NL8220322A - Intraoculaire lens voor patienten met centrale retinale degeneratie. - Google Patents

Intraoculaire lens voor patienten met centrale retinale degeneratie. Download PDF

Info

Publication number
NL8220322A
NL8220322A NL8220322A NL8220322A NL8220322A NL 8220322 A NL8220322 A NL 8220322A NL 8220322 A NL8220322 A NL 8220322A NL 8220322 A NL8220322 A NL 8220322A NL 8220322 A NL8220322 A NL 8220322A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
lens
eye
external
positive
intraocular
Prior art date
Application number
NL8220322A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Koester Charles J
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Koester Charles J filed Critical Koester Charles J
Publication of NL8220322A publication Critical patent/NL8220322A/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61FFILTERS IMPLANTABLE INTO BLOOD VESSELS; PROSTHESES; DEVICES PROVIDING PATENCY TO, OR PREVENTING COLLAPSING OF, TUBULAR STRUCTURES OF THE BODY, e.g. STENTS; ORTHOPAEDIC, NURSING OR CONTRACEPTIVE DEVICES; FOMENTATION; TREATMENT OR PROTECTION OF EYES OR EARS; BANDAGES, DRESSINGS OR ABSORBENT PADS; FIRST-AID KITS
    • A61F2/00Filters implantable into blood vessels; Prostheses, i.e. artificial substitutes or replacements for parts of the body; Appliances for connecting them with the body; Devices providing patency to, or preventing collapsing of, tubular structures of the body, e.g. stents
    • A61F2/02Prostheses implantable into the body
    • A61F2/14Eye parts, e.g. lenses, corneal implants; Implanting instruments specially adapted therefor; Artificial eyes
    • A61F2/16Intraocular lenses
    • A61F2/1613Intraocular lenses having special lens configurations, e.g. multipart lenses; having particular optical properties, e.g. pseudo-accommodative lenses, lenses having aberration corrections, diffractive lenses, lenses for variably absorbing electromagnetic radiation, lenses having variable focus
    • GPHYSICS
    • G02OPTICS
    • G02CSPECTACLES; SUNGLASSES OR GOGGLES INSOFAR AS THEY HAVE THE SAME FEATURES AS SPECTACLES; CONTACT LENSES
    • G02C7/00Optical parts
    • G02C7/02Lenses; Lens systems ; Methods of designing lenses
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61FFILTERS IMPLANTABLE INTO BLOOD VESSELS; PROSTHESES; DEVICES PROVIDING PATENCY TO, OR PREVENTING COLLAPSING OF, TUBULAR STRUCTURES OF THE BODY, e.g. STENTS; ORTHOPAEDIC, NURSING OR CONTRACEPTIVE DEVICES; FOMENTATION; TREATMENT OR PROTECTION OF EYES OR EARS; BANDAGES, DRESSINGS OR ABSORBENT PADS; FIRST-AID KITS
    • A61F2/00Filters implantable into blood vessels; Prostheses, i.e. artificial substitutes or replacements for parts of the body; Appliances for connecting them with the body; Devices providing patency to, or preventing collapsing of, tubular structures of the body, e.g. stents
    • A61F2/02Prostheses implantable into the body
    • A61F2/14Eye parts, e.g. lenses, corneal implants; Implanting instruments specially adapted therefor; Artificial eyes
    • A61F2/16Intraocular lenses
    • A61F2/1613Intraocular lenses having special lens configurations, e.g. multipart lenses; having particular optical properties, e.g. pseudo-accommodative lenses, lenses having aberration corrections, diffractive lenses, lenses for variably absorbing electromagnetic radiation, lenses having variable focus
    • A61F2/1648Multipart lenses

Landscapes

  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • Ophthalmology & Optometry (AREA)
  • General Health & Medical Sciences (AREA)
  • Physics & Mathematics (AREA)
  • Transplantation (AREA)
  • Heart & Thoracic Surgery (AREA)
  • Cardiology (AREA)
  • Oral & Maxillofacial Surgery (AREA)
  • General Physics & Mathematics (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Biomedical Technology (AREA)
  • Optics & Photonics (AREA)
  • Vascular Medicine (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Animal Behavior & Ethology (AREA)
  • Public Health (AREA)
  • Veterinary Medicine (AREA)
  • Prostheses (AREA)
  • Optical Couplings Of Light Guides (AREA)

Description

82 2 0 3^2 2 τ Ν.0.31.928 1
Intraoculaire lens voor patiënten met centrale retinale degeneratie.
ACHTERGROND VAN DE UITVINDING, TECHNISCH GEBIED.
De uitvinding heeft betrekking op een intraoculaire lens ten gebruike in combinatie met een extern lenssysteem voor het vormen van een beeld op het netvlies.
5 ACHTERGROND VAN DE TECHNIEK.
Een van de voornaamste oorzaken van blindheid in Amerika is degeneratie van de gele vlek. In deze toestand is het centrale netvlies, dat fijne details waarneemt, gebrekkig. In minder ernstige gevallen van deze ziekte kunnen patiënten dikwijls worden geholpen met eenvoudige 10 vergrotingsapparaten of met verschillende telescopen, die beide dienen voor het vergroten van het op het netvlies gevormde beeld.
Vergrotingsapparaten worden gebruikt voor lezen of voor het uitvoeren van andere taken waarbij men op korte afstand ziet. Een verscheidenheid van vergrotingsapparaten is beschikbaar en in het algemeen 15 nuttig voor het beoogde doel. Zulke vergrotingsapparaten zijn echter omvangrijk en ongemakkelijk en zijn geen hulp bij andere taken, zoals rondwandelen. Zulke vergrotingsapparaten zijn bovendien vermoeiend voor de gebruiker, hetgeen afdoet aan hun doeltreffendheid.
Voor een verbeterd zien op afstand is een telescoop nodig. Tenein-20 de geschikt te zijn voor patiënten met een slecht gezicht moeten de telescopen compact zijn, licht in gewicht en redelijk goedkoop. Deze vereisten tezamen met principiële optische beperkingen resulteren in het algemeen in een inrichting die vergroot, maar met een enorm verlies aan gezichtsveld. Voor patiënten met een slecht gezicht en in het bezit 25 van de natuurlijke lens worden voor gebruik buitenshuis of voor andere wijzen van op afstand zien telescopen voorgeschreven met 2,2 x, 2,5 x of 3 x. Het verlies aan gezichtsveld is zo groot dat de meeste patiënten met een degeneratie van de gele vlek telescopen in de praktijk niet zeer waardevol vinden. Zulke telescopen worden daardoor dikwijls in de 30 praktijk op beperkte schaal gebruikt, ten gevolge van hun eng gezichtsveld, hun slechte cosmetische verschijning en de moeilijkheid ze aan het gezicht van een patiënt aan te brengen. Dientengevolge worden zij slechts betrekkelijk zelden door patiënten gebruikt.
Als patiënten naast een degeneratie van de gele vlek ook. grauwe 35 staar hebben is de prognose nog slechter. Verwijdering van de staar, gevolgd door een correctie van het gezichtsvermogen met een bril of contactlenzen vernauwd het gezichtsveld zonder een opmerkelijke verbetering van de vergroting.
8220322 2
De afake patiënt met een normaal netvlies heeft een groot optisch probleem. Brilleglazen met een sterkte van +11 tot +16 dioptrieën zijn nodig voor het verschaffen van de noodzakelijke extra focusserings-sterkte. Een andere mogelijkheid is het dragen van contactlenzen van 5 eenzelfde sterkte. Zij die geen contactlenzen kunnen dragen moeten derhalve een bril dragen waarvan de lenzen dik zijn en nauwkeurig aan het gezicht van de patiënt zijn aangepast. Voorts is het gezichtsveld beperkt door het brekingseffeet van de lenzen. Als een andere mogelijkheid kunnen contactlenzen met eenzelfde sterkte worden gedragen. Een 10 aanzienlijk aantal patiënten, meer in het bijzonder oudere patiënten met een beperkte vingervaardigheid, kan echter geen contactlenzen dragen.
Als de afake patiënt voorts lijdt aan een degeneratie van de gele vlek, vormen de conventionele telescopische hulpmiddelen voor slecht 15 zien gemonteerd op het brilmontuur een probleem. De telescoop voegt er gewicht aan toe en steekt uit buiten de reeds grote brilleglazen. De telescoop beperkt voorts het gezichtsveld. Het gezichtsveldprobleem wordt verergerd door het feit, dat de aanwezigheid van het brilleglas de telescoop nog verder van het oog verwijdert dan de optimale posi-20 tie.
Sommige afake slechtziende patiënten kunnen een 6 x of 8 x telescoop gebruiken, die zij in de hand houden. De 6 x heeft een gezichtsveld van 11, terwijl de 8 x een gezichtsveld van 8 heeft. Deze oplossing is echter niet uitvoerbaar, voor de vele patiënten die niet de 25 vaste hand bezitten die nodig is bij het gebruik van zulke handtelescopen.
Ten gevolge van de hierboven genoemde optische problemen en het reeds acuut toestand van verminderd gezichtsvermogen, worden patiënten met een slecht gezichtsvermogen die staar ontwikkelen dikwijls niet ge-30 opereerd.
In tegenstelling hiermede is het in andere gevallen gewenst het optische beeld te verkleinen. Patiënten met retinitis pigmentosa (RP) en sommige patiënten met een gevorderde groene staar lijden aan verlies van gezichtsvermogen aan de omtrek. Teneinde normaal te functioneren, 35 bijvoorbeeld de straat over te steken, kunnen zij baat vinden bij een optisch hulpmiddel dat het netvliesbeeld verkleint, waardoor meer van het gezichtsveld valt op het centrale deel van het netvlies, dat nog functioneert.
Het principe van de uitvinding en van de verschillende uitvoerin-40 gen, die hierin worden geopenbaard verhelpen de hierbovengenoemde ge- 8220322 3 breken terwijl de gestelde doelen worden bereikt.
Een onderzoek naar de stand van de techniek heeft het volgende materiaal opgeleverd:
Troutman, in een artikel getiteld "Artiphakia and Aniseikonia" dat 5 is gepubliceerd in het American Journal of Ophthalmology, blz. 602-639, oktober 1963, beschrijft de stand van de techniek betreffende artificiële intraoculaire lenzen. Op blz. 614 van het artikel wordt opgemerkt: "Er is geen verwijzing in de literatuur naar intraoculaire lenzen met betrekking tot de telescopische vergroting die kan woren ver-10 kregen met een combinatie van een intraoculaire lens en een brilleglas".
Levy, Jr e.a., Amerikaans Octrooi 4.074.368, beschrijven een intraoculaire lens, die is gebaseerd op het principe van een Galileïsche telescoop waarin zowel het negatieve element 18 als het positieve ele-15 ment 14 met elkaar zijn verbonden en beide in het oog zijn aangebracht. Het positieve element 14 is een luchtlens gevormd door een bel 15 en het negatieve element 18 is een luchtlens gevormd door de bellen 20 en 22. Het octrooi stelt implantatie van dit intraoculaire lenssysteem voor ter verlichting van ziektetoestanden zoals degeneratie van de gele 20 vlek en diabetische aandoening van het netvlies.
Lieb, Amerikaans Octrooi 2.834.023, beschrijft voorste-kamerlenzen voor brekingscorrectie bij afakie, sterke ametropia en anisometropia en bilaterale en unilaterale grauwe staar. Van bijzonder belang zijn figuren 6-9, waarin de lens 20 van het divergerende type is.
25 Filderman, Amerikaans Octrooi 3.027.803, beschrijft een systeem bestaande uit een brilleglas en een contactlens, dat een gewijzigde Galileïsche telescoop vormt. He contactlens 10 dient als de negatieve lens in het telescopische lenssysteem en het centrale segment L2 van het brilleglas Ll dient als de positieve objectieflens van het teles-30 copische lenssysteem. Voorts onthult het octrooi hoe een 2 x vergrotend systeem kan worden ontwikkeld door gebruik te maken van een negatieve lens met -50 dioptrieën en een positieve lens met +25 dioptrieën.
Dittmer, Amerikaans Octrooi 2.164.801, onthult een corrigerend lenssysteem waarin een andere uitvoering een telescopisch lenssysteem 35 verschaft, zoals aangegeven in fig. 5. Het telescopische lenssysteem omvat een negatieve contactlens 23 die op het oog 10 wordt gedragen, en een positief brilleglas 24 dat vbör het oog 10 is opgesteld.
Spero, Amerikaans Octrooi 2.078.590, onthult een telescopische bril waarin de positieve lens 15 is bevestigd op een glazen draag-40 element 16 en de negatieve lens 17 is bevestigd aan een tweede glazen 8220322 4 element 18. Het totale lenssysteem wordt bevestigd aan een monterings-systeem voor brilleglazen.
Isen, in "Feinbloom Mini-Scope Contact Lens", zoals weergeven in de Encyclopedia of Contact Lens Practice (15 November 1961), leert de 5 vervaardiging van een Galile'isch lenssysteem uit een als doublet geconstrueerde contactlens. Zoals men kan zien wordt de negatieve lens het dichtst bij het oog geplaatst, terwijl de positieve objectieflens op een kleine afstand van het oog wordt opgesteld.
BESCHRIJVING VAN DE UITVINDING.
10 Een doel van de uitvinding is elimineren van de hierboven genoemde nadelen verbonden met conventionele apparaten en technieken, en het verschaffen van een systeem, dat een beter zien mogelijk maakt met een groter gezichtveld dan vroeger mogelijk was.
Een verder doel van de uitvinding is het verschaffen van een op-15 tisch systeem dat nuttig is voor het verbeteren van het op afstand zien door patiënten met degeneratie van de gele vlek en afake patiënten, en dat uit cosmetisch oogpunt meer acceptabel is dan de thans verkrijgbare telescopische brillen.
Voorts is een doel van de uitvinding het verschaffen van een sys-20 teem dat een verkleind netvliesbeeld geeft waardoor meer van het gezichtsveld wordt afgeheeld op het centrale deel van het netvlies, waardoor patiënten worden geholpen, die lijden aan een verlies van gezicht bij de omtrek.
Volgens een uitvoering van de uitvinding wordt een intraoculaire 25 lens met negatieve sterkte verschaft, die geschikt is om in de achterste kamer van het oog te worden aangebracht. De intraoculaire lens is zodanig gevormd, dat deze een vergroot beeld op het netvlies verschaft en een grootgezichtsveld als hij in combinatie wordt gebruikt met een uitwendige positieve lens.
30 Volgens en voorkeursuitvoering van de uitvinding is de uitwendige lens een brilleglas, terwijl bij een andere uitvoering de uitwendige lens een positieve contactlens is.
Een tweede uitwendige lens kan ook worden aangebracht. In dit geval is de eerste uitwendige lens een positief brilleglas en de tweede 35 uitwendige lens een negatieve contactlens.
Volgens de uitvinding wordt een werkwijze onthuld voor het verschaffen van een verbeterde vergroting bij menselijke ogen zonder natuurlijke lens. De werkwijze omvat het implanteren van een negatieve intraoculaire lens in het oog en het verschaffen van een uitwendige po-40 sitieve lens. Een tweede uitwendige lens kan worden gebruikt, in welk 8220322 5 geval de eerste uitwendige lens een positief brilleglas is en de tweede uitwendige lens een negative of een positieve contactlens.
Volgens een tweede aspect van de uitvinding heeft de intraoculai-re lens een positieve sterkte, terwijl de uitwendige lens een negatieve 5 sterkte heeft. Zulk een combinatie verschaft een systeem dat het beeld op het netvlies verkleint terwijl een verbeterd gezichtsveld wordt verkregen. Wederom kan de uitwendige lens een lenssysteem zijn dat uit twee lenzen bestaat, te weten een brilleglas en een contactlens.
Bij de overeenkomende werkwijze wordt een positieve IOL in een oog 10 geïmplanteerd en gecombineerd met een uitwendige negatieve lens ter verkrijging van een verkleind beeld op het netvlies met een vergroot gezichtsveld.
KORTE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGEN
Fig. 1 is een doorsnede door een uitvoering van een optisch sys-15 teem volgens de uitvinding, de fig. 2A en 2B zijn vergrote voor- en zijaanzichten in doorsnede van de negatieve intraoculaire lens weergegeven in fig. 1, de fig· 3A en 3B tonen doorsneden door de intraoculaire lens die in de achterste kamer is aangebracht, 20 fig. 4 is een grafiek die de vergroting en het gezichtsveld van verschillende optische systemen vergelijkt, met inbegrip van het systeem volgens de uitvinding, fig. 5 is een grafiek die wordt gebruikt voor het uitkiezen van de juiste intraoculaire lens, afhankelijk van de gewenste vergoting, 25 fig. 6 is een diagram dat het gezichtsveld toont dat wordt verkre gen met een brilleglas, fig. 7 is een andere uitvoering dan de uitvoering weergegeven in fig. 1 voor het verkleinen van het visuele beeld.
DE BESTE UITVOERINGSWIJZE VAN DE UITVINDING 30 Hierboven is zo algemeen mogelijk uiteengezet dat het optische systeem volgens de uitvinding een intraoculaire lens bevat, zoals is aangegeven in de fig. 1 en 2 (of fig. 7). In fig. 1 is de negatieve sterkte van de intraoculaire lens zodanig gekozen, dat als een brilleglas of een contactlens met de geschikte sterkte wordt gedragen, 35 de patiënt een vergroot beeld op het netvlies heeft.
Zoals hierboven is opgemerkt, kan de intraoculaire lens worden gebruikt in combinatie met hetzij een contactlens en/of een brilleglas. Als wordt gecombineerd met een brilleglas of een contactlens met een positieve sterkte, gedraagt de combinatie zich als een Galileïsche te-40 lescoop met een vergrotingsfactor groter dan één.
8220322 6
Zoals uit fig. 1 blijkt wordt een brilleglas 7 met een positieve brekingssterkte gedragen in combinatie met de negatieve intraoculaire lens 9 voor het focusseren van het beeld op het netvlies 11. De intraoculaire lens wordt achter de iris aangebracht. Het is ook mogelijk, 5 hoewel dit minder de voorkeur verdient, de lens in het voorste deel van het oog aan te brengen tussen de cornea en de iris.
Het is een voordeel van de uitvinding dat de intraoculaire lens dichtbij de pupil van het oog wordt aangebracht, waardoor het toelaatbaar is dat de lens een betrekkelijk kleine afmeting bezit vergeleken 10 met bijvoorbeeld de contactlenzen of brilleglazen met een negatieve sterkte die anders voor hetzelfde doel zouden kunnen gebruikt. Hier komt dan nog bij, dat door bet plaatsen van de lens in de achterste kamer een maximale scheiding wordt verkregen tussen het gebruikte brilleglas of de gebruikte contactlens en de intraoculaire lens, waardoor 15 een maximale vergroting wordt verkregen.
De afstand v weergegeven in fig. 1 is de topafstand, gedefinieerd als de scheiding tussen de top van de cornea en de top van het brilleglas. Zoals hieronder zal worden verklaard, is deze afstand belangrijk voor het bepalen van de te verkrijgen vergroting.
20 De algemene structuur van de bedoelde intraoculaire lens is die van het type dat algemeen bekend is, zoals bijvoorbeeld het type beschreven in het Amerikaanse octrooi 4.041.552 verleend aan GANIAS, welke beschrijving wordt geacht hier te zijn ingelast.
Zoals men kan zien in de fig. 2A en 2B is de intraoculaire lens 25 voorzien van oogjes of haakjes 13 van kunststof of metaal om het lenselement 15 stevig op zijn plaats te houden. Fig. 2B geeft de relatieve afmetingen in millimeters. De vrije opening (CA) in dit voorbeeld is 4,5 mm.
Fig. 3A toont een mogelijke techniek voor het op zijn plaats bren-30 gen van de lens in de achterste kamer van het oog. Zoals is aangegeven zetten de haakjes 13 door veerkracht uit waardoor zij in aanraking komen met het binnenoppervlak van het lenskapsel 15. In fig. 3B is de toestand weergegeven waarin het kapsel is verwijderd, zoals bij een in-tracapsulaire extractie. In dit geval zetten de oogjes 13 uit tegen 35 het straallichaam 17 waardoor de I0L in de juiste stand komt. De figuur geeft aan dat de oogjes een hoek maken met het vlak van de IOL hetgeen ten doel heeft de IOL te plaatsen in een achterwaartse stand waardoor een extra scheiding wordt verkregen tussen de IOL en de uitwendige lens. De beslissing met betrekking tot het te gebruiken type IOL kan op 40 elk ogenblik tijdens de operatie worden genomen.
8220322 7
Natuurlijk moeten bij deze uitvoering de intraoculaire lens en het brilleglas en/of de contactlens op de juiste wijze worden uitgekozen teneinde de gewenste vergrotingsgraad te geven en een scherp gefocus-seerd beeld op bet netvlies, terwijl een optimaal gezichtsveld wordt 5 verschaft.
De sterkte P van de IOL kan worden berekend met de vergelijking: _ n nv + g(l-vC) - FM g-b nv + b(l-vC) 10 waarin n = de brekingsindex van het intraoculaire medium = 1,336 g = de afstand van de top van het hoornvlies tot het netvlies (fig. 1) in meters (m) b = de afstand van de top van het hoornvlies tot de IOL (m) 15 v = de topafstand van het brilleglas (m) C = de sterkte van het hoornvlies in diopterie F = de brandpuntsafstand van een normaal oog (met lens) M = de gewenste vergroting
Nadat de sterkte van de IOL is bepaald met vergelijking 1, kan men 20 de sterkte S van het brilleglas als volgt bepalen: ς _ P(g-b) (n-bC) - n(n-gC)_ P(g-b) (vbC-b-nv) + n(nv + g-vgC) 25 S is de sterkte die is vereist voor het op afstand zien. Als een correctie noodzakelijk is voor dichtbij zien kan een geschikte extra sterkte aan S worden toegevoegd.
Het gezichtsveld wordt bepaald met behulp van fig. 6. Het totale hoekveld wordt gedefinieerd als de hoek a.
30 a d/ 1 Λ tm 22(*¥ - y waarin 35 d = de diameter van het brilleglas (m) v = de afstand van de top van het brilleglas tot het hoornvlies (m) k - de afstand van de top van het hoornvlies tot het knooppunt van het oog (m). Voor een normaal oog is k = 0,007 m.
40 S = de sterkte van het brilleglas in dioptrie.
In de praktijk kan de werkwijze voor het uitkiezen van de geschik- 8220322 8 te lenzen als volgt verlopen. De vereisten van de patiënt wat betreft vergroting en gezichtsveld worden bepaald door een gedetailleerd onderzoek dat, indien mogelijk, de gezichtsscherpte omvat, en uit de bepaling van de visuele behoefte van de patiënt, bijvoorbeeld het zien op 5 afstand en lezen. Uit de beschikbare negatieve intraoculaire lenzen wordt de lens met die sterkte gekozen die het beste voldoet aan de vereisten van de patiënt. Een grafiek zoals weergegeven in fig. 4, kan voor dit doel worden gebruikt. De intraoculaire lens zal een sterkte hebben van -10 tot -100 dioptrieën waarbij lenzen van -40 dioptrieën 10 tot -100 dioptrieën zeer geschikt zijn. Na de chirurgische ingreep voor het implanteren, als het oog voldoende is gestabiliseerd, wordt de breking van het oog van de patiënt onderzocht teneinde het beste brille-glas (of contactlens) te bepalen voor een optimaal gezichtsvermogen.
Het brilleglas kan van conventioneel glas zijn of van het kunst-15 stof type. Het is ook mogelijk in sommige gevallen een positieve
Fresnel-lens te gebruiken teneinde het gewicht van de bril te verminderen. Deze lenzen bestaan uit dunne kunststof waarop cirkelvormige delen van een lens in reliëf zijn aangebracht. Het voltooide werkstuk werkt als een lens, maar de totale dikte is veel kleiner dan van de conven-20 tionele lens. Deze lenzen zijn speciaal nuttig in omstandigheden waarin een grote positieve (of negatieve) sterkte in dioptrieën is vereist.
Fig. 4 geeft weer de vergroting en het bereikbare gezichtsveld voor de verschillende sterkten van een intraoculaire lens, aangegeven tussen haakjes. Ter illustratie werd een vaste diameter van het brille-25 glas van 40 mm aangenomen. Als een brilleglas met een kleinere diameter of een niet rond brilleglas wordt toegepast zal het gezichtsveld anders zijn dan in de figuur weergegeven. In fig. 4 is ook aangegeven de vergroting en het bereikbare gezichtsveld bij een aantal in de handel verkrijgbare telescopische hulpmiddelen voor slechtzienden, zoals de biop-30 tische, en de "designs for vision" groothoektelescoop. Het is duidelijk dat voor een bepaalde vergroting tot 2,5 x de combinatie van een intraoculaire lens en een brilleglas een groter gezichtsveld geeft dan de conventionele telescopische hulpmiddelen voor slechtzienden.
Kromme B in fig. 4 geeft de vergroting en het beschikbare ge-35 zichtsveld voor de combinatie van een contactlens en een brilleglas. Aangezien het niet praktisch is contactlenzen met een zeer grote negatieve sterkte te gebruiken, loopt de kromme slechts tot -30 D. De kromme B geeft aan dat de vergroting die met deze combinatie kan worden verkregen zeer beperkt is. Vergelijking met kromme A toont, dat voor 40 een bepaalde vergroting het beschikbare gezichtsveld met de combinatie 8220322 9 van de intraoculaire lens en een brilleglas beter is dan bij de combinatie van een contactlens en een brilleglas.
Fig. 5 is een grafische weergave van de betrekking tussen de sterkte van de IOL en de vergroting voor verschillende combinaties van 5 een IOL en uitwendige lenzen. Lijn A geeft de vergroting weer als een functie van de sterkte van de IOL voor de combinatie van een IOL en een brilleglas op een topafstand van 13 mm (v * 0,013 m ) van het hoornvlies. Deze topafstand is kenmerkend voor vele patiënten. Elk getal tussen haakjes is de vereiste sterkte van de uitwendige lens, in dit 10 geval het brilleglas. De lijn B is voor de combinatie van een IOL en een contactlens. Het is duidelijk dat deze combinatie niet de vergro-tingsgraad verschaft die kan worden verkregen met de combinatie van een IOL en een brilleglas. De oorzaak hiervan is dat de IOL en de contactlens zich noodzakelijkerwijze dicht in eikaars nabijheid bevinden, het-15 geen het gevolg is van de anatomie van het oog.
Lijn C is voor de meer ingewikkelde combinatie van een IOL, een contactlens met een sterkte van -20 D en een brilleglas. Bij deze opstelling is de beschikbare vergroting toegenomen vergeleken met elk van de hierboven vermelde combinaties. De prijs die voor deze extra vergro-20 ting moet worden betaald is het inconvenient veroorzaakt door het dragen van zowel een contactlens als een brilleglas en de grotere sterkte die het brilleglas moet bezitten.
Lijn D geeft de combinatie van een IOL en een brilleglas weer met een topafstand van 23 mm voor de bril. Deze extra 10 mm topafstand 25 geeft blijkbaar een opmerkelijke toeneming van de vergroting, vergeleken met lijn A. Met deze waarneming zijn twee gevolgtrekkingen verbonden. Ten eerste kan een bepaalde vergroting worden verkregen met een IOL met een kleinere sterkte en een brilleglas met een kleinere sterkte als de topafstand ietwat groter kan zijn dan de standaard 13 mm. Ten 30 tweede, en dit is misschien belangrijker, kan een patiënt nadat een IOL enige jaren geleden is aangebracht een sterkere vergroting nodig hebben ten gevolge van een toeneming van de degeneratie van de gele vlek. In plaats van het risico van een tweede operatie voor het vervangen van de IOL kan de patiënt worden uitgerust met een bril met een grotere top-35 afstand. Als bijvoorbeeld de IOL een lens met een sterkte van -60 D is, zou de oorspronkelijke vergroting voor een topafstand van 13 mm 1,97 x bedragen. Later kan de vergroting worden versterkt tot 2,5 x door het vergroten van de topafstand tot 23 mm, tezamen met een geschikte wijziging van de sterkte van het brilleglas. Alhoewel een vergroting van de topafstand 40 kleine problemen geeft bij het aanbrengen van de brilleglazen 8220322 10 en vanuit een cosmetisch standpunt, zijn de nadelen minder verwerpelijk dan die van de traditionele telescoopbrillen of de handtelescopen.
Zoals blijkt uit de informatie die de grafieken verschaffen geeft het systeem volgens de uitvinding een verbeterde vergroting en een 5 groter gezichtsveld vergeleken met systemen die normaliter verkrijgbaar zijn, terwijl het systeem volgens de uitvinding gemakkelijker kan worden gebruikt en vanuit een cosmetisch oogpunt veel aanvaardbaarder is. Zoals hierboven is opgemerkt is het een opmerkelijk voordeel van de uitvinding, dat voor een bepaalde vergroting de combinatie van een 10 intraoculaire lens en een bril een groter gezichtsveld verschaft dan een van de alternatieven weergegeven in fig. 4.
Extra voordelen van de combinatie volgens de uitvinding zijn een lichter gewicht en minder optische elementen die gealigneerd moeten worden gehouden. Vanuit een cosmetisch standpunt gezien is een een-15 voudige lens voor het oog, zelfs een sterk positieve lens, minder verwerpelijk dan een telescoop die op een brilmontuur is aangebracht, zoals tegenwoordig wordt toegepast.
De voordelen van een systeem dat een ruim gezichtsveld verschaft zijn duidelijk. Een ruim gezichtsveld vergroot in sterke mate het ver-20 mogen van de patiënt zich te bewegen, obstakels te vermijden en in het algemeen normaal te functioneren, en verschaft derhalve een zeer belangrijk alternatief voor de vroeger voorgestelde systemen.
Hierboven is opgemerkt dat de intraoculaire lens kan worden gebruikt in combinatie met een contactlens in plaats van een brilleglas. 25 De negatieve intraoculaire lens en de positieve contactlens werken weer samen en vormen een Galileïsche telescoop. Deze uitvoering verdient echter minder de voorkeur vanwege de kortere afstand tussen de beide lenzen, vergeleken met de afstand tussen de intraoculaire lens en een brilleglas. De verkregen vergroting is daardoor zeer beperkt en ge-30 fixeerd, ten gevolge van de anatomie van het oog.
Bij weer een andere uitvoering van de uitvinding kan een negatieve contactlens worden gebruikt in combinatie met een negatieve intraoculaire lens en een positief brilleglas, teneinde de parameters te verkrijgen die hierboven zijn verklaard. Ten gevolge van de extra pro-35 blemen , die verbonden zijn met het dragen van contactlenzen en het extra probleem van het aligneren van de drie lenzen verdient dit systeem echter eveneens minder de voorkeur dan het eenvoudige systeem gevormd door een intraoculaire lens en een brilleglas.
Bij een extra uitvoering van de uitvinding wordt gebruik gemaakt 40 van een positieve contactlens in combinatie met een positief brilleglas 8220322 11 en een negatieve intraoculaire lens. Door de vereiste positieve sterkte te verdelen over het brilleglas en de contactlens kan de sterkte van het brilleglas worden verminderd, waardoor het gewicht ervan kleiner wordt en de cosmetische verschijning wordt verbeterd. Voorts is bij een 5 bepaalde vergroting het gezichtsveld iets groter bij de combinatie met een positieve contactlens dan bij de combinatie van een brilleglas en een intraoculaire lens.
Fig.7 toont een andere uitvoering van de uitvinding die nuttig is voor patiënten die lijden aan een verminderd gezichtsvermogen aan de 10 omtrek. Bij deze uitvoering zijn de sterkten van de IOL en de uitwendige lens omgekeerd, zodat de IOL 9' een positieve sterkte heeft, terwijl de uitwendige lens 7' een negatieve sterkte bezit. Een grafiek overeenkomende met die van fig. 5 kan worden gebruikt voor het uitkiezen van verschillende lenssterkten nadat de visuele behoeften van de 15 patiënt zijn geëvalueerd. Bij wijze van voorbeeld, bij deze uitvoering geeft een IOL met een sterkte van 40 D gecombineerd met een brilleglas met een sterkte van -25 D bij een topafstand van 23 mm een vergroting van 0,59.
Alhoewel de uitvinding is beschreven aan de hand van speciale ma-20 terialen, lenzen en intraoculaire lenssystemen, dient men te begrijpen dat de uitvinding niet is beperkt tot de beschreven bijzonderheden, maar mede betrekking heeft op alle equivalenten die binnen het bereik van de conclusies vallen.
8220322

Claims (35)

1. Intraoculaire lens met een negatieve sterkte geschikt om te worden geïmplanteerd in het oog, welke lens een zodanige sterkte en configuratie heeft, dat een aanzienlijke vergroting wordt verschaft van 5 het beeld op het netvlies als de lens wordt gebruikt in combinatie met een uitwendige positieve lens.
1. Intraoculaire lens met een negatieve sterkte geschikt om te worden geplaatst in de achterste kamer van het oog.
2. Intraoculaire lens volgens conclusie 1, welke lens een zodanige sterkte en configuratie bezit, dat een wijd gezichtsveld wordt verkregen als de lens wordt gebruikt in combinatie met een uitwendige posi- 10 tieve lens.
2. Intraoculaire lens volgens conclusie 1, welke lens een sterkte 5 en een zodanige vorm heeft, dat deze een vergroting van het beeld op het netvlies geeft en een wijd gezichtsveld hij gebruik in combinatie met een uitwendige positieve lens.
3. Intraoculaire lens volgens conclusie 1, waarbij de lens is voorzien van flexibele ondersteuningsorganen geschikt voor bet in een bepaalde stand houden van de lens in de achterste kamer van bet oog.
3. Intraoculaire lens volgens conclusie 1, waarbij de lens is voorzien van flexibele ondersteunlngsorganen die geschikt zijn on de 10 lens in een bepaalde stand te houden in de achterste kamer van het oog.
4. Intraoculaire lens volgens conclusie 1, waarbij de lens een ne- 15 gatieve sterkte beeft van ten minste -10 dioptrieën.
4. Intraoculaire lens volgens conclusie 1, waarbij deze lens een sterkte heeft van ongeveer -10 tot -100 dioptrieën.
5. Intraoculaire lens volgens conclusie 4, waarbij de lens een negatieve sterkte beeft van ten minste -40 dioptrieën.
5. Intraoculaire lens volgens conclusie 4, waarbij de lens een 15 sterkte heeft van ongeveer -40 tot -100 dioptrieën.
6. Optisch systeem bestaande uit: a) een intraoculaire lens geschikt om te worden geïmplanteerd in 20 een oog, en b) een uitwendige lens, waarbij de gecombineerde intraoculaire lens en de uitwendige lens een zodanige sterkte en configuratie bezitten dat een aanzienlijke vergroting of verkleining van het beeld op het netvlies wordt verkregen.
6. Een optisch systeem bestaande uit: a) een intraoculaire lens geschikt om in het oog te worden geïmplanteerd, en b) een uitwendige lens.
7. Optisch systeem volgens conclusie 6, waarbij de intraoculaire lens een negatieve sterkte heeft en geschikt is om te worden aangebracht in de achterste kamer van het oog.
7. Optisch systeem volgens conclusie 6, waarbij de intraoculaire lens een negatieve sterkte heeft en geschikt is om te worden aangebracht in de achterste kamer van een oog.
8. Optisch systeem volgens conclusie 7, waarbij de uitwendige lens een brilleglas is met een positieve sterkte voor het vergroten van het 30 beeld op het netvlies van het oog.
8. Optisch systeem volgens conclusie 7, waarbij de uitwendige lens een brilleglas is met een positieve sterkte voor het vergroten van het 25 beeld op het netvlies van het oog.
9. Optisch systeem volgens conclusie 6, waarbij de uitwendige lens een positieve contactlens is.
9. Optisch systeem volgens conclusie 6, waarbij de uitwendige lens een positieve contactlens is.
10. Optisch systeem volgens conclusie 6, waarbij de uitwendige lens een positieve Fresnel-lens is.
10. Optisch systeem volgens conclusie 6, waarbij de uitwendige lens een positieve Fresnel-lens is.
11. Optisch systeem volgens conclusie 6, welk systeem voorts een tweede uitwendige lens bevat en waarbij de eerste uitwendige lens een positief brilleglas is en de tweede uitwendige lens een negatieve contactlens .
11. Optisch systeem volgens conclusie 6, dat voorts een tweede uitwendige lens bevat en waarbij de eerste uitwendige lens een positief brilleglas is en de tweede uitwendige lens een negatieve contactlens.
12. Optisch systeem volgens conclusie 6, waarbij de uitwendige 40 lens een brilleglas is, dat zich op een topafstand van de top van het 8220322 hoornvlies bevindt en waarbij de sterkte van het brilleglas en de top-afstand worden bepaald door de gewenste vergroting.
12. Optisch systeem volgens conclusie 6, waarbij de uitwendige lens een brilleglas is dat zich op een afstand van de top van het 35 hoornvlies bevindt op een topafstand en waarbij de sterkte van het brilleglas en de topafstand worden bepaald door de gewenste vergroting.
13. Optisch systeem volgens conclusie 6, waarbij de intraoculaire lens een positieve sterkte heeft en de uitwendige lens een negatieve 5 sterkte teneinde een verkleind beeld op het netvlies te verschaffen met een vergroot gezichtsveld.
13. Optisch systeem volgens conclusie 6, waarbij de intraoculaire lens een positieve sterkte heeft en de uitwendige lens een negatieve 40 sterkte ter verkrijging van een verkleining van het beeld op het net- 8220322 vlies met een vergroot gezichtsveld.
14. Werkwijze voor het verschaffen van een belangrijke vergroting voor een menselijk oog zonder natuurlijke lens, welke werkwijze de navolgende stappen omvat: 10 a) het implanteren van een negatieve intraoculaire lens in het oog, en b) het verschaffen van een uitwendige positieve lens, waarbij een combinatie van de negatieve intraoculaire lens en de positieve uitwendige lens een aanzienlijke vergroting van het beeld op het netvlies van 15 het oog verschaft.
14. Werkwijze voor het verschaffen van een verbeterde vergroting voor het menselijk oog zonder natuurlijke lens, omvattende de navolgende stappen: 5 a) het implanteren van een negatieve intraoculaire lens in het oog, en b) het verschaffen van een uitwendige positieve lens.
15. Werkwijze volgens conclusie 14, omvattende het implanteren van de negatieve intraoculaire lens in de achterste kamer van het oog.
15. Werkwijze volgens conclusie 14, omvattende het implanteren van de negatieve intraoculaire lens in de achterste kamer van het oog.
16. Werkwijze volgens conclusie 14, waarbij de uitwendige lens een positieve contactlens is.
16. Werkwijze volgens conclusie 14, waarbij de uitwendige lens een positieve contactlens is.
17. Werkwijze volgens conclusie 14, waarbij de uitwendige positie ve lens een Fresnel-lens is.
17. Werkwijze volgens conclusie 14, waarbij de uitwendige positieve lens een Fresnel-lens is.
18. Werkwijze volgens conclusie 14, waarbij de uitwendige lens een positief brilleglas is.
18. Werkwijze volgens conclusie 14, waarbij de uitwendige lens een 15 positief brilleglas is.
19. Werkwijze volgens conclusie 14, welke werkwijze voorts omvat 25 het verschaffen van een tweede uitwendige lens, waarbij de eerste uitwendige lens een positief brilleglas is en de tweede uitwendige lens een negatieve contactlens.
19. Werkwijze volgens conclusie 14, voorts omvattende een verschaffen van een tweede uitwendige lens, waarbij de eerste uitwendige lens een positief brilleglas is en de tweede uitwendige lens een negatieve contactlens.
20. Werkwijze volgens 14, waarbij de uitwendige lens een positief brilleglas is en de werkwijze omvat het instellen van de sterkte en de 30 topafstand van het brilleglas tot de top van het hoornvlies in overeenstemming met de gewenste vergroting van het systeem.
20. Werkwijze volgens conclusie 14, waarbij de uitwendige lens een positief brilleglas is en de werkwijze omvat het instellen van de sterkte en de topafstand van het brilleglas tot de top van het hoornvlies in overeenstemming met de gewenste vergroting van het systeem.
21. Werkwijze voor het verschaffen van verkleining van een beeld op het netvlies van een oog, terwijl een vergroot gezichtsveld wordt verschaft, welke werkwijze omvat: 35 a) het implanteren van een positieve intraoculaire lens in het oog, en b) het verschaffen van een uitwendige' negatieve lens, waarbij de combinatie van de negatieve intraoculaire lens en de positieve uitwendige lens een aanzienlijke verkleining verschaft van het beeld op het 40 netvlies van het oog. 8220322
21. Werkwijze voor het verschaffen van een verkleining van een 25 beeld op het netvlies van een oog en het verschaffen van een vergroot gezichtsveld, welke werkwijze omvat: a) het implanteren van een positieve intraoculaire lens in het oog, en b) het verschaffen van een uitwendige negatieve lens.
22. Werkwijze volgens conclusie 21 omvattende het implanteren van de positieve intraoculaire lens in de achterste kamer van het oog.
22. Werkwijze volgens conclusie 21, omvattende het implanteren van de positieve intraoculaire lens in de achterste kamer van het oog.
23. Werkwijze volgens conclusie 21, waarbij de uitwendige lens een negatief brilleglas is.
23. Werkwijze volgens conclusie 21 waarbij de uitwendige lens een negatief brilleglas is.
24. Werkwijze volgens conclusie 21, waarbij de uitwendige lens een negatieve contactlens is.
24. Werkwijze volgens conclusie 21, waarbij de uitwendige lens een 35 negatieve contactlens is. 8220322 GEWIJZIGDE CONCLUSIES.
25. Intraoculaire lens volgens conclusie 1, waarbij de intraoculaire lens geschikt is om te worden aangebracht in de achterste kamer van het oog.
26. Intraoculaire lens volgens conclusie 1, waarbij deze intra oculaire lens geschikt is om te worden aangebracht in het gebied van het oog waar zich normaliter de natuurlijke lens van het menselijk oog bevindt.
27. Intraoculaire lens volgens conclusie 1, waarbij de intraocu- 15 laire lens geschikt is om te worden aangebracht in het voorste deel van het oog.
28. Intraoculaire lens volgens conclusie 27, waarbij de intraoculaire lens geschikt is om te worden aangebracht in het gebied van het oog dat zich bevindt νδδΓ de plaats die normaliter wordt ingenomen door 20 de natuurlijke lens van het menselijk oog.
29. Intraoculaire lens met een negatieve sterkte geschikt om te worden geïmplanteerd in het oog, welke lens een negatieve sterkte heeft groter dan -10 dioptrieën.
30. Intraoculaire lens volgens conclusie 29, waarbij de lens is 25 voorzien van flexibele ondersteuningsorganen geschikt om de lens op zijn plaats te houden in de achterste kamer van het oog.
31. Intraoculaire lens met een negatieve sterkte volgens conclusie 1, waarbij de intraoculaire lens geschikt is om te worden geïmplanteerd in de achterste kamer van het menselijk oog.
32. Implanteerbaar optisch element, bestaande uit: a) een negatieve intraoculaire lens geschikt om te worden geplaatst in de achterste kamer van het menselijk oog, en b) middelen voor het ondersteunen van de lens in de achterste kamer van het oog.
33. Optisch element volgens conclusie 32, waarbij de ondersteu- ningsorganen bestaan uit flexibele ondersteuningselementen, die geschikt zijn om de intraoculaire lens in het oog op zijn plaats te houden.
34. Optisch element volgens conclusie 32, waarbij de intraoculaire 40 lens een negatieve sterkte heeft van ten minste ongeveer -10 diop- 8220322 sT ' 17 trieën.
35. Optisch element volgens conclusie 32, waarbij de intraoculaire lens een negatieve sterkte heeft van ten minste ongeveer -40 diop-trieën. 8220322
NL8220322A 1981-10-30 1982-08-20 Intraoculaire lens voor patienten met centrale retinale degeneratie. NL8220322A (nl)

Applications Claiming Priority (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
US06/316,920 US4710197A (en) 1981-10-30 1981-10-30 Intraocular-external lens combination system and method of using same
US31692081 1981-10-30
PCT/US1982/001140 WO1983001566A1 (en) 1981-10-30 1982-08-20 Intraocular lens for patients with central retinal degeneration
US8201140 1982-08-20

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8220322A true NL8220322A (nl) 1983-09-01

Family

ID=23231289

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8220322A NL8220322A (nl) 1981-10-30 1982-08-20 Intraoculaire lens voor patienten met centrale retinale degeneratie.

Country Status (12)

Country Link
US (1) US4710197A (nl)
EP (1) EP0092552B1 (nl)
JP (1) JPS58501933A (nl)
AT (1) ATE39614T1 (nl)
AU (2) AU8951782A (nl)
CH (1) CH656302A5 (nl)
DE (2) DE3249160T1 (nl)
GB (1) GB2119960B (nl)
IL (1) IL67111A (nl)
IT (1) IT1148443B (nl)
NL (1) NL8220322A (nl)
WO (1) WO1983001566A1 (nl)

Families Citing this family (33)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US5180389A (en) * 1981-10-30 1993-01-19 Anthony Donn Intraocular-external lens combination system and method of using same
US5074875A (en) * 1981-10-30 1991-12-24 Anthony Donn Intraocular-external lens combination system and method of using same
US4759761A (en) * 1986-03-13 1988-07-26 Allergan, Inc. Catadioptric intraocular lens
US4666446A (en) * 1986-05-06 1987-05-19 Koziol Jeffrey E Intraocular lens with converging and diverging optical portions
US5201762A (en) * 1987-05-20 1993-04-13 Hauber Frederick A Intraocular archromatic lens
US4863468A (en) * 1987-12-04 1989-09-05 Designs For Vision, Inc. Universally adjustable telescopic spectacle assembly for use with implanted intraocular lenses and associated methods
US5196028A (en) * 1988-01-05 1993-03-23 Allergan, Inc. High-magnification telephoto spectacles for age-related macular degeneration
US5088809A (en) * 1988-01-05 1992-02-18 Allergan, Inc. Teledioptric lens system
US5030231A (en) * 1988-01-05 1991-07-09 Allergan, Inc. Teledioptric lens system
US5089024A (en) * 1988-04-19 1992-02-18 Storz Instrument Company Multi-focal intraocular lens
US4932966A (en) * 1988-08-15 1990-06-12 Storz Instrument Company Accommodating intraocular lens
FR2635970A1 (fr) * 1988-09-06 1990-03-09 Essilor Int Systeme optique, a lentille ophtalmique et lentille intraoculaire, pour l'amelioration de la vision d'une personne atteinte de degenerescence maculaire
DE3901435A1 (de) * 1989-01-19 1990-08-02 Kurt A Morcher Fa Intraoculare linse
EP0419740A1 (en) * 1989-09-27 1991-04-03 HANITA LENSES (a Limited Partnership) Negative-power intraocular lens
US5249002A (en) * 1991-11-06 1993-09-28 Allergan, Inc. Teledioptric system
US5384606A (en) * 1992-06-22 1995-01-24 Allergan, Inc. Diffractive/refractive spectacle and intraocular lens system for age-related macular degeneration
DK138492A (da) * 1992-11-18 1994-05-19 Peter Johann Langer Princip til forbedring af svagsynsoptik
DE19501444A1 (de) * 1995-01-19 1996-07-25 Morcher Gmbh Intraoculare Hinterkammerlinse bzw. Zwei-Linsen-System mit derartiger Hinterkammerlinse
US6015435A (en) * 1996-10-24 2000-01-18 International Vision, Inc. Self-centering phakic intraocular lens
US6468306B1 (en) 1998-05-29 2002-10-22 Advanced Medical Optics, Inc IOL for inhibiting cell growth and reducing glare
DE60011816T2 (de) * 1999-11-24 2005-06-30 Advanced Medical Optics, Inc., Santa Ana Intraokularlinse zur vermeidung von zellwachstum und zur verminderung der blendwirkung
AU2001249223A1 (en) * 2000-03-20 2001-10-03 Medennium, Inc. Method for determination of a properly sized posterior chamber phakic refractivelens
US6648741B2 (en) 2002-03-14 2003-11-18 Advanced Medical Optics, Inc. Apparatus for protecting the edge geometry of an intraocular lens during glass bead polishing process
US7001427B2 (en) * 2002-12-17 2006-02-21 Visioncare Ophthalmic Technologies, Inc. Intraocular implants
US6972032B2 (en) * 2003-01-14 2005-12-06 Visioncare Ophthalmic Technologies Inc. Intraocular lens implant
FR2860706B1 (fr) * 2003-10-14 2010-10-15 Essilor Int Systeme de grandissement d'image retinienne
US7569073B2 (en) 2004-12-29 2009-08-04 Bausch & Lomb Incorporated Small incision intraocular lens with anti-PCO feature
US7842086B2 (en) * 2005-01-07 2010-11-30 Visioncare Ophthalmic Technologies, Inc. Mirror implant
US20070027541A1 (en) * 2005-07-26 2007-02-01 Visioncare Ophthalmic Technologies Inc. Intraocular devices and methods for implantation thereof
US8088161B2 (en) 2005-07-28 2012-01-03 Visioncare Ophthalmic Technologies Inc. Compressed haptics
US7918886B2 (en) * 2006-05-25 2011-04-05 Visioncare Ophthalmic Technologies Inc. Double insertion intraocular implant
US20100145445A1 (en) * 2008-12-10 2010-06-10 Visioncare Opthalmic Technologies Inc. Anti-glare solutions for intraocular implants
CN111513917B (zh) * 2020-05-22 2022-03-22 杭州明视康眼科医院有限公司 一种散光型icl术后残留散光的转位调整方法并预估转位调整后的屈光度的方法

Family Cites Families (14)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2078590A (en) * 1935-04-10 1937-04-27 Spero Bernard Telescopic spectacles
US2164801A (en) * 1936-10-22 1939-07-04 Bausch & Lomb Corrective lens system
FR1103399A (fr) * 1953-12-22 1955-11-02 Microttica Lentilles destinées à être appliquées dans la chambre anterieure de l'oeil
US2834023A (en) * 1957-02-06 1958-05-13 Titmus Optical Company Inc Anterior chamber lenses for refractive correction of aphakia, high ametropia, and anisometropia
US3027803A (en) * 1959-06-29 1962-04-03 Nat Eye Res Foundation Spectacle lens-contact lens system
US4010496A (en) * 1975-10-01 1977-03-08 Neefe Charles W Bifocal lens which positions within the anterior chamber
US4041552A (en) * 1976-09-01 1977-08-16 Fotios Ganias Artificial lens
US4074368A (en) * 1976-09-08 1978-02-21 Said Chauncey F. Levy, Jr., By Said Richard J. Pegis Intraocular lens with high magnification
US4092743A (en) * 1976-10-04 1978-06-06 Kelman Charles D Intraocular lenses
US4159546A (en) * 1977-06-15 1979-07-03 Shearing Steven P Intraocular lens
US4244060A (en) * 1978-12-01 1981-01-13 Hoffer Kenneth J Intraocular lens
US4251887A (en) * 1979-04-02 1981-02-24 Anis Aziz Y Posterior chamber capsular lens implant and method for implantation of the lens
US4435855A (en) * 1980-04-01 1984-03-13 Pannu Jaswant S Universal intraocular lens and a method of measuring an eye chamber size
JPS57142041A (en) * 1981-02-27 1982-09-02 Fujitsu General Ltd Storage circuit for reception electric field in radio equipment

Also Published As

Publication number Publication date
GB2119960B (en) 1986-01-22
IT1148443B (it) 1986-12-03
CH656302A5 (fr) 1986-06-30
EP0092552A4 (en) 1985-06-06
WO1983001566A1 (en) 1983-05-11
AU8054687A (en) 1988-02-11
ATE39614T1 (de) 1989-01-15
EP0092552A1 (en) 1983-11-02
JPS58501933A (ja) 1983-11-17
DE3249160T1 (de) 1984-12-13
GB2119960A (en) 1983-11-23
IL67111A0 (en) 1983-02-23
US4710197A (en) 1987-12-01
GB8317786D0 (en) 1983-08-03
EP0092552B1 (en) 1989-01-04
DE3279320D1 (en) 1989-02-09
IT8249403A0 (it) 1982-10-29
AU8951782A (en) 1983-05-18
IL67111A (en) 1988-04-29

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8220322A (nl) Intraoculaire lens voor patienten met centrale retinale degeneratie.
US4955904A (en) Masked intraocular lens and method for treating a patient with cataracts
US5108429A (en) Micromotor actuated adjustable focus lens
US5391202A (en) Intraocular insert for implantation in the human eye
US6197057B1 (en) Lens conversion system for teledioptic or difractive configurations
US5203788A (en) Micromotor actuated adjustable focus lens
US6139145A (en) Ophthalmic optical element incorporating a holographic element and use of same in cases of central field loss
US20060206206A1 (en) Intraocular telescope
JP2016530933A (ja) 眼内レンズシステム
US20050288784A1 (en) Bifocal intraocular telescope for low vision correction
CA2875873A1 (en) Intraocular lens that matches an image surface to a retinal shape, and method of designing same
US5217489A (en) Bifocal intraocular lens
JPH07124185A (ja) 眼内レンズの焦点位置調整方法とその装置
AU2004269510B2 (en) Optical accommodative compensation system
US20060058874A1 (en) Double bifocal intraocular lens-spectacle telescopic device for low vision use
US5074875A (en) Intraocular-external lens combination system and method of using same
US5147393A (en) Bifocal intraocular lens with correction for spherical abberation
US5180389A (en) Intraocular-external lens combination system and method of using same
CN113662706B (zh) 设计和制造人工晶状体的方法
JP2763293B2 (ja) 眼内二焦点レンズ