NL8203607A - Askoppeling. - Google Patents

Askoppeling. Download PDF

Info

Publication number
NL8203607A
NL8203607A NL8203607A NL8203607A NL8203607A NL 8203607 A NL8203607 A NL 8203607A NL 8203607 A NL8203607 A NL 8203607A NL 8203607 A NL8203607 A NL 8203607A NL 8203607 A NL8203607 A NL 8203607A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
shafts
sleeve
bore
shaft coupling
cylindrical
Prior art date
Application number
NL8203607A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Escher Wyss Gmbh
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Escher Wyss Gmbh filed Critical Escher Wyss Gmbh
Publication of NL8203607A publication Critical patent/NL8203607A/nl

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16DCOUPLINGS FOR TRANSMITTING ROTATION; CLUTCHES; BRAKES
    • F16D1/00Couplings for rigidly connecting two coaxial shafts or other movable machine elements
    • F16D1/02Couplings for rigidly connecting two coaxial shafts or other movable machine elements for connecting two abutting shafts or the like
    • F16D1/04Couplings for rigidly connecting two coaxial shafts or other movable machine elements for connecting two abutting shafts or the like with clamping hub; with hub and longitudinal key
    • F16D1/05Couplings for rigidly connecting two coaxial shafts or other movable machine elements for connecting two abutting shafts or the like with clamping hub; with hub and longitudinal key with radial clamping due to axial loading of at least one pair of conical surfaces

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Shafts, Cranks, Connecting Bars, And Related Bearings (AREA)

Description

* 4 N.O. 31.369 Askoppeling
De uitvinding heeft betrekking op een askoppeling voor het door i wrijving verbinden van twee in één lijn liggende assen met cilindrische einddelen, met een inwendige bus, die een cilindrische boring bevat, welke een kleine overmaat heeft ten opzichte van de cilindrische eind-5 delen van de assen en een enigszins konisch buitenoppervlak bevat, evenals met een uitwendige bus, die een inwendig konisch vlak heeft, dat geschikt is om samen te werken met dit uitwendige vlak en voorzien | is van een boring voor het toevoeren van hydraulisch medium met hoge j ; druk tussen de konische vlakken van de inwendige en uitwendige bus, j 10 waardoor de uitwendige bus met betrekkelijk geringe kracht op de inwen-| : dige bus in een werkzame stand verschoven kan worden, waarin de inwen- i dige bus door de uitwendige bus wordt saraengedrukt en tegen de eindde-; len van de assen wordt aangedrukt, zodanig dat een wrijvingsverbinding van de beide assen ontstaat, waarbij de uitwendige bussen draagdelen 15 bevat, die in de werkzame stand bestemd zijn voor het omsluiten van de einddelen van de assen, evenals een zich tussen de draagdelen bevindend tussendeel, dat zich in de werkzame stand in het gebied tussen de beide ! assen bevindt.
! [ Dergelijke askoppelingen worden onder andere gebruikt voor het 20 verbinden van schroefassen van schepen met hun aandrijfassen. Zij heb- | ben het voordeel, dat zij wigvormige groeven vermijden, weinig plaats innemen en gemaklcelijk aangebracht en weer losgemaakt kunnen worden.
De bekende uitvoering van deze askoppeling heeft echter het na- I deel, dat daarbij bij het optrekken van de uitwendige bus de inwendige i25 bus over haar gehele lengte ondersteund moet zijn. Ter plaatse van een spleet zou namelijk de inwendige bus door de daarbij optredende hoge hydraulische drukken verstoord worden.
Zo moeten bijvoorbeeld de beide einden van de met elkaar te ver- | binden assen zonder spleet tegen elkaar stoten, wat onder omstandighe- i30 : den dure aanpassingswerkzaamheden bij de montage van de assen noodzake- ' lijk maakt. i ! Er zijn anderzijds gevallen, zoals bijvoorbeeld bij verstelbare | I ! schroeven, waar twee bolle assen met elkaar verbonden moeten worden, i j welke in hun holle ruimtes buisleidingen bevatten. Deze buisleidingen ; 35 zijn in het algemeen aan de verbindingsplaats van beide assen voorzien j van buiskoppelingen, om op deze wijze de schroef met zijn schroefas volledig los te kunnen maken van de aandrijfas.
| !
In dit geval moeten bij de tegenwoordige askoppelingen van deze 8 2 0 3 6 0 7
014022LC
4 2 soort tweedelige ringvormige inzetstukken in de tussenruimte tussen de : beide aseinden worden ingepast, om een ondersteuning van de inwendige bus bij de montage door optrekken van de uitwendige bus te waarborgen.
Deze werkzaamheid is, daar zij pas na het inbouwen van de schroef in 5 het schip kan worden uitgevoerd, omvangrijk en duur.
De uitvinding heeft tot doel een askoppeling van het genoemde soort te verschaffen, welke een eenvoudige verbinding van twee assen mogelijk maakt en wel onafhankelijk van het feit of de assen zonder tussenruimte tegen elkaar stoten of zich daartussen een tussenruimte 10 bevindt.
De askoppeling volgens de uitvinding, waardoor dit doel wordt bereikt, wordt gekenmerkt, doordat de beide draagdelen voorzien zijn van J tenminste telkens een boring voor de toevoer van het drukmedium en doordat in het tussendeel tenminste één afvoerboring voor de afvoer van 15 het hydraulische medium aanwezig is.
Bij voorkeur kan de afvoerboring uitgevoerd zijn in de uitwendige j I bus. i i
Er is echter ook een uitvoering denkbaar, waarbij de afvoeropening aangebracht is in de inwendige bus. Bij verbindingen van holle assen, 20 waarvan de einden op een afstand van elkaar zijn opgesteld, kan het hydraulische drukmedium ongehinderd in de holle ruimte van de holle assen wegstromen. Deze uitvoeringsvorm is vooral gunstig in gevallen waarbij de beweging van de uitwendige bus op de inwendige bus bij de montage groter is dan de spleet tussen de beide aseinden. De afvoeropening kan I 25' namelijk precies boven de spleet aangebracht worden.
De askoppeling volgens de uitvinding kan zo zijn uitgevoerd, dat de cilindrische boring van de inwendige bus getrapt is, zodanig dat zij i I i : bestaat uit twee cilindrische delen met verschillende diameters en ge- i ' ; schikt is voor het verbinden van aseinden met verschillende diameters.
i |30 I Een verbinding van dergelijke aseinden was tot nu toe met de bekende bussen niet mogelijk.
Daarbij kan het cilindrische deel met grotere diameter in het j : draagdeel van de inwendige bus met eveneens grotere diameter gevormd zijn. Daardoor wordt een koppeling verkregen, waarvan de inwendige bus :35 ! in beide draagdelen ondanks konisch buitenvlak dezelfde dikte kan heb- ! i ; i 1 ! ! ben. Dat kan van voordeel zijn voor de ontwikkeling en berekening van
I I
; de dimensies van de koppeling. i
Bij voorkeur kan aan de afvoeropening een ringvormige groef zijn toegevoegd. Deze waarborgt een gelijkmatige afvoer van het hydraulische j 40 medium aan de omtrek van de koppeling.
Q14022LC
8203607 \ 3 ê
De uitvinding wordt aan de hand van schematisch in de tekening : weergegeven uitvoeringsvoorbeelden nader toegelicht.
Fig. 1 toont een detaildoorsnede van een askoppeling volgens de uitvinding voor het verbinden van een schroefas met een aandrijfas, en 5 Fig. 2 toont een detail van een met fig. 1 overeenkoménde weergave van een andere uitvoeringsvorm van de koppeling volgens de uitvinding.
De koppeling 1 volgens fig. 1 verbindt twee holle assen 2 en 3, waarvan bijvoorbeeld de ene de schroefas van een verstelbare schroef en de andere een aandrijfas kan zijn. In het geval van aandrijving van een 10 verstelbare schroef bevatten de boringen 4,5 niet-getoonde buisleidin-gen voor de toevoer en de afvoer van hydraulisch medium voor het verstellen van de schroef, onder omstandigheden ook elektrische leidingen, waarbij zich in de getoonde spleet 6 tussen de einden van de assen 2 en 3 koppelingen bevinden voor het scheiden van deze leidingen bij demon-15 tage van êên van de assen, in het bijzonder waneer bijvoorbeeld de an-; dere as niet verschoven moet worden.
De in fig. 1 weergegeven askoppeling heeft een inwendige bus 7 een j uitwendige bus 8, alsmede een afsluitring 10.
De inwendige bus 7 heeft een cilindrische boring 11, die een ge-
20 ringe overmaat van bijvoorbeeld 0,15 mm ten opzichte van de diameters D
1 ! I
van de weergegeven einddelen van de assen 2 en 3 heeft. Bovendien bevat j de inwendige bus 7 een enigszins konisch buitenvlak 12 met een konici- j ; teit van bijvoorbeeld 1:50 tot 1:80. Aan het kleine einde is de inwendige bus 7 voorzien van een schroefdraad 13 alsmede van een afdichtring ! 25 14. |
De uitwendige bus heeft een inwendig konisch vlak 15, dat geschikt is om samen te werken met het uitwendige konische vlak 12 van de inwen- ' ί ; dige bus 7. Dit betekent, dat zij dezelfde koniciteit heeft als dit : vlak en dat haar diameter overeenkomstig de eisen voor het vormen van 30 de door wrijving verkregen verbinding en voor het losmaken daarvan gekozen is.
! 1 j
De afsluitring 10 heeft een binnenschroefdraad 11, die geschroefd | is op de buitenschroefdraad 13 van de inwendige bus 7 en een aan de schroefdraad 16 aansluitende cilindrische boring 17, welke afdichtend 35 : samenwerkt met de afdichting van de inwendige bus 7. Aan de buitenzijde : is de afsluitring 10 voorzien van een cilindrisch vlak 18, waarin zich ! een afdichtring 20 bevindt, die afdichtend samenwerkt met een cilindrische boring 21, die gevormd is in het einde van de uitwendige bus 8. De | cilindrische boring 21 vormt met de afsluitring een cilindervormige 40 ruimte 22, waarvan het doel hierna beschreven wordt.
8203607
014022LC
4 ê s
Fig. 1 toont de askoppeling in de werkzame stand, dat wil zeggen zeggen in een stand, waarin de uitwendige bus 8 met behulp van de koni- I : · ! sche vlakken 12 en 15 de inwendige bus 7 zodanig samendrukt, dat de j einddelen van de assen 2 en 3 ingeklemd zijn in de inwendige bus 7 en 5 wel zo sterk, dat de wrijving voldoende is voor het overbrengen van het
J
vereiste koppel van de aandrijfas op de aangedreven as. In deze stand heeft de koppeling en in het bijzonder haar uitwendige bus 8 twee draagdelen A evenals een zich daartussen bevindend tussendeel B. Het tussendeel B strekt zich uit over de breedte van de spleet 6 tussen de 10 eindvlakken 23 en 24 van de assen 2 en 3. De draagdelen A strekken zich i uit vanaf het betreffende eindvlak tot aan de plaats, waar de klemwer-king tussen de bussen 7 en 8 ophoudt, dat wil zeggen over het gebied waar de konische vlakken 12 en 15 in aanraking zijn met elkaar.
i „ I
Zoals blijkt uit fig. 1 bevinden zich in de uitwendige bus 8 op 15 plaatsen, welke binnen de draagdelen A liggen, toevoerboringen 30 voor de toevoer van drukolie bij het monteren respectievelijk bij het demon- 1 I i teren van de koppeling. Op een plaats, welke in de werkzame stand in i ! I het tussendeel B ligt, bevindt zich een afvoeropening 31 voor het hydraulische medium. In de tussenruimte van de boring 21 mondt een toe-20 voerboring 32 uit. Aan de boringen 30 zijn ringvormige groeven 33 toegevoegd, welke een verdeling van de toegevoerde olie over de omtrek van i ; het vlak 18 waarborgen. De boring 31 is van een overeenkomstige groef ; 34 voorzien om de gelijkmatige afvoer van het hydraulische medium over de omtrek mogelijk te maken.
! ; 25 Wanneer de askoppeling volgens fig. 1 gedemonteerd moet worden zo danig, dat de assen 2 en 3 van elkaar gescheiden kunnen worden, wordt i op bekende wijze door de toevoerboringen 30 drukolie met zeer hoge druk | i ' i toegevoerd, waarop de uitwendige bus 8 over het konische vlak van de inwendige bus 7 naar links bewogen wordt. Daardoor wordt de klemwerking 30 : op de inwendige bus 7 opgeheven, zodat deze zich uitzetten kan en de j | door wrijving verkregen verbinding tussen de inwendige bus 7 en de ein- j ' I j ; den van de assen 2 en 3 weggenomen wordt. De koppeling kan over de assen naar opzij verschoven worden.
! Wanneer anderzijds de koppeling in haar werkzame toestand gebracht 35 moet worden, waarin zij door wrijvingswerking de assen 2 en 3 met el- • i ; | kaar verbindt, moet de uitwendige bus 8 over de inwendige bus 7 in de j | weergegeven werkzame stand gebracht worden. Dit heeft op zodanige wijze ! [ plaats, dat eveneens drukolie aan de boringen 30 wordt toegevoerd en | ! dat gelijktijdig andere drukolie door de boring 32 in de ciliderruimte 40 [ 22 wordt ingevoerd. De door de boringen 30 tussen de konische vlakken j
014022LC
8203607 \ / * 5 ; 12 en 15 ingevoerde drukolie expandeert de uitwendige bus 8, zodat deze over het konische vlak in de klemrichting bewogen kan worden. Deze beweging heeft plaats onder invloed van de drukolie, die werkzaam is in de cilinderruimte 22.
5 Deze handelingen zijn op zich bekend bij de tot nu toe gebruike lijke koppelingen van dit soort. Volgens de uitvinding wordt daarentegen de afvoeropening 31 voorzien van een ringvormige groef 34, welke ; zich bevindt in het tussendeel B, dat overeenkomt met de spleet 6 tus-' sen de eindvlakken 23 en 24 van de assen 2 en 3. Deze boring maakt het : 10 mogelijk dat olie wegstroomt uit het gebied, waarin de inwendige bus ; niet ondersteund is en door de zeer hoge druk van het hydraulische me-I dim, die in de buurt van 1000 bar kan liggen, beschadigd zou worden.
| Zodra bij de hiervoor beschreven montage ook maar de geringste spleet tussen de vlakken 12 en 15 onder invloed van het toegevoerde hydrauli-j 15 sche medium ontstaat, kan dit medium wegstromen door de boring 31 en 1 verliest zijn druk. Hierdoor vervalt de vroeger noodzakelijke nauwkeu-: rige aanpassing van de lengten van de assen 2 en 3 zodanig, dat hun eindvlakken 23 en 24 zonder spleet tegen elkaar stoten, of het invoegen van een nauwkeurig aangepaste tweedelige steunring in de spleet 6. Dit I 20 zijn beide dure maatregelen.
Fig. 2 toont een andere mogelijke opstelling van van de afvoerbo-ring 31 bij holle assen, zoals deze gebruikelijk zijn bij verstelbare i I | ; schroeven. In dit geval is de boring 31 gevormd in de inwendige bus 7 ! en mondt uit in de spleet 6.
j25i In fig. 2 is ook de mogelijkheid aangegeven door de askoppeling | J volgens de uitvinding twee assen met verschillende diameters Dl en D2 te verbinden. Bij voorkeur kan daarbij de inwendige bus 7 zo uitgevoerd | zijn, dat de cilindrische boring D2 met grotere diameter in het draag-deel A van de inwendige bus 7 met eveneens grotere diameter is aange-30 bracht.
In fig. 1 zijn de assen 2 en 3 voorzien van ingeperste steunbussen 35, die zorgen voor een verstijving van de assen tegen de uitwendige druk van de askoppeling.
i ! ! ! j I j
014022LC
8203607....................................................................

Claims (6)

1. Askoppeling voor het door wrijving verbinden van twee in één lijn liggende assen met cilindrische einddelen, met een inwendige bus, die een cilindrische boring bevat, welke een geringe overmaat heeft ten opzichte van de cilindrische einddelen van de assen en een enigszins 5 konisch buitenvlak bevat, evenals met een uitwendige bus, die een ko-nisch binnenvlak bevat, dat geschikt is om samen te werken met het buitenvlak en voorzien is van een boring voor de toevoer van hydraulisch medium met hoge druk tussen de konisehe vlakken van de inwendige en de : uitwendige bus, waardoor de uitwendige bus met betrekkelijk geringe i 10 kracht over de inwendige bus naar de werkzame stand verschoven kan wor-: den, waarin de inwendige bus samengedrukt wordt door de uitwendige bus en wordt aangedrukt tegen de einddelen van de assen, zodanig dat een ! wrijvingsverbinding van de beide assen ontstaat, waarbij de uitwendige ! bus draagdelen bevat, die in de werkzame stand bestemd zijn voor het 15 omsluiten van de einddelen van de assen, evenals een zich tussen de : i draagdelen bevindend tussendeel, dat zich in de werkzame stand bevindt in het gebied tussen de beide assen, met het kenmerk, dat de beide draagdelen A voorzien zijn van ieder een boring (30) voor de toevoer van het drukmedium en dat in het tussendeel B tenminste één afvoerbo-20 ring (31) voor de afvoer van het hydraulische medium aanwezig is.
2. Askoppeling volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de af- voerboring (31) is aangebracht in de uitwendige bus (8).
3. Askoppeling volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de af- | voeropening (31) is aangebracht in de inwendige bus (7). 25;
4. Askoppeling volgens een of meer der conclusies 1 tot en met 3, met het kenmerk, dat de cilindrische boring (11) van de inwendige bus ! (7) zodanig getrapt is, dat zij bestaat uit twee cilindrische delen met i verschillende diameters Dl, D2 en geschikt is voor het verbinden van assen (2,3) met verschillende diameters. 30;
5. Askoppeling volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat het ci- : lindrische deel met grotere diameter D2 is uitgevoerd in het draagdeel A van de inwendige bus (7) met eveneens grotere diameter (fig. 2).
6. Askoppeling volgens een of meer der voorafgaande conclusies, ! met het kenmerk, dat aan de afvoeropening (31) een ringvormige groef j ; i i 35 (34) is toegevoegd. ! , \ _______ i ------- ! 8 2 0 3 6 0 7 014Ü22LC
NL8203607A 1982-09-08 1982-09-17 Askoppeling. NL8203607A (nl)

Applications Claiming Priority (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
CH533282 1982-09-08
CH533282 1982-09-08
DE3234041 1982-09-14
DE19823234041 DE3234041A1 (de) 1982-09-08 1982-09-14 Wellenkupplung

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8203607A true NL8203607A (nl) 1984-04-02

Family

ID=27664098

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8203607A NL8203607A (nl) 1982-09-08 1982-09-17 Askoppeling.

Country Status (2)

Country Link
DE (1) DE3234041A1 (nl)
NL (1) NL8203607A (nl)

Also Published As

Publication number Publication date
DE3234041A1 (de) 1984-03-15

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US4616948A (en) Hydraulic frictional coupling
HU195288B (en) Elastic joint or coupling
JPS59155624A (ja) 円筒面を有する連結体に用いられる締結機構
US6042271A (en) Composite bearing structures
AU1160683A (en) Pipe joint
EP0824202A2 (en) A method for coupling and a device
US4602408A (en) Roll-stand roll with hydraulically changeable contour
US5170551A (en) Alignment of shaft flanges
KR100478389B1 (ko) 회전부의냉각재덕트를연결하기위한장치
NL8203607A (nl) Askoppeling.
EP0566549B1 (en) A device for mounting and dismounting bearings
NL8400898A (nl) Inrichting voor het spreiden van flenzen.
US4025214A (en) Clamping device
US4494284A (en) Roll
US4086844A (en) Hydraulic cylinder utilizing corrugated running surfaces
US4162618A (en) Device for rolls in high speed rolling mills and the like
IL112500A (en) Elastic bearing for caterpillars of caterpillars of a caterpillar vehicle
US5110284A (en) Wear-resistant housing for an extrusion device
US4353606A (en) Mounting for a driven wheel
GB2333748A (en) Bolt-together hitch for articulated machine
US4531355A (en) Jig for assembling a track chain
EP0178300A1 (en) HYDRAULIC FRICTION COUPLING.
PL177296B1 (pl) Siłownik hydrauliczny
CN103511477A (zh) 用于工件的成型的装置
US5885201A (en) Non-self loading controlled deflection roll

Legal Events

Date Code Title Description
A1C A request for examination has been filed
A85 Still pending on 85-01-01
BV The patent application has lapsed