NL8220484A - Verbeterde inrichting voor het afgeven van een handelingsvloeistof voor toiletten. - Google Patents

Description

* / / * 2 2 O 4 0 4 -1- VO 4974

Verbeterde inrichting voor het afgeven van een behandelingsvloeistof voor toiletten.

Deze uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het gedoseerd afgeven van een behandelingsvloeistof in toiletten, en meer in het bijzonder heeft deze uitvinding betrekking op een inrichting voor het op het moment van doorspoelen zodanig afgeven van een vooraf-5 bepaalde hoeveelheid van een vloeibaar middel voor het bacteriëneven-wicht, dat na elke werking een bacteriologisch "schone" eenheid wordt achtergelaten voor de volgende gebruiker.

De inrichting volgens de uitvinding kan met voordeel wórden gecombineerd met een inrichting, die een reukverdrijvend middel voor de 10 omgeving afgeeft door middel van indirekt positief drijven bij elke werking.

Overeenkomstig deze uitvinding is een inrichting voorzien, samenhangende met een dynamische vloeistofinspuiter in een waterspoel-val kolom, samenhangende met een klepinrichting, die van tijd tot tijd het 15 verwijderen toelaat van een nauwkeurig gedoseerde hoeveelheid water op het moment van doorspoelen door het in verbinding plaatsen van deze hoeveelheid water met een vloeistof-vloeistofwisselaar, samenhangende met een toevoerleveraar uit een voorraadbouder, die een vloeistof voor bacteriënevenwicht of een andere behandelingsvloeistof bevat.

20 De voorraadhouder, de klepinrichting en de fles met de vloeistof voor het bacteriënevenwicht of een andere behandelingsvloeistof zijn zodanig ontworpen, dat de beweging van water daarin een zuigwerking opwekt, zodat een leveraar van een reukverdrijvend middel voor de omgeving wordt gedreven, waarbij het reukverdrijvende middel is geïmpregneerd in 25 vilt of een soortgelijk materiaal, dat een vluchtige vloeistof of een vaste stof kan bevatten.

Overeenkomstig een aspect van de onderhavige uitvinding is een afgeefinrichting verschaft voor het toedienen van een voorafbepaalde hoeveelheid van een behandelingsvloeistof in toiletten, bestaande uit 30 een huis, waarin zich een voorraadhouder afgever bevindt, samenwerkende met een kamer, die een met een vlotter bedienbare klep bevat, waarbij de voorraadhouderafgever is ingericht voor het afgeven van een voorafbepaalde hoeveelheid van de behandelingsvloeistof in de kamer wanneer de kamer volloopt door een stroming -doorspoelwater, en de hoeveelheid 8220484 -2- doorspoelwater wordt gestuurd door de met een vlotter bedienbare klep. Bovendien kan een hydrodynamische eenheid zijn verschaft in de door-spoelwaterbuis, die is ingericht voor het aan de kamers verschaffen van het vollopen.

5 Overeenkomstig een verder aspect van de uitvinding is een werk wijze verschaft voor het toedienen van een vloeistof aan toiletten, die het afgeven omvat van de vloeistof uit een inrichting, die bestaat uit een huis, waarin zich een inrichting voor het afgeven van een be-handelingsvloeistof bevindt, die samenwerkt met een kamer, die een 10 met een vlotter bedienbare klep bevat, waarbij de onderdelen van de inrichting zodanig zijn uitgevoerd, dat doorspoelwater bij het begin van een doorspoelcyclus, de kamer doet vollopen tot een peil, bepaald door de stand van de door een vlotter bedienbare klep, waarbij het binnenstromen van water een voorafbepaalde hoeveelheid van de behandelings-15 vloeistof uit de afgeefinrichting vrijmaakt in de kamer, die uit de inrichting wordt gèstoten samen met het doorspoelwater in het toilet aan het einde van de doorspoelcyclus.

In elk der voornoemde uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding, kan de kamer zijn verdeeld in een eerste en een tweede kamer, 20 waarbij de eerste kamer de met een vlotter bedienbare klep bevat, en de tweede kamer samenwerkt met de voorraadhouderafgever, een en ander zodanig, dat het water voor het vollopen vrij van de ene naar de andere kamer kan gaan.

In nog een verder aspect van de onderhavige uitvinding is een 25 werkwijze verschaft voor het toedienen van een gedoseerde hoeveelheid van een reukverdrijvend middel in de atmosfeer, die een afgeefinrichting omvat, zoals hiervoor omschreven, een aan het huis van de inrichting bevestigde opening, en een afgever voor het reukverdrijvende middel in de omgeving, geïmpregneerd met een vluchtige vloeistof of vastestof, 30 waarbij de onderdelen zodanig zijn uitgevoerd, dat tijdens een doorspoelcyclus lucht wordt verplaatst door de opening en een gedoseerde hoeveelheid van het reukverdrijvende middel in de atmosfeer wordt uitgestoten.

Deze uitvinding zal thans worden beschreven onder verwijzing naar 35 een van haar thans de voorkeur verdienende uitvoeringsvormen, die illustratief en niet beperkend is, en gegrond op de aangehechte ontwerp- 8220484 -3- schetsen, waarin: de figuren 1, 2 en 3 schematisch in respectievelijk een ruimtelijk, een zij- en een bovenaanzicht het ontwerp tonen van een inrichting volgens deze uitvinding, 5 figuur 4 een nog schematischer aanzicht toont van de inrichting volgens de uitvinding in de ruststand, figuur 5 volgende op figuur 4 een aanzicht toont van een inrichting volgens de uitvinding in de fase van het weer vullen tijdens een doorspoelwerking, 10 figuur 6 een aanzicht toont, analoog aan dat van figuur 5 in de fase van het binnenstromen van een vloeistof voor bacteriënevenwicht of een andere behandelingsvloeistof, en figuur 7 gelijk aan figuur 6 de afvoerfase toont van de inrichting volgens de uitvinding.

15 Met verwijzing naar de figuren 1-3 omvat volgens de uitvinding de inrichting een huis 1, dat een tank 2 bevat met behandelingsvloeistof, in het bijzonder een vloeistof voor bacteriënevenwicht, een zuigkamer 3, waarvan het vollopen wordt gestuurd door een klep 4, samenhangende met een drijver 5, en een wissel- of verdunkamer 6, 20 die wordt gevoed uit de tank 2 via een doserende afgèefklep 7. De naar buiten gekeerde zijde van de klep 4 is door een buis 8 verbonden met de waterspoelvalkölöm 9, die door de buis 8 wordt gedrukt door middel van een hydrodynamische af geef inrichting, gesymboliseerd door het element 10.

25 Aansluitende op het naar buiten gekeerde uitwendige deel van het huis 1 is op geschikte wijze een afgeefinrichting 11 aangebracht voor een reukverdrijvend middel voor de omgeving, van de soort, die eeh' vilt-eenheid omvat of een ander soortgelijk materiaal, dat een reukverdrijvend middel afgeeft overeenkomstig de zuigwerking, opgewekt door de verplaat-30 sing van vloeistof in de kamers 3 en 6.

Met verwijzing naar de figuren 4-7 zal thans de werking van de inrichting volgens deze uitvinding worden beschreven.

Zoals weergegeven in figuur 4, is de klep 4 in de ruststand tegen de afdichting geplaatst, aanwezig aan het einde van de buis 8, en is 35 de inrichting klaar voor bedrijf.

Bij een doorspoelwerking, gaat een kolom bewegend water door de buis 9, waarvan een deel wordt gevangen door het element 10 van de 8220484 -4- hydrodynamische afgeefinrichting, en door de buis 8 wordt gezonden voor het zodoende weer vullen van de kamer 3 en omhoog bewegen van de vlotter 5 totdat de klep 4 de volgende waterstroming blokkeert door afdichting tegen de zitting 4a. Het water, dat de zuigkamer 3 bereikt, 5 gaat door een doorgang (niet afgebeeld) om de wissel- of verdunkamer 6 te bereiken.

In de kamer 6 wordt de afgeef-doseerklep gevonden, samenhangende met de tank 2 van de behandelings- of vloeistof voor bacteriënevenwicht, gemaakt zoals beschreven in het ÜS octrooi 2.839.763, verleend op 10 24 juni 1958 op naam van W.G.Newson, en getiteld "Dispenser for flush tank deodorant bottle". De werking en de constructie van de afgeef-doseerklep, weergegeven bij 7, is duidelijk gedetailleerd beschreven in dit Amerikaanse octrooischrift, en op deze plaats wordt een gedetailleerde beschrijving niet nodig geacht. Het is voldoende op te 15 merken, dat voor elke onderdompeling van de klep 7 een bepaalde hoeveelheid van een vloeistof voor bacteriënevenwicht of een andere behandelings-vloeistof met een sifonwerkingsbeweging wordt afgegeven. De afgeeffase voor wat betreft de klep 7 is weergegeven in figuur 6.

In figuur 7 is het einde van de afgeefwerking weergegeven. In deze 20 fase is de meerderheid van de door de buis 9 bewegende waterkolom in de eindfase, en is er niet langer een hydraulische tegendruk, die de klep 4 tegen de zitting 4a' drukt en de doorgang van water in de kamer 3 belet. Derhalve overwint het overwicht van de toegevoegde behandelings-middelvloeistof of het vloeibare mLcBel voor bacteriënevenwicht, aanwezig 25 in de kamers 3 en 6, de stuwkracht van het water in de buis 9, en bereikt de toileteenheid.

Het zal duidelijk zijn, dat gelijktijdig met de bovenbeschreven werkingen, er een verplaatsing van lucht zal zijn in het huis 1, waardoor het in figuur 1 weergegeven element voor het afgeven van het reuk-30 verdrijvende middel zal worden onderworpen aan een luchtstroom, die derhalve een reukverdrijvend middel in de omgeving vrijmaakt.

Het zal duidelijk zijn, dat de oplossing volgens deze uitvinding bijzonder voordelig is, doordat een gecalibreerd afgeven van een behan-delingsmiddel, in het bijzonder een middel voor bacteriënevenwicht, 35 wordt geproduceerd zonder het gebruik van een uitwendige drijfkracht behalve de vrijwel kosteloze kracht, geleverd door de kolomdoorspoel-water.

8220484 -5-

Aannemende bijv., dat de voorraadhouder 2 op geschikte wijze kan worden geproduceerd met een inhoud van 600 ml en met een afgifte door de doseerklep 7 van 0,5 ml per doorspoeling, zal dezeiinhoud voldoende zijn voor 1200 doorspoelingen. Aannemende een gemiddeld gebruik van 5 18 doorspoelingen per dag, kan een bedrijfstijd van 76 dagen of 9,2 weken worden bereikt. Bij een gemiddelde van 20 doorspoelingen per dag, zal de bedrijfstijd ongeveer 8,5 weken zijn.

Opgemerkt moet worden, dat aangezien met de inrichting volgens de uitvinding het afgeven van de behandelingsvloeistof wordt gedaan aan 10 het einde van het doorspoelen, de concentratie van de behandelingsvloeistof, achterblijvende in het stilstaande water van het toilet, veel groter zal zijn dan die, verkregen in soortgelijke inrichtingen met verdunning in de totale massa van het doorspoelwater.

Deze uitvinding is beschreven onder verwijzing naar een van haar 15 produktievormen, waaraan thans de voorkeur wordt gegeven, waarbij het echter duidelijk zal zijn, dat het in de praktijk mogelijk is varianten en wijzigingen in te voeren zonder het beschermingskader van dit onderhavige nijverheidsoctroói„te overschrijden.

20 8220484

Claims (7)

1. Werkwijze voor het toedienen van een vloeistof aan toiletten, die het afgeven omvat van de vloeistof uit een inrichting, die bestaat uit een huis, waarin zich een voorraadhouder-afgever voor een behande- 5 lingsvloeistof bevindt, die samenwerkt met een kamer, die een door een vlotter bedienbare klep bevat, waarbij de onderdelen van de inrichting zodanig zijn uitgevoerd, dat doorspoelwater bij het begin van een doorspoelcyclus de kamer doet vollopen tot een peil, bepaald door de stand van de met een vlotter bedienbare klep, en het binnenstromen van 10 volloopwater een voorafbepaalde hoeveelheid van de behandelingsvloei-stof uit de afgever vrijmaakt in de kamer, welke hoeveelheid uit de inrichting wordt gestoten samen met het doorspoelwater in het toilet aan het einde van de doorspoelcyclus.

2. Werkwijze voor het toedienen van een vloeistof aan toiletten, 15 zoals omschreven in conclusie 1, waarbij de kamer is verdeeld in een eerste en een tweede kamer, welke eerste kamer de met een vlotter bedienbare klep bevat, en welke tweede kamer samenwerkt met de voorraadhouder-af ge ver, en de opstelling van de kamers zodanig is, dat water voor het vollopen vrij van de ene naar de andere kamer kan gaan.

3. Afgeefinrichting voor het toedienen van een voorafbepaalde hoeveelheid van een behandelingsvloeistof in toiletten, bestaande uit een huis, waarin zich een voorraadhouder-afgever bevindt, samenwerkende met een kamer, die een door een vlotter bedienbare klep bevat, waarbij de voorraadhouder-afgever is uitgevoerd voor het afgeven van een voor-25 afbepaalde hoeveelheid van de behandelingsvloeistof in de kamer wanneer de kamer onder water wordt gezet door een stroming doorspoelwater, waarbij de hoeveelheid van het doorspoelwater wordt gestuurd door de door een klep bedienbare klep.

4. Afgeefinrichting volgens conclusie 3, waarbij de kamer is ver-30 deeld in een eerste en een tweede kamer, welke eerste kamer de met een vlotter bedienbare klep bevat, en welke tweede kamer samenwerkt met de voorraadhouder-afgever, waarbij de opstelling van de kamers zodanig is, dat het volloopwater vrij van de ene naar de andere kamer kan bewegen.

5. Afgeefinrichting volgens conclusie 3 of 4, die bovendien een 35 hydrodynamische eenheid omvat, voorzien in de doorspoelwaterbuis, die is ingericht voor het leveren van vulwater aan de kamers.

6. Werkwijze voor het toedienen van een gedoseerde hoeveelheid 8220484 4 9 -7- van een reukverdrijvend middel in de atmosfeer, die een afgeefinrichting omvat volgens een der conclusies 3,4 of 5, een aan het huis bevestigde opening en een afgever voor een reukverdrijvend middel in de omgeving, geïmpregneerd met een vluchtige vloeistof of vastestof, waarbij de on-5 derdelen zodanig zijn uitgevoerd, dat tijdens een doorspoelcyclus lucht wordt verplaatst door de opening en een gedoseerde hoeveelheid van het reukverdrijvende middel wordt uitgestoten in de atmosfeer.

7. Afgeefinrichting voor een behandelingsvloeistof voor toiletten volgens een of meer van de voorgaande conclusies, en in hoofdzaak 10 zoals afgebeeld en beschreven onder verwijzing naar de aangehechte schetsen. 8220484