NL8202073A - Werkwijze en inrichting voor de concentratie van vruchten. - Google Patents

Description

-1- ψ " i ..- i iferkwijze en inrichting voor de concentratie van vruchten

De uitvinding heeft betrekking op de cntwaterings-techniek en meer in het bijzonder op een nieuwe en verbeterde ontwateringswerkwij ze en -inrichting voor de concentratie van vruchten vóór het verzenden en/of inmaken daarvan.

5 De uitvinding is in het bijzonder van toepassing voor de concentratie van vruchten, die grote hoeveelheden water bevatten, dat verwijderd moet worden bij het uiteindelijke fabricageproces, zoals aardbeien, perziken, peren en dergelijke, en zal in het bijzonder net betrekking daartoe worden beschreven, 10 ofschoon het duidelijk zal zijn dat de uitvinding andere en bredere toepassingen heeft en gebruikt kan worden voor de concentratie van groenten die bij het proces van ingemaakt of geconserveerd te worden aanzienlijke hoeveelheden water verwijderd moeten hébben bij het koek- of inmaakproces of die over lange 15 afstanden verzonden moeten worden voor het koken of inmaken.

Om een indruk te geven van de achtergrond van de uitvinding wordt vermeld dat bij de conservering van vruchten door een inmaak- of conserveringsprooss de vruchten eerst getransporteerd moeten worden naar een geschikte verwerkings-20 installatie waar zij aan grote warmte onderworpen worden cm het watergéhalte te verminderen en het gehalte aan vaste stoffen te verhogen en/of om aanvullende ingrediënten zoals suiker en/of citroenzuur daaraan toegevoegd te hebben met het oog cp het zich laten ontwikkelen van de pectine in de vrucht. Vaak wordt 25 bij het kockprooes de lading fruit aan een gedeeltelijk vacuum onderworpen zodat de kocktemperatuur verlaagd en de verdamping van het zich in de vruchten bevindende water versneld kan worden. Dergelijke verkwijzen hebben er tot dusver toe geleid dat de gassen en vloeistoffen in de cellen van de vrucht zo snel 30 ontwikkeld worden dat de celwanden barsten of uiteenspringen en zodoende de structurele samenhang van de vrucht vernield wordt en waarbij de afzonderlijke stukken, zo deze al optreden, 8202073 -2-

I V

kan de vrucht bij het uiteindelijke product niet van elkaar te onderscheiden zijn.

In het algemeen werd het lang gewenst cm de structurele samenhang van althans een hoofdzakelijk gedeelte van de vrucht 5 te bewaren en cm ook de oorspronkelijke kleuring van de vrucht, die vaak vernield wordt gedurende het in het voorgaande vermelde kockproaes, te bewaren.

Daarbij is het ook nodig on het fruit uit het gebied, waar het gekweekt wordt, naar de uiteindelijke verwerkingsin-10 stallatie te transporteren, die zich in sommige gevallen duizenden kilometers van het gebied, waar het fruit gekweekt wordt, af bevinden kan. Het over dergelijke afstanden transporteren van het fruit levert bijzcnder grote problemen op omdat gedurende de voor het over dergelijke afstanden verzenden 15 van het fruit vereiste tijd en bij de temperaturen, die gedurende de verzending ondervonden, kunnen worden, het fruit de neiging heeft om te bederven, bijvoorbeeld door rotting, door het begin van fermentatie, door compressie, of door een combinatie van alle drie. Bijgevolg was het gebruikelijk cm het 20 fruit van de kweekplaats naar een plaatselijke verwerkingsinstallatie te verzenden, waar het fruit onmiddellijk bevroren en in grote vaten verpakt wordt voorafgaand aan de verzending daarvan naar de verwijderde inmaak- of conserveringsfabriek waar zoals in het voorgaande uiteengezet is het fruit een proces 25 ondergaat cm het watergehalte tot een vereiste hoeveelheid te verminderen vóór de uiteindelijke verrichting van het inmaken of in flessen doen.

De verscheping van dit water (dat uiteindelijk verwijderd moet worden) over lange afstanden is erg duur, niet alleen als 30 het gevolg van het gewicht daarvan maar ook gezien de kosten van de vaten alsmede de kosten van de voor het bevriezen van het water voor de verzending vereiste energie, welke energie verloren gaat wanneer men het fruit laat ontdooien op zijn uiteindelijke bes terming ter plaatse van de inmaak- of bottelings-35 fabriek.

8202073 * * -3-

Tot dusver hebben alle pogingen cm dit water voor de verzending te verwijderen tot de vernieling van de structurele samenhang van de vrucht geleid zodat het resulterende ingemaakte product uit een massa niet te onderscheiden vrucht-5 stukken bestond.

Het onderzoek, dat tot de onderhavige uitvinding geleid heeft, toonde aan dat dit water, dat suiker en het vrucht-arcma daarin opgelost heeft, zich in gesloten cellen, die half doordringbare celwanden hebben, en/of tussen de cellen 10 bevindt en dat de diffusiesnelbeid van het water uit de cellen en/of van tussen de cellen zorgvuldig geregeld moet worden cm structurele beschadiging aan de celwanden en/of de vrucht zelf te voorkomen.

De onderhavige uitvinding beoogt een nieuwe en verbeterde 15 werkwijze en inrichting voor het ten uitvoer brengen van een dergelijke werkwijze voor de concentratie van vruchten, die al de in het‘voorgaande vermelde moeilijkheden en nog andere ondervangt en resulteert in geconcentreerd fruit, waarbij elk stuk fruit zijn structurele samenhèng en zijn oorspronkelijke 20 kleuring in hoofdzaak bewaart ander het in elke gewenste mate verminderen van het totale gewicht daarvan zodat de kosten van de verzending over lange afstanden aanzienlijk verlaagd worden.

Volgens de uitvinding worden geselecteerde rauwe vruchten, of heel of in parten en of zander iets of in een vloeistofmassa, 25 in een kamer geplaatst en wordt een voldoende hoge onderdruk opgewekt dat lucht in de cellen van het fruit en/of opgelost in het water van het fruit door de celwanden naar het oppervlak van het fruit bewegen zal terwijl de temperatuur van het fruit op een terrperatuur onder het kookpunt van water bij de betreffende 30 onderdruk, die gebruikt wordt, gehouden wordt en waarbij de mate van drukverandering van atmosferisch tot de kameronderdruk onvoldoende is cm een drukverschil tussen de binnenzijde van de cellen en de buitenzijde te laten ontstaan, waardoor krachten voldoende cm de celwand te scheuren opgewekt zullen worden.

35 Deze onderdruk leidt er ook toe dat een gering gedeelte van 8202073 -4- de vloeistoffen in de cellen door de oelwanden naar het oppervlak van het fruit beweegt maar door de temperatuur neer te houden kóken of verdampen de vloeistoffen niet cm grote toenamen in volume en grote inwendige celdrukken, waardoor de oelwanden 5 scheuren kunnen, op te wekken.

De ontwikkeling van deze lucht is heel duidelijk te wijten aan een aanzienlijke schuirrwerking en deze ontgassings-of ontluchtingsverrichting vindt lang genoeg voortgang tot de mate van schuiming althans in hoofdzaak verminderd of algeheel 10 opgehouden is.

De beweging van de vloeistoffen is het gevolg van osmose en/of diffusie door poriën in de half doordringbare oelwanden of van tussen de oelwanden.

Daarna wordt het fruit in een dunne laag door een 15 met glad oppervlak uitgevoerde, roterende, licht hellende, in hoofdzaak horizontale cilinder bewogen, die cp een onderdruk gehouden wordt met dezelfde beperkingen als bij de ontgassings-of ontluchtingsverrichting, waarbij de cilinder verwarmd wordt tot een temperatuur die boven de kocktemperatuur van water bij 20 de bewaarde onderdruk uitgaat. Deze onderdruk leidt tot een langzame beweging van vloeistof door de oelwanden van het fruit, welke vloeistof dan de wanden van de roterende cilinder bedekt.

De rotatiesnelheid van de cilinder is zodanig dat bij de temperatuur tot welke de cilinder verwarmd wordt, althans een 25 grootste gedeelte van en bij voorkeur in hoofdzaak al, de binnenwanden van de cilinder continu gedrenkt worden door de bedekking van vloeistof die uit het fruit beweegt. De dikte van de laag van het fruit wordt voldoende dun gehouden opdat het fruit in het ondeirste gedeelte van de laag niet aan vernielende 30 samendrukkingskrachten onderworpen wordt door het gewicht van het fruit in het bovenste gedeelte van de laag. De wanden van de cilinder zijn glad zodat het oppervlak daarvan onder het fruit glijdt en niet tot het verticaal omhoog bewegen daarvan leidt waar het terug zou kunnen tuimelen wat in 35 vernielende afschuif- of stootkrachten cp de structurele of fysische samenhang van het fruit resulteert. De helling van 8202073 s a .

-5- de as omlaag van de ingang is genoeg om het fruit zich door de cilinder te laten voortbewegen' onder de zwaartekracht en zonder de noodzaak voor mechanische onderdelen zoals aftroeven of schoepen die het fruit fysisch beschadigen zouden.

5 Het proces is een continu proces veeleer dan een ladingverwerkingsproces .

De primaire verdamping gebeurt uit deze bedekking op de cilinderwanden. Doordat in hoofdzaak het gehele wandoppervlak bedekt is en doordat de temperatuur van de sappen nooit boven de 10 kooktemperatuur van de sappen bij de betreffende onderdruk, die bewaard wordt, uit kan gaan, worden het gehele inwendige van de cilinder en wat van belang is de dunne laag vruchten in de onderste gedeelten daarvan nooit boven deze temperatuur verwarmd zelfs ofschoon de temperatuur aan het metaal van de cilinder 15 hog§r kan zijn dan de kooktemperatuur. Bij een onderdruk van 72,4 cm Hg (6,6 cm absolute druk) bedraagt de kooktemperatuur van water 93° F (34°c). Het fruit wordt zodoende nooit boven 100° F verwarmd, een temperatuur die voldoende laag is dat deze de kleuring van het fruit of de fruitaroma’s in de sappen 20 niet schadelijk beïnvloedt. In feite is dit een temperatuur onder het maximum tot welke het fruit verwarmd zou kunnnen worden door omgevingslucht of de zon bij het in/veld wassen.

Deze verdamping wordt gehandhaafd tot het fruit de gewenste mate van concentratie bereikt heeft. Normaal en bij 25 voorkeur zal dit een totale vermindering in het gewicht van het fruit van 40-60% zijn. Daarna wordt het geconcentreerde fruit uit de cilinder verwijderd en kan het onmiddellijk geconsumeerd of tot het uiteindelijke product verwerkt worden, bijvoorbeeld door koken of bevriezen, of verpakt en bevroren voor verzending naar 30 verwijderde verwerkingsverrichtingen.

Bij verwijdering heeft elk afzonderlijk stuk fruit in hoofdzaak dezelfde gedaante, vorm en kleur zoals het voor de ontluchtingsverrichting was afgezien van een geringe vermindering in volume als gevolg van het verlies van water, en van een 35 kleverige laag van geconcentreerde sappen op het oppervlak.

8202073 -6-

In het bijzonder toont het fruit niet het rimpelige voorkomen van een pruim of krent.

Het zal duidelijk zijn dat in sommige gevallen, wanneer de verzendingskosten betrekkelijk hoog zijn, een grotere 5 hoeveelheid water dan hetgeen aangegeven verwijderd kan worden, welk water dan weer toegevoegd kan worden na verzending en gedurende het uiteindelijke fabricageproces.

Het was natuurlijk bekend can vruchten te concentreren door deze aan verhoogde temperaturen en een onderdruk te onder-10 werpen maar tot dusver, voorzover beseft wordt, resulteerde de combinatie van de temperatuur en de onderdruk, die toegepast worden, in een ontwikkeling van lucht en de verdamping van sappen met een grotere snelheid dan door de wanden van de cellen konden gaan door osmose of diffusie zodat de door de drukverschillen 15 opgewekte krachten de celwanden scheurden, wat in een afbraak van de structurele samenhang van het fruit resulteerde. Voorts gingen dergelijke processen met mechanische krachten op het fruit gepaard, waardoor de structurele samenhang van de verschillende stukken geschaad werd.

20 Het was ook bekend cm fruit te concentreren door een werkwijze, dat als vriesdrogen bekend staat, waarbij het fruit direct gedroogd wordt uit een bevroren toestand door de toepassing van een hoge onderdruk. Hier zijn ultra-hoge onderdrukken vereist en zijn de verdampingssnelheden zo laag dat uitrusting en bedrijfs-25 kosten belemmerend werken.

Volgens de onderhavige uitvinding kan door eerst het fruit aan een geregelde onderdruk te onderwerpen terwijl de temperatuur van het fruit beperkt wordt tot onder het kookpunt van water bij die druk, de lucht die zich of opgelost in de fruitsappen 30 en/of opgesloten in de cellen bevindt, door de celwanden bewegen met een snelheid die in hoofdzaak gelijk is aan de gasvrijgeef-snelheid zodat de door de drukverschillen opgewekte krachten onvoldoende zijn om de celwanden te vernielen of te scheuren.

Ook treedt door ontgassing voor de primaire verdampings-35 verrichting geen lucht in de vorm van schuim op om de warmteuit-wisselingscoëfficiënten van de cilinderwanden naar de fruitsappen 8202073 -7- nadelig te beïnvloeden.

Wanneer de mate van ontwikkeling van de lucht eenmaal verminderd is, blijkt dat het dan mogelijk is om te proberen het fruit boven de kooktemperatuur van water in de cellen te 5 verwarmen zonder drukverschillen op te wekken die voldoende zijn om krachten te ontwikkelen die tot het breken van de celwanden in staat zijn. Voorts wordt door het bewegen van het fruit in een dunne.laag in de roterende cilinder beschadiging van de structurele samenhang van het fruit door samendrukking vermeden.

10 Door een met glad oppervlak uitgevoerde cilinder voldoende langzaam te roteren tuimelt het fruit niet in de cilinder en wordt beschadiging van de structurele samenhang van het fruit door afschuifkrachten vermeden. Door het gehele binnenoppervlak van de cilinder met de sappen bedekt te hebben wordt een groot 15 verdampingsoppervlak verkregen en kunnen zodoende grote ver- dampingssnelheden bereikt worden. Door het hellen van de cilinder wordt het fruit in langsrichting daardoor voortbewogen met gebruikmaking van de zwaartekracht en zonder de noodzaak voor enige mechanische onderdelen zoals schroeven of schoepen.

20 Voorts wordt volgens de uitvinding een nieuwe en verbeterde inrichting voor de concentratie van fruit verschaft, voorzien van eerste en tweede kamers die met elkaar in verbinding staan, middelen voor het op een onderdruk houden van deze kamers, middelen voor het verwarmen van de eerste kamer tot een temperatuur 25 niet hoger dan de kooktemperatuur van water bij de toegepaste onderdruk, andere middelen voor het verwarmen van de wanden van de tweede kamer tot een temperatuur boven de kooktemperatuur van water bij de toegepaste onderdruk, en middelen voor het voortbewegen van het fruit door de eerste kamer in en door de tweede kamer.

30 Een paar achtereenvolgens bediende dubbele klepstelsels zijn aangebracht, een aan de ingang van de eerste kamer en het andere aan de uitgang van de tweede kamer, voor het toevoegen en verwijderen van fruit met een minimum toelaat van lucht.

Voorts omvat volgens de uitvinding althans de tweede 35 kamer middelen voor het roteren van de kamer met betrekkelijk lage snelheden om een licht omlaag hellende as naar het uitgangseinde 8202073 l -8- waardoor het daarin aangebrachte fruit in langsrichting voortbe- wogen zal worden en sappen, die uit het inwendige van het fruit bewegen, de binnenwanden van de kamer zullen bedekken, waar water in de sappen afgekookt of verdampt zal worden.

5 Aangaande de oogmerken van de uitvinding wordt vermeld dat het voornaamste oogmerk van de uitvinding bestaat uit het verschaffen van een nieuwe en verbeterde werkwijze voor de concentratie van vruchten, die hoofdzakelijke gedeelten van het water in het fruit verwijdert zonder de structurele of fysische 10 samenhang van de vrucht te vernielen, en de oorspronkelijke kleuring, en het oorspronkelijke aroma en uitwendige voorkomen van de vrucht bewaart.

Een ander oogmerk van de uitvinding bestaat uit het verschaffen van een nieuwe en verbeterde werkwijze voor het 15 concentreren van vruchten, waarbij het fruit eerst aan een onderdruk onderworpen wordt terwijl het op een temperatuur onder de kookteraperatuur van water bij die onderdruk gehouden wordt zodat lucht uit het fruit ontwikkeld zal worden zonder celwand-het scheurkrachten in/fruit te ontwikkelen en daarna terwijl de 20 onderdruk bewaard wordt, worden de sappen van het fruit er toe gebracht om naar het oppervlak te bewegen en de oppervlakken van het fruit en een verwarmde cilinder geheel te bedekken, waardoor de temperatuur in de cilinder en zodoende van het fruit nooit boven de kooktemperatuur bij de bewaarde onderdruk uit kan gaan.

25 Een ander oogmerk van de uitvinding bestaat uit het verschaffen van een nieuwe en verbeterde werkwijze voor de concentratie van vruchten, die eerst het fruit ontlucht zonder het water in de cellen te koken en dan het zich in de cellen daarvan bevindende water verdampt.

30 Een ander oogmerk van de uitvinding bestaat uit het verschaffen van een nieuwe en verbeterde werkwijze voor de concentratie van vruchten, die de economische verzending van vruchten over lange afstanden tussen de oogstplaats en de uiteindelijke verwerkingsverrichting mogelijk maakt.

35 Een ander oogmerk bestaat uit het verschaffen van een 8202073 -9- nieuwe en verbeterde werkwijze, die de concentratie van vruchten door een continu veeleer dan een ladingverwerkingsproces mogelijk maakt.

Een ander oogmerk bestaat uit het verschaffen van een 5 nieuwe en verbeterde werkwijze voor het concentreren van vruchten, waarbij de afzonderlijke stukken van het uitgaande fruit nagenoeg totaal heel zijn en met een sterk toegenomen gehalte aan vaste stof boven het ingaande fruit.

Een ander oogmerk van de uitvinding bestaat uit het 10 verschaffen van een nieuwe en verbeterde werkwijze voor de concentratie van fruit, waarbij het fruit aan een onderdruk onderworpen wordt om de sappen daarvan langzaam uit de cellen van het fruit naar het oppervlak te laten bewegen met een voldoende langzame snelheid opdat de celwanden niet gebroken 15 „worden en de vloeistof op het oppervlak dan in een laag op een verwarmd oppervlak aangebracht wordt waar deze verdampt.

Een ander oogmerk van de uitvinding bestaat uit het verschaffen van een nieuwe en verbeterde werkwijze voor de concentratie van fruit, waarbij het fruit niet boven 100° F (37,8° C) 20 verwarmd behoeft te worden maar snelle verdamping van de fluidale stoffen nog verkregen kan worden.

Een ander oogmerk bestaat uit het verschaffen van een nieuwe en verbeterde werkwijze voor het concentreren van fruit, waarbij de oorspronkelijke frisse kleuring, en het aroma en/of 25 de structurele samenhang bewaard worden.

Een ander oogmerk van de uitvinding bestaat uit het verschaffen van een nieuwe en verbeterde inrichting, voorzien van een paar kamers, die er elk op berekend zijn om op een aanzienlijke onderdruk gehouden te worden, waarbij een van de kamers 30 middelen heeft om verwarmd te worden tot een temperatuur onder de kooktemperatuur van water bij de betreffende onderdruk, die wordt aangewend, en de andere kamer middelen heeft om verwarmd te worden tot temperaturen boven het kookpunt van water bij de betreffende onderdruk, die bewaard wordt.

35 Onderdruk, zoals hier toegepast, betekent een gasdruk onder 8202073 / 2 -10- de atmosferische, die zoals bekend is ongeveer 1,04 kg/cm of 76,3 cm Hg bedraagt. Zodoende geeft een onderdruk van 71 cm Hg het drukverschil tussen die in de verwerkingshouder en de uitwendige luchtdruk aan, waarbij duidelijk is dat 71 cm kwikdruk 5 in feite ongeveer 5,3 cm druk boven nul absoluut is. Wanneer hier in het volgende een onderdruk wordt toegepast, zal deze steeds het drukverschil tussen die in de houder en de atmosferische druk aangeven.

De uitvinding wordt in het volgende nader toegelicht 10 aan de hand van een in de tekeninc^'weergegeven uitvoeringsvoor-beeld daarvan.

De uitvinding kan fysische vorm aannemen bij bepaalde verrichtingen en combinaties van verrichtingen en bepaalde onderdelen en combinaties van onderdelen, waarvan een voorkeursuit-15 voering in detail in het volgende beschreven en in de bijgaande tekeningen, die een deel daarvan vormen, voorgesteld is.

Fig. 1 is een enigszins schematische doorsnede in zijaanzicht van een voorkeursuitvoering van een inrichting voor de concentratie van vruchten en voor het ten uitvoer brengen van 20 de werkwijze volgens de uitvinding; fig. 2 is een doorsnede, ongeveer volgens II-II in fig.

1; en fig. 3 is een doorsnede, ongeveer volgens III-III in fig.

1.

25 Vervolgens worden de tekeningen beschouwd, waarin met het oog op de toelichting een voorkeursuitvoering van de uitvinding louter bij wijze van voorbeeld en niet cxn de uitvinding daartoe te beperken voorgesteld is. Fig. 1 toont in hoofdzaak van links naar rechts gaande beschouwd een inlaatpijp 30 A voor het toevoeren van rauw fruit W (of in afzonderlijke stukken of in een vloeistofmassa) in de inrichting, een luchtslot B, een eerste of ontluchtingskamer C, een tweede of concentreringskamer D, en een uitgaand luchtslot E, waarbij de gehele inrichting gemonteerd is op een framewerk F dat een 35 voorziening heeft voor het zo instellen van de langsas dat deze 8202073 -11- orolaag helt naar het luchtslot E.

Het fruit W bestaat uit een of ander bekend vers fruit ' zoals zonder hieraan beperkingen te hechten aardbeien, perziken, peren, frambozen, sinaasappelen, citroenen en kersen, of heel 5 en zoals geoogst of in parten gedeeld en/of geschild maar steeds in afzonderlijke stukken van bepaalde afmetingen zoals gewenst can zich in het uiteindelijke product voor te doen. Het fruit wordt gewoonlijk gewassen en gesorteerd en kan zonder iets of in een vloeistofmassa zoals een suiker bevattende stroop optreden.

10 De inlaatpijp A maakt geen deel uit van de onderhavige uitvinding en kan elke gewenste vorm aannemen. Bij de weergegeven uitvoering bestaat deze uit een buis 10 van een diameter die groot genoeg is om de grootste stukken van het te concentreren fruit te behandelen, dat in een conische hopper 11 toegevoerd 15 wordt, die op zijn beurt aan het ondereinde in verbinding staat met het luchtslot B.

CC

Het luchtslot B is/vrij gebruikelijke wijze uitgevoerd en bestaat uit een paar uiteengelegen schuifkleppen 15, 16 en een tussengelegen kamer 17. De kleppen 15, 16 zijn elk gebruikelijk 20 van constructie en van een type dat, wanneer het gesloten is, een luchtdichte afsluiting kan vormen en een doorgang heeft die, wanneer deze open is, voldoende is om de grootste stukken van te concentreren fruit door te laten. De kleppen 15, 16 worden achtereenvolgens bediend, waarbij de klep 15 eerst geopend wordt 25 om de kamer 17 te kunnen vullen, waarbij de klep 16 gesloten is.

De klep 15 wordt dan gesloten en de klep 16 wordt geopend om het fruit verder te laten gaan in de ontluchtingskamer C door een kort buisvormig onderdeel 18. Xndien de kamer gevuld is wanneer de kleppen telkens worden bediend, treedt een minimum 30 hoeveelheid lucht op om^de kamer C te gaan.

De ontluchtingskamer C bestaat in hoofdzaak uit een met grote diameter uitgevoerde cilinder 20 die linker en rechter uitgediepte eindkoepels 21, 22 daaraan gelast heeft, waarbij de eindkoepel 21 een opening voor het buisvormige onderdeel 18 35 heeft, waardoor fruit in de ontluchtingskamer C kan gaan.

8202073 -12-

Binnen de cilinder 20 bevindt zich een dubbelwandige 1 cilindrische buis 25 die aan weerseinden open is en een inlaat- leiding 26 aan het linkereinde daarvan en een uitlaatleiding 27 aan het rechtereinde daarvan heeft, waardoor heet water of 5 stoom van een geregelde temperatuur gecirculeerd kan worden tussen de dubbele wanden van de cilinder 25 om de cilinder tot elke gewenste temperatuur boven de omgevingstemperatuur te verwarmen. Het linkereinde van de buis 25 strekt zich tot de linkerzijde van het afvoereinde van het onderdeel 18 uit en is 10 open om fruit W daaruit op te nemen.

Een wormschroef 30 strekt zich door de buis 25 uit en is draaibaar opgenomen aan het linkereinde in een naafverdikking 31 in de eindkoepel 21 en wordt aangedreven door een op variabele snelheid berekende electromotor 33 door tussenkomst van een ge-15 schikte mechanische verbinding zoals de kettingaandrijving 34.

Een buisvormig onderdeel 36 strekt zich naar rechts uit van de eindkoepel 22 in de concentreringskamer D. De wormschroef 30 strekt zich van een punt links van de eindkoepel 21 door de eindkoepel 22 en dit buisvormige onderdeel uit en is draaibaar 20 opgenomen in een legeronderdeel 37 aan het rechtereinde van het buisvormige onderdeel 36. De wormschroef 30 wordt geroteerd in een zodanige richting en met een zodanige snelheid dat stukken fruit W van links naar rechts voortbewogen worden door de ont-luchtingskamer C en in de concentreringskamer D.

25 De concentreringskamer D bestaat in hoofdzaak uit een cilindrisch vat 40 dat linker en rechter eindplaten 41, 42 heeft die in afgedicht verband staan met de einden van de cilinder 40 om een luchtdichte kamer te vormen.

Binnen de cilinder 40 is een lange dubbelwandige 30 cilinder 45 roteerbaar in de cilinder 40 ondersteund door inwendige spaken 47, 48 en 49 die zich naar binnen uitstrekken naar een as 50, waarvan het linkereinde draaibaar opgenomen is in een gasafdichtingstype leger 51 dat op de eindkoepel 41 gemonteerd is en waarvan het rechtereinde draaibaar opgenomen is 35 in een gasafdichtingstype leger 52 dat op de eindkoepel 42 gemonteerd is. Het rechtereinde van de as 50 strekt zich voorbij het leger 52 8202073 * -13- uit en wordt roteerbaar aangedreven door een op variabele snelheid berekende electromotor 54'door tussenkomst van een gebruikelijke kettingaandrijving 55.

Het linkereinde van de as 50 heeft een doorgang 57 daarin 5 in verbinding staan met een doorgang 58 in een van de spaken 47 waarbij een geschikte zwenkverbinding 60 op zijn beurt verbonden is aan een inlaatstoompijp 61. Op een dergelijke wijze heeft het rechtereinde van de as 50 een inwendige doorgang 62 in verbinding staan met een doorgang overeenkomstig aan de doorgang 10 58 in een van de spaken 48 en aan het rechtereinde door tussen komst van een zwenkverbinding 68 met een condensaatterugvoer-leiding 69. De doorgangen in de spaken staan in verbinding më: de ruimte 67 gevormd door de dubbelwandige cilinder 45. De ruimte 67 kan op geschikte wijze van keringen voorzien zijn.

15 „ Het linkereinde van de cilinder 45 bevindt zich links van het rechtereinde van de buis 25 zodat al het uit de buis 2 in de cilinder 45 bewegende fruit op het binnenoppervlak van de cilinder 45 komt te rusten.

Het rechtereinde van de cilinder 45 is zodanig dat 20 door de cilinder 45 voortbewegend fruit van het einde afvallen kan in een buis of hopper 75 waar het zich verzamelt tot het luchtslot E bediend wordt.

Het luchtslot E is identiek van constructie aan het luchtslot B en zal hier niet verder in detail beschreven worden 25 behoudens dat opgemerkt wordt dat het een inlaatklep 78 en een uitlaatklep 79 gescheiden door een buisvormige kamer 80 heeft.

De ontluchtingskamer C en de concentratiekamer D en de onderlinge verbindingen daartussen en daaraan alsmede al de legers zijn luchtdicht en middelen zijn aangebracht voor het 30 luchtledig maken daarvan. Deze middelen bestaan bij de weergegeven uitvoering uit een pijp of buis 82 die door tussenkomst van een hoofdleiding 83 en stijgleidingen 84, 85 en 86 in verbinding staan met de cilinder 20 en de cilinder 40, dit alles in hoofdzaak zoals weergegeven.

35 De buis 82 staat in verbinding met een (niet weergegeven) 8202073 -14- onderdrukpomp die het vermogen heeft om continu een onderdruk in de ontluchtingskamer C en de concentratiekamer D in de orde van 51 tot 76 cm Hg en bij voorkeur 72 cm Hg te bewaren.

In alle gevallen kan deze onderdruk beschouwd worden 5 als een middel om al de lucht die zich in de cellen of tussen de cellen van het fruit opgesloten of in de vloeistoffen van het fruit opgelost bevindt, zich daaruit laten ontwikkelen, en naar het oppervlak van het fruit te laten bewegen. Zodoende leidt, wanneer het fruit W van het luchtslot B in de kamer C 10 gaat, de afname in de omringende luchtdruk tot het expanderen en/of zich ontwikkelen uit een opgeloste toestand in de vloeistoffen van de gassen. Als de gassen zich ontwikkelen, worden zij door de zuigpomp verwijderd.

beschouwd worden

In alle gevallen kan de wormschroef 30/als een middel 15 voor het voortbewegen van fruit door de ontluchtingskamer C mét elke gewenste snelheid zodat de gewenste mate van ontluchting van het fruit verkregen kan worden voordat het de concentratiekamer D bereikt. Zodoende kan door het variëren van de snelheid van de motor 33 de rotatiesnelheid van deze schroef 30 gevarieerd 20 worden en kan de voortbewegingssnelheid van het fruit door de ontluchtingskamer C zondermeer geregeld worden. Een snelheid van vier tot vijf omwentelingen per minuut, waarbij de schroef een spoed van vijftien centimeter heeft, is bevredigend gebleken.

Het zal duidelijk zijn dat andere middelen aangebracht 25 zouden kunnen worden voor het in langsrichting laten voortbewegen van het fruit door de ontluchtingskamer C, waarbij het van belang is dat het fruit langzaam bewogen wordt en met de minste mate van fysisch contact met mechanische onderdelen of dergelijke waardoor de oppervlakken van het fruit gedurende het ontluchtings-30 proces structureel beschadigd zouden worden.

Er zijn ook middelen aangebracht voor het in langsrichting door de cilinder 45 voortbewegen van het fruit. Dergelijke middelen kunnen een aantal verschillende vormen aannemen maarbij de weergegeven uitvoering in de horizontale as van de cilinder 45 omlaag 35 hellend naar het rechter uitgangseinde in een gewenste mate zodat 8202073 -15- als de cilinder 45 roteert, het zich daarin bevindende fruit onder inwerking van de zwaartekracht langzaam van links naar rechts voortbewegen en uiteindelijk van het rechtereinde van de cilinder 45 af in de hopper 75 vallen zal.

5 Stelschroeven 90 aan het ondereinde van de poten 91 van het frame F kunnen worden gebruikt om deze hoek in te stellen. Als alternatief kunnen de kamers C en D instelbaar gemonteerd zijn ten opzichte van het frame F om deze omlaaghelling van de hartlijn van de as 50 te verschaffen.

10 Als de cilinder 45 roteert, strekt deze er natuurlijk toe om het fruit W omhoog te voeren langs de zijde daarvan tot de zwaartekracht op het fruit W de wrijvingskrachten tussen het fruit en de cilinderwanden overtreft, op welk punt de cilinder ononderbroken onder en in contact met het fruit W verder schuift.

15 De binnenzijde van de cilinder 45 is heel glad zodat de wrijving op een minimum gehouden wordt.

Als de cilinder 45 onder het fruit inschuift, beweegt het geleidelijk axiaal door de cilinder 45 naar het rechtereinde.

Bij de voorkeursverrichting worden de ontluchtings- en 20 concentratiekamers C en D op een onderdruk van 72 cm Hg gehouden.

Bij deze druk bedraagt de kooktemperatuur van water zoals bepaald uit gebruikelijke technische handboeken ongeveer 93 tot 94° F, een temperatuur aanzienlijk onder de kooktemperatuur van water bij atmosferische drukken en een temperatuur in hoofdzaak onder 25 die welke de kleuring van het fruit afbreekt of het aroma daarvan verandert. In feite ligt deze temperatuur onder de maximum omgevingstemperatuur waaraan het fruit zou worden blootgesteld terwijl het in de velden groeit.

Fruit, dat de buis A binnengaat, kan op elke temperatuur 30 in het bereik van ongeveer 40° tot 100° F verkeren afhangende van de omgevingstemperatuur op het moment van plukken. Dit fruit laat men het luchtslot B binnengaan door eerst de klep 15 te openen terwijl de klep 16 gesloten gehouden wordt en dan de klep 15 te sluiten en de klep 16 te openen. Op dit punt kan 35 fruit in het luchtslot B onder inwerking van de zwaartekracht 8202073 * -16- in de ontluchtingskamer C en op de bodem van de cilinder 20 vallen. De klep 16 is dan gesloten voorafgaand aan het weer vullen van het luchtslot B met binnenkanend fruit.

Zodra het fruit de ontluchtingskamer C binnengaat 5 beginnen de lucht of andere gassen, die in de sappen van het fruit opgelost zijn of als een gas optreden, te expanderen en naar het oppervlak van het fruit te bewegen. Daarbij beginnen als gevolg van de afgenomen druk buiten het fruit, de vloeistoffen en sappen van het fruit ook naar het oppervlak te bewegen en dit 10 te bedekken. Dit resulteert in een zeer aanzienlijke schuim- werking. Als de lucht naar het oppervlak van het fruit beweegt, wordt deze onmiddellijk afgezogen door de stijgpijp 84 naar de (niet weergegeven) onderdrukpomp.

De onderdruk veroorzaakt ook enige verdamping van de 15 vloeistoffen wat normaal een gering koeleffect op het fruit zou hebben. Teneinde deze koelwerking te neutraliseren en ook de mate van ontwikkeling van de lucht uit de fruitsappen te verhogen, wordt de cilinder 25 verwarmd door heet water of lagedrukstoom die door de pijp 26 toetreedt. Bij de voorkeursuitvoering bedraagt 20 deze temperatuur ongeveer 215°, welke temperatuur laag genoeg is ( de beperkte mate van contact tussen de oppervlakken van de cilinder en het fruit W in aanmerking genomen en overwegend dat de geringe hoeveelheid lucht, die in de ontluchtingskamer C overblijft, een betrekkelijk slechte geleider van warmte is) 25 om het fruit enigszins te verwarmen maar volgens de uitvinding is de mate van verwarming zodanig dat het fruit niet verwarmd wordt boven de kooktemperatuur van water bij de onderdruk, die bewaard wordt. Bij deze temperatuur en bij een druk van 72 cm Hg expanderen de gassen niet in een mate of met een zodanige snelheid 30 dat de celwanden hierdoor gescheurd worden.

Het zal duidelijk zijn dat het fruit opgebouwd is uit grote aantallen afzonderlijke cellen, elk ongeven door een celwand waardoor vloeistoffen en/of lucht of andere gassen in elke richting kunnen gaan, hetzij door de osmosekrachten hetzij door de diffusie-35 krachten als gevolg van verschillen in druk. Deze verschillen in druk kunnen resulteren in het zich ontwikkelen van stoom of lucht 8202073 > > -17- binnen de cellen van het fruit in een mate sneller dan de gassen hetzij door osmose hetzij diffusie door de wanden van het fruit kunnen gaan. Indien dit gebeurt, worden de wanden van de cellen gescheurd en zal de structurele samenhang van het fruit vernield 5 worden. Volgens de uitvinding wordt de temperatuur van het fruit in de ontluchtingskamer steeds onder die waarbij het water in de sappen koken zal gehouden zodat overmatige drukverschillen niet opgewekt worden tussen de binnenzijde van de cellen van het fruit en de buitenzijde.

10 Wanneer het fruit W eenmaal ontlucht is, zoals waargenomen kan worden door tenminste een gedeeltelijke afname in de mate van schuiming, gaat het in de cilinder 45. De mate van voortbeweging van het fruit in de cilinder 45 staat in verband met de mate van voortbeweging van het fruit door de cilinder 45 en de » 15 rotatiesnelheid daarvan zodanig dat slechts een dunne laag van het fruit op de bodem van de cilinder 45 rust. Dit is om verschillende redenen wenselijk, waarvan er een is om overmatige samen-drukkingskrachten op het fruit in onderste gedeelten van enige • laag te voorkomen en in de tweede plaats om een. maximum blootge-20 steld oppervlak van het fruit te verschaffen om voor de maximum mate van overbrenging van sappen naar de wanden van de cilinder te zorgen.

De cilinder 45 wordt verwarmd tot temperaturen aanzienlijk hoger dan die in de ontluchtingskamer C, waarbij gebleken is dat 25 wanneer de lucht eenmaal ontwikkeld is, het dan mogelijk wordt ctn de ontwikkeling van de vloeistoffen door de celwanden te verhogen maar de nadruk moet er op gelegd worden dat het nodig is dat de vloeistoffen binnen de cellen nooit de kooktemperatuur van water bij de te bewaren onderdruk bereiken.

30 Zodoende zullen bij de te bewaren onderdruk vloeistoffen binnen de cellen van het fruit hetzij door diffusie hetzij osmose door de celwanden gaan, waarbij duidelijk moet zijn dat als het water op het oppervlak van het fruit verdampt, de concentratie of hoeveelheid suiker in het water op het oppervlak van het fruit 35 boven die binnen de cellen van het fruit uitgaat en osmosewerking 8202073 m -18- kan resulteren in aanvulling op diffusie.

Als de cilinder 45 roteert met het fruit daarop glijdend en schuivend hechtende vloeistoffen, die naar het oppervlak van het fruit bewegen, zich aan het binnenoppervlak van de cilinder 5 45 en wordt dit hierdoor bedekt met een laag die algemeen met het verwijzingscijfer 100 aangegeven is. Dit is een dunne laag van een zich continu verdikkende vloeistof die continu verwarmd wordt door de geleiding van warmte van de wanden van de cilinder 45. Als de wanden van de cilinder 45 verwarmd worden tot een 10 temperatuur die boven de kooktemperatuur van water bij de te bewaren onderdruk uitgaat, treedt er koken en een snelle verdamping van water van het oppervlak van de cilinder op en als dit water verdampt, wordt de waterdamp Cnu een gas) constant afgezogen door middel van de onderdrukpomp. Een rotatiesnelheid van 15 15 tot 20 omwentelingen per minuut is bevredigend gebleken.

Van belang is dat er op geen enkel moment een oppervlak van de cilinder 45 blootgesteld moet worden. De rotatiesnelheid van de cilinder 45 en de temperatuur van de tot de cilinder 45 toegelaten stoom worden dus zo geregeld dat alle gedeelten van 20 het binnenoppervlak van de cilinder 45 te allen tijde met een vloeistof bedekt zijn. Zodoende wordt tegen de tijd dat elk punt op de cilinder 45 het fruit achtergelaten heeft en zijn rotatie-boog voltooid heeft en weer onder het fruit begint te schuiven, het nog met vruchtsappen gedrenkt. Op deze wijze zal duidelijk zijn , 25 dat ongeacht hoe heet de cilinder 45 verwarmd wordt, de temperatuur van de sappen, die met het fruit W in contact verkeren, nooit boven de kooktemperatuur van water bij de te bewaren onderdruk uit kunnen gaan. Te allen tijde worden de sappen op een temperatuur van ongeveer 93° F gehouden. Het ligt voor de hand dat deze 30 temperatuur binnen grenzen naar boven en beneden variëren kan als de onderdruk binnen de concentratiekamer D varieert. Het fruit wordt geleidelijk verwarmd door straling en/of convectie en/of geleiding tot aan de kooktemperatuur maar nooit daarboven uit.

Tegen de tijd dat het fruit het rechtereinde van de cilin-35 der 45 bereikt heeft, afhangende van de voortbewegingssnelheid, zal 9202073 — ' * -19- de mate van concentratie normaal tussen 40 en 60% van het oorspronkelijke gewicht van het fruit liggen. Door het variëren van de helling van de as 50 kan de bewegingssnelheid van het fruit door de kamer D geregeld worden en desgewenst kunnen 5 sterkere maten van concentratie verkregen worden.

Wanneer het fruit eenmaal van het rechtereinde van de cilinder 45 valt, komt het in de hopper 75 terecht en gaat dan door het luchtslot 80 voor de uiteindelijke beschikking die uit bevriezing voor verzending of onmiddellijke verwerking tot 10 een uiteindelijk eindproduct bestaan kan. Zodoende kan, indien onmiddellijk verwerking gewenst wordt, het fruit verwarmd worden tot een geschikte inmaaktemperatuur bijvoorbeeld 180 tot 190° F en het nodige citroenzuur toegevoegd worden om de pectine te activeren.

15 Het fruit wordt, als dit het luchtslot 80 verlaat, bedekt met een in het algemeen kleverige stroop maar de stukken fruit hebben in hoofdzaak dezelfde vorm, gedaante en kleur en hetzelfde aroma als wanneerhet de ontluchtingskamer C binnentrad, waarbij het enige verschil een geringe afname in fysiche afmeting 20 als gevolg van de verwijdering van grote hoeveelheden water is.

Bij het afwassen heeft het fruit niet het gerimpelde voorkomen van pruimen of krenten maar heeft het een stevige en gladde textuur.

Zodoende zal worden gezien dat een werkwijze voor de 25 concentratie van fruit verschaft is, waarbij het fruit eerst onderworpen wordt aan een ontgassings- of ontluchtingsverrichting terwijl cte temperatuur daarvan op een zodanig niveau gehouden wordt dat drukken binnen de cellen van het fruit ten opzichte van drukken buiten het fruit geen krachten opwekken die voldoende 30 zijn om de celwanden te scheuren zodat de lucht binnen het fruit verwijderd kan worden en men daarna de sappen van het fruit naar het oppervlak kan laten bewegen waar de sappen alleen blootgesteld worden aan temperaturen boven de kooktemperatuur van water maar op een zodanige wijze dat het fruit· zelf nooit verwarmd kan 35 worden tot een temperatuur boven de kooktemperatuur van water bij de te bewaren onderdruk, welke temperatuur onder die waarbij 8202073 -20- de ontkleuring, aantasting van het vruchtaroma of andere ongewenste chemische reacties beginnen in te zetten ligt.

Specifieke voorbeelden van de uitvinding zijn als volgt: VOORBEELD I

5 In een aggregaat, zoals in de tekening weergegeven, werd binnen het verwarmingsoppervlak van de rondwentelende cilinder een totaal van 550 kg aardbeien geconcentreerd. Deze hele aardbeien bestonden gave, stevige, geschikte, gewassen aardbeien die toegevoerd werden aan het aggregaat door het 10 luchtslot B, in de ontluchter C, en dan in de verdamper D. Omdat alleen aardbeien werden gebruikt, werden zeer lage stoomdrukken (0,14 ato)(218° F) gebruikt. Vierhonderdvijftig kilogram aardbeien werden per uur in het aggregaat toegevoerd.

Tweehonderdvijfentwintig kilogram aardbeien werden per uur in 15 het luchtslot E afgevoerd. Elk stuk fruit was bijna helemaal heel en vertoonde een gehalte aan oplosbare vaste stoffen van tweemaal dat van het binnenkomende fruit.

VOORBEELD II

Hele, gave aardbeien werden in het luchtslot B toegevoerd 20 samen met de suikerstroop met 70% aan vaste stoffen in de verhoudingshoeveelheden van vijf delen per gewichtsvolume aan fruit tot één deel van de suikerstroop. Een stoomdruk van 0,56 ato werd op het vat 40 toegepast. Een onderdruk werd gehandhaafd op 719 mm Hg of 40,375 mm druk, resulterende in een verdampings-25 temperatuur van net onder 100° F. Vijfhonderdvijftig kilogram van het mengsel van fruit en stroop werd per uur aan de verdamper toegevoerd. Tweehonderdzeventig kilogram per uur van het fruit en de suiker werd uit het aggregaat afgevoerd. Het fruit bleef heel en vertoonde een uitstekende heldere kleur.

30 VOORBEELD III

Elberta perziken zonder pit werden van de schil ontdaan, in schijfjes gesneden en aan het aggregaat toegevoerd zonder de toevoeging van ook maar iets anders. Een stoomdruk van 2,8 ato (270° F) werd in de cilinder 40 bewaard, en de onderdruk werd 35 op 72 cm gehouden. Zevenhonderdvijfentwintig kilogram perziken 8202073 -21- werden per uur aan het aggregaat toegevoerd, en driehonderdtwintig kilogram tweemaal geconcentreerde in schijfjes gesneden perziken werden per uur uit het aggregaat afgevoerd.

VOORBEELD IV

5 Een mengsel van aardbeien, maisstroop, en pectineoplossing werd zo gemengd dat de verhoudingshoeveelheid van fruit tot vaste zoetstoffen 47-55 bedroeg. Dit komt tegemoet aan de Amerikaanse eisen voor een vruchtenconservering. De brix van dit mengsel op dit punt bedroeg 46 gemeten met een refracto meter.

10 Het mengsel werd aan de verdamper toegevoerd, onder toepassing van dezelfde procedures als bij de andere voorbeelden, met een snelheid van 8.000 kilogram per uur. Door geschikte afstelling van de stoomdruk in de rondwentelende cilinder mat het afgevoerde product 65,5 brix met refracto.meter. Een onderdruk van 72 cm 15 werd bewaard. De afvoersnelheid bedroeg 5.500 kilogram per uur.

m

Dit product werd dan opgevoerd tot een geschikte inmaaktemperatuur .(180-190° f) en het nodige citroenzuur toegevoegd om de pectine te activeren. Het product werd in glazen potten gedaan. Dit bracht 4 een superieure aardbeiconservering voort met nagenoeg al het 20 fruit intact en met heldere kleur en vers aroma.

Het zal duidelijk zijn dat er bij de werking een temperatuurgradiënt optreden zal in de binnenwand van de cilinder 45 van het naar de ruimte 67 toegekeerde oppervlak naar het binnenoppervlak als gevolg van het voortdurende koeleffect van 25 het water in de bedekking op het binnenoppervlak als het verdampt. Het is onmogelijk om deze temperatuur van het oppervlak nauwkeurig te meten ter plaatse van het exacte contactpunt met de vloeistof-bedekking, waarbij de "temperatuur van de cilinderwand" zoals in de conclusies gebezigd die van het verwarmingsmedium zal zijn 30 of de temperatuur waartoe het binnenoppervlak reiken zou indien er geen vloeistofbedekking optrad.

Zodoende zal worden gezien dat een werkwijze voor de concentratie van fruit in voldoende detail beschreven is om elke deskundige op het gebied, waarop de uitvinding betrekking heeft, 35 in staat te stellen de uitvinding te maken en toe te passen.

8202073 -22-

Natuurlijk zullen modificaties en wijzigingen aan de inrichting en/of de hier beschreven verrichtingen bij anderen opkomen bij het lezen en begrijpen van deze beschrijving. Het is de bedoeling om al dergelijke modificaties en wijzigingen voor-5 zover zij binnen het kader van de hierna volgende conclusies vallen mede te omvatten.

Kort samengevat is in het voorgaande een werkwijze voor het concentreren van vruchten beschreven, die ' de oorspronkelijke kleuring en versheid van het aroma conserveert en de 10 structurele samenhang van het fruit gedurende daaropvolgende conserverings- of inmaakverrichtingen bewaart. Het fruit wordt eerst aan een hoge onderdruk onderworpen terwijl alleen genoeg warmte toegevoegd wordt cm het fruit op een temperatuur onder de kooktemperatuur van water bij de bewaarde onderdruk te 15 houden. Dit vindt voortgang tot schuiming veroorzaakt door het vrijkomen van lucht in de cellen van het fruit of ophoudt of althans begint te verminderen. Het fruit wordt dan in een dunne laag door een verwarmde, roterende cilinder, die op dezelfde onderdruk gehouden wordt, bewogen on de sappen in de vruchtcellen naar 20 het oppervlak van het fruit te laten bewegen. Als de cilinder roteert bedekken de sappen de wanden van de cilinder. De cilinder wordt verwarmd tot een temperatuur boven het kookpunt van water bij de bewaarde onderdruk om deze bedekking af te koken. De rotatie-snelheid en de temperatuur worden in een zodanig onderling ver-25 band gebracht dat althans een grootste gedeelte van de binnenwand van de cilinder continu gedrenkt wordt door de bedekking van sappen en het fruit niet getuimeld wordt in de cilinder. Het proces vindt voortgang tot de gewenste mate van concentratie bereikt is.

8202073

Claims (10)

1. Werkwijze voor het concentreren van vers fruit, bestaande uit de opeenvolgende verrichtingen van het onderwerpen van een massa fruit aan een onderdruk die voldoende onder de atmosferische ligt om lucht en vloeistof in de cellen van het 5 fruit door de wanden van de cellen te laten gaan waarbij de mate van verandering van de atmosferische tot de onderdruk voldoende laag is dat de drukverschillen tussen de binnenzijde en buitenzijde van de cellen onvoldoende zijn om krachten op te wekken om de celwanden te scheuren terwijl de temperatuur van het fruit onder 10 het kookpunt van water bij de onderdruk, die bewaard wordt, gehouden wordt tot een grootste gedeelte van de vrije lucht in de cellen of opgelost in de celvloeistof door de wanden van de cellen ontweken is zoals aangegeven wordt door een aanzienlijke vermindering in schuiming van de zich ontwikkelende vloeistoffen 15 als gevolg van de ontwikkeling van de lucht,het dan bewegen van * dit ontlucht fruit in langsrichting door een met glad oppervlak uitgevoerde, roterende, verwarmde cilinder bij een onderdruk voldoende onder de atmosferische om zodoende vloeistof in de cellen van het fruit continu naar de oppervlakken van het fruit 20 en de binnenwanden van de cilinder te laten bewegen en die te bedekken als de cilinder roteert en voldoende boven nuldruk dat de drukverschillen tussen de binnenzijde en buitenzijde van de cellen onvoldoende zijn om de celwanden te scheuren, waarbij de temperatuur van de cilinderwanden boven de kooktemperatuur bij 25 die onderdruk ligt waardoor als de cilinder roteert, het water in de vloeistofbedekking op de wanden van de cilinder vlug verdampt, en de rotatiesnelheid laag genoeg is opdat het fruit niet in een mate van betekenis getuimeld wordt maar in contact met de wanden van de cilinder glijdt maar snel genoeg ten aanzien van de tempera-30 tuur van de cilinderwanden dat althans een grootste gedeelte van de wanden van de cilinder continu gedrenkt worden door de vloeistofbedekking, en het voortzetten van de laatste verrichting tot de gewenste hoeveelheid water uit het fruit verwijderd is.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de 8202073 -24- dikte van een laag fruit in de cilinder zodanig is dat het fruit in het onderste gedeelte van de laag niet beschadigd wordt door samendrukking als gevolg, van het gewicht van het fruit in het bovenste gedeelte.

3. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat een onderdruk van tussen 66 en 76 cm Hg bewaard wordt.

4. Werkwijze volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat een onderdruk van ongeveer 72 cm Hg continu bewaard wordt.

5. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat 10 de rotatiesnelheid tussen 15 en 2.Q omwentelingen per minuut bedraagt.

6. Werkwijze volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de onderdruk ongeveer 72 cm Hg bedraagt en de temperatuur van de cilinderwand ongeveer 250° F is.

7. Inrichting voor een concentratie van vruchten, in combinatie bestaande uit een ontluchtingskamer en een concen-treringskamer in continue verbinding met elkaar, middelen voor het op een onderdruk die boven 51 cm Hg uitgaat houden van beide genoemde kamers, een luchtslot aan één einde van de ontluchtingskamer 20 voor het verbinding stellen van stukken fruit met deze kamer, middelen voor het bewegen van dit fruit door de ontluchtingskamer en in de concentreringskamer, welke concentreringskamer bestaat uit een verwarmde cilinder die een glad binnenoppervlak heeft, middelen voor het roteren van de cilinder, een luchtslot aan het 25 van de ontluchtingskamer verwijderde einde van de cilinder voor het opnemen van geconcentreerd fruit, middelen voor het verwarmen van de ontluchtingskamer en onafhankelijke middelen voor het verwarmen van de concentratiekamer, waarbij de cilinder een langsas heeft die omlaag helt van de ontluchtingskamer naar het van 30 de ontluchtingskamer verwijderde einde.

8. Inrichting volgens conclusie 7, gekenmerkt doordat de middelen voor het bewegen van het fruit door de ontluchtingskamer uit een wormschroef en middelen voor het roteren van deze schrorf met een geregelde snelheid bestaan.

9. Werkwijze, in hoofdzaak zoals voorgesteld in de 8202073 -25- beschrijving en/of tekeningen.

10. Inrichting, in hoofdzaak zoals voorgesteld in de beschrijving en/of tekeningen. * 8202073