NL8301870A

NL8301870A - Afdichting voor een inrichting voor het zuiveren van vloeistoffen door membraanfiltratie.

Info

Publication number: NL8301870A
Application number: NL8301870A
Authority: NL
Original assignee: Wavin Bv
Priority date: 1983-05-26
Filing date: 1983-05-26
Publication date: 1984-12-17
Also published as: US4568456A

Description

815078/vdV/dw

Korte aanduiding: Afdichting voor een inrichting voor het zuiveren van vloeistoffen door membraanfiltratie.

Door Aanvraagster wordt als uitvinder genoemd C. van Zon te Zwolle.

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het zuiveren van vloeistoffen door membraanfiltratie omvattende een vloeistoftoevoer-kamer en vloeistofafvoerkamer met een pijpenplaat en tenminste één opening in deze pijpenplaat die uitmondt in een buisvormig filtratiemembraan, tenminste één steunbuis voor het opnemen van een vezelvliesbuis met fil-5 tratiemembraan alsmede een permeaatafvoer, waarbij elk membraan aan haar einde aan de vrije binnenzijde omgeven is door een buisvormige afdich-tingshuls die een zich naast de opening uitstrekkende afdichtflens draagt, welke samenwerkt met het oppervlak van een pijpenplaat en met een deel van een wand van een vloeistoftoevoer- en/of vloeistofafvoerkamer.

10 Een dergelijke inrichting voor het zuiveren van vloeistoffen door membraanfiltratie is bekend. Bij deze bekende inrichting omvat de vloei-stoftoevoer- en vloeistofafvoerkamer als bodem een pijpenplaat die één geheel vormt met de wand van de vloeistofkamer waarbij voor het verkrijgen van een goede afdichting de zich naast de buisvormige afdichtingshul-15 zen uitstrekkende en met de pijpenplaat samenwerkende afdichtflens voorzien is van een zich op de flens uitstrekkend, konisch verlopend omtreks-wanddeel dat samenwerkt met een binnenwand van de vloeistofkamer. Voor het verkrijgen van een goede afdichting is een uitsparing van het konisch verlopende omtrekswanddeel van de afdichtflens een afdichtring opgenomen. 20 Deze bekende inrichting heeft het nadeel dat de afdichting tussen de binnenwand van de vloeistofkamer en het omtrekswanddeel van de afdichtflens, zelfs bij aanwezigheid van een afzonderlijke afdichtring tussen deze beide delen, niet betrouwbaar is.

Bovendien is het aanbrengen van een dergelijke afdichting zeer 25 arbeidsintensief.

De uitvinding beoogt nu een inrichting van het bovengenoemde type te verschaffen waarbij een zeer betrouwbare afdichting tussen de wand van de vloeistofkamer en de afdichtflens gewaarborgd is.

Dit oogmerk is volgens de uitvinding bereikt doordat de pijpen-30 plaat van een vloeistoftoevoerkamer en/of vloeistofafvoerkamer en een 8301870 -2- kamerwanddeel van een vloeistoftoevoer- of vloeistofafvoerkamer klemmend en afdichtend samenwerken met een rondlopend deel van de afdichtflens.

Bij een dergelijke uitvoeringsvorm kan men door middel van een moer die samenwerkt met schroefdraad aan de buitenzijde van de genoemde 5 pijpenplaat zowel de kamerwand van de vloeistoftoevoer- of vloeistofafvoerkamer als de pijpenplaat afdichtend en klemmend drukken op een rondlopend deel van de flens waardoor op zeer eenvoudige wijze een absoluut betrouwbare afdichting tot stand komt tussen de vloeistoftoevoer-of vloeistofafvoerkamer enerzijds en de binnenzijde van het filtratiemem-10 braan anderzijds.

Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm werken de pijpenplaat van een vloeistoftoevoerkamer en/of vloeistofafvoerkamer en een kamerwand klemmend en afdichtend samen met een op de flens aangebrachte rondlopende schouder, aangezien kleine verschillen in de dikte van de flens of in 15 elastische eigenschappen van de flens opgevangen worden door de genoemde schouder en derhalve een optimale afdichting verkregen wordt.

Doelmatig is de flens voorzien van vier symmetrisch aangebrachte afdichtingshulzen die samenwerken met in de inrichting volgens de uitvinding opgenomen vier filtratiemembranen.

20 Het verdient aanbeveling om de schouder aan zijn van de bodemplaat afgekeerde zijde afgerond uit te voeren.

Volgens een zeer voordelige uitvoeringsvorm is de flens aan beide zijden voorzien van een, bij voorkeur, afgeronde schouder aangezien dit bijdraagt tot een nog betere afdichting.

25 Voor het verkrijgen van een goede klemmende en afdichtende samenwerking is de pijpenplaat doelmatig voorzien van uitwendige schroefdraad, en de kamerwnad van een rondlopende schouder die samenwerkt met een moer die op de uitwendige schroefdraaf van de pijpenplaat geschroefd kan worden.

30 Een dergelijke constructie draagt bij tot een zeer eenvoudige opbouw van de inrichting en ook tot een gemakkelijke vervanging van bijvoorbeeld een in een dergelijke installatie opgenomen samenstel van filtratiemembranen,

Het is bijzonder aan te bevelen dat de binnenzijde van de kamer-35 wand vanaf het samenwerkingsoppervlak met de afdichtflens, of bij voorkeur vanaf de op de afdichtflens rondlopende schouders, uit te voeren als een afgeknot konisch oppervlak, wat bijdraagt tot een zeer goede stro- 8301870 -3- ming van de te zuiveren vloeistof die door de inrichting gevoerd moet worden.

Aan de bovenzijde van het afgeknot kegelvormige oppervlak sluit zich met voordeel een cilindrisch binnenoppervlak van de kamerwand aan 5 welk cilindrisch deel vervolgens overgaat in een cilindrisch deel met grotere binnendiameter.

De uitvinding zal nu worden toegelicht aan de hand van een uit-voeringsvoorbeeld met behulp van de tekening waarin:

Fig. 1 schematisch een inrichting volgens de uitvinding toont; 10 Fig. 2 een doorsnede volgens de lijn II—II;

Fig, 3 een doorsnede van een afdichting; en

Fig. 4 een doorsnede van een gedeelte van een variant van een inrichting volgens fig 1;

Fig. 5 toont een verbinding aan een einde tussen twee steunbuizen 13 onder toepassing van een afdichting volgens de uitvinding.

In fig. 1 is een inrichting weergegeven voor het zuiveren van vloeistoffen door membraanfiltratie. Deze inrichting omvat een vloeistof-toevoerkamer 1 en een vloeistofafvoerkamer 2. De vloeistoftoevoerkamer 1 is voorzien van een toevoerkamer-pijpenplaat 3 en de vloeistofafvoerkamer 20 van een vloeistofafvoerkamer-pijpenplaat 4.

In de vloeistoftoevoerkamer-pijpenplaat 3 en vloeistofafvoerkamer-pijpenplaat 4 zijn in de getekende vorm vier cilindrische openingen 5 aangebracht, doch het zal duidelijk zijn dat men niet tot dit aantal beperkt is. In de boringen zijn samenstellingen opgenomen van een filtratie-25 membraan 6 aangebracht op een vezelvliesbuis 8. Deze samenstellen van vezelvliesbuis 8 en membraan 6 zijn tussen de boringen 5 in de vloeistof-toevoerkamerpijpenplaat 3 en vloeistofafvoerkamerpijpenplaat 4 aangebracht op steunbuizen 7 die uit kunststof of metaal kunnen bestaan. Deze steunbuizen zijn voor de afvoer van permeaat dat door de membranen en vezelvlies-30 buis heen treedt, voorzien van perforaties 21. Het permeaat kan afgevoerd worden via permeaatafvoer 24.

De pijpenplaten 3 en 4 werken samen met een afdichtflens 12 die zich uitstrekt naast de zich in de openingen 5 in de pijpenplaten uitstrekkende buisvormige afdichthulzen 11 zoals in de figuur weergegeven is de om-35 trek van de afdichtflens 12 voorzien van een rondlopende schouder 14. De schouder 14 werkt samen met de onderzijde 22 van de kamerwand 26 van een vloeistoftoevoer- of vloeistofafvoerkamer. De onderzijde van de flens 12 8301870 ' -4- vuelke ligt tegenover deze schouder 14 werkt samen met het omtreksrandge-deelte van een pijpenplaat 3 of 4.

Voor het verkrijgen van een goede afdichtende samenwerking tussen enerzijds het randoppervlak 23 van de pijpenplaat en flens 12 en anderzijds 3 rondlopende schouder 14 en onderrand 22 van de kamerwand 26 is een moer 18 aanwezig met aan zijn binnenzijde schroefdraad 20 die samenwerkt met schroefdraad 19 op de buitenzijde van een pijpenplaat 3 of 4.

De buitenzijde van de kamerwand 26 is voorzien van een rondlopende schouder 25 die samenwerkt met het kopgedeelte van de moer 18.

10 Door de moer 18 op de schroefdraad 19 te schroeven wordt de onder rand 22 en randoppervlak 23 klemmend en afdichtend tegen de flens 12 met rondlopende schouder 14 gedrukt waardoor een optimale afdichting tot stand komt.

Het zal duidelijk zijn dat men op deze wijze een zeer betrouwbare 15 afdichting kan waarborgen die ook zeer snel tot stand gebracht wordt daar volstaan kan worden met aanschroeven van moer 18.

Voor het verkrijgen van een optimale afdichting kan het aanbeveling verdienen om de binnenzijde 15 van de kamerwand volgend op de onderrand 22 via een afgeknot kegelvormig deel 10 te doen overgaan in een cilindrisch 20 deel 16 dat vervolgens trapsgewijze overgaat in een wandgedeelte 17 met grotere dianrter dan het cilindrische overgangswanddeel 16.

De schouder 14 van de flens is voorzien van een afronding 13.

De inrichting omvat een omhulling 9 waarbinnen de steunbuizen 8 zijn opgenomen, die zelf weer aangebracht zijn in busvormige uitsparingen 25 27 in een pijpenplaat.

Fig. 4 toont een deel van een flens 12 met aan beide zijdeleen rondlopende schouder 14 en 14' die elk opgenomen zijn in een ringvormige groef 29 . en 29' in de onderrand 22 respektievelijk pijpenplaat 3, 4.

Hoewel in het bovenstaande gesproken is over een vloeistoftoevoer-30 kamer 1 en een vloeistofafvoerkamer 2, zal het duidelijk zijn dat men aan een einde twee buisvormige filtratiemembranen met elkaar kan verbinden via een verbindingskamer 28 waarbij gebruik gemaakt wordt van een afdichting volgens de uitvinding zie fig. 5.

Een vloeistofafvoerkamer mondt derhalve aan genoemd einde uit in 35 een vloeistoftoevoerkamer.

8301870

Claims

1. Inrichting voor het zuiveren van vloeistoffen door membraanfiltra tie omvattende een vloeistoftoevoerkamer en vloeistofafvoerkamer met pijpenplaat en tenminste één opening in deze pijpenplaat die uitmondt in een buisvormig filtratiemembraan, tenminste één steunbuis voor het opne-5 men van een vezèlvliesbuis met filtratiemembraan,alsmede een permeaataf-voer, waarbij elk membraan aan haar einde aan de vrije binnenzijde omgeven is door een buisvormige afdichtingshuls (11) die een zich naast de opening (5) uitstrekkende afdichtflens (12) draagt welke samenwerkt met met het oppervlak van de pijpenplaat en een deel van een wand van een 10 vloeistoftoevoer- of vloeistofafvoerkamer,m et het kenmerk, dat de pijpenplaat (3,4) van een vloeistoftoevoer-, en/of vloeistofafvoerkamer en de onderrand (22) van)een kamerwanddeel (26) van een vloeistof-toevoer-, en/of vloeistofafvoerkamer klemmend en afdichtend samenwerken met een rondlopend deel van de afdichtflens (12).

2. Inrichting volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat een pijpenplaat (3,4) en een onderrand van een kamerwanddeel (26) klemmend en afdichtend samenwerken met een op de flens (12) aangebrachte rondlopende schouder (14).

3. Inrichting volgens conclusie 2met het kenmerk, dat de 20 flens (12) aan beide zijden een rondlopende schouder [14, 14'} draagt.

4. Inrichting volgens één of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de schouder (14) aan zijn van de pijpenplaat 25 (3,4) afgekeerde zijde afgerond uitgevoerd is.

4. Inrichting volgens conclusie 1-3, met het kenmerk, dat de afdichtflens (12) voorzien is van buisvormige afdichthulzen.

5. Inrichting volgens één of meer der voorgaande conclusies, met het kenme rk, dat de pijpenplaat (3,4) voorzien is van een uitwendige schroefdraad en de kamerwand van een rondlopende schouder (23) die samenwerkt met een moer (18) die geschroefd is op de uitwendige schroef- 30 draad van de pijpenplaat (3,4).

6. Inrichting volgens één of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de binnenzijde (15) van het kamerwanddeel vanaf uitgevoerd het samenwerkingsoppervlak met de afdichtflens (12)/is als een afgeknot konisch oppervlak. 8301870 < ' * ~6-

7. Inrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de bovenzijde van het afgeknot kegelvormige oppervlak (15) aansluit op een cilindrisch binnenoppervlak (lé) dat vervolgens overgaat in een cilindrisch deel (17) met groter binnendiameter dan cilindrisch deel (16). 8301870