NL8202859A - Werkwijze en inrichting voor het bevloeien van kweekgoed. - Google Patents
Werkwijze en inrichting voor het bevloeien van kweekgoed. Download PDFInfo
- Publication number
- NL8202859A NL8202859A NL8202859A NL8202859A NL8202859A NL 8202859 A NL8202859 A NL 8202859A NL 8202859 A NL8202859 A NL 8202859A NL 8202859 A NL8202859 A NL 8202859A NL 8202859 A NL8202859 A NL 8202859A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- liquid
- irrigation
- channel
- bath
- outflow
- Prior art date
Links
Classifications
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A01—AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
- A01G—HORTICULTURE; CULTIVATION OF VEGETABLES, FLOWERS, RICE, FRUIT, VINES, HOPS OR SEAWEED; FORESTRY; WATERING
- A01G31/00—Soilless cultivation, e.g. hydroponics
- A01G31/02—Special apparatus therefor
-
- Y—GENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
- Y02—TECHNOLOGIES OR APPLICATIONS FOR MITIGATION OR ADAPTATION AGAINST CLIMATE CHANGE
- Y02P—CLIMATE CHANGE MITIGATION TECHNOLOGIES IN THE PRODUCTION OR PROCESSING OF GOODS
- Y02P60/00—Technologies relating to agriculture, livestock or agroalimentary industries
- Y02P60/20—Reduction of greenhouse gas [GHG] emissions in agriculture, e.g. CO2
- Y02P60/21—Dinitrogen oxide [N2O], e.g. using aquaponics, hydroponics or efficiency measures
Landscapes
- Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
- Environmental Sciences (AREA)
- Cultivation Receptacles Or Flower-Pots, Or Pots For Seedlings (AREA)
- Hydroponics (AREA)
Description
W " — -- f » 82.50*Π/ά/έ&βι/tw
Korte aanduiding: Werkwijze en inrichting voor het bevloeien van kweekgoed.
Door aanvrager wordt als uitvinder genoemd: Joannes Cornelius
Maria Groenland te Wognum.
Se uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het bevloeien van kweekgoed in een kweekbak, -tafel of -goot, in het bijzonder voor „eb en vloed"-bevloeiing, waarbij het kweekgoed periodiek in een vloeistofbad danwel droog staat, waartoe de 5 vloeistof aan het eind van elke bevloeiingsperiode wordt afgevoerd.
Se uitvinding heeft eveneens betrekking op een inrichting te gebruiken bij deze werkwijze.
In afwijking van de bestaande manieren van bevloeien van 10 kweekgoed zoals planten in kassen waarbij de planten door middel van een sproei-installatie worden besproeid of waarbij met ' behulp van afzonderlijke slangen vloeistof aan de wortels van planten wordt toegevoerd, wordt thans steeds meer een vloeistofbad toegepast in welk bad de planten bij voorkeur aangebracht in potten 15 staan. Eet is hierBjj niet mogelijk een bepaald vloeistofniveau om de plant of om de pot te handhaven aangezien anders de wortels van de planten zouden gaan rotten. Vandaar ook dat de naam „ eb en vloed" ingang gevonden heeft omdat periodiek water, meestal voorzien van voedingsstoffen aan een bad wordt toegevoerd en na 20 een bepaalde periode waarin de planten kunnen drinken wordt dit water geheel afgevoerd zodat de planten weer enigszins droog komen te staan. Eoewel dit systeem van bevloeien voor veel soorten bezvciren planten aanbeveling verdient zijn hieraan^verbonden omdat het water niet snel genoeg van de planten kan worden afgevoerd wanneer men 25 niet tot kostbare inrichtingen wenst over te gaan.
In kweekbakken of kweektafels die van opstaande randen zijn voorzien wordt een groot aantal potten met hierin planten geplaatst en wanneer de planten moeten drinken wordt asm de kweekbak water toegevoerd totdat dit een bepaald niveau heeft bereikt. Het toe-30 voeren van water is geen probleem aangezien het water gemakkelijk met de gebruikelijke apparatuur en slangen kan worden toegevoerd, welke apparatuur meestal geheel automatisch werkt. Men zou in 8202859 - 2 - . r * de kweekbakken kleppen kunnen aanbrengen die aan het eind van de bevloeiingsperiode opengetrokken worden, bijvoorbeeld in de vorm van een standpijp doch een dergelijke handeling is bij de moderne kweektechniek ondenkbaar. Om een afvoer van water aan het eind 5 van de bevloeiingsperiode mogelijk te maken worden wel afvoer-inrichtingen met een restrictie-opening gebruikt zodat gedurende het toevoeren van water het bad op het gewenste niveau blijft. Wanneer nu de bevloeiingsperiode is beëindigd zal het water geleidelijk uit het bad weglopen. Een dergelijke manier van bevloeien 10 is echter ongewenst vooral wanneer enige honderden kweekbakken worden toegepast waardoor een grote hoeveelheid water moet circuleren en een groot verbruik aan voedingsstoffen ontstaat. De uitvinding heeft tot doel het bevloeien van kweekgoed in een kweekbad te vereenvoudigen. Dit is mogelijk met een nieuwe werk-13 wijze die volgens de uitvinding daarin bestaat, dat aan het einde van de bevloeiingsperiode een inrichting wordt ingesohakeld voor het snel laten wegstromen van de vloeistof. Hierdoor kan de bevloeiingstijd tussen twee droge perioden, dat wil zeggen waarbij geen water aan het kweekbad wordt toegediend nauwkeurig worden 20 geregeld.
De nieuwe werkwijze kan volgens de uitvinding nog worden uitgebreid, doordat het niveau van het vloeistofbad tot op een vooraf gepaalde hoogte wordt ingesteld, welke hoogte wordt gewijzigd voor het inschakelen van de inrichting voor het snel afvoeren van 25 de vloeistof. Hierbij kaif/in de meeste kassen reeds aanwezige en een stuursignaal gevende inrichting worden toegepast voor het regelen van de toevoer van vloeistof waarbij volgens de uitvinding voor het inschakelen van de inrichting voor het snel laten wegstromen van de vloeistof gebruik wordt gemaakt van dezelfde stuur-30 signalen voor het regelen van de vloeistof toevoer. Dit is mogelijk dooü^aan de kweekbak aan het eind van de bevloeiingsperiode het voor het ontwikkelen van het gewas gunstigste vloeistofniveau wordt verhoogd door extra toediening van vloeistof. Bij voorkeur wordt dan aan het eind van de bevloeiingsperiode de vloeistof door 35 hevelwerking afgevoerd. Het tijdelijk verhogen van het vloeistofniveau wordt met de nieuwe werkwijze uitgevoerd aan het einde van de bevloeiingsperiode gedurende een tijdsperiode die voldoende is voor het inschakelen van de inrichting voor het snel laten afvoeren van de vloeistof, waarna de toevoer van de vloeistof wordt be- 8202859 - 3 -
F
4 % eindigd. Op deze wijze behoeven geen kostbare afsluiters op de kweekbak te worden toegepast die bijvoorbeeld electromagnetisch worden bestuurd door in het bevloeiingsprogramma opgenomen stuursignalen.
5 Se nieuwe werkwijze kan gebruikt worden met een inrichting onder toepassing van een voor neb en vloed"-bevloeiing ingerichte kweekbak, -tafel of -goot of soortgelijk bevloeiingsbad welke inrichting volgens de uitvinding is gekenmerkt door een in het bevloeiingsbad te plaatsen uitstroominrichting met een uitstroom-10 kanaal met relatief grote doortocht voor het afvoeren van vloeistof, vanwelk uitstroomkanaal de invoermond in de bodem van het bevloeiingsbad of in een verdiept gedeelte hiervan ligt en de uitstroommond op een lager niveau ligt, welk uitstroomkanaal door een op de hoogte van het vloeistofniveau in het bad of door de 15 vloeistof druk aansprekend orgaan geheel of gedeeltelijk afsluit baar is.
In een bijzondere uitvoering is volgens de uitvinding de inrichting zodanig uitgevoerd dat de instroommond van het in-stroomkanaal een deel is van een stjjgkanaal en de uitstroommond 20 deel uitmaakt van een valkanaal en het, het uitstroomkanaal gedeeltelijk afsluitende orgaan een overstroomdrempel tussen het stjjgkanaal en het valkanaal is, welke beide kanalen boven de drempel gesloten in elkaar overgaan.
Op deze wijze is het uitstroomkanaal als een doorstroomhevel 25 uitgevoerd die in werking kan treden b|j het overschrijden van een ingesteld vloeistofniveau in het bevloeiingsbad.
De uitvinding wordt aan de hand van de tekening nader toegelicht, waarin:
Figuur 1 een schema van een bevloeiingssysteem voor een aantal jq kweekbakken;
Figuur 2 een doorsnede door een kweekbak;
Fig3 ^en axiale doorsnede door een inrichting voor het laten wegstromen van vloeistof uit een kweekbak in een eerste uitvoeringsvorm; 55 Figuur 4 een inrichting al3 van figuur 3 maar in een tweede uitvoeringsvorm;
Figuur 5 een zjj-aanzicht gedeeltelijk in doorsnede van een inrichting voor het snel laten wegstromen van vloeistof uit een kweekbak in een derde uitvoeringsvorm; 8202859 - 4 -
Bn figuur 6 een doorsnede volgens de lijn YI-YI in figuur 5 met een gedeeltelijk aanzicht van een plantenpot toont.
Se nieuwe werkwijze zal nu worden beschreven aan de hand van de figuren 1 en 2. In een kweekruimte staan een aantal kweek-5 bakken of kweektafels, meestal enige honderden opgesteld en in figuur 1 zijn drie van zulke kweekbakken in het algemeen met het cijfer 1 aangeduid , Se kweekbakken 1 zijn in figuur 1 in boven aanzicht getekend. Eet kweekgoed,bijvoorbeeld op te kweken planten worden in potten of in voorgevormde kluiten op de kweekbakken 10 geplaatst;meestal bevinden zich honderden potten op één kweekbak.
Ter bevloeiing van het kweekgoed wordt door middel van een pomp 2 via een zuigleiding 5 water meestal uit een niet getoond bassin aangezogen. Se persleiding 4 van de pomp vormt de hoofd-toevoerleiding voor de bevloeiingsvloeistof. Meestal voert de 15 zuigleiding of de persleiding langs een houder 5 met opgeloste voedingsmiddelen die via het bevloeiingswater aan het kweekgoed wordt toegediend. Se houder 5 is voorzien van een doseerinrichting voor de hoeveelheid voedingsmiddelen die per hoeveelheid water wordt toegediend. Se hoofdvoedingsleiding is aangesloten op een 20 automatisch .regelbaar verdeel- en stuurblok zoals dit in het algemeen by bevloeiingsinstallaties wordt toegepast. Yanaf het stuurblok 6 lopen aftakleidingen 7 naar de kweekbakken 1 of naar groepen van kweekbakken. Yolgens een speciaal kweekprogramma wordt nu op de daarvoor bestemde tijd de pomp 2 ingeschakeld en 25 de bevloeiingsvloeistof via het verdeel- en regelblok 6 dat eveneens door het programma wordt bestuurd wordt vloeistof naar de bepaalde kweekbakken 1 gevoerd. Bij een eveneens volgens een bepaald programma gestuurde tijd worden een aantal aftakleidingen hetzij nau: elkaar, gelijktijdig of in groepen uitgeschakeld en aan 30 het eind van de bevloeiingsperiode wordt ook pomp 2 uitgeschakeld. Er is heerst dan een zekere tijd rust voordat een nieuwe bevloeiing plaatsvindt. Se bevloeiing is zodanig dat vloeistof in de kweekbak aanwezig is op een bepaald vooraf ingesteld niveau dat bijvoorbeeld in figuur 1 met het verwüzingscyfer 8 is aangeduid.
35 Na het uitschakelen van de vloeistoftoeveer blijft de vloeistof in de kweekbak enige tijd gehandhaafd waarna de vloeistof wegstroomt. Na een bepaalde rusttijd die meestal langer is dan de bevloeiingstyd wordt de bevloeiing opnieuw ingezet. In de tussentijd stroomt de kweekbak leeg en vormt de rusttijd een zekere 8202359 wr , '* » - 5 - droogperiode. Yandaar ook dat men spreekt van eb en vloed-bevloéiing. Yanuit de kweekbakken kan het water weer via een afvoerleiding 9 worden afgevoerd. Meestal is in een kweekbak een standpijp 10 aangebracht om een overmatig bevloeien te verhin-5 deren, bijvoorbeeld wanneer als gevolg van een of ander defect de pomp 2 en het regelblok 6 niet zouden worden uitgeschakeld.
Het afvoeren van vloeistof kan bijvoorbeeld geschieden door middel van de leiding 11 met hierin een afsluiter 12. Het is natuurlijk niet mogelijk deze afsluiters met de hand te bediênen en electro» 10 magnetisch bestuurde of op een andere wijze bestuurde afsluiters zijn zeer kostbaar vooral omdat het meestal gaat om honderden kweekbakken. Meestal wordt daarom in de standpijp 10 een kleine opening 13 aangebracht waar'doorheen de vloeistof uit de kweekbak geleidelijk aan kan wegstromen. Hit is echter niet gewenst 15 omdat hierdoor de lager gelegen wortels te lang in water staan en daardoor zouden kunnen gaan rotten of de hoger gelegen wortels te weinig worden bevloeid waarneer ter voorkoming van rot de bevloeiingstijd wordt verkort. Hit bezwaar kan nu worden voorkomen met de werkwijze voor het bevloeien van kweekgoed in een kweekbak, 20 -tafel of -goot, in het bijzonder voor eb en vloed- bevloeiing, waarbij .het kweekgoed periodiek in een vloeistofbad danwel droog staat waartoe de vloeistof aan het eind van elke bevloeiings-periode wordt af gevoerd zoals hierboven is beschreven. Het nieuwe van de werkwijze bestaat daarin dat aan het einde van de bevloeiings-23 periode een inrichting wordt ingeschakeld voor het snel laten wegstromen van de vloeistof hetgeen mogelijk is doordat het niveau van het vloeistofbad tot op een vooraf bepaalde hoogte wordt ingesteld welke hoogte wordt gewijzigd voor het inschakelen van de inrichting voor het snel afvoeren van de vloeistof. He vooraf 50 bepaalde hoogte is hierbij de bevloeiingshoogte waarvan het niveau met het verwijzingscijfer 8 in figuur 2 is aangeduid. He gewijzigde hoogte is in figuur 2 weergegeven en is hierin met het verwijzingscijfer 14 aangeduid. Het is duidelijk, dat voor het inschakelen van de inrichting voor het snel laten wegstromen van 35 de vloeistof gebruik kan worden gemaakt van dezelfde stuursignalen voor het regelen van de vloeistoftoevoer en wel met behulp van het regel- en verdeelblok 6. Het tijdelijk verhogen van het vloeistofniveau (van niveau 8 naar niveau14) wordt uitgevoerd aan het eind van de bevloeiingsperiode gedurende een tijdsperiode die vol- 8202859 « *' ^ - 6 - doende is voor het inschakelen van de inrichting voor het snel afvoeren van de vloeistof waarna de toevoer van de vloeistof wordt beëindigd. Dit kan gemakkelijk in het bevloeiingsprogramma van de automatisch gestuurde inrichting worden opgenomen. Eet 5 niveauverschil is bijzonder doelmatig omdat met de nieuwe werkwijze aan het eind van de bevloeiingsperiode de vloeistof door hevelwerking wordt af gevoerd.
In figuur 3 le een inrichting te gebruiken bij de nieuwe werkwijze onder toepassing van een voor eb en vloed- bevloeiing 10 ingerichte kweekbak, -tafel of -goot of soortgelijk bevloeiingsbad getoond-. Deze inriohting is volgens de uitvinding een in het ^ bevloeiingsbad te plaatsen uitstroominrichting 15 met een uit stroomkanaal 16, 17» 18 met relatief grote doortocht voor het afvoeren van de vloeistof, van welk uitstroomkanaal de invoermond 15 19 bij de bodem 21 of in een verdiept gedeelte 22 hiervan ligt en de uitstroommond 23 op een lager niveau ligt. Eet uitstroomkanaal 16, 17» 18 is door een op de hoogte van het vloeistofniveau in het bad of door de vloeistofdruk aansprekend orgaan geheel of gedeeltelijk afsluitbaar. De instroommond 20 van het uitstroom-20 kanaal is een deel van een stijgkanaal 16 en de uitstroommond 25 maakt deel uit van een valkanaal 18 en het door het stijgkanaal en valkanaal gevormde uitstroomkanaal gedeeltelijk afsluitende orgaan is een overstroomdrempel 24 tussen het stijgkanaal 16 en het valkanaal 18 welke beide kanalen boven de drempel in het 25 gedeelte 17 gesloten in elkaar overgaan door het aanbrengen van een afsluitkap 25· De drempel 24 is hierbij gevormd door de wand van het aan de bovenzijde open valkanaal 18 en het stijgkanaal 1é dat gevormd is door de over het valkanaal geplaatste kap 25* Bovendien is de inrichting voorzien van een standpijp 26 voor het-30 zelfde doel als beschreven is met betrekking tot de standpijp 10 in figuur 2. De hoogte van de drempel 24 en van de standpijp zijn instelbaar op een nog hierna te beschrijven wijze. Er kunnen verschillende valkanalen 18 naast elkaar worden opgesteld. Eet geheel is als een vormstuk bijvoorbeeld in de vorm van een ronde koker 35 uitgevoerd met een cilindrische buitenwand 27 waarbij de kanalen 16, 18 en 26 zijn gevormd door in axiale richting verlopende schotten. Eet geheel is geplaatst in een vatting die wordt gevormd door een op een gat van het gedeelte van de bodem 21 aangebrachte binnenpot 28 en een hieraan bevestigbare buitenpot 29· De binnen- 8202859 * - 7 - pot vormt een kolk 30 onder de bodem 21 van de kweekbak. Se kolk kan door middel van een rooster 31 worden afgesloten om te verhinderen dat grof vuil met de wegstromende vloeistof wordt meegesleurd. Be door da wand 27 gevormde koker is in axiale 5 richting in de potten 28 en 29 verschuifbaar zodat hiermede de hoogte van de drempel 24 ten opzicht van het niveau 8 kan worden ingesteld. Het kan voorkomen dat zich in het stijgkanaal 16 een luchtbel vormt zodat geen hevelwerking kan optreden. Het verdient daarom aanbeveling een opening met geringe doortocht in de wand 10 27 aan te brengen en wel ter hoogte van de bovenzode van de drempel.
Deze opening is met het verwijzingscyfer 32 aangegeven. Hierdoor kan het stijgkanaal 16 vol lopen. Wanneer nu het vloeistofniveau wordt verhoogd van het niveau 8 naar het niveau 14 treedt hevelwerking op en de vloeistof wordt door de instroommond 20 vanuit 13 de kolk 30 en het stijgkanaal omhoog gezogen en via het gedeelte 17 naar het valkanaal 15 gevoerd waardoor tengevolge van de hevelwerking al het water snel wordt afgevoerd totdat het water het niveau van de instroommond 20 bereikt. Het kweekgoed komt dan weer geheel droog in de kweekbak te staan.
20 Het is duidelijk dat de verandering van het vloeistofniveau in het bijzonder de verhoging hiervan slechts zolang behoeft te duren totdat hevelwerking optreedt. En de inrichting voor het snel afvoeren van vloeistof is ingeschakeld.
In het uitvoeringsvoorbeeld van figuur 4 zijn functie gelijke 25 onderdelen met hetzelfde verwijzingscijfer als in figuur 3 aangegeven doch voorzien van een accent. Se kap 17’ vormt hierbij één geheel met de buitenwand 27 ’ en de standpijp 26 ’. Be drempel 241 wordt gevormd door een cilindrische binnenmantel van een pot 33 waarvan de cilindrische buitenmantel 27’* en een door de potten 28’ en 29‘ 50 gevormde vatting past en hierin verschuifbaar is. Be wand van de uitstroompijp 26 is voorzien van in radiale richting verlopende schotten 34 die aanliggen tegen de cilindrische binnenmantel 24'.
Op eenzelfde wijze is de cilindrische binnenmantel 24’ aan de buitenzijde voorzien van zich in radiale richting uitstekende 35 schotten 35 die passen in het inwendige van de mantel 271 - Boor de toepassing van de schotten zijn dus meer dan één uitstroomhevels aanwezig.
Het is duidelijk dat de inrichting betrekkeli^k veel bodem- 8202859 t» - 8 - oppervlakte in een kweekbak inneemt waar potten hadden kunnen staan. Zoals uit de figuren 5 en 6 blijkt heeft de kolk JO” een grotere lengte dan zijn breedte en in zijn bodem zijn in axiale richting verstelbare buiseinden 36 aangebracht die als valkanaal 5 18'* dienen over welke buiseinden kappen 25” zijn aangebracht die met zijwanden 37 stijgkanalen 16” begrenzen. De kappen 25” met de zijwanden 37 zijn eveneens in hoogterichting verstelbaar doordat zij schuivend passen in een rooster 31'1 in dit uitvoeringsvoorbeeld zijn de kappen 25” samen met de zijwanden 37 tot een enkel 10 vormstuk verenigd. In de wand 37 is eveneens een opening met vernauwde doortocht aangebracht. Dit kan een ronde opening 32” zijn of een sleuf 38 die tot aan de instroommond 20” doorloopt.
Er bevinden zich dus een rij uitstroomhevels naast elkaar en het voordeel hiervan is dat men door het omhoogschuiven van enkele 15 buisdelen 36 respectievelijk het omlaagschuiven hiervan de uit-stroomsnelheid kan regelen. Een ander voordeel hiervan is dat een snelle afvoer van vloeistof mogelijk is zonder dat veel ruimte in een kweekbak in beslag genomen kan worden omdat een pot 39 dichtbij de zijwand van een kweekbak 1 kan worden geplaatst. Op 20 deze wijze is het aanbrengen van een standpijp 26 ’' eveneens mogelijk door het aanbrengen van.een buisdeel 40. Door verschuiving van dit buisdeel is eveneens de hoogte van de standpijp binnen zekere grenzen verstelbaar.
8202859
Claims (13)
1. Werkwijze voor het bevloeien van kweekgoed in een kweek-bak, -tafel of -goot, in het bijzonder voor „eb en vloed"-bevloeiing, waarbij het kweekgoed periodiek in een vloeistofbad dan wel droog staat, waartoe de vloeistof aan het eind van elke 5 bevloeiingsperiode wordt af gevoerd, met het kenmerk, dat aan het einde van de bevloeiingsperiode een inrichting wordt ingeschakeld voor het snel laten wegstromen van de vloeistof.
2. Werkwijze volgens conclusie 1,met het kenmerk, dat het niveau van het vloeistofbad tot op een vooraf bepaalde 10 hoogte wordt ingesteld welke hoogte wordt gewijzigd voor het inschakelen van de inrichting voor het snel afvoeren van de vloeistof.
3. Werkwijze volgens oonclusies 1 en 2,onder toepassing van een stuursignaal gevende inrichting voor het regelen van de toe- 15 voer van vloeistof, met het kenmerk, dat voor het inschakelen van de inrichting voor het snel laten wegstromen van de vloeistof gebruik wordt gemaakt van dezelfde stuursignalen voor het regelen van de vloeistoftoevoer.
4. Werkwijze volgens een of meer van de conclusies 1-3» 20 met het kenmer k£a£an het eind van de bevloeiingsperiode de vloeistof door hevelwerking wordt af gevoerd. 3)Werkw|jze volgens een of meer van de conclusies 1-4» met het kenmerk, dat het tijdelijk verhogen van het vloeistofniveau wordt uitgevoerd aan het einde van de bevloeiings-25 periode gedurende een tijdsperiode die voldoende is voor het inschakelen van de inrichting voor het snel afvoeren van de vloeistof, waarna de toevoer van vloeistof wordt beëindigd.
6. Inrichting te gebruiken bij de werkwijze volgens een of meer van de conclusies 1-5, onder toepassing van een voor 30 „eb en vloed"-bevloeiing ingerichte kweekbak, -tafel of -goot of soortgelijk bevloeiingsbad, gekenmerkt door een in het bevloeiingsbad te plaatsen uitstroominrichting met een uitstroomkanaal met relatief grote doortocht voor het afvoeren de van vloeistof, van welk uitstroomkanaal de invoermond bij de bodem 35 van het bevloeiingsbad of in een verdiept gedeelte hiervan ligt en de uitstroommond op een lager niveau ligt, welk uitstroomkanaal door een op de hoogte van het vloeistofniveau in het bad 8202859 - 10 - of door de vloeistofdruk aansprekend orgaan geheel of gedeeltelijk afsluitbaar is.
7. Inrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de instroommond van het uitstroomkanaal een deel is van een 5 stijgkanaal en de uitstroommond deel uitmaakt van een valkanaal en het, het uitstroomkanaal gedeeltelijk afsluitende orgaan een overstroom drempel tussen het stijgkanaal en het valkanaal is, wéLke beide kanalen boven de drempel gesloten in elkaar overgaan.
8. Inrichting volgens conclusie 7, 1 e t het ken-10 merk, dat tenminste de hoogte van de drempel verstelbaar is
9. Inrichting volgens conclusies 6-8,met het kenmerk , dat de drempel is gevormd door de wand van het aan de bovenzijde open valkanaal en het stijgkanaal is gevormd door een over het valkanaal geplaatste kap.
10. Inrichting volgens een of meer van de conclusies 6-9» met het kenmerk, dat boven de invoermond in de wand van het stijgkanaal ter hoogte van de bovenrand van de drempel een opening met beperkte doortocht is aangebracht die het stijgkanaal met het bad verbindt. 2o 11. Inrichting volgens conclusie 10, met het ken merk, dat de opening met beperkte doortocht een spleet is die in de richting van de invoermond doorloopt.
12. Inrichting volgens een of meer van de conclusies 6-11, met het kenmerk, dat het uitstroomkanaal als een of 25 meer doorstroomhevels is uitgevoerd.
13. Inrichting volgens conclusies 6 en 12, met het kenmerk, dat deze is voorzien van een in de hoogte richting * verstelbare standpijp. 14* Inrichting volgens een of meer van de conclusies 6 - 13» 30 met het kenmerk, dat het uitstroomkanaal in een vatting in de hoogte richting verstelbaar is, welke vatting als een in een opening in de bodem van het bevloeiingsbad te monteren kolk is uitgevoerd.
15. Inrichting volgens een of meer van de conclusies 6 — 14, 35 met het kenmerk, dat de kolk een grotere lengte dan zijn breedte bezit met in zijn bodem in axiale richting verstelbare buiseinden die als valkanaal dienen over welke buis-einden kappen zijn aangebracht die het stijgkanaal begrenzen,welke kappen eveneens in de hoogterichting verstelbaar zijn. 8202859 IP* - 11 -
16. Inrichting volgens conclusie 15, iet het kenmerk, dat de kappen tot een enkel vormstuk zijn verenigd. 8202859
Priority Applications (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL8202859A NL8202859A (nl) | 1982-07-15 | 1982-07-15 | Werkwijze en inrichting voor het bevloeien van kweekgoed. |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL8202859 | 1982-07-15 | ||
NL8202859A NL8202859A (nl) | 1982-07-15 | 1982-07-15 | Werkwijze en inrichting voor het bevloeien van kweekgoed. |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL8202859A true NL8202859A (nl) | 1984-02-01 |
Family
ID=19840033
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL8202859A NL8202859A (nl) | 1982-07-15 | 1982-07-15 | Werkwijze en inrichting voor het bevloeien van kweekgoed. |
Country Status (1)
Country | Link |
---|---|
NL (1) | NL8202859A (nl) |
Cited By (1)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
WO2011084312A1 (en) * | 2009-12-21 | 2011-07-14 | Fraunhofer Usa Inc. | Cascading plant growth system and plant growth tray |
-
1982
- 1982-07-15 NL NL8202859A patent/NL8202859A/nl not_active Application Discontinuation
Cited By (4)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
WO2011084312A1 (en) * | 2009-12-21 | 2011-07-14 | Fraunhofer Usa Inc. | Cascading plant growth system and plant growth tray |
CN102665392A (zh) * | 2009-12-21 | 2012-09-12 | 弗劳恩霍费尔美国股份有限公司 | 级联式植物栽培系统和植物栽培托盘 |
CN102665392B (zh) * | 2009-12-21 | 2014-07-30 | 弗劳恩霍费尔美国股份有限公司 | 级联式植物栽培系统和植物栽培托盘 |
US9032664B2 (en) | 2009-12-21 | 2015-05-19 | Fraunhofer Usa Inc. | Cascading plant growth system and plant growth tray |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
KR101572372B1 (ko) | 빗물 자동공급 재배장치 | |
US10874065B2 (en) | Vertical hydroponics systems | |
US9345207B2 (en) | Commercial aeroponics system | |
TWI663908B (zh) | 水栽托盤和水栽系統 | |
US4991345A (en) | Apparatus and method for plant care | |
NL1016418C2 (nl) | Bloempot. | |
US20130247462A1 (en) | Watering and Drainage Arrangement for a Multi-Layer Horticultural Structure | |
US20180313049A1 (en) | In-pond water quality maintenance system | |
US5364034A (en) | Controlled low volume irrigation system | |
CN213719227U (zh) | 一种新型栽培盘 | |
NL8202859A (nl) | Werkwijze en inrichting voor het bevloeien van kweekgoed. | |
KR20120082669A (ko) | 식물재배장치의 베드 | |
JP4850364B2 (ja) | 育苗用底面自動灌水装置 | |
US9706720B1 (en) | Indoor-outdoor garden unit | |
KR102650045B1 (ko) | 스마트팜을 이용한 수경 재배 시스템 | |
CN206792186U (zh) | 一种自动浇灌花架 | |
JP6559508B2 (ja) | 植物栽培装置における排水装置 | |
NL2022624B1 (en) | A movable container for an ebb-flow plant growth system | |
JP2844247B2 (ja) | 多段式底面灌水装置 | |
CN215992223U (zh) | 一种自动喷灌浇水装置 | |
CN209749396U (zh) | 一种水培垂直绿化系统 | |
CN209403241U (zh) | 一种水培垂直绿化系统 | |
KR101864018B1 (ko) | 수질개선이 용이한 수경재배기 | |
CN115279175A (zh) | 快速填充和排放阀组件以及相关联的系统 | |
FI123005B (fi) | Kasvien kastelujärjestelmä |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
A85 | Still pending on 85-01-01 | ||
BA | A request for search or an international-type search has been filed | ||
BB | A search report has been drawn up | ||
BV | The patent application has lapsed |