NL8301009A - Stortbak van het laaghangende type. - Google Patents

Description

1 V-' -· C/Ca/ar/23

Stortbak van het laaghangende type.

De uitvinding heeft betrekking op een stortbak van het laaghangende type met een gesloten bovenzijde of deksel en inwendig tenminste een afsluitlichaam, dat van een sluft-stand, waarin het een waterstroming van het inwendige van de 5 bak naar een met dat inwendige verbonden stortpijp verhinderd, naar een stortstand, waarin het een dergelijke waterstroming toelaat, kan worden verplaatst door middel van een in het midden van de breedte van de stortbak in de gesloten bovenzijde of het deksel daarvan toegankelijk bedieningsor-10 gaan, waarvan het indrukken de beschreven verplaatsing van het afsluitlichaam teweegbrengt of tenminste inleidt. Nadat de genoemde verplaatsing van het afsluitorgaan tot stand is gebracht, volgt meestal wegstroming via de stortpijp van de totale binnen de stortbak aanwezige hoeveelheid water, waarna 15 de stortbak door middel van een hier niet nader te beschrijven mechanisme weer tot een bepaald niveau met water wordt gevuld? tijdens dit vullen wordt, het genoemde afsluitlichaam weer in de sluitstand teruggebracht.

De uitvinding is gericht op stortonderbreking, dat 20 wil zeggen wegstroming van slechts een gedeelte van de totale binnen de stortbak aanwezige hoeveelheid water, waardoor onnodig waterverbruik wordt tegengegaan.

De uitvinding stelt zich ten doel, een dergelijke stortonderbreking op eenvoudige wijze door middel van een-25 voudige, betrouwbare en gemakkelijk te bedienen middelen mogelijk te maken.

Daartoe stelt de uitvinding voor, dat een stortbak van het in de aanhef genoemde type is voorzien van een van het eerste bedieningsorgaan gescheiden, tweede bedienings-30 orgaan, waarvan het indrukken na het indrukken van het eerstgenoemde of eerste bedieningsorgaan een aan de eerstgenoemde verplaatsing van het afsluitlichaam tegengesteld gerichte verplaatsing daarvan teweegbrengt of tenminste inleidt.

Wanneer het tweede bedieningsorgaan wordt ingedrukt, hetgeen 35 naar keuze van de gebruiker kan doch niet noodzakelijkerwijs behoeft te geschieden, volgt nog tijdens de wegstroming van 8301009 ï > - 2 - het water een onderbreking daarvan, waarbij het afsluit-lichaam weer in zijn sluitstand komt.

Aangezien uitgegaan wordt van een stortbak van het laaghangende type met een gesloten bovenzijde of deksel, 5 waarbij het voor normaal gebruik bestemde, eerste bedienings-orgaan in het midden van de breedte van de stortbak aan de bovenzijde daarvan toegankelijk is, verdient het volgens de uitvinding aanbeveling, dat ook het tweede bedieningsorgaan in de gesloten bovenzijde of het deksel van de stortbak toe-10 gankelijk is. Daardoor wordt de gebruiker op eenvoudige, voldoende in het oog springende wijze op de aanwezigheid van het tweede bedieningsorgaan en op de daardoor geboden mogelijkheid tot stortonderbreking geattendeerd.

Teneinde dit laatstgenoemde effect nog te verster-15 ken, verdient het volgens de uitvinding aanbeveling, dat de stortbak is uitgerust met middelen voor zodanige koppeling van de beide bedieningsorganen, dat het indrukken van het eerste een relatieve verplaatsing van het tweede naar een « voor indrukking daarvan geschikte stand teweegbrengt. Ter 20 verkrijging van een in constructief opzicht eenvoudige uitvoeringsvorm stelt de uitvinding in dat geval voor, dat de bedieningsorganen inwerken op de respectieve armen van een twee-armige, tussen zijn uiteinden scharnierend ondersteunde tuimelhefboom, waarvan de ene arm via een stang met het af-25 sluitlichaam is gekoppeld. Uiteraard bestaat daarbij de mogelijkheid, dat het tweede bedieningsorgaan zich naast, dat wil zeggen op enige afstand in de breedterichting van de stortbak tot, het eerste bedieningsorgaan bevindt. Ter behoud van de door de plaats van het eerste bedieningsorgaan in de 30 bovenzijde of het deksel van de stortbak verkregen symmetrie, verdient het volgens de uitvinding echter de voorkeur, dat de tuimelhefboom zich met zijn langsas in de diepterichting van de stortbak uitstrekt. In dat geval, doch ook wanneer de genoemde symmetrie in mindere mate wordt aangehouden, wordt 35 volgens de uitvinding een zeer practische uitvoeringsvorm verkregen, wanneer het eerste bedieningsorgaan de vorm van een toets heeft en het tweede bedieningsorgaan een in een opening in de toets opgenomen knop vormt. Wanneer de toets is 8301009 * - 3 - ingedrukt, zal de knop daarboven uitsteken, eventueel zelfs tot boven zijn oorspronkelijke stand.

Zoals uit het voorgaande blijkt, verschaft de uitvinding een stortbak van het laaghangende type met de moge-5 lijkheid tot stortonderbrekxng,. waarbij de voor het teweegbrengen van respectievelijk normale stort en onderbroken stort bestemde bedieningsorganen centraal en gemakkelijk toegankelijk in de bovenzijde of het deksel van de stortbak toegankelijk zijn. Daarbij wordt bovendien het voordeel verkre-10 gen, dat de centrale opstelling van de bedieningsorganen ter weerszijden daarvan in de breedterichting van de stortbak betrekkelijk veel ruimte binnen de bak vrijlaat, hetgeen een onbelemmerde opname van het reeds genoemde, doch geen onderdeel van de uitvinding vormende mechanisme voor het vullen 15 van de stortbak met water mogelijk maakt.

De uitvinding zal worden verduidelijkt in de nu volgende beschrijving aan de hand van de bijbehorende tekening van enige uitvoeringsvormen, waartoe de uitvinding zich echter niet beperkt. In de tekening tonen: 20 Fig. 1 een vooraanzicht, gedeeltelijk opengesneden, op een uitvoeringsvorm van een stortbak volgens de uitvinding,^

Fig. 2 en Fig. 3, op grotere schaal, een verticale doorsnede volgens de lijn II-II in Fig. 1 in respectievelijk 25 de sluitstand en de stortstand van het afsluitlichaam van de stortbak en

Fig. 4, op afwijkende schaal, een soortgelijke doorsnede als de Fig. 2 en 3 door een andere uitvoeringsvorm van een stortbak volgens de uitvinding.

30 De in de Fig. 1,2 en 3 weergegeven uitvoeringsvorm van een stortbak volgens de uitvinding is van het laaghangende type en bestaat uitwendig uit een van een harde kunststof vervaardigde bak 1 met een afzonderlijk, op niet in de tekening weergegeven wijze verwijderbaar deksel 2 van hetzelfde 35 materiaal. Organen voor bevestiging van de stortbak aan een muur zijn niet in de tekening weergegeven. In het deksel 2 is in 3 scharnierend een bedieningstoets 4 opgenomen, welke in Fig. 1 niet zichtbaar is. Binnen een opening 5 en een daar- 8301009 -,---- ---— -·—·

• I

) - 4 - aan aansluitende manchet 6 draagt de toets 4 een over enige lengte vrij binnen de manchet 6 beweegbare staaf 7 met een verdikte kop 8. Radiale uitsteeksels 9 van de staaf 7 dienen om te verhinderen, dat de staaf 7 uit de manchet 6 kan worden 5 getrokken. Het doel en de werking van de toets 4, welke ook wel als "bedieningstoets" zal worden aangeduid, en van de staaf 7 met de kop 8, welke laatstgenoemde ook wel met "bedieningsknop" zullen worden aangeduid, vormen onderdeel van de uitvinding, zoals nog meer in detail zal worden beschre-10 ven.

Aan zijn van het scharnierpunt 3 afgekeerde uiteinde (rechts in de Fig. 2 en 3) vertoont de toets 4 een omgezet gedeelte 10, dat aan zijn onderzijde rust op het boveneinde van een pen 11 met een kraag 12. De pen 11 is op in de Fig. 2 15 en 3 duidelijk zichtbare wijze zodanig voor langsverplaatsing in het boveneinde van de stortbak 1 gelagerd, dat hij door een schroefveer 13 welke tegen de genoemde kraag 12 steunt, in zijn in Fig. 2 getekende stand wordt gehouden en op zijn beurt de bedieningstoets 4 via het omgeze'tte gedeelte 10 20 daarvan in zijn in Fig. 2 getekende stand houdt. Wanneer de zich in die stand bevindende bedieningstoets 4 vervolgens wordt ingedrukt, waarbij het omgezette gedeelte 10 van de toets meebeweegt, verplaatst dit gedeelte 10 de pen 11 tegen de werking van de schroefveer 13 in naar beneden, waaruit de 25 stand volgens Fig. 3 resulteert.

Aan zijn ondereinde rust de pen 11 op de korte arm 14 van een in een vast punt 15 scharnierend ondersteunde, twee-armige hefboom 14,16, waarvan de lange arm 16 een nog te beschrijven functie heeft. Op de werking van een op de lange 30 arm 16 aangebrachte kam 17, respectievelijk de samenwerking van de staaf 7 met deze kam 17, welke onderdeel van de uitvinding vormen, zal eerst later worden ingegaan. In dit stadium wordt volstaan met op te merken, dat de door indruk-king van de bedieningstoets 4 teweeggebrachte verplaatsing 35 van de pen 11 naar beneden tot gevolg heeft, dat de twee-armige hefboom 14,16 een kantelende of scharnierende beweging om zijn scharnierpunt 15 van zijn stand volgens Fig. 2 naar zijn stand volgens Fig. 3 uitvoert.

8301009

* ' . V

- 5 -

Aan de onderzijde van de stortbak 1 sluit een stortpijp 18 aan. Rondom de opening 19, via welke het binnen de stortbak aanwezige water 20 eventueel in de stortpijp 18 kan stromen (zie Fig. 3), vertoont de stortbak een inwendige 5 zitting 21 voor een cirkelvormig kleplichaam 22. In de situatie volgens Fig. 2 verkeert dit kleplichaam 22 in zijn sluitstand, waarbij het op de zitting 21 rust en verhindert, dat het binnen de stortbak 1 aanwezige water 20 in de valpijp 18 stroomt. In de situatie volgens Fig. 3 verkeert het klep-10 lichaam 22 in een geheven stand, welke ook als "stortstand” kan worden aangeduid; in deze stortstand laat het kleplichaam 22 toe, dat het binnen de stortbak 1 aanwezige water 20 in de stortpijp 18 stroomt.

Het kleplichaam 22 wordt gedragen door een klep-15steel 23, welke boven het kleplichaam 22 een cylindervormig drijflichaam 24 draagt, dat in water voldoende drijfvermogen heeft om het kleplichaam 22, zodra dit uit zijn sluitstand volgens Fig. 2 is geheven, in zijn stortstand volgens Fig. 3 te houden. Het drijflichaam 24 bevindt zich met»enige ruimte 20 binnen een flesvormig lichaam 25, waarvan de bodem 26 een opening 27 vertoont, welke de klepsteel 23 boven het door deze gedragen kleplichaam 22 met enige speling doorlaat, zodat het inwendige van het flesvormige lichaam 25, dat aan zijn bovenzijde open is, eenzelfde waterstand als elders 25 binnen de stortbak 1 kan vertonen. Bij het leegstromen van de stortbak 1 via de opening 19 in de stortpijp 18 stromende water 20 (zie Fig. 3) zal de waterstand binnen het flesvormige lichaam 25'minder snel dalen dan daarbuiten, daar het slechts via de genoemde speling, welke de opening 27 rondom 3° de klepsteel 23 vrijlaat, en één of meer aanvullende ope-ningen, zoals 28 in de zijwand van het flesvormige lichaam 25, uit het inwendige van dit laatstgenoemde kan wegstromen. I

Als gevolg hiervan zal het drijflichaam 24 eerst zijn "normale" gewicht hernemen nadat het rondom het flesvormige 25 lichaam 25 aanwezige water 20 zo goed als geheel uit de stortbak 1 in de stortpijp 18 is gevloeid.

Het flesvormige lichaam 25 toont aan zijn bovenzijde een betrekkelijk lang halsvormig gedeelte 29, waarbinnen 8301009 ____ - -' « 4 - 6 - met enige speling een verdikt gedeelte 30 van de klepsteel 23 vrij kan bewegen.

Het halsvormige gedeelte 29 vertoont nabij zijn boveneinde een zijdelingse opening of venster 31, waarvan de 5 onderrand 32 (zie Pig. 2) zich op een korte afstand boven de maximaal binnen de stortbak 1 gewenste waterstand bevindt. Deze maximaal gewenste waterstand, welke in Fig. 2 enige millimeter onder de benedenrand 32 van het venster 31 met een volle lijn is weergegeven, wordt op hier niet nader te be-10 schrijven wijze bepaald door het reeds genoemde mechanisme, dat slechts in Fig. 1 is weergegeven en daarin in zijn geheel met het verwijzingsgetal 33 is aangeduid, zorgt voor het vullen van de stortbak 1 met water zodra een daling van de waterstand binnen de stortbak daartoe aanleiding geeft. Bij 15 het bereiken van de maximaal gewenste waterstand beëindigt dit mechanisme 33, dat van willekeurig geschikt type kan zijn en geen onderdeel van de uitvinding vormt, zijn werking.

Mocht in deze werking, respectievelijk in de genoemde beëin'-. diging daarvan, ëen zodanige storing optreden, dat het toege-20 voerde water binnen de stortbak 1 tot boven de maximaal gewenste stand stijgt, dan zal het spoedig de onderrand 32 van het venster 31 in het halsvormige gedeelte 29 van het fles-vormige lichaam 25 bereiken en over deze rand 32 heen aan de bovenzijde in het halsvormige gedeelte 29 van het flesvormige 25 lichaam 25 binnendringen. Hoewel de tekening zulks niet laat zien, heeft de klepsteel 23 over zijn gehele lengte, dat wil zeggen vanaf het boveneinde van zijn verdikte gedeelte 30 tot zijn onder het kleplichaam 22 uitstekende ondereinde, een centraal kanaal, dat derhalve ook in de in Fig. 2 weergegeven 30 sluitstand van het kleplichaam 22 rechtstreeks in de stort-pijp 18 uitmondt. Het venster 31 in het halsvormige gedeelte 29 van het flesvormige lichaam 25 vormt derhalve tezamen met dit in de tekening niet zichtbare, centrale kanaal van de klepsteel 23 een overloopbeveiliging voor de stortbak 1.

35 Daar het vulmechanisme 33 geen onderdeel van de uitvinding vormt, wordt op de constructie en de werking van dit mechanisme hier niet verder ingegaan.

Het verdikte gedeelte 30 van de klepsteel 23 ver- 8301009 - 7 - * .* toont aan zijn boveneinde een verticaal uitsteeksel 34 met een opening 35, waarin het vrije einde van de reeds genoemde, lange arm 16 van de om het vaste scharnierpunt 15 scharnierende, twee-armige tuimelhefboonr 14,16 steekt.

5 Indien nu in eerste instantie aan de aanwezigheid en de werking van de als bedieningsknop functionerende staaf 7 met de kop 8 en van de op de lange arm 16 van de tuimelhef-boom aangebrachte kam 17 wordt voorbijgegaan, kan de normale werking van de in het voorgaande beschreven stortbak als 10 volgt worden beschreven.

Uitgegaan wordt van de situatie volgens de Fig. 1 en 2, waarin het mechanisme 33 binnen de stortbak 1 een in Fig. 2 met een volle lijn getekende waterstand teweeggebracht heeft. Wanneer vervolgens door een gebruiker de bedienings-15 toets 4 wordt ingedrukt, zal deze door middel van zijn omgezette gedeelte 10 de pen 11 en via deze de korte arm 14 van de tuimelhefboom 14,16 naar beneden verplaatsen, zodat de lange arm 16 naar zijn in Fig. 3 getekende stand wordt verplaatst en daarbij met zijn in de opening 35 van het vertica-20 ie uitsteeksel 34 van het verdikte gedeelte 30 van de klep-steel 23 stekende, vrije uiteinde de klepsteel opheft, respectievelijk deze in verticaal bovenwaartse richting verplaatst. Daardoor wordt het kleplichaam 22, dat tot dat ogenblik onder de inwerking van de binnen de stortbak 1 aanwezige 25 watermassa 20 op zijn zitting 21 wordt gehouden, van de zitting geheven, zodat het water via de opening 19 in de stort-pijp 18 kan stromen (zie Fig. 3). Zo lang als het drijf-lichaam 24 binnen het flesvormige lichaam 25 door water wordt omringd, zal zijn drijfvermogen werkzaam zijn, zodat de be-30 dieningstoets 4 slechts kortstondig door een gebruiker behoeft te worden ingedrukt om een zo goed als volledige leeg-stroming van de stortbak via de opening 19 in de stortpijp 18 zeker te stellen. Opgemerkt is reeds, dat het binnen het flesvormige lichaam 25 aanwezige water dit lichaam slechts 35 via de speling, welke de klepsteel 23 in de opening 27 in de bodem 26 van het flesvormige lichaam 25 heeft, en via één of meer speciaal tot dit doel aangebracht openingen 28 in het flesvormige lichaam 25 uit het inwendige van dit lichaam kan ; 8301009 --------- -- - ----—--* - 8 - '.......

ontwijken. Zodra het waterpeil binnen het flesvormige lichaam 25 tot onder het drijflichaam 24 is gezakt, volgt dit verder het waterpeil binnen het flesvormige lichaam, daarbij het kleplichaam 22 door middel van de klepsteel 23 naar zijn sluitstand volgens· Pig. 2 terugvoerend. Zodra de klepsteel 23 op deze wijze in verticaal benedenwaartse richting wordt verplaatst, neemt hij het vrije uiteinde van de lange arm 16 van de tuimelhefboom mee, respectievelijk trekt deze naar beneden, zodat de korte arm 14 via de pen 11 en het omgezette gedeelte 10 van de bedieningstoets 4 deze laatste naar zijn uitgangsstand volgens Pig. 2 terugbrengt. Op de hernieuwde toevoer van water aan het inwendige van de stortbak 1 door middel van het mechanisme 33 wordt hier niet ingegaan.

De in de. vorige alinea beschreven werking van de stortbak 1 betreft het normale storten, waarbij practisch de gehele oorspronkelijk binnen de stortbak T aanwezige watermassa 20 via de opening 19 in de stortpijp 18 stroomt. Vervolgens zal nu worden ingegaan op stortonderbreking door middel van de door de uitvinding voorgestelde werking van de uit de staaf 7 met de verdikte kop 8 bestaande bedieningsknop en de op de lange arm 16 van de tuimelhefboom aangebrachte kam 17.

Pig. 3 toont de situatie, waarin de stortbak 1 zich enige tijd na de in het voorgaande beschreven normale bediening, dat wil zeggen de indrukking van de bedieningstoets 4, bevindt. Aangenomen wordt, dat ongeveer de helft van de waterhoeveelheid 20 uit de stortbak 1 via de opening 19 in de stortpijp 18 is·weggestroomd. Zoals Fig. 3 laat zien, is in die situatie niet alleen de bedieningstoets 4 nog steeds ingedrukt, dat wil zeggen voor een gedeelte in een lagere stand dan in Fig. 2 gekomen, doch is tevens de lange arm 16 en de door deze gedragen kam 17 ten opzichte van zijn stand volgens Fig. 2 omhoog gekomen. Dit heeft tot gevolg, dat de staaf 7, welke reeds in zijn uitgangspositie volgens Fig. 2 aan zijn ondereinde op de kam 17 rustte en bij de hier beschreven uitvoeringsvorm in die positie met zijn verdikte kop 8 niet boven de bedieningstoets 4 uitsteekt (hetgeen echter wel zou kunnen, doch weinig practisch is) een relatieve verplaatsing 8301009 - 9 - ,. ¥ in bovenwaartse richting ondergaat, zoals Pig. 3 laat zien.

In de situatie volgens Fig. 3, doch in het algemeen reeds onmiddellijk nadat de bedieningstoets 4 is ingedrukt, steekt de door de staaf 7 en de verdikte kop 8 gevormde bedienings-5 knop niet alleen boven de ingedrukte bedieningstoets 4, doch bovendien boven het bovenvlak van het deksel 2 uit, zich daarbij aan de gebruiker "aanbiedend". Bij de hier beschreven uitvoeringsvorm van de uitvinding is de bedieningsknop 7,8 als het ware eerst na indrukking van de bedieningstoets 4 10 toegankelijk.

Indien de gebruiker in de situatie volgens Fig. 3, waarbij ongeveer de helft van de oorspronkelijk binnen de stortbak 1 aanwezige watermassa 20 is weggestroomd, de bedieningsknop, respectievelijk de verdikte kop 8 indrukt, zal 15 de daarbij via de steel 7 op de kam 17 uitgeoefende, verticaal benedenwaartse kracht via de lange hefboomarm 16 op het verticale uitsteeksel 34 van het verdikte klepsteelgedeelte 30 worden overgedragen: de klepsteel 23 wordt uit zijn posi-► tie volgens Fig. 3 naar beneden verplaatst, daarbij het klep-20 lichaam 22 naar zijn sluitstand volgens Fig. 2 voerend. Zodra dit geschiedt oefent de zich nog boven het kleplichaam 22 bevindende, resterende watermassa voldoende kracht op het kleplichaam 22 uit om dit op zijn zitting 21 te houden. Duidelijk zal zijn, dat daardoor stortonderbreking wordt verkre-25 gen. Het automatisch in werking tredende mechanisme 33 zal ' vervolgens de waterstand binnen de bak weer tot die volgens Fig. 1 en 2 doen stijgen.

Opgemerkt wordt, dat de toepassing van een twee-armige tuimelhefboom 14,16, waarvan de langsas zich in de 20 diepterichting van de stortbak uitstrekt, dat wil zeggen in Fig. 1 loodrecht op het vlak van tekening, het voordeel biedt, dat de beschreven constructie in zijdelingse richting, dat wil zeggen in de breedterichting van de stortbak, weinig ruimte in beslag neemt, zodat voor de onbelemmerde montage en 25 werking van het automatische vulmechanisme 33 betrekkelijk veel ruimte ter beschikking staat. Eventueel kan een stortbak met een betrekkelijk geringe afmeting in de breedterichting worden toegepast. Daarnaast heeft de toepassing van een zich • 8301009 i * -10 - met zijn langsas in de diepterichting van de stortbak uitstrekkende tuimelhefboom 14,16 het voordeel, dat zowel de bedieningstoets 4 als de bedieningsknop 7,8 symmetrisch in het midden van de breedte van de- stortbak kunnen worden aan-5 gebracht? uiteraard is ook een minder symmetrische opstelling mogelijk. Duidelijk zal voorts zijn, dat de bedieningsknop 7,8 niet binnen (de opening 5 in) de bedieningstoets 4 behoeft te worden aangebracht, zoals bij de hier beschreven uitvoeringsvorm, doch ook gescheiden daarvan kan zijn aange-bracht. Van beang is slechts, dat een dergelijke bedieningsknop voor ingrijping op een eenmaal ingeleide waterstorting toegankelijk wordt.

In het voorgaande is de toepassing van de uitvinding beschreven bij een stortbak van het type, waarvan het 15 toegepaste afsluitlichaam de vorm heeft van een betrekkelijk eenvoudig kleplichaam 22, dat in zijn sluitstand op een zitting 21 rust en in zijn stortstand van de zitting is geheven.

Pig. 4 toont het principe van toepassing van de uitvinding bij een stortbak 41 van het type, waarvan het af-20 sluitlichaam de vorm heeft van een kloklichaam, zoals nu zal worden uiteengezet.

De stortbak 41 volgens Fig. 4, welke laatstgenoemde een soortgelijke doorsnede als de Fig. 2 en 3 laat zien, is op soortgelijke wijze als de eerder beschreven stortbak voor-25 zien van een deksel 42 met een in een vast scharnierpunt 43 scharnierbaar ondersteunde bedieningstoets 44 met een opening 45, waarbinnen zich een bedieningsknop in de vorm van de verdikte kop 48 van een verticale staaf 47 bevindt. Deze laatstgenoemde wordt door een aan zijn ondereinde aan een vast punt ondersteunde schroefveer 49 in zijn in Fig. 4 getekende stand gehouden, waarbij de verdikte kop 48 niet boven de bedieningstoets 44 uitsteekt. Op soortgelijke wijze als bij de aan de hand van de Fig. 1-3 beschreven uitvoeringsvorm is de bedieningstoets 44 via een omgezet gedeelte 5Ö gekoppeld met ^ het boveneinde van een pen 41 met een kraag 42, welke door een schroefveer 43 in zijn in Fig. 4 weergegeven stand wordt gehouden.

8301009 r - 11 -

De zojuist genoemde onderdelen 41-45 en 47-53 komen in principe met de respectieve onderdelen 1-5 en 7-13 van de eerder beschreven uitvoeringsvorm overeen.

Bij de uitvoeringsvorm -volgens Pig. 4 verkeert het 5 ondereinde van de pen 51 in zijn in Fig. 1 weergegeven uit-gangsstand in aanraking met een horizontaal uitsteeksel 54 van een aan zijn bovenzijde om de reeds genoemde staaf 47 geleid kloklichaam 55, waarvan de bodem 56 twee of meer ope-ningen 57 vertoont, welke ieder door een vrij scharnierende 10 klep 58 vanaf de binnenzijde kunnen worden gesloten. Aan zijn ondereinde draagt het kloklichaam 55 uitwendig een drijf-lichaam 59, waarvan het drijfvermogen zodanig is gekozen, dat het in staat is om het met water gevulde kloklichaam 55 in zijn hoogst mogelijke stand binnen de stortbak 41 te houden.

15 in deze stand, welke in Fig. 4 is getekend, rust het horizontale uitsteeksel 54 van het kloklichaam 55 tegen het ondereinde van de reeds genoemde pen 51. Eventueel kan het kloklichaam in deze stand aan zijn bovenzijde nog tegen één of meer vast aangebrachte aanslagen 60 rusten; één van dergelij-20 ke aanslagen is in Fig. 4 getekend.

De reeds genoemde staaf 51 gaat binnen het kloklichaam 55 over in een cylindervormig lichaam 61 van grotere diameter met een inwendige holte 62, waarin nabij het boveneinde van het cylindervormige lichaam 61 twee overloopven-25 sters 63 uitmonden. In het open ondereinde van de inwendige

holte 62 wordt door middel van een O-ring 64 een aan zijn J

boveneinde open, verticale standpijp 65 geleid, welke via de bodem van de stortbak 41 in een stortpijp 66 overgaat.

Opgemerkt wordt, dat de uitvoeringsvorm volgens 30 Fig. 4, en meer in het bijzonder wat betreft de zojuist genoemde onderdelen 54-66, slechts dient om de toepassing van de uitvinding te verduidelijken bij een stortbak met een als kloklichaam uitgevoerd afsluitlichaam; een dergelijk afsluit-lichaam kan op zeer uiteenlopende wijzen zijn uitgevoerd, 35 respectievelijk functioneren. Daar de constructie en de werking van de onderdelen 54-66 zelf geen onderdeel van de onderhavige uitvinding vormen, is in Fig. 4 weinig zorg aan de details van deze onderdelen besteed. Volledigheidshalve 8301009 - 12 - wordt omtrent de werking van de stortbak volgens Pig. 1 het volgende opgemerkt.

Wanneer een gebruiker, uitgaande van de situatie volgens Fig. 4, de bedieningstoets 44 indrukt, zal dit op 5 soortgelijke wijze als bij de eerder beschreven uitvoeringsvorm via het omgezette toetsgedeelte 50 en de pen 51 een verplaatsing in benedenwaartse richting van het horizontale uitsteeksel 54 van het kloklichaam 55 en daarmede van het klok-lichaam zelf veroorzaken. Daarbij zal via de openingen 57 in 10 de bodem 56 van het kloklichaam en langs de vrij scharnierende kleppen 58 water in het inwendige van het kloklichaam 55 binnendringen. Wanneer de bedieningstoets 44 vervolgens wordt losgelaten, zal het drijflichaam 59 op basis van zijn daartoe gekozen, betrekkelijk groot drijfvermogen de tot grotere 15 hoogte dan in Fig. 4 met water gevulde klok heffen. Daar het water onder die omstandigheden niet via de scharnierende kleppen 58 uit het kloklichaam kan ontsnappen, wordt het binnen dit lichaam tot boven de overloopvensters 63 in het cylindervormige lichaam 61 geheven, zodat een hevelwerking 20 via deze overloopvensters 63, de inwendige holte 62 en de standpijp 65 naar de stortpijp 66 wordt verkregen, waarbij de kleppen 58 zich weer openen voor via de openingen 57 aan de onderzijde in het kloklichaam binnendringende water.

Indien vervolgens de boven de nog enigermate inge-25 drukte bedieningstoets 44 uitstekende bedieningsknop 48 (zie voor vergelijking Fig. 3) wordt ingedrukt, zullen de overloopvensters 63 binnen de klok in benedenwaartse richting ten opzichte daarvan verplaatst worden. Zodra de bedieningsknop 48 wordt losgelaten, zal de veer 49 de bedieningsknop naar 30 zijn stand volgens Fig. 4 terugdrijven, waarbij de overloopvensters 63 boven het waterniveau binnen het kloklichaam 55 komen, waardoor de waterstroming via de vensters 63, de inwendige holte 62, de standpijp 65 en de stortpijp 66, respectievelijk de via deze verlopende hevelwerking, wordt onder-35 broken.

Zoals reeds is opgemerkt, vormen de in het voorgaande beschreven uitvoering en werking van de onderdelen 54 tot en met 66 zelf geen onderdeel van de uitvinding, zodat 8301009 - 13 - daarop niet in verder detail wordt ingegaan. Van belang is slechts, dat Fig. 4 toont, dat de door de uitvinding voorgestelde toepassing van een afzonderlijk bedieningsorgaan voor stortonderbreking zich ook bij een stortbak met een als klok-5 lichaam uitgevoerd afsluitlichaam laat toepassen.

Volledigheidshalve wordt opgemerkt, dat bij de in het voorgaande beschreven uitvoeringsvormen alle onderdelen met uitzondering van de respectieve schroefveren 13,49 en 53, de respectieve drijflichamen 24 en 59 en eventueel de klep-10 lichamen 22 en 58 van kunststof zijn vervaardigd.

Zoals uit het voorgaande blijkt, verschaft de uitvinding een stortbak van het laaghangende type met twee afzonderlijke bedieningsorganen, respectievelijk een bedie-ningstoets en een bedieningsknop, welke in het midden van de 15 breedterichting van de stortbak toegankelijk zijn en respectievelijk voor het teweegbrengen of inleiden van een normale storting en van stortonderbreking kunnen worden bediend.

De uitvinding beperkt zich niet tot de in het voorgaande beschreven, en in de tekening weergegeven uitvoerings-20 vormen. Verschillende wijzigingen kunnen in de beschreven j details en in hun onderlinge samenhang worden aangebracht, zonder dat daarbij het kader van de uitvinding wordt overschreden.

8301009

Claims (5)

1. Stortbak van het laaghangende type met een gesloten bovenzijde of deksel en inwendig tenminste een af-sluitlichaam dat van een sluitstand, waarin het een waterstroming van het inwendige van de bak naar een met dat inwen- 5 dige verbonden stortpijp verhindert, naar een stortstand, waarin het een dergelijke waterstroming toelaat, kan worden verplaatst door middel van een in het midden van de breedte van de stortbak in de gesloten bovenzijde of het deksel daarvan toegankelijk bedieningsorgaan, waarvan het indrukken de 1° beschreven verplaatsing van het afsluitlichaam teweegbrengt of tenminste inleidt, gekenmerkt door een van het eerste b.e-dieningsorgaan (4;44} gescheiden, tweede bedieningsorgaan (8;48), waarvan het indrukken na het indrukken van het eerstgenoemde of eerste bedieningsorgaan (4?44) een aan de eerst-genoemde verplaatsing van het afsluitlichaam (22;55) tegengesteld gerichte verplaatsing daarvan teweegbrengt of tenminste inleidt.

2. Stortbak volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het tweede bedieningsorgaan (8?48) in de gesloten boven- 20 zijde of het deksel (2;42) van de stortbak (1?41) toegankelijk is.

3. Stortbak volgens conclusie 2, gekenmerkt door middelen (10-17;50-53) voor zodanige koppeling van de beide bedieningsorganen (4,8;44,48), dat het indrukken van het 25 eerste (4;44) een relatieve verplaatsing van het tweede (8;48) naar een voor indrukking daarvan geschikte stand teweegbrengt.

4. Stortbak volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de bedieningsorganen (4,8) inwerken op de respectieve 30 armen (14,16) van een twee-armige, tussen zijn uiteinden scharnierend ondersteunde tuimelhefboom (14,15,16), waarvan de ene arm (16) via een stang (23,30,34) met het afsluitlichaam (22) is gekoppeld.

5. Stortbak volgens conclusie 4, met het kenmerk, 35 dat de tuimelhefboom (14,15,16) zich met zijn langsas in de diepterichting van de stortbak (1) uitstrekt. 8301009 ---- - ,... .► - 15 - 6. stortbak volgens één of meer der voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat het eerste bedieningsorgaan de vorm van een toets (4;44) heeft en dat het tweede bedieningsorgaan een in een opening (5;45) in de toets (4;44)opge-5 nomen knop (8;48) vormt. 8301009 |