NL8201667A - Werkwijze voor het verbranden van een gasvormige of vloeibare brandstof. - Google Patents

Werkwijze voor het verbranden van een gasvormige of vloeibare brandstof. Download PDF

Info

Publication number
NL8201667A
NL8201667A NL8201667A NL8201667A NL8201667A NL 8201667 A NL8201667 A NL 8201667A NL 8201667 A NL8201667 A NL 8201667A NL 8201667 A NL8201667 A NL 8201667A NL 8201667 A NL8201667 A NL 8201667A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
gas
nitrogen
combustion
coal
fuel
Prior art date
Application number
NL8201667A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Neom Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Neom Bv filed Critical Neom Bv
Priority to NL8201667A priority Critical patent/NL8201667A/nl
Publication of NL8201667A publication Critical patent/NL8201667A/nl

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F02COMBUSTION ENGINES; HOT-GAS OR COMBUSTION-PRODUCT ENGINE PLANTS
    • F02CGAS-TURBINE PLANTS; AIR INTAKES FOR JET-PROPULSION PLANTS; CONTROLLING FUEL SUPPLY IN AIR-BREATHING JET-PROPULSION PLANTS
    • F02C3/00Gas-turbine plants characterised by the use of combustion products as the working fluid
    • F02C3/20Gas-turbine plants characterised by the use of combustion products as the working fluid using a special fuel, oxidant, or dilution fluid to generate the combustion products
    • F02C3/26Gas-turbine plants characterised by the use of combustion products as the working fluid using a special fuel, oxidant, or dilution fluid to generate the combustion products the fuel or oxidant being solid or pulverulent, e.g. in slurry or suspension
    • F02C3/28Gas-turbine plants characterised by the use of combustion products as the working fluid using a special fuel, oxidant, or dilution fluid to generate the combustion products the fuel or oxidant being solid or pulverulent, e.g. in slurry or suspension using a separate gas producer for gasifying the fuel before combustion
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F23COMBUSTION APPARATUS; COMBUSTION PROCESSES
    • F23LSUPPLYING AIR OR NON-COMBUSTIBLE LIQUIDS OR GASES TO COMBUSTION APPARATUS IN GENERAL ; VALVES OR DAMPERS SPECIALLY ADAPTED FOR CONTROLLING AIR SUPPLY OR DRAUGHT IN COMBUSTION APPARATUS; INDUCING DRAUGHT IN COMBUSTION APPARATUS; TOPS FOR CHIMNEYS OR VENTILATING SHAFTS; TERMINALS FOR FLUES
    • F23L7/00Supplying non-combustible liquids or gases, other than air, to the fire, e.g. oxygen, steam

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Combustion & Propulsion (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)

Description

k < I?
Nederlandse Energie Ontwikkelings Maatschappij B.V.
Uitvinder: Ir* Henricus J.C. SLEGERS te Sittard 1 PN 3381
WERKWIJZE VOOR HET VERBRANDEN VAN EEN GASVORMIGE OF VLOEIBARE
BRANDSTOF
De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het verbranden van een gasvormige of vloeibare brandstof met behulp van een verbrandingsgas, waarbij naast de brandstof en het verbrandingsgas een verdunningsgas in een verbrandingskamer wordt geleid· 5 Bij het verbranden van gasvormige brandstoffen ontstaan door oxidatie van moleculaire stikstof uit de verbrandingslucht en door oxidatie van in de brandstof aanwezige stikstofverbindingen z.g. thermische stikstofoxiden, die samen met de overige verbrandingsgassen in de atmosfeer worden afgevoerd· De hoogte van de bij de verbranding 10 optredende temperatuur speelt bij de vorming van deze stikstofoxiden een belangrijke rol. De soort gasvormige brandstof die men voor de verbranding toepast heeft uiteraard ook invloed hierop, alsmede onder andere de verblijftijd en de zuurstofconcentratie. Voor de diverse soorten gasvormige brandstoffen, bijvoorbeeld aardgas, steenkoolgas, 15 bruinkoolgas of gas verkregen door vergassing van petroleumresiduen of zware oliën, treden dan ook verschillende ΝΟχ-emissies op die hun oorzaak vinden in onder andere de wijze van vergassing en de hoeveelheid in de uitgangsbrandstof aanwezige stikstof.
Uit de Nederlandse octrooiaanvrage 7209416 is het bekend om 20 in de verbrandingskamer van een gasturbine-installatie naast gasvormige brandstof en verbrandingslucht een tweede luchtstroom van lagere temperatuur toe te voeren. Dit wordt gedaan om de vlamtemperatuur in de verbrandingskamer te verlagen waardoor een vermindering van de vorming van .thermische stikstofoxiden plaatsvindt. Een verlaging van 25 de vlamtemperatuur kan bij vuurhaarden plaatsvinden door recirculatie van rookgassen in de verbrandingskamer samen met als onder wind toegevoerde verbrandingslucht, zoals beschreven in Hydrocarbon Processing, Mei 1980, p. 133 linker kolom.Een andere mogelijkheid is injectie van water of stoom in de verbrandingsruimte.
30 Deze methoden hebben verscheidene nadelen. Zij vereisen bijzondere 8201667 2 W '« voorzieningen of gaan ten koste van het overall rendement van de installatie· Bij de eerste twee methoden is de verlaging van de zuurstofconcentratie slechts beperkt, immers lucht bevat ongeveer 21 gew.-% en rookgassen bevatten nog 15-16 gew.-% zuurstof, met als 5 gevolg, dat toch nog een hoge vlamtemperatuur optreedt en daardoor een ontoelaatbaar grote hoeveelheid stikstofoxiden wordt gevormd. Bovendien dient de constructie van de verbrandingskamer van de gasturbines te worden aangepast, hetgeen extra kosten oproept. Bij water- of stoominjectie wordt weliswaar de vlamtemperatuur verlaagd en daardoor 10 de stikstofoxidevorming verminderd, maar hierbij kan de verdam-pingswarmte van het water niet nuttig worden gebruikt.
Doel van de uitvinding is het verschaffen van een werkwijze die bovengenoemde nadelen niet heeft. Volgens de uitvinding wordt dit bereikt door als verdunningsgas stikstof toe te passen. Het is geble-15 ken, dat niettegenstaande de hiermee gepaard gaande toename van de stikstofconcentratie in de verbrandingskamer, op deze wijze de hoeveelheid gevormde stikstofoxiden tot een aanvaardbare waarde kan worden teruggebracht. De stikstof kan aan het verbrandingsgas toegevoegd worden of, indien gasvormige brandstof wordt toegepast, althans 20 gedeeltelijk aan het te verbranden gas. Een belangrijk voordeel van de werkwijze volgens de uitvinding is, dat geen ingrijpende constructieve aanpassing van de verbrandingskamer nodig is. De stikstof wordt gemengd met de verbrandingslucht en/of in het geval dat een gasvormige brandstof wordt gebruikt, aan de brandstof toegevoegd· Dit kan op een-25 voudige wijze worden gerealiseerd.
De uitvinding heeft in het bijzonder betrekking op een werkwijze waarbij stikstof als verdunningsgas wordt toegepast bij de verbranding van een gasmengsel verkregen door vergassen van vaste en/of vloeibare brandstoffen of mengsels hiervan. Als vaste brandstof 30 kunnen steenkool, bruinkool en residuen van zware oliën worden toegepast. Als vloeibare brandstof kan men zware oliën toepassen. Mengsels van vaste brandstof, zoals steenkool met olie zijn ook toepasbaar als uitgangsbrandstof voor de bereiding van een gasvormig brandstof-mengsel· 35 De laatste jaren gaat men er steeds meer toe over om opnieuw steenkool toe te passen voor de opwekking van elektrische energie. Bij 8201667 *ί· <·* 3 met lucht vergassen van steenkool wordt een stookgas verkregen dat 60 3. 70 % niet brandbare componenten, zoals N2 en CO2, bevat* De stook-waarde van dit gas bedraagt ca. 3,5-5,0 Mj/m^. Bij verstoken van dit gas in een moderne gasturbineinstallatie zal de vlamtemperatuur, 5 afhankelijk van de gassamenstelling, de gastemperatuur en de temperatuur van de gecomprimeerde verbrandingslucht, ca* 1600-1700 eC bedragen.
Bij zuurstofvergassing van steenkolen kan een stookgas worden verkregen dat slechts 4 3 15 % inerte componenten bevat, zoals N2, CO2, Ar 10 en H20, terwijl de stookwaarde ca. 10-11 Mj/m^ bedraagt. Bij de moderne gasturbines zal de vlamtemperatuur afhankelijk van de gassamenstelling, de gastemperatuur en de temperatuur van de gecomprimeerde verbrandingslucht liggen rond 2200 d 2300 °G. Gezien een aantal voordelen van het zuurstofvergassingsproces, zoals compacte installatie en 15 afwezigheid van grote hoeveelheden stikstof bij het op reactietem-peratuur brengen in de vergassingsreactor, ligt het voor de hand om dit type vergassing toe te passen voor het opwekken van electriciteit.
Ben nadeel van door zuurstofvergassing verkregen kolengas is echter, dat bij verbranding in een gasturbine door de hoge vlamtemperatuur de 20 uitworp aan stikstofoxiden in vele gevallen ontoelaatbaar hoog is.
De werkwijze volgens de uitvinding kan dan ook met bijzonder voordeel worden toegepast bij het verbranden met verbrandingslucht van een door zuurstofvergassing van steenkool verkregen gasmengsel in een gasturbineinstallatie, door als verdunningsgas aan de verbrandingskamer de 25 stikstof toe te voeren, die is verkregen in de luchtscheiding waarin de zuurstof voor de steenkoolvergassing wordt afgescheiden.
De hoeveelheid toe te voegen stikstof is afhankelijk van de soort gasvormige brandstof waar men van uitgaat en van de nagestreefde maximale uitworp aan stikstofoxyden. Zo zal men bij toepassing van 30 kolengas een volumeverhouding van kolengas tot stikstof kiezen tussen 2 : 1 en 1 : 2, bij voorkeur tussen 1,2 : 1 en 0,8 : 1. Bij toepassing van aardgas als gasvormige brandstof zal men een volumeverhouding van aardgas tot stikstof kiezen van 2 : 1 tot 1:5, bij voorkeur tussen 1 : 1 en 0,5 : 1. In een gasturbineinstallatie wordt door verdunning 35 van aardgas met stikstof in een verhouding van 1 : 1 een vermindering van de vorming van stikstofoxyden verkregen van ongeveer 40 %. Bij een 8201667 4 «►* * ♦ verdunning van kolengas met stookwaarde van ca. 10 Mj/m^ met stikstof in een volumeverhouding 1 : 1 kan een vermindering aan stikstofoxyden van ongeveer 70 of zelfs meer % worden verkregen.
De uitvinding zal worden toegelicht aan de hand van de 5 tekening. Deze geeft schematisch een werkwijze weer waarin de verdun-ningsmethode volgens de uitvinding wordt toegepast in een met kolengas gevoede gasturbineinstallatie.
Uit een kolenvoorbereidingsinstallatie 1 wordt steenkool in een kolenvergassingseenheid 2 gevoerd samen met gecomprimeerde 10 zuurstof, die uit een luchtseheidingsinstallatie 3 door zuurstof~ compressor 4 wordt aangevoerd· Bet in de vergassingseenheid 2 gevormde kolengas wordt gereinigd in een niet weergegeven reinigingsinstallatie. De uit het kolengas verwijderde zwavelhoudende gassen worden naar een zwavelwinningsinstallatie 5 geleid. Het gezuiverde kolengas en 15 stikstof uit de luchtseheidingsinstallatie worden in een verbrandings-kamer 6 geleid. De stikstof is op de vereiste druk gebracht in een compressor 7. Het is echter ook mogelijk de stikstof in de luchtcompressor te comprimeren. Door een luchtcompressor 8 wordt gecomprimeerde verbrandingslucht naar de verbrandingskamer 6 geleid. De in de 20 verbrandingskamer 6 door verbranding verkregen gassen worden samen met een verdere hoeveelheid gecomprimeerde lucht uit de compressor 8 naar een gasturbine geleid, waar de gassen expanderen, zodat door de turbine 9 een generator 10 en de luchtcompressor 8 worden aangedreven. De afgassen uit de turbine 9 worden bijvoorbeeld naar een afgassenketel 25 11 geleid waarin de warmte nog aanwezig in de gassen wordt gebruikt om stoom te vormen. De in de ketel gevormde stoom wordt naar een stoomturbine 12 geleid die een generator 13 aandrijft. De stikstof kan ook aan de verbrandingslucht worden toegevoerd. De stikstof uit de lucht-scheidingsinstallatie 3 wordt dan direct naar de inlaat van de lucht-30 compressor 8 gevoerd. Samen met lucht wordt de stikstof dan gecomprimeerd en een gedeelte van het lucht-stikstofmengsel wordt naar de verbrandingskamer 6 geleid. Bij een kolengas-stikstofvolumever-houding van 1 ί 1 wordt dan een vermindering van de hoeveelheid stikstofoxyden verkregen van 40 è 50 gew.-% vergeleken bij de situatie 35 waarin uitsluitend lucht wordt toegevoerd. Een nog verdere vermindering nl. met 70 £ 80 gew.-Z kan bij dezelfde kolengas-stikstofver- 8201667 «ς 5 houding evenwel worden bereikt door de stikstof toe te voegen aan het kolengas voordat dit in de verbrandingskamer 6 wordt gevoerd.
Aan de hand van enkele voorbeelden zal voor een gasturbine-installatie het effect van de maatregel volgens de uitvinding op de 5 stikstofoxidenuitworp worden aangegeven.
Voorbeeld I
a. Bij het verstoken van aardgas met de volgende samenstelling: methaan 81,3 vol. % 10 ethaan 2,9 " propaan 0,4 " diverse hogere koolwaterstoffen 0,2 " stikstof 14,3 " 15 kooldioxide 0,9 ” met een drukverhouding van 10, waarbij het aardgas werd toegevoerd bij 15 °C en ca. 16 bar, trad een stikstof-oxiden uitworp op van 100 index-eenheden. ·
De luchttemperatuur na compressie bedroeg 316 °C. De afge-20 leide theoretische vlamtemperatuur met dissociatie was 2100 °C.
b. Bij het aardgas met dezelfde samenstelling als in voorbeeld Ia werd stikstof bijgemengd in een volumeverhouding van lil.
Dit gasmengsel werd onder dezelfde kondities als in voorbeeld Ia toegevoerd aan een gasturbine-installatie. De uitworp aan stikstofoxi- 25 den daalde nu tot 60 index-eenheden. De afgeleide theoretische vlam-temperatuur met dissociatie was nu 1980 °C.
c. Wanneer aan aardgas met dezelfde samenstelling als in voorbeeld Ia stikstof werd toegevoegd in een volumeverhouding aardgas/stikstof van 1 : 2 en het aldus gevormde mengsel onder 30 dezelfde kondities als in voorbeeld Ia werd toegevoerd aan de gasturbine daalde de uitworp aan stikstofoxiden tot 40 index-eenheden. De afgeleide theoretische vlamtemperatuur met dissociatie was in dit geval 1870 °C.
8201667 -Λ 6
Voorbeeld II
a. Bij het verstoken van kolengas verkregen door vergassing - van steenkool met zuurstof dat de volgende samenstelling had: waterstof 36 vol· % 5 koolmonoxide 51 " kooldioxide 12 ” stikstof etc· 1 " met een drukverhouding van 10* waarbij het kolengas werd toegevoerd met een temperatuur van 250 °C en onder een druk van 16 bar trad een 10 stikstof-oxidenuitworp op van 100 index-eenheden.
De luchttemperatuur na compressie bedroeg 316 °C. De afgeleide theoretische vlamtemperatuur met dissociatie bedroeg 2240 °C.
b. Bij het verstoken van kolengas met dezelfde samenstelling als in voorbeeld Ha werd stikstof aan het kolengas toegevoegd in een 15 volumeverhouding kolengas/stikstof van 1 : 1 en het aldus verkregen gasmengsel werd onder dezelfde kondities als in voorbeeld ïïa aan de gasturbine toegevoerd. Dê uitworp aan stikstofoxiden bedroeg nu 22 index-eenheden.
De luchttemperatuur na compressie bedroeg 316 °C. De afgeleide theore-20 tische vlamtemperatuur met dissociatie was 1855 °C.
c· Bij het toevoegen van een hoeveelheid stikstof aan de verbrandingslucht vddr de compressor in een volumeverhouding kolengas/stikstof van 1 : 1* waardoor een stikstof-luchtmengsel gedeeltelijk in de verbrandingskamer terecht kwam en het kolengas, dat 25 dezelfde samenstelling had als in voorbeeld Ha, in de gasturbine verbrandde bedroeg de uitworp aan stikstofoxiden 63 index-eenheden.
De afgeleide theoretische vlamtemperatuur met dissociatie was 2130 eC.
8201667

Claims (13)

1. Werkwijze voor het verbranden van een gasvormige of vloeibare brandstof met behulp van een verbrandingsgas waarbij naast de brandstof en het verbrandingsgas een verdunningsgas in de verbran-dingskamer wordt geleld, met het kenmerk, dat als verdunningsgas 5 stikstof wordt toegepast·
2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de stikstof aan het verbrandingsgas wordt toegevoegd·
3· Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de stikstof althans gedeeltelijk aan de te verbranden gasvormige 10 brandstof wordt toegevoegd.
4· Werkwijze volgens een of meer der conclusies 1-3, met het kenmerk, dat de stikstof als verdunningsgas wordt toegepast bij de verbranding van een gasmengsel verkregen door vergassen van vaste en/of vloeibare brandstoffen of mengsels hiervan. 15
5· Werkwijze volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat als vaste brandstof steenkool, bruinkool of residuen van zware oliën worden toegepast·
6* Werkwijze volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat men aan de verbrandingskamer van een gasturbineinstallatie waarin een door 20 vergassing van steenkool met zuurstof verkregen gasmengsel wordt verbrand verdunningsstikstof toevoert die is verkregen in de luchtscheiding waarin de zuurstof voor de steenkoolvergassing wordt afgescheiden.
7. Werkwijze volgens conclusie 5 of 6, met het kenmerk, dat men aan 25 een door steenkoolvergassing verkregen gasvormig brandstofmengsel een hoeveelheid stikstof toevoert in een volumeverhouding van kolengas tot stikstof van 2 : 1 tot 1:2.
7 PN 3381
8. Werkwijze volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat men de volumeverhouding kolengas : stikstof instelt tussen 1,2 : 1 en 0,8 : 1.
9. Werkwijze volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat als vloeibare brandstof zware oliën worden toegepast.
10. Werkwijze volgens een of meer der conclusies 1-3, met het kenmerk, dat de stikstof wordt toegepast bij de verbranding van aardgas. 8201667 ·+
11. Werkwijze volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat men bij de verbranding van aardgas een hoeveelheid stikstof toevoert in een volumeverhouding van aardgas tot stikstof van 2:1 tot 1:5.
12« Werkwijze volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat men de volu-5 meverhouding aardgas : stikstof instelt tussen 1 : 1 en 0,5 : 1.
13. Werkwijze voor het verbranden van een gasvormige of vloeibare brandstof zoals beschreven en toegelicht aan de hand van de tekening. WR/TS 8201667
NL8201667A 1982-04-22 1982-04-22 Werkwijze voor het verbranden van een gasvormige of vloeibare brandstof. NL8201667A (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8201667A NL8201667A (nl) 1982-04-22 1982-04-22 Werkwijze voor het verbranden van een gasvormige of vloeibare brandstof.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8201667 1982-04-22
NL8201667A NL8201667A (nl) 1982-04-22 1982-04-22 Werkwijze voor het verbranden van een gasvormige of vloeibare brandstof.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8201667A true NL8201667A (nl) 1983-11-16

Family

ID=19839633

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8201667A NL8201667A (nl) 1982-04-22 1982-04-22 Werkwijze voor het verbranden van een gasvormige of vloeibare brandstof.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL8201667A (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0148973A2 (de) * 1983-05-31 1985-07-24 Siemens Aktiengesellschaft Kombinierte Gasturbinen-Dampfturbinen-Anlage mit vorgeschalteter Kohlevergasungsanlage

Cited By (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0148973A2 (de) * 1983-05-31 1985-07-24 Siemens Aktiengesellschaft Kombinierte Gasturbinen-Dampfturbinen-Anlage mit vorgeschalteter Kohlevergasungsanlage
EP0148973A3 (en) * 1983-05-31 1986-02-05 Kraftwerk Union Aktiengesellschaft Combined gas-turbine-steam turbine plant with preconnected coal gasification plant

Similar Documents

Publication Publication Date Title
EP1373687B1 (en) Integrated air separation and power generation process
US6574962B1 (en) KOH flue gas recirculation power plant with waste heat and byproduct recovery
KR101354809B1 (ko) 재생기 연도가스 중 CO 및 NOx의 감소
US5937652A (en) Process for coal or biomass fuel gasification by carbon dioxide extracted from a boiler flue gas stream
US4193259A (en) Process for the generation of power from carbonaceous fuels with minimal atmospheric pollution
JP5873651B2 (ja) ガス・タービン・エンジン内で排気ガスを用いるためのシステムおよび方法
RU2128683C1 (ru) Способ использования твердых топлив с низкой теплотворной способностью
AU2002236164A1 (en) Integrated air separation and power generation process
CA2758422C (en) Coal/coke/heavy residual oil boiler with sulfur and carbon dioxide capture and recovery
EP1939269A1 (en) Preheating process and apparatus for FCC regenerator
US4811555A (en) Low NOX cogeneration process
GB2067668A (en) Control of NOx emissions in a stationary gas turbine
NO178478B (no) Fremgangsmåte og apparat for å redusere utslipp av N2O når nitrogenholdige brensler brennes i reaktorer med fluidisert sjikt
Nussbaumer et al. Overview of biomass combustion
JPH11159346A (ja) ガスタービンまたは複合サイクル発電プラントで圧縮前にプロセスガスから不活性ガスを除去する方法
CN1059021A (zh) 各种燃料燃烧时减少氮的氧化物的排放的方法
NL8201667A (nl) Werkwijze voor het verbranden van een gasvormige of vloeibare brandstof.
Williams Role of fossil fuels in electricity generation and their environmental impact
Crouch et al. Recent Experimental Results on Gasification and Combustion of Low BTU Gas for Gas Turbines
EA199800440A1 (ru) Способ преобразования энергии сжатого газа в полезную работу и газотурбинная (паровая) установка для его применения
CN214307097U (zh) 一种基于水蒸气热等离子体的煤粉燃烧装置
Akhmetshin et al. Analysis of Gaseous Anthropogenic Emissions from Coal and Slurry Fuel Combustion and Pyrolysis
Thoman et al. Development of Coal-Fueled Gas Turbine Systems for Electric Utility Application
RU2277638C1 (ru) Способ и устройство для получения электроэнергии путем использования конденсированных топлив
Mulholland et al. Low NOx, high efficiency multistaged burner: fuel oil results

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BI The patent application has been withdrawn