NL8301593A - HAND Firearm. - Google Patents

HAND Firearm. Download PDF

Info

Publication number
NL8301593A
NL8301593A NL8301593A NL8301593A NL8301593A NL 8301593 A NL8301593 A NL 8301593A NL 8301593 A NL8301593 A NL 8301593A NL 8301593 A NL8301593 A NL 8301593A NL 8301593 A NL8301593 A NL 8301593A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
weapon
firing
pendulum mass
gas pressure
lever
Prior art date
Application number
NL8301593A
Other languages
Dutch (nl)
Original Assignee
Heckler & Koch Gmbh
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Heckler & Koch Gmbh filed Critical Heckler & Koch Gmbh
Publication of NL8301593A publication Critical patent/NL8301593A/en

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F41WEAPONS
    • F41AFUNCTIONAL FEATURES OR DETAILS COMMON TO BOTH SMALLARMS AND ORDNANCE, e.g. CANNONS; MOUNTINGS FOR SMALLARMS OR ORDNANCE
    • F41A3/00Breech mechanisms, e.g. locks
    • F41A3/64Mounting of breech-blocks; Accessories for breech-blocks or breech-block mountings
    • F41A3/72Operating handles or levers; Mounting thereof in breech-blocks or bolts

Description

Betr.: Handvuurwapen.Subject: Small arms.

De uitvinding heeft betrekking op een zelf-ladend handvuurwapen, meer in het bijzonder geweer, voorzien van een in een aan de loop bevestigd deel aanwezige, loodrecht op de hartlijn van de loop staande uitsparing, waarin een in wezen walsvormig sluitstuk coaxiaal is aangebracht en voor het laden om de lengte-as daarvan zwaaibaar is, welk sluitstuk is voorzien van een in een schietpositie van het sluitstuk met de loop op êên lijn gelegen kamer, en een inrichting om het sluitstuk uit de schietpositie in een laadpositie te zwaaien, in welke laadpositie de kamer voor het inbrengen van een patroon toegankelijk is, en het sluitstuk na het in-brengen van een patroon in een schietpositie te zwaaien.The invention relates to a self-loading handgun, more particularly a rifle, provided with a recess, perpendicular to the center line of the barrel, present in a part attached to the barrel, in which an essentially roller-shaped end piece is arranged coaxially and the loading is rotatable about its longitudinal axis, which breech comprises a chamber aligned with the barrel in a firing position of the breech, and a device for swinging the breech out of the firing position into a loading position, in which loading position the cartridge insertion chamber is accessible, and the bonnet to swing into a firing position after cartridge insertion.

Een dergelijk wapen is bekend uit het Duitse octrooischrift 2.813.633. Bij het bekende wapen vormt het walsvormige sluitstuk tegelijkertijd het sterwiel van een Malteserkruis aandrijfstelsel, waarbij het aandrijvende wiel met pennen in gleuven van het sterwiel grijpt. Het aandrijvende wiel zelf wordt door een met een gasdruklaadinrichting in verbinding staande, met een lineaire beweging heen-en-weergaand aangedreven besturingsschuifinrichting aangedreven, die het aandrijvende wiel van het Malteserkruis aandrijfstelsel in twee stappen over steeds 180° roteert, waarbij na elk van deze stappen het genoemde viel tot stilstand komt. Voor het na het afvoeren van een schot automatisch verlopend laadproces zijn twee zvaaibewegingen van het sluitstuk noodzakelijk en bij het bekende wapen zijn hiervoor eveneens twee zvaaibewegingen van het schakelviel nodig, welke steeds uit stilstand plaats vinden en waartussen het schakelviel tot stilstand wordt afgeremd.Such a weapon is known from German patent specification 2,813,633. In the known weapon, the roller-shaped closing piece simultaneously forms the star wheel of a Maltese cross drive system, wherein the driving wheel engages in slots in the star wheel with pins. The driving wheel itself is driven by a control slide actuator connected to a gas pressure loading device and driven linearly to and fro, which rotates the driving wheel of the Maltese cross drive system by 180 ° in two steps, after each of these steps the said fell to a halt. For the loading process that proceeds automatically after the discharge of a bulkhead, two swinging movements of the breech block are necessary, and the known weapon also requires two swinging movements of the switch valve, which always take place from a standstill and between which the switch valve is slowed to a stop.

Aangezien het aandrijvende wiel of schakelviel slechts stapsgewijs wordt geroteerd en aan het begin van elke stap sterk moet worden versneld en aan het eind van elke stap sterk moet worden vertraagd, bestaat meer in het bijzonder bij een hoge schietfrequentie, die bij automatische wapens bij ongeveer 2000 schoten per minuut moet liggen, en bij een dienovereenkomstig hoog gemiddeld toerental van het schakelviel het gevaar van een sterke slijtage in het gebied van de aandrijvende verbinding tussen de besturingsschuifinrichting en het schakelviel. Omgekeerd is de schietfrequentie naar boven begrens wanneer voor de versnelling en vertraging van het schakelviel bepaalde, voorafgegeven waarden niet mogen worden overschreven.Since the driving wheel or shift wheel is rotated only stepwise and must be strongly accelerated at the beginning of each step and decelerated strongly at the end of each step, more particularly exists with a high firing frequency, which with automatic weapons at about 2000 shots per minute, and at a correspondingly high average speed of the switch gear, there is a risk of heavy wear in the area of the driving connection between the control slide device and the switch gear. Conversely, the firing frequency is limited upwards if certain predetermined values for the acceleration and deceleration of the switch gear must not be overwritten.

De uitvinding stelt zich ten doel hij een vapen van het "bovenbeschreven type stootsgewijze versnellingen te reduceren. Daartoe is volgens de uitvinding een roteerbaar aan te drijven onderdeel aanwezig, dat zodanig met het sluitstuk in aandrijvende verbinding staat, dat het roteerbaar aan te drijven onderdeel in de periode na het afvuren van een schot tot het moment, waarop het wapen voor het afvuren van een volgend schot gereed is, continu roteert. Derhalve is het wapen zodanig uitgevoerd, dat de inrichting voor het zwaaien van het sluitstuk, in de periode na het afvuren van een schot tot het bereiken van de schietpositie voor het volgende schot niet tot stilstand moet worden afgeremd. Zodra de schietpositie voor het volgende schot is bereikt, kan de gehele inrichting echter zeer goed volledig in rust zijn. Het voordeel van de uitvinding ligt in de reductie van stootsgewijze belastingen.The object of the invention is to reduce a vaping of the above-described type of shock accelerations. To this end, according to the invention, a rotatably driven part is provided, which is in a driving connection with the closing piece, such that the rotatable part can be driven the period after firing a shot until the moment when the weapon is ready for firing another shot is continuously rotating, therefore, the weapon is designed such that the device for swinging the breech, in the period after firing a shot until reaching the shooting position for the next shot should not be slowed to a stop, however, once the shooting position for the next shot is reached, the entire device may well be completely at rest. the reduction of impact loads.

Het roteerbaar aan te drijven onderdeel kan worden aangedreven door een vreemd aandrijfstelsel, bijvoorbeeld door een elektromotor of verbrandingsmotor. Daarbij kan bij die uitvoeringsvormen, waarbij het roteerbaar aan te drijven onderdeel bij het bereiken van de schietpositie voor het volgende schot tot stilstand wordt gebracht, afhankelijk van de gebruikte aandrijving, ook de aandrijving, bijvoorbeeld de zoeven genoemde elektromotor, worden uitgeschakeld en tot stilstand worden gebracht, of men verbreekt de aandrijfverbinding tussen de elektromotor of de verbrandingsmotor en het roteerbaar aan te drijven onderdeel, bijvoorbeeld met behulp van een koppeling. Het is ook mogelijk een vloeistofkoppeling toe te passen, die niet geschakeld wordt, doch zogezegd doorslipt, wanneer het roteerbaar aan te drijven onderdeel op de bovenbeschreven wijze tot stilstand wordt gebracht, doch de aandrijfmotor nog verder loopt. Het is ook denkbaar in plaats van een vloeistofkoppeling een met droge wrijving werkende wrijvingskoppeling toe te passen.The rotatably driven part can be driven by a foreign drive system, for example by an electric motor or combustion engine. In addition, depending on the drive used, the drive, for example the so-called electric motor, can also be switched off and come to a stop in those embodiments in which the rotatably driven part is brought to a standstill when the firing position is reached for the next shot. or the drive connection between the electric motor or the internal combustion engine and the rotatably driven part is disconnected, for example by means of a coupling. It is also possible to use a fluid coupling, which is not shifted, but slips, so to speak, when the rotatably driven part is brought to a standstill in the manner described above, but the drive motor continues to run. It is also conceivable to use a friction clutch operating with a dry friction instead of a fluid coupling.

Bij een uitvoeringsvorm volgens de uitvinding is het roteerbaar aan.te drijven onderdeel een slingermassa, die zodanig met het sluitstuk in aandrijvende verbinding staat, dat de slingermassa gedurende tenminste een deel van de bovengenoemde periode opgezamelde bewegingsenergie voor het aandrijven van het sluitstuk levert. Terwijl bij het bekende wapen het direkt door de besturingsschuifinrichting aangedreven schakelwiel tengevolge van de sterke versnellingen en vertragingen, die dit schakelwiel ondergaat, zo licht mogelijk dient te zijn, derhalve een zo geringe mogelijke slingermassa moet bezitten, is bij deze uitvoeringsvorm een slinger- massa aanwezig, welke in staat is op grond van de daarin opgeslagen be-wegingsenergie mechanische arteid te verrichten. Het voordeel is daarin gelegen, dat tengevolge van de ten opzichte van de stand der techniek meer gelijkmatige beweging van de, het sluitstuk zwaaiende inrichting het aantal en de heftigheid van de optredende stootsgewijze belastingen wordt gereduceerd en dat tengevolge van de gelijkmatige rotatiebeweging van de inrichting volgens de uitvinding ook goed geschikt is voor hogere schietfrequenties. De slingermassa kan, zoals bij de later te beschrijven uitvoeringsvorm, worden gevormd door onderdelen van het wapen. De slingermassa kan echter ook geheel of gedeeltelijk worden gevormd door de rotor van een aandrijfmotor (bijvoorbeeld een elektromotor of een verbrandingsmotor ).In an embodiment according to the invention, the rotatably driven member is a pendulum mass which is in a driving connection with the breech such that the pendulum mass provides accumulated energy for driving the breech for at least part of the above period. While in the known weapon the gear wheel directly driven by the control slide device should be as light as possible due to the strong accelerations and decelerations that this gear wheel undergoes, it should therefore have as little swing mass as possible, in this embodiment a swing mass is present which is capable of performing mechanical work on the basis of the motion energy stored therein. The advantage lies in the fact that due to the more uniform movement of the device swinging the closing piece compared to the prior art, the number and strength of the shock loads occurring is reduced and that due to the uniform rotational movement of the device in accordance with the invention is also well suited for higher firing frequencies. The pendulum mass, as in the embodiment to be described later, can be constituted by parts of the weapon. However, the pendulum mass can also be wholly or partly formed by the rotor of a driving motor (for example an electric motor or an internal combustion engine).

Men kan bij een uitvoeringsvorm volgens de uitvinding het wapen voorzien van een gasdrukzuiger van bekend type, waarbij de gasdrukzuiger na de expansie van de verbrandingsgassen door een terugstelveer in de uitgangspositie daarvan wordt teruggevoerd en de kracht van deze terugstelveer kan tot het aandrijven voor de zwaaibeweging van het sluitstuk en eventueel ook tot het aandrijven van de laadinrichting bijdragen. Een dergelijke veer kan bepaald van voordeel zijn om een verdere egalisatie van het bewegingsverloop derhalve een meer gelijkmatige snelheid te verkrijgen. Bij een andere uitvoeringsvorm volgens de uitvinding wordt bij aanwezigheid van een gasdruklaadinrichting de slingermassa in wezen slechts tijdens de aanwezigheid van een gasdruk door de gaszuiger aangedreven.In an embodiment according to the invention the weapon can be provided with a gas pressure piston of known type, wherein the gas pressure piston after the expansion of the combustion gases is returned to its starting position by a return spring and the force of this return spring can be driven to the swinging movement of the breech block and possibly also contribute to driving the loading device. Such a spring can be of particular advantage in order to obtain a further equalization of the course of movement and therefore a more uniform speed. In another embodiment of the invention, in the presence of a gas pressure loading device, the pendulum mass is essentially driven by the gas piston only in the presence of a gas pressure.

De inrichting is daarbij derhalve zodanig, dat de zelf-ladende functie van het wapen ook dan kan worden onderhouden wanneer een terugstelveer van de gaszuiger niet aanwezig is. In dat geval moet het massatraagheids-moment van de slingermassa en de door de gaszuiger aan de slingermassa toegevoerde bewegingsenergie voldoende groot zijn om bij het terugkeren van de gaszuiger in de uitgangspositie daarvan, welke in dit geval ook · wordt bewerkstelligd door de slingermassa, alle bewegingsprocessen van het wapen uit te voeren. Bij deze uitvoeringsvorm is het van voordeel, dat dan, wanneer een terugstelveer aanwezig is, de constructie zodanig kan zijn, dat dankzij de in de slingermassa opgeslagen energie het wapen bij breuk van de terugstelveer in staat blijft om te werken; het kan echter zijn, dat het vermogen tot werken van het wapen in dit geval iets wordt beperkt.The device is therefore such that the self-loading function of the weapon can then also be maintained when a return spring of the gas piston is not present. In that case, the moment of inertia of the pendulum mass and the kinetic energy supplied by the gas piston to the pendulum mass must be sufficient to ensure that when the gas piston returns to its starting position, which in this case is also effected by the pendulum mass, all movement processes of the weapon. In this embodiment it is advantageous that, when a return spring is present, the construction can be such that, thanks to the energy stored in the pendulum mass, the weapon remains able to operate in the event of a return spring breakage; however, it is possible that the ability to operate the weapon in this case is somewhat limited.

Bij een andere uitvoeringsvorm volgens de uitvinding is de gas- druklaadinrichting zonder terugstelveer uitgevoerd. Hierbij is dientengevolge de slingermassa en de daaraan toegevoerde energie zodanig gedimensioneerd, dat het vermogen tot werken van het wapen voor alle typen vuur bij het ontbreken van een terugstelveer is gewaarborgd.In another embodiment according to the invention, the gas pressure loading device is designed without a return spring. As a result, the pendulum mass and the energy supplied thereto are dimensioned such that the ability to operate the weapon for all types of fire is ensured in the absence of a return spring.

Een belangrijk voordeel van de uitvinding, dat meer in het bijzonder bij uitvoeringsvormen zonder terugstelveer volledig tot uiting komt, is daarin gelegen, dat de bewegingsprocessen van de zwaai-inrichting volledig onafhankelijk van de aanwezigheid van veren kunnen verlopen en derhalve bijna willekeurige bedrijfssnelheden kunnen worden gekozen. In tegenstelling hiermede kunnen inrichtingen met veren in het algemeen slechts in een beperkt gebied van de bedrijfssnelheid volledig functioneren en de met veren te bereiken bedrijfssnelheden zijn in verband met het feit, dat de veer ook zijn eigen massa bij uitzetting moet versnellen, tot maximale waarden beperkt.An important advantage of the invention, which is fully reflected in particular in embodiments without a return spring, lies in the fact that the movement processes of the swing device can proceed completely independently of the presence of springs and therefore almost arbitrary operating speeds can be selected . In contrast, spring-type devices can generally function only in a limited range of operating speed and the spring-to-reach operating speeds are limited to maximum values due to the fact that the spring must also accelerate its own mass upon expansion. .

Bij voorkeur wordt met de in de slingermassa opgeslagen energie niet slechts de zwaaibeweging van het sluitstuk uitgevoerd, doch met de slingermassa zijn ook nog andere onderdelen van het wapen gekoppeld. Zo bestaat bij een -uitvoeringsvorm volgens de uitvinding met het roteerbaar aan te drijven onderdeel esn haanspaninrichting voor het spannen van een haan van het wapen in aandrijvende verbinding. Dit maakt een bijzonder eenvoudige opbouw van het wapen mogelijk en daarbij worden, zoals later nog zal worden toegelicht, stootsgewijze belastingen vermeden.Preferably, the energy stored in the pendulum mass not only performs the swinging movement of the breech block, but also other components of the weapon are coupled to the pendulum mass. Thus, in an embodiment of the invention, the rotatably driven part comprises a cocking device for cocking a cock of the weapon in driving connection. This permits a particularly simple construction of the weapon and, as will be explained later, impulse loads are avoided.

Bij een uitvoeringsvorm volgens de uitvinding, waarbij het wapen, evenals bij het aan het begin beschreven bekende wapen, is voorzien van tenminste een even dik onderdeel voor het besturen van een toevoerorgaan, waarmede patronen uit een magazijn in de kamer van het sluitstuk worden geschoven, is tenminste een even dik onderdeel een bestanddeel van het roteerbaar aan te drijven onderdeel, meer in het bijzonder de slingermassa. Het voordeel bij deze uitvoeringsvorm, evenals bij verdere nog te beschrijven uitvoeringsvormen is daarin gelegen, dat onderdelen, die toch al· bij het wapen nodig zijn, bijdragen tot de slingermassa, zodat het gewicht van het wapen ondanks een relatief zware slingermassa niet toeneemt.In an embodiment according to the invention, in which the weapon, as in the case of the known weapon described at the outset, is provided with at least an equally thick part for controlling a feeder, with which cartridges are pushed from a magazine into the chamber of the breech, at least an equally thick part is a part of the rotatably driven part, more in particular the pendulum mass. The advantage in this embodiment, as well as in further embodiments to be described hereinafter, lies in the fact that parts which are already required with the weapon contribute to the swinging mass, so that the weight of the weapon does not increase despite a relatively heavy swinging mass.

De slingermassa moet niet als een uit een geheel bestaande massa aanwezig zijn, doch er kan een aantal om gescheiden assen roteerbare massa’s aanwezig zijn, die op een geschikte wijze met elkaar zijn gekoppeld, bijvoorbeeld door middel van tandwielaandrijfstelsels. Bij een andere uitvoeringsvorm volgens de uitvinding zijn alle delen van de slingermassa om een enkele gemeenschappelijke as draaibaar opgesteld. Daardoor vervalt de eis tot een aandrijfstelsel en verkrijgt men een zeer compacte, eenvoudige opbouv.The pendulum mass should not be present as a unitary mass, but there may be a number of rotatable masses rotatable about separate shafts, which are suitably coupled together, for example by means of gear drives. In another embodiment of the invention, all parts of the pendulum mass are rotatably disposed about a single common axis. This eliminates the requirement for a drive system and results in a very compact, simple construction.

Bij een uitvoeringsvorm volgens de uitvinding, waarbij een scha-kelviel van een, het sluitstuk aandrijvend schakelwielaandrijfstelsel in de periode tussen het lossen van een schot en het bereiken van de schietpositie voor het volgende schot een volle rotatie uitvoert, is een blok-keerinrichting aanwezig, die het schakelwiel na precies een volledige omloop stil zet. Een dergelijke blokkeerinrichting is van voordeel wanneer het gaat om het geven van afzonderlijke schoten of ook van kort op elkaar volgende afzonderlijke schoten, of ook bij het laatste schot van een vuurstoot. Deze blokkeerinrichting maakt het mogelijk aan de slingermassa een bepaald overschot aan bewegingsenergie te geven, zodat onverwachte bewegingsweerstanden, welke bijvoorbeeld kunnen optreden tengevolge van vervuiling of ook veranderingen van de smeerverhoudingen, met zekerheid worden geëlimineerd. Desondanks bevindt zich het wapen tengevolge van de blokkeerinrichting bij het afgeven van een verder schot in een nauwkeurig bepaalde positie. Ook wanneer deze blokkeerinrichting aanwezig is, bedraagt het aantal stootsgewijze versnellingen .van het roteerbaar aan te drijven onderdeel ten hoogste 50% vergeleken met het bovengenoemde, bekende wapen. Ook bij vuurstoten of continu vuur kan de blokkeerinrichting van voordeel zijn, omdat deze inrichting waarborgt, dat de bewegingen van het wapen pas na het ontsteken van een patroon worden ingeleid.In an embodiment according to the invention, in which a shifting gear of a shift wheel drive system driving the breech performs a full rotation in the period between firing a shot and reaching the firing position for the next shot, a blocking device is provided, which stops the gear wheel after exactly one full turn. Such a blocking device is advantageous when it comes to giving separate shots or also short successive shots, or also at the last shot of a fire blast. This blocking device makes it possible to impart a certain surplus of kinetic energy to the pendulum mass, so that unexpected resistance to movement, which may occur, for example, as a result of contamination or also changes in the lubrication ratios, is eliminated with certainty. Nevertheless, due to the blocking device, the weapon is in a precisely determined position when firing a further shot. Even when this blocking device is present, the number of impact accelerations of the rotatably driven part is at most 50% compared to the above-mentioned known weapon. The blocking device can also be advantageous in the event of fires or continuous fire, because this device ensures that the movements of the weapon are only initiated after the ignition of a cartridge.

Bij een uitvoeringsvorm volgens de uitvinding beïnvloedt de gas-drukzuiger een met de slingermassa gekoppelde kruk. Deze constructie is bijzonder eenvoudig en ruimtebesparend te verwezenlijken en maakt het op een eenvoudige wijze mogelijk de gasdrukzuiger na het verdwijnen van de gasdruk door de slingermassa weer in de uitgangspositie daarvan terug te brengen, ook wanneer geen terugstelveer aanwezig is. Een verder voordeel is daarin gelegen, dat de gasdrukzuiger niet aan het begin en eind van zijn, de slingermassa aandrijvende beweging een loze baan doorloopt. Ook hierdoor wordt de te bereiken schietfrequentie verhoogd.In an embodiment according to the invention, the gas-pressure piston influences a crank coupled to the pendulum mass. This construction can be realized in a particularly simple and space-saving manner and makes it possible in a simple manner to return the gas piston after the gas pressure has disappeared by returning the pendulum mass to its starting position, even when no return spring is present. A further advantage lies in the fact that the gas pressure piston does not pass through an empty track at the beginning and end of its movement driving the pendulum mass. This also increases the target shooting frequency.

Bij voorkeur bevindt de kruk zich in de schietpositie enige graden achter het bovenste dode punt en eindigt de gasdruk op zijn laatst op het moment, waarin de kruk het onderste dode punt heeft bereikt. Daardoor wordt een snelle en zekere overdracht van de energie van de gasdrukzuiger naar de slingermassa verkregen. Het bovenste dode punt komt bij de uitvoeringsvorm bij benadering overeen met de in de schietnchting voorste positie van de gasdrukzuiger.Preferably, the crank is in the firing position a few degrees behind the top dead center and the gas pressure ends at the latest when the crank has reached the bottom dead center. As a result, a fast and secure transfer of the energy from the gas pressure piston to the pendulum mass is obtained. The top dead center in the embodiment corresponds approximately to the position of the gas piston in the firing netting.

Bij een uitvoeringsvorm volgens de uitvinding omvat de haanspan-inrichting een om de zvaai-as van de haan zwaaibaar gelegerde hefboom, die door een verbindingsorgaan is verbonden met een excentrisch op het roteerbaar aan te drijven onderdeel aangebrachte scharnier, waarbij het dezelfde scharnier kan betreffen, welke ook door de gasdrukzuiger wordt beïnvloed. De betreffende uitvoeringsvorm munt eveneens uit door een eenvoudig en aan ruimte besparende opbouw.In an embodiment according to the invention, the cocking tensioning device comprises a lever pivotally mounted about the shaft of the cock, which is connected by a connecting element to a hinge mounted eccentrically on the rotatably driven part, which may be the same hinge, which is also affected by the gas pressure piston. The embodiment in question also stands out for its simple and space-saving construction.

Bij een uitvoeringsvorm volgens de uitvinding is de haanslagveer op zijn laatst maximaal gespannen op het moment, waarop de gasdruk eindigt. Het voordeel is hierbij daarin gelegen, dat een relatief veel ener-gie-vereisend proces, n.l. het spannen van de haanslagveer, nog direkt door de gasdruk kan worden bewerkstelligd, zodat de na het beëindigen van de gasdruk in de slingermassa opgezamelde energie kleiner kan zijn en derhalve het massatraagheidsmoment van de slingermassa kleiner kan zijn dan wanneer deze opgezamelde bewegingsenergie ook vereist zou zijn voor het spannen van de haanslagveer.In an embodiment according to the invention, the cocking stop spring is maximally tensioned at the latest when the gas pressure ends. The advantage here lies in that a relatively much energy-demanding process, i.e. the cocking spring tension can still be brought about directly by the gas pressure, so that the energy accumulated in the pendulum mass after the end of the gas pressure can be smaller and therefore the mass moment of inertia of the pendulum mass can be smaller than if this accumulated kinetic energy would also be required. for tensioning the cocking spring.

De in conclusie 1U beschreven uitvoeringsvorm volgens de uitvinding blijkt in constructief functioneel opzicht bijzonder gunstig te zijn. De in conclusie 15 beschreven uitvoeringsvorm bezit een bijzonder doelmatige vorm van de besturing voor de toevoerinrichting, welke de patronen uit het magazijn in de kamer schuift.The embodiment according to the invention described in claim 1U appears to be particularly advantageous from a constructional and functional point of view. The embodiment described in claim 15 has a particularly efficient form of the control for the feed device, which slides the cartridges from the magazine into the chamber.

De uitvinding zal onderstaand nader worden toegelicht onder verwijzing naar de tekening. Daarbij toont!' fig. 1 een zij-aanzicht, gedeeltelijk afgebroken, van de voor de uitvinding essentiële onderdelen van een automatisch geweer; fig. 2 een bovenaanzicht in de richting van de pijl II in fig. 1; fig. 3 een vooraanzicht in de richting van de pijl III in fig. 1; fig. k een achteraanzicht in de richting van de pijl IV in fig. 2; fig. 5 een doorsnede over de lijn V-V van fig. 2; fig. 6 een doorsnede over de lijn VI-VI van fig. 2; fig. 7 een doorsnede over de lijn VII-VII van fig. 2; fig. 8 een doorsnede overeenkomende met de lijn VIII-VIII in fig.The invention will be explained in more detail below with reference to the drawing. Thereby shows! ' Fig. 1 shows a side view, partly broken off, of the parts of an automatic rifle essential for the invention; fig. 2 shows a top view in the direction of the arrow II in fig. 1; Fig. 3 is a front view in the direction of the arrow III in Fig. 1; Fig. k is a rear view in the direction of the arrow IV in Fig. 2; Fig. 5 shows a section along the line V-V of Fig. 2; FIG. 6 is a section on line VI-VI of FIG. 2; Fig. 7 is a section along the line VII-VII of Fig. 2; fig. 8 is a section corresponding to the line VIII-VIII in fig.

2, geroteerd over 180°‘· fig. 9 een langsdoorsnede van het huis van het sluitstuk met het walsvormige sluitstuk, over 180 geroteerd en derhalve in dezelfde oriëntatie als aangegeven in fig. H; fig. 10 een doorsnede over de lijn IX-IX van fig. 2, eveneens over 180° geroteerd; fig. 11 een grafische voorstelling; fig. 12 een met fig. 8 overeenkomend zij-aanzicht, echter gedeeltelijk in doorsnede en afgebroken; fig. 13 een aanzicht van de slagpen in de richting van de pijl XIII in fig. 12, afgebroken; fig. 1U een detail van een andere uitvoeringsvorm; fig. 15 een zij-aanzicht van de slagpen; fig. 16 een aanzicht van de slagpen in de richting van de pijl XVI in fig. 15; fig. 17 een doorsnede over de lijn XBII-XVII van fig. 15; fig. 18-20 details van de beweegbare meeneeminrichting en ge-leidingspen van een schaargeleiding; en fig. 21a - f de werking van de schaargeleiding.2, rotated through 180 °. "FIG. 9 is a longitudinal section of the housing of the breech with the roll-shaped breech, rotated through 180 and therefore in the same orientation as shown in FIG. H; FIG. 10 is a section on line IX-IX of FIG. 2, also rotated through 180 °; Fig. 11 is a graphical representation; fig. 12 shows a side view corresponding with fig. 8, but partly in section and broken off; Fig. 13 shows a view of the firing pin broken in the direction of the arrow XIII in Fig. 12; Fig. 1U shows a detail of another embodiment; Fig. 15 is a side view of the firing pin; FIG. 16 is a view of the firing pin in the direction of the arrow XVI in FIG. 15; FIG. 17 is a section on line XBII-XVII of FIG. 15; Figures 18-20 show details of the movable carrier and guide pin of a scissor guide; and Fig. 21a-f show the operation of the scissor guide.

Fig. 3 is ten opzichte van de fig. 1 en 1+ tot 8 vergroot.Fig. 3 is increased to 8 relative to FIGS. 1 and 1+.

De afbeelding van fig. 2 is met de factor 1,17 groter dan die i in de fig. 1 en 3 tot 7.The image of Fig. 2 is larger by the factor 1.17 than that i in Figs. 1 and 3 to 7.

Bij de in de tekening weergegeven uitvoeringsvorm betreft het een automatisch geweer, dat is ingericht voor het afschieten van patronen zonder huls.The embodiment shown in the drawing is an automatic rifle, which is adapted to fire cartridges without a sleeve.

Zoals uit fig. 9 blijkt, bevindt zich in een met een loop 1 star i verbonden deel 2 een cilindrische boring 3, waarvan de as 3' loodrecht op de hartlijn van de loop verloopt en de hartlijn van de loop snijdt.As can be seen from Fig. 9, in a part 2 which is rigidly connected to a barrel 1, there is a cylindrical bore 3, the shaft 3 'of which extends perpendicular to the axis of the barrel and intersects the axis of the barrel.

In deze boring 3 is een walsvormig sluitstuk h gelegerd, dat om de as 3’ van de boring 3 draaibaar is. In de tekening is dit sluitstuk in de schietpositie weergegeven. In deze schietpositie ligt een in het sluit-) stuk 1+ aangebrachte kamer 9 in êên vlak met de boring 5 van de loop 1.In this bore 3 is mounted a roller-shaped closing piece h, which is rotatable about the axis 3 of the bore 3. This drawing is shown in the shooting position in the drawing. In this firing position, a chamber 9 arranged in the closing piece 1+ lies flush with the bore 5 of the barrel 1.

De kamer 9 is symmetrisch ten opzichte van een centraal dwarsvlak van het geweer uitgevoerd, waarop de as van de loop 1 loodrecht staat en waarin de as van het sluitstuk 4 is gelegen. Een in de kamer 9 aanwezige patroon 14 zonder huls bestaat uit een stuwmiddellichaam 8 met > een aan een kopzijde uitstekend projectiel 7· Ter weerszijden van het genoemde centrale dwarsvlak zijn in de, een ongeveer rechthoekige dwarsdoorsnede bezittende kamer 9 in de dwarsdoorsnede-stekende steunvlakken 10 aanwezig, waartegen overeenkomstige contravlakken 11 van het stuwmid-dellichaam 8 rusten, die daardoor de positie van de patroon 1^ in de kamer 9 vastleggen. De in fig. 9 afgebeelde patroon ih steunt tegen twee diagonaal tegenover elkaar gelegen steunvlakken 10 en het stuwmiddel-» lichaam 8 is in een in fig. 9 links eindgebied in het gebied van de beide andere diagonaal tegenover elkaar gelegen hoeken zodanig uitgespaard, dat daar de in fig. 9 niet-afgeheelde steunvlakken voor een in omgekeerde richting in de kamer gebrachte patroon, waarvan het projectiel dan derhalve naar rechts zou zijn gericht, aanwezig zijn, zodat de in fig.The chamber 9 is symmetrical with respect to a central transverse plane of the rifle, on which the axis of the barrel 1 is perpendicular and in which the axis of the closing piece 4 is located. A cartridge 14 without a sleeve present in chamber 9 consists of a propellant body 8 with> a projectile projecting at one end 7 · On either side of the said central transverse plane, in the chamber 9, which has an approximately rectangular cross-section, support surfaces 10 protruding through the cross-section against which corresponding counter surfaces 11 of the propellant body 8 rest, which thereby determine the position of the cartridge 11 in the chamber 9. The cartridge ih shown in Fig. 9 rests against two diagonally opposite support surfaces 10 and the propellant body 8 is recessed in an end region to the left in Fig. 9 in the region of the two other diagonally opposite corners such that the support surfaces not shown in fig. 9 for a cartridge introduced in the chamber in the reverse direction, the projectile of which would then be directed to the right, are present, so that the fig.

) 9 afgbeelde patroon niet wordt verhinderd de afgebeelde positie daarvan in te nemen.) 9 depicted cartridge is not prevented from taking its depicted position.

Aan de tegenover de loop 1 gelegen zijde van de boring 3 is een slagpen 21 in een boring 22 van een in het onderdeel 2 ingebracht inzetstuk 23 (fig. 2) gelegerd en de lengte-as van de slagpen 21 is ge-> eentreerd ten opzichte van de boring van de loop 1. De slagpen 21 is van een schouder 2k aan de van het sluitstuk ^ afgekeerde zijde van de slagpen voorzien, die na het ontsteken van het stuvmiddellichaam van de patroon tegen een steunvlak 25 van het inzetstuk 23 komt te rusten.On the side of the bore 3 opposite the barrel 1, a firing pin 21 is mounted in a bore 22 of an insert 23 inserted in the part 2 (fig. 2) and the longitudinal axis of the firing pin 21 is etched. with respect to the bore of the barrel 1. The firing pin 21 is provided with a shoulder 2k on the side of the firing pin facing away from the closing piece ^, which, after the firing agent body of the cartridge, is contacted against a supporting surface 25 of the insert 23. rest.

Door het aanliggen van de schouder 2k tegen het genoemde steunvlak ver-) krijgt men een afdichting, die het uittreden van verbrandingsgassen in sterke mate verhindert. De slagpen 21 bevindt zich normaliter in de in fig. 1 afgebeelde positie, waarin het voorste, een ontsteekmassa van de patroon bij het afschieten beïnvloedend eind daarvan niet door de mantel van de boring 3 dringt. Dit is zelfs dan niet het geval wanneer de haan ? 66 bij ontspannen wapen tegen de slagpen 21 rust. Voor het ontsteken van een patroon wordt de slagpen 21 door de haan 66 naar voren, in fig. 1 derhalve naar links, bewogen.By abutting the shoulder 2k against the abovementioned support surface, a seal is obtained which strongly prevents the escape of combustion gases. The firing pin 21 is normally in the position shown in Fig. 1, in which the front end, which influences an ignition mass of the cartridge upon firing, does not penetrate the casing of the bore 3. This is not the case even when the rooster? 66 with a relaxed weapon against the firing pin 21. For firing a cartridge, the firing pin 21 is moved forward by the cock 66, therefore to the left in Fig. 1.

Voor het laden van het wapen na het afvoeren van een schot wordt bij de weergave volgens fig. 9 het sluitstuk 4 over 90° in rechtse zin D geroteerd (in fig. 7 in linkse zin), zodat de kamer 9 loodrecht op de as van de boring 5 staat en een van de open einden van de kamer naar boven naar een magazijn 31 is gekeerd, dat boven de loop 1 van het wapen is aangebracht en zich evenwijdig aan deze loop uitstrekt. Bij dit magazijn 31 gaat het om een staafmagazijn, waarin de patronen 11* zodanig 5 zijn ondergebracht, dat zij loodrecht op de schietrichting staan en de punten 33 van de projectielen 7 naar de as van de loop zijn gericht. De zich in het magazijn steeds in het eerste mint bevindende (in de schiet- richting laatste) patroon 1¾ ligt in êên vlak met de kamer 9 in het sluitstuk 1* vanneer dit zich in de laadpositie "bevindt. Aan de tegenover het magazijn 31 gelegen zijde is in het deel 2 een schacht 12 aanwezig.For the loading of the weapon after the discharge of a shot, in the representation according to Fig. 9, the closing piece 4 is rotated 90 ° in the right sense D (in Fig. 7 in the left sense), so that the chamber 9 is perpendicular to the axis of the bore 5 is positioned and one of the open ends of the chamber faces upwards towards a magazine 31, which is arranged above the barrel 1 of the weapon and extends parallel to this barrel. This magazine 31 is a bar magazine, in which the cartridges 11 * are accommodated such that they are perpendicular to the firing direction and the tips 33 of the projectiles 7 are directed towards the axis of the barrel. The cartridge 1¾ (always in the firing direction last) in the magazine is always in one plane with the chamber 9 in the closing piece 1 * when it is in the loading position ". Located opposite the magazine 31 In the side 2, a shaft 12 is present.

In de overige figuren zijn de patronen 11+ op een iets meer eenvoudige wijze weergegeven. Fig. 9 wijkt wat schaal "betreft iets af van de overige figuren en fig. 9 zelf is niet nauwkeurig op schaal. Het deel 2 is in de overige figuren daar, waar dit de overzichtelijkheid zou schaden, ofwel geheel weggelaten of slechts met enige omtrekslijnen aangegeven.In the other figures, patterns 11+ are shown in a slightly more simple manner. Fig. 9 deviates slightly from scale in respect of the other figures, and fig. 9 itself is not accurate to scale. Part 2 in the other figures, where this would impair clarity, is either omitted entirely or is only indicated with some peripheral lines.

Voor het aandrijven van het sluitstuk 1+ dient ondermeer een Maltezerkruis aandrijfstelel; dit omvat in de in fig. 7 naar de beschouwer toegekeerde kopzijde van het valsvormige sluitstuk 1* aanwezige gleuven 35, waarbij vier van dergelijke gleuven 35 aanwezig zijn, die ten opzichte van elkaar steeds over een hoekafstand van 90° radiaal zijn opgesteld en in het mantelvlak uitkomen.A Maltese cross drive system is used to drive the keep 1+; this comprises slots 35 present in the front side of the false-shaped closing piece 1 * facing the viewer, in which four such slots 35 are present, which are always arranged radially at an angle distance of 90 ° relative to each other and in the side surface.

In het deel 2 is in het aanzicht volgens fig. 7 onder een hoek van 1+5° rechts onder de rotatie-as 3' van het sluitstuk b en buiten de boring 3, doch niet in de onmiddellijke nabijheid hiervan, een as 1*0 gelegerd, waarvan de rotatie-as evenwijdig aan de rotatie-as 3' van het sluitstuk b verloopt. Aan de as 1*0 zijn, beginnende vanaf het rechts, buitenste uiteinde, derhalve vanaf de in fig. 1 van de beschouwer afgekeerde zijde af, de volgende onderdelen rotatievast bevestigd:In the part 2, in the view according to Fig. 7, at an angle of 1 + 5 °, right below the rotary axis 3 'of the closing piece b and outside the bore 3, but not in the immediate vicinity thereof, is an axis 1 * 0, the axis of rotation of which extends parallel to the axis of rotation 3 'of the closing piece b. The following parts are attached to the shaft 1 * 0, starting from the right, outer end, thus from the side remote from the viewer in Fig. 1:

Een vlakke, cirkelvormige schijf 1*2, die coaxiaal aan de as 1*0 is bevestigd (fig. 1); in de beschouwingsrichting van fig. 1 achter de cirkelvormige schijf 1*2 een eerste, even dik onderdeel 1+1*, dat slechts in geringe mate van een cirkelvorm afwijkt en ten opzichte van de as 1*0 slechts een geringe excentriciteit bezit, zie fig. 5.Achter dit eerste onderdeel bb bevindt zich een tweede, even dik onderdeel 1*6, zie fig.A flat, circular disk 1 * 2, which is attached coaxially to the shaft 1 * 0 (Fig. 1); in the viewing direction of fig. 1 behind the circular disk 1 * 2 a first, equally thick part 1 + 1 *, which deviates only slightly from a circular shape and which has only a small eccentricity with respect to the axis 1 * 0, see fig. 5. Behind this first part bb is a second, equally thick part 1 * 6, see fig.

6, dat in wezen de vorm heeft van een cirkelvormige schijf, doch met een relatief grotere excentriciteit doordat dit onderdeel ni.1. ongeveer midden tussen het midden daarvan en de mantellijn daarvan aan de as 1*0 is bevestigd.6, which is essentially in the form of a circular disk, but with a relatively greater eccentricity in that this part ni.1. approximately midway between the center thereof and its jacket line is attached to the shaft 1 * 0.

Achter het tweede onderdeel 1+6 ligt een coaxiaal ten opzichte van de as 1*0 aangebrachte cirkelvormige schijf 1*8, welke slechts in fig. 2 duidelijk zichtbaar is en welke aan de achterzijde daarvan twee voor het ingrijpen in de gleuven 35 bestemde pennen 50 en 51 draagt, zie fig. 2 en 7. In de in alle figuren weergegeven schietstand met gespannen haan, welke wordt omgeven door het trekkerkana&l, liggen de pennen 50 en 51 buiten de gleuven 35· De pennen 50 en 51 bevinden zich op eenzelfde afstand van de hartlijn van de as 1+0, doch liggen niet precies diametraal tegenover elkaar, doch sluiten met elkaar een ten opzichte van het sluitstuk 1+ toe open hoek van ongeveer 11+5^ in, waarbij de pennen 50 en 51 zich op dezelfde afstand van de .rotatie-as van het sluitstuk 4 bevinden. Zij liggen daarbij op een afstand buiten het buitenste eind van de zich het dichtst daarbij bevindende, in fig. 7 naar beneden respectievelijk naar rechts, gerichte gleuven 35· De cirkelvormige schijf 1+8 met de pennen 50 en 51 ligt in de onmiddellijke nabijheid van de evenwijdig daaraan verlopende zijwand van het deel 2. De as 1+0 strekt zich door het deel 2 uit en ondersteunt in het eindgebied daarvan, dat boven het in fig. 1 van de beschouwer afgekeerde zijvlak van het deel 2 uitsteekt, dat in fig. 2 boven ligt en in fig. 1+ naar de beschouwer is gekeerd, weer rotatievast met de as verbonden, in de afbeelding volgens fig. 2 in een richting van onderen naar boven eerste een besturingsschijf 5*+ (fig. 2) voor het indirekt vergrendelen van het sluitstuk, hierop aansluitend een schijf $6, waarvan de rand een uitschakelkromme vormt, en een coaxiaal met de as 1+0.verbonden cirkelvormige schijf 58, die aan de naar buiten gerichte, in fig. 1+ zichtbare zijde daarvan, een uitsteeksel 59 bezit, dat met een verend gelegerde meenemer 230, die uit een bladveer bestaat, van een coaxiaal ten opzichte van de cirkelvormige schijf 58 opgestelde, in fig. 1+ voor de schijf 58 gelegen rotatieknop 175 zodanig '· amenwerkt, dat de gebruiker van het wapen door het roteren van de knop 175 in het aanzicht volgens fig. 1+ in linkse zin de cirkelvormige schijf 58 en derhalve de as 1+0 kan draaien.Behind the second part 1 + 6 there is a circular disc 1 * 8 arranged coaxially with respect to the shaft 1 * 0, which is clearly visible only in Fig. 2 and which has two pins for engaging in the slots 35 at the rear thereof 50 and 51, see Figs. 2 and 7. In the cocked shooting range shown in all figures, which is surrounded by the trigger channel, the pins 50 and 51 lie outside the slots 35 · The pins 50 and 51 are located on the same distance from the axis of the shaft 1 + 0, but are not exactly diametrically opposite each other, but enclose an angle of approximately 11 + 5 ^ which is open with respect to the closing piece 1+, the pins 50 and 51 being at the same distance from the rotary axis of the keep 4. They lie at a distance outside the outer end of the closest slots, which are directed downwards and to the right in Fig. 7 respectively. The circular disk 1 + 8 with the pins 50 and 51 is in the immediate vicinity of the parallel side wall of the part 2. The shaft 1 + 0 extends through the part 2 and supports in the end region thereof, which protrudes above the side surface of the part 2 facing away from the viewer in fig. 1, which in fig. 2 above and facing the viewer in fig. 1+, again rotatably connected to the axis, in the picture according to fig. 2 in a direction from bottom upwards first a control disk 5 * + (fig. 2) for indirectly locking the breech, thereupon a disc $ 6, the edge of which forms a tripping curve, and a circular disc 58 connected coaxially with the shaft 1 + 0, which, on the outwardly facing side visible in fig. 1+, a projection 59 bez It operates with a spring-loaded cam 230, which consists of a leaf spring, of a rotary knob 175 arranged coaxially with respect to the circular disc 58, located in front of the disc 58 in Fig. 1+, in such a manner that the user of the weapon by rotating the knob 175 in the view according to fig. 1+ in the left sense the circular disk 58 and therefore the shaft 1 + 0 can rotate.

Deze knop 175 is daarbij enigszins moeilijk lopend gelegerd, zodat de knop wanneer de as 1+0 in de afbeelding volgens fig. 1+ in linkse zin bij de normale werking van het sluitstuk, welke nog zal worden beschreven, roteert, wordt meegenomen. Wanneer deze knop daarentegen gemakkelijk lopend is gelegerd, dan kan de knop bij de rotatiebeweging van de as 1+0 mede worden geroteerd, waarbij op de knop echter dan slechts een bijzonder gering koppel wordt uitgeoefend, zodat het roteren van deze knop bijvoorbeeld bij het geven van continu vuur voor de schutter geen gevaar inhoudt. De knop 175 kan meer in het bijzonder door nokwer-king zijn gelegerd.In this case, this knob 175 is mounted with some difficulty, so that the knob is rotated in the left-hand sense when the shaft 1 + 0 in the illustration according to fig. 1+ rotates in the normal operation of the keep, which will be described later. If, on the other hand, this knob is easily mounted while walking, the knob can also be rotated during the rotary movement of the axis 1 + 0, but only a very small torque is exerted on the knob, so that the rotation of this knob, for example, when turning of continuous fire for the shooter does not present any danger. More specifically, the knob 175 may be mounted by cam action.

De met de as 1+0 rotatievast verbonden, boven beschreven onderdelen, evenals de as 1+0 zelf, vormen tezamen een roteerbare slingermassa of een vliegwielachtige inrichting, welke het mogelijk maakt in deze slingermassa hewegingsenergie op te slaan, die dan door de slingermassa wordt afgegeven om het laadproces uit te voeren. Meer in het bijzonder is deze slingermassa geschikt om tijdens een relatief korte tijd toegevoerde bewegingsenergie op te slaan en deze gedurende een betrekkelijk lange periode weer af te geven.The components described above, as the axis 1 + 0 itself, are rotationally connected to the shaft 1 + 0, as well as the shaft 1 + 0 itself, together form a rotatable pendulum mass or a flywheel-like device, which makes it possible to store weighting energy in this pendulum mass, which is then generated by the pendulum mass issued to perform the loading process. More specifically, this pendulum mass is suitable for storing kinetic energy supplied during a relatively short period of time and releasing it again for a relatively long period of time.

Bij de uitvoeringsvorm gaat het bij het wapen om een gasdruklaad-inrichting, waarvan de niet-afgeheelde gasdrukzuiger het in fig. 1 weergegeven rechteruiteinde van een schuifstang 60 beïnvloedt. Direkt na het afgeven van een schot drukt de gasdruk daarbij de schuifstang 60 bij de afbeelding in fig. 1 naar links. De schuifstang 6o is door middel van een scharnier 61, waarmede ook een koppelorgaan 62 is verbonden, aan de cirkelvormige schijf k2 bevestigd. Deze scharnier 61 bevindt zich in de in fig. 1 afgebeelde schietpositie niet in het bovenste dode punt, doch ten opzichte daarvan over ongeveer 30° in rechtse zin verschoven. Derhalve leidt de beweging van de schuifstang 60 tengevolge van de gasdruk ertoe, dat de schijf k2 en daarmede de as ^0, evenals alle daaraan bevestigde onderdelen, aan een draaibeweging worden onderworpen, die bij het aanzicht volgens fig. 1 in rechtse zin plaats vindt. De constructie is zodanig, dat de gasaandrijving voor de schuifstang 60 beëindigd is voordat de scharnier 61 het onderste dode punt heeft bereikt, d.w.z. in wezen die positie, waarin de schuifstang 60 het verst naar achteren (betrokken op de schietrichting) is verschoven. Zodra de gasdruk eindigt, ontbreekt een aandrijving van buitenaf voor de door de as Uo en de daarmede verbonden onderdelen gevormde vliegwielinrichting, doch tengevolge van de in deze inrichting opgezamelde bewegingsenergie roteert deze inrichting echter verder in het aanzicht volgens fig. 1 in rechtse zin en wel tenminste zolang, totdat de scharnier 61 weer de in fig. 1 weergegeven positie heeft ingenomen.In the embodiment, the weapon is a gas pressure loading device, the unsealed gas pressure piston influencing the right end of a sliding rod 60 shown in Fig. 1. Immediately after a shot has been delivered, the gas pressure thereby pushes the sliding rod 60 to the left in the illustration in Fig. 1. The sliding rod 60 is attached to the circular disk k2 by means of a hinge 61, to which a coupling member 62 is also connected. In the firing position shown in Fig. 1, this hinge 61 is not in the top dead center, but is displaced by about 30 ° in the right direction relative to it. Therefore, due to the gas pressure, the movement of the slide rod 60 causes the disk k2 and thereby the shaft ^ 0, as well as all parts attached thereto, to be rotated, which takes place in the right-hand view in the view according to fig. 1. . The construction is such that the throttle drive for the push rod 60 is terminated before the hinge 61 has reached the bottom dead center, i.e. essentially that position, in which the push rod 60 has shifted furthest back (relative to the firing direction). As soon as the gas pressure ends, an external drive for the flywheel device formed by the shaft Uo and the parts connected thereto is missing, but due to the kinetic energy accumulated in this device, however, this device continues to rotate in the right-hand view according to Fig. 1. at least until the hinge 61 has returned to the position shown in Fig. 1.

Met de van de scharnier 61 afgekeerde scharnier Sh van het koppelorgaan 62 is een haanspaninrichting 65 met het vrije uiteinde van de lange hefboomsarm daarvan verbonden. De haanspaninrichting U5 dient om de haan 66 van het wapen, dat in fig. 1 in de gespannen toestand is weergegeven, na het terugslaan, waarbij de haan zich bij de afbeelding volgens fig. 1 in rechtse zin beweegt, door een in linkse zin plaats vindende zwaaibeweging tegen de kracht van de als een gewikkelde buigveer uitgevoerde aanslagveer 67 weer in de gespannen positie te brengen, waar- in de haan hij een voor schieten gereed zijnd wapen door een haak 68 van een om een ten opzichte van de loop stationaire bout 69 zvaaibaar gelegerde hefboom 70 wordt vastgehouden, welke ingrijpt in een nok 72 van de haan. Met de hefboom 70 is bij een scharnier 73 een stang 7^ verbonden, welke, wanneer deze naar voren wordt bewogen, de haak 68 buiten het gebied van de nok 72 van de haan naar beneden zwaait en daardoor het terugslaan van de haan 66 vrij geeft. Het wapen, zover als af geheeld, is uitsluitend voor het leveren van continu vuur ingericht. Het continue vuur wordt beëindigd wanneer de stang 7^ weer naar achteren wordt bewogen, zodat de haan 66 weer door de haak 68 wordt gevangen. Het is duidelijk, dat het van voordeel kan zijn het wapen ook voor het geven van af zonderlijk vuur en van korte vuurstoten met een bepaald aantal schoten uit te voeren; dergelijke maatregelen zijn op zichzelf bekend en houden geen verband met de uitvinding. De stang 7^ staat op een niet weergegeven wijze in verbinding met een door de schutter te beïnvloeden tong.With the hinge Sh of the coupling member 62 remote from the hinge 61, a cocking device 65 is connected to the free end of the long lever arm thereof. The cocking device U5 serves to turn the cock 66 of the weapon, which is shown in the cocked position in Fig. 1, after retracting, the cock moving in the right-hand direction in the picture according to Fig. 1, through a position in the left-hand direction. the swinging motion against the force of the stop spring 67 constructed as a coiled bending spring, to bring it back into the cocked position, in which the cock takes a weapon ready for shooting through a hook 68 of one about a bolt 69 stationary with respect to the barrel Pivotally alloyed lever 70 is held, which engages a cam 72 of the cock. Connected to the lever 70 at a hinge 73 is a rod 7 which, when moved forward, swings the hook 68 downward outside the area of the cam 72 of the cock and thereby releases the cock 66 backward. . The weapon, as far as healed, is designed only for continuous fire. The continuous fire is ended when the rod 7 ^ is moved backwards again, so that the cock 66 is again caught by the hook 68. Obviously, it may be advantageous to provide the weapon with a certain number of shots also for giving separate fires and short bursts of fire; such measures are known per se and are not related to the invention. Rod 7 ^ communicates with a tongue to be influenced by the shooter in a manner not shown.

De haanspaninrichting 65 is gelegerd op een bout 75, die evenwijdig aan de as !+0 verloopt en in het deel 2 wordt vastgehouden, waarbij deze bout 75 ook dient voor het zwaaibaar legeren van de haan 66.The cocking device 65 is mounted on a bolt 75, which runs parallel to the shaft +0 and is held in the part 2, this bolt 75 also serving for the pivoting alloy of the cock 66.

De haanspaninrichting 65 bestaat in wezen uit een ongeveer U-vormig metalen onderdeel, waarvan de beide benen 265 en 267 door een in de gedeeltelijk weggebroken fig. 1 in doorsnede zichtbaar juk 2J0 met elkaar zijn verbonden. Het been 277 ligt dicht tegen het zich direkt daarnaast bevindende been 78 van de haan 66 en bezit twee ringsegmentvormige, ten opzichte van elkaar assymmetrisch gelegen uitsparingen 272, waarin twee aan het been 78 van de haan 66 gevormde uitsteeksels 27^ grijpen. De breedte van de uitsteeksels 27^ in de omtreksrichting is kleiner dan het hoekgebied van de uitsparingen 272 en wel is het hoekgebied van de uitsparingen 272 ongeveer 90° groter dan de breedte van de uitsteeksels 2jk, gemeten in graden. Het hoekgebied van de uitsparingen 272 is daardoor zo groot, dat de rand van deze uitsparingen niet met de uitsteeksels op de haanspaninrichting 65 in aanraking komt wanneer de haanspaninrichting 65 na het spannen van de haan weer de in fig. 1 afgeheelde positie bereikt heeft en de haan 66 nu afslaat. Het spannen van de haan 66 tegen de kracht van de haanslagveer 67 in begint wanneer, uitgaande van de in fig. 1 afgeheelde positie, de schijf b2 slechts een paar graden heeft afgelegd, en, zoals fig. 11 toont, de schijf b2 zich nog in de versnel-lingsfaze bevindt. Derhalve zal geen stoot via het koppelorgaan 62 de vliegwielachtige inrichting beïnvloeden. Ook door de bij het versnellen van de slingermassa door deze slingermassa op de schuifstang 60 uitgeoefende remkracht vindt een bepaalde reductie van de aan de haanspan-inrichting 65 medegedeelde versnelling plaats. Hierdoor vordt het optreden van stérke stootbelastingen gereduceerd.The cocking device 65 essentially consists of an approximately U-shaped metal part, the two legs 265 and 267 of which are connected to each other by a yoke 2J0 visible in section, partly broken away in Fig. 1. The leg 277 is close to the leg 78 of the cock 66 directly adjacent to it and has two annular segment-shaped recesses 272 which are asymmetrically disposed relative to each other, in which two projections 27 formed on the leg 78 of the cock 66 engage. The width of the protrusions 27 ^ in the circumferential direction is smaller than the angular area of the recesses 272, namely the angular area of the recesses 272 is approximately 90 ° greater than the width of the protrusions 2jk, measured in degrees. The angular area of the recesses 272 is therefore so large that the edge of these recesses does not come into contact with the protrusions on the cocking device 65 when the cocking device 65 has returned to the position shown in Fig. 1 after cocking the cock. cock 66 now turns off. Tensioning the cock 66 against the force of the cocking spring 67 begins when, from the position shown in Fig. 1, the disc b2 has only traveled a few degrees, and, as shown in Fig. 11, the disc b2 is still is in the acceleration phase. Therefore, no impact through the coupling member 62 will affect the flywheel-like device. A certain reduction of the acceleration communicated to the cocking device 65 also takes place due to the braking force exerted on the sliding rod 60 by accelerating the pendulum mass by this pendulum mass. The occurrence of strong impact loads is hereby reduced.

De gasdruk eindigt bij de uitvoeringsvorm ongeveer op hetzelfde moment, dat de haan 66 is gespannen. Op dit moment is ook reeds het sluitstuk zoals later nog zal worden toegelicht, in het aanzicht volgens fig. 7 over 90° in rechtse zin geroteerd. De energie voor deze ro-tatiebeweging van het sluitstuk U wordt nog direkt uit de, de schuif-stang 60 bewegende gasdruk afgenomen. De na bet afsluiten van de spanbeweging voor de haan 66 nog uit te voeren processen, totdat het wapen weer gereed is tot schieten respectievelijk bij continu vuur automatisch het volgende schot kan worden gelost, worden echter uitsluitend uitgevoerd door de in de vliegwielachtige inrichting na het beëindigen van de gasdruk opgezamelde bewegingsenergie.In the embodiment, the gas pressure ends at about the same time that the cock 66 is cocked. At this time the closing piece, as will be explained later, has already been rotated through 90 ° in the right direction in the view according to Fig. 7. The energy for this rotational movement of the closing piece U is still drawn directly from the gas pressure moving through the sliding rod 60. However, the processes still to be carried out after the cocking movement has been completed for the cock 66, until the weapon is ready to fire again or the next shot can be automatically released in continuous fire, are only carried out by the device in the flywheel-like device after the end. from the gas pressure accumulated kinetic energy.

Aan het achterste eindgebied van de door een plaat gevormde schuifstang 60 is een schuin naar voren en naar onderen stekende neus 80 in de onmiddellijke nabijheid van de scharnier 61 aanwezig, welke direkt, voordat de schijf 52 de in fig. 1 afgeheelde positie bereikt, met een neus 81 van een blokkeerhefboom 82 in aanraking komt en deze tegen de kracht van een gewikkelde buigveer 83 in de afbeelding volgens fig.At the rear end region of the slide bar 60 formed by a plate, a slanting forward and downwardly projecting nose 80 is provided in the immediate vicinity of the hinge 61, which is immediately before the disk 52 reaches the position shown in FIG. a nose 81 of a locking lever 82 contacts and contacts it against the force of a wound bending spring 83 in the illustration of FIG.

1 in linkse zin zwaait, zodat een langere hefboomsarm Bh van de blok-keerhefboom 82 in de baan van een niet achtergesneden aanslagvlak 85 op de schuifstang 60 wordt gezwaaid en daardoor een verdere beweging van de schuifstang 60 naar links wordt verhinderd en derhalve de rotatie van de vliegwielachtige inrichting wordt beëindigd. Zodra de beweging van de schuifstang 60 naar links is beëindigd en derhalve het voorste uiteinde van de lange hefboomsarm 8¼ niet meer door een kracht wordt beïnvloed, wordt de blokkeerhefboom 82 door de buigveer 83 weer in de in fig. 1 afgeheelde positie teruggezwaaid en is het wapen nu voor het lossen van het volgende schot gereed.1 swings in a left-hand direction, so that a longer lever arm Bh of the blocking lever 82 is swung in the path of an uncut cut-off stop surface 85 on the sliding rod 60, thereby preventing further movement of the sliding rod 60 to the left and thus the rotation of the flywheel-like device is terminated. As soon as the movement of the sliding rod 60 to the left has ended and therefore the front end of the long lever arm 8¼ is no longer affected by a force, the blocking lever 82 is swung back into the position shown in fig. 1 by the bending spring 83. weapon now ready to fire the next shot.

De blokkeerhefboom 82 is zwaaibaar gelegerd op een in het deel 2 gelegerde bout 86, waarop in fig. 1 direkt aphter de blokkeringshefboom 82 een eerste besturingsplaat 88 eveneens zwaaibaar is gelegerd, zie ook fig. 5» welke plaat een grote haakachtige uitsnijding 89 bezit, waarbij twee evenwijdige zijvlakken 90 en 91 van deze uitsnijding 89 op een af- stand van elkaar zijn gelegen, welke gelijk is aan de diameter van het eerste onderdeel ΠΠ. Bij de rotatie van het eerste onderdeel ΠΠ wordt derhalve de eerste plaat 88 om de bout 86 iets gezwaaid. Op een in het gebied boven de bout 86 en in de schietrichting iets naar voren verschoven as 93 is op de plaat 88 een in de waarnemingsrichting van fig.The blocking lever 82 is pivotally mounted on a bolt 86 mounted in the part 2, on which, in fig. 1, directly after the blocking lever 82, a first control plate 88 is also pivotally mounted, see also fig. 5, which plate has a large hook-like cut-out 89, two parallel side surfaces 90 and 91 of this cut-out 89 being spaced from each other equal to the diameter of the first part ΠΠ. As a result of the rotation of the first part ΠΠ, the first plate 88 is then swung slightly around the bolt 86. On a shaft 93, which is shifted slightly forward in the area above the bolt 86 and in the firing direction, on the plate 88, one in the direction of observation of FIG.

1 en 5 direkt achter de eerste plaat 88 gelegen tweede plaat 95 zwaai-baar gelegerd, welke plaat een uitsparing 96 in de vorm van een relatief korte, langwerpige opening met twee evenwijdige zijvlakken 97 en 9Ö bezit, die ten opzichte van de horizontaal iets in een richting naar voren hellen, terwijl in de uitsparing 96 het tweede onderdeel h6 is aangebracht, waarvan de diameter gelijk is aan de afstand tussen de vlakken 97 en 98. Het achterste eind 9Π van de tweede plaat 95 is ongeveer in het centrale gebied van een tuimelaar 99 door middel van een as 100 bevestigd. In het onderste eindgebied van de tuimelaar 99 is aan een scharnier 101 een koppelorgaan 102 zwaaibaar bevestigd, van welk orgaan de voorste scharnier door een ten opzichte van de loop stationaire bout 103, velke zich in het deel 2 bevindt, wordt gevormd. De bout 103 ligt iets dieper dan de bout 101. Het koppelorgaan 102 bezit een naar boven gekromde vorm om plaats over te laten voor de haanspaninrichting 65.1 and 5, second plate 95 located directly behind the first plate 88 is pivotally mounted, which plate has a recess 96 in the form of a relatively short, elongated opening with two parallel side surfaces 97 and 90, which is slightly in relation to the horizontal inclined in one direction, while in the recess 96 the second part h6 is arranged, the diameter of which is equal to the distance between the surfaces 97 and 98. The rear end 9Π of the second plate 95 is approximately in the central region of a tumbler 99 attached by means of a shaft 100. In the lower end region of the rocker arm 99, a coupling member 102 is pivotally attached to a hinge 101, the front hinge of which member is formed by a bolt 103 stationary with respect to the barrel, which part is located in the part 2. The bolt 103 is slightly deeper than the bolt 101. The coupling member 102 has an upwardly curved shape to leave space for the cocking device 65.

Het voorste en bovenste vrije einde 105 van de tuimelaar 99 voert bij de rotatie van de beide onderdelen HU en H6 een koppelbeweging uit, waarvan het verloop ongeveer overeenkomt met de in fig. 6 aangegeven kromme 106, waarbij bij het uitvoeren van een dergelijke beweging het eind 105 van de kniehefboom 99 een patroon uit het magazijn 31 in de kamer schuift, welke kamer 2ich op dit moment ten opzichte van de afbeelding in fig. 9 in een over 90° geroteerde positie bevindt.The front and top free ends 105 of the rocker arm 99 performs a torque movement during the rotation of the two parts HU and H6, the course of which roughly corresponds to the curve 106 shown in Fig. 6, wherein when such a movement is carried out at the end 105 of the toggle lever 99, a cartridge slides out of the magazine 31 into the chamber, which chamber is currently in a 90 ° rotated position relative to the illustration in Fig. 9.

Wanneer het wapen moet worden voorzien van een schotenteller voor het geven van vuurstoten van bijvoorbeeld steeds drie schoten, kan een schakelwiel 198 met drie tanden om de stationaire bout 103 van het koppelorgaan 102 zwaaibaar worden aangebracht, en dit schakelwiel 108 wordt dan door een neus 109 op de plaat 95 bij elke opwaartse beweging van de plaat 95 over êên stap verder geschakeld. Zoals reeds is vermeld, vormt de constructie van de schotenteller geen deel van de uitvinding.When the weapon is to be provided with a shot counter for firing three shots at a time, for example, a gear wheel 198 with three teeth can be pivoted about the stationary bolt 103 of the coupling member 102, and this gear wheel 108 is then passed through a nose 109 on plate 95 with each upward movement of plate 95 one step further. As already mentioned, the construction of the vane counter is not part of the invention.

Zoals uit fig. 7 blijkt, voert de as Ho, uitgaande van de in fig.As can be seen from Fig. 7, the axis Ho, starting from the position shown in Fig.

1 aangegeven positie, eerst een rotatie over ongeveer 15° in rechtse zin uit, totdat de pen 50 in ingrijping komt met de naar onderen gerichte gleuf 35 en de rotatiebeweging van het sluitstuk H in linkse zin ver oorzaakt. Ka een verdere rotatie van de as 1+0 over ongeveer 90 is de ro-tatiebeweging van bet sluitstuk 1+ beëindigd en verlaat de pen 50 de nu naar voren gerichte gleuf. Ka een verdere rotatie van de as 1+0 over ongeveer 120° komt de pen 51 in ingrijping met de naar onderen gerichte gleuf, waarbij na een verdere rotatie over 90° de herhaalde rotatie van het sluitstuk k over nog eens 90° beëindigt en na een verdere rotatie van de as over ongeveer 15° bezitten de pennen 50 en 51 weer de in fig. 7 aangegeven stand. Bij een volle rotatie van de as 1+0 wordt het sluitstuk 1+ tweemaal over 9Ó° in linkse zin geroteerd. Ka de eerste rotatie over 90° is de langsrichting van de kamer 9 vertikaal en gecentreerd met de in het eerste punt van het magazijn, in de schietrichting derhalve, het verst naar achteren aanwezige patroon 7» 6. Door de bovenbeschreven beweging van het eind 105 van de tuimelaar 99 wordt deze patroon volledig in de kamer geschoven. Vervolgens wordt dan het sluitstuk 1+, zoals boven reeds is toegelicht, voor de tweede maal over 90° in linkse zin geroteerd, zodat de zojuist ingeschoven patroon zich nu in de schietpositie bevindt.1, first rotate about 15 ° in the right direction until the pin 50 meshes with the downwardly facing slot 35 and causes the rotary movement of the closing piece H in the left direction. After a further rotation of the shaft 1 + 0 through approximately 90, the rotation movement of the closing piece 1+ is ended and the pin 50 leaves the slot which is now facing forward. Ka a further rotation of the shaft 1 + 0 through approximately 120 ° engages the pin 51 with the downwardly directed slot, after a further rotation by 90 ° the repeated rotation of the closing piece k ends by a further 90 ° and after a further rotation of the shaft by about 15 °, the pins 50 and 51 again have the position shown in Fig. 7. With full rotation of the axis 1 + 0, the keep 1+ is rotated twice by 9 ° in the left direction. After the first rotation through 90 °, the longitudinal direction of the chamber 9 is vertical and centered with the cartridge which is furthest to the rear in the first point of the magazine, i.e. in the firing direction. 6. By the above-described movement of the end 105 from the tumbler 99, this cartridge is fully slid into the chamber. Then, as has already been explained above, the closing piece 1+ is rotated for the second time through 90 ° in the left-hand direction, so that the cartridge just retracted is now in the firing position.

Aan de in fig. 8 zichtbare zijde van het sluitstuk 1+ bezit dit steeds over 90° verschoven vier vanuit het uitwendige cilindervlak van buiten naar binnen gerichte randuitsparingen 112, waarbij het bovenste eind 113 van een om een as 115 zwaaibaar gelegerde, twee-armige blok-keerhefboom 111+ in een van de randuit sparingen 112 wordt vastgehouden doordat het vrije onderste eind 116 van de blokkeerhefboom 11l+ in de weergegeven stand tegen een stuurvlak 117 van de schijf 5l+ rust. Tegenover het stuurvlak 117 bevindt zich een stuurvlak 118 op de schijf 5*+s waarbij het stuurvlak 118 een grotere omtrekshoek inneemt dan het vlak 117. Tussen de beide vlakken 117 en 118, welke cirkelcilindervlakken met eenzelfde straal om de hartlijn van de as 1+0 zijn, liggen overgangen 119 en 120 met een gereduceerde straal. Wanneer het eind 116 tijdens de rotatie van de schijf 5*+ tegen deze overgangen 119 respectievelijk 120 rust, zijn de pennen 50 respectievelijk 51 tegelijkertijd in ingrijping met de gleuven van het sluitstuk 1+ en drijven deze dit sluitstuk aan. De randuitsparingen 112 hebben ongeveer de vorm van een.relatief vlakke "V", waarvan de beide benen een hoek van iets meer dan 90° met elkaar insluiten. In het gebied van.de top is de randuitsparing concaaf afgerond, in het gebied van de buitenste uiteinde convex afgerond. De blokkeerhefboom 114 bezit in wezen de vorm van een "C". De vorm van de rand- uitsparingen 112 en de overgangen 119 en 120 is zodanig gekozen, dat de blokkeerhefboom 1lH zonder grote speling aan de beide uiteinden daarvan de rotatie van het sluitstuk 1; vrijgeeft of blokkeert. De bij de rotatie van de schijf 5^ door deze schijf op de hefboomsarm 116 overgedragen koppels dienen ertoe de hefboomsarm 116 van de schijf 5^ af te heffen. Ook de bij de rotatie van het sluitstuk U door dit sluitstuk op de hefboomsarm 113 overgedragen koppels beogen de hefboomsarm 113 van het sluitstuk af te tillen. Daardoor wordt de slijtage gering gehouden. Zolang het eind 116 van de blokkeerhefboom in aanraking is met de stuurvlakken 117 of 118, wordt het sluitstuk ^ gearreteerd en niet aangedreven. Zodra de overgang 119 in het gebied van het eind 116 komt begint het aandrijven van het sluitstuk 1+ doordat de pen 50 in de nabij gelegen gleuf 35 grijpt, waardoor het eind 113 uit de randuitsparing 112 wordt gedrukt. Zodra het sluitstuk k laadpositie nadert, wordt het eind 113 van de blokkeerhefboom 11^ door de overgang 120 van de schijf 5^ weer in een van de randuitsparingen 112 gezwaaid. Na het laden komt pen 51 in aanraking met een van de gleuven 35 en zwaait het sluitstuk in de schietstand, waarin het sluitstuk ten opzichte van fig. 8 over 180° is geroteerd.On the side of the closing piece 1+ visible in Fig. 8, it always has 90 ° shifted 90 ° displaced from the external cylinder face from the outside cylinder surface, the upper end 113 of a two-armed alloy pivotally mounted about an axis 115 blocking lever 111+ in one of the edge recesses 112 is held in that the free lower end 116 of the blocking lever 111 + rests in the position shown against a control surface 117 of the disk 51 +. Opposite the control plane 117 there is a control plane 118 on the disc 5 * + s, the control plane 118 occupying a larger peripheral angle than the plane 117. Between the two planes 117 and 118, which circular cylinder planes have the same radius around the axis of the axis 1+ 0, transitions 119 and 120 lie with a reduced radius. When the end 116 rests against these transitions 119 and 120, respectively, during the rotation of the disc 5 * +, the pins 50 and 51 simultaneously engage the slots of the closure 1+ and drive this closure. The edge recesses 112 are approximately in the form of a relatively flat "V", the two legs of which enclose an angle of slightly more than 90 °. In the region of the top, the edge recess is rounded concave, in the region of the outer end it is convexly rounded. The locking lever 114 is essentially in the form of a "C". The shape of the edge recesses 112 and the transitions 119 and 120 is chosen such that the locking lever 11H without great play at both ends thereof rotates the closing piece 1; release or block. The torques transferred from the disc 5 to the lever arm 116 during the rotation of the disc 5 ^ serve to lift the lever arm 116 off the disc 5 ^. Also the torques which are transferred to the lever arm 113 during the rotation of the closing piece U through this closing piece are intended to lift the lever arm 113 off the closing piece. As a result, the wear is kept low. As long as the end 116 of the locking lever is in contact with the control surfaces 117 or 118, the keep is locked and not driven. As soon as the transition 119 comes into the region of the end 116, the drive of the closure piece 1+ begins by the pin 50 engaging in the adjacent slot 35, forcing the end 113 out of the edge recess 112. As soon as the closing piece k approaches loading position, the end 113 of the locking lever 11 ^ is again swung into one of the edge recesses 112 by the transition 120 of the disc 5 ^. After loading, pin 51 contacts one of the slots 35 and the baffle swings into the firing position, in which the baffle has been rotated 180 ° relative to Fig. 8.

Zoals uit fig. 8 blijkt, wordt het buitenste uiteinde van de bout 21 beïnvloed door een, de bout terugtrekkende, gewikkelde buigveer 12U via een eenarmige hefboom 126. Wanneer de haam 66 wordt beïnvloed, waarbij de haan bij de afbeelding volgens fig. 8 in linkse zin roteert, slaat de jukkopzijde j6 van de in wezen een U-vormig gebogen plaat gevormde haan tegen het buitenste uiteinde 130 van de bout 21.As can be seen from FIG. 8, the outer end of the bolt 21 is affected by a coil retracting coil spring 12U via a one-armed lever 126. When the body 66 is affected, the cock shown in FIG. rotates in the left sense, the yoke head j6 of the cock, which is essentially a U-shaped bent plate, strikes the outer end 130 of the bolt 21.

Aan de in fig. 10 zichtbare zijde van het deel 2 is een vanghef-boom 135 op de bout 73 gelegerd, welke hefboom aan het naar de haan 66 gekeerde uiteinde daarvan een klink 137 bezit, welke met een steunvlak 138 van de haan in ingrijping wordt gehouden zolang als het van de klink 137 af gekeerde eind 1*10 van de hefboom 135 door het gebogen deel 1^2 van de schijf $6 beschouwd vanuit de as ^0 radiaal naar buiten wordt gedrukt. Het gebogen deel lb2 bezit twee cirkelboogvormige, gebogen secties 1^2', ]k2" met verschillende straal, een geleidelijke overgang 1^3 tussen de beide stralen, en een naar binnen gerichte stap \bh, welke dan een zwaaibeweging van de hefboom 13^· in rechtse zin toelaat wanneer de as ij-0 na het lossen van een schot de bovenbeschreven rotatie daarvan heeft • uitgevoerd en'opnieuw de in fig. 1 weergegeven positie daarvan heeft in genomen. Hu drukt de haan 66 onder invloed van de veer 6j over het niet zelf-remmende wigvlakkenpaar 137' (op de klink 137) en 138 de twee-armi-ge hefboom 135 uit de grendelstand en slaat in zoverre de haan niet door de haak 68 wordt vastgehouden, voor het afgeven van het volgende schot op de bout 21. Daarbij glijdt het vlak 66' van de haan 66, dat een segment van een cirkelcilindervlak vormt en aansluit op het vlak 138, langs het vlak 137" van de klink 137 en oefent op de klink 137 een koppel uit, dat beoogt de klink 137 van het vlak 66' op te heffen.On the side of the part 2 visible in Fig. 10, a catch lever 135 is mounted on the bolt 73, which lever has a latch 137 at the end thereof which faces the cock 66, which meshes with a support surface 138 of the cock is held as long as the end 1 * 10 of the lever 135 remote from the latch 137 is pushed radially outwardly from the axis ^ 0 by the curved portion 1 ^ 2 of the disc $ 6 when viewed from the axis ^ 0. The curved portion 1b2 has two circular arcuate, curved sections 1 ^ 2 ',] k2 "of different radius, a smooth transition 1 ^ 3 between the two rays, and an inwardly directed step \ bh, which then pivots the lever 13 Permits in the right sense when the shaft ij-0 has carried out the above-described rotation thereof after firing a shot and has again taken up its position shown in fig. 1. Hu presses the cock 66 under the influence of the spring 6j over the non-self-braking wedge face pair 137 '(on the latch 137) and 138 the two-arm lever 135 out of the locked position and to the extent that the cock is not held by the hook 68, to deliver the next shot on the bolt 21. Thereby the plane 66 'of the cock 66, which forms a segment of a circular cylinder plane and connects to the plane 138, slides along the plane 137 "of the latch 137 and exerts a torque on the latch 137, which aims to raise the latch 137 of the plane 66 '.

Zoals uit fig. k blijkt, is op een evenwijdig aan de as ko evenwijdige as 150 een korte, eenarmige hefboom 152 bevestigd, die naar boven steekt en waarmede een koppelorgaan 15^ op een as 155 is gekoppeld. Het koppelorgaan 15^ bezit aan het andere uiteinde daarvan, aan een scharnier 156 zwaaibaar gelegerd, een uitstootinrichting 158, welke, wanneer in het magazijn 31 nog tenminste een patroon aanwezig is, door deze in een positie wordt gehouden, die in de schietrichting achter de als volgende in het sluit stuk 1+ in te brengen patroon is gelegen, waarbij de uitstootinrichting tegen een steunvlak 2’ van het deel 2 rust. De uitstoot inrichting 158 bezit boven de scharnier 156 een gebogen uitsteeksel 158’, dat in een.door blokken 159 en 159' begrensde geleidingsschacht 159" grijpt. Terwijl de hefboom 152 aan het in fig. 1+ van de beschouwer afgekeerde eindgebied van de as 150 rotatievast aan deze as is bevestigd, is in .het naar de beschouwer toegekeerde eindgebied van de as 150 een eenarmige hefboom 160 rotatievast aanwezig, welke aan het eindgebied daarvan is voorzien van een langwerpige opening 16U, welke met een bout 162 van een twee-armige hefboom 166 in ingrijping is.As shown in Fig. K, a short, one-armed lever 152 is mounted on a shaft 150 parallel to the axis ko, which protrudes upwards and with which a coupling member 15 is coupled to an axis 155. The coupling member 15 ^ at its other end, pivotally mounted on a hinge 156, has an ejector 158, which, when at least one cartridge is still present in the magazine 31, is held by it in a position which is in the firing direction behind the the next pattern to be inserted into the closing piece 1+ is located, the ejector being resting against a supporting surface 2 'of the part 2. The ejection device 158 has a curved projection 158 'above the hinge 156 which engages in a guide shaft 159 "bounded by blocks 159 and 159'. While the lever 152 is at the end region of the shaft remote from the viewer in FIG. 150 is mounted rotatably to this shaft, in the end region of the shaft 150 facing the viewer there is a one-armed lever 160 rotatably provided at the end region thereof with an elongated opening 16U, which is fastened with a bolt 162 of a double arm lever 166 is engaged.

De ene hefboomsarm van deze twee-armige hefboom 166 strekt zich tussen de bout 162 en de bout 168 uit. De andere hefboomsarm 170 sluit met de eerstgenoemde hefboomsarm een hoek van 6ngeveer 135° in. Het vrije uiteinde van de hefboomsarm 170 bezit aan de. van de beschouwer afgekeer-de zijde een bout 172. Wanneer zich in het magazijn 31 een patroon bevindt, dan neemt de reeks hefboomaandrijfinrichtingen 158, 15^, 152, 160, 166 de in fig. 4 aangegeven positie in, waarbij de zich op de hefboomsarm 170 bevindende bout 172 een stand bij de omtreksrand van de schijf 58 inneemt zonder de rand van de schijf 58 aan te raken. Wanneer zich daarentegen in het magazijn 131 geen patroon bevindt, dan steunt de reeks hefboomaandrijfinrichtingen 158, 15^, 152, 160, 166 waarvan de onderdelen 152 en 160 rotatievast met elkaar zijn verbonden, onder invloed van de werking van een trekveer 171 via de bout 172 tegen de omtreksrand van de schijf 58. Slechts bij een langzame beweging van de schijf 58, zoals deze bij een met de hand bedienen van de knop 175 optreedt, valt de bout 172 onder invloed van de trekveer 171 in een gleuf 173 van de schijf 58. De gebogen geleiding van de gleuf 173 bewerkstelligt via de bout 172 en de reeks hefboomaandrijfinrichtingen tenslotte de beweging van de uit-stootinrichting 158, welke vervolgens de plaats van de in fig. 1+ afge-beelde patroon 1¾ inneemt, en wel voert de uitstootinrichting 158 in verband met het ingrijpen van het uitsteeksel 158' in de geleidingsschacht 159” tengevolge van de beweging van de scharnier 156 onder invloed van de veer 17-1 een zwaaibeweging in rechtse zin uit, zodat de uitstootinrichting zich nu ongeveer ter plaatse van de in fig. 4 afgeheelde patroon 1H bevindt.The one lever arm of this two-arm lever 166 extends between the bolt 162 and the bolt 168. The other lever arm 170 encloses an angle of approximately 135 ° with the former lever arm. The free end of the lever arm 170 has at the. a bolt 172 away from the viewer. When a cartridge is located in the magazine 31, the series of lever actuators 158, 15, 152, 160, 166 assumes the position shown in FIG. lever arm 170 located bolt 172 assumes a position at the peripheral edge of the disk 58 without touching the edge of the disk 58. On the other hand, when there is no cartridge in the magazine 131, the series of lever actuators 158, 15, 152, 160, 166 whose parts 152 and 160 are rotatably interconnected under the action of a tension spring 171 acting through the bolt 172 against the peripheral edge of the disc 58. Only with a slow movement of the disc 58, as occurs when the button 175 is manually operated, the bolt 172 falls under the influence of the tension spring 171 into a slot 173 of the disc 58. The curved guidance of the slot 173 finally effects, via the bolt 172 and the series of lever actuators, the movement of the ejection device 158, which then takes the place of the cartridge 1¾ shown in Fig. 1+, i.e. ejection device 158 in connection with the engagement of the protrusion 158 'in the guide shaft 159 "as a result of the movement of the hinge 156 under the influence of the spring 17-1 in a right-hand swing movement so that the ejector is now approximately at the location of the cartridge 1H shown in FIG. 4.

De verdere rotatiebeweging van de schijf 58 bewerkstelligt zolang de bout 172 in de eerste helft van de gleuf 173 wordt geleid, de beweging van de uitstootinrichting 158 door de kamer 9 - welke zich in de laadpositie bevindt -, waarbij zich het uitsteeksel 158' niet meer in de geleidingsschacht 159" bevindt, doch hieruit is weggegleden. Daarbij wordt een zich eventueel in de kamer bevindende patroon uitgestoten. De tweede helft van.de gleuf 173 bewerkstelligt het terugtrekken van de uitstootinrichting 158, waarbij bij het uittreden van de bout 172 uit de gleuf 173 de reeks hefboomaandrijfinrichtingen weer naar de uitgangspositie wordt teruggevoerd en de kracht van de veer 171 weer, zoals boven is beschreven, op de rand van de schijf 58 wordt uitgeoefend. Tijdens het uitstoten ligt een kant 152' van de hefboom 152 tegen een kant 15^* van het koppelorgaan 15^· Deze kanten begrenzen de zwaaihoek tussen deze beide onderdelen tot ongeveer 15°.The further rotational movement of the disk 58 causes, as long as the bolt 172 is guided in the first half of the slot 173, the movement of the ejector 158 through the chamber 9 - which is in the loading position - with the projection 158 'no longer is located in the guide shaft 159 ", but has slipped out of it. During this process, a cartridge possibly present in the chamber is ejected. The second half of the slot 173 causes the ejection device 158 to retract, whereby the bolt 172 exits from the slot 173, the series of lever actuators is returned to the home position and the force of the spring 171 is again applied to the edge of the disc 58 as described above. During ejection, one side 152 'of the lever 152 abuts one side 15 ^ * of the coupling member 15 ^ · These sides limit the swing angle between these two parts to approximately 15 °.

De bij een schot ingeleide, automatische rotatie van de schijf 58 verloopt met grote hoeksnelheid, zodat de bout 172 tengevolge van de traagheid van de twee-armige hefboom 166 niet in de fleuf 173 kan vallen, waardoor wordt gewaarborgd, dat na een leeg geschoten magazijn de uitstootinrichting 158 niet automatisch in de werkzame stand komt.The automatic rotation of the disk 58 initiated by shot proceeds at a great angular velocity, so that the bolt 172 cannot fall into the slot 173 due to the inertia of the two-arm lever 166, thus ensuring that after an empty magazine is shot the ejector 158 does not automatically enter the operating position.

De gleuf 173 bewerkstelligt een wat vorm betreft juiste en derhalve zekere aandrijving van de uitstootinrichting 158 in de beide bewegingsrichtingen van de uitstootinrichting. De gleuf 173 heeft het in fig. b aangegeven verloop met twee op elkaar aansluitende, boogvormige secties. Daar waar deze beide secties onder een stompe hoek in elkaar overgaan, bezit de gleuf 173 de kleinste afstand tot de hartlijn van de schijf 58.The slot 173 effects a correct and therefore secure drive of the ejector 158 in both directions of movement of the ejector. The slot 173 has the course shown in Figure b with two contiguous arcuate sections. Where these two sections merge at an obtuse angle, the slit 173 has the smallest distance from the centerline of the disc 58.

Het doorladen door middel van de knop 175 is ook nodig wanneer een patroon niet is ontstoken. Bij het doorladen worden de as UO en alle daarmede gekoppelde onderdelen nauwkeurig op dezelfde wijze met de hand geroteerd als dit automatisch plaats vindt bij het afvuren van een schot. Wanneer zich derhalve bij het doorladen nog een patroon op de in fig. 1+ aangegeven plaats in het magazijn bevindt, dan wordt deze patroon bij het doorladen van het wapen op de bovenbeschreven wijze door de toevoer-inrichting 105 in de kamer 9 geschoven wanneer het sluitstuk 4 uit de positie, waarin bij het afvuren van het schot de patroon heeft geweigerd, over 90°.is geroteerd. Be nieuw toegevoerde patroon, die bij deze uitvoeringsvorm met de punt van het projectiel tegen de punt van het projectiel van de niet-ontstoken patroon komt, schuift de niet-ontstoken patroon uit de kamer naar beneden en stoot de patroon via de uitsparing 12 (fig. 9) naar buiten. Wanneer zich in het magazijn geen patroon meer bevindt, dan wordt de niet-ontstoken patroon door de uitstootinrichting 158 verwijderd.Charging through button 175 is also necessary when a cartridge is not ignited. During loading, the shaft UO and all parts coupled thereto are precisely rotated by hand in the same manner as this is automatically done when firing a shot. Therefore, when a cartridge is still in the magazine indicated in fig. 1+ during loading, this cartridge is pushed through the feed device 105 into chamber 9 in the manner described above when the weapon is loaded. keep 4 from the position in which the cartridge has refused when firing the shot has been rotated by 90 °. The newly fed cartridge, which in this embodiment comes with the tip of the projectile against the tip of the projectile of the unfired cartridge, slides the unfired cartridge out of the chamber and ejects the cartridge through the recess 12 (fig. 9) out. When there is no cartridge in the magazine, the un-ignited cartridge is removed by the ejector 158.

Fig. 11 toont in een diagram de relatie tussen de betreffende hoekpositie van de as ^0 en de hoeksnelheid daarvan. Be rotatiehoek 0° in de grafische voorstelling van fig. 11 komt overeen met de in de figuren aangegeven schietpositie van het wapen. De rotatiehoek wordt in het aanzicht volgens fig. 1 in rechtse zin gemeten. Bij een rotatiehoek van ongeveer ^0° heeft de as 40 en derhalve de slingermassa de maximale waarde van de rotatienslheid van ongeveer 25°/ms bereikt, hetgeen overeenkomt met een toerental van ongeveer 69 1/s, overeenkomende met ongeveer ^167 1/min. Deze maximale rotatiesnelheid is derhalve tweemaal zo groot als het toerental, dat zou optreden bij een schietfrequentie van 2000 schoten per minuut onder aanname, dat de as ^0 met een constante snelheid roteert en tussen de afzonderlijke schoten niet tot stilstand wordt gebracht. Tussen deze maximale waarde bij ongeveer U0° van de rotatiehoek en een rotatiehoek van ongeveer 70° treedt een sterke daling van het toerental van de slingermassa op, welke wordt bewerkstelligd door het energieverlies bij de eerste rotatie van het sluitstuk ^ over 90°.Fig. 11 shows in a diagram the relationship between the respective angular position of the axis 0 0 and the angular velocity thereof. The rotation angle 0 ° in the graphical representation of fig. 11 corresponds to the firing position of the weapon indicated in the figures. The angle of rotation is measured in the right-hand view in the view according to Fig. 1. At a rotation angle of about ^ 0 °, the shaft 40, and therefore the pendulum mass, has reached the maximum rotational speed value of about 25 ° / ms, which corresponds to a speed of about 69 l / s, corresponding to about ^ 167 l / min. . This maximum rotational speed is therefore twice as high as the speed that would occur at a firing frequency of 2000 shots per minute assuming that the spindle 0 rotates at a constant speed and is not stopped between the individual shots. Between this maximum value at about 10 ° of the rotation angle and a rotation angle of about 70 °, a sharp decrease in the rotational speed of the pendulum mass occurs, which is brought about by the energy loss during the first rotation of the closing piece by 90 °.

Het sluitstuk M, dat met een geringe wrijving, doch goed passend en derhalve goed afdichtend roteerbaar in de boring 3 is gelegerd, levert echter tegen het eind van de rotatiebeweging daarvan over 90° op zijn beurt bewegingsenergie aan de slingermassa, zodat het toerental van de as 1*0 in het gebied tussen ongeveer 70° en 90° van de rotatiehoek weer toeneemt. Vervolgens treedt dan een geleidelijke afname op, die bij een rotatiehoek van ongeveer 200° weer een, een korte tijd durende, sterke daling van het toerental vertoont, welke wordt bewerkstelligd door de tweede rotatie van het sluitstuk 1* over 90° door het Malteserkruis aandrijf stelsel. Tussen 100° en 2^*0° is bovendien een daling van het toerental waarneembaar, die veroorzaakt wordt door het energieverlies van de schommelmassa tengevolge van het inschuiven van een patroon in de zich in de laadpositie bevindende kamer. De bij een rotatiehoek ven 360° nog aanwezige bewegingsenergie, overeenkomende met een hoeksnelheid van de slingermassa van ongeveer 10°/ms wordt door het afremmen van de schuifstang 60 door middel van de blokkeerhefboom 81* geëlimineerd. Een dergelijke energieoverschot aan het eind van een volledige rondgang is van nut om bijvoorbeeld grotere bewegingsweerstanden van het mechanisme tengevolge van slijtage of ook vervuiling, te kunnen overwinnen.However, the closing piece M, which is mounted rotatably in the bore 3 with a low friction, yet well-fitting and therefore tightly sealing, in turn supplies kinetic energy to the pendulum mass at the end of its rotational movement through 90 °, so that the rotational speed of the axis 1 * 0 increases again in the region between about 70 ° and 90 ° of the rotation angle. Then a gradual decrease then occurs, which at a rotation angle of about 200 ° again shows a sharp decrease in speed for a short time, which is effected by the second rotation of the closing piece 1 * through 90 ° by the Maltese cross drive system. In addition, between 100 ° and 2 ° * 0 °, a drop in the speed can be observed, which is caused by the energy loss of the rocking mass as a result of the insertion of a cartridge into the chamber in the loading position. The kinetic energy still present at a rotation angle of 360 °, corresponding to an angular velocity of the pendulum mass of approximately 10 ° / ms, is eliminated by braking the sliding rod 60 by means of the locking lever 81 *. Such an energy surplus at the end of a full run is useful in overcoming, for example, greater resistance to movement of the mechanism due to wear or contamination.

Om echter dergelijke vervuilingen zo goed mogelijk uit te sluiten, is het sluitmechanisme inclusief het laadmechanisme van het wapen en het magazijn bij voorkeur naar buiten toe volledig ingekapseld.However, in order to exclude such contamination as well as possible, the closing mechanism including the loading mechanism of the weapon and the magazine is preferably completely encapsulated to the outside.

Slechts in fig. 3 is aangegeven, dat de in de tekening weergegeven onderdelen van het wapen binnen een huis 180 zijn ondergebracht, dat ook van het leger voor de knop 175 is voorzien.Only in Fig. 3 is it indicated that the parts of the weapon shown in the drawing are housed within a housing 180, which is also provided with the bearing for the knob 175.

De meeste van de verschillende schijven en hefbomen van de beschreven uitvoeringsvorm bestaan uit staalplaat, dat in de meeste gevallen een dikte van 1 mm heeft. Om met een dergelj-jke relatief dunne plaat goede scharnierverbindingen te kunnen vervaardigen, zijn deze verbindingen dikwijls verkregen door een omvouwen van een metalen onderdeel om het door de scharnier verbonden andere metalen onderdeel.Most of the different discs and levers of the described embodiment consist of steel sheet, which in most cases has a thickness of 1 mm. In order to be able to produce good hinge connections with such a relatively thin plate, these connections are often obtained by folding over a metal part around the other metal part connected by the hinge.

Dit blijkt meer in het bijzonder uit een vergelijking van de fig. 1 en 5 voor de blokkeerhefboom 82, aan de in fig. 1 naar beneden gerichte, horizontaal verlopende zijde waarvan zich een naar achteren omgebogen en om het scharnierbaar aan de bout 86 gelegerde einde van de eerste plaat 88 weer naar boven omgebogen lip aansluit. Deze lip, welke tot de blokkeerhefboom 82 behoort, is in fig. 5 aangeduid met 82'. Daar waar in.de tekening verdere van dergelijke omvouwingen zichtbaar zijn, zijn deze eveneens van een op een overeenkomstige wijze gemodifieerde referentie voorzien.This is more particularly apparent from a comparison of FIGS. 1 and 5 for the locking lever 82, on the horizontally extending side facing downward in FIG. 1, one end of which is bent backwards and pivotally mounted on the bolt 86 from the first plate 88 connect lip bent upwards again. This lip, which belongs to the locking lever 82, is indicated by 82 'in Fig. 5. Where further such folds are visible in the drawing, they are also provided with a correspondingly modified reference.

Bij de uitvoeringsvorm heeft de schijf k2 een diameter van ongeveer 50 mm, bestaat het onderdeel UU bij benadering uit een cirkelvormi ge schijf met een diameter van ongeveer 41 mm, heeft het excentrisch gelegerde tweede onderdeel 46 een diameter van ongeveer 25 mm, heeft de schijf 48 een diameter van ongeveer 38 mm, heeft de schijf 56 een diameter van ongeveer 35 mm en heeft de schijf 58 een diameter van ongeveer 69 mm. De zojuist genoemde onderdelen zijn onderdelen van de slingermassa. Bij het massatraagheidsmoment van deze onderdelen komt nog het massatraagheidsmoment van de schijf 54, de as 40 en de pennen 50 en 51. In zijn totaal verkrijgt men een massatraagheidsmoment van ongeveer 1 -4 2 4 x 10 kgm . Bij het bovengenoemde maximale toerental van ongeveer 4100 omwentelingen per minuut wordt derhalve in de slingermassa een energie van ongeveer 30J opgezameld. Deze energie is voldoende om zonder een verdere aandrijving vanuit de gasdrukzuiger de bovenbeschreven bewegingen uit te voeren.In the embodiment, the disk k2 has a diameter of about 50 mm, the part UU approximately consists of a circular disk with a diameter of about 41 mm, the eccentrically alloyed second part 46 has a diameter of about 25 mm, the disk 48 has a diameter of about 38 mm, the disc 56 has a diameter of about 35 mm and the disc 58 has a diameter of about 69 mm. The parts just mentioned are parts of the pendulum mass. To the mass moment of inertia of these parts there is also the mass moment of inertia of the disk 54, the shaft 40 and the pins 50 and 51. In total, a mass moment of inertia of about 1 -4 2 4 x 10 kgm is obtained. At the aforementioned maximum speed of about 4100 revolutions per minute, an energy of about 30J is therefore collected in the pendulum mass. This energy is sufficient to perform the above-described movements without a further drive from the gas pressure piston.

De haan 66 (fig. 12) is op een bout 75» welke zich in het deel '2 bevindt, zwaaibaar gelegerd. Een als een gewikkelde buigveer uitgevoerde haanslagveer 67 wordt op een niet aangegeven wijze na het afvuren van een schot door een automatische spaninrichting van het wapen weer gespannen. De haan 66 is in wezen U-vormig uitgevoerd. De haan bezit twee evenwijdig aan elkaar, op een af*stand van elkaar gelegen benen 68, welke met elkaar zijn verbonden door een juk 69, waarbij zich tussen deze benen 68 ook de haanslagveer 67 bevindt. De voorste jukkopzijde 76 is daarbij ten opzichte van de voorste kopzijde van de benen 68 naar achteren verschoven. Deze kopzijden van de benen 68 vormen een aanslag-vlak 77.The cock 66 (fig. 12) is pivotally mounted on a bolt 75 which is located in the part 2. A hammer stop spring 67 designed as a wound bending spring is tensioned again in an unspecified manner after the firing of a shot by an automatic tensioning device of the weapon. The cock 66 is essentially U-shaped. The cock has two parallel, mutually spaced legs 68, which are connected to each other by a yoke 69, the cocking spring 67 being also located between these legs 68. The front yoke head side 76 is shifted backwards with respect to the front head side of the legs 68. These ends of the legs 68 form a stop surface 77.

Fig. 12 toont de positie van de afzonderlijke onderdelen bij gespannen wapen. De klink 137» die met het steunvlak 138 van de haan 66 samenwerkt, geeft bij automatisch bedrijf van het wapen de haan 66 steeds dan weer vrij wanneer een nieuwe patroon in de kamer is ingebracht en het sluitstuk 4 weer de schietpositie daarvan heeft ingenomen.Fig. 12 shows the position of the individual parts when the weapon is cocked. The latch 137, which cooperates with the support surface 138 of the cock 66, in automatic operation of the weapon releases the cock 66 again and again when a new cartridge has been introduced into the chamber and the closing piece 4 has assumed its firing position again.

Met het buitenste uiteinde van de bout 21 werkt een, de bout terugtrekkende, gewikkelde buigveer 124 niet direkt samen, doch de veer is aangebracht op een in het deel 2 star aangebrachte bout 125, die tegelijkertijd als bout voor een eenarmige hefboom 126 dient, welke bestaat uit een iets omgebogen plaat, welke voorzien is van een langwerpige opening 140,. waarmede de plaat in twee aan tegenover elkaar gelegen zijden van de schacht 128 aanwezige uitsparingen 128' van de bout 21 grlijpt.A coiled spring bending spring 124 retracting the bolt does not cooperate directly with the outer end of the bolt 21, but the spring is mounted on a bolt 125 rigidly mounted in the part 2, which at the same time serves as a bolt for a one-armed lever 126, which consists of a slightly bent plate, which is provided with an elongated opening 140. with which the plate engages in two recesses 128 'of the bolt 21 present on opposite sides of the shaft 128.

De uitsparingen 128’ worden bij het achterste eindgebied van de schacht 128, in fig. 12 derhalve naar rechts, door een iets dikker deel 127 van de schacht begrensd, dat schouders 127 127' vormt, waartegen de hefboom 126 met de randgebieden van de langwerpige opening 1^0 steunt. Het deel 127 is als' êên geheel met de verdere bout 21 vervaardigd en derhalve zeer sterk. De veer 12U bevindt zich niet in de baan van de op deze plaats ondanks de door de schouder 2k en de bijbehorende aanslagvlakken gevormde afdichting, ontwijkende verbrandingsgassen en vervuilt derhalve weinig.The recesses 128 'are bounded at the rear end region of the shaft 128, to the right in Fig. 12, therefore by a slightly thicker part 127 of the shaft, which forms shoulders 127 127' against which the lever 126 with the edge regions of the elongated opening 1 ^ 0. The part 127 is manufactured as a whole with the further bolt 21 and is therefore very strong. The spring 12U is not in the path of the combustion gases escaping at this location despite the sealing formed by the shoulder 2k and the associated stop surfaces and therefore does not pollute much.

Wanneer de haan 66 wordt beïnvloed, waarbij de haan in de afbeelding volgens fig. 12 in linkse zin roteert, slaat de jukkopzijde 76 van de haan 66 tegen het buitenste uiteinde 130 van de bout 21 en brengt de bout tegen de kracht van de veer 12^ in, in beweging, De haan 66 treft dan na een verdere weg van ongeveer 1 mm met het aanslagvlak 77 daarvan een aanslag 129» welke de haan 66 direkt tengevolge van een bepaalde elasticiteit van het materiaal, waaruit de haan 66 bestaat, terugwerpt, nog voordat de bout 21 de ontsteekmassa van de patroon heeft bereikt. De vanaf het moment waarop de haan de aanslag 129 treft, vrij bewegende bout 21 ontsteekt na een door de lengte van de vrije bewegings-baan en de snelheid daarvan bepaalde vertragingstijd de patroon en wordt door de zich vormende stuwgassen met groot geweld teruggeslingerd, doch kan de door de aanslag 129 teruggeveerde haan niet meer bereiken.When the cock 66 is affected, with the cock rotating in the left-hand direction shown in Fig. 12, the yoke head 76 of the cock 66 strikes the outer end 130 of the bolt 21 and brings the bolt against the force of the spring 12 In, in motion, the cock 66 then strikes a stop 129 after a further distance of about 1 mm with the stop surface 77 thereof, which the cock 66 throws back directly as a result of a certain elasticity of the material, which the cock 66 consists of, even before the bolt 21 has reached the ignition mass of the cartridge. The free-moving bolt 21 from the moment the cock hits the stop 129 ignites the cartridge after a delay time determined by the length of the free movement path and the speed thereof, and is thrown back with great force by the forming propellants, but can no longer reach the cock returned by the stop 129.

De bout 21 komt met de schouder 2h daarvan tegen het bijbehorende aanslagvlak van het inzetstuk 23 en vormt daardoor een afdichting voor de stuwgassen nog voordat de hefboom 126 door de veer 12U in de in fig. 12 aangegeven uitgangspositie daarvan is terugbewogen. Voor het werkzaam worden van deze afdichting treden de bij het ontsteken, de bout 21 inhalende gassen uit, welke de neiging hebben de zich achter de bout bevindende onderdelen te vervuilen of te beschadigen. Opdat bij deze snelle teruggaande beweging van de bout 21 de hefboom 126 geen schadelijke belastingen ondergaat, zijn de uitsparingen 128' evenwijdig aan de verschui-vingsrichting van de bout 21 voldoend lang gedimensioneerd. Het in fig.The bolt 21 with its shoulder 2h abuts the associated stop surface of the insert 23 and thereby forms a seal for the propellant gases even before the lever 126 is moved back by its spring 12U to its starting position shown in Fig. 12. In order for this seal to become effective, the gases inhaling the bolt 21 emit which tend to contaminate or damage the parts located behind the bolt. In order for this fast return movement of the bolt 21 the lever 126 does not undergo any harmful loads, the recesses 128 'are dimensioned sufficiently long parallel to the direction of displacement of the bolt 21. The process shown in fig.

12 linkse begrenzingsvlak van de uitsparingen 128' ligt in elk geval ter linkerzijde van het in fig. 12 weergegeven rechtervlak van de aanslag 129. De aanslag 129 wordt gevormd door een, het inzetstuk 23 in het deel 2 vasthoudende moer.In any case, the left-hand boundary surface of the recesses 128 'lies to the left of the right-hand surface of the stop 129 shown in Fig. 12. The stop 129 is formed by a nut holding the insert 23 in the part 2.

Wanneer de bout 21 bij het ontbreken van een patroon in een lege ruimte slaat, begrenst de hefboom 126, die tegen de aanslag 129 komt, tengevolge van de ingrijping daarvan met.het deel 127 van de hout 21 de beweging van.de bout in fig. 12 naar links.When the bolt 21 strikes an empty space in the absence of a cartridge, the lever 126, which abuts the stop 129, as a result of its engagement with the part 127 of the wood 21, limits the movement of the bolt in FIG. 12 to the left.

De door het stuiten op de aanslag 129 tegen de kracht van de veer 67 in teruggeworpen haan 66 wordt na het bereiken van een omkeerpunt van zijn beweging door de haanslagveer weer in een richting naar de intussen in de uitgangspositie teruggekeerde bout 21 versneld. De haan 66 bereikt de bout 21 echter niet meer, omdat de haan 66 door een intussen in werking getreden haanspaninrichting wordt gegrepen en in de in fig.The cock 66, thrown back against the force of the spring 67 by the abutment 129 against the force of the spring 67, is accelerated again in the direction of the bolt 21 which has now returned to the starting position after a reversal point of its movement has been reached by the cocking spring. The cock 66, however, no longer reaches the bolt 21, because the cock 66 is gripped by a cocking device which has meanwhile started operating and which is shown in FIG.

12. afgeheelde spanpositie daarvan wordt terugbewogen.12. the clamped clamping position thereof is moved back.

Fig. 14 toont een variant, waarbij in plaats van de hefboom 126 en de veer 124 een enkele bladveer 150 aanwezig is, die evenals de hefboom 12β de langwerpige opening 140 bezit. De bladveer 150 is met schroeven 152 aan het deel 2 bevestigd.Fig. 14 shows a variant in which instead of the lever 126 and the spring 124 there is a single leaf spring 150 which, like the lever 12β, has the elongated opening 140. The leaf spring 150 is attached to the part 2 with screws 152.

De fig. .15, 16 en 17 tonen de bout 21, waarbij de uitsparingen 128' bijzonder duidelijk zijn aangegeven.15, 16 and 17 show the bolt 21, the recesses 128 'being particularly clearly indicated.

De bout 21 heeft een totale lengte van 22 mm, de schacht 128 bezit over het grootste gedeelte van de lengte daarvan een vierkante dwarsdoorsnede met een zijdelingse lengte van de dwarsdoorsnede van 3,2 mm. In het gebied van de uitsparingen 128’ is de in fig. l6 zichtbare dikte van de schacht 128 nog iets gereduceerd en bedraagt deze daar 2,8 mm. Het ten opzichte van de schacht 128 een grotere dwarsdoorsnede bezittende deel 127 bezit in de doorsnede volgens fig. 17 een grootste dwarsdoorsnede-afmeting van 4 mm. Het achterste eindvlak van de bout 21 is een sectie van een bolvlak, en de schouders 127’ verlopen convex gewelfd, zoals uit fig. 15 blijkt. De lengte van de uitsparing 128· bedraagt 6,5 mm en de maximale lengte van het deel 127 bedraagt 2,5 mm.Bolt 21 has an overall length of 22 mm, shank 128 has a square cross-section with a lateral cross-section length of 3.2 mm over most of its length. In the region of the recesses 128, the thickness of the shaft 128 visible in Fig. 16 is slightly reduced and there it is 2.8 mm. The part 127, which has a larger cross-section relative to the shaft 128, has a largest cross-sectional dimension of 4 mm in the cross section according to Fig. 17. The rear end face of the bolt 21 is a section of a spherical face, and the shoulders 127 are convexly curved, as shown in Fig. 15. The length of the recess 128 is 6.5 mm and the maximum length of the part 127 is 2.5 mm.

De overige afmetingen van de bout 21 kunnen worden ontnomen aan fig.The other dimensions of the bolt 21 can be taken from fig.

15 - 17» welke op schaal zijn.15 - 17 »which are to scale.

De diameter van het sluitstuk 4 bedraagt 34 mm. De overige afmetingen kunnen worden ontnomen uit de op schaal zijnde figuur 12.The diameter of the closing piece 4 is 34 mm. The other dimensions can be taken from the scale shown in figure 12.

De aanslag 129 en de haan 66 zijn vervaardigd uit de staallege-ring 16 MnCr 5 en bezitten een Vickers-hardheid HV1 660+60.The stop 129 and the cock 66 are made of the steel alloy 16 MnCr 5 and have a Vickers hardness HV1 660 + 60.

De knop 175 is gelegerd in een in .het huis 180 gelaste legerbus 220 (fig. 3). Daarbij wordt.de knop 175 vastgehouden door een schroef 222, die in de van schroefdraad voorziene boring 224 van een wiel 226 grijpt, dat vanaf.de binnenzijde van het huis 180 af met een,.de van schroefdraad voorziene boring 224 bezittende, korte as 228 in de boring van de legerbus 220 grijpt. Bij een voor schieten gereed zijnd, doch echter nog niet beïnvloed'vapen ligt de rotatie-as van de knop 175 en het viel 226 op êén lijn met de as 3’ van het sluitstuk 1*.Knob 175 is mounted in a bearing sleeve 220 welded into housing 180 (FIG. 3). Thereby, the knob 175 is held by a screw 222, which engages the threaded bore 224 of a wheel 226 which descends from the inside of the housing 180 with a threaded bore 224 having short shaft 228 engages the bore of bearing sleeve 220. In a ready for firing, but not yet affected vaping, the axis of rotation of the knob 175 lies and it fell 226 in line with the axis 3 'of the breech 1 *.

Fig. 18. toont een aanzicht van het viel 226 volgens fig. 3 vanaf de rechterzijde, echter ten opzichte van fig. 3 geroteerd. Fig. 19 is een doorsnede overeenkomstig de lijn XIX-XIX van fig. 18. Fig. 20 is een aanzicht in.de richting van de pijl XX in fig. 18, gedeeltelijk veggebroken. Zoals uit de fig. 18 en 19 blijkt, ondersteunt het viel 226 buiten de rotatie-as daarvan een verend ondersteunde meenemer 230, velke vordt gevormd door het vrije uiteinde van een bladveer 300, die met een nagel 302 aan het viel 226 is bevestigd. De meenemer 230 steekt daarbij door een uitsparing 30^ in het schijfvormige deel 306 van het viel 226. De meenemer 230 vordt door de bladveer 300 in een richting naar de, zich in het huis 180 in de buurt van het viel 226 bevindende, bij niet-beïnvloed vapen coaxiale cirkelvormige schijf 58 voorgespannen. Wanneer voor het ontladen van het vapen of na een onjuiste ontsteking, het vapen moet vorden doorgeladen, dan vordt de knop 175 door de schutter met de hand zodanig geroteerd, dat de rotatierichting van de knop 175 overeenkomt met de normale rotatierichting van de schijf 58. Daarbij komt dan de meenemer 230 in ingrijping met een in vezen vertikaal op het vlak van tekening van fig. 1+ verlopend vlak 238 van het uitsteeksel 59’en vordt de schijf 58 geroteerd, vaardoor het bovenbeschreven doorlaatproces vordt beverkstelligd.Fig. 18 shows a view of the fell 226 of FIG. 3 from the right, but rotated relative to FIG. 3. Fig. 19 is a sectional view taken on the line XIX-XIX of FIG. 18. FIG. 20 is a view in the direction of arrow XX in FIG. 18, partially broken away. As can be seen from FIGS. 18 and 19, the drop 226 supports off its axis of rotation a resiliently supported carrier 230, which is formed by the free end of a leaf spring 300 secured to the drop 226 with a nail 302. The driver 230 protrudes through a recess 30 ^ in the disc-shaped part 306 of the fell 226. The driver 230 extends through the leaf spring 300 in a direction towards the, which is located in the housing 180 in the vicinity of the fell 226. -affected vaping coaxial circular disk 58 biased. If before vaping is discharged or after an incorrect ignition, the vaping has to be recharged, the knob 175 is manually rotated by the shooter so that the direction of rotation of the knob 175 corresponds to the normal direction of rotation of the disk 58. The driver 230 then enters into engagement with a plane 238 of the projection 59 extending vertically in the plane of the drawing of Fig. 1+ and the disc 58 is rotated, thereby effecting the above-described transmission process.

Wanneer daarentegen een beveging van de onderdelen van het vapen, bijvoorbeeld bij het afvuren van een schot door het vapen zelf tot stand vordt gebracht, dan mag deze beveging niet naar de doorlaatinrichting vorden overgedragen. In verband met de hierna volgend te beschrijven verschuifbare legering van het vapenstelsel in het huis kan bij normale ver-king van het vapen bij het afvuren van een schot het uitsteeksel 59 niet in ingrijping komen met meenemer 230. Desondanks is het denkbaar, dat niet-controleerbare invloeden het bedieningsonderdeel van de doorlaatinrichting verstellen en dat bij een door het vapen zelf ingeleid laadproces het uitsteeksel 59 tegen de meenemer 230 komt. In dit geval treft het uitsteeksel 59 met het vigvlak 235 daarvan de meenemer 230 en schuift deze meenemer terug zonder dat naar de knop 175 vaarneembare koppels vorden overgedragen.If, on the other hand, a wiping of the parts of the vaping is effected, for example when a shot is fired by the vaping itself, then this wiping may not be transferred to the transmission device. In connection with the sliding alloy of the vaping system in the housing to be described hereinafter, during normal firing of the vaping, the projection 59 cannot engage with driver 230 during firing of a shot. Nevertheless, it is conceivable that controllable influences adjust the operating part of the transmission device and that in a loading process initiated by the vaping itself the projection 59 comes against the driver 230. In this case, the projection 59 with its vig face 235 strikes the driver 230 and retracts this driver without transferable couples to the knob 175 being transferred.

Het uitsteeksel 59 bezit nog een verder afgeschuind vlak 2kOt waarvan de daalrichting, vanneer men aanneemt, dat de.schijf 58 horizontaal ligt, in fig. 4 ongeveer van'rechts naar links verloopt, derhalve in de schietrichting verloopt. Dit afgeschuinde vlak 2k0 is aanwezig omdat het hij het weergegeven wapen gaat om een geweer met een affuit-stelsel. De loop 1 met het ten opzichte van de loop stationaire deel 2 en alle overige, weergegeven onderdelen in het huis 180 zijn vertikaal op het vlak van tekening in fig. 3 en derhalve evenwijdig aan de lengterichting van de loop verschuifbaar geleid. Hiertoe bezit het huis 180 schuifgeleidingen, n.l. naar binnen stekende, lijstachtige uitsteeksels r 250, die in evenwijdig hieraan verlopende langsgroeven 252 van het ten opzichte van de loop stationaire deel 2 grijpen. Het deel 2 wordt in het huis 180 door een niet-weergegeven veer ondersteund. Bij het afvuren van een schot beweegt zich tengevolge van de terugstoot het deel 2 tegen de schietrichting in naar achteren en wordt na het afvuren van het schot door de genoemde veer weer in de schietrichting naar voren bewogen. Bij deze naar achteren gerichte beweging van het deel 2 beweegt zich ook de schijf 58,en de as 1*0, die ten opzichte van deze schijf 58 coaxiaal is ligt derhalve niet meer op êên lijn met de stationair aan het huis aangebrachte knop 175· Het kan nu zijn, dat gedurende de periode, waarin het deel 2 zich niet in de rustpositie daarvan bevindt, doch in een door het afvuren van het schot veroorzaakte, naar achteren verschoven positie, door bepaalde omstandigheden de knop 175 iets wordt geroteerd. Daardoor kan de meenemer 230 in de baan van het uitsteeksel 59 geraken, welke dit uitsteeksel bij de naar voren gerichte beweging van het deel 2 uitvoert. Opdat hierdoor geen storing wordt veroorzaakt, is het schuine vlak 2^0 aanwezig, dat bewerkstelligt, dat, wanneer het uitsteeksel 59 bij de beschreven beweging met het schuine vlak 2bo daarvan tegen de meenemer 230 komt, deze tegen de kracht van de veer 300 in naar achteren wordt verschoven, zodat het deel 2 zijn beoogde positie kan innemen.The projection 59 has an even further beveled surface, the direction of descending of which, assuming that the disc 58 is horizontal, in Fig. 4 extends approximately from the right to the left, thus extending in the firing direction. This beveled plane 2k0 is present because the weapon shown is a rifle with a gun system. The barrel 1 with the stationary part 2 relative to the barrel and all other parts shown in the housing 180 are guided vertically in the plane of the drawing in Fig. 3 and are therefore displaceable parallel to the longitudinal direction of the barrel. For this purpose, the housing has 180 sliding guides, i.e. inwardly projecting, frame-like protrusions r 250, which engage in longitudinal grooves 252 running parallel to this of the part 2 stationary with respect to the barrel. The part 2 is supported in the housing 180 by a spring (not shown). When firing a shot, due to the recoil, the part 2 moves backwards against the firing direction and after firing the shot, the spring again moves forward in the firing direction. With this rearward movement of the part 2, the disc 58 also moves, and the shaft 1 * 0, which is coaxial with respect to this disc 58, is therefore no longer in line with the knob 175 fixed to the housing. It may now be that during the period in which the part 2 is not in its rest position, but in a rearwardly displaced position caused by the firing of the shot, the knob 175 is rotated slightly by certain circumstances. As a result, the carrier 230 can get into the path of the projection 59, which this projection carries out during the forward movement of the part 2. In order that this does not cause a disturbance, the inclined surface 2 ^ 0 is present, which ensures that when the projection 59 comes into contact with the driver 230 during the described movement with the inclined surface 2bo thereof, this counteracts the force of the spring 300. shifted backwards so that Part 2 can assume its intended position.

Om te waarborgen, dat het zich in de schietpositie bevindende sluitstuk 1* bij het doorladen door middel van de knop 175 na het doorladen weer de schietpositie nauwkeurig inneemt en de schutter ook niet per ongeluk de knop in de onjuiste richting kan roteren, is tussen de knop 175 en een ten opzichte van het huis vast deel een voor een rotatie-hoek van 360° gedimensioneerde schaargeleiding aanwezig. De schaarge-leiding, die in fig. 21 wat betreft de werking daarvan nauwkeurig is weergegeven, is op een, de legerbus 220 op de wijze van een flens omge- vend deel 320 aanwezig. De schaargeleiding 330 bezit een binnenste kant 332 en een buitenste kant 334, zie ook fig. 3. Op bet rotatievast met de knop verbonden wiel 226 en wel'op de schijf 306 daarvan, is een ten opzichte van de rotatie-as van het wiel 326 excentrisch opgestelde bout 340 bevestigd, die als leger voor een geleidingsarm 342 dient. Deze ge-leidingsarm 342 bezit aan het eind daarvan een geleidingsbout 341*, die met de kanten 332 en 334 van de schaargeleiding samenwerkt. De geleidingsarm 342 wordt belast door een veer 346, zodat de geleidingsbout 344 steeds tegen de binnenkant 332 van de schaargeleiding wordt gedrukt. De geleidingsarm 342 en de legering daarvan zijn in fig. 18-20 gedetailleerd weergegeven. Om de geleidingsbout in fig. 3 beter te kunnen weergeven, is de bout 340 daar over 122° verschoven afgeheeld.In order to ensure that the closing piece 1 * in the firing position 1, when reloading by means of the button 175 after the reloading, accurately returns to the firing position and the shooter cannot accidentally rotate the knob in the wrong direction, it is between the knob 175 and a fixed part relative to the housing have a scissor guide dimensioned for a rotation angle of 360 °. The scissor guide, which is shown in detail in its operation in FIG. 21, is provided on a flange sleeve 320 surrounding the bearing sleeve 220. The scissor guide 330 has an inner side 332 and an outer side 334, see also fig. 3. On the wheel 226, which is connected to the knob, which is rotatably connected to the disc 306 thereof, there is one relative to the axis of rotation of the wheel 326 eccentrically arranged bolt 340 is attached, which serves as a bearing for a guide arm 342. At the end thereof, this guide arm 342 has a guide bolt 341 * which cooperates with the edges 332 and 334 of the scissor guide. The guide arm 342 is loaded by a spring 346, so that the guide bolt 344 is always pressed against the inside 332 of the scissor guide. The guide arm 342 and its alloy are shown in detail in Figures 18-20. In order to better show the guide bolt in Fig. 3, the bolt 340 is tilted there shifted by 122 °.

In de in fig. 21a aangegeven uitgangspositie, waarbij de kamer op êén lijn ligt met de as van de loop, is de knop 175 door ingrijping van de geleidingsbout 344 in een holte 348 van de binnenkant 332 ge-fiseerd, waarbij het hiet een grensbelastingsblokkeerinrichting betreft. Wanneer de knop 175 door de schutter in de juiste zin wordt geroteerd, waarbij de bout 340 in de afbeelding volgens fig. 21 in linkse zin met ee schijf 306 roteert, komt de geleidingsbout 344 uit de holte 348 en wordt deze in de in fig. 21b aangegeven positie gebracht. Bij een doordraaien van de knop 175 wordt de geleidingsbout 344 door een naar buiten gericht vlak 354 van de binnenste geleidingskant naar buiten gezwaaid en bereikt de bout tenslotte in de afbeelding volgens fig. 21d een door de buitenste schaarkant 334 gevormde, ongeveer radiaal naar binnen stekende aanslag 349, waardoor de rotatiebeweging van de knop wordt beëindigd.In the starting position shown in Fig. 21a, where the chamber is aligned with the barrel axis, the knob 175 is engaged by engagement of the guide bolt 344 into a cavity 348 of the interior 332, with a limit load inhibitor. regarding. When the knob 175 is properly rotated by the shooter, with the bolt 340 in the illustration of FIG. 21 rotating in a left-hand direction with the disc 306, the guide bolt 344 emerges from the cavity 348 and is shown in the FIG. 21b indicated position. When the knob 175 is rotated, the guide bolt 344 is swung outwardly from the inner guide side by an outwardly facing surface 354 and finally the bolt in the figure according to Fig. 21d reaches a projection formed radially inward by the outer shear side 334. stop 349, which terminates the rotary movement of the knob.

De aanslag of het oppervlaktegebied 349 verloopt niet precies radiaal, doch is concaaf gekromd met een kromtestraal, welke kleiner is dan de zwaaistraal van de geleidingsbout 344 om de bout 340. Derhalve verhindert het binnenste uiteinde 356 van de aanslag 349, dat de geleidingsbout 344 onder invloed van de veer 346 naar binnen wordt gezwaaid. Zodra de schutter de knop loslaat, kan echter het wiel 226 over een fractie van een graad terugdraaien, waarbij deze rotatiebeweging door de veer 346 wordt veroorzaakt en valt de geleidingsbout 344 onder invloed van de veer 346 over de vernauwde plaats 350 tussen de binnenste en buitenste kant van de schaargeleiding radiaal naar binnen in.de in fig. 21a aangegeven uitgangsstand. Wanneer de schutter tracht de knop 175 in de tegengestelde richting te.roteren, dan verschuift de geleidingsbout 344 zich welis- vaar iets uit .de holte 3^8, doch komt hierbij te rusten tegen een steun-vlak 352 van de binnenkant 332, zoals aangegeven in fig. 21f, waardoor een onjuiste rotatie van de knop op een effectieve wijze wordt voorkomen.The stop or surface area 349 is not exactly radial, but is concavely curved with a radius of curvature smaller than the swing radius of the guide bolt 344 about the bolt 340. Therefore, the inner end 356 of the stop 349 prevents the guide bolt 344 from under influence of the spring 346 is swung inward. However, as soon as the shooter releases the button, the wheel 226 can turn back a fraction of a degree, causing this rotational movement caused by the spring 346, and the guide bolt 344 falls over the narrowed location 350 between the inner and outer under the influence of the spring 346. side of the scissor guide radially inwardly in the starting position shown in Fig. 21a. While the shooter attempts to rotate the knob 175 in the opposite direction, the guide bolt 344 will shift slightly out of the cavity 3-8, but will rest against a support face 352 of the interior 332, such as shown in Fig. 21f, effectively preventing improper rotation of the knob.

De binnenkant 332 vormt bij de uitvoeringsvorm de "eerste gelei-dingskant", zoals deze in de conclusies is vermeld. Men kan de inrichting echter ook zodanig uitvoeren, dat de veer 3^6 de geleidingsbout tegen de buitenste geleidingskant drukt en de, de rotatiebeweging beëindigende aanslag zich bij de binnenste geleidingskant bevindt. Het verloop van de geleidingskanten moet dan dienovereenkomstig worden gewijzigd. De op de geleidingsbout tengevolge van de rotatiebeweging van het wiel 226 uitgeoefende centrifugaalkracht speelt bij de hier optredende geringe hoeksnelheden geen rol. De beschreven schaargeleiding kan ook voor andere rotatie-aandrijfinrichtingen bij een wapen en in het algemeen voor willekeurige rotatie-aandrijfstelsels worden toegepast.The interior 332 in the embodiment forms the "first guiding side" as claimed in the claims. However, the device can also be designed such that the spring 3 ^ 6 presses the guide bolt against the outer guide side and the stop, which ends the rotational movement, is at the inner guide side. The course of the guide edges must then be changed accordingly. The centrifugal force exerted on the guide bolt as a result of the rotational movement of the wheel 226 plays no role in the low angular velocities occurring here. The described scissor guide can also be used for other weapon rotary drive devices and generally for random rotary drive systems.

Het voordeel van deze schaargeleiding ligt in de bijzonder goede werking daarvan en in het feit, dat de geleiding na een voorafbepaalde ro-tatiehoek, bij het voorbeeld 3^0°, de rotatiebeweging door een duidelijk voelbare aanslag beëindigt. Ha een gedurende een korte tijd loslaten of verminderen van het op het bedieningsonderdeel uitgeoefende koppel kan de rotatiebeweging opnieuw beginnen.The advantage of this scissor guide lies in its particularly good operation and in the fact that the guide ends the rotational movement after a predetermined rotation angle, for example 3 ° 0 °, by a clearly noticeable stop. After a brief release or reduction of the torque applied to the operating part, the rotational movement can start again.

Bij dit wapen kan door het gebruik van een eenvoudige aandrijving een andere schaargeleiding worden toegepast, waarbij de rotatiebeweging steeds na een rotatiehoek van 180° wordt beëindigd. Bij een dergelijke schaargeleiding zijn de naar buiten en naar binnen stekende uitsteeksels van de kanten 332 en 33^ in zijn totaal tweemaal langs de omtrek aanwezig. De rotatiebeweging kan ook na een hoek van minder dan 180° door de schaargeleiding worden beëindigd. Het is ook mogelijk, ofschoon voor het beschreven wapen niet zonder meer van toepassing, de rotatiebeweging na . ongelijke hoeken, die elkaar tot 360° aanvullen, te beëindigen, derhalve de uitsteeksels van de kanten 33,2 en 33^ tweemaal uit te voeren en zodanig aan te brengen, dat bijvoorbeeld na rotatiehoeken van 160° en 200° de aanslagen werkzaam worden.By using a simple drive, a different scissor guide can be used with this weapon, whereby the rotational movement is always ended after a rotation angle of 180 °. With such a scissor guide, the outwardly and inwardly projecting protrusions of the edges 332 and 33 are provided twice in total along the circumference. The rotational movement can also be terminated after an angle of less than 180 ° through the shear guide. It is also possible, although not necessarily applicable to the described weapon, after the rotational movement. end unequal angles which complement each other up to 360 °, so that the protrusions of the edges 33,2 and 33 ^ are twice designed and arranged such that the stops become effective, for example, after rotation angles of 160 ° and 200 °.

Er wordt op gewezen, dat de in de hierna volgende conclusies aangegeven referenties niet in.beperkende zin dienen te worden opgevat, doch slechts ter toelichting dienen.It is pointed out that the references set out in the following claims are not to be taken in a limiting sense, but are merely illustrative.

Claims (13)

1. Zelf-ladend handvuurwapen, meer in het bijzonder geweer, met een in een ten opzichte van de loop stationair deel aanwezige, loodrecht op de hartlijn van de loop staande uitsparing, waarin een in wezen walsvor-mig sluitstuk coaxiaal is opgesteld en voor het laden om de lengte-as daarvan zwaaibaar is, dat een in een schietpositie van het sluitstuk met de loop op êén lijn gelegen kamer bevat, en een inrichtingom het sluitstuk uit de schietpositie in een laadpositie te zwaaien, waarin de kamer voor het invoeren van een patroon toegankelijk is, en om het ' sluitstuk na het invoeren van de patroon in een schietpositie te zwaaien met het kenmerk, dat een roteerbaar aan te drijven onderdeel (slinger-massa 1+0, 1+2, 1+1+, 1+6, 1+8, 5^, 56» 58) aanwezig is, welk deel zodanig in aandrijvende verbinding met het sluitstuk (1+) staat, dat het roteerbaar aan te drijven deel in de periode na het afvuren van een schot tot het moment, waarop het wapen voor het afvuren van een volgend schot gereed is, continu roteert.Self-loading handgun, more particularly a rifle, with a recess located perpendicular to the barrel centerline relative to the barrel, in which a substantially roll-shaped breech is arranged coaxially and loadable about its longitudinal axis, comprising a chamber aligned with the barrel in a firing position of the breech, and a device for pivoting the breech out of the firing position into a loading position into which the chamber for inserting a cartridge is accessible, and to swing the keep in a firing position after the cartridge has been introduced, characterized in that a rotatably driven part (pendulum mass 1 + 0, 1 + 2, 1 + 1 +, 1+ 6, 1 + 8, 5 ^, 56 »58) is present, which part is in driving connection with the closing piece (1+) such that the rotatably driven part in the period after firing a shot to the moment , on which the weapon for firing another shot is ready ed, rotates continuously. 2. Wapen volgens conclusie 1 met het kenmerk, dat het roteerbaar aan te drijven deel een slingermassa (1+0, h2, 1+1+, 1+6, 1+8, 5^» 56, 58) is, welke zodanig met het sluitstuk (4) in aandrijvende verbinding staat, dat de slingermassa gedurende tenminste een deel van de genoemde periode opgezamelde bewegingsenergie voor het aandrijven van het sluitstuk levert .A weapon according to claim 1, characterized in that the rotatably driven part is a pendulum mass (1 + 0, h2, 1 + 1 +, 1 + 6, 1 + 8, 5, 56, 58), such with the shutter (4) in driving connection, that the pendulum mass supplies accumulated kinetic energy for driving the shutter for at least part of the said period. 3. Wapen volgens conclusie 2 met het kenmerk, dat het wapen is uitgevoerd als een gasdruklaadwapen met een gaszuiger en een terugstelveer. 1+. Wapen volgens conclusie 2, dat als een gasdruklaadwapen met een gaszuiger is uitgevoerd met het kenmerk, dat de slingermassa (1+0, 1+2, 1+1+, 1+6, 1+8, 5I+» 56, 58) in wezen slechts tijdens de aanwezigheid van een gasdruk door de gaszuiger (schuifstang 60) wordt aangedreven.Weapon according to claim 2, characterized in that the weapon is designed as a gas pressure loading weapon with a gas piston and a return spring. 1+. Weapon according to claim 2, which is designed as a gas pressure loading weapon with a gas piston, characterized in that the pendulum mass (1 + 0, 1 + 2, 1 + 1 +, 1 + 6, 1 + 8, 5I + »56, 58) in essentially only is driven by the gas piston (push rod 60) in the presence of a gas pressure. 5. Wapen volgens conclusie 1+ met het kenmerk, dat de gasdruklaadin- richting zonder terugstelveer is uitgevoerd. ,Weapon according to Claim 1+, characterized in that the gas pressure loading device is designed without a return spring. , 6. Wapen volgens een der voorgaande conclusies met het kenmerk, dat met het roteerbaar aan te drijven.deel (schijf 1+2) een haanspaninrich-ting (65) voor het spannen van een haan (66) van het wapen in aandrijvende verbinding staat.Weapon according to any one of the preceding claims, characterized in that with the rotatably driven part (disc 1 + 2) a cocking device (65) for tensioning a cock (66) of the weapon is in driving connection. . 7. Wapen volgens een der voorgaande conclusies, waarbij een toevoer-orgaan voor het inschuiven van een patroon, in de zich in de laadpositie bevindende kamer aanwezig is, welke wordt beïnvloed door tenminste een draaibaar gelegerd even dik onderdeel met het kenmerk, dat tenminste een even dik onderdeel (Ij-U, U6) een onderdeel vormt van het roteerbaar aan te drijven deel.Weapon according to any one of the preceding claims, wherein a cartridge insertion element is provided in the chamber in the loading position, which is influenced by at least one rotatably alloyed, equally thick part, characterized in that at least one equally thick part (Ij-U, U6) forms part of the rotatably driven part. 8. Wapen volgens een der conclusies 2-7 met het kenmerk, dat alle delen (^0, 1*2, ¥+, 1*6, 1*8, 5**s 56, 58) van de slingermassa om een enkele, gemeenschappelijke as roteerbaar zijn opgesteld.A weapon according to any one of claims 2 to 7, characterized in that all parts (^ 0, 1 * 2, ¥ +, 1 * 6, 1 * 8, 5 ** s 56, 58) of the pendulum mass around a single common shaft are rotatably arranged. 9. Wapen volgens een der voorgaande conclusies, waarbij een schakel-wiel van een, het sluitstuk aandrijvend schakelwielaandrijfstelsel in de periode tussen het afvuren van een schot en het bereiken van de schietpositie voor het volgende schot een volledige omwenteling uitvoert, met het kenmerk, dat een blokkeerinrichting (blokkeerhefboom 82, neus 80, aanslagvlak 85) aanwezig is, die het schakelwiel precies na een volle omwenteling tot stilstand brengt.A weapon according to any one of the preceding claims, wherein a shift wheel of a shift wheel drive gear driving the breech performs a full revolution in the period between firing a shot and reaching the firing position for the next shot, characterized in that a locking device (locking lever 82, nose 80, stop surface 85) is present, which stops the gear wheel exactly after one full revolution. 10. Wapen volgens tenminste een der conclusies 3-5 met het kenmerk, dat de gasdrukzuiger een met de slingermassa gekoppelde kruk (scharnier 61) beïnvloedt.Weapon according to at least one of claims 3 to 5, characterized in that the gas pressure piston influences a crank (hinge 61) coupled to the pendulum mass. 11. Wapen volgens conclusie 10 met het kenmerk, dat de stand van de kruk in de schietpositie enige graden na het bovenste dode punt is gelegen en de gasdruklaadinrichting zodanig is uitgevoerd, dat de gasdruk op zijn laatst eindigt op het moment, waarop de kruk het onderste dode punt bereikt.Weapon according to claim 10, characterized in that the position of the crank in the firing position is located a few degrees after the top dead center and the gas pressure loading device is designed in such a way that the gas pressure ends at the moment when the crank exits. bottom dead center reached. 12. Wapen volgens tenminste conclusie 6 met het kenmerk, dat om de zwaai-as van de haan (66) een hefboom als aanspaninrichting (65) zwaai-baar is gelegerd, die door een koppelorgaan (62) met een excentrisch op het roteerbaar aan te drijven deel aangebrachte scharnier (61) is verbonden.A weapon according to at least claim 6, characterized in that a lever is mounted pivotally around the pivot axis of the cock (66) as a tensioning device (65), which is rotatably mounted on a coupling member (62) part hinge (61) provided for floating is connected. 13. Wapen volgens conclusie 12 en een der conclusies 3 of 5 met het kenmerk, dat de koppeling tussen de haanspaninrichting (65) en de slinter-massa (1*2) zodanig is, dat een haanslagveer (67) op zijn laatst maximaal is gespannen op het moment waarop de gasdruk eindigt. ll*. Wapen volgens een der conclusies 2-13 met het kenmerk, dat de rotatie-as van de slingermassa en de rotatie-as van de haan (66) en van de haanspaninrichting (65) evenwijdig aan elkaar op een afstand van elkaar zijn gelegen in een vlak, waarin een, door de gasdrukzuiger aangedreven, met de slingermassa gekoppeld deel (schuifstang 60) verschuifbaar is, waarbij.de hoek, die de haanspaninrichting (65) en het koppel- orgaan (62) bij een wapen, dat zich in de schietpositie bevindt, met elkaar insluiten, ongeveer 90° bedraagt, en de stand van.de kruk ongeveer 30° achter het bovenste dode punt is gelegen.Weapon according to Claim 12 and one of Claims 3 or 5, characterized in that the coupling between the cocking device (65) and the sliver mass (1 * 2) is such that a cocking spring (67) is at its maximum tense when the gas pressure ends. ll *. A weapon according to any one of claims 2-13, characterized in that the axis of rotation of the pendulum mass and the axis of rotation of the cock (66) and of the cocking device (65) are spaced parallel to each other in a plane in which a part (sliding rod 60) coupled to the pendulum mass, driven by the gas piston, is slidable, the angle extending between the cocking device (65) and the coupling member (62) in a firing position in the firing position is approximately 90 °, and the position of the crank is approximately 30 ° behind the top dead center. 15. Wapen, meer in het bijzonder volgens een der voorgaande conclusies, vaarbij een toevoerinrichting voor het inschuiven van een patroon in de zich in de laadpositie bevindende kamer aanwezig is, welke door twee even dikke onderdelen wordt beïnvloed, die met een, het sluitstuk beïnvloedend schakelwiel rotatievast zijn verbonden, waarbij elk even dik onderdeel steeds tegen twee tegenover elkaar gelegen, evenwijdig aan elkaar verlopende kanten van een hefboom rust en waarbij de .beide paren kanten een -van 0° verschillende hoek met elkaar insluiten met het kenmerk, dat met het eerste even dikke onderdeel (¾¾) een eerste besturingshefboom (eerste besturingsplaat 88) is gekoppeld, welke zwaaibaar is gelegerd om een ten opzichte van de loop stationaire as (asbout 86), met het tweede even dikke onderdeel (U6) een tweede besturingshefboom (tweede besturingsplaat 95) is gekoppeld, welke met het ene uiteinde scharnierbaar samenwerkt met een, het toevoeronder-deel vormende tuimelaar (99) en met het andere uiteinde met de eerste besturingshefboom op een afstand van de zwaai-as daarvan (scharnier 93) is gekoppeld.A weapon, more particularly according to any one of the preceding claims, wherein a supply device for inserting a cartridge is present in the chamber located in the loading position, which is influenced by two equally thick parts, which influence with a closing element the shift wheel are connected in a rotation-proof manner, each part of the same thickness always resting against two opposite sides of a lever running parallel to each other and the two pairs of sides enclosing an angle of 0 ° different from each other, characterized in that with the first equally thick part (¾¾) a first control lever (first control plate 88) is coupled, which is pivotally mounted about a stationary axis (shaft bolt 86) with respect to the barrel, with the second equally thick part (U6) a second control lever (second control plate 95) which is hinged at one end to pivotally interact with a tumbler (99) e forming the feed part n is coupled to the first control lever at a distance from its pivot axis (hinge 93) at the other end.
NL8301593A 1982-05-08 1983-05-06 HAND Firearm. NL8301593A (en)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
DE3217469 1982-05-08
DE3217469 1982-05-08

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8301593A true NL8301593A (en) 1992-04-01

Family

ID=6163171

Family Applications (3)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8301593A NL8301593A (en) 1982-05-08 1983-05-06 HAND Firearm.
NL8301595A NL8301595A (en) 1982-05-08 1983-05-06 HAND Firearm.
NL8301594A NL8301594A (en) 1982-05-08 1983-05-06 HAND Firearm.

Family Applications After (2)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8301595A NL8301595A (en) 1982-05-08 1983-05-06 HAND Firearm.
NL8301594A NL8301594A (en) 1982-05-08 1983-05-06 HAND Firearm.

Country Status (5)

Country Link
BE (4) BE896680A (en)
FR (3) FR2671394A1 (en)
GB (4) GB2248914B (en)
IT (4) IT8348255A0 (en)
NL (3) NL8301593A (en)

Family Cites Families (17)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB136581A (en) * 1917-04-28 1919-12-22 Arthur Trevor Dawson Improvements in or relating to Ordnance Firing Mechanism.
GB210655A (en) * 1923-03-23 1924-02-07 Joseph Declaye Improvements in lock mechanisms for sporting guns
NL27886C (en) * 1929-05-01
GB381586A (en) * 1931-06-30 1932-10-06 Ceskoslovenska Zbrojovka Akcio Automatic gun
GB486547A (en) * 1936-12-05 1938-06-07 Sanders Small Arms Ltd Improvements in recoil-operated firearms
BE471803A (en) * 1946-03-12
CH255451A (en) * 1946-08-13 1948-06-30 Brevets Aero Mecaniques Automatic weapon.
BE494590A (en) * 1949-03-17
BE567635A (en) * 1957-05-24
BE624312A (en) * 1961-10-31
US3447526A (en) * 1965-05-03 1969-06-03 Z Jana Svermy Narodni Podnik Cocking device
GB1255924A (en) * 1966-11-29 1971-12-01 Secr Defence Improvements in or relating to cocking mechanisms for guns
BE728733A (en) * 1968-02-26 1969-08-01
ES179136Y (en) * 1972-04-08 1973-07-16 Laurona Armas, S. A. FIRE MECHANISM FOR SEMIAUTOMATIC WEAPONS.
IT1029293B (en) * 1975-04-14 1979-03-10 Benelli P RADIAL PERCUSSION SYSTEM FOR FIREARMS THAT USE SELF-PROPULSION PROJECTS WITH PERIMETER IGNITION
DE2627641C2 (en) * 1976-06-19 1983-11-10 Heckler & Koch Gmbh, 7238 Oberndorf Handle cocking self-loading pistol
DE3165865D1 (en) * 1980-12-18 1984-10-11 Oerlikon Buehrle Ag Apparatus for manually cocking an automatic firearm

Also Published As

Publication number Publication date
IT8348255A0 (en) 1983-05-09
GB2248913A (en) 1992-04-22
NL8301594A (en) 1992-04-01
GB2248913B (en) 1992-09-16
FR2671395A1 (en) 1992-07-10
GB2248916B (en) 1992-09-16
BE896681A (en) 1991-12-11
IT8348257A0 (en) 1983-05-09
FR2670280A1 (en) 1992-06-12
BE896679A (en) 1991-12-11
BE896682A (en) 1991-12-11
GB2248914B (en) 1992-09-16
GB2248914A (en) 1992-04-22
GB2248916A (en) 1992-04-22
IT8348256A0 (en) 1983-05-09
GB2248915A (en) 1992-04-22
BE896680A (en) 1991-12-11
IT8348254A0 (en) 1983-05-09
GB2248915B (en) 1992-09-16
NL8301595A (en) 1992-04-01
FR2671394A1 (en) 1992-07-10

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US20210148662A1 (en) Semiautomatic firearm
US4825744A (en) Automatic pistol
US6263607B1 (en) Pistol having a safety for locking a disassembly lever
US3997994A (en) Shoulder arm with swivel breech member
US6266909B1 (en) Pistol having a safety for preventing firing during disassembly
RU2110745C1 (en) Automatic weapon
US4348941A (en) Shoulder arm with swivel breech member
US20180259275A1 (en) Lockable self-loading firearm apparatus
US4454673A (en) Automatic safety device for handguns
US5347912A (en) Elements for decelerating the recoil of the moving parts of a fire arm
NL8301593A (en) HAND Firearm.
EP0077841B1 (en) Small-arm having a rotary magazine
EP1106955B1 (en) Firearm having inertia striker mechanism
US5726376A (en) Breechblock system for a gun
GB2251293A (en) Automatic weapon with a cylindrical breechblock
NO142971B (en) AMMUNITION FEATURES FOR A GUN.
US4348937A (en) Ignition arrangement for ammunition in a barrel weapon
US4825743A (en) Magazine and feed mechanism for firearms
RU2186310C1 (en) Automatic arms barrel lock
US4393748A (en) Device for stripper
US4023295A (en) Firearm construction having mechanical means for the ejection of misfired cartridges
RU2130157C1 (en) Method of magazine re-loading of weapon o revolver type and magazine-fed automatic revolver
US20240133646A1 (en) Semiautomatic firearm
RU2080539C1 (en) Submachine gun
EP1813904A1 (en) Piloted percussion device

Legal Events

Date Code Title Description
A1A A request for search or an international-type search has been filed
BV The patent application has lapsed