NL8200968A - Hulpmiddel voor het uitbouwen van afsluiters. - Google Patents

Description

« V

• VO 3102

Hulpmiddel voor Het uitbouwen van afsluiters. '

De onderhavige uitvinding beeft betrekking op een inrichting ten gebruike bij het in- en uitbouwen van afsluiters onder handhaving van de druk in de leiding stroomopwaarts van de afsluiter. Een gebruike-lijke term voor een dergelijk hulpmiddel is afstapinrichting. De ge-5 bruikelijke gang van zaken bij het uitbouwen van afsluiters is als volgt. De afsluiter wordt gesloten en de stroomafwaarts gelegen flens wordt losgemaakt van de leiding. Het hulpmiddel wordt voorzien van een afstopinricht ing en afdichtend met de vrije flens van de afsluiter verbonden.

De afsluiter-wordt dan geopend en het hulpmiddel wordt zodanig'bediend, 10. dat de stop via het stroomafwaartse gedeelte van de boring in het af-sluiterhuis en de klepopening in het stroomopwaarts gelegen gedeelte van de afsluiterhuisboring wordt gebracht, alwaar de stop afdichtend wordt vastgezet in de boring van de pijpkoppeling of dergelijke direkt stroomopwaarts ten opzichte van de afsluiter. Daartoe kan de pijpkoppe-1? ling bijv. oorspronkelijk zijn voorzien van inwendige schroefdraad, welke kan samenwerken met uitwendige schroefdraad van de afstopinrichting, Nadat het inbrengen van de stop is voltooid, wordt de kop van het hulpmiddel uit de stop teruggetrokken en kan de afsluiter veilig worden uitgebouwd. Bij het inbouwen van een herstelde of een nieuwe afsluiter 20 in de afgestopte leiding kan dit hulpmiddel, of een dergelijk hulpmiddel op overeenkomstige wijze worden gebruikt om de stop te verwijderen, waarna de afsluiter kan worden gesloten en het stroomafwaarts van de afsluiter gelegen leidinggedeelte weer kan worden aangesloten.

De bedieningsinrichting van een hulpmiddel voor het uitbouwen 25 van afsluiters bestaat uit twee samenhangende onderdelen: een buisvormige zuiger met aan een uiteinde een funktionele kop, alsmede een axiaal niet verplaatsbare draaibare stang. Het huis van het hulpmiddel verschaft een cylinder voor de zuiger en lagert de stang. De zuiger is zodanig gekoppeld met de stang, dat deze met de stang mee roteert. De zuiger wordt 30 door vloeistofdruk bediend en is dubbelwerkend. Er zijn twee onderscheiden druktoevoeropeningen door het huis, De funktionele kop kan bijgevolg vooruit en achteruit worden bewogen zonder te roteren door toevoer van fluïdum onder druk aan tegenover elkaar liggende zijden van de zuiger en de funktionele kop kan worden geroteerd zonder voor of achteruit te 35 worden bewogen door de stang te draaien. Er is een slinger aanwezig voor 6200968 -2- 4 -ί het draaien van de stang. Het huis is voorzien van eën kijkgat voor het vaststellen van de ruimtelijke stand van de zuiger en bijgevolg van zowel de axiale stand als de hoekstand van de funktionele kop,

De beginselen van de uitvinding zullen nader worden toegelicht' 5 aan de hand van de tekeningen, waarin een voorkeursuitvoeringsvorm is: weergegeven. De in de tekeningen weergegeven details· dienen' ter toelichting, doch niet ter beperking van de kenmerken van de uitvinding, zoals:' gedefinieerd in de conclusies.

Figuur 1A is een langsdoorsnede van een uiteinde (het 'buiten— 10 liggende uiteinde) van het hulpmiddel voorhet uitbouwen van afsluiters: volgens de uitvinding; en figuur 1B is een langsdoorsnede van het andere gedeelte hiervan.

De figuren 1A. en 1B. kunnen aan elkaar worden gelegd volgens 15 de streepstippellijnen A-A en B-B om een idee te geven van h.et uiterlijk en de structuur van het gehele hulpmiddel. In de praktijk kan het hulpmiddel desgewenst-langer of korter worden uitgevoerd om een grotere of kleinere maximale axiale uittrek van de funktionele kop te verkrijgen,

Het hulpmiddel voor het uitbouwen van afsluiters 1CL.bezit een 20 huis 12, dat een buisvormig lijf 14 omvat met een binnenkap 36' en een hui— tenkap 8. Deze kappen bezitten eindwanden 20,. 22 met centrale openingen 2k, 26 en hulsdelen 28, 30. De kappen 16, 18 zijn bij 32', 33 op de resp, uiteinden van het buisvormige lijf 1¼ geschroefd en zijn ten opzichte van het lijf afgedicht door middel van afdichtringen 36, 38'. De kappen 25 worden op hun plaats gehouden door stelschroeven ^0,. 1*2,

Beide kappen zijn voorzien van coaxiale huisstompen kb, b6 die in .een richting tegenover gesteld aan de respectieve hulsdelen van de eindwanden uitgaan. De binnendiamëter van de huisstompen hU, b6 is iets groter dan de diameter van respectieve centrale openingen 2b, 26 30 van de kapeindwanden ter vorming van een ringvormige ondersteuning vooreen van de uiteinden van stapels U8, 50 van ringvormige lager— en af— dichtelementen.

Aan het binnenwaartse einde wordt de stapel ^8 op zijn plaats gehouden door een gespleten veerring 52, die in een overeenkomstige 35 rondgaande groef in de stomp W past. Aan het huitenliggende einde wordt de stapel 50 op zijn plaats gehouden door een kaag 5)4., die op het vrije kopvlak van de buisstomp k6 rust en over een zekere afstand in de buis— 8200968

* V

-3-

De krasg 5U· wordt op zijn beurt op ,zijn plaats gehouden door een. kapvormig lagerhuis 56, met eindwand 58 en buisstomp 60. De 'buis-' stomp 60 is voorzien, van inwendige schroefdraad met behulp waarvan het op de buisstomp 1*6 kan worden geschroefd totdat de inwendige schouder 5 62 met de 1 51* in aanraking komt. Het lagerhuis 56 wordt'op zijn.

plaats gehouden door een stelschroef 61+. De eindwahd 58 van het lagerhuis bezit een centrale opening 66. Hierin is een radiale uitsparing gevormd voor het opnemen van een radiaal lager 68 en een’ schraapring 7Q ,

De diameter van de opening 66 is kleiner dan de inwendige diameter van 10 de buisstomp 60, teneinde een lagerkamer te vormen,, waarin tweè' stapels 72, 7** axiale legeringen met axiale speling zijn opgenomen.

De lagers 68 en 72, jk ondersteunen een axiaal onbeweeglijke draaibare stang 1*6, die door de centrale opening 66 uit het lagerhuis 56 naar buiten steekt. Het buiten het'huis· uitstekende einde van de 15 stang 1*6 is voorzien van middelen met behulp waarvan de stang kan worden gedraaid. Deze middelen worden met name gevormd door een bij 8q met het uitstekende einde van. de stang verbonden handslinger 78. (Er zou ook een handwiel, een reduetiemotor of dergelijke kunnen worden toegepast I,

De stang 76 strekt zich in axiale zin naar binnen toe uit door 20 de buisstomp 1*6, waarbinnen de stang in radiale zin. is gelagerd en is afgedicht ten opzichte van de kap 18 door middel van een stapel 5Q van ringvormige lager- en afdichtingselementen. De stang 76 gaat vervolgens door de centrale opening 26τβη de kap 18' naar de cilindrische kamer 82 in. het huislichaam 14 tussen de eindkappen 16, l8. Het binnenuiteinde 25 81* van de stang 76, dichtbij het inwendige uiteinde van de kamer 82,

Vrijwel over de gehele lengte van de kamer 82 is de stang 76 voorzien van een spiebaan 86.

Het huis is voorzien van twee druktoevoeropeningen voor de kamer 82, een (88) bij het inwendige uiteinde van de kamer 82 en de an— 30 dere(90) aan het buiteneinde van de kamer 82.

Met het oog op de fluidumtoevoeropeningen 88 is de naar de kamer 82 gerichte eindwand 20 van de kap l6 rondom de centrale opening 2l* voorzien van een groef ter vorming van een uitsparing voor een af— dichtring 92 ondersteund door een ringvormig orgaan dat- funktloneert 35 als opsluitring voor de afdichtring 92 en als glijlager voor de zuiger (zoals nader te beschrijven).. Een flens 96 van de opsluitring 9I* rust op de eindwand 20 rondom de groef, waarin de afdichtring 92 is opgenomen.

8200968 J ♦

Ju

Deze flens 96 ligt aan de ontrek aan tegen de binnenwand yan. de huis— stomp 44, zodat het tussen het inwendige uiteinde yan hef lijf' 34 en de. kapeindwand 20 wordt vast geklemd als de kap 16 op het lijf 36 wordt geschroefd. Zoals links in figuur lh is te zien, is het buitenste kop— 5 vlak van de flens 96 voorzien van een radiale groef' 98, zodat een kanaal -..·· wordt gevormd rondom het binnenste kopvlak van het lijf 3 4.. Dit kanaal stelt de kamer 82 in verbinding met de binnenwand van de huisstómp 44.

Waar het kanaal 98 uitmondt tegen de buisstamp 44' is deze voorzien van een radiale opening 100. Deze opening 100 is voorzien van inwendige 10 schroefdraad ter verbinding met een leiding voor fluidum onder druk (bijv. lucht of hydraulische vloeistof]. ’ De opening 3 QQ. en het kanaal 98 vormen tezamen het toegangskanaal 88.

Voor het tot stand brengen van het toegangskanaal 90 isr de eindwand 22 voorzien van een van inwendig schroefdraad voorziene ópe— 15 ning, welke ter hoogte van het buitenwaartse uiteinde van het lijf 34 in verbinding staat met de kamer 82. De inwendige schroefdraad dient ter verbinding met een drukfluidumleiding.

In de kamer 82 is een buisvormige zuiger 3Q2 axiaal verschuif-*· baar opgenomen. Het onderdeel 102 bezit een buisvormig zuigergedeelte 20 10h, dat is voorzien van twee in axiale zin op een afstand van elkaar gelegen af dicht ringen 106, die in glijdende aanraking zijn met de binnenwand 108 van het lijf 34. Tussen deze afdichtringen 106 is de zuiger 104 voorzien van een. radiale lagering 5 bijv. een zuigerring 309· Inwendig is de zuiger 104 voorzien van een' spie, die in de spiebaan '86 van 25 de stang 76 valt.

In figuren IA- en IE is het zuigeronderdeel 3Q2 in geheel ingetrokken toestand weergegeven, d.w-.z. met'de zuiger 304 aan het buitenwaartse uiteinde van de kamer 82.

Het zuigeronderdeel bezit voorts een buisvormige staart 330,.

30 die een geheel vormt met het zuigergedeelte 304 en naar binnen toe is-gericht. Dezestaart is zolang, dat zelfs hij geheel ingetrokken zuiger (zoals weergegeven] de staart uit de kamer steekt, door de afdichtring 92, waarmee hij in glijdende en afdichtende aanraking is, door de centrale opening 24 van de kap 36, door de stapel 48 yan ringvormige lager— 35 en af dicht element en, waarmee hij in glijdende, afdichtende en dragende aanraking is, tot voorbij het hinnenkopvlak 3 32 van de huisstómp 44.

Als het kopvlak 3 32 van de huisstómp 44 is bevestigd aan de 8200968 -5- overeenkomstige flens van het huis van de in- of uit te houven afsluiter zal het in figuur 1B naar buiten stekend weergegeven gedeelte van de zuigerstaart in het afsluiterhuis steken.

Dit naar buiten stekende gedeelte van de zuigerstaart vormt 5 de-funktionele kop 11¼ van het hulpmiddel, De weergegeven details van de funktionele kop hebben slechts een illustratief karakter. De funktionele kop is hier weergegeven met een kogelterugslagklep 116, die in een van inwendige schroefdraad voorziene stomp in de boring 118' van de staart 110 is geschroefd. De terugslagklep 116.bezit een lijf 120,.

10 dat ten opzichte van de boring is afgedicht door middel van een afdieht-ring 122. De doorgang 12^·· van het lijf 120 is voorzien van een klep-zitting, waartegen een kogel 126 wordt gedrukt door een veer 128, welke aan het lijf 120 is aangebracht door middel van een buisvormige kogel-houder 129, welke een voortzetting vormt van de doorgang 12¼. Eet lijf 15 120 is verder voorzien-van een coaxiaal uitsteeksel 130,.waarvan het kopvlak 132 geschikt is gevormd óm de in- of uit te bouwen afsluiter aan te grijpen. Dit alles bevindt zich binnen* de boring van de zuigerstaart 110, zij het dichtbij het vrije binnenuiteinde ervan. Ter hoogte van het kopvlak 132 van het uitsteeksel is de zuigerstaart inwendig 20 voorzien van een groef voor het opnemen van een 0-ringafdichting· 132', eveneens voor het aan de ontrek aangrijpen van de in- of uit te bouwen afsluiter.

Een kenmerkend hulpmiddel 10 volgens de onderhavige uitvinding kan de zuiger over een afstand van ruim 300 mm heen en weer bewegen 25 tussen de in de figuren 1A en 1B weergegeven geheel ingetrokken stand en de geheel uitgeschoven stand, waarbij de zuiger 10¼ nabij het binnenwaartse uiteinde van de kamer 82 komt te liggen, d.w.z. bij de binnenkap 16, en waarbij de staart met de funktionele kop over een zelfde afstand verder voorbij het kopvlak 112' van de kap 16 zou steken. Andere maximale 30 uittreklengten zijn mogelijk, bijv. door het lijf 1^ het zuigeronderdeel 102 en de stang 75, zoals weergegeven, te vervangen door een dienovereenkomstig langer gekozen stel onderdelen. Eet telescopische verband van het zuigeronderdeel en de stang, die elk in wezen verschuifbaar gelagerd zijn in of op tegenover elkaar gelegen eindkappen van het huis-, 35 leidt tot een soepel werkende inrichting, zelfs als de benodigde slag nogal lang is. Hierdoor is het mogelijk afstoppunten te bereiken, die tamelijk onbereikbaar zijn gelegen, ver door de boring van een afsluiter- 8200968 -6-.

huis en een pijpboring of dergelijke.

Bij gebruik wordt de funktionele kop uitgeschoven en ingetrok-ken door de desbetreffende toegangsopening van het'buis onder druk te zetten, terwijl de andere opening vrij kan aflaten. De funktionele kop 5 wordt gedraaid, onafhankelijk van het uit schuiven of intrekken, door de stang 76 te draaien, waarbij de zuiger door middel van een spie is gekoppeld. De stang 76 wordt gedraaid door gebruikmaking-van een uitwendig bedieningsorgaan, bijv. een kruk 78, welke is- bevestigd, aan het tegenover de funktionele kop gelegen uiteinde van het hulpmiddel.

10 Voor het geval er om de een of anderé reden behoefte ontstaat om de ruimtelijke positie van de funktionele kop vast te stellen, terwijl het hulpmiddel 10 in gebruik is, is· de kap 16 bij voorkeur voorzien' van een kijkgat 136, dat bijv. radiaal door de eindwand 20 gaat tussen de afdichtringen. Voorts kan hiertoe de zuigerstaart uitwendig zijn 15 voorzien van merken (niet weergegeven), die de verschillende axiale hoekstanden aanduiden. Eet buitenliggende einde van het kijkgat 136 is van schroefdraad voorzien en wordt normaliter afgesloten door een plug 138 ter bescherming van de zuigerstaart totdat waarneming noodzakelijk of' gewenst is.

20 Geen van de onderdelen van de inrichting 10. behoeft te worden vervaardigd van ongebruikelijke materialen.

Het zal thans, duidelijk zijn, dat het hulpmiddel voor het uitbouwen van afsluiters, zoals hiervoor beschreven, alle in de aanhef van de beschrijving genoemde eigenschappen bezit. Omdat het in zekere 25 mate kan worden gewijzigd zonder af te wijken van de beginselen, waarop het is gebaseerd, zoals die zijn uiteengezet en toegelicht in deze beschrijving, dient de onderhavige uitvinding zo te worden verstaan, als· omvattende al dergelijke wijzigingen, die binnen de geest en het kader van de thans volgende conclusies vallen.

30 8200968

Claims (3)

1. Hulpmiddel voor Het uitbouwen Tan afsluiter g 5gek.ènmerkt door: een huis met een "buisvormig lijf, met aan -weerszijden kappen, welke een kamer in het lijf bepalen; 5 een verschuifbaar in de kamer passende buisvormige zuiger, waarvan een staartgedeelte verschuifbaar en afgedicht uit het huis steekt door een van de genoemde eindkappen; •een funktionele kop aan het genoemde staartgedeelte, welke buiten het huis werkzaam is voor het aangrijpen van een in een afsluiter·^ 10 huis te plaatsen of daaruit te verwijderen afsluiter; een draaibaar, doch niet axiaal verschuifbaar in het huis gelaagde stang, welke telescopisch is opgenomen in de buisvormige zuiger en afgedicht uit het huis steekt door de andere eindkap; een buiten het huis aan de genoemde stang bevestigde inrich— 15 ting voor het draaien van de stang; een spieverbinding tussen de stang en de funktionele kop van de zuiger, zodat de funktionele kop bij draaiing van de stang meedraait ; eerste en tweede toevoeropeningen voor fluïdum onder druk, 20 die door het huis gaan en op ten opzichte van de zuiger tegenover elkaar gelegen uiteinden van de kamer aansluiten, zodat wanneer'de kamer via de ene toelaat opening, onder druk wordt gebracht, terwijl de andere opening vrij kan afvoeren, de zuiger en de funktionele kop zich in een richting axiaal verplaatsen, terwijl wanneer de kamer via de andere toelaat— 25 opening onder druk wordt gebracht, terwijl de eerste toelaatopening vrij kan afvoeren, de zuiger en de funktionele kop in de tegenover gestelde richting axiaal worden verplaatst, waardoor de funktionele kop kan worden uitgeschoven en ingetrokken zonder te draaien en kan worden gedraaid zonder te worden uitgeschoven of ingetrokken.

2. Hulpmiddel voor het uitbouwen van afsluiters volgens con clusie. 1, met het kenmerk, dat de inrichting voor het draaien van de stang een op de stang bevestigde handslinger is,

3. Hulpmiddel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de stang een effectieve spieverbinding bezit met de funktionele kop door 35 middel van een spieverbinding met' de zuiger. U. Hulpmiddel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat een 8200968 -8- , kijkgat door het huis aanwezig is op een punt waar de zuiger kan worden waargenomen, terwijl het hulpmiddel in gebruik is ter verkrijging van een indicatie terzake van de ruimtelijke stand van de funktionele kop. 8200968