NL8202625A - Miniatuur soort bandcassette. - Google Patents

Miniatuur soort bandcassette. Download PDF

Info

Publication number
NL8202625A
NL8202625A NL8202625A NL8202625A NL8202625A NL 8202625 A NL8202625 A NL 8202625A NL 8202625 A NL8202625 A NL 8202625A NL 8202625 A NL8202625 A NL 8202625A NL 8202625 A NL8202625 A NL 8202625A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
tape
cassette
tape cassette
type
miniature
Prior art date
Application number
NL8202625A
Other languages
English (en)
Other versions
NL182760B (nl
NL182760C (nl
Original Assignee
Victor Company Of Japan
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Victor Company Of Japan filed Critical Victor Company Of Japan
Publication of NL8202625A publication Critical patent/NL8202625A/nl
Publication of NL182760B publication Critical patent/NL182760B/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL182760C publication Critical patent/NL182760C/nl

Links

Classifications

    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B15/00Driving, starting or stopping record carriers of filamentary or web form; Driving both such record carriers and heads; Guiding such record carriers or containers therefor; Control thereof; Control of operating function
    • G11B15/60Guiding record carrier
    • G11B15/66Threading; Loading; Automatic self-loading
    • G11B15/665Threading; Loading; Automatic self-loading by extracting loop of record carrier from container
    • G11B15/6653Threading; Loading; Automatic self-loading by extracting loop of record carrier from container to pull the record carrier against drum
    • G11B15/6656Threading; Loading; Automatic self-loading by extracting loop of record carrier from container to pull the record carrier against drum using two-sided extraction, i.e. "M-type"
    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B15/00Driving, starting or stopping record carriers of filamentary or web form; Driving both such record carriers and heads; Guiding such record carriers or containers therefor; Control thereof; Control of operating function
    • G11B15/02Control of operating function, e.g. switching from recording to reproducing
    • G11B15/05Control of operating function, e.g. switching from recording to reproducing by sensing features present on or derived from record carrier or container
    • G11B15/06Control of operating function, e.g. switching from recording to reproducing by sensing features present on or derived from record carrier or container by sensing auxiliary features on record carriers or containers, e.g. to stop machine near the end of a tape
    • G11B15/08Control of operating function, e.g. switching from recording to reproducing by sensing features present on or derived from record carrier or container by sensing auxiliary features on record carriers or containers, e.g. to stop machine near the end of a tape by photoelectric sensing
    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B23/00Record carriers not specific to the method of recording or reproducing; Accessories, e.g. containers, specially adapted for co-operation with the recording or reproducing apparatus ; Intermediate mediums; Apparatus or processes specially adapted for their manufacture
    • G11B23/02Containers; Storing means both adapted to cooperate with the recording or reproducing means
    • G11B23/04Magazines; Cassettes for webs or filaments
    • G11B23/08Magazines; Cassettes for webs or filaments for housing webs or filaments having two distinct ends
    • G11B23/087Magazines; Cassettes for webs or filaments for housing webs or filaments having two distinct ends using two different reels or cores
    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B25/00Apparatus characterised by the shape of record carrier employed but not specific to the method of recording or reproducing, e.g. dictating apparatus; Combinations of such apparatus
    • G11B25/06Apparatus characterised by the shape of record carrier employed but not specific to the method of recording or reproducing, e.g. dictating apparatus; Combinations of such apparatus using web-form record carriers, e.g. tape
    • G11B25/066Apparatus characterised by the shape of record carrier employed but not specific to the method of recording or reproducing, e.g. dictating apparatus; Combinations of such apparatus using web-form record carriers, e.g. tape adapted for use with containers of different sizes or configurations; adaptor devices therefor

Description

-ί - 1 - i
Miniatuur soort bandcassette.
De uitvinding heeft in het algemeen betrek-king op miniatuur soort bandcassettes en in het bijzonder op een miniatuur soort bandcassette, welke wordt geladen in een toestand geplaatst binnen een bandcassette-aanpasinrichting 5 met dezelfde uitwendige vorm en maat als een standaardsoort bandcassette met betrekking op een standaardsoort registreer--en/of reproduceerinrichting, welke het registreren en/of reproduceren uitvoert indien geladen met een standaardsoort bandcassette, en geladen onafhankelijk met betrekking tot een 10 compacte soort registreer- en/of reproduceerinrichting van een andere soort dan de standaardsoort registreer- en/of reproduceerinrichting. De uitvinding heeft in het bijzonder betrekking op een miniatuur soort bandcassette voorzien van een transparante voorloopband en een transparante achterloop-15 band, waarin lengten van de voorloop- en achterloopbanden onafhankelijk worden bepaald, zodat de voorloop- en achterloopbanden worden uitgetrokken tot posities, waar detectie kan worden uitgevoerd door optische bandeinddetectie-organen van de standaardsoort registreer- en/of reproduceerinrichting, 20 en zodat de voorloop- en achterloopbanden worden uitgetrokken tot een mate teneinde geen contact te maken met een geleidings-trommel van de compacte soort registreer- en/of reproduceerinrichting.
Recent was een probleem van veel belang het 25 realiseren van het verminderen van de maat van het hoofdlichaam van de registreer- en/of reproduceerinrichting. Dit betekent het realiseren van een compactere draagbare soort registreer-en/of reproduceerinrichting en bijvoorbeeld het realiseren van zulk een inrichting, waarbij een registreerinrichting 30 als een geheel is samengebouwd in een televisiecamera. Bij het realiseren van de maatvermindering van het hoofdlichaam van de registreer- en/of reproduceerinrichting, is het wen- 8202625 v *· 9 - 2 - selijk te voldoen aan de volgende condities. Dat wil zeggen dat er onderlinge verwisselbaarheid moet bestaan zodat een band-cassette geregistreerd door de compacte soort registreer-en/of reproduceerinrichting kan worden gereproduceerd door de 5 standaardsoort registreer- en/of reproduceerinrichting, en dat de maat van de bandcassette klein moet zijn.
Teneinde te voldoen aan bovenstaande voorwaar-den, werden bandcassettes voorgesteld in de Nederlandse octrooiaanvragen 82.00036 en 82.00034, van aanvrager en alle-10 bei ingediend op 7 januari 1982. De voorgestelde bandcassette omvat een cassettehuis kleiner dan de standaardsoort band-cassette, en een band aangebracht binnen het cassettehuis. Met betrekking tot de standaardsoort registreer- en/of reproduceer-inrichting, welke het registreren en/of reproduceren uitvoert 15 indien geladen met de standaard bandcassette, wordt de voorge stelde bandcassette daarin geladen samen met een bandcassette-aanpasinrichting met een uitwendige vorm en maat identiek aan de standaardsoort bandcassette, in een toestand waarbij de voorgestelde bandcassette is opgenomen binnen de bandcassette-20 aanpasinrichting en de band wordt getrokken uit het cassettehuis voor het vormen van een vooraf bepaalde bandbaan. De voorgestelde bandcassette wordt geladen onafhankelijk met betrekking tot een compacte soort registreer- en/of reproduceer-inrichting van een andere soort dan de standaardsoort regis-25 treer- en/of reproduceerinrichting. Zulk een voorgestelde band- cassette is teruggebracht tot praktische uitvoering.
Bij de boven beschreven reeds voorgestelde bandcassette is het wenselijk dat wordt voldaan aan voorwaar-den zoals hierna aangegeven. Dit betekent dat (a) wanneer de 30 bandcassette wordt gebruikt in een toestand aangebracht binnen de bandcassette-aanpasinrichting, het mogelijk moet zijn voor optische bandeinddetectie-organen van de standaardsoort registreer- en/of reproduceerinrichting om het bandeinde te ver-werken en te detecteren, (b) wanneer de bandcassette wordt 35 gebruikt met betrekking tot de compacte soort registreer- en/of reproduceerinrichting, verbindingen tussen de voorloopband en 8202625 i «ϊ - 3 - de magnetische band, en de achterloopband en de magnetische band geen contact moeten maken met de trommel (de videokoppen zul-len worden beschadigd indien het stapgedeelte bij de verbin-ding contact maakt met de trommel), en (c) omdat de band-5 cassette klein is en de hoeveelheid magnetische band welke kan worden gewonden en opgenomen binnen de bandcassette aldus is beperkt, de bandcassette zo veel mogelijk magnetische band moet opnemen.
Het is aldus een algemeen doel van de uitvin-10 ding te voorzien in een nieuwe en bruikbare miniatuur soort bandcassette, waarbij aan de boven beschreven eisen wordt vol-daan.
Een ander en meer specifiek doel van de uit-vinding is te voorzien in een miniatuur soort bandcassette 15 waarbij de lengten van een voorloopband en een achterloopband zijn ingesteld op verschillende lengten zodat de voorloop- en achterloopbanden worden uitgetrokken tot posities waar detec-tie kan worden uitgevoerd door optische bandeinddetectie-organen van de standaardsoort registreer- en/of reproduceer-20 inrichting wanneer de miniatuur soort bandcassette wordt ge-bruikt in een toestand opgenomen binnen een bandcassette-aanpasinrichting, en zodanig dat de voorloop- en achterloopbanden worden uitgetrokken tot een mate teneinde geen contact te maken met een geleidingstrommel van de compacte soort re-25 gistreer- en/of reproduceerinrichting. Volgens de miniatuur soort bandcassette volgens de uitvinding wordt voorkomen dat videokoppen worden beschadigd door verbindingen tussen de voor-loopband en de magnetische band, en tussen de achterloopband en de magnetische band. Buitendien kunnen de voorloop- en 30 achterloopbanden positief worden gedetecteerd door de band-einddetectie-organen en het wordt mogelijk om de hoeveelheid magnetische band te vergroten, welke kan worden gewikkeld en opgenomen binnen de bandcassette.
De uitvinding zal aan de hand van de tekening 35 in het volgende nader worden toegelicht.
Figuur 1 toont in perspectief een miniatuur soort bandcassette yolgens de uitvinding in een toestand waar- 8202625 V ft Λ - 4 -- bij een bandbeschermingsdeksel open is, gezien van een onder-ste richting met betrekking tot de voorzijde van de band-cassette.
Figuren 2A, 2B, 2C en 2D tonen respectieve-5 lijk een bovenaanzicht, een zijaanzicht, een onderaanzicht en een achteraanzicht van de bandcassette van figuur 1.
Figuur 3 is een bovenaanzicht van de inwen-dige constructie van de bandcassette van figuur 1 in een toe-stand waar een boven helft van een cassettehuis en een boven-10 flens van een rol zijn verwijderd.
Figuur 4 toont een dwarsdoorsnede volgens de lijn IV-IV van figuur 2A.
Figuur 5 is een bovenaanzicht van een uit-voeringsvorm van een standaardsoort registreer- en/of repro-15 duceerinrichting geladen met een bandcassette-aanpasinrichting welke is voorzien.van een bandcassette, in een registreer-of reproduceerwijze.
Figuur 6 is een bovenaanzicht van een voor-beeld van een compacte soort registreer- en/of reproduceer-20 inrichting geladen met de bandcassette van figuur 1, in een registreer- of reproduceerwijze.
Figuur 7 toont een zijaanzicht, met wegge-sneden delen, van de constructie van een band welke is opge-wikkeld en opgenbmen binnen de bandcassette van figuur 1.
25 Een miniatnur soort bandcassette 10 volgens de uitvinding heeft een configuratie als getekend in figuren 1, 2A tot 2D, 3 en 4. De bandcassette 10 heeft een cassettehuis 11 van een maat kleiner dan de standaardsoort bandcassette welke is geladen in een standaardsoort registreer- en/of 30 reproduceerinrichting. Een deksel 13 voor het beschermen van een magnetische band 12 aangebracht in de bandcassette 10, is aangebracht op de voorzijde van het cassettehuis 11. De cassette 11 bestaat uit een bovenhelft 14 en een onderhelft 15.
35 Een deel van een rechthoekig zijflensdeel 13a van de deksel 13 wordt axiaal gedragen door een draaipen 8202625 - 5 - • * % \ 16 bij een deel in de nabijbeid van een hoekdeel van de boven-helft 14, zodat de deksel 13 draaibaar te openen en te sluiten is. Een praktiscb U-vormige bladveer 17 en een schuifstaaf 18, welke wordt gedrukt in de richting van de draaipen 16 door de 5 bladveer 17, zijn aangebracht in verband met de genoemde deksel 13. De deksel 13 kan twee standen aannemen. Bit is de ene stand waarbij een zijrand 13b van het flensdeel 13a wordt gedrukt door de schuifstaaf 18, en de deksel 13 is in een gesloten toestand getekend in figuur 2B. Verder is in een andere toestand een 10 andere zijrand 13c van het flensdeel 13a gedrukt door de schuifstaaf 18 en de deksel 13 is in een open toestand volgens figuur 1 en zoals aangegeven door de streepstippellijn in figuur 2B. De U-vormige bladveer 17 past in een.zijgroef 19 van de bovenhelft 14. De schuifstaaf 18 is voorzien in een 15 groef 20 aan de zijde van de bovenhelft 14, op een vrij schuif- bare wijze. Wanneer buitendien de bandcassette 10 niet is aangebracht in een registreer- en/of reproduceerinrichting uit-sluitend ontworpen voor de bandcassette 10 of opgenomen binnen een bandcassette-aanpasinrichting (beschrijving met betrekking 20 tot de registreer- en/of reproduceerinrichting uitsluitend ont worpen voor de bandcassette 10 en de bandcassette-aanpasinrichting zal hiema worden gegeven) bedekt de deksel 13 de voorzijde van het cassettehuis 11 voor het beschermen van de -magnetische band 12, welke is blootgesteld aan de voorzijde 25 van het cassettehuis 31.
Buitendien zijn volgens figuren 3 en 4 een voorraadrol 21 en een opneemrol 22 aangebracht zij aan zij binnen het cassettehuis 11. Een afstand D tussen de middens van de rollen 21 en 22 is korter dan de afstand tussen de mid-30 dens van de voorraad- en opneemrollen van een standaardsoort bandcassette gebruikt met betrekking tot een standaardsoort registreer- en/of reproduceerinrichting. Met betrekking tot de voorraadrol 21 wordt de magnetische band 12 gewikkeld rond een rolnaaf 25 tussen bovenste en onderste.flenzen 23 en 24. Over-35 eenkomstig wordt de magnetische band 12 gewikkeld rond een rolnaaf 28 tussen bovenste en onderste flenzen 26 en 27 met 8202625
• V
- 6 - betrekking tot de opneemrol 22. De magnetische band 12 wordt afgewikkeld van de voorraadrol en geleid door geleidingsstaven 29, 30, 31 en 32 aangebracht aan de linker en rechter eind-zijden, langs de voorzijde van het cassettehuis voor het vor-5 men van een bandbaan 12A weIke loopt naar de opneemrol 22.
De voorraadrol 21 is aangebracht in een toe-stand waarbij een ringvormig uitstekend stapgedeelte 24a van de onderste flens 24 losjes past in een gat 33 met een grote diameter van de onderste helft 15.
10 De opneemrol 22 is aangebracht op roteer- bare wijze zodat een vaste as 36, bevestigd aan de onderhelft 15 door een schroef 38 is ingebracht in een centraal gat van de rolnaaf 28. De genoemde opneemrol 22 wordt gedrukt naar de onderhelft 15 door het neerwaarts drukken door een arm-gedeelte 15 35b van een bladveer 35. Aangezien in de rolnaaf 28 niet een rolaandrijfas is ingebracht, is de buitendiameter d2 van de rolnaaf 28 kleiner dan de buitendiameter dl van de rolnaaf 25 van de voorraadrol 21. Aldus wordt de hoeveelheid magnetische band 12, welke kan worden opgenomen binnen de bandcassette 10, 20 groot in vergelijking met bet geval waar de buitendiameters dl en d2 van de rolnaven 25 en 28 dezelfde zijn. Ofschoon daar-om de maat van de bandcassette 10 klein is, kunnen registratie en reproduktie worden uitgevoerd gedurende een relatief lange tijdsperiode door het gebruik van de bovengenoemde bandcasset-25 te 10.
Buitendien zijn wieltanden 27a gevormd op het gehele buitenste omtreksdeel van de onderste flens 27 van de opneemrol 22. Zoals getekend in figuren 1, 2B, 2C, 3 en 4, is een dee1 van het buitenste omtreksdeel van de onderste flens 30 27 blootgesteld via een uitgesneden venster 41, dat zich uit- strekt vanaf de zijde naar de bodem van de onderhelft 15. Het uitgesneden venster 41 is van gebogen vorm aan de bodem van de onderhelft 15.
De boven- en onderhelften 14 en 15 zijn aan 35 elkaar bevestigd door schroeven 50 en 51 in een toestand waarbij de bovenhelft 14 is geplaatst met betrekking tot de onder- 8202625 .........
> - 7 - « helft 15 door passingsuitsteeksels 48 en 49 op de onderhelft 15 in overeenkomende holten (niet getekend) van de bovenhelft 14.
Groeven 52 en 53 weIke zich uitstrekken in 5 de richting van de hoogte van de bandcassette 10, zijn respec-tievelijk gevormd op plaatsen dichter bij de achterzijde van de bandcassette, aan de linker en rechter zijden van de band-cassette 10.
Hiema zal een beschrijving worden gegeven 10 met betrekking tot de bediening en de werking betreffende een huis waarin de boven beschreven bandcassette 10 is geladen in de standaardsoort registreer- en/of reproduceerinrichting samen met een bandcassette-aanpasinrichting 60, onder ver-wijzing naar figuur 5.
15 In dit geval is de band-cassette 10 aange- bracht binnen de bandcassette-aanpasinrichting 60, zoals hier-na zal worden beschreven, voor het vormen van de boven beschreven vooraf bepaalde bandbaan binnen de bandcassette-aanpasinrichting .60. Deze bandcassette-aanpasinrichting 60 welke 20 de bandcassette 10 heeft opgenomen, is geladen.in de standaard soort registreer- en/of reproduceerinrichting zoals in het geval waar de standaardsoort bandcassette is geladen.
Teneinde de bandcassette 10 op te nemen binnen de bandcassette-aanpasinrichting 60, wordt de deksel 13 25 van de bandcassette 10 eerst geopend overeenkomstig figuur 1.
Dan wordt de magnetische band 12 uitgetrokken uit de band-cassette 10 over een vooraf bepaalde lengte. In deze toestand wordt de bandcassette 10 opgenomen'binnen een opneemgedeelte 61 van de bandcassette-aanpasinrichting 60, en wordt de mag-30 netische band 12, welke is uitgetrokken, gevoerd rond gelei-dingsstaven 93 en 94 teneinde te worden geleid door deze ge-leidingsstaven 93 en 94 zoals getekend door een stippellijn in figuur 5. Aldus wordt demagnetische band 12 geleid door deze geleidingsstaven 93 en 94 en vormt een bandbaan 12B lopend 35 langs de voorvlakken van uitsnijdingen 90, 91 en 92, zoals in het geval van de standaardsoort bandcassette.
8202625 - 8 -
De tanden 27a van de onderste flens 27, welke is blootgesteld via het uitgesneden venster 41 bij de opneemrol 22, werken samen met de tanden van een tussengelegen tandwiel 80, aangebracht binnen de bandcassette-aanpasinrich-5 ting 60 wanneer de bandcassette 10 neerwaarts wordt bewogen, bij het laden van de bandcassette-aanpasinrichting 60.
Zoals getekend in figuur 5, wordt de bandcassette-aanpasinrichting 60, voorzien van de bandcassette 10, geladen in een standaardsoort registreer- en/of reprodu-10 ceerinrichting 100, overeebkomstig als in het geval dat de standaardsoort bandcassette wordt geladen.
Dit betekent dat door het laden van de bandcassette-aanpasinrichting 60, een voorraadrolaandrijfas 101 wordt ingebracht in een rolaandrijfas-inbrenggedeelte 25a 15 van de voorraadrol 21 van de bandcassette 10. Anderzijds wordt een opneemrolaandrijfas 102 ingebracht in een rolaandrijfas-inbrenggedeelte 66c van een tandwielconstructie 66 binnen de bandcassette-aanpasinrichting 60. Buitendien treden ladings-staven 103 en 104 en een kaapstander 105 respectievelijk bin-20 nen in de uitsnijdingen 90, 91 en 92 achter de bandbaan 12B teneinde te liggen tegenover de binnenzijde van de bandbaan 12B.
Bij .een bandlaadwerking werken de genoemde ladingsstaven 103 en 104 samen met de magnetische band 12 25 trekken dan de magnetische band 12 uit de cassette wanneer de ladingsstaven 103 en 104 bewegen van de uitsnijdingen 90 en 91 af en bereiken standen aangegeven met getrokken lijnen in figuur 5. Aldus maakt de magnetische band 12, welke is getrokken buiten de bandcassette-aanpasinrichting 60, contact met 30 een volle-breedte-wiskop 106 en contact met een geleidings- trommel 107 voorzien van roterende videokoppen over een voor-af bepaald hoekgebied. De magnetische band 12 maakt verder contact met een geluids- en regelkop 108. Daarom wordt de bovengenoemde magneetband 12 geladen volgens een vooraf be-35 paalde bandloopbaan.
Gedurende het registreren en reproduceren 8202625 r fc - 9 - wordt de magnetische band 12 in een toestand gegrepen tussen de kaapstander 105 en een grijprol 109 aangedreven. Buitendien wordt de tandwielconstructie 66 binnen de bandcassette-aanpas-inrichting 60 geroteerd met een uurwerk mee door de opneemrol-5 aandrijfas 102. Deze rotatie van de tandwielconstructie 66 wordt overgedragen aan de opneemrol 22 via het tussengelegen tandwiel 80 voor het aandrijven van de magnetische band 12 naar een bandopneemrichting. Aldus wordt de magnetische band 12, door de kaapstander 105 naar buiten gevoerd, opgenomen door 10 de opneemrol 22. De magnetische band 12 wordt geleid door de geleidingsstaaf 94 binnen de bandcassette-aanpasinrichting 60..
Hierna zal een beschrgving worden gegeven met betrekking tot een geval dat de bandcassette 10 is geladen in een compacte soort registreer- en/of reproduceerinrichting 15 onder verwijzing naar figuur 6.
Figuur 6 toont een compacte soort registreer-en/of reproduceerinrichting 140. Deze compacte soort registreer-en/o£ reproduceerinrichting 140 is van een kleinere maat, dat wil zeggen dat de breedte en diepte van de compacte soort 20 registreer- en/of reproduceerinrichting 140 kleiner zijn dan die van de standaardsoort registreer— en/of reproduceerinrichting 100 van figuur 5.
Een toevoerrolaandrijfas 141 is aangebracht bij een cassetteladingsdeel van de genoemde compacte soort re-25 gistreer- en/of reproduceerinrichting 140, maar een opneemrol-aandrijfas is niet aangebracht. De bandcassette 10 wordt aangebracht in een cassettehuis met een opduwmechanisme en wordt dan geladen in het cassetteladingsdeel door samen met het cassettehuis neerwaarts te worden bewogen.
30 Wanneer het cassettehuis neerwaarts wordt gedrukt, wordt de bandcassette 10 overeenkomstig neerwaarts bewogen en wordt de bandcassette 10 geladen in het ladings-gedeelte in een toestand.waarbij het centrale deel van de toevoerrol 21 wordt voorzien van de toevoerrolaandrijfas 141.
35 Buitendien werken verlaagde stapgedeelten 57 en 58 aangebracht bij de bodem van de bandcassette 10 respectievelijk samen met 8202625
V
. JO ** uitstekende stapgedeelten (niet getekend) aanwezig bij het la-dingsdeel. Verder wordt de bandcassette 10 geplaatst door het passen van een gat 42 en een langsgat 43 over plaatsings-pennen 147 en 148 aanwezig in de inrichting.
5 Gedurende het laden van de genoemde band- cassatte 10 treden een ladingsstaaf 151 en een spanningsstaaf 152 relatief binnen in de uitsnijding 150, terwijl een ladingsstaaf 154 en een kaapstander 156 respectievelijk en relatief binnentreden in uitsnijdingen 153 en 155. Verder maakt de dek-10 sel 13 contact met een dekselopeningsuitsteeksel (niet getekend) aangebracht in de inrichting en wordt relatief geopend. Buiten-dien werkt een tandwiel 158, dat een roterend transmissie-mechanisme 157 vormt op de registreer- en/of reproduceerinrichting, samen met de tanden op de buitenomtrek van de onderste 15 flens van de opneemrol 22.
Wanneer de werkingswijze van de registreer-en/of reproduceerinrichting 140 wordt ingesteld op een afspeel-wijze, werken de bovengenoemde staven 151, 152 en 154 samen met de magnetische band 12 om deze magnetische band 12 naar 20 buiten te trekken en bewegen respectievelijk naar posities aangegeven met getrokken lijnen in figuur 6. Aldus wordt de magnetische band 12 getrokken uit de bandcassette 10 voor het maken van contact met een volle-breedte-wiskop 159. De magnetische band 12 maakt-verder contact met een geleidingstrommel 25 160, welke is voorzien van roterende videokoppen, over een vooraf bepaald hoekgebied en maakt ook contact met een geluids-en regelkop 161. Aldus is de magnetische band 12 aangebracht volgens een vooraf bepaalde bandloopbaan. Gedurende het regis-treren en reproduceren wordt de magnetische band 12 aangedre-30 ven in een toestand gegrepen tussen de kaapstander 156 en .
een grijprol 162. Buitendien werkt het tandwiel 158, dat wordt geroteerd door een rolaandrijfmotor (niet getekend) samen met de tanden 27a van de opneemrol 22 en aldus wordt de opneemr rol 22 aangedreven volgens een bandopneemrichting.
35 De volle-breedte-wiskop.159, de geluids- en regelkop 161 en de geleidingstrommel 160 zijn geconstrueerd 8202625 ψ «* ♦ - 11 - volgens een praktisch zelfde standaard als de overeenkomende koppen 106 en 108 en de geleidingstrommel 107 van de standaard-soort registreer- en/of reproduceerinrichting 100. Aldus wordt een signaal geregistreerd op en gereproduceerd van de magne-5 tische band 12 met een bandpatroon en formaat identiek aan die van de standaardsoort registreer- en/of reproduceerinrichting.
Hiema zal een beschrijving worden gegeven ten aanzien van de constructie van de band binnen de band-10 cassette 10 onder verwijzing naar figuur 7.
Volgens figuur 7 is een transparante voor-loopband 200 met een lengte L2 verbonden aan het rechter einde van de magnetische band 12 en is een transparante achterloop-band 201 met een lengte LI verbonden met het linker einde van 15 de magnetische band 12. Het vrije einde van de voorloopband 200 is bevestigd aan de rolnaaf 28 van de opneemrol 22. Ander-zijds is het vrije einde van de achterloopband 200 bevestigd aan de rolnaaf 25 van de voorraadrol 21. De lengten L2 en LI van de voorloop- en achterloopbanden 200 en 201 worden res-20 pectievelijk bepaald door het beschouwen van het geval, dat de bandcassette 10 is opgenomen Hnnen de bandcassette-aanpas-inrichting 60 en wordt gebruikt met betrekking tot de standaardsoort registreer- en/of reproduceerinrichting 100, en het geval dat de bandcassette 10 onafhankelijk wordt gebruikt met 25 betrekking tot de compacte soort registreer- en/of reproduceerinrichting 140.
In de standaardsoort registreer- en/of reproduceerinrichting 100 is een lichtuitzendelement zoals een lamp 206 aangebracht. Deze lamp treedt relatief binnen in 30 een lampinbrenggat 205 aangebracht in het midden met betrekking tot een richting langs het voorvlak van de bandcassette-aanpasinrichting 60, bij het laden van de bandcassette-aan-pasinrichting 60 in de standaardsoort registreer- en/of reproduceerinrichting 100. Buitendien zijn een starttester 209 35 en een eindtester 210 respectievelijk voorzien van een licht-gevoelig element, aangebracht in. de inrichting 100 in standen 8202625 - 12 - tegenover zijvensters 207 en 208 van de geladen bandcassette-aanpasinrichting 60. De starttester 209 ontvangt het licht uitgezonden door de lamp 206 en verkregen via het zijvenster 207 (de optische as van dit licht is met 211 aangegeven) voor 5 het detecteren van de voorloopband 200. Anderzijds ontvangt de eindtester 210 het licht uitgezonden van de lamp 206 en verkregen via het andere zijvenster 208 (de optische as van dit licht is aangegeven met 212) voor het detecteren van de ach-terloopband 201. De combinatie tussen de lamp 206 en de eind-10 tester 210, en dezelfde lamp 206 en de starttester 209, vormt samen de optische bandeinddetectie-organen.
Met.betrekking tot de genoemde optische bandeinddetectie-organen zal het voldoende zijn indien de achter-loopband 201 een lengte (£1 + a) heeft waarbij £1 de lengte is 15 van de band uitgetrokken van de voorraadrolnaaf 25 naar een snijdingspunt PI tussen de optische as 212 en a een overmaat lengte is. De overmaat lengte a is aangebracht zodat onnodige spanning niet wordt gexntroduceerd in de band vanaf het tijd-stip dat het bandeinde wordt gedetecteerd en het tijdstip dat 20 de voorraadrol 21 werkelijk stopt met roteren ten gevolge van zijn beweging* Overeenkomstig zal het met betrekking tot de voorloopband 200 voldoende zijn om de lengte van de voorloopband 200 in te stellen op (£2 + a) waarbij £2 de lengte is van de band uitgetrokken vanaf de opneemrolnaaf 28 en a de over-25 maat lengte is.
De genoemde lamp 206 wordt praktisch in het midden van de rolaandrijfassen 101 en 102 geplaatst binnen de bandcassette-aanpasinrichting 60. Omdat de opneemrol 22 wordt aangedreven door de tandwielconstructie 66, welke past over de 30 opneemrolaandrijfas 102, via het tussenliggende tandwiel 80, wordt de bandcassette 10 opgenomen binnen de bandcassette-aanpasinrichting 60 in een stand verschoven naar links vanaf het midden van de aanpasinrichting 60. Aldus is het positie-verband tussen de bandcassette 10 en de lamp 206 zo, dat de 35 lamp 206 is tegenover de bandcassette 10 in een stand yer-schoven naar de opneemrol 22 vanaf het centrale deel van de 8202625 i - 13 - bandcassette 10. Anderzijds hellen de optische assen 211 en 212 weg van de bandcassette 10 met betrefcking tot een imagi-naire lijn c lopend door de middens van de rolaandrijfassen 101 en 102, onder dezelfde hoek vanaf de lamp 206. De magne-5 tische band 12 vormt de bandbaan 12B lopend vanaf de voorzijde van de bandcassette 10 aan beide einden daarvan, op een prak-tisch symmetrische wijze met betrekking tot de rechter en linkerzijden van de bandcassette.
Aldus is het bovengenoemde snijpunt PI af-10 gekeerd van het linkereinde bij de voorzijde van de cassette 10, terwijl het snijpunt P2 dichter bij het rechtereinde is bij de voorzijde van de bandcassette 30. Aldus bestaat een betrekking A1 > A2 tussen de lengten A1 en A2.
Daarom is de lengte L2 van de voorloopband 15 200 korter dan de lengte L3 van de achterloopband 201 over een lengte (A1 - A2). Indien dus de lengten van de voorloop- en achterloopbanden 200 en 201 gelijk moeten zijn, moeten de lengten van de voorloop- en achterloopbanden gekozen worden ten opzichte van .de lengte van de achterloopband 201 welke 20 langer is. Anderzijds wordt de hoeveelheid of lengte van de gehele band inclusief de voorloop- en achterloopbanden, be-paald door de maat van de bandcassette 10. Indien dus de lengten van de voorloop- en achterloopbanden worden gekozen zo-als boven beschreven in plaats van het gelijkmaken van de leng-25 ten, kan de lengte vande magnetische band worden verlengd over een lengte overeenkomend met het verschil in de lengten van de voorloopband 200 en de achterloopband 201. Dit draagt bij tot een toename in de hoeveelheid magnetische band 12 welke kan worden opgenomen binnen de bandcassette 10 en verlengt 30 dus de registreer- en reproduceertijd van de bandcassette 10.
Evenwel zijn de optische bandeinddetectie-organen niet aangebracht in de compacte soort registreer- en/ of reproduceerinrichting 140 van figuur 6. Indien dus alle band 12 in de bandcassette 10 wordt gewikkeld rond de voor-35 raadrol 21 bijvoorbeeld, wordt ook de voorloopband 200 uitge- trokken uit de bandcassette 10 wanneer de band 12 wordt uit-getrokken van de voorraadrol 21 gedurende de bandladingswerking.
8202625 * 14 -
Verder kan de band lopen tot het zogenaamde bandeinde, in welk geval de achterloopband 201 verbonden met de band 12 wordt uitgetrokken tot aan het uiterste einde. Aldus worden de lengten van de voorloop- en achterloopbanden 200 en 201 be-5 paald zodanig dat geen ongemakken worden ingevoerd zelfs wan-neer deze voorloop- en achterloopbanden worden uitgetrokken totaan het uiterste einde. Ditbetekent dat de lengte L2 van de voorloopband 200 wordt gekozen op een lengte korter dan de lengte m2 van de bandbaan vanaf de opneemrol 22 naar een po-10 sitie Q2 waar de band als eerste contact maakt met het omtreks-oppervlak van de geleidingstrommel 160 na te zijn getrokken uit de bandcassette 10 door de staaf 154. Anderzijds wordt de lengte LI van de achterloopband 201 gekozen op een lengte korter dan een lengte ml van de bandbaan vanaf de voorraadrol 15 21 tot een positie Q1 waarbij de band contact maakt met het omtreksoppervlak van de geleidingstrommel 160 na te zijn getrokken uit de bandcassette 10 door de staaf 152, contact-makend met de wiskop 159 en geleid door de staaf 151.
Zelfs indien dus de voorloop- en achterloop-20 banden 200 en 201 worden uitgetrokken tot de uiteinden daar- van, bereiken de verbindingen tussen deze voorloop- en achterloopbanden 200 en 201 en de magnetische band 12 niet de posi-ties Q2 en Q1 waar de band contact maakt met de geleidingstrommel 160. Dit voorkomt dat de videokoppen worden bescha-25 digd door contact met de verbinding in de magnetische band 12.
In de praktijk wordt de lengte L2 van de voorloopband 200 gekozen op 80 mm, terwijl de lengte LI van de achterloopband 201 wordt gekozen op 110 mm. Aldus kan in vergelijking met het geval waar de lengten van de voorloop-30 en achterloopbanden 200 en 201 gelijk waren aan de lengte van de voorloopband 200, de lengte van de magnetische band 12 worden verlengd met 30 mm.
De uitvinding is niet beperkt tot de be-schreven uitvoeringsvormen, terwijl wijzigingen binnen het 35 kader van de uitvinding mogelijk zijn, 8202625

Claims (5)

1. Miniatuur soort bandcassette voorzien van een cassettehuxs (11) kleiner dan een standaardsoort band-5 cassette, een magnetische band (12) opgenomen binnen dit cas- settehuis, een transparante voorloopband met een einde beves-tigd aan een opneemrol en het andere einde bevestigd aan het starteinde van de magnetische band, en een transparante achter-loopband met een einde bevestigd aan een voorraadrol en het 10 andere einde verbonden met een uiterste einde van de magnetische band, waarbij de transparante voorloopband en achterloopband zijn opgenomen binnen het cassettehuxs, waarbij de miniatuur soort bandcassette wordt geladen samen met een bandcassette-aanpasinrichting (60) met een uitwendige vorm en maat identiek 15 aan de genoemde standaardsoort bandcassette met betrekking tot een standaardsoort registreer- en/of een reproduceerinrichting (100) voor het uitvoeren van registratie en/of reproduktie in-dien geladen met deze standaardsoort bandcassette in een toe-stand opgenomen binnen de bandcassette-aanpasinrichting en een 20 vooraf bepaalde bandbaan vormend met de band uitgetrokken uit het cassettehuxs, waarbij de standaardsoort registreer-en/of reproduceerinrichting is voorzien van optische band-einddetectie-organen voor het detecteren van de transparante band, terwijl de miniatuur soort bandcassette wordt geladen 25 onafhankelijk met betrekking tot een compacte soort registreer- en/of reproduceerinrichting (140) van een andere soort dan de standaardsoort registreer- en/of reproduceerinrichting, waarbij de optische bandeinddetectie-organen de bandeinden bij twee detectieposities detecteren, met het kenmerk, dat een 30 eerste bandlengte (AI) tussen de voorraadrol (21) en een de-tectiepositie (PI) verschillend is van een tweede bandlengte (A2) tussen de opneemrol (22) en de andere detectie-positie (P2), en de transparante voorloopband (200) en de transparante achterloopband (201) onderling verschillende lengten (L2, LI) 35 hebben welke respectievelijk langer zijn dan de eerste en tweede bandlengten (Al, A2) zodat de optische bandeinddetectie- 8202625 ' - 16 - organen de detectie kunnen uitvoeren, in een toestand waarbij de miniatuur soort bandcassette is opgenomen binnen de band-cassette-aanpasinrichting en is geladen in de standaardsoort registreer- en reproduceerinrichting samen met de bandcassette-5 aanpasinrichting, waarbij het versehil in lengten tussen de transparante voorloopband en de transparante achterloopband overeenkomt met het versehil tussen de eerste en tweede band-1engten.
2. Miniatuur soort bandcassette volgens 10 conclusie 1, met het kenmerk, dat de miniatuur soort bandcas-sette (10) is opgenomen binnen een opneemdeel (61) aangebracht op een positie verschoven naar links vanaf het midden van de bandcassette-aanpasinrichting (60), en de transparante voorloopband een lengte (L2) heeft korter dan de lengte (Ll) van 15 de transparante achterloopband.
3. Miniatuur soort bandcassette volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de lengten (L2, Ll) van de transparante voorloopband en de transparante achterloopband worden bepaald zodanig dat verbindingen tussen de magnetische 20 band niet een geleidingstrommel (160) van de compacte soort registreer- en/of reproduceerinrichting bereiken in een toe-stand waarbij de miniatuur soort bandcassette is geladen met betrekking tot de compacte soort registreer- en/of reproduceerinrichting en de transparante voorloopband en de transparante 25 achterloopband zijn uitgetrokken uit de miniatuur soort band- cassette.
4. Miniatuur soort bandcassette volgens conclusie 1, 'met' het ' kenmerk, dat de lengte (L2) van de transparante voorloopband is gekozeh op 80 mm en de lengte (Ll) 30 van de transparante achterloopband is gekozen op 110 mm.
5. Inrichting in hoofdzaak zoals beschreven in de beschrijving en/of weergegeven in de tekening. 8202625
NLAANVRAGE8202625,A 1981-06-30 1982-06-29 Combinatie van een miniatuur bandcassette, een bandcassette-aanpasinrichting en een standaard registreer- en/of reproduceerinrichting, alsmede voor deze combinatie geschikte miniatuur bandcassette. NL182760C (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
JP1981097116U JPS6037738Y2 (ja) 1981-06-30 1981-06-30 テ−プカセツト
JP9711681 1981-06-30

Publications (3)

Publication Number Publication Date
NL8202625A true NL8202625A (nl) 1983-01-17
NL182760B NL182760B (nl) 1987-12-01
NL182760C NL182760C (nl) 1988-05-02

Family

ID=14183593

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NLAANVRAGE8202625,A NL182760C (nl) 1981-06-30 1982-06-29 Combinatie van een miniatuur bandcassette, een bandcassette-aanpasinrichting en een standaard registreer- en/of reproduceerinrichting, alsmede voor deze combinatie geschikte miniatuur bandcassette.

Country Status (8)

Country Link
US (1) US4504876A (nl)
JP (1) JPS6037738Y2 (nl)
AT (1) AT373715B (nl)
DE (1) DE3224243A1 (nl)
FR (1) FR2508685A1 (nl)
GB (1) GB2105087B (nl)
HK (1) HK45290A (nl)
NL (1) NL182760C (nl)

Families Citing this family (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN1020978C (zh) * 1987-06-16 1993-05-26 林永恩 合体-微型录放机系统
JPH0652607B2 (ja) * 1987-11-10 1994-07-06 日本ビクター株式会社 磁気記録/再生装置
CA2015374A1 (en) * 1989-05-18 1990-11-18 Thomas A. Turgeon Topload tape cartridge for videocassette
US5351910A (en) * 1991-09-25 1994-10-04 Victor Company Of Japan Dust free tape cassette and magnetic recording apparatus
JP3789493B2 (ja) * 1992-12-24 2006-06-21 ソニー株式会社 回転ヘッド型磁気記録装置及び記録方法
US6198589B1 (en) 1992-12-24 2001-03-06 Sony Corporation Video tape recording apparatus
GB2413684A (en) * 2004-04-30 2005-11-02 Hewlett Packard Development Co Tape guide assembly for different cartridge formats
JP5761094B2 (ja) * 2012-03-21 2015-08-12 沖電気工業株式会社 媒体処理装置

Family Cites Families (9)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JPS4922456B1 (nl) * 1970-01-24 1974-06-08
JPS5149926Y2 (nl) * 1971-04-08 1976-12-02
US3823945A (en) * 1971-07-02 1974-07-16 Peripheral Syst Corp Controlled transport of a flexible medium
US3800321A (en) * 1972-01-24 1974-03-26 Lanier Electronic Lab Inc Miniature cassette adapter apparatus and cassette tape recorder-reproducer
US3900170A (en) * 1972-06-29 1975-08-19 Sony Corp Tape cassette
CA1077618A (en) * 1975-12-13 1980-05-13 Victor Company Of Japan Detection device for detecting ends of a cassette tape
US4185307A (en) * 1975-12-23 1980-01-22 Olympus Optical Co., Ltd. Tape cassette
JPS5713636Y2 (nl) * 1976-10-20 1982-03-19
US4206487A (en) * 1977-10-13 1980-06-03 Olympus Optical Co., Ltd. Cassette magnetic recording and reproducing apparatus and mini-cassette adapter

Also Published As

Publication number Publication date
FR2508685A1 (fr) 1982-12-31
FR2508685B1 (nl) 1984-11-30
HK45290A (en) 1990-06-22
NL182760B (nl) 1987-12-01
AT373715B (de) 1984-02-10
ATA254082A (de) 1983-06-15
US4504876A (en) 1985-03-12
GB2105087A (en) 1983-03-16
NL182760C (nl) 1988-05-02
JPS582786U (ja) 1983-01-08
JPS6037738Y2 (ja) 1985-11-11
GB2105087B (en) 1985-08-21
DE3224243A1 (de) 1983-01-13

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US4173319A (en) Magnetic tape cassette
NL8200034A (nl) Bandcassette.
US4091426A (en) Device for detecting an end of a cassette tape
KR900006770B1 (ko) 단시간 기록용 테이프 카세트
EP0406943B1 (en) System for recording/reproducing signals on/from magnetic tape, and apparatus and cassette for use in the system
EP0090086A1 (en) Single reel magnetic tape cartridge
GB2115782A (en) Tape cassette with front cover
NL8105305A (nl) Aanpasstuk voor een miniatuur bandcassette.
NL8300740A (nl) Detectie-inrichting van het bandeinde van een cassetteband.
US4022395A (en) Tape cassette
JPH10513298A (ja) 増量された記憶容量を備えるテープカートリッジ
NL8202625A (nl) Miniatuur soort bandcassette.
NL8200181A (nl) Registreer- en /of reproduceerinrichting.
NL8105293A (nl) Bandcassette.
EP0452008A2 (en) Tape cassette with a lid
US4947276A (en) Magnetic tape cassette with remaining tape indicator
KR100292731B1 (ko) 테이프 카셋트
US5850316A (en) Tape cartridge and driving system having rotation detection unit for drive roll to maintain constant contact pressure with the capstan roll
US5146376A (en) Tape cassette
JPH05282840A (ja) テープカセット
US4311286A (en) Fixed reel type endless tape cassette
JP4011992B2 (ja) 記録テープカートリッジ
US4529149A (en) Miniature video cassette
US5523905A (en) Recording or reproducing apparatus with tape guide members providing a space to receive a tape-end sensor
KR100197172B1 (ko) 테이프 카세트

Legal Events

Date Code Title Description
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
A85 Still pending on 85-01-01
V4 Discontinued because of reaching the maximum lifetime of a patent

Free format text: 20020629