NL8203272A

NL8203272A - CLAMP MECHANISM FOR SECURING A TREE TO A POLE.

Info

Publication number: NL8203272A
Application number: NL8203272A
Authority: NL
Original assignee: Malcolm John Mcnelly En Ian Th
Priority date: 1981-08-21
Filing date: 1982-08-20
Publication date: 1983-03-16
Also published as: GB2105280A; JPS5839595A; DE3230574A1; FR2511647A1

Description

*·» 4 -1-* · »4 -1-

Kleirmechanisme voor het vastzetten van een boom aan een mastClay mechanism for securing a tree to a mast

De uitvlnding heeft betrekking op een klemmechanisme voor het vastzetten van een boon aan een mast.The invention relates to a clamping mechanism for securing a bean to a mast.

Een openluchtsport, bekend als plank-zeilen of windsurf en, is vrij recent ontwikkeld, waarbij de voortstuwings-5 krachten van de wind worden aangewend cm een vaartuig, zoals een surfplank, voort be stuwen terwijl de bedieningspersoon de voortbewegingsrichting regelt door zich qp de plank in evenwicht te houden en te manipuleren met een zeil, dat ondersteund wordt cp een draaibare mast. Een zeilvaartuig van dit type is geopen-10 baard in het Amerikaanse octrooischrift 3.487.800.An outdoor sport, known as plank sailing or windsurfing, has been developed quite recently, where the propulsion forces of the wind are used to propel a vessel, such as a surfboard, while the operator controls the direction of travel by moving on the board balance and manipulate with a tarp supported on a rotating mast. A sailing vessel of this type is disclosed in U.S. Patent 3,487,800.

De bedieningspersoon regelt, terwijl hij rechtcp staat qp de plank, de orientatie van het zeil ten opzichte van de wind door een boom vast te houden, die aan de mast bevestigd is, en de mast te draaien cm de hoekinstelling van het door de mast gedragen 15 zeil te wijzigen. Het is duidelijk dat de responsie van de mast cp manipulaties met de bcxm in sterke mate afhangt van de ver-binding tussen de mast en de boom, en de onderhavige uitvinding betreft een nieuw, doeltreffend middel voor het aldus verbinden van een boon aan een mast.While standing upright on the shelf, the operator controls the orientation of the sail relative to the wind by holding a boom attached to the mast and rotating the mast to adjust the angle of the beam carried by the mast 15 sail change. It is clear that the response of the mast cp manipulations with the bcxm strongly depends on the connection between the mast and the tree, and the present invention relates to a new, effective means for thus connecting a bean to a mast .

20 Bij het zeilvaartuig volgens het in het voorgaande vermelde Amerikaanse octrooischrift is de boom aan de mast verbonden met een lengte singelband van 2¾ cm breedte, die aan weerseinden aan de boom verankerd is en een slag heeft, die de mast omgeeft.In the sailing vessel according to the aforementioned US patent specification, the boom is connected to the mast with a length of webbing of 2 cm width, which is anchored at both ends to the boom and has a stroke surrounding the mast.

Een andere xtethode voor het verbinden van de boom aan de mast 25 is met de gebruikelijke reep of lijn, die verscheidene slagen rond de mast gewonden en dan aan elk einde in de bcxm verankerd moet worden. De onderhavige uitvinding voorziet in een nieuwe klem die door de boom gedragen wordt en een klemschoen heeft, die met de mast in aangrijping te brengen is cm de boom vast te zetten aan 30 de mast. De klem volgens de voorkeursuitvoering is van het door een dode middenstand gaande type waarbij, nadat de klem in vastgezette positie verkeert, drukkrachten, die qp de klem inwerken, tot het steviger vastzetten van de klem strekken.Another method of connecting the boom to the mast 25 is with the conventional bar or line, which is wound several turns around the mast and then needs to be anchored in the box at each end. The present invention provides a new clamp which is carried by the boom and which has a clamping shoe engageable with the mast to secure the boom to the mast. The clamp according to the preferred embodiment is of the dead center position type in which, after the clamp is in the fixed position, compressive forces acting on the clamp extend to tighten the clamp.

8203272 k * -2-8203272k * -2-

Ben ander aspect van de uitvinding is gelegen in het feit dat wanneer de schoen van de kleminrichting naar de mast bewogen wordt an met de mast in aangrijping te komen, deze ook met elk deel van het zeil, dat zich op dat moment rond de mast 5 bevindt, in aangrijping kamen en dit tegen. de mast vastzetten zal. Bijgevolg kan bij sterke windgesteldheden een gedeelte van het zeil rond de mast gewikkeld of gevouwen en dan tegen de mast vastgezet worden zodat slechts een gedeelte van het oorspronkelijke zeil-oppervlak aan de wind wordt blootgesteld.Another aspect of the invention resides in the fact that when the shoe is moved from the clamping device to the mast to engage the mast, it also includes any part of the sail that is currently wrapped around the mast. is engaged, and this against. will secure the mast. Consequently, in strong wind conditions, a portion of the sail can be wrapped or folded around the mast and then secured against the mast so that only a portion of the original sail surface is exposed to the wind.

10 Bijgevolg is het een oogmerk van de cnderhavige uitvinding om te voorzien in een doeltreffend middel voor het verbinden van een boon aan een mast, en meer in het bij zander an te voorzien in middelen voor het bevestigen van een zeil dat gereefd is door het rond een mast te rollen.Accordingly, it is an object of the present invention to provide an effective means of attaching a bean to a mast, and more specifically to provide means for attaching a sail which has been threaded through the round to roll a mast.

15 Kort amschreven is volgens de uitvinding een boom van een zeilvaartuig dwars qp een mast bevestigd met een door de boom gedragen klem. De klem is aan de boon bevestigd cp een plaats dicht bij de mast en .draagt een langwerpige gebogen schoen die in aangrijping wordt gebracht met de mast, of gedeelten 20 van het zeil, die rond de mast gewikkeld zijn, door bediening van een door een dode middenstand gaand verbindingsstelsel dat er op berekend is am de schoen naar de mast te zwenken en deze qp zijn plaats vast te zetten.According to the invention, a boom of a sailing vessel is briefly transversely mounted on a mast with a clamp carried by the boom. The clamp is attached to the bean at a location close to the mast and carries an elongated curved shoe that engages the mast, or portions of the sail wrapped around the mast, by actuation of a dead center position connecting system that is designed to swing the shoe to the mast and fix it in place.

De uitvinding wordt in het volgende nader toegelicht 25 aan de hand van een in de tekeningen weergegeven uitvoerings-voorbeeld daarvan.The invention will be further elucidated hereinbelow on the basis of an exemplary embodiment thereof shown in the drawings.

Fig. 1 is een schematisch zijaanzicht van een zeilvaartuig van het algertene type waaraan het klemmechanisne volgens de uitvinding kan worden aangepast.Fig. 1 is a schematic side view of a sailing vessel of the allergenic type to which the clamping mechanism according to the invention can be adapted.

30 Fig. 2 is een schematisch zijaanzicht overeenkcmstig aan fig. 1, maar tocnt het vaartuig met een gereefd zeil.FIG. 2 is a schematic side view similar to FIG. 1, but shows the vessel with a reefed sail.

Fig. 3 is een qp grotere schaal en gedeeltelijk weergegeven horizontale doorsnede cmlaag beschouwd aan het vooreinde van de boon van het vaartuig van fig. 2 volgens III-III in fig. 2.Fig. 3 is a larger scale and partially shown horizontal cross-sectional view taken at the front end of the bean of the vessel of FIG. 2 according to III-III in FIG. 2.

35 Fig. 4 is een op grotere schaal en gedeeltelijk weergegeven 8203272 ..-3- « * bovenaanzicht volgens IV-IV in fig. 2.FIG. 4 is an enlarged and partial view 8203272 ..- 3 * top view according to IV-IV in FIG. 2.

Fig. 5 is een op grotere schaal en gedeelteli jk weergegeven afbeelding in perspectief van het gedeelte van de boot ter plaatse waar de boom aan de mast verbonden is.Fig. 5 is an enlarged and partial perspective view of the portion of the boat at the location where the boom is attached to the mast.

5 Fig. g is een op grotere schaal weergegeven doorsnede volgens VI-VI in fig. 5 en tocnt in het bijzonder het klemver-bindingsstelsel volgens de uitvinding in een open positie.FIG. g is an enlarged cross-section according to VI-VI in Fig. 5 and in particular shows the clamp connection system according to the invention in an open position.

Fig. 7 is een doorsnede, overeerikomstig aan fig. 6, maar tocnt de klem in een vastgezette positie door een dode midden-10 stand.Fig. 7 is a sectional view similar to FIG. 6, but with the clamp in a locked position through a dead center position.

Fig. 8 is een afbeelding overeenkomstig aan fig. 3 maar toont een tweede uitvoering van de uitvinding.Fig. 8 is a view similar to FIG. 3 but shows a second embodiment of the invention.

Fig. 9 is een doorsnede volgens IX-IX in fig. 8.Fig. 9 is a section according to IX-IX in FIG. 8.

Fig. 10 is een gedeeltelijke afbeelding in pers-15 pectief van een derde uitvoering van de uitvinding.Fig. 10 is a partial perspective view of a third embodiment of the invention.

Fig. 11 is een cp grotere schaal weergegeven doorsnede volgens XI-XI in fig. 10.Fig. 11 is a larger-scale sectional view taken along XI-XI in FIG. 10.

Fig. 12 is een op grotere schaal weergegeven boven-aanzicht, met weggebrcken delen, van het mechanisme van fig. 10.Fig. 12 is an enlarged top plan view, with parts broken away, of the mechanism of FIG. 10.

20 Fig. 13 is een afbeelding in perspectief van een deel van het mechanisme van fig. 12, dat zich rond de mast bevindt.FIG. 13 is a perspective view of a portion of the mechanism of FIG. 12 located around the mast.

Vervolgens wordt een voorkeursuitvoering van de uitvinding beschreven.Next, a preferred embodiment of the invention is described.

In fig. 1 is met het verwij zingscij fer 10 een zeil-25 vaartuig aangegeven, dat bij de sport van het windsurfen wordt gebruikt en is voorzien van een romp 12, die de algemene vormgeving van een surfplank heeft, een zwaard 14 dat besteird is cm zich cmlaag uit te strekken vanaf de rortp, en een zeilstelsel 15.In Fig. 1, reference numeral 10 designates a sailing vessel used in the sport of windsurfing and is provided with a hull 12, which has the general shape of a surfboard, a sword 14 which is best cm to extend from the rortp, and a sail system 15.

Het zeilstelsel omvat een zeil 16, dat een buisvormig sckgedeelte 30 iga heeft, dat getelesoopeerd is over een mast 17 die in de romp gemonteerd is met een universeelverbinding 18. De universeelverbinding maakt het voor 6a mast mogelijk am rond een as te draaien, die in het algemeen loodrecht op rcmp 12 staat, en cm van de as af te zwenken in alle ricntingen rond de as. Het zeil kan 35 zodoende met de mast langs een cirkelvormige baan over 360° rond de as gezwaaid worden, en het kan omlaag gezwenkt worden uit de 9203272 * » -4- opstaande positie van fig. 1 naar een positie in het water aan elke zijda van de rornp, aan de achterzijde van de romp, of aan de voorzijde daarvan. Het zeilstelsel amvat voorts een boom 20, die uit een langwerpig hoepelvormig onderdeel bestaat, dat ^ zijonderdelen 20a en 20b heeft, die als €§n geheel verbonden zijn aan hun. vooreinde door een profiel 20c (fig. 3) waarin een handgreepopening 20b is aangebracht. Het profiel 20c heeft voorts een binnenste gebogen eindwand 20e, die een uitsparing vormt, waarin de mast 17 en de zeilsok 16a zich normaal bevinden. Aan 10 hun achtereinden (4) zijn de bocmzi jonderdelen 20a en 20b verbonden en zijn voorzien van de openingen 22 en 23, we Ike een uittreklijn 25 opnemen, die door een doorvoerbuisje in de sdiootshoom van het zeil gaat en in kikkers 26 en 27 verankerd is.The sail system comprises a sail 16, which has a tubular sock section 30 ig which is telescoped over a mast 17 mounted in the hull with a universal joint 18. The universal joint makes it possible for 6a mast to rotate about an axis, which generally perpendicular to rcmp 12, and pivot cm from the axis in all directions around the axis. The sail can thus be swung 360 ° around the shaft with the mast along a circular path, and it can be swung down from the upright position of Fig. 1 to a position in the water on each side. of the hull, at the rear of the hull, or at the front thereof. The sail system furthermore includes a boom 20, which consists of an elongated hoop-shaped part, which has side parts 20a and 20b, which are connected as a whole to them. front end through a profile 20c (fig. 3) in which a handle opening 20b is arranged. The profile 20c further has an inner curved end wall 20e, which forms a recess in which the mast 17 and the sailing sock 16a are normally located. At their rear ends (4), the body parts 20a and 20b are connected and are provided with the openings 22 and 23, each of which receives a pull-out line 25, which passes through a lead-through tube in the sail's soom and anchored in cleats 26 and 27 is.

15 Zoals in fig. 1 gezien wordt, hebben de zeilsok 16AAs seen in Fig. 1, the sail sock 16A

en het voorste gedeelte van het zeil een opening 30 daarin gevormd en het is ter plaatse van deze opening dat de boom de mast gedeeltelijk cmgeeft waafbij het zeil zich birrnen de door de boom gevormde lus bevindt. In het gebruikelijke geval wordt het voorste 20 einde van de boom op de mast ondersteund net een lijn, die verscheidene slagen heeft, welke de mast in wrijvingsaangrijping omgeven, en eindgedeelten heeft, die in kikkers op de boom verankerd zijn.and the front portion of the sail has an aperture 30 formed therein and it is at this aperture that the boom partially deflects the mast and the loop formed by the boom extends through the sail. In the usual case, the leading end of the boom on the mast is supported with a line that has several turns surrounding the mast in frictional engagement and end portions anchored in cleats on the boom.

De onderhavige uitvinding voorziet in een vemuftig 25 altematief mechanisms voor het vastzetten van een boom aan de mast. In het algemeen cravat dit mechanisms een door een dode middenstand gaand vastzetverbindingsstelsel 36 (fig. 4) dat een langwerpige kunststof schoen 37 draagt, die gebogen is cm zich In het algemeen te conformeren aan de contour van de mast 17 en er op berekend is 30 om naar de mast bewogen en in contact gebracht te worden met de gedeelten van het zeil rond de mast cm de zeilgedeelten tegen de mast te drukken en de boom aan de mast vast te zetten. Indien het zeil geheel uitgestrekt is zoals in fig. 1, zal de klemschoen zich door de opening 30 uitstrekken en met de mast in aangrijping 33 komen. Indien het zeil gedeeltelijk rond de mast gevouwen is, zoals in fig. 2, kamt de schoen in aangrijping met de slagen van het 8203272 -5- zeil, die rand de roast gewikkeld zijn.The present invention provides an alternative mechanism for securing a boom to the mast. Generally, this mechanisms cravats a dead center deadlock connector assembly 36 (FIG. 4) which carries an elongated plastic shoe 37 which is bent to conform generally to the contour of the mast 17 and is designed for it. to be moved to the mast and brought into contact with the sections of the sail around the mast to press the sail sections against the mast and secure the boom to the mast. When the sail is fully extended as in Fig. 1, the clamping shoe will extend through the opening 30 and engage the mast 33. When the sail is partially folded around the mast, as in Fig. 2, the shoe engages with the strokes of the 8203272 -5 sail, which are wrapped around the roast.

Het door een dode middenstand gaande verbindings-stelsel 36 cravat een basis- of steuncnderdeel 39 (fig. 6), een hefbocm 40 die zwsnkbaar verbonden is aan de basis, en een 5 drukuitcefeningsonderdeel 41 dat de schoen 37 draagt. De basis 39 bestaat uit een langwerpig bandvormig metalen onderdeel dat dwars gebogen is om zidi te oonformeren aan de contour van het bocmonderdeel 20a waaraan het bevestigd is met twee klembanden 43 die de basis 39 en het boomcnderdeel 20a orogeven. Twee uiteen-10 gelegen platen 44 en 45 (fig. 7) zijn als een geheel gevormd op de basis en steken daarvan naar buiten uit can een lelkanaal te vormsn cm het dnfcuitoefeningsonderdeel 41 op te neroen wanneer het in klempositie gezwenkt wordt. De hefbocm 40 wordt, door een pen 46, naar de stationaire basis 39 en, door een pen 47, naar het 15 drukuitcefeningsonderdeel 41 gezwenkt. Het onderdeel 41 bestaat uit een tweedelig onderdeel dat een juk 48 cravat, waarvan de zijamen zwenkbaar verbonden zijn aan de hefbocm 40, en een star onderdeel, dat een buisvormig voorste gedeelte 49 en een van schroefdraad voorziene stang 50 anvat, die cp instelbare wijze 20 in het getapte inwendige van de buis 49 geschroefd is en een glad einde 51 heeft. Het einde 51 gaat vrij door een opening in het juk 48 en is voorzien van een geflensde kop 52 die de scheiding van de stang 45 en het juk tegengaat. Een gekarteld profielgedeelte 53 van de stang vergemakkelijkt de draaiende installing van de 25 stang en een vastzetmoer 54 is dienstig am de stang in elke ingestelde positie aan de buis 49 vast te zetten.The dead center linkage assembly 36 includes a base or support member 39 (FIG. 6), a lifting member 40 pivotally connected to the base, and a pressure release member 41 which carries the shoe 37. The base 39 consists of an elongated band-shaped metal part that is transversely bent to conform to the contour of the body part 20a to which it is attached by two clamping bands 43 which provide the base 39 and the tree part 20a. Two spaced apart plates 44 and 45 (FIG. 7) are integrally formed on the base and protrude therefrom to form a gullet to accommodate the exercise member 41 when pivoted in the clamping position. The lifting arm 40 is pivoted, by a pin 46, to the stationary base 39 and, by a pin 47, to the pressure output member 41. The part 41 consists of a two-part part which cracks a yoke 48, the side members of which are pivotally connected to the lifting beam 40, and a rigid part, which comprises a tubular front part 49 and a threaded rod 50, which can be adjusted in an adjustable manner. is threaded into the threaded interior of tube 49 and has a smooth end 51. The end 51 is released through an opening in the yoke 48 and is provided with a flanged head 52 which prevents the separation of the rod 45 from the yoke. A knurled profile portion 53 of the rod facilitates the pivoting installation of the rod and a locking nut 54 is useful to secure the rod to the tube 49 in any set position.

Aan het buiteneinde daarvan heeft de buis 49 een gekruld gedeelte dat twee lussen van een draad 55 cmgeeft, die door de schoen 37 gedragen wordt.At the outer end thereof, the tube 49 has a curled portion which gives two loops of a wire 55 cm, which is carried by the shoe 37.

30 Zoals in fig. 5 en 6 gezien wordt, zijn drie met kleine diameter uitgevoerde evenwijdige stangen 60 in langsrichting aan de mast 17 bevestigd in gelijke hoekafstanden uiteengelegen verband rond de roast. De stangen onderbreken het gladde continue gebogen oppervlak van de mast zodat de klemplaat 37 op doeltreffen-35 der wijze de slagen van het zeil aan de mast vastzetten kan.As seen in FIGS. 5 and 6, three small diameter parallel bars 60 are longitudinally attached to the mast 17 at equal angular spacing around the roast. The rods interrupt the smooth continuous curved surface of the mast so that the clamping plate 37 can effectively secure the sail strokes to the mast.

8203272 -6-8203272 -6-

Gebruikelijke zeilen voor plank-zeilen hebben cngeveer 4,6 vierkante meter qppervlak. Dit zeil wordt normaal gebruikt bij wind van gemiddeld windkracht 3. Indien op een gegeven dag de wind xteer kracht heeft, zoals bijvoorbeeld wind met een 5 windkracht 4 en 5/ of indien een kleiner kind of leerling-zeiler de zeilplank gebruiken moet, is bet beleidvol cm een zeil te gebruiken dat een kleiner effectief oppervlak heeft of cm het geregelde zeil te reven tot een qppervlak van mogelijk 3,7 vierkante meter of minder aan de wind wordt blootgesteld. Ock zal 10 het, indien een plank met een hoge mast en extra groot zeilopper-vlak, bestemd voor toepassing bij lichte wind, gebruikt moet worden bij gemiddelde of sterke windgesteldheden, wenselijk zijn om het zeiloppervlak terug te brengen door reven.Conventional sails for plank sails have approximately 4.6 square meters of surface. This sail is normally used with wind of average wind force 3. If on a given day the wind has extra force, such as wind with a 5 wind force 4 and 5 / or if a smaller child or student sailor has to use the sailboard, be careful to use a tarp that has a smaller effective area or to reef the regulated tarp to a surface of possibly 3.7 square meters or less exposed to the wind. Also, if a plank with a high mast and extra large sail surface, intended for use in light wind, is to be used in medium or strong wind conditions, it is desirable to return the sail surface by reefing.

Indien het voile zeil gebruikt wordt, zoals in fig. 1, 15 wordt het verbindingsstelsel 36 naar de positie door een dode middenstand van fig. 3 bewogen, waarbij de door de pen 47 gevormde zwenkas uit een positie aan een zijde van een lijn tussen de zwenkpen 46 en het reactiedrukpunt van de boom tegen het buis-vormige onderdeel 49 van de klem naar de tegenovergestelde zijde 20 van de lijn bewogen is cm een toestand door een dode middenstand in te stellen wanneer de klem gesloten is, grijpt de klemschoen 37 onder wrijving de mast 17 direct vast, zoals in fig. 5 weergegeven is, cm de boom aan de mast vast te zetten. Bij het regelen van het zeil houdt de bedieningspersocn de bocm vast en zwenkt deze 25 de mast om de cpstaande zwenkas daarvan en zwenkt deze de mast cmlaag in enige richting om de gewenste orientatie van het zeil te verkrijgen.If the full sheet is used, as in Fig. 1, 15, the connecting system 36 is moved to the dead center position of Fig. 3, the pivot axis formed by the pin 47 from a position on one side of a line between the swing pin 46 and the reaction pressure point of the boom against the tubular member 49 of the clamp has moved to the opposite side 20 of the line to set a dead center position when the clamp is closed, the clamp shoe 37 engages under friction fasten the mast 17, as shown in fig. 5, to fix the boom to the mast. When adjusting the sail, the operating person holds the boom and pivots the mast about its pivot axis, and pivots the mast in some direction to obtain the desired orientation of the sail.

Opgenerkt moet worden dat, hoewel de klem de boom aan de mast verankerd, de bocm niet star vastgehouden wordt aan 30 de mast. Een geringe mate van relatieve zwenkbeweging tussen de mast en de boom wordt toegelaten, voomamelijk darikzij de verbinding tussen de klemschoen en het kleirmechanisme zelf.It should be noted that although the clamp anchors the boom to the mast, the boom is not held rigidly to the mast. A small amount of relative swinging movement between the mast and the boom is allowed, mainly because of the connection between the clamping shoe and the clay mechanism itself.

Wanneer bediening met een gereefd zeil gewenst is, zoals in fig. 2, wordt het verbindingsstelsel 36 naar geopende 35 positie bewogen, in hoofdzaak zoals in fig. 6 weergegeven is.When operation with a reefed sail is desired, as in Figure 2, the connecting system 36 is moved to an open position substantially as shown in Figure 6.

8203272 -7- r*. ^ «r · en wordt het zeil een aantal slagen opgerold rond de mast, waarbij de uittreklijn 25 tijdelijk losgeraaakt wordt van de kikkers 26 en 27 om de verkorting van het zeil mogelijk te maken. Wanneer het gewenste zeiloppervlak is blootgesteld, wordt de klem bediend 5 cm de schoen in aangrijping te brengen met de slagen van het gereefde zeil in het gebied van de drie qpstaande stangen 60.8203272 -7-r *. The sail is rolled up a number of turns around the mast, temporarily pulling out the pull-out line 25 from the cleats 26 and 27 to allow the sail to be shortened. When the desired sail surface is exposed, the clamp is actuated 5 cm to engage the shoe with the strokes of the reefed sail in the region of the three rods 60.

Wanneer het verbindingsstelsel naar de positie door een dode middenstand bewogen is, is de boon aan de mast vastgezet en is het zeil aan de mast vastgeklemd. De uittreklijn kan dan weer 10 aangehaald worden.When the linkage has moved to a dead center position, the bean is secured to the mast and the sail is clamped to the mast. The pull-out line can then be tightened again.

Wanneer het zeil vastgeklemd is in de gereefde positie, zoals in het voorgaande vermeld, is het mogelijk dat door de wind de slagen van het zeil nabijhet boveneinde van de mast gedeeltelijk losgaan. Qm dit tegen te gaan bevindt er zich een zeilsok 65 (fig. 2) 15 over het boveneinde van de mast. De sck kan vervaardigd zijn van half-stijf kunststof buismateriaal en ongeveer 5 centimeter lang zijn en een passende wanddikte hebben. De binnenholte van de sck kan cilindrisch of onrond zijn en kan taps verlopen cm zodoende betrekkelijk nauwsluitend over het boveneinde van de mast te pas sen, 20 dat onroid kan zijn en ock taps verloopt.When the sail is clamped in the reefed position, as mentioned above, it is possible that the blows of the sail near the top end of the mast will partially come loose due to the wind. In order to counteract this, a sail sock 65 (fig. 2) is located over the top end of the mast. The sck can be made of semi-rigid plastic pipe material and can be about 5 centimeters long and have an appropriate wall thickness. The inner cavity of the sck can be cylindrical or unround and can be tapered to fit relatively tightly over the top of the mast, which can be onroid and tapered.

Wanneer minder reven gewenst is, kan het zeil naar wens ontvouwen worden door eerst de uittrekspanning vrij te geven, en dan de zeilklem tijdelijk vrij te geven om de mast naar wens te kunnen draaien voor het weer vastkleitmen en weer spannen van 25 de uittreklijn.When less reefing is desired, the sail can be unfolded as desired by first releasing the pull-out tension, and then temporarily releasing the sail clamp to allow the mast to rotate as desired for re-tightening and tensioning the pull-out line again.

In fig. 7 is een tweede uitvoering van het mechanisms voor het verbinden van een klemschoen aan het klemverbindings-stelsel weergegeven. Bij deze uitvoering is een kogelverbindings-stelsel 68 aan een klemschoen 69 bevestigd, die identiek is aan 30 de schoen 37 van fig. 5. De verbinding amvat een steel 70, die bijvoorbeeld door lassen aan het buisvormige gedeelte 49 van het drukuitoefeningsonderdeel 41 van de klem van fig. 6 bevestigd kan worden. Het zal duidelijk zijn dat een dergelijke kogel-verbinding een sterke mate van zelf-instellende beweging van de 35 klemschoen toelaten zal als deze in dichte aangrijping met de mast of de slagen van het rond de mast gewikkelde zeil gedreven 8203272 -8- wordt en enige relatieve beweging van de boom en de mast toelaten zal.Fig. 7 shows a second embodiment of the mechanisms for connecting a clamping shoe to the clamping connection system. In this embodiment, a ball joint assembly 68 is attached to a clamping shoe 69, which is identical to the shoe 37 of FIG. 5. The joint includes a stem 70, which, for example, is welded to the tubular portion 49 of the pressure applying member 41 of the clamp of fig. 6 can be attached. It will be appreciated that such a ball joint will allow a high degree of self-adjusting movement of the clamp shoe if it is driven into tight engagement with the mast or the strokes of the sail wrapped around the mast and any will allow relative movement of the boom and mast.

In fig. 8 en 9 is een tweede uitvoering van de klem schematisch weergegeven. Deze klem bestaat ook uit een ^ door een dode middenstand gaande klem en cmvat een hefboom 72 die uit een van kunststof vervaardigd bandvormig onderdeel bestaat. Aan e§n einde heeft de hefboom een neergebogen gedeelte 73 waaraan met bouten een kunststof klemschoen 75 bevestigd is, die identiek is aan (¾ schcen 37 van fig. 5. Twee onderlegringen ^ 77, van rubber of een ander elastisch materiaal, bevinden zich rond de bout en tussen de schoen 75 en de hefboom 72 zodat de die.Figures 8 and 9 show a second embodiment of the clamp schematically. This clamp also consists of a clamp passing through a dead center position and comprises a lever 72 which consists of a band-shaped part made of plastic. At one end, the lever has a bent-down portion 73 to which is bolted a plastic clamping shoe 75 which is identical to (Fig. 37 of Fig. 5. Two washers ^ 77, of rubber or other elastic material are located around the bolt and between the shoe 75 and the lever 72 so that the.

schoen, hoewel'stevig vastgehouden wordt door de hefboom 72, nog het vermogen tot het zich verplaatsen en zwenken heeft cm zich aan te pas sen aan de positie en contour van de mast en 15 eventuele slagen van bet zeil, die rond de mast gewikkeld zijn cp het moment dat de schoen naar de geklemde positie daartegen bewogen wordt. Aan het tegenovergestelde einde van de hefboom is een arm 79 als een geheel gevormd met en strekt deze zich omlaag uit van een zijrand van de hefboom. De arm 79 is een 20 vastzetarm die iets gebogen is cm zich te conformeren aan de kromming van het bocmonderdeel 20a en, zoals uiteengezet zal worden, wordt de vastzetarm tegen het binnencppervlak van het onderdeel 20a gehouden wanneer de klem zich in de gesloten vastzettoestand bevindt.shoe, although firmly held by the lever 72, still has the ability to move and pivot to adapt to the position and contour of the mast and any sail strokes wrapped around the mast cp the moment the shoe is moved to the clamped position against it. At the opposite end of the lever, an arm 79 is integrally formed with and extends downwardly from a side edge of the lever. The arm 79 is a fastening arm that is slightly bent to conform to the curvature of the body part 20a and, as will be explained, the holding arm is held against the inner surface of the part 20a when the clamp is in the closed tightening position.

2525

De hefboom 72 wordt gezwenkt cp een pen 82 die bevestigd is aan en zich cmhoog uitstrekt van een cilindrische basis- of steunonderdeel 83 dat met een kopschroef 54 aan een in het algemeen driehoekige monteringsplaat 85 bevestigd is. De monterings- plaat is bijvoorbeeld met (niet weergegeven) bouten vastgemaakt 30 aan van openingen voorziene lippen 86 die gedragen worden door twee klembanden 87 we Ike stevig aan het bocmonderdeel 20a vastgemaakt zijn. De monteringsplaat 85 verlocpt iets hellend en als gevolg daarvan bevindt de zwenkpen 82 zich in een vlak P (fig. 8) dat in het algemeen evenwijdig verloopt aan het aangrenzende deel van 35 het mastcnderdeel 20a en zich in een vlak P' bevindt dat hellend verloopt naar het vooreinde van de boom zodat wanneer de hefboom 8203272 -9- gezwaaid wordt in de zin tegengesteld aan die van de wijzers van het uurwerk (fig. 8) uit de met een streepstippellijn aangegeven, klem-open positie naar de vastgezette positie van fig. 8, het einde van de hefbocm 72 met de vastzetarm 79 oirihoog gebracht 5 zullen worden. De arm 79 zal echter nog in aangrijping zijn met de zijde van de boom en de hefbocm zal cntooog verbogen moeten worden cm de arm vri j te kunnen houden van de bocm als de hefbocm over de bocm gaat. Wanneer de arm langs de boom is, wordt de hefboam vrijgegeven en verbuigt deze anlaag cm de arm 10 langs de bocm in te stellen. De reactie van de mast via de klemschoen 75 wordt cp de hefbocm uitgeoefend ter plaatse van de met bouten tot stand gebrachte verbinding aan de schoen en deze reactie strekt tot het in de zin van de wijzers van het uurwerk cm de zwenkpen 82 drijven van de hefbocm en het tagen de boom 15 drijven van de arm 79 in een typerende door een dcde middsnstand gaande vastzetwerking.The lever 72 is pivoted about a pin 82 attached to and extending cm-high from a cylindrical base or support member 83 attached to a generally triangular mounting plate 85 with a cap screw 54. For example, the mounting plate is secured with bolts (not shown) to apertured lips 86 carried by two clamping straps 87 which are securely attached to the body part 20a. The mounting plate 85 is inclined slightly inclined and as a result, the pivot pin 82 is in a plane P (FIG. 8) which is generally parallel to the adjacent part of the mast base 20a and is in a plane P 'which is inclined to the forward end of the boom so that when the lever 8203272 -9- is swung in the opposite direction to that of the clock hands (fig. 8) from the dashed-open position to the locked position of fig. 8, the end of the lifting arm 72 with the locking arm 79 will be raised. However, the arm 79 will still engage the side of the boom and the lifting beam will have to be bent to keep the arm free from the boom when the lifting boom passes over the boom. When the arm is along the boom, the lever is released and it deflects to adjust the arm 10 along the boom. The reaction of the mast via the clamping shoe 75 is exerted on the lifting block at the location of the bolted connection to the shoe and this reaction extends to driving the lifting bolt 82 in the sense of the clockwork and driving the boom 15 to drive the arm 79 in a typical mid-position locking action.

Qm de klem vrij te geven, meet de uittreklijn 25 losgemaakt worden van zijn kikkers, en de hefbocm 72 kan dan amhoog verbogen worden om de vastzetarm 79 naar een verheven 20 plaats die hoger ligt dan het boomonderdeel 20a te brengen. De hefbocm kan dan in de zin van de wijzers van het uurwerk gezwaaid worden cm de klemschoen van de mast af te zwenken.In order to release the clamp, the pull-out line 25 is released from its cleats, and the lifting arm 72 can then be bent to the maximum to bring the locking arm 79 to an elevated location higher than the boom member 20a. The lifting block can then be swung in the sense of the clockwork to pivot the clamping shoe away from the mast.

In fig. 10-13 is een andere uitvoering van de reefklem volgens de iiitvinding cnthuld. Deze klem cmvat een klemhefbocm 25 90 die zwenkbaar aangebracht is aan het zijonderdeel 20b van de bocm 20 door middel van een zwenkpen 91. De hefboom heeft een gebogen achterwand 90a, en uiteengelegen zijwanden 90b en 90c die de zwenkpen 91 opnemen. De buiteneinden van de zijwanden 90b en 90c zijn gevormd als gebogen, armvormige onderdelen 90d (fig. 10) welke 30 verbonden zijn door een voorste wand 90e die bevestigd is aan en zich uitstrekt rond de einden van de armen. Vier paar uitgerichte gaten 92-95 zijn gevormd in de zijwanden, waarbij elk paar gaten er cp berekend is cm een tapse pen 97 op te nemen die naar keuze ingebracht kan worden in telkens een paar uitgerichte gaten.In fig. 10-13 another embodiment of the reef clamp according to the invention is described. This clamp includes a clamping lever body 90 which is pivotally mounted to the side member 20b of the body 20 by means of a pivot pin 91. The lever has a curved rear wall 90a, and spaced side walls 90b and 90c that receive the pivot pin 91. The outer ends of the side walls 90b and 90c are formed as curved, arm-shaped parts 90d (Fig. 10) which are joined by a front wall 90e attached to and extending around the ends of the arms. Four pairs of aligned holes 92-95 are formed in the sidewalls, each pair of holes being calculated to receive a tapered pin 97 which can be optionally inserted into a pair of aligned holes each time.

35 Zoals in fig. 11 gezien wordt, heeft elk van de amenderdelen 90d van de zijwanden 90b en 90c een sleuf 98 daarin 8203272 i -10- aangebracht cm een band 99 op te nemen, die zich uitstrekt door de sleuven 98 en door overeenkomstige sleuven 100 in een schoen of zeilbescheriningsonderdeel 101 (fig. 10). Het onderdeel 101 bestaat uit een in het algemeen rechthoekig onderdeel van zwaar 5 kunststofmateriaal dat, zoals in fig. 12 gezien wordt, er qp berekend is om de slagen van een gereefd zeil 16 te ctngeven, cm het zeil te beschermen tegen beschadiging bi j de aangrijping met de top 20c van de boom, daarcnder begrepen de cppervlakken gevormd door de uitsparing 103 die in de top gevormd is.As seen in Fig. 11, each of the amder portions 90d of the sidewalls 90b and 90c has a slot 98 disposed therein to receive a belt 99 extending through the slots 98 and through corresponding slots 100 in a shoe or sail protection member 101 (Fig. 10). The part 101 consists of a generally rectangular part of heavy plastic material which, as seen in fig. 12, has been calculated to indicate the strokes of a reefed sail 16, in order to protect the sail from damage during engagement with the top 20c of the tree, including the surfaces formed by the recess 103 formed in the top.

10 Ben stang 105 (fig. 13), die een cirkelvormig profielgedeelte 105a heeft, dat de mast 17 gedeeltelijk cmgeeft, en een recht profielgedeelte 105b, dat zich in de langsrichting van de mast uitstrekt, is in vaste positie op de mast vastgehecht.A rod 105 (Fig. 13), which has a circular profile portion 105a partially deflecting the mast 17, and a straight profile portion 105b extending in the longitudinal direction of the mast is fixedly secured to the mast.

Aan het begin van een reefverrichting bevindt de 15 tapse pen 97 zich in geen van de uitgerichte gaten 92-95.At the beginning of a reefing operation, the 15 tapered pin 97 is located in none of the aligned holes 92-95.

Nadat een gewenst aantal slagen van het zeil rond de mast 17 gewikkeld zijn, wordt de klemhefbocm 90 in de zin van de wijzers van het uurwerk (fig. 12) cm de zwerikpen 91 gezwaaid cm de top van de boom en de mast naar elkaar toe te drijven 20 am het zeil daartussen vast te zetten en ontvouwing van het zeil tegen te gaan. Wanneer de gewenste klempositie van de hefbocm bereikt is, wordt de tapse pen ingebracht door het paar uitgerichte gaten 92, 93, 94 of 95 dat zich aangrenzend aan de binnenzijde van de boomarm 20b bevindt. In fig. 12 zijn de uitgerichte gaten 25 94 de gaten die zich lenen voor het aantal slagen van het zeil we Ike in die voors telling weergegeven zijn. Het zal duidelijk zijn dat elke neiging van de mast cm van de top van de bocrn af te bewegen tegengegaan zal worden door de aangrijping van de pen 97 met het binnenvlak van de boomarm 20b.After a desired number of strokes of the sail have been wound around the mast 17, the clamping lifting arm 90 is swung in the sense of the clockwork (fig. 12) by the swivel pin 91 by the top of the boom and the mast to float 20 am to secure the sail therebetween and to prevent unfolding of the sail. When the desired clamping position of the lifting arm is reached, the tapered pin is inserted through the pair of aligned holes 92, 93, 94 or 95 located adjacent the inside of the boom arm 20b. In FIG. 12, the aligned holes are the holes that lend themselves to the number of turns of the sail we have shown in that prediction. It will be appreciated that any tendency to move the mast cm away from the top of the tree will be counteracted by the engagement of the pin 97 with the inner surface of the boom arm 20b.

30 In fig. 12 zal worden gezien dat het rechte profiel gedeelte 105a van de stang 105 zo qp de mast 17 georienteerd is dat, wanneer de band en mast naar elkaar toe gedreven worden, de stang de Uitsparing 103, die in de top van de boon gevormd is, zal binnengaan. Vervolgens zal elke neiging van de mast om ten 35 opzichte van de boom te draaien tot het in contact kcmen van de stang 105 met een van de zijoppervlakken van de keep of uitsparing 8203272 -11- 103 leiden. Desgewenst kunnen deze zijoppervlakken enigszins convex gemaakt worden cm een horizontale as zodat de mast enigszins zwenken kan.In Fig. 12 it will be seen that the straight profile portion 105a of the rod 105 is oriented so that the mast 17 is oriented that, when the band and mast are driven towards each other, the rod has the recess 103, which is located in the top of the bean is formed will enter. Subsequently, any tendency of the mast to rotate relative to the boom will cause the rod 105 to contact one of the side surfaces of the notch or recess 8203272-11-103. If desired, these side surfaces can be made slightly convex with a horizontal axis so that the mast can pivot slightly.

Oit de voorgaande beschrijving zal duidelijk zijn 5 dat de door een dode middenstand gaande kleminrichtingen volgens de uitvinding een vemuftig apparaat verschaffen voor het vastklemnen van een boom aan eeri mast en een doeltreffend irechanisme voor het op gemakkelijke en doelmatige wijze kunnen re van van een zeil op een mast.From the foregoing description, it will be appreciated that the dead center clamping devices of the present invention provide an effective device for clamping a boom to a mast and an effective mechanism for easily and efficiently recovering a sail on a mast.

10 Kort samengevat is in het voorgaande een zeilvaartuig beschreven, waarbij een boon verbcnden is aan een mast die zodanig in een rcmp gemonteerd is dat deze een universele zwenk- en draai-beweging kan uitvoeren. In het bijzcnder is voorzien in een klem-irechanisme voor het vastzetten van een boon aan een mast qp een 15 wijze die ock een vemuftig middal verschaft voor het rolreven ongeacht het feit dat de mast vrij is cm volledig te draaien.Briefly summarized, a sailing vessel has been described above, in which a bean is connected to a mast which is mounted in an rcmp such that it can perform a universal pivoting and turning movement. In particular, there is provided a clamping mechanism for securing a bean to a mast in a manner which also provides an easy center for roller driving regardless of the fact that the mast is free to fully rotate.

82032728203272

Claims

1. In combination with a mast, a tree that is set transversely to the mast, a sail that has wrapped one or more turns around the mast and extends away from the mast in a direction in the general in the longitudinal direction of the tree, and clamping members 5 which are anchored on the bean and have a stop part 1 which can be engaged with the outer stroke of the sail on the mast to exert a pressure against the strokes of the sail and the mast to rotate the mast and counteracting the folding of the sails on the mast.

2. In correlation, a mast, a boom set transversely to the mast, and a clamp carried by the boom and having a part engageable with the mast for holding the boom and a relatively fixed position relative to the mast when the clamp is in an engaged position.

Device according to claim 1 or 2, characterized in that the clamp comprises a connecting system passing through (¾ dead center position) and a clamping shoe worn by this connecting system.

Device according to claim 3, characterized in that the dead center connection system extends between the mast part and the boom part, one end of this connection system being anchored in one of these parts, and said shoe with the other of these parts to be engaged.

Device according to claim 1 or 2, characterized in that the connecting system comprises a base part, which is attached to the boom, wherein said clamping shoe is movable relative to this base until it engages the mast.

6. Device according to claim 1 or 2, characterized in that the connecting system comprises a base part, which is attached to the boom, an operating lifting arm which is pivotally mounted on the basic part, and a pressure-exerting part which is pivotable on the lifting arm. fitted and wearing the shoe.

7. Device according to claim 6, characterized by means for mounting the shoe in such a way that it can perform a pivoting and rotating movement on the pressure-exerting part.

Device according to claim 6, characterized by means for adjusting the length of the pressure emitting part.

Device as claimed in claim 1 or 2, characterized by means members of the mast to interrupt the syimetry of the surface of the mast and to provide an irregular surface against which the clamping part rests.

10. Device as claimed in claim 1 or 2, characterized in that the clamp has a support part arm which is anchored to the bean 15, furthermore means means for this support part, whereby a pivot axis is formed, and a lifting element such that is mounted on the support part 1. that a pivoting movement of the shaft can hereby be carried out and the mast-engaging part is carried.

11. Device according to claim 1 or 2, characterized in that the clamp comprises a support part 1, which is attached to the bean and which has a pivotal pivot pin, and which has a lifting pivot mounted on the pivot and which carries the mast-engaging part.

Device according to claim 11, characterized in that the pivot pin is mounted at an angle to the bean, the angle being selected such that an upward movement is imparted to the lifting boom as it moves to the clamped position.

Device according to claim 10, characterized by elastic members located between the lifting beam and the mast engaging part.

14. Reef system of the type in which a part of a sail is rolled around a mast and held against the mast, a boom 35 has a part adjacent to the mast, a connecting system is mounted on the boom, and a clamping shoe through the connection 8203272 System and can be engaged with the strokes of the sail wrapped around the mast and can be clamped against the mast.

15. System as claimed in claim 14, characterized in that the connecting system consists of a connecting system passing through the dead center position.

16. Combination according to claim 1 or 2, characterized in that the tree has a forked end section, and wherein the mast is located between end walls of the bean at the location of this forked end section, said clamp is engageable with the outer stroke of the portion of a reefed sail wrapped around the mast to engage this sail portion and the mast just to secure the boom at the forked end to the mast, thereby counteracting the unfoldment swiveling of the sail.

Caribination according to claim 1 or 2, characterized in that said stop part consists of an arc-shaped plate which can be engaged just the outer stroke of the part of the sail, which is wrapped around the mast, and has an edge, which is slightly away from the bean to form an opening through which the sail extends with a surface of the sail ditiht at the plate edge and at least one long rod attached to the mast under the strokes of the sail for an irregular surface to form the mast, wherein rotation of the mast in a sail-unfolding direction is useful to engage this regular surface with the plate edge to curb the rotation of the mast.

18. Caribination according to claim 1 or 2, characterized in that said clamp cravates a pressure part which can be brought into engagement with these sails against at least one side of the mast and with the strokes of the sail wound therein. mast to prevent movement of the sail in an unfolding direction relative to the mast.

19. Sailing vessel of the type, with a mast in which a universal swivel engagement is mounted on a rcmp and protrudes from it, and a bean is set above the reap with an 8203272 -15- end located adjacent to the roast, characterized by a movable clamp that extends between the mast and the boom and is calculated to be moved between a relaxed position, whereby the roast is released from the boom, and a rigidly secured position, with a relatively fixed relationship between the roast and the bean is set.

20. Device substantially as suggested in the description and / or drawings. 8203272