NL8201334A - Afspeelapparaat voor uitlezing van op een stilstaand beeld betrekking hebbende video-informatie. - Google Patents

Description

...... » 'i .

i ·* « C/Ca/eh/1392

Afspeelapparaat voor uitiezing van op een stilstaand beeld betrekking hebbende video-informatie.

De uitvinding heeft betrekking .op een af-speelapparaat voor uitlezing van op een stilstaand beeld betrekking hebbende video-informatie uit een als schijfvormige plaat uitgevoerd registratiemedium.

5 Sedert enige tijd is sprake van een als "elec- tronische camera" aangeduide camera voor opname van een stilstaand beeld met bijbehorend afspeelapparaat van het hiervoor beschreven type. Een door een dergelijke electro-nische camera opgenomen beeld kan rechtstreeks worden zicht-10 baar gemaakt op een televisie-ontvanger, dat wil zeggen zonder voorafgaande fotografische ontwikkeling met behulp van zilver bevattende verbindingen en dergelijke. De onderhavige uitvinding is meer in het bijzonder gericht op het genoemde afspeelapparaat.

15 Bij een als videoplaatrecorder met een magneti sche registratieplaat en een magneetkop uitgevoerd afspeelapparaat van gebruikelijk type voor uitlezing van op een stilstaand beeld betrekking hebbende video-informatie zijn nabij de magnetische registratieplaat twee of meer magneet-20 koppen aangebracht. De door de twee magneetkoppen uitgelezen signalen worden bij ieder beeldraster (1/60 sec.) van een standaardtelevisiesignaal overgeschakeld ter verkrijging van een uit twee beeldrasters bestaand, "stilstaand", volledig videobeeld met het voordeel van een hoge beeldresolutie. Het 25 aan de gebruikelijke weergave van een stilstaand beeld op basis van volledige videobeeldweergave inherente flikkeren van het beeld treedt bij opname van een stilstaand voorwerp niet op.

Daarentegen vertoont een door herhaalde weer-30 gave of uitlezing van de op één beeldraster betrekking heb-ζ) bende video-informatie verkregen, stilstaand beeld een lagere \ beeldresolutie dan een op uitlezing van een volledig video beeld gebaseerd, stilstaand beeld. Daar staat echter tegenover, dat bij beeldweergave op basis van beeldrasteruitlezing 35 de hoeveelheid te registreren video-informatie de helft bedraagt 8201334 - 2 - t' » « * van dié bij op uitlezing van een volledig videobeeld gebaseerde beeldweergave. Dit wil zeggen, dat op een enkele magnetische plaat bij een op beeldrasteruitlezing gebaseerd stelsel voor weergave van een stilstaand beeld (de informatie 5 omtrent) een groter aantal dergelijke stilstaande beelden kan worden geregistreerd dan bij een op volledige videobeeld-uitlezing gebaseerd stelsel. In verband daarmede verdient het aanbeveling, dat een stelsel voor weergave van een stil-staand beeld zowel in staat tot weergave van een stilstaand 10 beeld op basis van beeldrasteruitlezing als tot dergelijke beeldweergave op basis van volledige videobeelduitlezing is, waarbij afhankelijk van de wijze, waarop de informatieregis-tratie op een videoplaat heeft plaatsgevonden, de ene of de andere wijze van beeldweergave kan worden toegepast.

15 In verbandcharmede stelt de uitvinding zich ten doel, een afspeelapparaat voor uitlezing van op een stilstaand beeld betrekking hebbende video-informatie uit een als schijfvormige plaat uitgevoerd registratiemedium te verschaffen, waarmee beeldweergave van een stilstaand beeld zowel op basis 20 van beeldrasteruitlezing als op basis van volledige videobeelduitlezing mogelijk is.

Voorts stelt de uitvinding zich ten doel, een afspeelapparaat voor uitlezing van op een stilstaand beeld betrekking hebbende video-informatie te verschaffen, waarbij 25 de montage met hoge nauwkeurigheid van een aantal uitlees- . koppen of de overschakeling tussen de uitgangssignalen van verschillende uitleeskoppen overbodig is en een eenvoudige constructie wordt verkregen.

Volgens de uitvinding is het afspeelapparaat 30 uitgerust met één enkele uifelees- of weergeefkop, welke is aangebracht op een positioneringsinrichting én zich bevindt nabij een schijfvormig registratiemedium, dat met de beeld-rasterfrequentie in rotatie wordt aangedreven en een aantal concentrische registratiesporen bevat, in ieder waarvan de op 35 één beeldrasterperiode betrekking hebbende video-informatie kan worden opgenomen. De weergeefkop wordt door de positioneringsinrichting van een registratiespoor naar een aangrenzend registratiespoor verplaatst, zodanig", dat tijdens twee omwente- 8201334 4. , - 3 - A 3· 1 ^ * lingen van het registratiemedium de tezamen op êén stilstaand beeld betrekking hebbende video-informatie van twee beeld-rasterperioden van standaardtelevisiesignalen kan worden uitgelezen.

5 De uitvinding zal worden verduidelijkt in de nu volgende beschrijving aan de hand van de bijbehorende tekening van enige voorkeursuitvoeringsvormen, waartoe de uitvinding ..-j· zich echter niet beperkt. In de tekening tonen: fig. 1 een schematische weergave van een mag-10 netische, schijfvormige plaat en de daarover door een magneet-kop uitgevoerde aftastbaan volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding, fig. 2A en 2B enige golfvormen ter verduidelijking van de beweging van de magneetkop, 15 fig. 3 een schematische weergave, gedeeltelijk uitgevoerd als blokschema, van een afspeelapparaat volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding, fig. 4A en 4B respectievelijk een bovenaanzicht op en een doorsnede door een magneëtkopbevestigingsmechanisme 20 volgens de uitvinding, en fig. 5A en 5B enige golfvormen ter verduidelijking van de werking van een uitvoeringsvorm van de uitvinding.

De schematische weergave volgens fig. 1 toont een registratiemedium in de vorm van een schijfvormige plaat 25 1, welke kan bestaan uit een magnetische plaat en is voorzien van een aantal concentrische registratiesporen R1 en R2, welke ieder aan één beeldraster van een standaardvideosignaal zijn toegevoegd. In het hart van de magnetische plaat 1 bevindt zich een doorgaand gat 2 voor opname van een rotatie-aandrijf-30 as. Wanneer de magnetische j^laat tijdens signaalopname bij stilstaande opneemmagneetkop met de beeldrasterfrequentie in rotatie wordt aangedreven, terwijl aan de opneemmagneetkop fre-quentiegemoduleerde videosignalen worden toegevoerd, zullen dergelijke bij één beeldraster behorende videosignalen gedu-35 rende êén enkele omwenteling van de magnetische plaat 1 worden opgenomen, zodat deze dan de op een stilstaand beeld betrekking hebbende video-informatie voor één beeldraster bevat. De 8201334 -4-.

if..*· ) < desbetreffende informatie kan onder toepassing van een stilstaande weergeefmagneetkop worden uitgelezen.

Nadat het eerste beeldraster met video-infor-matie van een volledig videobeeld volgens één enkel registra-5 tiespoor is opgenomen, wordt de opneemmagneetkop in radiale richting verplaatst over een met een spoorsteekwaarde Wt van bijvoorbeeld 0,14 mm, waarna het tweede beeldraster met video-informatie van het desbetreffende videobeeld volgens een aangrenzend registratiespoor op de magnetische plaat kan worden 10 opgenomen; deze laatstgenoemde bevat dan de volledige video-beeldinformatie voor een stilstaand beeld. Voor uitlezing van de op een volledig videobeeld betrekking hebbende informatie voor een stilstaand beeld uit de magnetische plaat worden freguentiegemoduléerde videosignalen voor het eerste beeld-15 raster door aftasting volgens de baan uitgelezen, waarna de aftastpositie van de weergeefmagneetkop naar het aangrenzende registratiespoor wordt verplaatst en. de frequentiegemoduleerde videosignalen voor het tweede beeldraster door aftasting via de aftastbaan R2 worden uitgelezen. De aftastpositie van 20 de magneetkop wordt dan weer naar de oorspronkelijke positie teruggebracht, zodat de magneetkop vervolgens weer de aftastbaan R1 volgt. Deze cyclus herhaalt zich, waarbij de overschakeling van de aftastpositie van de magneetkop tussen de beide registratiesporen R1 en R2 plaatsvindt met een schakel-25 tijdsinterval Ts ter grootte 8H, waarbij H één horizontale synchronisatieperiodeduur is.

Het schakeltijdsinterval Ts wordt zodanig gekozen, dat het in de verticale onderdrukkingsperiode V-BLK van het standaardvideosignaal valt, zoals vergelijking van de fig. 2A 30 en 2B laat zien. In fig. 2A*z-ijn de vereffeningsimpulsen en de horizontale synchronisatie-impulsen met een periodeduur van Q,5H tijdens het verticale onderdrukkingsinterval V-BLK niet afgebeeld. In fig. 2A vertegenwoordigt VD het verticale syn-chronisatiesignaal met een duur van 3H, terwijl EQ de vóór of 35 achter het verticale synchronisatiesignaal VD komende veref-feningsimpulsduur vertegenwoordigt. De overschakeling van de aftastpositie van de magneetkop vindt plaats in reactie op een 8201334 "" .......___ .. . . .-¾ -.-. -- 4 1 V t - 5 - schakelimpulstrein, welke aan de voorflank van het verticale synchronisatiesignaal VD wordt opgewekt. Aangezien de magnetische plaat 1 roteert, zal de aftastpositie tijdens het genoemde schakeltijdsinterval Ts over een met één steekwaarde 5 Wt overeenkomende afstand veranderen, zoals fig. 2B laat zien.

Volgens de onderhavige uitvinding is het mogelijk om gedurende één enkele omwenteling van de magnetische plaat 1 een op de video-informatie van één beeldraster gebaseerd, stilstaand beeld uit te lezen of om gedurende twee.opeen-10 volgende omwentelingen van de magnetische plaat 1 een op de video-informatie van twee bijeen behorende beeldrasters gebaseerd, stilstaand beeld weer te geven. Fig. 3 toont, grotendeels in de vorm van een blokschema, een afspeelapparaat volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding, waarbij de 15 video-informatie van het eerste beeldraster (van een volledig videobeeld) in de ene en de video-informatie van het tweede beeldraster in de andere van twee aangrenzende registratie-sporen is opgenomen. Een weergeef(magneet)kop 3 is aangebracht op het vrije uiteinde van een arm 4, welke zich nabij de mag-20 netische plaat 1 uitstrekt. De arm 4 kan scharnieren om een as 5, waarna de weergeefkop 3 een ander dan het voorafgaande registratiespoor op de magnetische plaat 1 kan aftasten. De op de magnetische plaat 1 in fig. 3 afgeheelde getallen hebben betrekking op de aftastbeeldregelnummers van een standaard-25 televisiesignaal.

Zoals uit de fig. 4A en 4B naar voren komt, is op het van de weergeefkop 3 afgekeerde einde van de arm 4 een spoel 6 aangebracht; nabij de spoel 6 zijn twee in fig. 4A met gebroken lijnen getekende magneten 8A en 8B aangebracht, 30 welke magneetvelden binnen"*de spoel 6 opwekken. Wanneer door de spoel 6 een stroom van het ene uiteinde 7a naar het andere uiteinde 7b wordt gevoerd, zal de arm 4 door de daarbij opgei: wekte elektromagnetische kracht in een scharnierende beweging worden gebracht. De volgens de uitvinding toe te passen posi-35 tioneringsinrichting omvat de genoemde spoel 6 en de magneten 8a en 8b; deze positioneringsinrichting dient niet alleen voor verplaatsing in een radiale richting van de weergeefkop 3 8201334 * * - 6 - voor overschakeling van het ene naar het andere registratie-spoor op de magnetische plaat 1, doch tevens voor verplaatsing van de weergeefkop 3 over een met de spoorsteekwaarde Wt overeenkomende afstand tijdens beeldweergave op basis van de uit 5 twee bijeen behorende beeldrasters uitgelezen video-informatie. Aangezien de weergeefkop 3 via de arm 4 om de as 5 scharniertr kan de afstand, waarover de weergeefkop dient te bewegen voor .overschakeling naar een aangrenzend registratiespoor, variëren en groter of kleiner dan de spoorsteekwaarde worden, zulks af-10 hankelijk van de positie van de weergeefkop ten opzichte van het hart van de magnetische plaat 1. In verband daarmede is aan de as 5 een positiedetectie-inrichting 9 voor detectie van de rotatiehoek van de as 5 toegevoegd, waarvan het elec-trische uitgangssignaal een aanwijzing van de positie vormt.

15 In plaats van de toepassing van het hiervoor be schreven kopverplaatsingsmechanisme is ook de toepassing moegelijk van een kopverplaatsingsmechanisme met een leidschroef-spindel met een leidmoer, welke zich met hun hartlijn in de radiale richting van de magnetische plaat uitstrekken voor ver-20 plaatsing van de weergeefkop 3 in de genoemde radiale richting.

Het door de weergeefkop 3 afgegeven uitgangssignaal wordt via een versterker 10 toegevoerd aan een fre-quentiedemodulator 11, welke het bij de weergave verkregen videosignaal aan een uitgangsaansluiting 14 toevoert via de 25 ene ingangsaansluiting 13a en de uitgangsaansluiting 13c van een schakeleenheid 12. Aan de andere ingangsaansluiting 13b van de schakeleenheid 12 wordt het uitgelezen videosignaal toegevoerd via een vertragingsschakeling 15 met een vertra-gingsduur van 0,5 H. Een niet in de tekening weergegeven tele- ύψ» 30 visiemonitor kan aan de uitgangsaansluiting 14 worden aangesloten voor waarneming van het beeld.

Het uitgelezen videosignaal wordt door de demodulator 11 bovendien toegevoerd aan een verticale synchroni-satiescheidingsschakeling 16 voor afscheiding van een op uit-35 lezing gebaseerd, verticaal synchronisatiesignaal PVD uit het videosignaal. Het uitgangssignaal van de schakeling 16 wordt toegevoerd aan een flipflop 17 van het T-type, welke door de 8 2 0 1 3 3 4 ___ ___________________"_7... . _ . ' . .

•·· > r ψ.

- 7 - achterflank van het bij uitiezing verkregen, verticale synchronisaties ign aal PVD wordt aangestoten en een impulsvormig signaal PF met de duur van êên volledig videobeeld afgeeft, dat bij ieder beeldraster tussen "O" en "1" van waarde wisselt.

5 Fig. 5A toont het verticale synchronisatiesignaal PVD en fig.

5B toont het impulsvormige signaal PF. Dit laatstgenoemde signaal wordt via een schakeleenheid 18 aan de schakeleen-heid 12 en via een schakeleenheid 19 aan een bekrachtigings-schakeling 20 toegevoerd.

10 Wanneer het afspeelapparaat zich in zijn voor weergave van een stilstaand beeld op basis van de video-infor-matie van één beeldraster dienende weergeeftoestand bevindt, is de schakeleenheid 18 naar zijn positie Fi overgeschakeld en is de schakeleenheid 19 naar zijn positie Fr overgeschakeld. 15 Wanneer het afspeelapparaat zich in zijn voor weergave van een stilstaand beeld op basis van de video-informatie van een volledig videobeeld (twee bijeen behorende beeldrasters) dienende weergeeftoestand bevindt, zijn de beide schakeleenheden 18 en 19 naar hun respectieve posities Fr overgeschakeld. Voor be-20 sturing van de desbetreffende overschakeling wordt via de aan-.. sluiting 21 een bedrijfstoestand bepalend signaal aan de scha-keleenheid 18 toegevoerd. Dit bedrijfstoestand bepalende signaal wordt voorts na omkering door een omkeerschakeling 22 aan de schakeleenheid 19 toegevoerd. De bekrachtigingsschakeling 20 25 levert een bekrachtigingssignaal,- dat een ander niveau vertoont wanneer het niveau van het impulsvormige signaal PF volgens fig. 5B de waarde "1" heeft dan wanneer het impulsvormige PF de waarde "0M heeft. Het niveauverschil van het be-krachtigingssignaal is zodanig gekozen, dat de weergeefkop 3 30 over een met de spoorsteekwaarde Wt overeenkomende afstand wordt verplaatst. Dit bekrachtigingssignaal wordt toegevoerd aan een compensatieversterker 23 voor superpositie van het uitgangssignaal van de positiedetectie-inrichting 9 op het bekrachtigings signaal. Het aldus verkregen bekrachtigingssignaal 35 voor verplaatsing van de weergeefkop over een met de spoor- steekwaarde Wt overeenkomende afstand wordt in een opteller 25 gecombineerd met een via een aansluiting 24 ontvangen bekrach- 8201334 - 8 - tigingssignaal voor verplaatsing van de weergeefkop naar een vooraf bepaald registratiespoor. Het bij deze optellingdoor de opteller 25 verkregen, gecombineerde bekrachtigingssignaal wordt toegevoerd aan het ene uiteinde 7a van de reeds genoemde 5 spoel 6, waarvan het andere uiteinde 7b is geaard.

Bij de hier beschreven uitvoeringsvorm bevinden de schakeleenheden 18 en 19 zich tijdens weergave van een stilstaand beeld op basis van de informatie van een volledig videobeeld in hun respectievelijk in fig. 3 getekende posities, 10 waarbij het ene van de beide op de magnetische plaat gevormde registratiesporen wordt gekozen op basis van het via de aansluiting 24 ontvangen bekrachtigingssignaal. Wanneer dit ene registratiespoor volledig is afgetast, wordt de weergeefkop 3 naar het aangrenzende registratiespoor verplaatst, dat zich 15 binnen het eerder afgetaste, ene registratiespoor uitstrekt. Deze laatstgenoemde verplaatsing van de weergeefkop 3 wordt bestuurd door het impulsvormige signaal PF en vindt plaats binnen het schakelt!jdsinterval Ts na het verschijnen van het uitgelezen verticale synchronisatiesignaal PVD, zoals fig. 2 20 laat zien. De door de weergeefkop 3 gevormde aftastbanen zullen derhalve respectievelijk de gedaanten R1 en R2 in fig. 1 hebben. Hoewel het tijdens overschakeling tussen de beide registratiesporen uitgelezen videosignaal een tijdelijke storing vertoont, vormt dit geen bezwaar, aangezien de storing 25 binnen de verticale onderdrukkingsperiode optreedt. Na eerste uitlezing van het tweede of andere registratiespoor keert het impulsvormige signaal PF van teken om. In reactie daarop wordt de weergeefkop 3 naar het eerste registratiespoor terugverplaatst. Door herhaling van deze cyclus wordt aan de uitgangs-30 aansluiting 14 een op de video-informatie van een volledig, uit twee beeldrasters bestaand videobeeld gebaseerd, stilstaand beeldsignaal van hoge resolutie verkregen, waarbij het eerste en het tweede beeldraster van het volledige videobeeld met aan elkaar gekorreleerde informatiebestanddelen afwisselend 35 worden herhaald.

Wanneer het via de aansluiting 21 toegevoerde, bedrijfstoestand bepalende signaal door middel van een desbe- 8201334 • . - i * “ fc --9- treffende besturingsschakeling of door andere in aanmerking komende besturingsmiddelen wordt overgeschakeld naar weergave van een stilstaand beeld op basis van de video-informatie van één beeldraster, zodat slechts de op één beeldraster betrek-5 king hebbende videosignalen uit ieder registratiespoor van de magnetische plaat 1 moeten worden uitgelezen, worden de beide schakeleenheden 18 en 19 naar hun respectieve posities Fi·overgeschakeld. Onder die omstandigheden zal de weergeef-kop 3, zelfs wanneer het impulsvormige signaal PF van teken 10 wisselt, niet worden verplaatst en voortdurend het gekozen registratiespoor blijven aftasten. De schakeleenheid 12 wordt daarbij bestuurd door het impulsvormige signaal PF. Zodra de op één beeldraster betrekking hebbende video-informatie aan de ingangsaansluiting 13a van de schakeleenheid 12 is ver-15 schenen, wordt deze laatstgenoemde naar zijn andere ingangs-aansluiting 13b overgeschakeld, zodat de desbetreffende video-informatie, nu echter over een duur van 0,5H door de vertra-gingsschakeling 15 vertraagd, opnieuw ter beschikking komt. Op die wijze zullen de aan de uitgangsaansluiting 14 verschijnende 20 videosignalen de gewenste interliniëring vertonen.

Uit de voorafgaande beschrijving komt naar voren, dat de onderhavige uitvinding een afspeelapparaat voor uitlezing van op een stilstaand beeld betrekking hebbende video-informatie verschaft, waarmede naar keuze beeldweergave op basis 25 van de video-informatie van één beeldraster en beeldweergave op basis van de video-informatie van een volledig videobeeld mogelijk is, waarbij de desbetreffende keuze door bediening van een schakelaar kan worden geëffectueerd. Een voordeel van het afspeelapparaat volgens de uitvinding is, dat de rotatie-30 snelheid van de plaat 1 niet**behoeft te worden gewijzigd of dat een aantal weergeefkoppen dient te worden toegepast, respectievelijk tussen de uitgangssignalen van dergelijke koppen moet worden overgeschakeld om hetzij de ene, hetzij de andere beeldweergeefwijze tot stand te brengen. De uitvinding ver-35 schaft derhalve een eenvoudig afspeelapparaat voor uitlezing van op een stilstaand beeld betrekking hebbende video-informatie op basis van steeds één beeldraster of steeds één volledig 8201334 - 10 - videobeeld.

Uiteraard is het mogelijk voor opname van de video-informatie voor een volledig videobeeld twee verschillende opneem(magneet)koppen toe te passen. Voorts zal het 5 duidelijk zijn, dat de onderhavige uitvinding ook voor opname en weergave van kleurenvideosignalen kan worden gebruikt.

De uitvinding beperkt zich niet tot de in het ^r voorgaande beschreven en in de tekening weergegeven voorkeursui tvoeringsvormen; verschillende wijzigingen kunnen in de be-10 schreven onderdelen en in hun onderlinge samenhang worden aangebracht, zonder dat daarbij het kader van de uitvinding wordt overschreden.

15 8201334

Claims (9)

1. Afspeelapparaat voor uitlezing van op een stilstaand beeld betrekking hebbende video-inforintie uit een als schijfvormige plaat uitgevoerd registratiemedium, dat met de beeldrasterfrequentie van een videosignaal in rotatie wordt 5 aangedreven en een aantal concentrische registratiesporen bevat, welke ieder de op één beeldrasterperiode betrekking hebbende video-informatie bevatten, gekenmerkt door een nabij een in het apparaat geplaatste, schijfvormige plaat (1) aangebrachte, enkelvoudige weergeefkop (3), waaraan een koppo-10 sitioneringsinrichting (4-9) is toegevoegd voor verplaatsing van de weergeefkop (3) van een dergelijk registratiespoor (Rl) naar een aangrenzend dergeliijk registratiespoor (R2) , zodanig, dat tijdens twee opeenvolgende omwentelingen van de schijfvormige plaat (1) de op een stilstaand beeld betrekking heb-15 bende video-informatie van twee beeldrasterperioden van een standaardtelevisiesignaal door de weergeefkop (3) wordt uitgelezen.

2. Afspeelapparaat volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de weergeefkop (3) synchroon met de uitlezing van 20 het verticale synchronisatiesignaal (VD) van het standaardtelevisiesignaal van het genoemde ene registratiespoor (Rl) naar het genoemde ene aangrenzende registratiespoor (R2) wordt verplaatst.

3. Afspeelapparaat volgens conclusie 2, met 25 het kenmerk, dat de weergeefkop (3) gedurende het verticale onderdrukkingsinterval (V-BLK) van het standaardtelevisiesignaal van het genoemde ene registratiespoor (Rl) naar het genoemde ene aangrenzende registratiespoor (R2) wordt verplaatst.

4. Afspeelapparaat volgens conclusie 1, gekenmerkt 30 door een schakeleenheid (18, 19( voor overschakeling tussen een weergeeftoestand voor weergave van een stilstaand beeld op basis van de video-informatie van één volledig videobeeld met twee bijeen behorende beeldrasters en een weergeeftoestand voor weergave van een stilstaand beeld op basis van de video-infor-35 matie van één beeldraster. 8201334 - 12 - N

5. Afspeelapparaat volgens conclusie 4, gekenmerkt door een vertragingsschakeling (15) voor vertraging van het uit de schijfvormige plaat (1) uitgelezen videosignaal over een met een halve beeldregelaftastperiodeduur overeenkomend 5 vertragingsinterval.

6. Afspeelapparaat voor uitlezing van op een stilstaand beeld betrekking hebbende video-informatie uit een. magnetisch registratiemedium met een aantal concentrische registratiesporen, in ieder waarvan de op één beeldraster be- 10 trekking hebbende video-informatie is opgenomen, waarbij in een paar aangrenzende registratiesporen de op één volledig videobeeld betrekking hebbende video-informatie is opgenomen, gekenmerkt door een weergeefkop (3), middelen (4-9) voor ondersteuning en. verplaatsing van de weergeefkop (3) van een 15 positie nabij het ene van de aangrenzende registratiesporen (Rl, R2) en voor selectieve verplaatsing van de weergeefkop (3) naar een positie nabij het andere van de aangrenzende registratiesporen ter verkrijging van weergave van een stilstaand beeld op basis van de in het paar aangrenzende regis-20 tratiesporen opgenomen video-informatie, een met het uitgangssignaal van de weergeefkop (3) gevoede frequentiedemodulator (11), detectiemiddelen (16, 17) voor detectie van het einde van een beeldraster, en door met de detectiemiddelen (17) en met de verplaatsingsmiddelen (6) gekoppelde schakelmiddelen 25 (19) met een eerste schakeltoestand (Fi), waarin de weergeef kop (3) nabij het ene (Rl) van de registratiesporen blijft voor uitlezing van de op slechts één beeldraster betrekking hebbende video-informatie, en een tweede schakeltoestand (Fr), waarin de weergeefkop (3) gedurende één beeldraster nabij het - 30 ene registratiespoor (Rl) blijft en vervolgens naar het aangrenzende registratiespoor (R2) wordt verplaatst voor uitlezing van de op een volledig videobeeld betrekking hebbende video-informatie.

7. Afspeelapparaat volgens conclusie 6, met 35 het kenmerk, dat de verplaatsingsmiddelen een spoel (6) en een magneet (8a, 8b) omvatten, en dat het uitgangssignaal van de detectiemiddelen (16, 17) met de spoel (6) worden gekoppeld 8201334 - 13 - r wanneer de schakelmiddelen (19) in hun tweede schakeltoestand (Fr) worden gebracht.

8. Afspeelapparaat volgens conclusie 7, gekenmerkt door positiedetectiemiddelen (9) voor detectie van de positie 5 van de weergeefkop (3) en door middelen (23) voor combinatie van hèt uitgangssignaal van de positiedetectiemiddelen (9) met een commandosignaal voor keuze van beeldweergave op basis van de op een volledig videobeeld betrekking hebbende video-informatie. 10

9. Afspeelapparaat volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de detectiemiddelen een schakeling (16) voor detectie van het verticale onderdrukkingssignaal bevatten. ·*«** 8201334