NL8202444A

NL8202444A - PRESSURE REGULATOR FOR EXAMPLE REDUCING VALVE.

Info

Publication number: NL8202444A
Application number: NL8202444A
Authority: NL
Original assignee: Harald Luther Fritz Mann
Priority date: 1981-06-18
Filing date: 1982-06-16
Publication date: 1983-01-17
Also published as: FR2508195A1; IT8221910A0; IT1190876B; BE893548A; GB2101717B; FR2508195B1; GB2101717A

Description

------------—......—...................... ......-· ...... % 1 * P & c------------—...... — ...................... ......- · ......% 1 * P & c

w 5928-1 Ned.dB/LvDw 5928-1 Ned.dB / LvD

!!

Drukregulator, bijvoorbeeld reduceerafsluiter.Pressure regulator, for example pressure reducing valve.

De uitvinding heeft betrekking op een reduceerafsluiter voor het automatisch regelen van de stroomafwaartse druk van een gasvormig 5 medium/ van de soort met twee opvolgende regeltrappen, namelijk een voorontspanningstrap en een ontspanningstrap, welke trappen in serie in de stroombaan door de afsluiter zijn geplaatst.The invention relates to a reducing valve for automatically regulating the downstream pressure of a gaseous medium / of the type with two successive control stages, namely a pre-relaxation stage and a relaxation stage, which stages are placed in series in the flow path through the valve.

Bij de reduceerinrichtingen van deze soort bevat de voorontspanningstrap een aan de ingang van de inrichting gemonteerde klep 10 en een inwendige ruimte, waarvan het beweegbare klepsluitorgaan door middel van een zwenkbare hefboom wordt bestuurd door een afdichtende,, buigzame membraan, aangebracht in een eerste kamer, die in verbinding staat met de genoemde inwendige ruimte en is belast met een ijkveer.In the regulators of this type, the prestressing stage includes a valve 10 mounted at the entrance to the device and an interior space, the movable valve closure of which is controlled by a pivotable lever, through a sealing, flexible membrane, mounted in a first chamber, which is in communication with the said internal space and is loaded with a calibration spring.

De stroomafwaartse ontspanningstrap bevat een klep/ aangebracht tussen de 15 inwendige ruimte en de uitgang, welke klep een beweegbaar klepsluitorgaan heeft met twee sluitvlakken die op axiale afstand van elkaar liggen, aan weerszijden van een kanaal, waarvan de beide einden de vorm hebben van een afdichtzitting en welk klepsluitorgaan wordt bestuurd door middel van een zwenkbare hefboom door een afdichtende, buigzame 20 membraan, aangebracht in een tweede kamer, die in verbinding staat met de uitgangsruimte en is belast door een ijkveer. De reduceerafsluiter bevat bovendien een met de hand van buiten af bedienbare inrichting voor het in werking stellen van de afsluiter. Deze inrichting werkt in op de membraan van&e ontspanningstrap. De bekende reduceerafsluiters 25 hebben als bezwaar dat de met de hand bedienbare inrichting een vrij ingewikkelde constructie heeft en aan de bovenzijde van de afsluiter is gelegen op een te veel bloot liggende en dus slecht tegen toevallige of ontijdige bediening beschermde plaats.The downstream relaxation stage includes a valve / disposed between the interior space and the outlet, which valve has a movable valve closure member with two axially spaced closing faces on either side of a channel, the two ends of which are in the form of a sealing seat and which valve closure member is controlled by a pivotable lever through a sealing, flexible diaphragm disposed in a second chamber communicating with the exit space and loaded by a calibration spring. The pressure reducing valve also contains a manually operated device for actuating the valve from the outside. This device acts on the membrane of & e relaxation stage. The known reducing valves 25 have the drawback that the manually operable device has a rather complicated construction and is located at the top of the valve in a place that is too exposed and thus poorly protected against accidental or untimely operation.

Anderzijds is het met de bekende inrichtingen niet mogelijk snel en 30 gemakkelijk de toestand te herkennen waarin zich- de afsluiter bevindt.On the other hand, with the known devices it is not possible to quickly and easily recognize the state of the valve.

De uitvinding beoogt het opheffen van deze bezwaren.The object of the invention is to overcome these drawbacks.

Daartoe wordt het hand-bedieningsmechanisme aan de buitenzijde gevormd door een om zijn hartlijn draaibare wapeningshefboom die zich uitstrekt van de buitenzijde van de afsluiter naar het inwendige van de drukkamer 35 van de ontspanningsmembraan en draagt deze hefboom een nok, die samenwerkt met de zwenkbare bedieningshefboom van de ontspanningsklep.To this end, the manual actuation mechanism is formed on the outside by a centrally rotatable reinforcement lever extending from the outside of the valve to the interior of the pressure chamber 35 of the release membrane and this lever carries a cam which interacts with the pivotable actuation lever of the release valve.

Volgens een ander gunstig kenmerk van de uitvinding heeft de afsluiter een inrichting voor het zichtbaar maken van zijn werkings-toestand, welke inrichting een beweegbaar uitschakel-signaalelement heeft, 40 verbonden met de ontspanningsmembraan, welk signaal-element aan de buiten- 8202444According to another advantageous feature of the invention, the valve has a device for displaying its operating state, which device has a movable switch-off signal element 40 connected to the release membrane, which signal element on the outside 8202444

·*. -V*. -V

- 2 - zijde zichtbaar is wanneer de ontspanningsmembraan zich in zijn laaagste stand bevindt bij gebrek aan druk in zijn drukkamer.- 2 - side is visible when the release diaphragm is in its lowest position due to lack of pressure in its pressure chamber.

De uitvinding zal hieronder nader worden toegelicht aan de hand van de tekening waarin een uitvoeringsvoorbeeld van de afsluiter 5 volgens de uitvinding is weergegeven.The invention will be explained in more detail below with reference to the drawing, in which an embodiment of the valve 5 according to the invention is shown.

Fig. 1 is een aanzicht van de afsluiter.Fig. 1 is a view of the valve.

Fig. 2 is een vertikale doorsnede van de afsluiter van fig. 1 door de langshartlijn daarvan.Fig. 2 is a vertical sectional view of the valve of FIG. 1 through its longitudinal axis.

Fig. 3 is een doorsnede volgens III-III van fig. 2.Fig. 3 is a section according to III-III of FIG. 2.

10 Fig. 4 is een aanzicht volgens IV-IV van Fig. 3 na het wegnemen van het bovendeksel, de veer en de membraan van de afsluiter.FIG. 4 is a view along IV-IV of FIG. 3 after removing the top cover, spring and valve diaphragm.

Zoals uit de tekening blijkt, heeft de reduceerafsluiter volgens ... de uitvinding een dicht, omhullend huis 1, waardoor een centraal hori-zontaal kanaal 2 verloopt, en dat van boven naar beneden respectievelijk 15 bestaat uit een bovenbak 3 en een onderbak 4. In de einden van het kanaal 2 zijn buisvormige koppelorganen geschroefd, namelijk een inlaat-koppeling 5 en een uitlaatkoppeling 6.As can be seen from the drawing, the regulating valve according to the invention has a closed, enveloping housing 1, through which a central horizontal channel 2 runs, and which consists of a top box 3 and a bottom box 4 from top to bottom, respectively. Tubular coupling members, namely an inlet coupling 5 and an outlet coupling 6, are screwed into the ends of the channel 2.

De inlaatkoppeling 5 heeft een inlaatfilter 7 en omgeeft de inlaatklep 8, gevonrid door het beweegbare klepsluitorgaan 9 en een vast 20 onderdeel 10, dat is geschroefd in de koppeling 5 en de zitting van de klep.vormt. Het klepsluitorgaan 9 heeft een cirkelvorm en is coaxiaal i vast verbonden met een bedieningsstang 11 die verloopt naar het inwendige van het huis 1. De inlaatklep 8 heeft de functie van een voorontspannings-klep.The inlet coupling 5 has an inlet filter 7 and surrounds the inlet valve 8, formed by the movable valve closing member 9 and a fixed part 10, which is screwed into the coupling 5 and forms the seat of the valve. The valve closing member 9 has a circular shape and is coaxially fixedly connected to an operating rod 11 which extends to the interior of the housing 1. The inlet valve 8 has the function of a pre-release valve.

25 Een tweede klep 13, ontspanningsklep genaamd, is gemonteerd in het centrale deel van het kanaal 2 dat door het huis 1 verloopt. Het beweegbare klepsluitorgaan 14 van de klep 13 heeft twee sluitvlakken 15, 16 op axiale afstand van elkaar gelegen aan weerszijden van een centraal element 17, dat een afsluitbare doorgang vormt voor de sluitvlakken 15, 16 ' 30 van het klepsluitorgaan 14. Daartoe zijn de beide einden van het kanaal 17 gevormd als afdichtzittingen. Het klepsluitorgaan 14 is coaxiaal vast verbonden met een bedieningsstang 18, die wordt geleid in een element 19, dat is geschroefd in het centrale deel van het kanaal 2 en waar doorheen axiaal een aantal openingen 20 verlopen.A second valve 13, called a relaxation valve, is mounted in the central part of the channel 2 passing through the housing 1. The movable valve closing member 14 of the valve 13 has two closing surfaces 15, 16 axially spaced on either side of a central element 17, which forms a closable passage for the closing surfaces 15, 16 '30 of the valve closing member 14. For this purpose, both ends of channel 17 formed as sealing seats. The valve closing member 14 is fixedly coaxially connected to an actuating rod 18, which is guided in an element 19, which is screwed into the central part of the channel 2 and through which a number of openings 20 extend axially.

35 Men ziet dat een kamer 21 wordt begrensd in het inwendige van het huis 1 tussen de voorontspanningsklep 8 en het centrale deel van het kanaal 2, dat is bestemd voor de ontspanningsklep 13, terwijl een ruimte 22, die open is naar de uitlaat van de afsluiter, is gevormd stroomafwaarts van de ontspanningsklep 13.It can be seen that a chamber 21 is bounded in the interior of the housing 1 between the pre-release valve 8 and the central part of the channel 2, which is intended for the release valve 13, while a space 22, which is open to the outlet of the valve, is formed downstream of the release valve 13.

40 De bovenbak 3 van het huis 1 van de afsluiter is afgedekt met 8202444 s J> * 3 - .40 The top pan 3 of the valve body 1 is covered with 8202444 s J> * 3 -.

een bovendeksel 25, dat losneembaar is bevestigd aan de bak 3. De bak 3 en het deksel 25 begrenz'en daardoor een kamer, die wordt verdeeld in twee deelruimten 26, 27 door een afdichtende en buigzame; meinbraan 28.an upper lid 25 releasably attached to the tray 3. The tray 3 and the lid 25 thereby define a chamber which is divided into two subspaces 26, 27 by a sealing and flexible; meinbraan 28.

Deze meinbraan is aan zijn omtrek bevestigd aan de omtrek van de deel-5 vlakken tussen de bak 3 en het deksel-25. De membraan 28 wordt belast door een ijkveer 29, aangebracht in de deelruimte 27. De andere deelruimte, d.w.z. de ruimte 26, vormt een drukkamer, en is verbonden met de ruimte 22 stroomafwaarts van de ontspanningsklep 13 door openingen 30, die als venturi dienen. De meinbraan 28, ontspanningsmembraan genaamd, bedient 10 de ontspanningsklep 13 door middel van een gebogen zwenkbare hefboom 22, die door een bolscharnier 33 is verbonden met het huis 1 en aan een einde is bevestigd in het midden van de ontspanrmingsmembraan 28 en met zijn andere einde aan de bedieningsstang 18 van de ontspanningsklep 13.This mein tap is circumferentially attached to the perimeter of the part-5 planes between the tray 3 and the lid-25. The diaphragm 28 is loaded by a calibration spring 29, arranged in the subspace 27. The other subspace, i.e. the space 26, forms a pressure chamber, and is connected to the space 22 downstream of the release valve 13 through openings 30, which serve as venturi. Mein valve 28, called the relaxation membrane, 10 operates the release valve 13 by means of a curved pivotable lever 22, which is connected by a ball joint 33 to the housing 1 and is secured at one end in the center of the release membrane 28 and with its other end on the operating rod 18 of the release valve 13.

De onderbak 4 van het huis 1 is gesloten met een deksel 35.The bottom tray 4 of the housing 1 is closed with a lid 35.

15 De aldus verkregen kamer wordt door een buigzame membraan 36, belast door een ijkveer 37, verdeeld in twee deelruimten, waarvan..de ene de ijkveer 37 opneemt en de andere, aangeduid met het cijfer 38, de functie heeft van de drukkamer van de membraan 36. Deze membraan vormt het bedienings-orgaan voor de voorontspanningsklep 8 en is daartoe verbonden 20 met de bedieningsstang 11 van deze klep door middel van een gebogen zwenkbare hefboom 39, die aan het huis 1 is verbonden met een bolscharnier 40. De hefboom 39 is met een einde bevestigd in het midden::van de membraan 36, die voorontspanningsmembraan wordt genoemd, en met het andere einde aan de bedieningsstang 11. De kamer 21 stroomafwaarts van de voorontspan- 25 ningsklep 8 is verbonden met de kamer 38 van de membraan 36 via een opening 41.The chamber thus obtained is divided into two subspaces by a flexible membrane 36, loaded by a calibration spring 37, one of which accommodates the calibration spring 37 and the other, indicated by the number 38, has the function of the pressure chamber of the diaphragm 36. This diaphragm forms the actuating member for the pre-release valve 8 and is for this purpose connected to the actuating rod 11 of this valve by means of a curved pivotable lever 39, which is connected to the housing 1 with a ball joint 40. The lever 39 is secured with one end in the center of the diaphragm 36, which is called the pre-release diaphragm, and with the other end attached to the actuating rod 11. The chamber 21 downstream of the pre-release valve 8 is connected to the chamber 38 of the diaphragm 36 through an opening 41.

Na de beschrijving van de constructie van de reduceerafsluiter wordt nu het handbedieningsmechanisme beschreven van deze afsluiter en de aanwijsinriehting voor de werktoestand van de afsluiter.After the description of the construction of the reducing valve, the manual operating mechanism of this valve and the indication for the operating state of the valve are now described.

30 .. Het handbedieningsmechanisme .-.wordt gevormd door een wapenings- hefboom 42, waarvan het uitwendige deel 43 gebogen is en een handgreep 44 draagt. De hefboom 42 is draaibaar om zijn hartlijn en verloopt door de wand van de bak 3 en is opgenomen in legers 45, 46, bevestigd aan de bodem van de bak 3 binnen de ontspanningskamer 26. De doorgang van de 35 hefboom 42 door de wand van de bak 3 is afgedicht met een afdichtstop 47. Het deel 48 van de wapeningshefboom 42, gelegen tussen de beide legers 45 en 46, is U-vormigogebogen. Bij het draaien van de hefboom 42 om zijn hartlijn, door het zwenken van het uitwendige gebogen deel 43 in de rlchting van de pijl Fl (Fig. 1), kcmt het deel 48, dat zich daartoe 40 loodrecht op de bedieningshefboom 32 uitstrekt, aan tegen de onderzijde 8202444 - 4 - van de oiitspanningshefboom 32 nabij zijn bevestigingspunt aan de ontspanningsmembraan 28 en wordt dit been van hefboom 32 opgelicht.The manual operating mechanism is formed by a reinforcing lever 42, the outer part 43 of which is bent and carries a handle 44. The lever 42 is rotatable about its axis and extends through the wall of the tray 3 and is contained in bearings 45, 46 attached to the bottom of the tray 3 within the relaxation chamber 26. The passage of the lever 42 through the wall of the tray 3 is sealed with a sealing plug 47. The part 48 of the reinforcing lever 42, located between the two bearings 45 and 46, is U-shaped bent. When the lever 42 is rotated about its axis, by pivoting the externally curved part 43 in the direction of the arrow F1 (Fig. 1), the part 48, which for this purpose extends perpendicularly to the operating lever 32, against the bottom 8202444-4 of the tension lever 32 near its attachment point to the release membrane 28 and this leg of lever 32 is lifted.

oO

De wapeningshefboom kan over ongeveer 90 tussen twee aanslagen zwenken. Met name blijkt uit fig. 3 en 4 dat het uitwendige gebogen deel 5 43 voor de bediening van de wapeningshefboom zich bevindt in een gedeelte van het huis 1 van de afsluiter, waarin de bovenbak 3 zich zijwaarts uitstrekt voorbij het huis en in bovenaanzicht ligt onder de buitenrand van deze bak. Daardoor is de hefboom door deze bak beschermd. In de weergegeven niet werkzame stand verloopt het buitenste deel 43 van de 10 wapeningshefboom vertikaal naar omlaag. Het is duidelijk dat door deze constructieve maatregelen het gevaar van een gevaarlijke toevallige bediening van de inrichting voor het in werking stellen van de reduceer-afsluiter tot een minimum is teruggebracht.The reinforcement lever can swing about 90 between two stops. In particular, it can be seen from Figs. 3 and 4 that the outer curved part 5 43 for operating the reinforcement lever is located in a part of the housing 1 of the valve, in which the top tray 3 extends laterally past the housing and in plan view is below the outer edge of this tray. As a result, the lever is protected by this box. In the inactive position shown, the outer part 43 of the reinforcement lever extends vertically downwards. It is clear that these constructional measures have minimized the danger of dangerous accidental operation of the pressure reducing valve actuation device.

De aanwijsinrichting voor de werkingstoestand van de afsluiter 15 bestaat uit een uitschakelsignaal-element 50, dat verschuifbaar is gemon-teerd in een geleiding 51, aangebracht in het bovendeksel 25. Het element 50 is scharnierend verbonden met het einde van een arm van een zwenkbare twee-armige hefboom 52^3raaibaar bij 54 aan het deksel 25 is gemonteerd. Het vrije einde van de andere arm van de hefboom 52 is verbonden met 20 de ontspanningsmembraan 28 door een verbindingsorgaan 55. De geleiding 52 is doorzichtig en daardoor is het signaal-element 50, dat bij voorkeur een rode kleur heeft, binnen de geleiding 52 zichtbaar wanneer dit element zich in zijn bovenste stand bevindt. In deze stand neemt de ontspanningsmembraan 28 zijn laagste stand in, veroorzaakt door een 25 zeer geringe. druk in de drukkamer 26. Deze aanwijsstand 50 is de stand, die de niet werkzame toestand van de afsluiter aangeeft. Wanneer de membraan 28 zich verplaatst naar zijn bovenste stand trekt zich het signaal-element 50 uit zijn geleiding 51 naar binnen terug, in het ondoorschijnende deel daarvan. Het element 50 is dan niet meer zichtbaar.The operating state indicator of the valve 15 consists of a trip signal element 50 slidably mounted in a guide 51 disposed in the top cover 25. The element 50 is pivotally connected to the end of an arm of a pivotable two -arm lever 52 ^ 3 rotatably mounted on cover 25 at 54. The free end of the other arm of the lever 52 is connected to the release membrane 28 by a connector 55. The guide 52 is transparent and therefore the signal element 50, which preferably has a red color, is visible within the guide 52 when this element is in its top position. In this position, the release membrane 28 takes its lowest position, caused by a very small one. pressure in the pressure chamber 26. This indicating position 50 is the position which indicates the inactive state of the valve. When the membrane 28 moves to its top position, the signal element 50 retracts from its guide 51 inwardly into the opaque portion thereof. The element 50 is then no longer visible.

30 Deze stand van het signaal-element geeft aan dat de afsluiter in zijn werkzame toestand verkeert.This position of the signal element indicates that the valve is in its operative state.

Om de beschrijving van de afsluiter te voltooien wordt opgemerkt dat bij 56 aan het bovendeksel 25 een uitlaatbuis is aangebracht, die deel uitmaakt van het veiligheidssysteem van de afsluiter.To complete the description of the valve, it is noted that at 56 on the top cover 25 is provided an outlet tube, which is part of the valve safety system.

35 Nu zal kort de werking worden beschreven van de afsluiter en van het handbedieningsmechanisme daarvan en van de aanwijsinrichting voor de werktoestand.35 The operation of the valve and of its manual operating mechanism and of the working state indicating device will now be briefly described.

De gassen onder druk, die bij de afsluiter aankomen, stromen door het filter 7 en de voorontspanningsklep 8, komen in de voorontspan-40 ningskamer 21 en via de opening 41 in de drukkamer van de voorontspannings- 8202444 * cThe pressurized gases, which arrive at the valve, flow through the filter 7 and the pre-release valve 8, enter the pre-release chamber 21 and through the opening 41 into the pressure chamber of the pre-release 8202444 * c

VV

- 5 - membraan 36. In deze kamer oefenen zij een druk uit op de membraan 36, die daardoor naar csnlaag beweegt. Deze verplaatsing van de membraan 36 veroorzaakt het sluiten van de voorontspanningsklep 8 door middel van de zwenkbare hefboom 39. Bij het niet werken van de afsluiter rust het 5 afsluitvlak 15 van het klepsluitorgaan 14 van de ontspanningsklep 13 op zijn zitting.Membrane 36. In this chamber they exert a pressure on the membrane 36, which thereby moves towards the layer. This displacement of the membrane 36 causes the pre-release valve 8 to close by means of the pivotable lever 39. When the valve does not work, the closing surface 15 of the valve closing member 14 of the release valve 13 rests on its seat.

Wanneer men de wapeningshefboom 42 doet zwenken in de richting van de pijl Pi van fig. 1 brengt men het U-vormige deel 48 van deze hefboom in aanraking met de zwenkbare hefboom 32 en wordt deze ppgelicht 10 waardoor het afsluitvlak 16 iets van zijn zitting wordt geheven.When the reinforcing lever 42 is pivoted in the direction of the arrow Pi of fig. 1, the U-shaped part 48 of this lever is brought into contact with the pivoting lever 32 and it is lifted 10, so that the closing surface 16 is slightly off its seat. levied.

Het gas, dat zich in de kamer 21 bevindt, stroomt dan door de ontspanningsklep 13 naar de ruimte 22 en via de opening 30 naar de drukkamer 26 waarin het gas een druk uitoefenh op de ontspanningsmembraan 28. Deze membraan buigt naar omhoog en legt het sluitvlak 16 tegen zijn 15 zitting aan door middel van de zwenkbare hefboom 32. De ontspanningsklep 13 is nu opnieuw gesloten. Van dit ogenblik af is de afsluiter in bedrijf. Zodra er opbrengst gevraagd wordt daalt de druk in de kamer 22 en ook die in de drukkamer 26. De ontspanningsmembraan 28 buigt door en neemt de zwenkbare hefboom 32 mee, die het klepsluitorgaan 14 van 20 de ontspanningsklep 13 naar rechts verplaatst, waardoor de doorgang door deze klep wordt geopend, totdat de gevraagde gasopbrengst is gege-ven. In de kamer 21 daalt de druk door het stromen van; het gas door de klep 13, terwijl de voorontspanningsklep nog steeds gesloten is. Door de drukdaling in de kamer 21 daalt ook de druk in de kamer 38 van de voor-25 ontspanningsmembraan 36, waardoor de voorontspanningsklep 8 wordt geopend.The gas, which is located in the chamber 21, then flows through the release valve 13 to the space 22 and through the opening 30 to the pressure chamber 26 in which the gas exerts a pressure on the release membrane 28. This membrane bends upwards and lays the closing surface 16 against its seat by means of the pivotable lever 32. The release valve 13 is now closed again. The valve is now operational. As soon as yield is requested, the pressure in the chamber 22 and also in the pressure chamber 26 drops. The release membrane 28 bends and carries the pivotable lever 32, which moves the valve closure member 14 of the release valve 13 to the right, allowing passage through this valve is opened until the requested gas yield is given. In the chamber 21, the pressure drops due to the flow of; the gas through valve 13, while the pre-release valve is still closed. As a result of the pressure drop in chamber 21, the pressure in chamber 38 of the pre-release membrane 36 also drops, as a result of which the pre-release valve 8 is opened.

Opgemerkt wordt dat de druk onder de ontspanningsmembraan 28 zodanig is verdeeld, dat wanneer er een opbrengstverandering optreedt de stroomafwaartse druk steeds stabiel blijft en wel door de openingen 30 30 die als venturi dienen.It should be noted that the pressure under the release membrane 28 is distributed such that when a change in yield occurs, the downstream pressure always remains stable through the openings 30 which serve as venturi.

Na de beschrijving van de werking van de afsluiter is het duidelijk dat in de niet werkzame toestand van de afsluiter de ontspanningsmembraan 28 zich in de laagste stand bevindt en het sluitvlak 15 van de \ ontspanningsklep 13 op zijn zitting rust. Daar de membraan zich in zijn 35 laagste stand bevindt, staat het signaal-element 50 door middel van de zwenkbare twee-armige hefboom 52 in zijn hoogste stand enis zichtbaar door het doorschijnende deel van zijn geleiding 51. De niet werkzame stand van de afsluiter kan dus gemakkelijk worden geconstateerd. Wanneer daar-entegen de afsluiter zich in zijn werkzame stand bevindt, is het element 40 50 teruggetrokken binnen het deksel 25 en dus niet van buiten af zichtbaar, 8202444 0 - 6 - doordat de ontspanningsmembraan 28 zich in een geheven stand bevindt.After the description of the operation of the valve, it is clear that in the inoperative state of the valve, the release membrane 28 is in the lowest position and the closing surface 15 of the release valve 13 rests on its seat. Since the diaphragm is in its lowest position, the signal element 50 is in its highest position by means of the pivotable two-arm lever 52 and is visible through the transparent part of its guide 51. The inactive position of the valve can thus easily detected. In contrast, when the valve is in its operative position, the element 40 50 is retracted within the cover 25 and thus not visible from the outside, because the release membrane 28 is in a raised position.

82024448202444

Claims

1. Reducing valve for automatically controlling the downstream pressure of a gaseous medium, which valve is of the type with two successive control stages, namely a pre-relaxation stage and a release stage, which are arranged in series in the flow path through the valve, wherein the prestressing stage includes a valve mounted between the inlet of the valve and an interior space and controlled by a pivotable lever, through a sealing and flexible prestressing diaphragm loaded with a calibration spring and contained in a pressure chamber connected to said interior space, wherein the relaxation stage includes a release valve disposed between said interior space and the valve outlet and has a movable valve closure member having two closing faces axially spaced from each other and located on either side of a channel with sealing seats at both ends and controlled by a 15 pivot are leveraged by a sealing and flexible release diaphragm, which is loaded with a calibration spring and contained in a second pressure chamber, connected to the outlet space of the valve, the valve being provided with a reinforcement device for actuating the valve from the outside and manually by displacing the release membrane against its calibration spring, characterized in that the actuating device consists of a reinforcing lever (42), which is rotatable on its axis and extends from the outside of the valve to the pressure chamber (26 ) of the release diaphragm (28) and carries a cam (48), which can interact with the pivotable operating lever (32) of the diaphragm (28) 25 when the rebar lever (42) is rotated, for pivoting the operating lever (32) .

Valve according to claim 1, characterized in that the cam (48) of the reinforcement lever (42) consists of an ϋ-shaped curved part of this lever.

Valve according to claim 2, characterized in that the reinforcement lever (42) with its U-shaped part (48) is substantially perpendicular to the part of the operating lever (32) with which this ϋ-shaped part interacts.

Valve according to any one of the preceding claims, characterized in that the reinforcement lever (42) is pivotable through an angle of about 90 ° from a position which is representative of the non-active state of the valve, in which the external curved part (43) of the reinforcement lever extends vertically downwards.

Valve according to any one of the preceding claims, wherein the pressure chamber of the release membrane is formed by a top box 5 of the valve housing, characterized in that the outer part (43) of the reinforcement lever is located in a part of the valve in which the head (3) of the pressure chamber (26) of the release membrane (28) protrudes laterally from the valve body (1).

Valve according to any one of the preceding claims, characterized in that a device for displaying its working state is provided, consisting of a switch-off signal element (50) which is connected to the release membrane (28).

Valve according to claim 6, characterized in that the signal element (50) is visible when the release membrane (28) 15 is in its lowest position due to the absence of pressure in the pressure chamber (26).

Valve according to claim 7 or 8, characterized in that the signal element (50) is connected to the diaphragm (28) by a two-arm lever (52) which is pivotally mounted in a fixed point (34) 20 of the valve.

Valve according to any one of claims 6 to 8, characterized in that the signal element (50) is slidably mounted in a guide (51), part of which is transparent.

Valve according to claim 9, characterized in that the guide (51) is mounted in a cover (25) forming a top box (3) of the valve body (1), the box (3) ) and the lid (25) define the chamber containing the release membrane (28). 30 --- ++ --- 8202444