NL8302759A - Brailleprinter. - Google Patents

Description

* ·.* 83.5040/M/th

Korte aanduiding: Brailleprinter

Aanvraagster noemt als uitvinder: Dr. Ir. P. Horowitz te Delft

Voor het vervaardigen van brailleschrift worden, naast druk-en kopieertechnieken, voornamelijk twee typen apparaten gebruikt.

In dit verband kan verwezen worden naar de bekende handbrailleer-machines die werken via een toetsenbord met zeven toetsen. Het 5 andere type apparaat is een zogenaamde braille-regeldrukker, bedoeld voor toepassingen die een grote printsnelheid vereisen.

De uitvinding beoogt een elektronisch aanstuurbaar mechanisme te verschaffen voor het printen van braillekarakters, welk mechanisme in technisch opzicht tussen de twee hierboven genoemde beken-10 de apparaten staat. Daarbij wordt uitgegaan van een in de techniek bekend te achten inrichting voor het drukken van braillesymbolen op een materiaalbaan omvattende een freem, een groep drukpennen, een aambeeld, een selectie mechanisme voot het per cyclus voor het drukken van één braillesymbool activeren van de werkzame pennen, 15 en een mechanisme voor het na elke drukcyclus opwekken van een relatieve verplaatsing in de leesrichting tussen de groep drukpennen en de materiaalbaan, alsmede transportmiddelen voor het stapgewijs tussen het aambeeld en de drukpennen voortbewegen van de te bedrukken materiaalbaan over ten minste de hoogte van een 20 drukregel.

Het hierboven aangegeven oogmerk wordt volgens de uitvinding bereikt doordat een brailleerkop aanwezig is voorzien van een enkele rij drukpennen en doordat het verplaatsingsmechanisme steeds twee stappen mededeelt aan de brailleerkop, die aldus twee opvolgende 25 drukposities heeft voor één enkele drukcyclus. Dit maakt het mogelijk een zeer lichte brailleerkop toe te passen alsmede een meer eenvoudig selectiemechanisme voor het activeren van de werkzame pennen die immers steeds slechts een half symbool behoeven te drukken. De zeer lichte brailleerkop maakt het mogelijk een eenvou- 8302759 # i » - 2 - stappenmotor voor de verplaatsing van deze kop toe te passen.

De brailledrukker volgens de uitvinding is toepasbaar als braille-typemachine d.w.z. als alternatief voor een handbrailler-machine waarbij de bedienende persoon gebruik kan maken van een 5 normaal toetsenbord waarvan de impuls elektronisch wordt vertaald in brailleschrift. De brailledrukker volgens de uitvinding kan eveneens worden gebruikt in combinatie met een personal computer mede door de hoge printsnelheid die door de lichtgewicht constructie kan worden bereikt.

10 Opgemerkt wordt dat de inrichting volgens de uitvinding zowel geschikt is voor normaal brailleschrift met maximaal 64 verschillende karakters die gevormd worden door een 2 bij 3 matrix. De brail-leerkop uit de inrichting volgens de uitvinding behoeft dan slechts te zijn voorzien van drie drukpennen. De inrichting volgens de 15 uitvinding is echter ook geschikt voor zogenaamde 8 punts braille d.w.z. eèn vergroot brailleschrift met maximaal 256 verschillende karakters, gevormd door een 2 bij 4 matrix. De brailleerkop uit de inrichting volgens de uitvinding heeft dan vier drukpennen.

Volgens een constructieve uitvoeringsvorm van de braille-20 drukker volgens de uitvinding, bestaat het aambeeld uit een vast in het freem opgestelde matrijsbalk die voor elke twee opvolgende drukposities is voorzien van het maximaal voor een braiilesymbool vereiste aantal gaten, langs welke balk de brailleerkop zich stapsgewijs kan verplaatsen en dat een periodiek beweegbare drukstaaf 25 aanwezig is, waarmede de door het selectie-mechanisme geactiveerde drukpennen over een vaste slaglengte in de gaten van de balk worden gedrukt. De hoogte van de braillepunt wordt hierdoor alleen bepaald door de mate waarin de brailleerpen door de drukstaaf wordt opgedrukt aangezien de gaten in de matrijsbalk voldoende diep kun-30 nen worden gemaakt om geen invloed te hebben op de punthoogte.

Een belangrijk element in de brailledrukker volgens de uit- 8302759 4 * - 3 - , t vinding wordt gevormd door het selectiemechanisme voor het per drukcycius activeren van de werkzame pennen. Volgens de uitvinding is het selectiemechanisme voorzien van evenveel banden .als er drukpennen aanwezig zijn in de brailleerkop, welke banden geleid 5 worden in de brailleerkop die grijpt om de zich in de leesrichting uitstrekkende drukstaaf en doordat elke band is voorzien van perforaties bestemd voor samenwerking met niet-actieve drukpennen in een drukpositie, welke banden in langsrichting tussen twee eindstanden verplaatsbaar zijn. De toepassing van deze selectie-10 banden bevordert wederom het verminderen van het gewicht van de inrichting zodat een zeer grote druksnelheid kan worden verkregen.

De in het voorgaande genoemde kenmerken alsmede nog verdere bijzonderheden van de brailledrukker volgens de uitvinding zullen nader worden toegelicht aan de hand van de tekening waarin een 15 uitvoeringsvorm van de inrichting is weergegeven, voorzien van een brailleerkop geschikt voor het vervaardigen van 8 punts braille.

Fig. 1 geeft een perspectivisch aanzicht van de inrichting onder het weglaten respectievelijk uitbreken van verschillende delen.

20 De figuren 2 en 3 zijn respectievelijk een bovenaanzicht en een achteraanzicht van de inrichting volgens fig. 1;

De figuren 4 en 5 zijn doorsneden volgens de lijn IV-IV en V-V in fig. 2;

Fig. 6 is een aanzicht op vergrote schaal van een detail 25 uit het linkergedeelte van fig. 3;

Fig. 7 toont op nog verder vergrote schaal een doorsnede van de brailleerkop.

Zoals te zien in de figuren 1 - 3 bestaat d$ brailledrukker uit een freem 1 aan de bovenzijde waarvan een vast opgestelde 30 matrijsbalk 2 is aangebracht. Zoals in een separaat detail in fig. 1 is aangegeven, is deze balk 2 aan zijn onderzijde voorzien 8302759 • ft » l - 4 - van het maximaal vereiste aantal gaten 3 d.w.z. steeds twee maal vier gaten per braillesymbool. Over zijn gehele lengte is de matrijsbalk voorzien van 40 maal dit patroon van twee maal vier gaten. Deze matrijsbalk 2 vormt het aambeeld waartegen de te bedrukken 5 papierbaan rust tijdens de werking van de inrichting.

Er is verder een brailleerkop 4 aanwezig die is voorzien van een enkele rij drukpennen 5. De brailleerkop is gekoppeld met een (nog nader te beschrijven) verplaatsingsmechanisme 6 waarmede steeds twee stappen worden medegedeeld aan de brailleer-10 kop 4 die aldus twee opvolgende drukposities heeft voor één enkele drukcyclus. Per cyclus wordt één braillesymbool gedrukt en wel eerst de ene helft en daarna de andere helft van dit symbool. Op die wijze wordt met de enkele rij drukpennen 5 in de kop 4 een volledig symbool tot stand gebracht.

15 Voor het drukken van een braillesymbool moeten de voor dat symbool werkzame drukpennen 5 worden geactiveerd, waartoe een selectie-mechanisme 7 aanwezig is. Dit selectie-mechanisme is voorzien van evenveel banden 8 als er drukpennen 5 in de brailleerkop 4 aanwezig zijn. In het onderhavige geval betekent dit dat er vier 20 banden 8 zijn aangebracht die als dunne metalen banden naast elkaar zijn gelegen. Elke band 8 is voorzien van perforaties 9 bestemd voor samenwerking met niet-actieve drukpennen 5 in een drukpositie. De banden 8 zijn in langsrichting verplaatsbaar tussen twee eindstanden. De inrichting is voorts voorzien van een zich in de lees-25 richting uitstrekkende drukstaaf 10 gelegen onder de banden 8, welke staaf in elke drukpositie van de brailleerkop 4 eenmaal naar boven beweegt voor het opdrukken van de actieve pennen 5 die dan de vereiste braillepuntjes tot stand kunnen brengen in het papier dat zich tussen de brailleerkop 4 en de matrijsbalk 2 bevindt.

30 Zoals het beste te zien in fig. ó is er in het selectie mechanisme 7 een schommelorgaan 11 aanwezig. Hiermede worden alle 8302759 * « - 5 - geperforeerde selectiebanden 8 bij elke drukpositie van de brail-leerkop 4 vanuit een eerste eindstand bewogen naar een tweede eindstand (afgebeeld in fig. 6). Daarbij wordt een aan elke band 8 bevestigde strip 12 gedrukt tegen een bijbehorende elektromagneet 5 13. In de beschreven uitvoeringsvorm van de brailledrukker volgens de uitvinding zijn er vier elektromagneten 13 aanwezig d.w.z. voor elke band 8 één. Afhankelijk van het op dat moment te drukken (halve) braillesymbool, worden een of meer magneten 13 bekrachtigd (of geen enkele magneet wanneer dit voor het drukbeeld vereist is) 10 waarna het schommelorgaan 11 weer naar de eerste stand wordt terugbewogen. Op dat mement kan de drukstaaf 10 naar boven worden bewogen voor het tot stand brengen van het halve braillebeeld.

Het aantal perforaties 9 in elke selectieband 8 is gelijk aan het halve aantal braillepuntjes dat met de matrijsbalk 2 tot stand 15 kan worden gebracht. De heen en weer gaande slag van elke selectieband 8 (de afstand tussen de eerste en tweede eindstand) is gelijk aan de afstand .tussen twee tot één enkel braillesymbool behorende drukposities. Deze slag wordt tot stand gebracht met behulp van het hierboven genoemde schommelorgaan 11, tegen de kracht van een 20 bijbehorende veer 36 in.

Zoals te zien in de figuren 4 en 5 is zowel de brailleerkop 4 als de drukstaaf 10 scharnierend aangebracht op een gemeenschappelijke, evenwijdig aan de matrijsbalk 2 en de banden 8 gelegen stang 14. De brailleerkop 4 wordt op deze stang 14 geleid door 25 een bus 15 (zie fig. 1 en 2) waarbij de stapgsgewijze verplaatsing » van de kop geschiedt met behulp van een kabel 16 die wordt geleid langs twee schijven 17, waarvan er een is verbonden met een stap-penmotor 18. In de afgebeelde uitvoeringsvorm wordt een stappen-motor toegepast die twee stappen van elk 1,2 mm maakt van de ene 30 naar de andere drukpositie behorende tot een enkel braillesymbool, gevolgd door drie stappen van 1,2 mm naar het volgende te drukken 8302759 # ·

t I

- 6 - braillesymbool.

Fig. 1 toont dat er een hoofdas 19 aanwezig is die wordt aangedreven door een motor 20. Met deze as wordt zowel de druk-staaf 10 als het schommelorgaan 11 twee maal per drukcyclus be-5 wogen, namelijk voor elke drukpositie een maal. Fig. 5 toont een nokschijf 21 op de as 19 waarmede de drukstaaf 10 zijn op en neergaande beweging verkrijgt. Fig. 6 toont een nokschijf of ex-center 22 waarmede periodiek het schommelorgaan 11 wordt bewogen tegen de kracht van een veer 23 in. In fig. 3 is een veer 24 zicht-10 baar waarmede de drukstaaf 10 permanent in aanraking wordt gehouden met de nokschijf 21. In diezelfde figuur zijn twee drukveren 25 afgebeeld waarmede de brailleerkop 4 permanent in de richting van de matrijsbalk 2 wordt aangedrukt.

Op de hoofdas 19 is eveneens een synchroniseerschijf 26 aan-15 gebracht (zie fig. 1) voor het in de juiste volgorde afwerken van de per drukcyclus vereiste handelingen, na ontvangst van een startimpuls afkomstig uit een handtoetsenbord of van de uitgang van een computer. Voor het papiertransport is een gebruikelijke voorziening aanwezig, afgebeeld in fig. 1, bestaande uit een 20 door een motor 27 aangedreven as 28 voorzien van transportwielen 29. Deze transportinrichting komt in werking zodra het drukken van een regel is voltooid, en de brailleerkop 4 met behulp van de kabel 16 naar zijn uitgangsstand terugbeweegt.

De selectiebanden 8 zijn in de brailleerkop 4 opgesloten 25 tussen een massief deel van deze kop en een hierin geschoven sluitplaat 30, zie fig. 7. In het massieve deel van de kop zijn boringen 31 aangebracht voor het geleiden van de drukpennen 5.

Ook de sluitplaat 30 heeft dergelijke boringen waarmee het mogelijk is de betrokken drukpen te inactiveren wanneer zich een perforatie 30 9 van de betrokken selectie-band 8 onder de bijbehorende pen 5 be vindt. Elke drukpen is voorzien van een veer 32 met behulp waarvan 8302759 « % ·. Jl - 7 - een kraag 33 van de pen wordt gedrukt tegen een bovenplaat 34 van de brailleerkop, zie fig. 7. Deze kop heeft nog een haakvormig deel 35 dat kan grijpen om de drukstaaf 10 ten einde na het drukken van de braillepuntjes, de pennen 5 weer uit de materiaalbaan (het 5 papier) te trekken tijdens de neergaande slag van deze staaf.

De werking van de beschreven inrichting is als volgt.

Bij iedere omwenteling van de hoofdas 19 drukt de brailleerkop 4 steeds een half braillesymbool via de excenters 21 en 22 en de bewegende drukstaaf 10. Het feitelijk al of niet drukken van een 10 bepaalde braillepunt wordt bepaald door de stand van de selectie-banden 8. Deze stand is afhankelijk van de vier elektromagneten 13. Ten einde de selectie betrouwbaar en geruisloos plaats te laten vinden, worden steeds via de nok 22 en het schommelorgaan 11 alle vier selectiebanden naar de tweede eindstand bewogen. Alleen de 15 bekrachtigde magneten 13 houden dan de banden 8 vast. De selectiebanden hebben slechts het halve aantal perforaties 9 ten opzichte van het aantal drukposities. Bij de toepassing van 40 braille symbolen per regel zijn er 80 drukposities doch slechts 40 perforaties 9 in elke band 8. Dezelfde perforatie kan namelijk zowel voor 20 de linker als rechter symboolhelft gebruikt worden, als de verplaatsing van de selectiebanden 8 in hoofdzaak overeenkomt met de afstand tussen de braillepunten in een symbool. Het voordeel daarvan is dat de mechanische belasting van de selectiebanden beperkt kan blijven.

25 De belangrijkste kenmerken van de brailleprinter volgens de uitvinding kunnen als volgt worden samengevat: 1. Het braillesymbool wordt in twee fasen gedrukt, dat wil zeggen een half-symbool per omwenteling van de hoofdas 19; 2. De hoogte van elk braillepunt wordt uitsluitend-bepaald 30 bij de verplaatsing van de drukpen 5, derhalve niet door de diepte van de gaten 3 in de matrijsbalk 2 en evenmin door de kracht ep 8302759

• V

- 8 - de drukpen 5; 3. De actieve drukpennen 5 worden geselecteerd via de banden 8 die bediend worden door een mechanisme 11-13, 22 en 23 dat bevestigd is aan het freem 1.

8302759

Claims (10)

1. Inrichting voor het drukken van braillesymbolen op een materiaalbaan omvattende een freem, een groep drukpennen, een aambeeld, een selectie mechanisme voor het per cyclus voor het 5 drukken van één braillesymbool activeren van de werkzame pennen, en een mechanisme voor het na elke drukcyclus opwekken van een relatieve verplaatsing in de leesrichting tussen de groep drukpennen en de materiaalbaan, alsmede transportmiddelen voor het stapsgewijs tussen het aambeeld en de drukpennen voortbewegen van de te 10 bedrukken materiaalbaan over ten minste de hoogte van een drukregel, met het kenmerk, dat een brailleerkop (4) aanwezig is voorzien van een enkele rij drukpennen (5) en dat het ver-plaatsingsmechanisme (6) steeds twee stappen mededeelt aan de brailleerkop, die aldus twee opvolgende drukposities heeft voor 15 één enkele drukcyclus.

2. Brailledrukker volgens conclusie 1,met het ken merk, dat het aambeeld bestaat uit een vast in het freem (1) opgestelde matrijsbalk (2) die voor elke twee opvolgende drukposities is voorzien van het maximaal voor een braillesymbool vereiste 20 aantal gaten (3), langs welke balk de brailleerkop (4) zich stapsgewijs kan verplaatsen en dat een periodiek beweegbare drukstaaf (10) aanwezig is, waarmede de door het selectiemechanisme (7) geactiveerde drukpennen (5) over een vaste slaglengte in de gaten van de balk worden gedrukt.

3. Brailledrukker volgens conclusie 2, met het ken merk, dat het selectiemechanisme (7) is voorzien van evenveel banden (8) als er drukpennen (5) aanwezig zijn in de brailleerkop (4), welke banden geleid- worden in de brailleerkop die grijpt om de zich in de leesrichting uitstrekkende drukstaaf (10) en dat elke 30 band is voorzien van perforaties (9) bestemd voor samenwerking met niet-actieve drukpennen in een drukpositie, welke banden in langs- 8302759 - 10 - t * 4 "* richting tussen twee eindstanden verplaatsbaar zijn.

4. Brailledrukker volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat een schommelorgaan (11) aanwezig is, waarmede alle geperforeerde selectiebanden (8) bij elke drukpositie van de 5 brailleerkop (4) vanuit een eerste eindstand worden bewogen naar een tweede eindstand, waarna alleen die banden in de tweede eindstand worden vastgehouden die door het selectiemechanisme (7) voor het beoogde halve braillebeeld vereist zijn, terwijl de overige banden door het schommelorgaan naar de eerste stand worden 10 terugbewogen en de drukstaaf (10) het halve braillebeeld tot stand brengen.

5. Brailledrukker volgens conclusie 3 of 4, met het kenmerk, dat het aantal perforaties (9) in elke selectie-band (8) gelijk aan het halve aantal braillepuntjes dat met de 15 matrijsbalk (2) tot stand kan warden gebracht en dat de heen- en weergaande slag van elke selectieband gelijk is aan de afstand tussen twee tot één braillesymbool behorende drukposities.

6. Brailledrukker volgens een der conclusies 3 tot 5, m e t het kenmerk, dat de selectiebanden (8) in de brailleer- 20 kop (4) zijn opgesloten tussen een massief deel van de kop voorzien van een geleidende boring (31) voor elke drukpen (5) en een in de kop geschoven sluitplaat (30) die eveneens is voorzien van een boring voor elke drukpen.

7. Brailledrukker volgens een der conclusies 2 tot 6, m e t 25 het kenmerk, dat zowel de brailleerkop (4) als de drukstaaf (10) scharnierend zijn aangebracht op een gemeenschappelijke, evenwijdig aan de matrijsbalk (2) gelegen stang (14).

8. Brailledrukker volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de brailleerkop (4) permanent in de 30 richting van de matrijsbalk (2) wordt aangedrukt.

9. Brailledrukker volgens een der voorgaande conclusies, met 8302759 - η - het kenmerk/ dat een hoofdas (19) aanwezig is die wordt aangedreven door een motor (20), met welke as zowel de drukstaaf (10) als het schommelorgaan (11) twee maal per drukcyclus worden bewogenr terwijl het transport van de materiaalbaan periodiek tot 5 stand komt en dat tevens een stappenmotor (18) aanwezig is voor het in de leesrichting verplaatsen van de brailleerkop (4).

10. Brailledrukker volgens conclusie 9, met het ken-m e r'k, dat op de hoofdas (19) eveneens een synchroniseerschijf (26) is aangebracht/ voor het in de juiste volgorde afwerken van 10 de per drukcyclus vereiste handelingen, na ontvangst van een start-impuls afkomstig uit een handtoetsenbord of van de uitgang van een computer. 830 2 75 9