NL8301420A

NL8301420A - Inrichting voor het controleren van flessen.

Info

Publication number: NL8301420A
Application number: NL8301420A
Authority: NL
Original assignee: Thomassen & Drijver
Priority date: 1983-04-22
Filing date: 1983-04-22
Publication date: 1984-11-16
Also published as: JPS6128848A

Description

-1- * * i

X Sch/gn/56, TDV

Korte aanduiding: Inrichting voor het controleren van flessen

De uitvinding betreft het vaststellen van onvolkomenheden in de wand en aan het binnen- en buitenoppervlak van glazen flessen. Bij de fabricage van dergelijke flessen of tenminste voorafgaand aan het vullen daarvan met dranken is * 5 het noodzakelijk, na te gaan of de flessen voldoen aan bepaalde kwaliteitscriteria. Zo dient bijvoorbeeld te kunnen worden vastgesteld, of een fles een barst vertoont, die tijdens transport of na het onder druk brengen van een fles aanleiding kan geven tot het breken of zelfs exploderen van 10 de fles? verder is het noodzakelijk om na te gaan of zich aan de binnenwand van de fles onregelmatigheden in het oppervlak, of bij hergebruik van flessen vuil of dergelijke bevinden, die de inhoud van de fles ontoelaatbaar kunnen verslechteren. Bijvoorbeeld voor het gebruik van kroonkurken is het van 15 belang, dat de kraag van elke fles de gewenste regelmatige vorm en een glad oppervlak vertoont. Dit is verder van belang in verband met feit, dat gebruikers flessen vaak rechtstreeks aan de mond zetten om te drinken? een scherpe glasrand kan in dit verband gevaarlijk zijn.

20 Tot op heden is het gebruikelijk, in de produktiefase van de flessen, dan wel voorafgaand aan het vullen, ook bij hergebruik van flessen na reiniging daarvan, de flessen tijdens hun transport door een personeelslid op het oog te laten controleren. Een dergelijke visuele inspectie is voor 25 het betrokken personeelslid uiterst geestdodend werk, waardoor na verloop van tijd het risico van fouten optreedt, met alle hierboven geschetste gevaren van dien. In verband hiermee dient het betreffende personeelslid regelmatig te worden afgelost.

30 De uitvinding beoogt, de betreffende inspectie automatisch te laten plaatsvinden, waardoor de snelheid waarmee de inspectie plaatsvindt, dat wil zeggen het aantal 8301420 * * -2- per tijdseenheid passerende flessen, kan worden opgevoerd, terwijl tevens de kans op fouten zeer aanzienlijk is verminderd, ook, en in het bijzonder, op de lange duur.

De uitvinding verschaft met het oog hierop een 5 inrichting voor het vaststellen van onvolkomenheden in de wand en aan het binnen- en buitenoppervlak van glazen flessen met behulp van een inrichting voor het transport van de flessen langs een vastgestelde baan en een langs die baan opgestelde controle-inrichting welke controle-inrichting 10 tenminste één naast de baan geplaatst flitsorgaan, dat voor elke passerende fles één enkele flits afgeeft, en tenminste één op een corresponderende positie opgestelde videocamera omvat.

Teneinde te bereiken dat de wand van een fles zodanig 15 kan worden geïnspecteerd, dat elk wanddeel met nagenoeg dezelfde detectienauwkeurigheid kan worden gecontroleerd, wordt de voorkeur gegeven aan een inrichting van het hierboven vermelde type, die de bijzonderheid vertoont, dat i langs de baan tenminste twee flitsorganen en eenzelfde aantal 20 videocamera's zodanig zijn aangebracht, dat de optische assen tussen de flitsorganen en de selectief daarmede samenwerkende camera's elkaar in het middenlangsvlak van die baan kruisen en dat de flitsorganen zodanig zijn ingericht, dat ze tegelijk een flits afgeven op het moment, waarop een fles met 25 zijn langsas het snijpunt of de kruisende as van die optische assen passeert.

Bij voorkeur zijn middelen aanwezig om te zorgen, dat de flessen elkaar ten opzichte van het optische systeem onder geen enkele omstandigheid zodanig kunnen afdekken, dat daar-30 door bepaalde fouten niet kunnen worden gedetecteerd. Ook wordt bij voorkeur voorkomen, dat door een dergelijke afdekking een onterechte foutendetectie plaatsvindt, waardoor kwalitatief goede flessen worden afgekeurd en uitgeworpen. Daartoe kan de inrichting volgens de uitvinding het kenmerk 35 vertonen dat de transportinrichting zodanig is uitgevoerd, dat de baan van de flessen tenminste één bocht vertoont en onder die bocht is voorzien van een de passerende flessen 8301420 m -3- dragende, draaiende schijf, waarvan de draaiingsas excentrisch ten ozichte van de bocht is geplaatst, een en ander zodanig dat de flessen in hun baan worden versneld voor het verkrijgen van een minimale vrije afstand tussen de elkaar 5 opvolgende flessen en dat de controle-inrichting voorbij die bocht is geplaatst.

Bekend is verder, dat bij het produceren van glazen flessen, de hoogte slecht beheersbaar is doordat het afkoe-lingsproces en de constantheid van de glassamenstelling zich 10 moeilijk laten beheersen. Deze moeilijkheid kan worden ondervangen met een inrichting volgens de uitvinding, waarin voor het controleren van de kraag van elke fles de transportinrichting is voorzien van een deel waarin de flessen aan de kraag van de hals zijn opgehangen en de flessen worden 15 gevoerd door een voor het doorlaten van de flessen op twee plaatsen onderbroken krans van lichtgelei ders, die aangesloten zijn aan een flitsorgaan en dat de as van die krans samenvalt met de optische as van de camera en dat het flitsorgaan zodanig is ingericht, dat het een flits afgeeft op het 20 moment, waarop een fles met de as van zijn kraag die optische as passeert. In een dergelijke uitvoering is de variabele hoogte van de flessen als het ware weggeijkt, waardoor de kragen op telkens dezelfde hoogte kunnen worden belicht en gecontroleerd.

25 De uitvinding zal hierna worden toegelicht aan de hand van'dë tekening van een willekeurig uitvoeringsvoorbeeld. Hierin tonen:

Fig. 1 een schematisch bovenaanzicht van een controle-inrichting volgens de uitvinding; 30 Fig. 2 een blokschema van een besturingsinrichting, die deel uitmaakt van de controle-inrichting volgens fig. 1; en Fig. 3 een perspectivisch aanzicht van een detail van de controle-inrichting volgens fig. 1,

Fig. 1 toont een in het algemeen met het verwijzings-35 getal 1 aangeduide controle-inrichting voor het vaststellen van onvolkomenheden in de wand en aan het binnen- en buiten- 8301420 -4-

V

oppervlak van door een afgifte-inrichting 2, bijvoorbeeld een produktie-inrichting afgegeven glazen flessen met behulp van een transportinrichting die de flessen 3 langs een vastgestelde baan leidt. De transportrichting van de flessen 3 over 5 die baan is met pijlen 4 aangeduid.

Na het verlaten van de afgifte-inrichting 2 worden de flessen 3 verder getransporteerd over een transportband 5 die de flessen toevoert aan een uit twee transportbanden 6, 7 > , bestaand transportorgaan, dat in fig. 3 meer in detail is 10 weergegeven. De transportbanden 6, 7 zijn uitgevoerd als kettingtransporteurs, aan de schalmen 8 waarvan metalen stroken 9 zijn bevestigd, die enigszins flexibele vingers 10 dragen. Zoals .duidelijk in fig. 3 te zien is, lopen de vingers 10 naar hun vrije uiteinde omhoog enigszins toe.

15 Hiermee is een zekere aanpassing aan de vorm van de flessen 3 bereikt. De voorranden van de vingers 10 ondersteunen de kraag 11 die aan de hals 12 van de flessen 3 is aangebracht.

De transportband 5 loopt zo ver door, dat een zekere overlapping met de transportbanden 6, 7 plaatsvindt, zodanig 20 dat een goede overname van de aangevoerde flessen 3 door de transportbanden 6, 7 van de transportband 5 is verzekerd. De hoogte van de vrije randen van de vingers 10 ten opzichte van het niveau van de transportband 5 dient, zoals duidelijk zal zijn, zodanig te worden gekozen, dat een goede aanpassing is 25 verkregen aan de hoogte van de flessen. In dit verband wordt erop gewezen, dat ook relatief lage flessen met zekerheid dienen te worden gegrepen. Bij het overnemen van hogere flessen dient er tijdens het overnemen een iets groter hoogteverschil te worden weggewerkt; door de flexibiliteit 30 van de vingers 10 worden hierdoor optredende schokverschijn-selen effectief onderdrukt.

Aan het einde van de werkzame lengte van de transportbanden 6, 7 worden de getransporteerde flessen weer overgenomen door een verdere transportband 13, die de flessen 3 35 verder transporteert naar een nog nader te beschrijven volgens een pijl 14 roterend aangedreven separatieschijf 15.

8301420 -5- ·» .- --5 ' £

Ongeveer halverwege het werkzame part van de transportbanden 6, 7 bevindt zich een controle-inrichting 16 voor het vaststellen van onvolkomenheden aan de kraag van de door de banden 6, 7 gedragen flessen. De bespreking van deze inrich-5 ting 16 zal nu plaatsvinden onder verwijzing naar fig. 3.

De door de transportbanden 6, 7 gedragen flessen 3 worden gevoerd door een voor het doorlaten van de flessen 3 op twee plaatsen 17, 18 onderbroken krans 19 van licht-geleiders 20, die op schematisch aangegeven wijze zijn aan-10 gesloten aan een flitslamp 21. De as van de krans 19 valt samen met de optische as van een slechts gedeeltelijk aangeduide videocamera 22. De flitslamp 21 is, zoals in fig. 2 is aangeduid, gekoppeld met een centrale besturingseenheid 23, waarvan een ingang is verbonden met een fotocel 24, die 15 samenwerkt met een lamp 25, welke fotocel en lamp zodanig op de in fig. 1 aangeduide wijze zijn gepositioneerd, dat bij het passeren van een fles van het midden van de krans 19 een desbetreffend signaal door de fotocel 24 wordt afgegeven aan de centrale besturingseenheid 23, welk signaal dient als 20 triggering voor het ontsteken van de flitslamp 21. Deze lamp geeft aldus een flits af op het moment, waarop een fles 3 met de as van zijn kraag 11 de optische as van de camera 22, tevens de as van de krans 19, passeert.

De videocamera 22 geeft een video-uitgangssignaal af aan 25 de centrale besturingseenheid 23. Deze eenheid 23 bevat tevens'een referentie, waarmee het ingangssignaal wordt vergeleken om na te gaan, of zich aan de kraag van de betreffende fles onvolkomenheden bevinden. Is dit het geval, dan vindt na een met de transportsnelheid van de flessen 30 samenhangende tijdvertraging bekrachtiging van een uitstoot-orgaan 26 plaats, waardoor de betreffende fles op de in fig.

1 aangeduide plaats wordt uitgestoten in de richting van de Pijl 27.

De transportband 13 leidt de flessen 3 binnen een goot 35 28, die ter plaatse van het uitstootorgaan 26 aan één zijde een scharnierbare deur 29 vertoont, die aansluit op een 8301420

W V

V

-6- / houder of afvoerorgaan 30 voor afgekeurde flessen.

, De goot 28 vertoont in het uitvoeringsvoorbeeld volgens fig. 1 een bocht 31 en is onder die bocht 31 voorzien van de reeds genoemde de passerende flessen 3 dragende roterend 5 aangedreven separatieschijf 15, waarvan de draaiingsas 32 excentrisch ten opzichte van de bocht 31 is geplaatst, zodanig dat de flessen 3 in hun baan worden versneld, ter verkrijging van een minimale vrije afstand tussen de elkaar opvolgende flessen 3. Uit fig. 1 zal duidelijk zijn, dat het ^ 10, aanvoerdeel van de goot 28 radiaal dichter bij de draaiingsas 32 is gelegen dan het afvoergedeelte daarvan.

Na het verlaten van de separatieschijf 15 worden de flessen 3 verder getransporteerd door een verdere transportband 33 die de flessen langs een tweede controle-inrichting 15 ' 34 voert. Deze controle-inrichting 34 omvat twee flitslampen 35, 36 en twee daarmee samenwerkende videocamera's 37, 38. De optische assen van resp. de flitslamp 35 en de videocamera 37 ^ en de flitslamp 36 en de videocamera 38, die met de verwij-zingsgetallen resp. 39, 40 zijn aangeduid kruisen elkaar in 20 het middenlangsvlak van de door de goot 28 bepaalde baan van de flessen 3. Naast die baan is verder een lamp 41 en een daarmee samenwerkende fotocel 42 geplaatst voor het afgeven van een triggersignaal op het moment, waarop een fles 3 met zijn langsas het snijpunt of de kruisende as van de optische 25 assen 39, 40 passeert. De videocamera's 37, 38 geven hun uitgangssignalen af aan de centrale besturingseenheid 23, die de video-uitgangssignalen vergelijkt met een referentie en bij gebleken onvolkomenheden in de betreffende fles een uit-stootorgaan 43 bekrachtigd, dat een afgekeurde fles uitwerpt 30 in de met een pijl 44 aangeduide richting via een scharnier-bare deur 45 naar een houder of afvoerorgaan 46 voor afgekeurde flessen.

Goedgekeurde flessen worden vervolgens verder getransporteerd voor opslag, transport, een vulbewerking, of derge-35 lijke.

De inrichting 1 geeft verder een automatische afvoer van op de band 5 niet rechtopstaand, maar bijvoorbeeld liggende, 8301420 -7- _ J» » ............. J1 omgevallen flessen 3. Dergelijke flessen kunnen namelijk niet worden gegrepen door de transportbanden 6, 7, waardoor ze aan het einde van het werkzame part van de transportband 5 omlaag vallen in een niet-getekende houder of afvoerorgaan.

5 De uitvinding is niet tot het beschreven uitvoerings- voorbeeld beperkt. Zo wordt er bijvoorbeeld op gewezen, dat het controleren van de kraag van de flessen ook kan plaatsvinden door de flessen liggend op hun kant, dan wel rollend zodanig te transporteren dat hun kragen een in hoofdzaak 10 vaste afstand ten opzichte van een controle-inrichting bezitten.

8301420 ï>

Claims

1. Inrichting voor het vaststellen van onvolkomenheden in de wand en aan het binnen- en buitenoppervlak van glazen flessen met behulp van een inrichting voor het transport van de flessen langs een vastgestelde baan en een langs die baan 5 opgestelde controle-inrichting welke controle-inrichting tenminste één naast de baan geplaatst flitsorgaan, dat voor elke passerende fles één enkele flits afgeeft, en tenminste .> . één op een corresponderende positie opgestelde videocamera omvat.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat langs de baan tenminste twee flitsorganen en eenzelfde aantal videocamera's zodanig zijn aangebracht, dat de optische assen tussen de flitsorganen en de selectief daarmede samenwerkende camera's elkaar in het middenlangsvlak van die baan kruisen 15 en dat de flitsorganen zodanig zijn ingericht, dat ze tegelijk een flits afgeven op het moment, waarop een fles met zijn langsas het snijpunt of de kruisende as van die optische assen passeert.

3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, 20 dat de transportinrichting zodanig is uitgevoerd, dat de baan van de flessen tenminste één bocht vertoont en onder die bocht is voorzien van een de passerende flessen dragende, draaiende schijf, waarvan de draaiingsas excentrisch ten opzichte van de bocht is geplaatst, een en ander zodanig dat 25 de flessen in hun baan worden versneld voor het verkrijgen van een minimale vrije afstand tussen de elkaar opvolgende flessen en dat de controle-inrichting voorbij die bocht is geplaatst.

4. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, 30 met het kenmerk, dat voor het controleren van de kraag van elke fles de transportinrichting is voorzien van een deel waarin de flessen aan de kraag van de hals zijn opgehangen en de flessen worden gevoerd door een voor het doorlaten van de flessen op twee plaatsen onderbroken krans van lichtgelei- 8301420 * -9- ders, die aangesloten zijn aan een flitsorgaan en dat de as van die krans samenvalt met de optische as van de camera en dat het flitsorgaan zodanig is ingericht, dat het een flits afgeeft op het moment, waarop een fles met de as van zijn 5 kraag die optische as passeert. * 8301420