NL8204456A

NL8204456A - Verwarmingsstelsel voor het regeneratief met dubbele verwarmingsrookgangen verwarmen van een kooksovenbatterij.

Info

Publication number: NL8204456A
Application number: NL8204456A
Authority: NL
Original assignee: Otto & Co Gmbh Dr C
Priority date: 1981-12-14
Filing date: 1982-11-17
Publication date: 1983-07-01
Also published as: FR2518112A1; DE3149484C2; IT8249520A0; IT1148474B; GB2111658B; BE895337A; US4440599A; JPS58104983A; GB2111658A; CA1201410A; FR2518112B1; DE3149484A1

Description

! ï " “ ' ......

f J VO 3909

Titel: Verwarmingsstelsel voor het regeneratief met dubbele verwarmingsrookgangen verwarmen Van een kooksovenbatterij.

! . De uitvinding heeft betrekking op een verwarmingsstelsel voor het met dubbele verwarmingsrookgangen regeneratief verwarmen van een kooksovenbatterij, welke rookgangen dwars op de lengterichting van de batterij zijn aangebracht en waarvan de helften onder vrijlating van 5 een bovenste doorgangsopening van elkaar zijn gescheiden door een tussenwand , waarbij tussen twee dubbele verwarmingsrookgangen een tot aan het ovendek zich uitstrekkende tussenwand is aangebracht, de onder de ovenvloerin dwarsrichting ten opzichte van de batterij lopende re-generatoren door overbrengingskanalen in verbinding staan met de ver-10 warmingsrookgangen, waarin zij op verschillende hoogten uitmonden, en voor elke dubbele verwarmingsrookgang twee regeneratoren zijn aangebracht.

Bij een dergelijk bekend verwarmingsstelsel worden de verbrandingsgassen en de verbrandingslucht elk toegevoerd aan de bijbehorende . 15 helft van naburige dubbele verwarmingsrookgangen, dat wil zeggen dat de toevoer in de achter elkaar aangebrachte dubbele verwarmingsrookgangen in de eerste halve periode plaatsvindt in de betreffende eerste helft en de afvoer van de gassen in de betreffende tweede helft van de afzonderlijke dubbbele rookgangen, en in de tweede halve periode omge-20 keerd. In het totaal beschouwd ontstaat hierbij in naburige dubbele verwarmingsrookgangen een evenwijdig lopende verbranding. Het stelsel heeft .voor een in hoogte getrapte luchttoevoer bij verwarming met hoog calorisch gas respectievelijk in hoogte getrapte toevoer van lucht en laag calorisch gas bij verwarming met laag calorisch gas per dubbele 25 rookgang acht overbrengingskanalen.nodig. respectievelijk, een verdeling van vier regeneratorafvoeren in acht deelstromen. Daarmee is een asymmetrische constructie in het regeneratorgebied verbonden.

Aam de uitvinding ligt de opgave ten grondslag om het bekende verwarmingsstelsel te verbeteren, waarbij in het bijzonder bij een 30 symmetrische constructie in het regeneratorgebied, het aantal over-brengingskamalen moet worden verminderd.

8204456

* X

- . j ; i , - 2 -

Uitgaande van het in de aanhef vermelde verwarmingsstelsel lukt dit, doordat de verwarming van naburige dubbele rookgangen niet evenwij-! dig lopen zoals tot nu toe, maar in tegenstroom plaatsvindt. Voor dit doel voorziet de uitvinding, dat zich vanaf elke regenerator drie ; 5 ; overbrengingskanalen uitstrekken, waarvan een kanaal uitmondt in het onderste deel van een helft van een dubbele verwarmingsrookgang, en een ander in het onderste deel van de daarnaast aangebrachte helft van de naburige, door de tot op het 'ovendek zich uitstrekkende tussen-wand gescheiden dubbele verwarmingsrookgang,. waarbij het derde:, over-10 . brengingskanaal van de twee regeneratoren in de tot aan het bovendek zich uitstrekkende tussenwand omhoog is geleid en zodanig vertakt, \ dat het boven de ovenvloer uitmondt in de aangrenzende helften, van naburige dubbele verwarmingsrookgangen.

Bij een voorkeursuitvoeringsvorm monden de uitlaatopeningen van 15 de twee overbrengingskanalen, die in de tot aan het ovendek:rreikende tussenwand omhoog zijn geleid, op verschillende hoogten uit in de verwarmingsrookgangen. Hierbij kern voor elk der twee overbrengingskanalen een aantal in hoogte getrapte, in de verwarmingsrookgangen uitmondende uitlaatopeningen zijn aangebracht.

20 Door de paarsgewijze, tegenstroomse verbranding in de dubbele verwarmingsrookgangen met getrapte toevoer van lucht respectievelijk lucht en laag calorisch gas bestaat de mogelijkheid om in plaats van de tot nu toe gebruikelijke acht overbrengingskanalen, met zes overbrengingskanalen een volledig symmetrische constructie te verkrijgen 25 in het regeneratorgebied, en een regelmatige belasting vein de regenera-torcellen. Bij verwarming met laag calorisch gas bestaat bijvoorbeeld de mogelijkheid om 2/3.van de benodigde hoeveelheid lucht en gas toe te voeren aan de verwarmingsrookgangvloer, het overige derde deel van., het laag calorische gas op een eerste hoogtetrap, en de rest van 30 de hoeveelheid lucht op een tweede hoogtetrap. Op deze wijze kan met grotere zekerheid een oververhitting bij de kop van de verwarmingsrookgangen, dat wil zeggen in het omkeerpunt, worden voorkomen.

De uitvinding wordt nader toegelicht aan de hand van de tekening, waarin: 8204456 ** I ^ “ ........ " * i I - 3 - fig. 1 schematisch het verwarmingsstelsel toont voor de verwarming van· een kooksoven met hoog calorisch gas, en fig. 2 het verwarmingsstelsel toont voor de verwarming met ' 5 ’ laag calorisch gas.

In beide figuren is een doorsnede afgebeeld van de dubbele ver-warmingsrookgangen 1 van een kooksovenbatterij, waarbij de verwarmings-• rookgangen door tussenwanden 2 in twee helften 3 en 4 worden verdeeld, welke helften in het bovenste gebied via een doorgangsopening met elkaar 10 in verbinding staan. Door tot aan het ovendek zich uitstrekkende tussenwanden 5 zijn twee dubbele verwarmingsrookgangen 1 van elkaar gescheiden.

Op de voor kooksovens met dubbele verwarmingsrookgangen bekende wijze, gaan de verwarmingsgassen, die worden toegevoerd aan een helft 15 van een dubbele verwarmingsrookgang samen met de verbrandingslucht, via de doorgangsopening over naar de andere helft van de verwarmingsrookgang, waaruit het verbrandingsgas wordt af gezogen. Deze werking wordt na een zogenoemde halve periode omgekeerd, dat wil zeggen dat de gassen dan in omgekeerde richting stromen. Onder de ovenvloer bevinden 20 zich de regeneratoren voor het regeneratief voorverwarmen van de verbrandingslucht respectievelijk de verbrandingslucht en laag calorisch gas bij bedrijf met laag calorisch gas.

Bij de in fig. 1 afgeheelde verwarming met hoog calorisch, gas wordt hoog calorisch gas via de leidingen 6 naar binnen geleid in het 25 onderste gedeelte van de verwarmingsrookgang, welke leidingen zijn afgetakt van de leiding 7 voor hoog calorisch gas. De leidingen 6 monden uit in elke helft van een dubbele rookgang. Bij het onderhavige verwarmingsrookgangstelsel worden per verwarmingsperiode. echter elke twee naburige, door een tot aan het ovendek zich uitstrekkende tussen-30 wand gescheiden helften 3 respectievelijk 4 van een dubbele rookgang, voorzien van gas.

Voor elke dubbele verwarmingsrookgang zijn twee in fig. 1 met a en b aangeduide regeneratoren of regeneratorgedeelten aangebracht, waarin de voor de verbranding van het hoog calorische gas benodigde 35 lucht wordt voorverwarmd, voordat deze naar binnen gaat -in de verwarmingsrookgangen, waarbij het verbrandingsgas in deze halve periode .....‘820 4 4 56 ·+ ί 1 > t

ί I

! ί : - 4 - naar binnen wordt geleid in de op gelijke wijze uitgevoerde en op de verwamingsrookgangen aangesloten regeneratoren c en d. Hierbij strekken zich vanai elke regenerator a, b, c en d, drie overbrengingskanalen 8, 9 en 10 uit/ waarvan het kanaal 8 uitmondt in het onderste deel van ; 5 een helft 4 van een dubbele verwarmingsrookgang I, en een ander kanaal_9 in het onderste deel van de daarnaast aangebrachte helft 3 van de naburige/ . door een tot aan het ovendek zich uitstrekkende tussenwand 5 / gescheiden dubbele verwarmingsrookgang, waarbij-het derderoverbrengings-kanaal 10 van de twee regerenatoren a, b, respectievelijk c, d in deze 10 tussenwand 5 omhoog is geleid en zodanig vertakt, dat hij boven de oven-vloer uitmondt in de aangrenzende helften 3, 4 van naburige dubbele ver-warmingsrookgangen I.

Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm is voorzien, dat de uitlaat-openingen van de twee overbrengingskanalen, die in de massieve tussen-15 wand omhoog zijn geleid, op verschillende hoogten uitmonden in de verwarmingsrookgangen. Bij het afgebeelde uitvoeringsvoorbeeld liggen de uitlaatopeningen van de vanaf de regeneratoren a. en c komende overbrengingskanalen op de met I aangeduide hoogte, en de uitlaatopeningen van de vanaf de regeneratoren b en d komende overbrengingskanalen op de 20 met II aangeduide hoogte. De stromingsrichting van het hoog calorische gas en de door de regeneratoren a en b voorverwarmde lucht is in fig. 1 aangeduid door pijlen, die ook zonder meer de afvoer van het verbrandingsgas in de twee volgende regeneratoren c. en d laten:.zien. In tegenstelling tot de gebruikelijke manier van doen bij kooksovenbatterijen 25 met dubbele rookgangen, gaat het hier om een tegenstroomse geleiding van de verbranding.

Fig. 2 toont het verwarmingsstelsel bij verwarming met laag calorisch gas. De constructieve uitvoering is. .dezelfde als bij de verwarming met hoog calorisch gas, waarbij alleen de leiding voor hoog 30 calorisch gas vervalt. Terwijl bij het verwarmingsstelsel volgens fig. 1 lucht in de twee regeneratoren a en b wordt voorverwarmd,, wordt bij de verwarming met laag calorisch gas de regenerator a gebruikt voor het voorverwarmen van het laag calorische gas, waarbij de lucht alleen in de regenerator b wordt voorverwarmd. De aanbrenging van de 35 overbrengingskanalen is dezelfde als bij de verwarming met hoog "820 4 4 56.......................

Μ · j calorisch gas, dat wil zeggen dat elke regenerator drie overbrengings-kanalen bevat, zodat in de regenerator a voorverwarmd laag calorisch gas'door het overbrengingskanaal 8 naar binnen wordt geleid in dehelft-4 van de eerste dubbele verwaxmingsrookgang I, door het overbrengings-. 5 kanaal 9 in de helft 3 van de daarnaast liggende dubbele verwarmings-rookgang en door het overbrengingskanaal 10 in de twee vermelde helften van de verwarmingsrookgangen, waarbij het naar binnen leiden van het laag calorische gas vanuit de tot aan het ovendek zich uitstrekkende tussenwand plaatsvindt op de met I aangeduide hoogte. De 10 voorverwarmde lucht komt uit de regenerator b door het kanaal 8 in de helft 3, door het kanaal 9 in de helft 4, en op de met II aangeduide hoogte door het in de tussenwand omhoog geleide kanaal 10 in de helften 3 respectievelijk 4 van naburige dubbele verwarmingsrookgangen naar binnen.

15 Evenals bij het hiervoor beschreven uitvoeringsvoorbeeld, is de stromingsrichting van de verwarmingsgassen en het verbrandingsgas aan-* · geduid door pijl-en, dat wil zeggen dat het verbrandingsgas in de twee met c en d aangeduide regeneratoren naar binnen gaat.

8204456

Claims

1. Verwarmingsstelsel voor het regeneratief verwarmen van een kooksovenbatterij met dubbele verwarmingsrookgangen,die dwars op de lengterichting van de batterij zijn .aangebracht en waarvan de helften onder vrijlating van een bovenste doorgangsopening door een tussenwand van : 5 elkaar zijn gescheiden, waarbij tussen twee dubbele verwarmingsrookgangen een tot aan het ovendek zich uitstrekkende massieve tussenwand is aangebracht, de onder de ovenvloer in dwarsrichting ten opzichte van de batterij lopende regeneratoren door overbrengingskanalen in verbinding staan met de verwarmingsrookgangen, waarin zij op ver-10 schillende hoogten uitmonden, en voor elke dubbele verwarmingsrook-gang twee regeneratoren zijn aangebracht, met het kenmerk, dat zich vanaf elke regenerator (a, b, c, d) drie overbrengingskanalen uitstrekken, waarvan een kanaal (8) uitmondt in het onderste deel van een helft (3, 4) van een dubbele verwarmingsroökgang, en een ander in • . 15 het onderste deel van de daarnaast aangebrachte helft (3, 4) van de naburige, door een tot aan het ovendek zich uitstrekkende tussenwand (5) gescheiden dubbele verwarmingsroökgang, waarbij het derde: over-brengingskanaal (10) van de twee regeneratoren in deze tussenwand omhoog is geleid en zodanig vertakt, dat het boven de ovenvloer uit-20 mondt in de aangrenzende helften van naburige dubbele verwarmingsrookgangen.

2. Stelsel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de uitlaat-openingen van de twee overbrengingskanalen (101, die lopen in de tot aan het ovendek zich uitstrekkende tussenwand (51, op verschillende 25 hoogten (I, II) uitmonden in de verwarmingsrookgangen.

3. Stelsel volgens de conclusies 1 en 2, met het kenmerk, dat voor elke twee overbrengingskanalen (10), die in de tot aan het ovendek reikende tussenwand (5) omhoog zijn geleid, een aantal in hoogte getrapte en in de verwarmingsrookgangen uitmondende uitlaatopeningen is 30 voorzien. 8204456