NL8204139A - Legbatterij voor pluimvee. - Google Patents

Legbatterij voor pluimvee. Download PDF

Info

Publication number
NL8204139A
NL8204139A NL8204139A NL8204139A NL8204139A NL 8204139 A NL8204139 A NL 8204139A NL 8204139 A NL8204139 A NL 8204139A NL 8204139 A NL8204139 A NL 8204139A NL 8204139 A NL8204139 A NL 8204139A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
laying
eggs
battery
teeth
comb
Prior art date
Application number
NL8204139A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Cornelis Antonius Wilhelmus Va
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Cornelis Antonius Wilhelmus Va filed Critical Cornelis Antonius Wilhelmus Va
Priority to NL8204139A priority Critical patent/NL8204139A/nl
Priority to GB08327230A priority patent/GB2128869B/en
Priority to FR8316885A priority patent/FR2535164B1/fr
Priority to IT8383483A priority patent/IT1175138B/it
Publication of NL8204139A publication Critical patent/NL8204139A/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01KANIMAL HUSBANDRY; AVICULTURE; APICULTURE; PISCICULTURE; FISHING; REARING OR BREEDING ANIMALS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NEW BREEDS OF ANIMALS
    • A01K31/00Housing birds
    • A01K31/14Nest-boxes, e.g. for singing birds or the like
    • A01K31/16Laying nests for poultry; Egg collecting

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Birds (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Zoology (AREA)
  • Animal Husbandry (AREA)
  • Biodiversity & Conservation Biology (AREA)
  • Housing For Livestock And Birds (AREA)

Description

f / 1 1
Cornells Antonius Wilhelmus van de Ven te Eersel Legbatterij voor pluimvee 5 De uitvinding heeft betrekking op een legbatterij voor pluimvee bestaande uit een aantal naast elkaar gelegen, door tussenwanden gescheiden legnesten waarin op een bodem vulsel voor het opnemen van de eieren gebracht kan worden. Tevens heeft de uitvinding betrekking op een werkwijze voor het 10 wegnemen en verzamelen van de in een dergelijke legbatterij gelegde eieren.
Legbatterijen van deze soort zijn op zichzelf bekend.
£'ij kunnen bestaan uit een groot aantal naast elkaar gelegen nesten, niet ongebruikelijk is dat de batterij 20 tot 30 15 nesten bevat.
Het wegnemen en verzamelen van de in een dergelijke grote legbatterij gelegde eieren is vanzelfsprekend een arbeidsintensief 'proces. Indien het op de vanouds bekende manier geschiedt, dat wil zeggen dat de eieren uit een nest 20 gehaald worden en bijvoorbeeld in een mand worden verzameld, kost het proces, dat enkele malen per dag herhaald kan worden, elke dag meerdere uren. Men heeft derhalve al voorstellen gedaan om de eieren niet in een mand te verzamelen maar te leggen op een transportband welke in de gehele lengte van 25 de legbatterij voor of achter de batterij langs loopt; de eieren kunnen dan aan het einde van de legbatterij centraal verzameld worden. Hoewel hiermee uiteraard al een besparing in arbeid verkregen wordt is men nog steeds gebonden aan het persoonlijk uithalen van de eieren uit de nesten. Om ook dit 30 bezwaar te ondervangen heeft men legnesten gekonstrueerd waarbij de eieren op een of andere mechanische wijze verwijderd worden zonder menselijke arbeid en automatisch op een transportband gebracht worden. Een dergelijke inrichting is bijvoorbeeld beschreven in het Amerikaanse octrooischrift nr.
35 4.188.911 en in het Belgische octrooischrift nr. 623258.
Bij deze bekende inrichtingen worden de eieren in dwars-richting van de legbatterij weggenomen en verzameld. Bij een 8204139 r i -2- legbatterij volgens de uitvinding wordt van een ander principe uitgegaan namelijk het wegnemen en verzamelen van de eieren met behulp van een mechanische inrichting waarbij -de legnesten na elkaar geleegd worden. Een inrichting volgens 5 de uitvinding heeft onder andere het voordeel dat de kon-struktie van de legbatterij eenvoudiger kan zijn en dat een praktisch volledige automatisering mogelijk is. Andere voordelen zullen in de hierna volgende beschrijving vermeld worden.
10 Een legbatterij voor pluimvee volgens de uitvinding be staat uit een aantal naast elkaar gelegen, door tussenwanden gescheiden, legnesten waarin op een bodem vulsel voor het opnemen van de eieren gebracht kan worden en is daardoor gekenmerkt dat de tussenwanden over een zekere hoogte vanaf de bo-15 dem kamvormig zijn en dat een wagen aanwezig is welke in de langsrichting van de batterij, praktisch parallel aan de bodem, kan bewegen, welke wagen een vlak deel heeft dat hoger boven de bodem ligt dan de uiteinden van de tanden in de tussenwanden en aan de voorzijde een schuin naar beneden en naar 20 voren (dat wil zeggen in de bewegingsrichting van de wagen bij het ledigen van de nesten) gericht kamvormig element draagt waarvan de tanden korresponderen met de sleuven van de kammen in de tussenwanden, smaller zijn dan de breedte van deze sleuven en op afstanden van elkaar liggen kleiner dan de te ver-25 wachten minimum afmeting van de eieren.
Het principe van de werking van een dergelijke legbatterij is dat bij de beweging van de wagen de kam aan de voorzijde daarvan gedeeltelijk door het vulsel en gedeeltelijk daarboven beweegt en daarbij de eieren verzamelt op de tanden; . 30 doordat de tanden van de kam een afstand van elkaar hebben welke kleiner is dan de te verwachten minimum afmeting van de eieren zullen de eieren langzaam langs de hellende kant naar boven geschoven worden totdat zij op het horizontale gedeelte van de wagen terecht komen. Op dit horizontale gedeelte blij-35 ven ze rusten en worden naar het einde van de legbatterij meegevoerd. De wagen moet op het horizontale gedeelte uiteraard voorzieningen bevatten, bijvoorbeeld randen, welke beletten 8204139 > « -3- dat de eieren eraf vallen.
De hoogten van de kammen van de tussenwanden moeten voldoende zijn om een geschikt, van vulsel voorzien, legnest tussen de kammen te kunnen vormen; een hoogte van 5 tot 15 5 centimeter is in de praktijk geschikt gebleken. Daar het kamvormige element van de wagen gedeeltelijk door het vulsel beweegt is het gewenst dat het vulsel een niet al te kompakte samenstelling heeft; anders bestaat het gevaar dat met de eieren ook het vulsel verschoven wordt en eventueel zelfs boven 10 op het horizontale gedeelte van de wagen terecht komt. In de moderne bedrijven wordt tegenwoordig veel een vulsel gebruikt bestaande uit een weinig samenhangend materiaal, bijvoorbeeld boekweitdoppen. Door dit losse vulsel kunnen de tanden gemakkelijk heengrijpen zonder dat ze het vulsel al te veel ver-15 plaatsen.
De sleuven tussen de tanden in het kamvormige gedeelte van de tussenwanden hebben bij voorkeur een breedte welke kleiner is dan de te verwachten minimale afmeting van de eieren. Dit heeft het voordeel dat eieren welke reeds op de tan-20 den van de schuin geplaatste kam van de wagen aanwezig zijn niet door de sleuven in de kam van de tussenwanden in het volgende nest geschoven kunnen worden.
Het aantal tanden in de kammen kan vrij willekeurig gekozen worden, indien men rekening houdt met de minimum te ver-25 wachten afmeting van de eieren. In het algemeen zal een aantal van 5 tot 10 voldoende zijn.
Het horizontale gedeelte van de wagen moet uiteraard op een zodanige hoogte liggen dat het over de uiteinden van de vertikale tanden van de tussenwanden heen kan bewegen. Indien 30 geen bijzondere voorzieningen getroffen worden, bestaat dan hét gevaar dat de eieren die in één nest verzameld zijn tot boven aan het schuine gedeelte van de aan de wagen bevestigde kam net niet op het horizontale gedeelte van de wagen terecht komen en afglijden in het volgende nest. Dit kan volgens een 35 bijzonder voordelige uitvoeringsvorm van de uitvinding vermeden worden indien de tussenwanden zich in vertikale richting verder naar boven uitstrekken; dan moet er echter boven de 8204139
4 V
-4- tanden van de kammen in de tussenwanden een horizontale sleuf bevinden voor het doorlaten van het vlakke deel van de wagen. Indien de bovenkant van de horizontale sleuf zich op een afstand boven het vlakke deel van de wagen bevindt welke klei-5 ner is dan de te verwachten minimum afmeting van de eieren kunnen de op het horizontale deel van de wagen gelegen eieren niet door deze horizontale sleuf passeren en dus niet in het volgende nest terecht komen. Dit bovenste deel van de tussenwanden kan geheel gesloten zijn maar ook bijvoorbeeld uit ver-10 tikale of horizontale strippen bestaan.
Het is niet noodzakelijk dat de voorzijde van de tanden van het kamvormige element tot aan de bodem van de legnesten reikt; dit is zelfs ongewenst omdat daardoor grote wrijving en mogelijk blokkeren zal ontstaan. Bij voorkeur liggen deze 15 einden derhalve op een afstand van 0.5 tot 3 centimeter boven de bodem.
De voor- en achterzijde van de legnesten kunnen althans over een bepaalde hoogte gesloten worden. Aan een zijde moet uiteraard een voldoende ruimte open blijven om het pluimvee 20 toegang tot de nesten te verlenen. Aan de andere zijde kan de wand hoger zijn maar men moet er daarbij op letten dat er voldoende ruimte, bijvoorbeeld een spleet, aanwezig is om het horizontale gedeelte van de wagen te laten passeren.
Met de tot dusver beschreven inrichting wordt reeds een 25 aanmerkelijke arbeidsbesparing verkregen en worden de eieren aan het einde van de legbatterij verzameld. Indien echter veel eieren uit de nesten opgeraapt en op het horizontale gedeelte van de wagen verzameld worden bestaat het gevaar dat zij elkaar kneuzen en eventueel zelfs breken. Volgens een bijzonder voor-30 delige uitvoeringsvorm van een legbatterij volgens de uitvinding heeft derhalve het horizontale gedeelte van de wagen voorzieningen om de eieren zijdelings af te voeren. Deze voorzieningen bestaan bijvoorbeeld uit stripvormige geleiders voor de eieren die onder een hoek met de bewegingsrichting van de wa-35 gen verlopen. Deze geleiders kunnen bijvoorbeeld bestaan uit een verlenging van de tanden van het kamvormige element aan de voorzijde van de wagen; op deze wijze wordt dus als het ware 8204139 I </ v -5- een rooster gevormd. Dit rooster kan aan de onderzijde plaatvormig afgesloten zijn, althans op het horizontale gedeelte, af inderdaad uit roosterstaven bestaan die door dwarsstrip-pen verbonden zijn. De werking van een dergelijke uitvoerings-5 vorm is uiteraard zeer bedrijfszeker indien de tussenwanden, zoals boven beschreven, van horizontale sleuven voorzien zijn waar de eieren niet door kunnen passeren. De eieren worden dan gedwongen zijwaarts te bewegen. Bij deze uitvoeringsvorm is het noodzakelijk om aan de zijkant van de legbatterij 10 de eieren die daar aankomen op te vangen. Bij voorkeur gebruikt men daar een transportband om de eieren naar het einde van de legbatterij te voeren. Op deze wijze verloopt dus het wegnemen van de eieren en het transport naar het einde van de legbatterij vrijwel geheel automatisch.
15 De wagen kan bijvoorbeeld voortbewogen worden over naast de legbatterij aan voor- en achterzijde aanwezige rails voor het geleiden van de wagen. De aandrijving zelf kan bijvoorbeeld plaatsvinden met een aandrijfsnaar of een aandrijf-ketting welke over geleiderollen aan de einden van de batterij 20 loopt en aan de voorzijde en de achterzijde aan het vlakke gedeelte van de wagen verbonden is.
Het is mogelijk en zelfs waarschijnlijk dat bij het in werking stellen van de aandrijving van de wagen, hetgeen door het omzetten van een schakelaar met de hand of met behulp van 25 een tijdklok kan geschieden, zich in een of meerdere legnesten nog pluimvee bevindt. Om deze dieren niet te verschrikken door de bewegende wagen is het gewenst ze van te voren van de nesten te verwijderen. Dit kan op op zich zelf bekende wijze geschieden door het aanbrengen van een klep die om een as kan 30 draaien en daarbij de dieren voorzichtig van de legnesten drukt. Deze klep kan, bij een geschikte konstruktie, tevens gebruikt worden om de legnesten af te sluiten tijdens het verzamelen van de eieren en eventueel ook 's-nachts. Bij een bijzondere uitvoeringsvorm van deze kleppen, welke eveneens een 35 deel van de uitvinding vormt, kunnen deze kleppen bestaan uit een massief gedeelte waaraan aan de onderzijde tanden aansluiten die althans gedeeltelijk door het vulsel bewegen. Deze 8204139 4' ·> -6- tanden moeten dan op een zodanige afstand van elkaar gelegen zijn dat niet de eieren mee bewogen worden. Enkele tanden, bijvoorbeeld 2 of 3 zullen in het algemeen reeds voldoende zijn.
5 De uitvinding zal nu toegelicht worden aan de hand van een tekening waarin:
Figuur 1 een gedeelte van een eenvoudige uitvoeringsvorm van een legbatterij volgens de uitvinding voorstelt ter illustratie van het principe; 10 Figuur 2 een dwarsdoorsnede door een gedeelte van een legbatterij weergeeft waarbij de tussen wanden horizontale spleten hebben;
Figuur 3 een uitvoeringsvorm weergeeft met schuin opgestelde geleiders op het horizontale gedeelte van de wagen; 15 Figuur 4 een dwarsdoorsnede geeft door het onderste deel van de uitvoeringsvorm volgens figuur 3 ;
Figuur 5 een schets geeft van een legnest voorzien van een klep om het pluimvee van het nest te verdrijven;
Figuur 6 het legnest van figuur 5 weergeeft met de klep 20 in een andere stand;
Figuur 7 een variant van de klep van de figuren 5 en 6 weergeeft en
Figuur 8 een dwarsdoorsnede geeft van een dubbele legbatterij .
25 In figuur 1 bestaat de legbatterij uit een bak 1 waarin legnesten gevormd worden tussen de wanden 2 en 4 welke van vertikale sleuven voorzien zijn. Het vulsel dat zich tussen de wanden bevindt is duidelijkheidshalve niet weergegeven. Het strekt zich bijvoorbeeld uit tot halverwege de hoogte van de 30 sleuven. Over de zijwanden van de bak 1 kan zich een wagen 5 bewegen. Deze wagen is aan de voorzijde voorzien van een kam-vormig element met een vijftal tanden 6 . Het aantal tanden kan uiteraard ook anders gekozen worden. Zoals uit de figuur blijkt grijpen de tanden door de sleuven in de tussenwand 4 .
35 Bij bewegen van de wagen 5 in de richting van de pijl schuiven de tanden langzamerhand door alle tussenwanden die in de legbatterij aanwezig zijn. Indien zich in de nesten eieren bevin 8204139 * -7- den worden deze langs de schuin oplopende tanden naar boven gevoerd en op de horizontale plaat van de wagen 5 gebracht.
Dit gaat in het bijzonder zeer goed indien de sleuven in de tussenwanden een afstand tot elkaar hebben welke kleiner is 5 dan de minimaal te verwachten afmeting van de eieren. De bak 1 heeft aan beide einden een uitloopstuk, hetgeen noodzakelijk is om aan de beginzijde de tanden geheel buiten de nesten te brengen en aan het andere einde voldoende ruimte om de eieren buiten het eigenlijke gedeelte van de legbatterij te brengen.
10 De tanden zijn bij de hier weergegeven uitvoeringsvorm recht en aan de voorzijde min of meer beitelvormig afgekapt.
Deze beitelkant moet uiteraard niet scherp zijn omdat anders mogelijk beschadiging van de eieren teweeggebracht kan worden.
De tanden kunnen eventueel gekromd zijn zodat ze de eieren ge-15 makkelijke opscheppen.
Zoals uit figuur 1 blijkt bestaat het gevaar dat eieren via de tanden 6 opgelicht en in het volgende nest gebracht worden. Om dit te vermijden is bij een andere uitvoeringsvorm weergegeven in figuur 2, elke tussenwand naar boven verlengd.
20 Deze verlengingen zijn aangeduid met 7 . Tussen de ondergedeelten van de tussenwanden en de bovengedeelten 7 bevinden zich horizontaal verlopende sleuven 8 . De bovenkant van deze sleuf, dat wil zeggen de onderkant van het bovenste deel van de tussenwand, bevindt zich op een afstand van de onderkant 25 van de tanden van de kammen welke zodanig is dat de wagen wel kan passeren maar niet de daarop eventueel aanwezige eieren.
Dit is weergegeven in het rechter gedeelte van de figuur.
Doordat de eieren uit elk legnest niet op het horizontale gedeelte van de wagen mee naar het einde van de legbatterij ge-30 voerd kunnen worden is het noodzakelijk deze eieren uit de leg-nesten te verwijderen op een andere manier, in de uitvoeringsvorm welke in figuur 3 in bovenaanzicht is weergegeven zijn de tanden 6 daartoe verlengd met schuin verlopende strippen 9 .
Deze strippen, die evenals de tanden van het kamvormige element 35 op een afstand liggen zodanig dat de eieren er niet tussendoor kunnen vallen, dwingen de eieren, door de beweging van de wagen 5 naar de achterzijde van de legbatterij te bewegen.
8204139 -8-
Daar schuiven zij van de strippen op een over de gehele lengte van de legbatterij aanwezige transportband 10 . Deze transportband verplaatst dan de eieren naar het einde van de legbatterij. De richting waarin de transportband verloopt kan 5 zowel naar links als naar rechts gekozen worden. In deze figuur zijn met 11 dwarsstrippen aangegeven welke voor de verbinding van de delen 6 en 9 zorgdragen. De wagen welke hier gevormd wordt door de delen 6, 9 en 11 loopt aan de zijkant over langsgeleiders 12 . Dit is duidelijk te zien in figuur 4 ίο welke een dwarsdoorsnede weergeeft over een tussenschot van de uitvoeringsvorm van figuur 3. Uit deze figuur 4 blijkt voorts dat aan de linkerzijde een afsluiting aanwezig is, aangeduid met 13, welke betrekkelijk laag is. De dieren kunnen de leg-nesten bereiken door over deze betrekkelijk lage wand 13 15 naar binnen te gaan. Aan de rechterzijde is geen vertikale afsluitwand weergegeven. Deze is niet noodzakelijk maar kan aanwezig zijn. Het ondereinde van een dergelijke achterwand moet dan echter zo hoog boven de tanden van de tussenwanden en de wagen liggen dat de eieren er onderdoor naar de transport-20 band afgevoerd worden.'
In figuur 5 is een dwarsdoorsnede door een legnest weergegeven volgens een bijzondere uitvoeringsvorm. Aan de achterzijde van het legnest, dat wil zeggen aan de zijde tegenover de entree voor de dieren, bevindt zich een klep 14 welke draai-25 baar is om een as 15 . Deze klep 14 dient om de dieren van de 'nesten te verwijderen voordat de verzamelwagen gaat bewegen. Door draaien van de as 15 komt de klep 14 in de stand welke in figuur 5 is weergegeven. De beweging van de klep moet uiteraard langzaam geschieden om de dieren niet te verschrikken.
30 Uit figuur 6 blijkt ook nog dat de klep in de getekende stand het legnest praktisch geheel afsluit zodat de toegang voor een dier afgesloten is. Op zichzelf zijn deze konstrukties, zoals boven reeds gezegd, bekend (zie het Amerikaanse octrooischrift nr. 4188911). Indien de klep, zoals weergegeven in de figuren 35 5 en 6 zolang is dat het uiteinde in het vulsel steekt is het, volgens een bijzonder uitvoeringsvorm van de uitvinding, gewenst het onder-deel van de klep 14 niet massief te maken 8204139 -9- * maar te voorzien van pennen L6 zoals in het aanzicht in figuur 7 is weergegeven. Daardoor wordt voorkomen dat bij de beweging van de klep eieren uit het legnest geschoven worden aan de kant van de entree voor de dieren. De klep moet zoda-5 nige afmetingen hebben dat de wagen voor het verzamelen van de eieren uit de nesten er onder door kan passeren.
Een legbatterij volgens de uitvinding kan bijvoorbeeld tegen een muur geplaatst worden zodanig dat een eventueel aanwezige transportband tussen de legbatterij en de muur ligt.
10 Het is ook mogelijk de legbatterij geheel dubbel uit te voeren, dat wil zeggen dat één transportband twee rijen legnes-ten bedient. Een doorsnede van een dergelijke dubbele opstelling is in figuur 8 weergegeven. De transportband is hier aangeduid met 17 en ligt, zoals uit de figuur blijkt, tussen twee 15 rijen legnesten 18 en 19 .
Bij konstrukties zoals weergegeven in de figuren 5, 6, 7 en 8 is het mogelijk een zodanige koppeling teweeg te brengen tussen het mechanisme dat de wagen voor het verzamelen van de eieren bedient en het mechanisme dat de kleppen voor het 20 verwijderen van de eieren bedient, dat geheel automatisch eerst de kleppen bediend worden en enige tijd later pas de wagen in beweging gezet wordt. Doordat de kleppen de nesten afsluiten bestaat er geen gevaar dat dieren de legnesten weer betreden zolang de wagen in beweging is. Eerst als de wagen 25 terug is op zijn uitgangsstand worden de nesten weer geopend.
Bij de uitvoeringsvorm volgens figuur 1 kunnen aan de wagen 5 bijvoorbeeld aan weerszijden 2 scharnierende armen zijn aangebracht, die telkens bij het passeren van de kammen 4 door daar ter plaatse aangebrachte nokken kunnen worden bediend 30 en zo de eieren op de tafel 5 schuiven.
8204139

Claims (15)

1. Legbatterij voor pluimvee bestaande uit een aantal naast elkaar gelegen, door tussenwanden gescheiden, legnesten waar- 5 in op een bodem vulsel voor het opnemen van de eieren gebracht kan worden, met het kenmerk, dat de tussenwanden over een zekere hoogte vanaf de bodem kamvormig zijn en dat een wagen aanwezig is welke in de langsrichting van de batterij, praktisch parallel aan de bodem, kan bewegen, welke wagen een vlak 10 deel heeft dat hoger boven de bodem ligt dan de uiteinden van de tanden in de tussenwanden en aan de voorzijde een schuin naar beneden en naar voren gericht kamvormig element draagt waarvan de tanden korresponderen met de sleuven van de kammen in de tussenwanden, smaller zijn dan de breedste van deze 15 sleuven en op afstanden van elkaar liggen kleiner dan de te verwachten minimum afmeting van de eieren.
2. Legbatterij volgens konklusie 1 met het kenmerk, dat de hoogte van het kamvormige gedeelte van de tussenwanden voldoende is om een geschikt, van vulsel voorzien, legnest tussen de 20 kammen te kunnen vormen.
3. Legbatterij volgens konklusie 2 met het kenmerk dat de hoogte van het kamvormige deel ligt tussen 5 en 15 centimeter. Λ
4. Legbatterij volgens konklusie 1,2 of 3, met het kenmerk, dat de sleuven tussen de tanden in het kamvormige gedeelte 25 van de tussenwanden een breedte hebben welke kleiner is dan de te verwachten minimale afmeting van de eieren.
5. Legbatterij volgens konklusie 1,2,3 of 4, met het kenmerk, dat de tussenwanden zich in vertikale richting verder naar boven uitstrekken en dat zich boven de sleuven tussen de tanden 30 in het onderste deel en daaraan aansluitend, een horizontale sleuf bevindt voor het doorlaten van het vlakke deel van de wagen.
6. Legbatterij volgens konklusie 5, met het kenmerk, dat de bovenkant van de horizontale sleuven op een afstand boven het 35 vlakke deel van de wagen ligt welke kleiner is dan de te verwachten minimum afmeting van de eieren.
7. Legbatterij volgens konklusie 1,2,3,4,5 of 5, met het ken- 8204139 w é -lime rk, dat de voorzijde van het kamvormige element zich op een afstand van de bodem van de legnesten bevindt gelegen tussen 0,5 en 3 centimeter.
8. Legbatterij volgens konklusie 1,2,3,4,5,6 of 7, met het 5 kenmerk, dat het vlakke deel van de wagen stripvormige geleiders voor de eieren bevat die onder een hoek met de bewegins-richting van de wagen verlopen.
9. Legbatterij volgens konklusie 1,2,3, 4,5,6,7 of 8, met het kenmerk dat het vlakke deel van de wagen bestaat uit een roos- 10 ter gevormd als verlenging van de tanden van het kamvormige element aan de voorzijde van de wagen.
10. Legbatterij volgens konklusie 1,2,3,4,5,6,7,8 of 9 met het kenmerk, dat aan de voor- en achterzijde naast de legbatterij rails aanwezig zijn voor het geleiden van de wagen.
11. Legbatterij volgens konklusie 1,2,3,4,5,6,7,8,9 of 10, met het kenmerk, dat de wagen voortbewogen wordt door middel van tenminste één naast de legbatterij lopende aandrijfsnaar of aandrijfketting, welke over geleiderollen aan de beide einden van de legbatterij loopt en aan de voorzijde en de ach-20 terzijde aan het vlakke gedeelte van de wagen verbonden is.
12. Legbatterij volgens konklusie 8 of 9, met het kenmerk, dat zich aan een langszijde van de legbatterij over de gehele lengte een transportband bevindt voor het opnemen van de eieren die van het vlakke deel van de wagen komen.
13. Legbatterij volgens konklusie 1,2,3,4,5,6,7,8,9,10,11 of 12, met het kenmerk, dat elk legnest op op zich zelf bekende wijze voorzien is van een beweeglijk element voor het verwijderen van het pluimvee van een legnest.
14. Legbatterij volgens konklusie 13, met het kenmerk, dat het 30 beweeglijke element bestaat uit een massief gedeelte aan de bovenkant voorzien van tanden aan de onderzijde waarbij de afstand tussen deze tanden groter is dan de te verwachten maximale afmeting van de eieren.
15. Werkwijze voor het wegnemen en verzamelen van de in een 35 legbatterij volgens één of meer der voorafgaande konklusies gelegde eieren, met het kenmerk, dat de wagen door alle legnesten bewogen wordt, waarbij de eieren door het hellende kam- 8204139 V 13 -12- vormige element aan de voorzijde van de wagen, uit de leg-nesten gelicht en via het vlakke deel van de wagen en een eventueel aanwezige transportband naar een eierverzamelplaats gebracht worden. 8204139
NL8204139A 1982-10-27 1982-10-27 Legbatterij voor pluimvee. NL8204139A (nl)

Priority Applications (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8204139A NL8204139A (nl) 1982-10-27 1982-10-27 Legbatterij voor pluimvee.
GB08327230A GB2128869B (en) 1982-10-27 1983-10-12 Egg collecting
FR8316885A FR2535164B1 (fr) 1982-10-27 1983-10-24 Batterie pondoir pour volaille
IT8383483A IT1175138B (it) 1982-10-27 1983-10-27 Batteria di contenitori per la deposizione di uova di galline

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8204139 1982-10-27
NL8204139A NL8204139A (nl) 1982-10-27 1982-10-27 Legbatterij voor pluimvee.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8204139A true NL8204139A (nl) 1984-05-16

Family

ID=19840467

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8204139A NL8204139A (nl) 1982-10-27 1982-10-27 Legbatterij voor pluimvee.

Country Status (4)

Country Link
FR (1) FR2535164B1 (nl)
GB (1) GB2128869B (nl)
IT (1) IT1175138B (nl)
NL (1) NL8204139A (nl)

Families Citing this family (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL185382C (nl) * 1986-09-23 1990-04-02 Albrecht Hendrik Jansen Legnest voor ten minste een stuk eieren leggend pluimvee.

Family Cites Families (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE1922480A1 (de) * 1969-05-02 1970-11-05 Josef Kuehlmann Legenest fuer Gefluegelfarmen
DE1923432B1 (de) * 1969-05-08 1971-02-18 Josef Kuehlmann Eiersammelvorrichtung

Also Published As

Publication number Publication date
GB2128869B (en) 1985-10-02
IT1175138B (it) 1987-07-01
FR2535164B1 (fr) 1987-04-10
IT8383483A0 (it) 1983-10-27
GB8327230D0 (en) 1983-11-16
GB2128869A (en) 1984-05-10
FR2535164A1 (fr) 1984-05-04

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US4050218A (en) Coin roll packaging system
JPH0146084B2 (nl)
US4272863A (en) Shackling apparatus for live poultry
US3109413A (en) Longitudinally traversing egg-collecting mechanism for laying cages
US5222459A (en) Automatic turkey nesting apparatus
US3339528A (en) Egg gathering device
US4215654A (en) Shackling system for live poultry
US6343688B1 (en) Conveyor and escalator for transporting eggs and the like
CA1062082A (en) Ballast cleaning device
NL1028582C2 (nl) Legnest voor pluimvee, en werkwijze voor het houden van pluimvee middels een dergelijk legnest.
NL8204139A (nl) Legbatterij voor pluimvee.
US1823823A (en) Rack screen cleaner
DE3138748C2 (nl)
EP0591468B1 (en) Egg harvester
EP0168275B1 (fr) Stalle de traite et d&#39;alimentation
US4301770A (en) Method for shackling live poultry
NL1016066C2 (nl) Inrichting voor het kweken van planten.
US3113663A (en) Conveyor and loader for bulk materials
NL8802130A (nl) Houder voor het vervoeren van pluimvee.
US1837528A (en) Hen&#39;s nest
RU2137343C1 (ru) Капустоуборочная машина
EP0044362A1 (en) Method of shackling live poultry and apparatus therefor
US3139648A (en) Fish cutting and cleaning machine
NL8502326A (nl) Leghok voor kippen.
SU899027A1 (ru) Установка дл выращивани птицы

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
A85 Still pending on 85-01-01
BV The patent application has lapsed