NL8202708A

NL8202708A - Inrichting voor het afgeven van een flexibel baanvormig materiaal.

Info

Publication number: NL8202708A
Application number: NL8202708A
Authority: NL
Original assignee: Brabantia Leasing Factoring
Priority date: 1982-07-06
Filing date: 1982-07-06
Publication date: 1984-02-01
Also published as: EP0099602A1

Description

N/30.922-dV/id . 1 o.

Inrichting voor het afgeven van een flexibel baanvormig materiaal .

*

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het afgeven van een flexibel baanvormig materiaal, voorzien van een gesloten uitgevoerde kast met een afgeef-opening voor de materiaalbaan en van in de kast gemonteerde 5 steunorganen, die twee rollen van het baanvormige materiaal draaibaar ondersteunen, waarbij de materiaalbaan van de eerste rol via een aantal leirollen door de afgeefopening tot buiten de kast is geleid, terwijl het voorste uiteinde van de materiaalbaan van de tweede rol in een reservestand bin-10 nen de kast gereed ligt, waarbij middelen zijn aangebracht, die dit voorste uiteinde van de tweede materiaalbaan met behulp van het restant van de eerste materiaalbaan door de afgeefopening uit de kast kunnen voeren.

Bij een bekende inrichting van deze soort, 15 waarmee als baanvormig materiaal bijvoorbeeld een papieren handdoek kan worden afgegeven, is een betrekkelijk gecompliceerde constructie aangebracht om het voorste uiteinde van de materiaalbaan van de tweede rol buiten de kast te brengen, als de eerste rol opraakt. Bovendien is deze constructie zo-20 danig, dat het voorste uiteinde van de materiaalbaan van de tweede rol reeds uit de kast wordt gebracht, als nog een geringe hoeveelheid materiaal op de eerste rol aanwezig is, zodat gedurende enige tijd materiaal van de beide rollen wordt afgenomen, hetgeen ongewenst is.

25 De uitvinding beoogt een inrichting van de in de aanhef genoemde soort te verschaffen, waarbij de genoemde bezwaren op eenvoudige doch niettemin doeltreffende wijze zijn ondervangen.

Hiertoe heeft de inrichting volgens de uit-30 vinding het kenmerk, dat de genoemde middelen een aandrukrol en een steunrol omvatten, die in de kast zijn gemonteerd, waarbij de eerste materiaalbaan en het voorste uiteinde van de tweede materiaalbaan tussen de aandrukrol en de steunrol door zijn geleid, waarbij de aandrukrol door middel van de 35 eerste materiaalbaan verzwenkbaar is tussen een werkstand, waarin de aandrukrol de beide materiaalbanen op de steunrol 8202708 Λ · ' -2- drukt, en een ruststand, waarin de aandrukrol op een afstand van de steunrol ligt, een en ander zodanig, dat de aandrukrol bij het afnemen van een stuk van de eerste materiaalbaan telkens naar de ruststand wordt gezwenkt en het voorste uit-5 einde van de tweede materiaalbaan in de reservestand blijft, terwijl, zodra het einde van de eerste materiaalbaan van de eerste rol afloopt, de aandrukrol in de werkstand wordt gehouden en het voorste uiteinde van de tweede materiaalbaan door het afnemen van het laatste stuk van de eerste materiaal 10 baan door de afgeefopening buiten de kast wordt gebracht.

Op deze wijze wordt een bijzonder eenvoudige constructie voor het uit de kast brengen van het voorste uiteinde van de tweede materiaalbaan verkregen, waarbij het voorste uiteinde van de tweede materiaalbaan pas vanuit de 15 reservestand tot buiten de kast wordt gevoerd, als het laatste stuk van de eerste materiaalbaan wordt afgenomen.

Volgens de uitvinding zijn de aandrukrol en een eerste leirol voor de eerste materiaalbaan elk aan hun uiteinden in gemeenschappelijke dragers gelegerd, welke dra-20 gers draaibaar in de kast zijn gemonteerd, waarbij de aan- · drukrol en de eerste leirol aan weerszijden van een ongeveer verticaal vlak, waarin de rotatieas van de dragers ligt, zijn aangebracht, terwijl een tweede leirol voor de eerste materiaalbaan in vaste steunen is gelegerd, en onder een vlak, 25 dat aan de bovenzijde van de eerste leirol en aan de onderzijde van de aandrukrol raakt is gelegen, waarbij de eerste materiaalbaan vanaf de eerste rol baanvormig materiaal onder de tweede leirol en over de eerste leirol naar de aandrukrol en de steunrol verloopt. Hierdoor wordt door middel van een 30 bijzonder eenvoudige en robuuste constructie door het afnemen van een stuk van de eerste materiaalbaan, zolang de eerste rol nog een hoeveelheid materiaal bevat, de aandrukrol automatisch van de werkstand naar de ruststand gezwenkt.

De uitvinding wordt hierna nader toegelicht 35 aan de hand van de tekening, waarin een uitvoeringsvoorbeeld van de inrichting volgens de uitvinding is weergegeven.

Fig. 1 is een schematisch weergegeven dwarsdoorsnede van een uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding, waarbij de eerste rol nog een hoeveelheid 8202708 -3- * baanvormig materiaal bevat en de aandrukrol zich in de ruststand bevindt.

Fig. 2 is een met fig. 1 overeenkomende doorsnede, waarbij de eerste rol baanvormig materiaal leeg is 5 en de aandrukrol zich in de werkstand bevindt.

Fig. 3 is een doorsnede volgens de lijn III- III uit fig. 1.

In fig. 1 is een doorsnede van een inrichting 1 voor het afgeven van een flexibel baanvormig materiaal, 10 zoals bijvoorbeeld een papieren handdoek, weergegeven, welke inrichting 1 is voorzien van een gesloten uitgevoerde kast 2 met een afgeefopening 3. Nabij de afgeefopening 3 is een snij- of scheurorgaan 4 aangebracht voor het afscheuren van een stuk van de uit de afgeefopening 3 getrokken materiaal-15 baan. De kast 2 kan met zijn achterwand 5 op een wand worden bevestigd.

Zoals uit de doorsnede volgens fig. 3 blijkt, zijn op de achterwand 5 twee steunplaten 6 bevestigd, die twee voorraadrollen 7,8 van het baanvormige materiaal draai-20 baar ondersteunen. De steunplaten 6 zijn hiertoe voorzien van rolhouders 9 en 10, die in de kern 11 van de voorraadrollen 7,8 uitsteken. De rolhouders 9 zijn door middel van een tapeind 12 vast verbonden met de bijbehorende steunplaat 6, terwijl de rolhouders 10 door een as 13 draaibaar met de 25 bijbehorende steunplaat zijn verbonden. Voor het verwisselen van een voorraadrol kunnen de rolhouders 10 tegen de werking van een veer 14 in in de richting van de steunplaat 6 worden gedrukt. Door de veren 14 wordt tevens bereikt, dat de voorraadrollen 7,8 onder wrijving draaibaar zijn, zodat geen on-30 nodig grote stukken van het baanvormig materiaal worden af-gegeven.

De materiaalbaan 15 van de eerste voorraadrol 7 is door de afgeefopening 3 tot buiten de kast 2 geleid, terwijl de materiaalbaan 16 van de tweede, als reserverol 35 dienende voorraadrol 8 zich geheel binnen de kast 2 bevindt, waarbij het voorste uiteinde 17 in een reservestand' gereed ligt. Onder de beide voorraadrollen 7,8 is een mechanisme 18 aangebracht, dat het voorste uiteinde 17 van de tweede materiaalbaan 16 met behulp van het restant van de eerste 8202708 -4- \ materiaalbaan 15 door de afgeefopening 3 tot buiten de kast kan transporteren.

Het mechanisme 18 omvat een aandrukrol 19 en een steunrol 20 met aanmerkelijk grotere diameter. De steun-5 rol 20 is met zijn uiteinden draaibaar in steunplaten 21 gelegerd, die zowel met de bodem 22 als met de achterwand 5 van de kast 2 zijn verbonden. De aandrukrol 19 is met zijn uiteinden gelegerd in draagplaten 23, die door middel van een as 24 draaibaar zijn verbonden met de steunplaten 21.

10 De draagplaten 23 ondersteunen tevens een eerste leirol 25 voor de eerste materiaalbaan 15, waarbij de aandrukrol 19 en de eerste leirol 25 aan weerszijden van een ongeveer verticaal vlak, waarin de assen 24 van de draagplaten 23 zijn gelegen, zijn aangebracht. Door het draaien van de draag-15 platen 23 om de assen 24 kan de aandrukrol 19 van een in fig. 2 weergegeven werkstand naar een in fig. 1 weergegeven ruststand worden gezwenkt, zoals hierna nog nader wordt toegelicht. De draagplaten 23 worden elk door een veer 26 in de met de werkstand van de aandrukrol 19 overeenkomende stand 20 gehouden.

Op de achterwand 5 van de kast 2 zijn twee vaste steunen 27 aangebracht, die een tweede leirol 28 ondersteunen. De tweede leirol 28 is gelegen onder een vlak, dat in de werkstand van de aandrukrol 19 aan de onderzijde 25 van deze aandrukrol 19 en aan de bovenzijde van de eerste leirol 25 raakt.

De eerste materiaalbaan 15 verloopt vanaf de eerste voorraadrol 7 onder de tweede leirol 28 door, over de eerste leirol 25 naar de aandrukrol 19 en de steunrol 20, 30 tussen welke rollen 19,20 de materiaalbaan 15 doorloopt tot buiten de kast 2. De tweede materiaalbaan 16 is alleen tussen de aandrukrol 19 en de steunrol 20 door geleid, waarbij het voorste uiteinde 17 binnen de kast 2 in de reservestand gereed ligt, zoals in fig. 1 is weergegeven. Indien nu een 35 stuk van de eerste materiaalbaan 15 uit de kast 2 wordt getrokken, wordt door de materiaalbaan 15 op de eerste leirol 25 een aan de werking van de veer 26 tegengesteld gerichte kracht uitgeoefend, die groter is dan de door de veren 26 uitgeoefende kracht, vanwege de voor het roteren van de voor- 8202708 -5- c raadrol 7 te overwinnen betrekkelijk grote wrijvingskracht. Hierdoor zal de aandrukrol 19 van de in fig. 2 afgeheelde werkstand, waarin de aandrukrol 19 de beide materiaalbanen 15,16 op de steunrol 20 drukt, naar de in fig. 1 afgeheelde 5 ruststand worden gezwenkt, waarin de aandrukrol 19 op enige afstand van de steunrol 20 ligt, zodat de raateriaalbaan 15 langs de materiaalbaan 16 zal slippen en het voorste uiteinde 17 van de materiaalbaan 16 in de reservestand blijft liggen. Zodra echter het einde 29 van de voorraadrol 7 afloopt, 10 zoals in fig. 2 is weergegeven, houden de veren 26 de aandrukrol in de werkstand, zodat bij het afnemen van het laatste stuk van de materiaalbaan 15 de materiaalbaan 16 door de tussen de beide materiaalbanen 15,16 optredende wrijving zal worden meegevoerd en het voorste uiteinde 17 buiten de 15 kast 2 zal worden gebracht, zoals in fig. 2 is weergegeven.

Op deze wijze wordt bereikt, dat alleen met het laatste stuk van de materiaalbaan 15 een dubbele hoeveelheid van het flexibele baanvormige materiaal zal worden afgegeven .

20 Zoals uit de fig. 1-3 blijkt, vormen de steun- platen 21 elk een aanslag 30 voor de as 31 van de leirol 25. De aanslagen 30 begrenzen de draaibeweging van de draagplaten 23.

Opgemerkt wordt, dat de steunrol 20 van ruwe 25 oppervlaktedelen 32 is voorzien, zodat de steunrol 20 bij het afnemen van een stuk van de materiaalbaan zal gaan roteren.

Zoals uit het voorgaande blijkt, wordt bij de beschreven inrichting 1 nagenoeg geen dubbele hoeveelheid 30 van het baanvormige materiaal afgegeven. Indien bij een con-trole blijkt, dat de voorraadrol 7 leeg is, kan de voorraadrol 8 op de onderste rolhouders 9,10 worden geplaatst en een nieuwe voorraadrol op de bovenste rolhouders 9,10 worden geplaatst. Elke voorraadrol kan derhalve volledig worden ver-35 bruikt.

De uitvindinq is niet beperkt tot het in het voorgaande beschreven uitvoeringsvoorbeeld, dat binnen het kader der uitvinding op verschillende manieren kan worden gevarieerd.

8202708

Claims

1. Inrichting voor het afgeven van een flexibel baanvormig materiaal, voorzien van een gesloten uitgevoerde kast met een afgeefopening voor de materiaalbaan en van in de kast gemonteerde steunorganen, die twee rollen 5 van het baanvormige materiaal draaibaar ondersteunen, waarbij de materiaalbaan van de eerste rol via een aantal leirollen door de afgeefopening tot buiten de kast is geleid, terwijl het voorste uiteinde van de materiaalbaan van de tweede rol in een reservestand binnen de kast gereed ligt, waarbij mid-10 delen zijn aangebracht, die dit voorste uiteinde van de tweede materiaalbaan met behulp van het restant van de eerste materiaalbaan door de afgeefopening uit de kast kunnen voeren, met het kenmerk, dat de genoemde middelen een aandrukrol en een steunrol omvatten, die in de kast zijn ge-15 monteerd, waarbij de eerste materiaalbaan en het voorste uiteinde van de tweede materiaalbaan tussen de aandrukrol en de steunrol door zijn geleid, waarbij de aandrukrol door middel van de eerste materiaalbaan verzwenkbaar is tussen een werk-stand, waarin de aandrukrol de beide materiaalbanen op de 20 steunrol drukt, en een ruststand, waarin de aandrukrol op een afstand van de steunrol ligt, een en ander zodanig, dat de aandrukrol bij het afnemen van een stuk van de eerste materiaalbaan telkens naar de ruststand wordt gezwenkt en het voorste uiteinde van de tweede materiaalbaan in de reserve-25 stand blijft, terwijl, zodra het einde van de eerste materiaalbaan van de eerste rol afloopt, de aandrukrol in de werk-stand wordt gehouden en het voorste uiteinde van de tweede materiaalbaan door het afnemen van het laatste stuk van de eerste materiaalbaan door de afgeefopening buiten de kast 30 wordt gebracht.

2. Inrichting volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat de aandrukrol en een eerste leirol voor de eerste materiaalbaan elk aan hun uiteinden in gemeenschappelijke dragers zijn gelegerd, welke dragers draaibaar 35 in de kast zijn gemonteerd, waarbij de aandrukrol en de eerste leirol aan weerszijden van een ongeveer verticaal vlak, waarin de rotatieas van de dragers ligt, zijn aangebracht, 8202708 -7- Λ - V terwijl een tweede leirol voor de eerste materiaalbaan in vaste steunen is gelegerd en onder een vlak, dat aan de bovenzijde van de eerste leirol en aan de onderzijde van de aandrukrol raakt is gelegen, waarbij de eerste materiaal-5 baan vanaf de eerste rol baanvormig materiaal onder de tweede leirol en over de eerste leirol naar de aandrukrol en de steunrol verloopt.

3. Inrichting volgens conclusie 2, m e t het kenmerk, dat de dragers elk door een veer in 10 de met de werkstand van de aandrukrol overeenkomende stand worden gehouden en de eerste rol baanvormig materiaal onder wrijving draaibaar is, waarbij de kracht, die bij het afnemen van een stuk van de eerste materiaalbaan door deze materiaalbaan op de eerste leirol wordt uitgeoefend groter is 15 dan de tegengesteld gerichte, door de veren uitgeoefende kracht.

4. Inrichting volgens conclusie 2 of 3, m e t het kenmerk, dat een aanslag is aangebracht, die de draaibeweging van de dragers begrenst. 20

5. Inrichting volgens conclusie 4, m e t het kenmerk, dat de steunrol aan weerszijden in een steunplaat is gelegerd, waarbij de dragers elk draaibaar zijn verbonden met een steunplaat en de steunplaten als aanslag voor de dragers dienen. 8202708