NL8203271A

NL8203271A - IMPROVEMENT TO SURGICAL INSTRUMENTS.

Info

Publication number: NL8203271A
Application number: NL8203271A
Authority: NL
Original assignee: Wallace Ltd H G
Priority date: 1981-08-21
Filing date: 1982-08-20
Publication date: 1983-03-16
Also published as: NO822835L; ES276123U; ZA826057B; JPS5841540A; DE3230150A1; BE894161A; FR2511600A1; AU8746782A; DK374282A; SE8204753D0; IT1154312B; FI822895A0; LU84341A1; SE8204753L; ES276123Y; FI822895L; IT8249010A0

Description

4 Λ > ‘ -1-4 Λ> ‘-1-

Verbetering aan chirurgische instrunientenImprovement in surgical instruments

De uitvinding heeft betrekking op een geleidings-instrument voor de inbrenging, speciaal voor de tunneling van catheters.The invention relates to a guiding instrument for insertion, especially for the tunneling of catheters.

De inbrenging van een buisvormig chirurgisch 5 instrument, zoals canules of catheters in lichaamsholten, bergt steeds een groot infectierisico op de ingangs- of uitgangsplaats van het instrument uit het weefsel. Hier ontstaat een wond, die voor de bacterien de directe toegang tot de bloedkringloop mogelijk maakt. Het risico wordt nog vefhoogd, wanneer het 10 instrument langere tijd op.zijn plaats blijven meet, bijvoorbeeld weken- of maandenlang, zoals steeds gebeurt, wanneer de patient constante behandeling nodig heeft, bijvoorbeeld in het geval van een leukemie- of kankertherapie, bij een peritoneale dialyse, bijvoorbeeld C.A.P.D. (continue anbulante peritoneale dialyse), 15 of bij totals parenterale voeding.The insertion of a tubular surgical instrument, such as cannulas or catheters into body cavities, always poses a high risk of infection at the entrance or exit site of the instrument from the tissue. This creates a wound that allows the bacteria direct access to the bloodstream. The risk is further increased if the instrument is left in place for a longer period of time, for example for weeks or months, as it always happens, if the patient needs constant treatment, for example in the case of leukemia or cancer therapy, with a peritoneal dialysis, for example CAPD (continuous anbulant peritoneal dialysis), 15 or with totals parenteral nutrition.

Wanneer de catheter intravasculair gelegd wordt, wordt deze direct percutaan in een ader ingebracht (bijvoorbeeld in de vena subclavia), na voorafgaande vrijmaking door een snede ingebracht, omdat daardoor ongevrenste bewegingen van het 20 instrument tot de minste mate teruggebracht en deze gemakkelijk aan de patient gefixeerd kan worden. Cp deze wijze wordt een langdurige toegang tot het asntrale aderstelsel verschaft.When the catheter is placed intravascularly, it is inserted percutaneously directly into a vein (eg, into the subclavian vein), inserted through a cut after prior release, as this reduces undescended movements of the device to the least extent and easily transfers it to the patient can be fixed. In this manner, long-term access to the abdominal vein system is provided.

Hier bestaat echter het bijkonende gevaar, dat cngewenste luchtebor ponfbewegingen van het hart aangezogen worden en zo lucht-25 etttoolie veroorzaakt wordt.Here, however, there is the additional danger of drawing in desired air embossing movements from the heart and thereby causing air etching oil.

Om deze redenen is gedurende de laatste jaren de zogenaamde " tunnelingstechniek" ontwikkeld. Bij deze techniek laat men het vrije cathetereinde niet direct uit het bloedvat of de lichaamsholte, bijvoorbeeld het peritoneum, uittreden, 30 maar wordt deze over een langere afstand (bijvoorbeeld 40 era bij de vena subclavia en engeveer 6 - 12 cm bij de periteneale catheter) onder de huid door een kunstmatig geschapen tunnel geleid.For these reasons, the so-called "tunneling technique" has been developed in recent years. In this technique, the free catheter end is not exited directly from the blood vessel or body cavity, for example, the peritoneum, but is extended over a longer distance (for example, 40 era at the subclavian vein and approximately 6 - 12 cm at the periteneal catheter). passed under the skin through an artificially created tunnel.

8203271 -2-8203 271 -2-

Op deze wijze kan een extern ontstane infectie niet in het bloedvat of de lichaamsholte binnendringen. In feite is absoluut bewezen, dat bet onderhuidweefsel een natuurlijke barriere tegen infectiesvoorstelt en op deze wijze, zolang het 5 cathetermateriaal door het weefsel getolereerd kan worden, wordt het infectierisico sterk gereduceerd. Een methode bestaat hierin, de buizen door een chirurgisch geprepareerde tunnel in te brengen.In this way, an externally generated infection cannot enter the blood vessel or the body cavity. In fact, it has been absolutely proven that the subcutaneous tissue represents a natural barrier to infection and in this way, as long as the catheter material can be tolerated by the tissue, the risk of infection is greatly reduced. One method consists of inserting the tubes through a surgically prepared tunnel.

Nu kan de catheter of een ander instrument op twee manieren in de tunnel ingebracht worden: Of men schuift deze eerst 10 in de tunnel en leidt deze dan in de uiteindelijke positie in het diepe weefsel, bijvoorbeeld een peritaneale lichaamsholte (de zogenaamde "eenweg-techniek"), of men brengt eerst het afgelegen einde in de lichaamsholte en dan - als tweede stap -wordt het vrije (of nabijgelegen) einde achterwaarts in de tunnel 15 gezogen, d.w.z. bij de tweede stap werktmen - amzotezeggen - van het buismidden naar buiten. De laatste methode ("tweeweg-techniek") is bijzonder geschikt voor catheters met geintegreerde aansluit-kcppeling. De eindkcppeling van een catheter heeft gewoonlijk een wijdere diameter dan de catheterbuis, am de aaneensluiting 20 te vergemakkelijken. De catheterkcppeling kan of afneenbaar zijn, bijvoorbeeld insteekbaar, of deze kan reeds bij de vervaardiging vast aan de catheter aangebracht worden.Now the catheter or other instrument can be inserted into the tunnel in two ways: Or you first slide it into the tunnel and then guide it into the final position in the deep tissue, for example a peritaneal body cavity (the so-called "one-way technique"). "), or the remote end is first introduced into the body cavity and then - as a second step - the free (or nearby) end is sucked backwards into the tunnel 15, ie in the second step working - amzo saying - from the tube center outwards. The latter method ("two-way technique") is particularly suitable for catheters with integrated connection. The end coupling of a catheter usually has a wider diameter than the catheter tube, to facilitate connection 20. The catheter coupling can either be detachable, for instance insertable, or it can already be fixedly attached to the catheter during manufacture.

Beide methodes bergen echter risico's. Wanneer men een buigzame buis in een tunnel inschuift, heeft men een holle, 25 starre geleiding van metaal of kunststof nodig (zoals bijvoorbeeld een scherpe punt of een trocar en een inbrengingscanule), waarbij het prcbleem onstaat, hoe de geleiding veer te verwijderen is, vooral wanneer de koppeling, bijvoorbeeld voor de aansluiting op een infusieapparaat, een ge'integreerd deel van de catheter is 30 en een grotere diameter dan deze laatste heeft. Bij de tweede methode meet de koppeling van de catheterbuis verwijderd worden, wanneer de buis achterwaarts door de tunnel gezogen moet worden, of deze moet in een kapsel ingezogen worden, zodat de koppeling niet in het weefsel hangen blijft en daarbij verwondingen 35 veroorzaakt.However, both methods carry risks. When inserting a flexible tube into a tunnel, one needs a hollow, rigid guide of metal or plastic (such as for instance a sharp point or a trocar and an insertion cannula), where the problem arises, how to remove the guide spring, especially when the coupling, for example for connection to an infusion device, is an integrated part of the catheter and has a larger diameter than the latter. In the second method, the coupling of the catheter tube measures when the tube is to be drawn backwards through the tunnel, or it is to be drawn into a capsule so that the coupling does not get caught in the tissue and thereby cause injuries.

Een afneenibare (bijvoorbeeld insteek- of aanschroefbare) 8203271 Λ- * -3- koppeling levert andere problemen op, daarcnder begrepen dat dat van. de vercntreiniging. Enerzijds is een steekverbinding er te zeer vatbaar voor cm los te gaan, en anderzijds vMdt schroefdraad in het erg zachbe materiaal van de buis niet ^ genoeg houvast. Maarook als geintegreerd buisdeel is de koppeling wegens de diameter daarvan natuurlijk obk een obstakel bij het door-schuiven van de buis door de tunnel en kan deze ock gemakkelijk verwondingen veroorzaken.A detachable (for example plug-in or screw-on) 8203271 Λ- * -3-coupling presents other problems, including that of. the pollution. On the one hand, a plug connection is too prone to loosen, and on the other hand, the screw thread in the very soft material of the tube does not have enough grip. However, as an integrated pipe section, the coupling is of course also an obstacle due to its diameter when the pipe slides through the tunnel and can also easily cause injuries.

Uit de voorgaande uiteenzettingen kan worden opgemaakt, ^ dat de tunnelingstechniek in de practijk in het algemeen door diirurgen uitgevoerd wordt, die zonder dienstig instrument werken.From the foregoing explanations, it can be seen that the tunneling technique is practically generally performed by surgeons operating without a useful instrument.

Derhalve beoogt de uitvinding een geleidingsinstrument ter beschikking te stellen, dat de inbrenging van een catheter of aider buisvormig chirurgisch instrument in een tunnel vergemakke-15 li jkt en daarbi j de in het voorgaande vermelde bezwaren zo veel mogelijk vermijdt of vermindert.It is therefore an object of the invention to provide a guiding instrument which facilitates the insertion of a catheter or other tubular surgical instrument into a tunnel and thereby avoids or reduces as far as possible the aforementioned drawbacks.

Volgens de uitvinding wordt een geleidingsinstrument voor het vergemakkelijken van de inbrenging van een catheter of ander buisvormig instrument in een onderhuidse tunnel ter beschikking on gesteld, dat een staaf of een buis mat een handgreep aan het nabijgelegen einde en een afneerribare punt aan het afgelegen einde (met het oog qp een zachtzinnige doorvcer door het onderhuidse weefsel) voorstelt.According to the invention, a guiding instrument for facilitating the insertion of a catheter or other tubular instrument into a subcutaneous tunnel is provided that a rod or tube has a handle at the near end and a detachable tip at the remote end ( with the eye qp represents a gentle penetrator through the subcutaneous tissue).

Het geleidingsinstmient kan bijvoorbeeld uit metaal 25 of hard kunststofmateriaal vervaardigd en het afgelegen deel kan lichtgebogen zijn, bijvoorbeeld in het laatste derde deel van de lengte daarvan. Het instrument kan ock flexibel resp. buigzaam zijn, cm zich aan elke gegeven chirurgische situatie aan te pas sen.The guiding device can for instance be made of metal or hard plastic material and the remote part can be slightly curved, for instance in the last third of its length. The instrument can also be flexible resp. be flexible to adapt to any given surgical situation.

Aan het nabijgelegen einde van dit instrument wordt een handgreep 30 aangebracht, die dcelmatig tenminste gecfeeltelijk verwijderbaar is en bij voorkeur langwerpig en afgerond is (bijvoorbeeld cilin-drisch met afgerond einde of in de vorm van een ei).A handle 30 is provided at the adjacent end of this instrument, which is cellularly at least partially removable and preferably elongated and rounded (e.g. cylindrical with rounded end or in the form of an egg).

Het afgelegen einde wordt bij voorkeur van middelen voor het aanbrengen van de punt voorzien. Dergelijke middelen 35 kunnen bijvoorbeeld uit inwendige schroefdraad of andere holle ruimfce of een uitstekende pen met uitsrendige schroefdraad bestaan.The remote end is preferably provided with means for applying the tip. Such means 35 may, for example, consist of internal threads or other hollow spaces or a protruding pin with external threads.

8203271 4 *8203271 4 *

-A-A

-4--4-

Bij dit instrument zijn een aantal bijkcmende punten aangebracht, die hoofdzakelijk voor da in hat voorgaande beschreven "tweeweg-techniek" benodigdzijn en die, bijvoorbeeld door middel van een steker, die aan bet nabijgelegen einde 5 van schroefdraad voorzien is, in het vermelde afgelegen einde van het geleidingsinstrument ingeschroefd kunnen worden.A number of additional tips are provided with this instrument, which are mainly required for the "two-way technique" described in the foregoing and which, for example by means of a plug, which is threaded at the near end 5, in the aforementioned remote end. of the guiding instrument.

Deze bijkcraende punten worden in het volgende voor wat betreft een verschillende inzetmogelijkheden bij de tunnelingsmethode nader toegelicht.These additional points are explained in more detail below with regard to the different deployment options for the tunneling method.

10 Het is bijvoorbeeld mogelijk, door uitschroeven of ander bevestigenvan een scherpe punt, bijvoorbeeld een metalen punt of een zogenaamde trocar of Mj voorkeur een zogenaamde dissector-punt van afgevlakte en afgeronde vorm, aan het geleidingsinstrument, op eenvoudige wijze een tunnel te snijden 15 en tegeli jk het geleidingsins trument net het oog op het bevestigen van de catheter in positie te brengen ("eenweg-techniek"), zodat het vervaardigen van een tunnel langs chirurgische weg onnodig wordt.It is possible, for example, by simply unscrewing a tunnel, for example a metal point or a so-called trocar or Mj, preferably a so-called dissector point of flattened and rounded shape, to unscrew or fasten a sharp point to the guide instrument 15 and at the same time position the guiding instrument for the purpose of securing the catheter ("one-way technique") so that the manufacture of a tunnel by surgical means becomes unnecessary.

Meet de inbrenging van de catheter in de tunnel 20 volgens da tweede, in het voorgaande genoemde techniek plaats vinden, d.w.z. door achteruit trekken van de catheter door tussenkcrast van een geintegreerde koppeling, dan gebeurt dit het beste doordat men de catheterkoppeling in een aan het afgelegen einde open huis schuift, dat zijnerzijds aan zijn nabijgelegen einde van 25 een pen met schroefdraad voorzien is; de genoemde pen kan in het afgelegen einde van het geleidingsinstrument ingeschroefd worden, dat reeds door de tunnel geschoven is. Het huisdeel moet een gestroomlijnde of afgeronde, langwerpige vorm hebben, opdat het gemakkelijk door de tunnel getrokken kan worden., zonder dat de 30 omtrek daarvan hoe dan odk schade aanricht. Bezit de catheterbuis geen ge'integreerde koppelingsinrichting, dan kan de verrichting \anhet door de tunnel terugtrekken ook door het geleidingsinstrument volgens de uitvinding vergemakkeli jkt worden.Measure the insertion of the catheter into the tunnel 20 according to the second technique referred to above, that is to say by pulling the catheter backwards by intercepting an integrated coupling, this is best done by inserting the catheter coupling into a remote the end of the open housing, which for its part is provided with a threaded pin at its adjacent end; said pin can be screwed into the remote end of the guiding instrument, which has already been pushed through the tunnel. The housing part must have a streamlined or rounded, elongated shape, so that it can be easily pulled through the tunnel, without the circumference thereof causing any damage whatsoever. If the catheter tube does not have an integrated coupling device, the retraction through the tunnel can also be facilitated by the guiding instrument according to the invention.

Te dien einde wordt een kcppelingsorgaan aan het 35 nabijgelegen einde van een verdikt middendeel gevoerd, bijvoorbeeld een schroefpen, die in het afgelegen einde van het geleidings- 8203271 Μ *.For this purpose, a coupling member is fed to the adjacent end of a thickened center part, for example a screw pin, which is inserted in the remote end of the guide 8203271 *.

-5- instrument ingeschrcefd kan worden en aan het afgelegen einde daarvan een geschikt middel voor het losneeiribaar aanbrengen van een flexibele catheterbuis heeft, die met middelen voor het opvoeren van zijn wrijvingsingrijping binnen de holle ruimte van 5 een catheter uitgerust is, bijvoorbeeld een of meer rondlqpende ribben.Instrument can be enrolled and has a suitable means for loosening a flexible catheter tube at its remote end, which is equipped with means for increasing its frictional engagement within the cavity of a catheter, for example one or more round ribs.

Meet de in het voorgaande vermelde eerste tunnelings-nethode ("eenweg-methode") aangewend warden, die hierin bestaat, de catheterbuis eerst in de tunnel in te brengen en deze dan in 10 een gewenste positie te brengen (bijvoorbeeld in een bloedvat), dan kan dit bij catheters zonder kcppelingen op bij zander eenvoudige en elegante wijze net behulp van het geleidingsinstrument volgens de uitviriding gebeuren, dat aan het afgelegen einde van eenscherpe punt (bij voorkeur van netaal) voorzien is.Measure the aforementioned first tunneling network method ("one-way method"), which consists in first inserting the catheter tube into the tunnel and then placing it in a desired position (eg, in a blood vessel), in the case of catheters without claws, this can be done in a simple and elegant manner with the aid of the guiding instrument according to the invention, which is provided with a sharp point (preferably metal) at the remote end.

15 Bij de ene methode wordt de catheter in de overeen- stemmend bene ten holle ruimte binnen het geleidingsinstrument geschoven en dan wordt - zoals in het voorgaande beschreven -een scherpe punt op het afgelegen einde geschroefd. De punt is bij voorkeur hoi en heeft een binnendiameter, die voor het opnemen 20 van de catheterbuis tcereikend is, zodat deze laatste een klein stuk ingeschoven kan worden en uit het afgelegen einde van de eigenlijfee leibuis uitsteekt. Door middel van het aldus geprepareerde geleidingsinstrument kan de tunnel nu direct door het weefsel geboord worden. Dan wordt de punt afgeschroefd en ds 25 catheter wordt vender geschoven, waarbij zijn afgelegen einde van het geleidingsinstrument bevrijd is. Het einde kan dan vast-gehouden worden, terwijl de geleiding door de tunnel teruggetrokken wordt.In one method, the catheter is slid into the corresponding lower cavity within the guiding instrument and then - as described above - a sharp point is screwed onto the remote end. The tip is preferably hi and has an inner diameter sufficient to receive the catheter tube so that the latter can be slid in a small amount and protrude from the remote end of the self-guided guide tube. The tunnel can now be drilled directly through the tissue by means of the guiding instrument thus prepared. Then the tip is unscrewed and the catheter is slid more openly, leaving its remote end of the guiding instrument free. The end can then be held while the guide is withdrawn through the tunnel.

Ban bezwaar van deze methode is dat zowel de punt 30 als ook het buLsvormige geleidingsinstrument betrekkelijk breed moeten zijn, daar de catheter met zekerheid in de holle punt en deze zijnerzijds in de leibuis passen moet.One drawback of this method is that both the tip 30 and the tube-shaped guiding instrument must be relatively wide, since the catheter must certainly fit into the hollow tip and, for its part, must fit into the guide tube.

Dit bezwaar wordt vermeden, wanneer men een punt met een vaste pen gebruikt en de catheter vlak voor de pen 35 eindigen laat (en derhalve dicht bij het einde van de buis van het geleidingsinstrument). In dit geval moet de catheter na het 8203271 Μ * -6- afsdhroeven van de punt verder voortgeschoven. warden, voorbij het geleidingsinstrument, zodat deze vastgehouden kan worden, terwijl het geleidingsinstrurnent teruggetrokken wordt.This drawback is avoided when a tip with a fixed pin is used and the catheter ends just before the pin 35 (and therefore close to the end of the tube of the guiding device). In this case, the catheter should be advanced after the tip 8203271 Μ * -6. past the guiding instrument so that it can be held while the guiding instrument is withdrawn.

Anderzijds kan echter een nauwere leibuis en een 5 slankere of standaard punt gebrulkt worden.On the other hand, however, a narrower guide tube and a slimmer or standard tip can be used.

Een verdere variant van de "eenweg-techniek" bestaat hierin, de (aanzetloze) catheter in zijn voile lengte over de leibuis te trekken, zodat deze binnen ligt. In dit geval meet een punt als perforator aangeschroefd worden, die ongeveer 10 in de mate van de dikte van de catheterwand breder is dan het geleidingsinstrument, zodat de catheter door de tunnel in de opening die door de punt verschaft wordt, doorgeschoven kan worden en zich niet vastwerkt of langs het lichaamsweefsel oprolt. Ook hier wordt de punt daarqp aansluitend afgeschroefd, de catheter 15 wordt vastgehouden en de geleidingsinrichting door de tunnel teruggetrokken.A further variant of the "one-way technique" consists in pulling the (triggerless) catheter in its entire length over the guide tube, so that it lies inside. In this case, measure a point to be screwed on as a perforator, which is approximately 10 in the thickness of the catheter wall wider than the guiding instrument, so that the catheter can be slid through the tunnel into the opening provided by the tip and does not get stuck or rolls up along the body tissue. Here too, the tip is subsequently unscrewed, the catheter 15 is held and the guiding device is withdrawn through the tunnel.

Het is echter ook mogelijk, het geleidingsinstrument qp de wijze van een regengoot zo te vorrnen, dat deze niet rondcm gesloten is, maar een spleet vertocnt, waardoor de catheterbuis 20 na het tunnelen uitgenomen kan worden. De catheter wordt dan. in het geleidingsinstrument ingelegd, en daama samen met de leibuis in de tunnel ingebracht. Na beeindiging van de inbrengings-verrichting worden beide cathetereinden aangevat en zo opgeheven, dat de catheter door de sleuf uit let geleidingsinstrunent genoiten 25 kan worden en het geleidingsinstrunent verwijderd kan worden.It is also possible, however, to shape the guiding instrument in the manner of a rain gutter in such a way that it is not closed roundly, but has a slit through which the catheter tube 20 can be taken out after tunneling. The catheter then becomes. inserted into the guiding instrument, and then inserted into the tunnel together with the guide tube. After termination of the insertion operation, both catheter ends are started and lifted so that the catheter can be drawn through the slot from the guide insert and the guide insert can be removed.

Het is door middel van de "eenweg-techniek" zelfs mogelijk, de catheter met geintegreerde aanzet of koppeling in te brengen. Daarvoor wordt de handgreep van het in het voorgaande beschreven, gesleufde leibuisinstrument zo geconstrueerd, dat 30 het de catheteraanzet cpnenen kan. Bij deze uitvceringsvorm kan de handgreep of volledig of gedeeltelijk verwijderd worden (bijvoorbeeld afgeschroefd), en/of deze wordt van een sleuf over een deel van zijn lengte (bijvoorbeeld een derde deel daarvan) voorzien, die met de sleuf in de geleiding in een lijn ligt, cm de verwijdering 35 van de koppeling uit de geleiding te veroorloven. De techniek van 8203271 9 -7- het vrijmaken van de catheter met aanzet wordt als bi j de voor-gaande methode beschreven is uitgevoerd.It is even possible by means of the "one-way technique" to insert the catheter with an integrated attachment or coupling. For this purpose, the handle of the slotted guide tube instrument described above is constructed such that it can accommodate the catheter attachment. In this embodiment, the handle may be either completely or partially removed (e.g., unscrewed), and / or provided with a slot along a portion of its length (e.g., a third of it) aligned with the slot in the guide can afford to remove the coupling from the guide. The technique of 8203271-9 releasing the catheter with starter is performed as described in the foregoing method.

Het geleidingsinstrument volgens de uitvinding wordt in het algemeen in. te steriliseren en veer te gebruiken 5 toestand geleverd, maar het kan ook in een henretisch gesloten houder of een dergelijke verpakking, bijvoofbeeld kunststoffolie, verpakt zijn en ter plaatse door hitte, bestraling of chemische sterilisatie gesteriliseerd worden. Na zijn eerste gebruik Jean het instrument gereinigd en veer gesteriliseerd of in enkele gevallen 10 ock als wegwerpbaar behandeld worden.The guiding instrument according to the invention is generally used in. to be sterilized and to be used in a spring condition, but it may also be packaged in a hermetically closed container or the like, for example plastic foil, and sterilized on site by heat, irradiation or chemical sterilization. After his first use Jean cleaned the instrument and sterilized it in a spring or in some cases treated it 10 ock as disposable.

Aan de hand van de tekeningen worden nu verschillende uitvceringsvormen van de uitvinding beschreven.Various embodiments of the invention will now be described with reference to the drawings.

Fig. 1 toent een afbeelding in perspectief van een buisvorraig geleidingsixistrunent. Ingezet worden verschillende 15 toebehorende delen voor het bevestigen aan het afgelegen einde getoond.Fig. 1 shows a perspective view of a tubular guide rod. Deployed, various accessories for attachment to the remote end are shown.

Fig. 2 t/m 5 tonen in bovenaanzicht en gedeeltelijk in doorsnede het afgelegen einde van het geleidingsinstrument volgens de uitvinding/ dat daar een scherpe punt cp gemonteerd 20 heeft en een catheter binnen of buiten aan het genoemde instrument tonen; fig. 6 is een bovenaanzicht/ gedeeltelijk in doorsnede/ van een gesleufd geJeidingsinstrunent met daaraan bevestigde handgreep en een catheter binnen genoemd instrument en handgreep.Fig. 2 to 5 show in top view and partly in section the remote end of the guiding instrument according to the invention / which has a sharp point cp mounted there and showing a catheter inside or outside of said instrument; FIG. 6 is a plan view, partly in section, of a slotted guide insert with a handle attached thereto and a catheter within said instrument and handle.

25 Nu wordt cp fig. 1 teruggekomen. Daar-wordt een buisvormig geleidingsixistrunent 1 gezien, dat over het afgelegen derde deel van zijn lengte licht gebogen is, met verlengde handgreep 2 aan het nabije einde en inwendige schroefdraad 3 aan het afgelegen einde.25 Now Fig. 1 is returned. There, a tubular guide rod 1 is seen, which is slightly bent over the remote third of its length, with elongated handle 2 at the near end and internal screw thread 3 at the remote end.

30 De elementen 4/ 7 en 8 zijn toebehorende delen, die aan (¾ leibuis door middel van een pen 6 met uitwendige schroefdraad aangebracht kunnen worden.The elements 4/7 and 8 are accessory parts, which can be attached to a guide tube by means of a pin 6 with external screw thread.

Het huis 4 (inlas A), is aan het afgelegen einde epen voor het cpnemen van een catheterkcppeling 5, die Luer-35 sluitogen 5' heeft en aan het nabijgelegen einde daarvan van schroefdraad 6 voorzien is. Het huis heeft inwendige schroefdraad 8203271 , * -8- 5", cm de kqppeling losneembaar te verankeren. Een verwijderbare pen 6' wordt getocmd, die het einde van de catheter bij tijden afsluit.The housing 4 (insert A) is at the remote end for receiving a catheter coupling 5, which has Luer-35 locking eyes 5 'and is threaded 6 at its adjacent end. The housing has internal threads 8203271, * -8-5 ", for releasably anchoring the coupling. A removable pin 6 'is provided which closes the end of the catheter at times.

Daaronder wordt bij inlas B een afneertbare, scherpe 5 iretalen punt 7 gezien, die als perforator dient, welke ock aan het geleidingsinstrunent 1 door middel van een schroefpen 6 bevestigd kan worden.Below this, in insert B, a detachable, sharp 5 non-metallic point 7 is seen, which serves as a perforator, which can also be attached to the guide insert 1 by means of a screw pin 6.

De punt is van twee tegenoverliggende concave aanvatoppervlakken 10 voorzien.The tip is provided with two opposite concave attack surfaces 10.

10 De scherpe punt is echter vaak verantwoordelijk voor het ontstaan van trauma's en derhalve wordt de voorkeur gegeven aan de dissector-punt 15 (inlas C) met een afgeylakten afgerond einde. Het oogmerk van de dissector-punt is, het weefsel veeleer uit elkaar te schuiven dan te snijden, met voordeel voor 15 de patienten. Bij inlas D wordt ock een koppelingsdeel 8 gezien, dat voor de verbinding van het vrije einde van een catheter zonder eindkoppeling met de geleidingsinrichting dient. Het middendeel 9 is verdikt en vertoont twee tegenoverliggende, concave aanvatvlakken 10. Aan een einde draagt het een pen, met uitwendige schroefdraad, 20 en aan het andere einde een pen, twee rondlqpende ribben voor de. wrijvingsingrijping in de holla ruimte van een catheter.However, the sharp point is often responsible for the development of traumas and therefore dissector point 15 (insert C) with a finished finish is preferred. The object of the dissector point is to slide the tissue apart rather than cut it, advantageously for the patients. In insert D, a coupling part 8 is also seen, which serves to connect the free end of a catheter without end coupling to the guiding device. The central part 9 is thickened and has two opposite, concave attack surfaces 10. At one end it carries a pin, with external thread, and at the other end a pin, two circumferential ribs for the. frictional engagement in the holla space of a catheter.

Fig. 2 toant een buisvormig geleidingsinstrument 1 net een scherpe punt 7, die aangeschroefd is. De verbindende pen 6 van de punt is hoi en bevat het afgelegen einde van een 25 eenvoudige catheterbuis 11, die bij dit type uit het afgelegen einde van de leibuis uitsteekt.Fig. 2 shows a tubular guiding instrument 1 with a sharp point 7, which is screwed on. The connecting pin 6 of the tip is hi and contains the remote end of a simple catheter tube 11, which protrudes from the remote end of the guide tube in this type.

Fig. 3 toant een altematieve constructie, waarbij de verbindingspen 6 van de punt massief is, en de catheter 11, die binnen in het geleidingsinstrument ligt, dicht bij deze pen eindigt. 30 Fig. 4 toant een binnenste leibuis 1, waarop de catheter 11 opgeschroefd is. De gebruikte punt 7 is breder dan de leibuis en vomit een structuur, waarmee de wanden van de catheter gedurende het tunnelingsproces vrijgehouden worden, d.w.z. zich niet vasthaken.Fig. 3 shows an alternative construction, in which the connecting pin 6 of the tip is solid, and the catheter 11, which is located inside the guiding instrument, ends close to this pin. FIG. 4 shows an inner guide tube 1 on which the catheter 11 is screwed on. The tip 7 used is wider than the guide tube and has a structure that keeps the walls of the catheter free during the tunneling process, i.e. does not cling.

35 Fig. 5 tocmt een ^eidngsinstrument in de vorm van een gespleten buis waaruit de binnenliggende catheter 11 na de 8203271 -9- tunnelingsverrichting uitgeheven kan worden. De spleet 14.is in de daarin qpgenomen doorsnede, die langs de lijn A-B beschouwd wordt, duidelijker weergegeven.FIG. 5 forms a split tube end instrument from which the inner catheter 11 can be lifted after the tunneling operation. The slit 14.is more clearly shown in the section taken therein, which is considered along the line A-B.

In fig. 6 is de leibuis in langsrichting gespleten 5 evenals in fig. 5 en zoals in de daarin qpgenanen doorsnede volgens A-B veergegeven is. Daarbij is deze met een handgreep 2 uitgerust, die langs het afgelegen derde deel van zijn lengte in langsrichting gesleufd is, en die een holle ruimte 12 voor het cpnemen van een catheterkoppeling (of een aanzet) bezit. Het nabijgelegen deel 10 van de handgreep kan van de schroefdraad 13 afgeschroefd worden, cm de cathetereindkoppeling 5 vrij te maken en de verwijdering daarvan uit de geleidingsinrichting te veroorloven. Gezien kan worden, dat de kcppeling 5 een te grote diameter heeft, an de doorgang daarvan door de langsspleet te veroorloven.In Fig. 6 the guide tube is split in the longitudinal direction as in Fig. 5 and as shown in the section according to A-B. In addition, it is equipped with a handle 2, which is longitudinally slotted along the remote third part of its length, and which has a hollow space 12 for receiving a catheter coupling (or an attachment). The adjacent portion 10 of the handle can be unscrewed from the thread 13 to release the catheter end coupling 5 and allow its removal from the guiding device. It can be seen that the coupling 5 has too large a diameter, to allow its passage through the longitudinal slit.

15 Kort samengevat zijn in het voorgaande verbeteringen aan chirurgische instrumenten beschreven, waarbij een geleidings-instrument voor het vergemakke lij ken van de inbrenging van een catheter of ander buisvormig chirurgisch instrunent in een onderhuidse tunnel, een staaf of een buis met een handgreep aan 20 het nabijgelegen einde en een afneembare punt voor de zachtzinnige doorvoer door het onderhuidse weefsel aan het afgelegen einde heeft.Briefly, improvements to surgical instruments have been described in the foregoing, wherein a guiding instrument for facilitating the insertion of a catheter or other tubular surgical instrument into a subcutaneous tunnel, a rod or a tube with a handle on it. nearby end and has a detachable tip for gentle passage through the subcutaneous tissue at the remote end.

82032718203271

Claims

1. Guidance device for the facilitation of insertion of a catheter or other tubular chinurgical instrument into a subcutaneous tunnel, with a rod or tube with a handle at the near end and a detachable tip at the distant end with the view of the gentle transit through the subcutaneous tissue.

The instrument of claim 1, characterized in that the remote end of said rod or tube is longitudinally curved.

Instrument according to claim 1, characterized in that said rod or tube is flexible to accommodate special surgical situations.

Instrument according to any one of claims 1 to 3, characterized in that said detachable tip is flattened and rounded to form a dissecting tip.

Instrument according to any one of claims 1 to 3, characterized in that said detachable tip is sharply pointed.

An instrument according to any one of claims 1 to 3, characterized in that said detachable tip has a housing open at the remote end for receiving a catheter coupling.

7. Instrument according to any one of claims 1 to 3, characterized in that said detachable tip has a pin for insertion into a catheter tube.

Instrument according to any one of claims 1 to 5, characterized in that said tube is sized to receive a catheter therein.

9. Instrument according to claim 8, characterized in that said tube is provided with a longitudinal slot to allow removal of said tube from the catheter.

10. Instrument according to claim 9, characterized in that said handle is hi, so that it can receive a catheter coupling, which can be wholly or partly removable and / or provided with a slot for the removal of said 8203271 * * -11- Λ afford coupling of the instrument.

11. Device substantially as suggested in the description and / or drawings. 8203271