NL8202341A - Werkwijze voor het vervaardigen van een geisoleerde ruimte. - Google Patents

Description

-1“ 22552/CV/tl

Korte Aanduiding: Werkwijze voor het vervaardigen van een geïsoleerde ruimte.

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het vervaardi-5 gen van een geïsoleerde ruimte voorzien van opstaande wanden,welke isolatiemateriaal bevatten.

Geïsoleerde ruimten worden veelvuldig toegepast voor het opslaan en/of behandelen van producten,voor het opkweken van gewassen en dergelijke. Veelal worden dergélijke ruimten gevormd door het op traditionele 10 wijze op de bouwplaats optrekken van muren,waarna deze muren met isolatiemateriaal worden bedekt. Dit is een tijdrovende en dure werkwijze, waarbij men in sterke mate afhankelijk is van de omstandigheden op de bouwplaats.

Met de uitvinding wordt beoogd een werkwijze te verkrijgen,waarbij 15 tegemoet kan worden gekomen aan de nadelen,welke kleven aan de tot nu toe gebruikelijke werkwijzen voor het vervaardigen van dergelijke ruimtes.

Volgens de uitvinding kan dit worden bereikt doordat de wanden worden opgebouwd uit voorgefabriceerde wandelementen,die ieder zijn vervaardigd uit een tweetal op afstand van elkaar gelegen,een min of meer 20 golfvormig profiel bezittende platen waartussen isolatiemateriaal is opgesloten,terwijl de uiteinden van de platen van nabij elkaar opgestelde wandelementen met elkaar worden verbonden met koppelplaten,waarna de ruimte tussen de naar elkaar toegekeerde uiteinden van de wandelementen en de deze uiteinden met elkaar verbindende koppelplaten na het aanbrengen 25 van de koppelplaten wordt gevuld met isolerend materiaal.

De wandelementen kunnen hierbij op eenvoudige wijze fabrieksmatig worden vervaardigd en op de bouwplaats op snelle en eenvoudige wijze met elkaar worden gekoppeld,waarbij ook bij standaardafmetingen van de wandelementen toch variaties in de afmetingen van de geïsoleerde ruimte kunnen 30 worden verkregen door variaties in de breedtes -van de koppelplaten.

Daarbij wordt ook ter plaatse van de aansluiting van de wandelementen aan elkaar een goede isolatie verkregen door het vullen van de daar open ruimte met isolerend materiaal.

De uitvinding zal hieronder nader worden uiteengezet aan de hand 35 van bijgaande figuren.

8202341 4 i -2- 22552/CV/tl

Fig. 1 toont schematisch een horizontale dwarsdoorsnede over delen van in een gebouw geplaatste geïsoleerde ruimtes volgens de uitvinding.

Fig. 2 toont schematisch op grotere schaal een doorsnede over fig.1,gezien volgens de lijn II- II in fig.1.

5 Fig. 3 toont schematisch op grotere schaal de aansluiting van een dakelement op een eenèijwand van een geïsoleerde ruimte vormend element, gezien in de richting volgens de lijn III- III in fig.1.

Fig. 4 toont op grotere schaal in doorsnede de aansluiting van een tweetal in eikaars verlengde liggende wandelementen.

10 Fig. 5 toont op grotere schaal in doorsnede een andere uitvoerings vorm van de aansluiting van een tweetal in eikaars verlengde liggende wandelementen.

Fig. 6. toont op grotere schaal in doorsnede de aansluiting van een tweial haaks op elkaar staande wandelementen.

15 Fig. 7 toont op grotere schaal in doorsnede schematisch de aan sluiting van de uiteinden van een drietal in een punt bij elkaar komende wandelementen.

Fig. 8 toont schematisch op grotere schaal de aansluiting van de uiteinden van een viertal in een punt saraenkomende wandelementen.

20 In fig.1 zijn schematisch een tweetal haaks op elkaar staande zijgevels 1 en 2 en kolommen 3 weergegeven,welke deel uitmaken van een gebouw waarin een aantal gesoleerde ruimtes 4 staan opgesteld. De wanden van de geïsoleerde ruimtes zijn opgebouwd uit voorgefabriceerde wandelementen 5. Zoals verder uit fig.1 blijkt zijn de geïsoleerde ruimtes 25 in het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld aan een zijde open en deze open zijde is af te sluiten met een niet nader weergegeven verplaatsbare deur.

Ieder wandelement 5 is opgebouwd uit een tweetal op afstand van elkaar gelegen,uit metaal of dergelijk materiaal vervaardigde platen 6, welke een min of meer golfvormig profiel hebben,in het weergegeven uitvoe-30 ringsvoorbeeld een zogenaamd damwandprofiel,dat is opgebouwd uit zich evenwijdig en versprongen ten opzichte van elkaar uitstrekkende plaatdelen, die onderling zijn verbonden door zich schuin tussen deze plaatdelen uitstrekkende verdere plaatdelen.

Tussen de golfvormige platen 6 is isolatiemateriaal aangebracht,dat 35 in het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld wordt gevormd door tussen de platen 6 aangebrachte aan elkaar en aan de platen 6 gelijmde platen 7 uit isolerend materiaal,bij voorkeur steenwol.

8202341 i i -3- 22552/CV/tl

Hierbij ontbreken warmtebruggen tussen de platen 6.

Zoals in het bijzonder uit fig.2 blijkt zijn aan de ondereinden van de wandelementen 6 zich over de gehele breedte van de wandelementen uitstrekkende hoekijzers 8 aan de platen 6 bevestigd ter ondersteuning 5 van de wandelementen. Zoals verder in fig.2 is weergegeven worden de wandelementen met hun ondereinden bij voorkeur geplaatst in in de vloer 9 uitgespaarde goten 10. Na het plaatsen van de wandelementen kunnen de in de goten 10 overbRijvende holtes met isolerend materiaal worden opgevuld. Plaatsing op de vloer of dergelijke is uiteraard ook mogelijk.

10 In fig.4 is een uitvoeringsvoorbeeld weergegeven voor het met elkaar koppelen van een tweetal in eikaars verlengde liggende wandelementen 3. Zoals op de eerste plaats uit deze figuur blijkt worden de wandelementen 5 allen zodanig uitgevoerd,dat de uiteinden van de tussen de platen 6 aangebrachte isolerende platen 7 liggen ingeklemd tussen de het dichtst 15 bij elkaar gelegen de dalen van de golven van de platen 6 vormende .plaatgedeelten· 11,terwijl de zich daarop aansluitende zich schuin naar buiten en in een van elkaar afgekeerde richting verlopende plaatdelen 12 en de daarop aansluitende,de toppen van de golven vormende plaatdelen 13 buiten dit isolatiemateriaal 7 uitsteken.

20 In het in fig.4 weergegeven uitvoeringsvoorbeeld zijn nu de aan een zijde van de in eikaars verlengde liggende wandelementen 5 gelegen platen 6,in het bijzonder de de uiteinden van deze platen 6 vormende plaatdelen 13 met elkaar verbonden door een zich over de gehele hoogte van de des-treffende wandelementen uitstrekkende koppelplaat. 14,welke tegen de bin-25 nenzijden van de plaatdelen 13 aanligt. Na het vastzetten van deze plaatyl4 aan de plaatdelen 13,bij voorkeur met behulp van zogenaamde popnagels, wordt een verdere koppelplaat 15 bevestigd aan de plaatdelen 6,die zijn gelegen aan de van de koppelplaat 14 afgekeerde zijde van de wandelementen 5. Zoals daarbij uit fig.4 blijkt wordt aan deze koppelplaat 15 een zodanige 30 breedte gegeven,dat deze aan meerdere golftoppen van de desbetreffende platen 6 kan worden bevestigd met behulp van bijvoorbeeld popnagels.

Bij toepassing van de in fig.4 toegepaste verbinding tussen in eikaars verlengde liggende wandefementen met behulp van de koppelplaten 14 en 15 behoeven de desbetreffende wandelementen 5 slechts toegankelijke 35 te zijn vanaf de zijde waar de koppelplaat 15 wordt aangebracht.Hierdoor kunnen de wandelementen 5 dicht bij de wand 1 van het gebouw worden op- 8202341 -4- 22552/CV/tl I * r ► gesteld.zoals is weergegeven in fig.1,daar de ruimte tussen de gevel 1 van het gebouw en de nabij deze gevel opgestelde wandelementen niet toegankelijk behoeft te zijn voor het aanbrengen van de koppelplaat 14.

Indien de wandelementen van beide zijden toegankelijk zijn,bijvoor-5 beeld bij een scheidingswand tussen twee naburige ruimtes 4 kunnen de wandelementen aan weerszijden met behulp van tegen de buitenzijden van de desbetreffende wandelementen bevestigde koppelplaten 15 met elkaar worden verbonden,zoals weergegeven in fig.5.

Na het aanbrengen van de koppelplaten 14 en 15 resp. de koppelplaten 10 15 kan de ruimte,welke overblijft tussen de naar elkaar toegekeerde uit einden van de in eikaars verlengde liggende wandelementen 5 en de desbetreffende koppelplaten worden opgevuld met isolerend materiaal,bij voorkeur door het vol blazen van deze ruimte met steenwolvlokken 16 of dergelijk isolerend materiaal.

15 De breedte van de koppelplaten 14 en 15 kan worden gekozen in af hankelijkheid van de vereiste afmetingen van de geïsoleerde ruimte en de afmetingen van de een standaardmaat bezittende wandelementen 5. Zodoende is onder toepassing van vooraf te vervaardigen standaardelementen toch op eenvoudige vijze een aanpassing aan de uiteindelijke lengte en breedte 20 maten van de geïsoleerde ruimte te realiseren.

Fig. 6 toont een uitvoeringsvoorbeeld van een hoekverbinding tussen de uiteinden van een tweetal haaks op elkaar staande wandelementen 5.

Zoals uit deze figuur blijkt wordt voor het vormen van de buitenzijde van de hoek gebruik gemaakt van een in doorsnede L-vormige kop-25 pelplaat 17,welke aanligt tegen de binnenzijdevan de desbetreffende de toppen van de golfvormige platen 6 vormende plaatdelen 13. Het zal duidelijk zijn,dat indien deze hoekverbinding vanaf de buitenzijde toegankelijk is er een koppelplaat 17 kan worden gebruikt,welke aanligt tegen de buitenzijden van de platen 6,waarbij deze koppelplaat zich over 30 meerdere golftoppen kan uitstrekken en aan deze golftoppen kan zijn bevestigd .

Voor de binnenzijde van de hoekverbinding wordt gebruik gemaakt van een in doorsnede L-vormige koppelplaat 18,welke aanligt tegen de buitenzijdenvan de golfvormige platen 6,meer in het bijzonder de toppen van de 35 golven vormende plaatvormige delen 13 van deze platen 6. De koppelplaten 17 en 18 kunnen weer met popnagels aan de platen 6 zijn vastgezet. Na het 8202341 Ί » -5- 22552/CV/tl aanbrengen van de koppelplaten 17 en 18 wordt de tussen deze koppelplaten gelegen ruimte weer gevuld met isolerend materiaal,bij voorkeur weer door het volspuiten van deze ruimte met steenwolvlokken 16 of dergelijke.

Fig. 7 toont de verbinding tussen een tweetal in eikaars verlengde 5 liggende wandelementen en een zich haaks op deze wandelementen uitstrekkend wadelement. Zoals uit de figuur blijkt is hierbij gebruik gemaakt van een met de koppelplaat 14 overeenkomende koppelplaat 14',welke koppelplaat 14' in het hier weergegeven uitvoeringsvoorbeeld echter een grotere breedte heeft dan de koppelplaat 14 weergegeven in het uitvoeringsvoor-10 beeld volgens fig.4. Verder is gebruik gemaakt van in doorsnede L-vormige koppelplaten 18' ,overeenkomend met de bij het uitvoeringsvoorbeeld in fig.6 weergegeven koppelplaten 18.

Uiteraard kan ook hier weer, indien de in eikaars verlengde liggende wandelementen 5 toegankelijk zijn aan de van het haaks op deze 15 wandelementen 5 staande wandelement afgekeerde zijde een koppelplaat worden benut,welke zich langs de buitenzijden van de golftoppen van de platen 6 van de in eikaars verlengde liggende wandelementen uitstrekt.

Ook hier is na het aanbrengen van van de koppelplaten 14' en B' de ruimte gelegen tussen deze koppelplaten en de met behulp van deze koppel-20 platen aan elkaar bevestigde uiteinden van de wandelmenten 5 weer opgevuld met isolerend materiaal,bij voorkeur door het volspuiten van deze ruimte met steenwolvlokken 16.

Fig. 8 toont een uitvoeringsvorm voor het aan elkaar bevestigen van de uiteinden van een viertal in een hoekpunt bij elkaar komende 25 wandelementen 5, Zoals uit de figuur duidelijk zal zijn wordt hier gebruik gemaakt van een viertal in doorsnede L-vormige koppelplaten 18" op soortgelijke wijze als hierboven is omschreven aan de hand van fig.6 met betrekking tot de koppelplaat 18.

Zoals schematisch in fig.2 is weergeven kan voor het vormen van 30 een plafond van de geïsoleerde ruimte gebruik worden gemaakt van dakele-menten 19,die identiek zijn aan of althans op dezelfde wijze zijn opgebouwd als de wandelematen 5. Daarbij zijn ook hier aan de uiteinden vam de dakelementen 19 hoekijzers 20 aangebracht op soortgelijke wijze als hierboven ontschreven voor de hoekijzers 8,die zijn aangebracht aan de 35 ondereinden van de wandelementen 5De onderste hoekijzers 20 rusten daarbij op een uit isolerend materiaal ,bij voorkeur steenwol bestaande 8202341 ί *

-6- 22552/CV/tI

plaat 21,welke is gelegd over de boveneinden van de wandelementen 5. Daarbij ligt de plaat 21 opgesloten tussen aan de boveneinden van de wandelementen aangebrachte een min of meer Z-vormige doorsnede bezittende profiellijsten 22. Voor een goede aflichting kan tussen het bovenvlak 5 van de isolerende plaat 21 en de daarop rustende hoekijzers 20 een kit-laag worden aangebracht.

De boven de plaat 21 en tussen de naar elkaar toegekeerde uiteinden van de op de plaat 21 rustende dakelementen 19 is weer opgevuld met isolerend materiaal,bij voorkeur met daarin ingebrachte steenwolvlokken 10 23, terwijl deze ruimte is afgedekt met behulp van een koppelplaat 24, welke aan de bovenste hoekijzers 20 van de desbetreffende dakelementen 19 is bevestigd met behulp van popnagels of dergelijke.

Terwijl in fig.2 de uitvoering is weergegeven bij een scheidingswand tussen twee naast elkaar gelegen ruimtes toont fig.3 de uitvoering 15 van de aansluiting tussen een dakelement 19 en een een deel van een buitenwand van een ruimte vormend wandelement 5. Die onderdelen,die overeenkomen met de onderdelen hierboven besproken aan de hand van fig.2 zijn van dezelfde verwijzigscijfers voorzien als in fig.2. Zoals in fig.3 is weergegeven is hierbij op de de wandelementen 5 afdekkende 20 isolerende plaat 21 een tegen de uiteinden van de dakelementen 19 aanliggend blok 25 aangebracht,welke blok bestaat uit isolerend materiaal, bijvoorbeeld aan elkaar gelijmde uit steenwol vervaardigde platen. Eventueel kan om dit blok nog een niet nader weergegeven schermkap worden aangebracht,waarbij de eventueel tussen deze schermkap en het blok 25 25 aanwezige ruimte weer met schuimwolvlokken kan worden volgeblazen.

Uit bovenstaande zal het duidelijk zijn,dat onder gebruikmaking van eenvoudig te vervaardigen een solide opbouw bezittende wand-en dakelementen doelmatig en snel een geïsoleerde ruimte is op te bouwen,waarbij maatvariaties in de vereiste afmetingen van de ruimtes gemakkelijk kunnen 30 worden opgevangen door aanpassing van de breedtes van de toegepaste koppelplaten. Tevens is op eenvoudige en snelle wijze ook ter plaatse van de aankoppelingspunten tussen de wand- en /of dakelementen een effectieve •isolatie tot stand te brengen.

35 8202341

Claims (10)

1. Werkwijze voor het vervaardigen van een geïsoleerde ruimte voorzien van opstaande wanden,welke isolatiemateriaal bevatten,met het kenmerk,dat de wanden worden opgebouwd uit voorgefabriceerde wandelementen, die ieder zijn vervaardigd uit een tweetal op afstand van elkaar gelegen, 5 een min of meer golfvormig profiel bezittende platen waartussen isolatiemateriaal is opgesloten,terwijl de uiteinden van de platen van nabij elkaar opgestelde wandelementen met elkaar worden vabonden met koppelplaten,waarna de ruimte tussen de naar elkaar toegekeerde uiteinden en de wanddelen en de deze uiteinden met elkaar verbindende koppelplaten na het 10 aanbrengen van de koppelplaten wordt gevuld met isolerend materiaal.

2. Werkwijze volgens conclusie l,met het kenmerk,dat het isolerend materiaal wordt ïngeblazen in de ruimte tussen de naar elkaar toegekeerde uiteinden van de wanddelen en de deze uiteinden met elkaar verbindende koppelplaten.

3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk,dat als iso lerend materiaal steenwolvlokken worden gebruikt.

4. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies,met het kenmerk,dat de breedte van de koppelplaten wordt gekozen in afhankelijkheid van de standaardbreedte afmetingen van de wandelementen en de vereiste lengte 20 resp. breedteafmetingen van de geïsoleerde ruimte.

5. Geïsoleerde ruimte voorzien van opstaande wanden ,welke isolerend materiaal bevatten,met het kenmerk,dat de wanden zijn opgebouwd uit voorgefabriceerde wandelementen,die ieder zijn vervaardigd uit een tweetal op afstand van elkaar gelegen,een golfvormig profiel bezittende 25 platen waartussen isolatiemateriaal is opgesloten,zodanig.dat aan de zijkanten van de wandelementen buiten het isolatfemateriaal uitstrekkende gedeelten van de golfvormige platen worden gevormd door de golftoppen en daarop aansluitende golftoppen met de golfdalen verbindende delen, terwijl de naar elkaar toegekeerde uiteinden van de wandelementen met 30 elkaar zijn verbonden met behulp van aan de golftoppen bevestigde koppelplaten.

6. Geïsoleerde ruimte volgens conclusie 5, met het kenmerk,dat bij de aansluiting tussen twee naburige wandelementen een koppelplaat aanligt tegen de binnenzijde van de toppen van een golfvormige plaat en een 35 tweede koppelplaat aanligt tegen de buitenzijde van de golftoppen van de andere plaat. 8202341 -8- 22552/CV/tl

7. Geïsoleerde ruimte volgens conclusie 5 of 6, met het kenmerk,dat een hoek met elkaar insluitende wandelementen met elkaar zijn gekoppeld met behulp van in doorsnede L-vormige koppelplaten.

8. Geïsoleerde ruimte volgens een der conclusies 5- 7,met het kenmerk, 5 dat de dakelementen van de ruimte worden gevormd door elementen,die op soortgelijke wijze zijn opgebouwd als de wandelementen.

9. Geïsoleerde ruimte volgens een der conclusies 5- 8, met het kenmerk, dat de ondereinden van de wandelementen zijn geplaatst in goten,die na het aanbrengen van de wandelementen zijn opgevuld met isolatiemateriaal.

10. Wandelement in het bijzonder bestemd om te worden toegepast bij de werkwijze en/of de geïsoleerde ruimte volgens een der voorgaande conclusies,met het kenmerk,dat het wandelement is opgebouwd uit een tweetal zich althans in hoofdzaak evenwijdig aan elkaar uitstrekkende en min of meer golfvormig profiel bezittende platen en daartussen gelegen platen 15 uit isolerend materiaal,waarbij de verbinding tussen de diverse platen uitsluitend door lijnverbindingen tot stand is gebracht. 8202341