 11 door een uitsnijding 23£ van het buitenelement 23. Deze uitsnijding 23£ wordt getoond in figuur 1B. Wanneer de bandcassette 10 volledig is opgenomen in het cassettehuis duwt de ontgrendelingshefboom 41 relatief het benedendeel 5 van het ontgrendelingsarmgedeelte 34 van de vergrendelingshef- boom 32. Als gevolg draait de vergrendelingshefboom 32 tegen de klokrichting in tegen de veerkracht die uitgeoefend wordt door het langwerpige armgedeelte 35, zoals getoond in figuur 6. Bijgevolg scheidt het haakgedeelte 33a van het contactmakende arm-10 gedeelte 33 van het contactmakende uitsteeksel 23b-2 van het buitenelement 23 en de vergrendeling ten opzichte van het band-beschermingsorgaan 12 wordt vrijgemaakt.
Het punteinde van het verlengde armgedeelte 35 wordt gestopt door het uitsteeksel 26 of 27. Zodoende wordt 15 het hoekbereik waarin de vergrendelingshefboom 32 vrij kan ronddraaien bepaald en beperkt door de uitsteeksels 26 en 27. Daarom is het bij het samenstellen van de bandcassette 10 niet nodig om de stand van de .vergrendelingshefboom 32 te corrigeren zodat het samenstellen van de bandcassette 10 vergemakkelijkt 20 wordt zoals hierna beschreven zal worden.
Vervolgens zal een beschrijving gegeven worden met betrekking tot de werking van de vergrendelingshefboom 32 bij het samenstellen van de bandcassette 10.
De bandcassette 10 wordt tezamen gesteld 25 in de hierna aangegeven volgorde. Dat wil zeggen dat het bandbe-schermingsorgaan 12 tijdelijk bevestigd wordt op de bovenhelft 13 met het bandbeschermingsorgaan 13 in zijn open stand en met de vergrendelingshefboom 32 bevestigd op de bovenhelft 13. Daarna wordt de bovenhelft 13 geplaatst op de bovenzijde van de bene-30 denhelft 14 waarin de haspels 15 en 16 en de band 22 reeds op hun plaats gebracht zijn.
Bij het verbinden van de boven en benedenhelften 13 en 14 wordt het uitstekende gedeelte 34a van de vergrendelingshefboom 32 in de richting geduwd van een pijl B in 35 figuur 8 door een vinger en dergelijke, om de vergrenöelingshef- 8 3 0 4 2 2 3 - 12 - . * boom 32 in de richting van de klok rond te draaien vanuit de oorspronkelijke stand aangegeven met een tweepuntskettinglijn in figuur 8 tot aan een stand aangegeven met een getrokken lijn. Door de vergrendelingshefboom 32 op deze wijze rond te draaien 5 scheidt het uitstekende deel 34a van een overhangend zijwand- gedeelte 14f van de zijwand 14e. Bovendien wordt het punteinde van het langwerpige armgedeelte 35 gestopt door het uitsteeksel 27 en een hoek gevormd tussen het langwerpige armgedeelte 35 en het contactmakende armgedeelte 33 wordt kleiner. Het lang-10 werpige armgedeelte 35 ondergaat met andere woorden een veerkrachtige vervorming in een zodanige richting dat de krommings-straal van het langwerpige armgedeelte 35 kleiner wordt. Als gevolg wordt een veerkracht opgezameld in het langwerpige armgedeelte 35.
15 Nadat de bovenhelft 13 op de bovenzijde van de benedenhelft 14 geplaatst is wordt het uitstekend gedeelte 34a vrijgelaten door het vrijmaken van de vingertop en dergelijke. Dan wordt de vergrendelingshefboom 32 gedwongen om tegen de klokrichting in ro-nd te draaien en teruggevoerd naar zijn 20 oorspronkelijke stand getoond in figuur 5 door de veerkracht die uitgeoefend wordt door het langwerpige armgedeelte 35. Dat wil zeggen dat het uitstekende deel 34a binnentreedt binnen de indeuking 39 om tegenover het benedenoppervlak 14f-l te liggen van het overhangende zijwandgedeelte 14f, zoals getoond in figuur 25 7. Wanneer eenmaal de boven en benedenhelften 13 en 14 verbonden zijn zal het uitstekende deel 34a het benedenzijdeoppervlak 14f-l treffen wanneer een poging is gedaan om de boven en benedenhelften te scheiden. Wanneer dus eenmaal de boven en benedenhelften 13 en 14 verbonden zijn zal verhinderd worden dat de boven en 30 benedenhelften 13 en 14 van elkaar gescheiden worden en zullen in een stabiele toestand gehouden worden waarbij de boven en benedenhelften 13 en 14 tijdelijk op hun plaats gebracht zijn ten opzichte van elkaar. jret bevestigen van de boven en benedenhelften 13 en 14 door schroeven wordt uitgevoerd in de bovenge-35 noemde toestand waarbij de boven en benedenhelften 13 en 14 tij- «3 ;H 2 23 t 'Λ - 13 - delijk op hun plaats gebracht zijn ten opzichte van elkaar en het samenstellen van de bandcassette 10 voltooid wordt wanneer deze werkwijze voltooid is.
Vervolgens zal een beschrijving gegeven 5 worden met betrekking tot een werkwijze voor het samenstellen van een andere uitvoering van een bandcassette volgens de uitvinding door te verwijzen naar figuur 9 tot en met 11.
Zoals getoond in figuur 9 wordt een cassette-huis 50 tezamen gesteld door boven en benedenhelften 51 en 52 te 10 verbinden. De bovenhelft 51 is identiek aan de bovenhelft 13 van het cassettehuis 11 zoals hiervoor beschreven. De benedenhelft 52 is identiek aan de benedenhelft 14 uitgezonderd een overhangend zijwandgedeelte 53 welke een vorm heeft die verschillend is van de vorm van het overhangende zijwandgedeelte 14f 15 van het hiervoor beschreven cassettehuis 11. Een vergrendelings-hefboom 54 die bevestigd is op de zijwand van de bovenhelft 51 is identiek aan de vergrendelingshefboom 32 in de hiervoor beschreven uitvoering uitgezonderd een uitstekend gedeelte 55.
In figuur 9 zijn die delen welke dezelfde zijn als die welke 20 overeenkomen in figuur 8 aangegeven met dezelfde verwijzingscij-f ers.
Het overhangende zijwanddeel 55 heeft een gebogen zijoppervlak 53a dat naar links uitsteekt in figuur 9.
Het uitstekende deel 55 van de vergrendelingshefboom 54 heeft 25 een afgerond punteinde. Aanvullend wordt in de toestand waarbij de bovenhelft 51 horizontaal ondersteund wordt de vergrendelingshefboom 54 geduwd om rond te draaien tegen de richting van de klok in tengevolge van zijn eigen gewicht maar wordt het punteinde van het langwerpige armdeel 35 gestopt door het uitsteek-30 sel 26 en wordt de vergrendelingshefboom 54 beperkt tot deze rotatiestand. Wanneer de bovenhelft 51 rechtstreeks geplaatst is boven de benedenhelft 52 ligt het uitstekende deel 55 van de vergrendelingshefboom 54 welke beperkt is tot de rotatiestand getoond in figuur 9, tegenover het gekromde zijoppervlak 53a van 35 het overhangende zijwandgedeelte 53 van de benedenhelft 52, dat 8304223 Λ é - 14 - wil zeggen ligt tegenover een stand die afgebogen is van een bovenoppervlak 53b van het overhangende zijwandgedeelte 53.
Wanneer dus de boven en benedenhelften 51 en 52 dichter naar elkaar toe bewogen worden vanuit de toestand 5 getoond in figuur 9 naar een toestand getoond in figuur 10 wordt het uitstekend gedeelte 55 vloeiend geleid langs het gebogen zijoppervlak 53a door de afgeronde vorm van het uitstekende deel 55 aan het punteinde ervan. Wanneer.de bovenhelft ' 51 nog dichter bewogen wordt naar de benedenhelft 52 wordt het 10 uitstekende deel 55 van de vergrendelingshefboom 54 geleid langs het gebogen zijoppervlak 53a en wordt de vergrendelingshefboom 54 in de richting van de klok rondgedraaid zoals aangegeven met een tweestreepskettinglijn in figuur 10. Het langwerpige armgedeel-te 35 wordt dus gestopt door het uitsteeksel 27 en verzamelt 15 een veerkracht terwijl het een veerkrachtiger vervorming ondergaat.
Wanneer de bovenhelft 51 tenslotte contact maakt met en rust op de bovenzijde van de benedenhelft 52 loopt het uitstekende deel 55 over een topdeel 53a-l van het gebogen 20 zijoppervlak 53a. Als gevolg wordt de vergrendelingshefboom 54 automatisch rondgedraaid tegen de klokrichting in tengevolge van de veerkracht die uitgeoefend wordt door het langwerpige armgedeelte 35 zoals getoond in figuur 11 waarbij het langwerpige armgedeelte 35 snel teruggevoerd wordt door de veerkracht uitge-25 oefend door het langwerpige armgedeelte 35 naar zijn oorspronkelijke rotatiestand waarbij het punteinde daarvan gestopt wordt door het uitsteeksel 26. Het uitstekende gedeelte 35 loopt dus over het topdeel 53a-l en treedt binnen in de ruimte 39 om tegenover een benedenzijoppervlak 53c te liggen van het over-30 hangende zijwandgedeelte 53. Daarom worden de boven en benedenhelften 51 en 52 tijdelijk tezamen verbonden op een plaats ten opzichte van elkaar zoals bij de hiervoor beschreven uitvoering.
Volgens de uitvoering van de bandcassette volgens de uitvinding is het niet nodig om de vergrendelingshefboom 35 54 vast te houden door een vinger en dergelijke om te voorkomen S3M223 * % ' * - 15 - dat de vergrendelingshefboom 54 de benedenhelft 52 treft en tussenbeide komt bij het samenstellen van de bandcassette wanneer de boven en benedenhelften 51 en 52 verbonden worden. Zodoende wordt het mogelijk om samenstellingsrobotten toe te 5 passen om het cassettehuis 50 samen te stellen hetgeen het pro- duktierendement zal verbeteren.
Verder is de uitvinding niet beperkt tot deze uitvoeringen maar kunnen verschillende variaties en modificaties aangebracht worden zonder dat de uitvindingsgedachte 10 verlaten wordt.
3304223

Claims (6)

1. Bandcassette bestaande uit een cassette-huis dat gemaakt is uit een bovenhelft en een benedenhelft die tezamen verbonden zijn, een band die aangebracht is in het cas-5 settehuis en waarbij de band volgens een vooruit bepaalde hand weg loopt langs de voorzijde van het cassettehuis wanneer de bandcassette niet in gebruik is, een bandbeschermingsorgaan gelegen aan de voorzijde van het cassettehuis waarbij het bandbeschermingsorgaan gesloten is om de band te bedekken in de 10 vooruit bepaalde bandweg wanneer de bandcassette niet in gebruik is en open is om niet tussenbeide te komen bij een bewerking waarbij de band uit het cassettehuis getrokken wordt wanneer de bandcassette in gebruik is, en een vergrendelingsmechanisme voor het vergrendelen van het bandbeschermingsorgaan in zijn geslo-15 ten stand wanneer de bandcassette niet in gebruik is, waarbij het vergrendelingsmechanisme een vergrendelingsorgaan bevat dat draaibaar ondersteund wordt op een zijwand van de bovenhelft met het kenmerk, dat het vergrendelingsorgaan (32, 54) gemaakt is uit een synthetisch hars, waarbij het vergrendelingsorgaan 20 één geheel vormend een contactmakend deel (33a) bevat dat contact maakt met een contactmakend deel (23b-2) van het bandbeschermingsorgaan (12) dat zich in zijn gesloten stand bevindt om de rotatie van het bandbeschermingsorgaan naar een openings-richting te beperken, een werkzaam armgedeelte (34, 55) dat 25 werkt op het vergrendelingsorgaan zo dat een ontgrendelingsorgaan (41) van een registratie en/of weergeefinrichting het contact vrijmaakt tussen het contactmakende deel (33a) van het vergrendelingsmechanisme en het contactmakende deel (23b-2) van een bandbeschermingsorgaan wanneer de bandcassette (11, 50) in de 30 registratie en/of weergeefinrichting geladen wordt en een veerkrachtig armdeel (35) dat in contact staat met een deel (26, 27) van de zijwand (16b) van ^e bovenhelft (13, 51) en waarbij het veerkrachtige armgedeelte een veerkrachtige vervorming ondergaat en het contactmakende deel (23a) van het vergrendelingsmecha-35 nisme in een richting duwt om contact te maken met het contact- ö T fl * 9 9 * *¥ - 17 - makende deel (23b-2) van het bandbe schermingsorgaan wanneer het bandbeschermingsorgaan gesloten is en de rotatiestand van het vergrendelingsorgaan (32, 54) beperkt met betrekking tot de bovenhelft wanneer de bovenhelft verbonden is met de beneden-5 helft.
2. Bandcassette volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het vergrendelingsorgaan (32, 54) gemaakt is uit een polyacetaalhars.
3. Bandcassette volgens conclusie 1, 10 met het kenmerk, dat het veerkrachtige armgedeelte (35) een gebogen deel (35a) heeft aan een basiseinde daarvan en het veerkrachtige armgedeelte een veerkracht verzamelt om het vergrendelingsorgaan (32, 54) om te draaien door het ondergaan van de vorming zodat de krommingsstraal van het gebogen deel verandert. 15
4. Bandcassette volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het vergrendelingsorgaan (32, 54) verder een deel (34a, 55) bevat voor het verhinderen van een scheiding dat contact maakt met een contactmakend deel (14f, 53) van de • benedenhelft (14, 52) wanneer de bovenhelft (13, 51) verbonden 20 wo-rdt met de benedenhelft en tijdelijk de boven en benedenhelften op hun plaats verbindt ten opzichte van elkaar zodat de boven en benedenhelften niet scheiden.
5. Bandcassette volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat het deel (34a), (55) van het vergrendelings-25 orgaan dat scheiding verhindert gelegen is op een deel van het werkzame armgedeelte (34).
6. Bandcassette volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het vergrendelingsorgaan (54) verder een deel (53) bevat voor het voorkomen van een scheiding dat contact 30 maakt met een contactmakend deel (53) van de benedenhelft (52) wanneer de bovenhelft (51) verbonden is met de benedenhelft en tijdelijk de boven en benedenhelften op hun plaats verbindt met betrekking tot elkaar zodat de boven en benedenhelften niet scheiden, de bovenhelft een geleidingsdeel (53a) heeft voor het 35 geleiden van het deel van het vergrendelingsorgaan dat een schei- 8304223 tjj - 18 - ding voorkomt zodat het vergrendelingsorgaan rondgedraaid wordt in een vooruit bepaalde richting vanuit de rotatiestand waar het vergrendelingsorgaan beperkt wordt wanneer de bovenhelft verbonden is met de benedenhelft, en waarbij het veerkrachtige 5 armgedeelte (53) een veerkrachtige vervorming ondergaat wanneer het vergrendelingsorgaan rondgedraaid wordt in de vooruit bepaalde richting en het vergrendelingsorgaan roterend teruggevoerd wordt door de veerkracht die verzameld is in het veerkrachtige armgedeelte zodat het deel dat de scheiding voorkomt 10 contact maakt met het contactmakende deel van de benedenhelft wanneer de boven en benedenhelften verbonden worden en het deel dat de scheiding voorkomt vrijgemaakt wordt van de geleiding door het geleidende deel van de benedenhelft. 8304223
NLAANVRAGE8304223,A 1982-12-08 1983-12-07 Bandcassette. NL187457C (nl)

Applications Claiming Priority (6)

Application Number Priority Date Filing Date Title
JP1982185541U JPS5989479U (ja) 1982-12-08 1982-12-08 テ−プカセツト
JP18554182 1982-12-08
JP18835382 1982-12-13
JP18835282 1982-12-13
JP1982188353U JPS5992485U (ja) 1982-12-13 1982-12-13 テ−プカセツト
JP1982188352U JPS5992484U (ja) 1982-12-13 1982-12-13 テ−プカセツト

Publications (3)

Publication Number Publication Date
NL8304223A true NL8304223A (nl) 1984-07-02
NL187457B NL187457B (nl) 1991-05-01
NL187457C NL187457C (nl) 1991-10-01

Family

ID=27325574

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NLAANVRAGE8304223,A NL187457C (nl) 1982-12-08 1983-12-07 Bandcassette.

Country Status (6)

Country Link
US (1) US4608616A (nl)
BR (1) BR8306740A (nl)
DE (1) DE3344375A1 (nl)
FR (1) FR2537761B1 (nl)
GB (1) GB2134485B (nl)
NL (1) NL187457C (nl)

Families Citing this family (24)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE3360970D1 (en) * 1982-05-12 1985-11-14 Hitachi Maxell Recording tape cartridge
AU557976B2 (en) * 1982-12-10 1987-01-15 Victor Company Of Japan Limited Video cassette having protecting lid
US4628389A (en) * 1983-09-13 1986-12-09 Tdk Corporation Lock member for the lid of a magnetic tape cassette
US4642722A (en) * 1984-02-07 1987-02-10 Minnesota Mining And Manufacturing Company Spring mechanism for lid of video cassette
JPS60166880U (ja) * 1984-04-10 1985-11-06 ソニー株式会社 テ−プカセツト
JPS61118177U (nl) * 1985-01-09 1986-07-25
DE3504965A1 (de) * 1985-02-13 1986-08-14 Agfa-Gevaert Ag, 5090 Leverkusen Frontklappenverriegelung von magnetbandkassetten insbesondere videobandkassetten
JP2600215B2 (ja) * 1987-11-11 1997-04-16 ソニー株式会社 テープカセット
DE8715990U1 (de) * 1987-12-03 1988-02-18 Basf Ag, 6700 Ludwigshafen Verriegelungseinrichtung für eine Kassette
JPH0544942Y2 (nl) * 1988-04-20 1993-11-16
KR910008178Y1 (ko) * 1988-08-18 1991-10-12 주식회사 에스 케이 씨 비디오 카세트의 커버 잠금장치
KR910015991A (ko) * 1989-02-23 1991-09-30 이떼 메구미 자기 테이프 카셋트
US5077724A (en) * 1989-05-22 1991-12-31 Del Mar Avionics Optical tape cartridge
EP0400933B1 (en) * 1989-05-29 1995-07-05 Matsushita Electric Industrial Co., Ltd. Tape cassette
AU7161191A (en) * 1989-12-19 1991-07-18 Tandy Corporation Cassette door with plastic spring
US5142761A (en) * 1989-12-28 1992-09-01 Shape Inc. Methods of assembling reel leaf spring/cassette cover combinations
US4986491A (en) * 1989-12-28 1991-01-22 Shape, Inc. Reel leaf spring/cassette cover combinations and methods for assembly
JPH03106587U (nl) * 1990-02-16 1991-11-05
KR910020709A (ko) * 1990-05-14 1991-12-20 요네야마 다까노리 테이프 카셋트
EP0457156A3 (en) * 1990-05-14 1992-08-19 Konica Corporation Tape cassette
US5316234A (en) * 1991-05-29 1994-05-31 Matsushita Electric Industrial Co., Ltd. Tape cassette for cassette recording/reproducing apparatus
US5328126A (en) * 1993-02-08 1994-07-12 Lcv Associates Cassette brake release
US5497279A (en) * 1993-04-16 1996-03-05 Hitachi, Ltd. Tape cartridge and recording reproduction apparatus for the tape cartridge
JP2000339906A (ja) * 1999-05-25 2000-12-08 Sony Corp テープカセット及びテープカセットの組立方法

Family Cites Families (12)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JPS5134272Y2 (nl) * 1971-04-22 1976-08-24
GB1450744A (en) * 1973-02-01 1976-09-29 Sony Corp Magnetic tape cassettes
US4323207A (en) * 1977-05-11 1982-04-06 Minnesota Mining And Manufacturing Company Latch assembly for a video tape cassette
JPS5935904Y2 (ja) * 1980-12-23 1984-10-03 富士写真フイルム株式会社 ビデオテ−プカセットのガ−ドパネル用ロック装置
JPS57210489A (en) * 1981-06-22 1982-12-24 Sony Corp Tape cassette
US4485988A (en) * 1981-11-04 1984-12-04 Matsushita Electric Industrial Co., Ltd. Tape cassette
US4485990A (en) * 1982-03-10 1984-12-04 Hitachi Maxell, Ltd. Recording tape cassette
DE3375853D1 (en) * 1982-03-10 1988-04-07 Hitachi Maxell Recording tape cartridge
JPS58164066A (ja) * 1982-03-23 1983-09-28 Matsushita Electric Ind Co Ltd テ−プカセツト
CA1202287A (en) * 1982-05-12 1986-03-25 Shinichi Goto Recording tape cartridge
JPS593759A (ja) * 1982-06-30 1984-01-10 Hitachi Ltd 磁気テ−プカ−トリツジの蓋ロツク機構
US4466583A (en) * 1982-08-12 1984-08-21 T/B & H Home Video Cassette door latch

Also Published As

Publication number Publication date
GB8332669D0 (en) 1984-01-11
NL187457B (nl) 1991-05-01
DE3344375A1 (de) 1984-06-14
FR2537761B1 (fr) 1986-10-31
FR2537761A1 (fr) 1984-06-15
GB2134485A (en) 1984-08-15
NL187457C (nl) 1991-10-01
US4608616A (en) 1986-08-26
DE3344375C2 (nl) 1988-07-07
BR8306740A (pt) 1984-07-17
GB2134485B (en) 1986-06-11

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8304223A (nl) Bandcassette met een vergrendelingsmechanisme voor het vergrendelen van een bandbeschermingsorgaan.
US4449677A (en) Tape cassette
EP0146311B1 (en) Brake mechanisms for tape cassettes
JPH03162760A (ja) 磁気テープカセット
JPS6316826B2 (nl)
US4323207A (en) Latch assembly for a video tape cassette
US5717554A (en) Lid locking member for a tape cassette
CA2097793A1 (en) Shutter-type tape cassette
KR100286071B1 (ko) 테이프 카세트
US5407145A (en) Tape cassette having an improved lid/sub lid structure
US4775911A (en) Magnetic tape cassette
JPS63317486A (ja) 情報担体のための保管ケース
US6666397B2 (en) Tape cassette and cassette holder
GB2133773A (en) Tape cassette having a tape protecting lid
JP2840683B2 (ja) テープカセット
JP2827421B2 (ja) 磁気テープカセット
JPH0447818Y2 (nl)
JPS60231986A (ja) テ−プカセツト
JPS6316833B2 (nl)
JPS6316828B2 (nl)
JPS6318271B2 (nl)
JPS6316831B2 (nl)
JPH07244957A (ja) テープカセット
JPH04310687A (ja) テープカセット
JPS6316829B2 (nl)

Legal Events

Date Code Title Description
A85 Still pending on 85-01-01
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 19960701