NL8200020A

NL8200020A - Transporter vessel for liquids at very low temperatures - transfers the stresses from the interior membrane to outer structure

Info

Publication number: NL8200020A
Application number: NL8200020A
Authority: NL
Original assignee: Mc Donnell Douglas Corp
Priority date: 1976-03-09
Filing date: 1982-01-06
Publication date: 1982-05-03
Also published as: NL178447B; NL178447C

Abstract

A container, receiver or tanker for transporting liquefied gases at very low temps. has an insulation of foam with a flexible internal metallic cladding, the stresses of which, set up by variations in temp. are transmitted to the outer structure by its attachments. The insulation includes a prim. internal layer of polyurethane foam reinforced three-dimensionally with glass fibres which project from the edges of the blocks of foam and facilitate bonding. Beneath this and outside it, a sec. external layer of similar insulating material is secured to the internal shell of the shipp or to the structure of the container, and is bonded to it. A prim. cladding formed by a membrane of steel with a high nickel content and having a low coefft. of expansion with resistance to low temperatures is in contact with the interior surface of the primary insulating layer. Prevents the stresses set up by expansion and contraction from fracturing the metal cladding or membrane. The fastenings of the membrane allow it to float or slide on the foam since it is only fixed at the angles to the vessel. The channel for the tongue and groove fastenings also serve as leakage detectors, showing up any penetration of the liquid at low temperature or gas through the cladding into the insulation.

Description

P & c )P & c)

JjfJjf

LW 3868-18 Ned.dB/LvDLW 3868-18 Ned.dB / LvD

Container met glasvezel-*versterkte schuimlaag.Glass fiber * reinforced foam container.

Afsplitsing van Ned.o.a. 7702568Split-off from Ned.o.a. 7702568

De uitvinding heeft betrekking op een container voor opslag 5 en/of transport van cryogeen vloeibaargemaakt gas, voorzien van een con-tainerwand en van tenminste een met vezels versterkte isolatielaag van kunststofschuim,aangebracht grenzend aan de containerwand, van een tegen lage temperaturen bestand zijnde metalen voering, in aanraking met de binnenzijde van de genoemde isolatielaag, en van bevestigingsorganen, 10 aangebracht op onderlinge afstanden, die de metalen voering of voeringen op hun plaats houden in aanraking met de isolatielaag of -lagen.The invention relates to a container for storage and / or transport of cryogenic liquefied gas, provided with a container wall and at least one fiber-reinforced insulating layer of synthetic foam, arranged adjacent to the container wall, of a metal resistant to low temperatures liner, in contact with the inner side of said insulating layer, and of fasteners, spaced apart, which hold the metal liner or liners in place in contact with the insulating layer or layers.

Dergelijke containers kunnen ook tanks of schepen zijn, bijvoor^;. beeld voor opslag of transport van vloeibaar aardgas (LNG).Such containers can also be tanks or ships, for example. image for storage or transportation of liquefied natural gas (LNG).

Een container of tanker voor de opslag en/of transport van een 15 cryogene vloeistof moet zeer lage temperaturen kunnen weerstaan.A container or tanker for the storage and / or transport of a cryogenic liquid must be able to withstand very low temperatures.

In het algemeen zijn vaten van dit type samengesteld uit een buitenwand met een stijve constructie, een tegen warmte isolerende laag, aangebracht op het binnenvlak vein deze wand en een binnenste membraan op het binnenvlak van de warmteisolatielaag. Vaak worden een aantal isolerende lagen 20 van niet-metallisch materiaal, bijvoorbeeld kunststof, of schuimisolatie gebruikt en een of meer membranen, in het bijzonder een binnenste voering of mentoraan van nikkelstaal in aanraking met de cryogene vloeistof en een of meer extra secundaire voeringen, geplaatst tussen schuimisolatie-lagen. De primaire voering is in het algemeen vervaardigd van een dun, 25 tegen lage temperaturen bestand materiaal, bijvoorbeeld nikkelstaal, dat een lage warmteuitzetting heeft en wordt deze voering in nauwe aanraking gehouden met het oppervlak van de aangrenzende isolatielaag, waarbij deze voering de inwendige druk overbrengt die wordt uitgeoefend door het koude vloeibare gas via de isolatielagen op de buitenwand van de 30 container of de romp van een tanker.In general, vessels of this type are composed of an outer wall with a rigid construction, a heat insulating layer applied to the inner surface of this wall and an inner membrane on the inner surface of the heat insulating layer. Often a number of insulating layers 20 of non-metallic material, for example plastic, or foam insulation are used and one or more membranes, in particular an inner liner or mentoran of nickel steel, is placed in contact with the cryogenic liquid and one or more additional secondary liners between foam insulation layers. The primary liner is generally made of a thin, low temperature resistant material, eg nickel steel, which has a low heat expansion and this liner is kept in close contact with the surface of the adjacent insulating layer, this liner transmitting the internal pressure which is exerted by the cold liquid gas through the insulating layers on the outer wall of the container or the hull of a tanker.

Van bijzonder belang is dat de container of zijn isolatiesysteem de warmtespanningen kan weerstaan die optreden door de koude vloéistof en de overgang van koud naar warm bij het laden en lossen van de vloeistof, evenals de mechanische spanningen bij verplaatsingen van de scheepsromp .35 of de container tijdens het bedrijf. De grootte van deze warmtespanningen bij het afkoelen van de meeste materialen, in opgesloten toestand, tot cryogene temperaturen is voldoende om dit materiaal te doen vervormen, in het bijzonder de dunne metalen membranen die als voering worden gebruikt.Of particular importance is that the container or its insulation system can withstand the heat stresses arising from the cold fluid and the transition from cold to hot when loading and unloading the fluid, as well as the mechanical stresses during displacement of the hull .35 or container during operation. The magnitude of these heat stresses when cooling most materials, in the confined state, to cryogenic temperatures is sufficient to deform this material, especially the thin metal membranes used as a liner.

Dit vervormen leidt tot breuk van het materiaal bij volgende opwarm- en BAÉPORfêttNA<tycli' waardoor het systeem verloren gaat. Er zijn reeds veel con- 8200020 - 2 -This deformation leads to breakage of the material during subsequent heating and BAÉPORfêttNA <tycli 'causing the system to be lost. There are already many con 8200020 - 2 -

« * I«* I

structies en materialen voorgesteld als oplossing voor dit probleem.structures and materials proposed as a solution to this problem.

In het algemeen zijn daarbij echter vrij ingewikkelde membraan-steunsyste-men ontstaan, die vaak moeilijk te fabriceren en duur zijn.In general, however, relatively complicated membrane support systems have arisen, which are often difficult to manufacture and expensive.

Het containersysteem voor vloeibaar aardgas kan in een scheeps-5 romp of tank,worden aangebracht door veel opvolgende handelingen. Onafhankelijk van de installatievolgorde kan de eindconstructie worden verdeeld in twee soorten: 1) die waarbij de met glasvezels versterkte schuimisolatie rechtstreeks is gehecht aan de scheepsromp of de containerwand, en 10 2) die waarbij de met glasvezels versterkte schuimisolatie wordt gehecht aan een steunconstructie, welke zelf weer wordt gehecht en/of met bouten verbonden met de scheepsromp of containerwand.The liquefied natural gas container system can be installed in a ship's hull or tank by many subsequent operations. Regardless of the installation sequence, the final construction can be divided into two types: 1) that where the glass fiber reinforced foam insulation is directly bonded to the hull or container wall, and 10 2) that where the glass fiber reinforced foam insulation is bonded to a support structure, which itself is reattached and / or bolted to the hull or container wall.

De hoofdproblemen bij het aanbrengen van het systeem door hechten met kleefmiddel in een grote container zijn 15 1) de reiniging van het oppervlak van de container voor het hechten, 2) het regelen van de temperatuur en de vochtigheid van het hechtoppervlak en 3) het verschaffen van een relatief vlak oppervlak voor het daarop hechten • van de isolatie.The main problems in applying the system by adhesive bonding in a large container are 1) cleaning the surface of the container before bonding, 2) controlling the temperature and humidity of the bonding surface and 3) providing of a relatively flat surface for bonding • the insulation.

20 Voor het omzeilen van deze problemen is één manier het met kLèefinLddd.20 To work around these issues, one way is with KLèefinLddd.

héchten, van de schuimisolatie aan steunpanelen en deze panelen met bouten op hun plaatsen te bevestigen, teneinde de plaatsen in het schip waar met kleefmiddel moet worden gehecht te beperken. Bij deze methode is echter de scheepsromp niet vlak en moeten de isolatiepanelen over een groot 25 deel van hun oppervlak worden ondersteund.attach the foam insulation to support panels and bolt these panels in place to limit the areas in the ship where adhesive bonding is required. In this method, however, the hull is not flat and the insulation panels must be supported over a large part of their surface.

Verder ligt bij de bekende schuimisolatiesystemen de primaire membraan dicht aan tegen het vlak van de schuimisolatie. De ruimte tussen de membraan (primaire barrière) of voering ..en de houderwand wordt vrijwel geheel gevuld met de schuimisolatie (secundaire barrière) en het 30 gas van de cryogene vloeistof dringt door tot in de schuimisolatie.Furthermore, in the known foam insulation systems, the primary membrane lies close to the plane of the foam insulation. The space between the membrane (primary barrier) or liner and the container wall is filled almost entirely with the foam insulation (secondary barrier) and the gas of the cryogenic liquid penetrates into the foam insulation.

Bij het ledigen van de tank veroorzaakt deze vloeistof, wanneer men toelaat dat deze in gas overgaat, voldoende druk achter de membraan om beschadigingen te veroorzaken.When the tank is emptied, this liquid, when allowed to pass into gas, causes sufficient pressure behind the membrane to cause damage.

De verwijdering van de cryogene vloeistof en/of het gas van achter de mem-35 braan na optreden van een lek is een groot probleem.The removal of the cryogenic liquid and / or the gas from behind the membrane after a leak has occurred is a major problem.

De uitvinding verschaft een constructie met kunststofisolatie, in het bijzonder lagen van glasvezel-versterkt schuim, in combinatie met een primaire binnenmembraan, bij voorkeur van nikkelstaal, waarbij de membraan;·, niet is gehecht aan de aangrenzende schuimisolatie, maar daarmee BAD ©«JOHOAh door een tongconstructie, waarbij de tongen worden opgenomen en 8200020The invention provides a construction with plastic insulation, in particular layers of glass fiber-reinforced foam, in combination with a primary inner membrane, preferably of nickel steel, in which the membrane is not adhered to the adjacent foam insulation, but therefore BAD © «JOHOAh by a tongue construction incorporating the tongues and 8200020

* v I* v I

- 3 - vastgehouden in kanalen in tongvasthoudorganen, aangebracht binnen de primaire schuimisolatie, grenzend aan de primaire membraan.3 - held in channels in tongue retaining members disposed within the primary foam insulation adjacent to the primary membrane.

Deze kanalen en tongen op het tussenvlak zijn over het gehele platte vlak van de schuimisolatie van de tank aanwezig en laten toe dat 5 de membraan kan verschuiven over het vlak van de isolatie, waarbij de mebraan alleen aan de hoeken van de container vast is bevestigd. De kanalen in de vasthoudorganen, waarin zich de tongen bevinden, dienen ook voor het opsporen van lekken van cryogene vloeistof of gas, door de voering naar de aangrenzende isolatie.These channels and tongues on the intermediate surface are present over the entire flat surface of the foam insulation of the tank and allow the membrane to slide over the surface of the insulation, the membrane being fixed only to the corners of the container. The channels in the holding members, in which the tongues are located, also serve to detect cryogenic liquid or gas leaks through the liner to the adjacent insulation.

10 Het isolatiesysteem volgens de uitvinding omvat bij voorkeur ook een .secundaire barrière of schuimisolatie, met een tweede voering, bij voorbeeld bestaande uit aluminiumfoelie, glasvezeldoek of polyvinyl-fluoride (TEDLAR), als secundaire barrière van de houder, welke moet werken als de primaire barrière vervalt 15 De uitvinding is gekenmerkt door.-,dat de versterkingsvezels van de met vezels versterkte schuimisolatielaag in aanraking met de voering doorlopen voorbij het buitenvlak van de schuimisolatielaag, waarbij de uitstekende einden van deze vezels verstijfd zijn, de metalen voering ondersteunen en mogelijk maken dat de voering verschuift over het aangren-20 zende vlak van de isolatielaag, waarbij een ruimte tot stand wordt gebracht tussen de voering en de schuimisolatielaag, waardoor gassen via deze ruimte kunnen worden afgevoerd.The insulation system according to the invention preferably also comprises a secondary barrier or foam insulation, with a second liner, for example consisting of aluminum foil, glass fiber cloth or polyvinyl fluoride (TEDLAR), as a secondary barrier of the container, which must act as the primary The invention is characterized in that the reinforcing fibers of the fiber-reinforced foam insulation layer, in contact with the lining, extend beyond the outer surface of the foam insulation layer, the projecting ends of these fibers being stiffened, supporting and enabling the metal lining. that the liner slides over the adjacent surface of the insulating layer, creating a space between the liner and the foam insulating layer, allowing gases to be vented through this space.

Bij voorkeur is de schuimisolatielaag een met X Y Z vezels versterkte schuimlaag van polyurethaan en zijn. de uitstekende vezeleinden 25 de einden van de Z-vezels, welke zijn verstijfd door het aanbrengen van een harde kunststof op deze vezeleinden.Preferably, the foam insulation layer is an X Y Z fiber reinforced polyurethane foam layer. the projecting fiber ends, the ends of the Z fibers, which are stiffened by applying a hard plastic to these fiber ends.

Het is gunstig wanneer een tweede, met vezels versterkte isolatielaag van kunststofschuim is aangebracht, grenzend aan de eerste schuimisolatielaag en is aangebracht grenzend aan de containerwand, terwijl een 30 tweede-voering is aangebracht tussen de ene schuimlaag en de tweede schuimlaag, welke tweede voering dient als barrière voor de doorgang van cryogene vloeistof van de ene schuimlaag naar de tweede schuimlaag.It is advantageous when a second fiber-reinforced plastic foam insulation layer is provided adjacent to the first foam insulation layer and is arranged adjacent to the container wall, while a second liner is provided between the one foam layer and the second foam layer serving the second liner as a barrier to the passage of cryogenic liquid from one foam layer to the second foam layer.

De X Y Z vezels vormen een zogenaamde 3D-schuimisolatie, die zowel trek- als drukkrachten goed kan overbrengen. Vrijwel de gehele 35 ruimteutussen de eerste en de tweede voering en tussen de tweede voering en de aangrenzende tankwand wordt opgevuld met de schuimisolatie, die belastingen kan weerstaan zonder te scheuren. Dit geeft een beveiliging doordat indien cryogene vloeistof of gas door de voeringen heendringt in de isolatie, de lek in het algemeen beperkt blijft tot een plaatselijk BADt^Rfêfïiy^.611 ^een cry°9ene temperaturen in de gehele container veroorzaakt, 8200020The X Y Z fibers form a so-called 3D foam insulation, which can transfer tensile and compressive forces well. Almost the entire space between the first and second liners and between the second lining and the adjacent tank wall is filled with the foam insulation, which can withstand loads without tearing. This provides security in that if cryogenic liquid or gas penetrates the liners into the insulation, the leak is generally limited to a local BADt ^ Rfêfïiy ^. 611 ^ causing cry ° 9 temperatures in the entire container, 8200020

** v I** v I

- 4 - hetgeen gevaar zou kunnen opleveren.- 4 - which could be dangerous.

De uitstekende vezeleinden van de isolatie bevorderen de af voer., van gassen tussen de eerste isolatielaag en de aangrenzende voering, langs deze voering, doordat een vacuum kan worden aangesloten op de hierdoor 5 ontstane ruimte. De uitvinding zal hieronder nader worden toegelicht aan de hand van de tekening, waarin een voorkeurs—uitvoeringsvorm van de container volgens de uitvinding is weergegeven.The excellent fiber ends of the insulation promote the evacuation of gases between the first insulation layer and the adjacent liner, along this liner, in that a vacuum can be connected to the space thus created. The invention will be explained in more detail below with reference to the drawing, which shows a preferred embodiment of the container according to the invention.

Eig.1 is een aanzicht in perspectief van een midscheepssectie in de hartlijn van een aardgastanker met het isolatiesysteem volgens de 10 uitvinding.Eig.1 is a perspective view of a midship section in the centerline of a natural gas tanker with the isolation system according to the invention.

Fig. IA toont een 3D-schuimisolatie, gebruikt bij de container volgens fig. 1.Fig. IA shows a 3D foam insulation used with the container of Figure 1.

Fig. 2 is een dwarsdoorsnede van een rechte hoek van de tanker volgens II-II van fig. 1.Fig. 2 is a right angle cross-section of the tanker according to II-II of FIG. 1.

15 Fig. 2A is een aanzicht in perspectief van een andere plaat sing van de koppelorganen dan in fig. 2.FIG. 2A is a perspective view of a different placement of the coupling members than in FIG. 2.

Fig. 3 is een dwarsdoorsnede door de schuimisolatie en bijbehorende voeringen volgens Ill-Ill van fig. 1.Fig. 3 is a cross-section through the foam insulation and associated linings according to Ill-Ill of FIG. 1.

Fig. 4.is een doorsnede volgens IV-IV van fig. 1 betreffende 20 een langshoek onder 135°.Fig. 4. is a section according to IV-IV of fig. 1 concerning a longitudinal angle at 135 °.

Fig. 5 is een doorsnde volgens V-V van fig. 1 door een rechte hoek op een schuin tussenvlak,Fig. 5 is a section according to V-V of FIG. 1 through a right angle on an oblique interface,

Fig. 6 is een doorsnede volgens VI-VI van fig. 1 door een drievlakshoek.Fig. 6 is a section according to VI-VI of FIG. 1 through a triangular plane.

25 Fig.'.7 is een langsdoorsnede volgens VII-VII van fig. 6.Fig. 7 is a longitudinal section according to VII-VII of Fig. 6.

Fig. 8 toont een detail op grotere schaal van een tongconstruc-tie voor verbinding tussen de eerste voering en de eerste isolatielaag, ter plaatse van de cirkel A van fig.3.Fig. 8 shows an enlarged detail of a tongue construction for connection between the first liner and the first insulating layer, at the circle A of FIG. 3.

Fig. 9 is een bovenaanzicht van het isolatiesysteem van fig. 1, 30 waaruit de lekopsporingssystemen voor de eerste en de tweede voering blijken.Fig. 9 is a plan view of the isolation system of FIG. 1, 30 showing the leak detection systems for the first and second liners.

Fig.10 is een ander type lek-opsporingskanaal voor de eerste voering.Fig. 10 is another type of leak detection channel for the first liner.

Fig.11 toont een uitvoering waarbij de eerste voering wordt 35 gesteund door de versterkte vezeleinden boven het oppervlak van de schuimisolatie..Fig. 11 shows an embodiment in which the first liner is supported by the reinforced fiber ends above the surface of the foam insulation.

Fig.12 is een dwarsdoorsnede volgens fig. 3 van een variant met een steunpaneel voor de isolatie.Fig. 12 is a cross section according to Fig. 3 of a variant with a support panel for the insulation.

Fig.13 toont het detail B van fig.12 op grotere schaal, met 40 het steunpaneel en de organen voor bevestiging daarvan op een afstand van BAD ORIGIN^ Q Q 0 2 0 - 5 - .. .. ! de binnenscheepswand.Fig. 13 shows the detail B of Fig. 12 on an enlarged scale, with the support panel and the means for fastening it at a distance from BAD ORIGIN ^ Q Q 0 2 0 - 5 - .. ..! the inland vessel wall.

Fig. 14 is een doorsnede overeenkomstig fig. 4 met een steun-paneel volgens fig.12.Fig. 14 is a sectional view similar to FIG. 4 with a support panel of FIG. 12.

Fig. 15 komt overeen met fig. 2, met een steunpaneel in deze 5 rechte hoek.Fig. 15 corresponds to FIG. 2, with a support panel at this right angle.

Fig. 16 en 17 tonen de drievlakshoek van fig.6 met steunpaneel, waarbij fig. 17 een doorsnede is volgens 17-17 van fig. 16.Fig. 16 and 17 show the three-plane angle of fig. 6 with support panel, fig. 17 being a section according to 17-17 of fig. 16.

In fig. 1 is een tanker 10 voor cryogene vloeistof aangegeven met een binnenromp 12 en een isolatiesysteem 13 rondom deze binnenromp.In Fig. 1, a cryogenic liquid tanker 10 is shown having an inner hull 12 and an isolation system 13 surrounding this inner hull.

10 Het isolatiesysteem bestaat uit een buitenste/ met vezels versterkte schuimisolatielaag 14, geplaatst tegen de romp 12 en uit een binnenste, met vezels versterkte', schuimisolatielaag 16. Deze lagen bestaan bij voorkeur uit polyurethaanschuim,met driedimensionale, glasvezels versterkt.The insulation system consists of an outer / fiber-reinforced foam insulation layer 14 placed against the hull 12 and an inner fiber-reinforced foam insulation layer 16. These layers preferably consist of polyurethane foam reinforced with three-dimensional glass fibers.

Dit materiaal bestaat uit blokken of planken van schuim met gesloten -* 15 cellen en met lagen glasvezels waarbij elke laag vezels zowel in de horizontale als de dwarsrichting verloopt, de X- en Y-vezels,en lagen vezels in de vertikale richting verlopen, de Z-vezels.This material consists of blocks or planks of foam with closed - * 15 cells and with layers of glass fibers, each layer of fibers running in both the horizontal and transverse directions, the X and Y fibers, and layers of fibers running in the vertical direction, the Z fibers.

Fig. IA toont dit materiaal bestaande uit blokken 17 van schuim met lagen glasvezels 19, ingebed in het schuim en met uitstekende vezel-20 einden 21 ter vergemakkelijking van de hechting van de blokken 17 aan een constructiedeel, zoals de tankwand. Het blok 17 heeft andere glasvezels 23, die verticaal verlopen, met uitstekende vezeleinden 25 ter vergemakkelijking van het hechten van de verschillende blokken aan elkaar en voor het steunen van de primaire voering of membraan, die hieronder wordt 25 beschreven, en lagen andere vezels 27, die horizontaal en loodrecht op de vezels 19 verlopen. Dit type versterking is bekend als X Y Z versterking met de X*vezels in langsrichting, de Y-vezels in dwarsrichting en de Z~ vezels in verticale richting, welk schuim ook 3D-schuim wordt genoemd.Fig. 1A shows this material consisting of blocks 17 of foam with layers of glass fibers 19 embedded in the foam and with protruding fiber ends 21 to facilitate the adhesion of the blocks 17 to a structural part such as the tank wall. The block 17 has other glass fibers 23, which run vertically, with protruding fiber ends 25 to facilitate adhesion of the different blocks together and to support the primary liner or membrane described below, and layer other fibers 27, which run horizontally and perpendicular to the fibers 19. This type of reinforcement is known as X Y Z reinforcement with the X * fibers in the longitudinal direction, the Y fibers in the transverse direction and the Z fibers in the vertical direction, which foam is also called 3D foam.

Bij voorkeur worden de planken van dit materiaal aan elkaar gehecht met 30 een geschikt hechtmiddel, bij voorkeur een polyurethaan-hechtmiddel, voor de vorming van de buitenste isolatielaag 14 en de binnenste isolatielaag 16 .Preferably, the planks of this material are bonded together with a suitable adhesive, preferably a polyurethane adhesive, to form the outer insulating layer 14 and the inner insulating layer 16.

Een dunne, eerste voering of barrière-membraan 18 is geplaatst in aanraking met de binnenste schuimlaag 16 en daarmee op een nader te 35 beschrijven wijze verbonden. Deze eerste voering bestaat uit een materiaal, dat bestand is tegen lage temperaturen (een lage warmteuit-zetting heeft), bijvoorbeeld nikkelstaal, bij voorkeur met hoog nikkel-gehalte, zoals het onder de naam Invar op de markt gebrachte materiaal, hoewel ook andere materialen, zoals roestvrij staal kunnen worden gebruikt.A thin, first liner or barrier membrane 18 is placed in contact with the inner foam layer 16 and bonded thereto in a manner to be described. This first liner consists of a material that is resistant to low temperatures (has a low heat expansion), for example nickel steel, preferably with a high nickel content, such as the material marketed under the name Invar, although also other materials such as stainless steel can be used.

BAD 18 iS ondoorlaatbaar voor vloeistoffen of gassen en vormt een 8200020 - 6 - binnenvat voor het bevatten van de cryogene vloeistof. Een tweede voering 20 is aangebracht tussen de buitenste schuimlaag 14 en de binnenste laag 16. Deze voering kan een combinatie zijn van glasvezeldoek met dun metaal, bijvoorbeeld aluminiumfoelie of ook kan een met kunsthars geïmpregneerd 5 glasvezeldoek zijn, bijvoorbeeld geïmpregneerd met polyurethaanhars of dit doek gecombineerd met een polyvinylfluoridefilm van het materiaal Tedlar. Deze tweede voering kan een ondoorlaatbare voering zijn die de doorgang belet van cryogene vloeistof van de binnenste schuimlaag 16 naar de buitenste laag 14.BAD 18 iS impermeable to liquids or gases and forms an 8200020 - 6 inner vessel for containing the cryogenic liquid. A second liner 20 is arranged between the outer foam layer 14 and the inner layer 16. This liner can be a combination of glass fiber cloth with thin metal, for example aluminum foil, or it can also be a glass fiber cloth impregnated with resin, for example impregnated with polyurethane resin or this cloth combined with a polyvinyl fluoride film of the material Tedlar. This second liner may be an impermeable liner that prevents the passage of cryogenic liquid from the inner foam layer 16 to the outer layer 14.

10 Volgens fig. 2 is de eerste stap bij het aanbrengen van het isolatiesysteem 13 het aanbrengen van een aantal tapeinden 22 op onderlinge afstanden tegen de binnenwand 12, die door een weerstandslas 24 worden bevestigd. De tapeinden brengen de belasting over van de eerste voering 18 op de binnenwand. Daarna wordt de buitenste schuimlaag 14 bij 26 met 15 een hechtmiddel verbonden met de wand 12. Zoals gezegd, is dit 3D-poly-urethaanschuim, met vezels versterkt, vervaardigd in rechthoekige planken of blokken 17, bijvoorbeeld ongeveer 60 cm breed en 3 meter lang en worden zij met elkaar verbonden door een geschikt hechtmiddel 28 (fig.3).According to FIG. 2, the first step in applying the insulation system 13 is to arrange a number of studs 22 spaced against the inner wall 12, which are secured by a resistance weld 24. The studs transfer the load from the first liner 18 to the inner wall. Thereafter, the outer foam layer 14 by 26 is bonded to the wall 12 by 15 adhesive. As mentioned, this 3D polyurethane foam, fiber reinforced, is made in rectangular planks or blocks 17, for example about 60 cm wide and 3 meters long. and they are joined together by a suitable adhesive 28 (fig. 3).

De buitenlaag 14 wordt door middel van een hechtmiddel verbonden met de 20 scheepswand 12 door toepassing van een vacuumtechniek, waardoor een druk wordt uitgeoefend om de delen op hun plaatsen te houden tijdens de verharding vani.het hechtmiddel^The outer layer 14 is bonded to the ship's wall 12 by means of an adhesive, using a vacuum technique, whereby a pressure is applied to hold the parts in place during the hardening of the adhesive.

De met kunsthars geïmpregneerde en met glasvezels versterkte tweede voering 20 wordt gehecht aan de blokken 17 voordat deze worden 25 gehecht aan de scheepswand. Vervolgens wordt een overlapverbinding 30 toegepast tussen de blokken om de tweede voering 20, bijvoorbeeld bestaande uit met polyurethaan geïmpregneerd glasvezeldoek, gecombineerd met een polyvinylfluoridefilm, continu te maken over het oppervlak van de buitenlaag 14.The synthetic resin impregnated and glass fiber reinforced second liner 20 is bonded to the blocks 17 before they are bonded to the ship's hull. Then, an overlap joint 30 is applied between the blocks to make the second liner 20, for example, consisting of polyurethane impregnated glass fiber fabric, combined with a polyvinyl fluoride film, continuously over the surface of the outer layer 14.

30 De isolatieblokken 17 in de buitenlaag 14 zijn voorzien van een systeem van met elkaar verbonden U-profielen of kanalen 32. Zoals blijkt uit fig. 9 verlopen de kanalen 32 in horizontale richting over de onderlinge verbindingen tussen de blokken of planken en zijn aan de hoeken door verdeelleidingen 38 met elkaar verbonden. De verdeelleidingen zijn 35 weer verbonden met een niet weergegeven vacuumpomp en daacdbcr wordt het lek-opsporingssysteem voor de tweede voering gevormd.The insulating blocks 17 in the outer layer 14 are provided with a system of mutually connected U-profiles or channels 32. As can be seen from Fig. 9, the channels 32 extend horizontally over the mutual connections between the blocks or planks and are at the corners connected by manifolds 38. The manifolds are again connected to a vacuum pump (not shown) and the leak detection system for the second liner is formed.

De kanalen 32 kunnen bestaan uit kunststof of vezelglas en zijn aangebracht in bijpassende groeven 36 in de blokken 17 en bij 37 met de hechtverbindingen 28 tussen de blokken verbonden. ba1S original Na het aanbrengen van de eerste schuimlaag 14 en de tweede 8200020The channels 32 may consist of plastic or fiber glass and are provided in matching grooves 36 in the blocks 17 and connected at 37 to the bonding joints 28 between the blocks. ba1S original After applying the first foam layer 14 and the second 8200020

·· I·· I

- 7 - voering 20 wordt een tweede of binnenschuimlaag 16 met hechtmiddel op zijn plaats gebracht in aanraking met de tweede voering 20 door eerst blokken 17' van 3D-schuim, soortgelijk aan de blokken 17, aan elkaar te hechten bij 28'. Nadat de binneiilaag 16 op de eerste laag 14 is aangebracht, worden 5 groeven 40. gesneden in het bovenvlak van de laag 16, evenwijdig aan de scheepsas op langsvlakken. Deze groeven vormen verdiepingen in de binnen-laag 16 voor het opnemen van vasthoudstroken 42 van multiplex, die bij 43 worden gehecht aan de binnenlaag 16, zoals blijkt uit fig. 8. Deze vasthoudstroken 42 dienen voor verbinding tussen de eerste voering 18 en 10 de schuimbinnenlaag 16. Uit fig. 3 en 8 blijkt dat de eerste voering 18 bestaat uit een aantal secties 44 met opstaande flenzen 46 aan tegenovergestelde zijden. Tussen aangrenzende flenzen 46 wordt een tong 48 geplaatst bij voorkeur ook gevormd van tegen lage temperatuur bestendig materiaal, zoals nikkelstaal, waarbij het onderste of binnenste deel van de tong 48 15 wordt opgenomen in een kanaal 50 in de vasthoudstrook 42 en een omgebogen deel 52 van de tong in een kanaal 54 in de strook 42, dat loodrecht staat op het kanaal 50. Het bovendeel van de tong 48 wordt bij 56 gelast aan de flenzen 46 van de delen 44 van de' eerste voering. De strook 42 houdt dus de tongen 48 vast, verbonden met de eerste voering, zodat deze tegen 20 de binnenschuimlaag 16 aan wordt gehouden. De vasthoudstroken 42 en de tongen 48 zijn gelijkmatig verdeeld over het oppervlak van de schuimlaag 16.Liner 20, a second or inner foam layer 16 of adhesive is placed in contact with the second liner 20 by first bonding blocks 17 'of 3D foam, similar to blocks 17, at 28'. After the inner layer 16 has been applied to the first layer 14, 5 grooves 40 are cut in the top surface of the layer 16, parallel to the ship's axis on longitudinal surfaces. These grooves form recesses in the inner ply 16 to receive plywood retaining strips 42 which are bonded to the inner ply 16 at 43 as shown in FIG. 8. These retaining strips 42 serve to connect the first liner 18 and 10. foam inner layer 16. It can be seen from Figures 3 and 8 that the first liner 18 consists of a number of sections 44 with upright flanges 46 on opposite sides. Between tongue flanges 46, a tongue 48 is preferably also formed of low temperature resistant material such as nickel steel, the lower or inner part of the tongue 48 being received in a channel 50 in the retaining strip 42 and a bent portion 52 of the tongue in a channel 54 in the strip 42, which is perpendicular to the channel 50. The top of the tongue 48 is welded at 56 to the flanges 46 of the parts 44 of the first liner. The strip 42 thus holds the tongues 48 connected to the first liner so that it is held against the inner foam layer 16. The retaining strips 42 and the tongues 48 are evenly distributed over the surface of the foam layer 16.

Door deze tongen is een zekere beweging mogelijk tussen de tongen en de kanalen en dus tussen de eerste voering en het vlak van de 25 schuimisolatie, waarbij de voering alleen stijf is bevestigd in de hoeken van de container of tank, op een hieronder nader beschreven wijze,These tongues allow a certain movement between the tongues and the channels and thus between the first liner and the face of the foam insulation, the liner being fixed only rigidly in the corners of the container or tank, in a manner further described below ,

BADBATH

82000208200020

- 8 - I- 8 - I

<· ^ j<· ^ J

De kanalen 50 en 54 in de stroken 42 dienen tevens . als kanalen voor het lekopsporingssysteem voor de eerste membraan en voor een reinigingssysteem voor het verwijderen van zuurstof van achter de eerste voering. De lekopsporings-kanalen .50,54 zijn met elkaar verbonden bij 53 volgens fig.Channels 50 and 54 in strips 42 also serve. as channels for the leak detection system for the first membrane and for a cleaning system for removing oxygen from behind the first liner. The leak detection channels 50, 54 are connected together at 53 according to FIG.

; 9 en verbonden met een niet-weergegeven vacuunpomp. De kana-1 len 50, 54 kunnen ook met elkaar zijn verbonden bij het pas-I seren van een ruimte 76 gevormd in een. rechte hoek volgens j fig. 2. Ditlekopsporingssysteem heeft verschillende functies, ί ... .; 9 and connected to a vacuum pump (not shown). Channels 50, 54 may also be joined together when passing a space 76 formed in one. right angle according to j fig. 2. This leak detection system has several functions, ί ....

0 Ι nl. het bepalen of er een lek bestaat in de primaire voering j ! .18, voor het beperken van de uitwendige druk ; eh het verwij-i - : ; deren van zuurstof van achter de eerste membraan teneinde te j voorkomen dat de membraan wordt beschadigd door knikken naar i binnen in de ledige of gedeeltelijk volle tank, als lekop- : 5 sporingssysteem voor de eerste membraan en het verwijderen ; van vloeibare of gasvormige produkten die door deze membraan zijn gelekt, en als beoroevingssysteem voor het controleren | van de dichtheid van de barrière van de tweede voering.' j Het bovenbeschreven systeem van secundaire kanalen wordt ge-0 bruikt voor het opsporen van lekken in de tweede voering 20’.0 Ι ie determining if there is a leak in the primary liner j! .18, for limiting external pressure; eh the reference i::; discharging oxygen from behind the first membrane to prevent the membrane from being damaged by kinking inside the empty or partially full tank, as a leakage detection system for the first membrane and removal; of liquid or gaseous products which have leaked through this membrane and as evaluation system for monitoring of the density of the barrier of the second liner. " The above described secondary channel system is used to detect leaks in the second liner 20 ".

Fig. 2 en 2a tonen een rechte ' hoek volgens de uit- j vinding bij een horizontaal en een vertikaal dwarsvlak, welke hoekconstructie trskspanningen kan opnemen in de horizontale 'en de dwarsrichting onder 90°, uitgeoefend van de eerste ! 5 membraan 18 op de scheeosromo 12. Daartoe is een aantal ! i koppelingen 60 aangebracht op ongeveer gelijke onderlinge · afstanden in de schuimlagen 14, 16 in een vlak loodrecht op' | het vlak van fig. 2,. en een aantal koppelingen 60' loodrecht ι ·. · j op de koppelingen 60 op onderlinge afstanden in een vlak i i loodrecht óp het vlak van fig. 2 en ook loodrecht op het I · | vlak van de koppelingen 60. De koppelingen 60’ liggen af wis·-Fig. 2 and 2a show a right angle according to the invention at a horizontal and a vertical transverse plane, which angle construction can absorb transverse stresses in the horizontal and transverse directions at 90 °, exerted from the first! 5 membrane 18 on the scheeosromo 12. There is a number of them! couplings 60 arranged approximately equidistant in the foam layers 14, 16 in a plane perpendicular to the plane of fig. 2, and a number of couplings 60 'perpendicular ι ·. J on the couplings 60 at mutual distances in a plane i i perpendicular to the plane of fig. 2 and also perpendicular to the I | plane of the couplings 60. The couplings 60 ’are off.

j Ij I

i selend tussen de koppelingen 60 volgens fig. 2a en zijn e- j j yeneens aangebracht in de schuimlagen.14 en 16. ISelectively between the couplings 60 of Fig. 2a and they are provided in the foam layers 14 and 16 respectively.

De koppelingen 60 bestaan elk uit een buisvormig, niet-' metalen, bij voorkeur van kunststof vervaardigd, koppelor-j_gaan 62, aangebracht om een der tapeinden 22 en gaande door BAD ORIGINAL' 8200020Couplings 60 each consist of a tubular, non-metallic, preferably plastic, coupling member 62 disposed about one of the studs 22 and passing through BAD ORIGINAL "8200020.

9 . ·. I9. ·. I

i ' ; de buitenste schuimlaag 14, welk koppelorgaan gedeeltelijk uitsteekt in de binnenste schuimlaag 16. Hoewel niet-metalen koppelorganen de voorkeur verdienen kunnen ook metalen kop- pëlorganen,b.v. van staal, worden gebruikt. Het koppelorgaan 5 wordt op zijn plaats gehouden in de schuimlagen en tegen de scheepsromp 12 door een hechtverbinding 64 of door het hacht- : lassen van het orgaan aan het tapeind 22. Da tweede voering' I 20 heeft een opening voor de doorgang van het koppelorgaan ! ' 60, waarbij een secundaire, b.v. met kunsthars geimpregneerde .i '; the outer foam layer 14, which coupling member partially protrudes into the inner foam layer 16. Although non-metal coupling members are preferred, metal coupling members, e.g. made of steel. The coupling member 5 is held in place in the foam layers and against the hull 12 by an adhesive connection 64 or by the welding of the member to the stud 22. The second liner 20 has an opening for the passage of the coupling member. ! 60, where a secondary, e.g. impregnated with synthetic resin.

10 ; glasvezelverbinding 66 is aangebracht rondom het. koppelorgaan.10; glass fiber connection 66 is provided around it. coupling member.

j en gehecht aan de tweede voering. - · [ Het hoekisolatiesysteem volgens fig. 2 in een rechte" ; hoek omvat hoekprofielen 68 van nikkelstaal, ongeveer even · | dik als de primaire voering 18, bestaande uit een paar hoek^ 15 ! profielen 70, 70*, die loodrecht op elkaar zijn aangebrachtj and attached to the second liner. The angle insulation system of FIG. 2 in a right angle includes nickel steel corner profiles 68, approximately as thick as the primary liner 18, consisting of a pair of corner profiles 70, 70 *, perpendicular to each other are provided

i Ii I

i en met elkaar verbonden met een hoekstuk 72, gelast aan de j i - * I profielen 70, 70’ om deze op hun plaatsen te houden.. Elk van J ii and joined together with a corner piece 72 welded to the j i - * I profiles 70, 70 'to hold it in place. Each of J i

| de profielen 70, 70* draagt aan het binnenèinde een.flens 74 ! of 74* die loodrecht is omgebogen. I| the profiles 70, 70 * bear a flange 74 at the inner end! or 74 * bent perpendicularly. I

20 j Binnen uitgesneden delen 76, 76* van de binnenste i ( schuimlaag 16 nabij de hoek zijn twee hoeksteunén 78, 78* van multiplex aangebracht, welke, aan de einden bij .80 zijn j uitgehold. Schroeven 82 bevestigen de houten steunen 78, 78* aan de hoekprofielen 70, 70* in de uitsparingen 76, 76’ bin- Ί 25 nen de laag 16. Hoewel isolerende hoeksteunen de voorkeur j i verdienen kunnen zij ook van metaal zijn. De houten steunen; j 78, 78* hebben elk een uitgesneden uitsparing 88 voor het j i opnemen van een isolatieorgaan 90 voor het lassen, vervaar-; . | digd van asbest en roestvrij staal. De aangrenzende, einden ·20 j Inner cut-out parts 76, 76 * of the inner i (foam layer 16 near the corner) are two plywood corner supports 78, 78 * which are hollowed out at the ends at .80 j. Screws 82 fix the wooden supports 78, 78 * to the corner profiles 70, 70 * in the recesses 76, 76 'within the layer 16. Although insulating corner supports are preferred, they may also be made of metal The wooden supports; a cut-out recess 88 for receiving an insulating member 90 for welding made of asbestos and stainless steel.

i Si S

30 | van de primaire membraan. 18 worden bij 91 aan de hoakprofie^‘ | len 70, 70’ gelast. ! ? i30 | of the primary membrane. 18 become 91 at the hoakprofile ^ "| 70, 70 'welded. ! ? i

Met een hoeksteun van multiplex, b.v. 78, in de hoek-; constructie is een stalen koppelbout 84 verbonden.. De koppel- I i ; bout 84 heeft een buigzame verbinding met het koppelorgaan ' 35 ' 62 in de vorm van een kogelscharnier 85 aan het einde van L_de bout, opgenomen en vrij roteerbaar in een zitting 85a aan b22-ii"r·.i'ï2 ' _ - · bad original ö 9 n n 0 2 0With a plywood corner support, e.g. 78, in the corner; construction, a steel coupling bolt 84 is connected. The coupling I i; bolt 84 has a flexible connection to the coupling member "35" 62 in the form of a ball joint 85 at the end of the bolt, received and freely rotatable in a seat 85a on b22-ii ". bad original ö 9 nn 0 2 0

" ' · lö - ILö - I

* v I* v I

het binneneinde van het koepelorgaan 62, waarbij de kromming van de zitting overeenkomt met die van het scharnier 85. De : term "buigzame verbinding" betekent een verbinding tussen de bout 84 en het koppelorgaan 62 waardoor een beweging t.o.v.the inner end of the dome member 62, the curvature of the seat corresponding to that of the hinge 85. The term "flexible joint" means a connection between the bolt 84 and the coupling member 62 causing movement relative to the hinge.

5 ’het koppelorgaan mogelijk. is. Aan het andere einde* is de bout ! 84 bevestigd aan een schouder 87 van de houten hoeksteun met 'een moer 86. Het midden van het koppelorgaan 62 is opgevuld.5 "the coupling member possible. is. At the other end * is the bolt! 84 attached to a shoulder 87 of the wooden corner support with a nut 86. The center of the coupling member 62 is padded.

I met schuimisolatie 89. De koppelingen 60’ Zijn van gelijke .•constructie als de koppelingen 60. j 10 I De flens 74 van het hoekprofiel 70 is aangebracht ’ i * i [rond de binnenschouder 92 van da steun 78 en de flens 74* van I het profiel 70* om de. binnenschouder 92* van de steun 78', ! · : waardoor de hoekprofièlen zijn bevestigd aan de hoeksteunen.I with foam insulation 89. The couplings 60 'are of the same construction • as the couplings 60. j 10 I The flange 74 of the corner profile 70 is fitted' i * i [around the inner shoulder 92 of the support 78 and the flange 74 * from I the profile 70 * to the. inner shoulder 92 * of the support 78 '! ·: Through which the corner profiles are attached to the corner supports.

De koppelbout 84 is evenwijdig aan het hoekprofiel 70 en het 15 daarmee verbonden voeringdeel 18a en de koppelbout 84' even 4 wijdig aan het hoekprofiel 70* en het bijbehorende voering-j .r }deel 18a’, dat daarmee is verbonden. j ! Wanneer het schip wordt gevuld met een koude vloei- \ ! : 1 stof^ b.v. aardgas (LNG) worden de trekbelastingen, uitgeoe- iThe coupling bolt 84 is parallel to the corner profile 70 and the liner part 18a connected thereto and the coupling bolt 84 'is equally parallel to the corner profile 70 * and the associated liner part 18a "connected thereto. j! When the vessel is filled with a cold flow! : 1 substance ^ e.g. natural gas (LNG), the tensile loads, i

20 fend door de primaire voering 18 en het voeringdeel 18a en j . de hoekconstructie 68 in de rechte, hoek in horizontale rich-f ting, gezien in fig. 2, opgenomen door de koppelingen 60, I20 through the primary liner 18 and the liner portion 18a and j. the angle construction 68 in the right angle, in the horizontal direction, seen in Fig. 2, received by the couplings 60, I

d.w.z. de houten steun 78, de koppelbout 84 en het koppel- l orgaan 62 en worden deze krachten overgebracht op de scheeps-25 romp 12. Voor trekbelastingen welke door de eerste voering | l vertikaal worden uitgeoefend, gezien in fig. 2, dienen de ! ! i ! soortgelijke koppelingen 60’ welke deze krachten overbrengen •op ^e romp 12. Daar de houten hoeksteunen 78, 78* worden ge- jsteund door de schuimlagen 16 en 14 en niet door een stijf ; ! j ·.·.*·· 30 j frame en daar de schuimisolatie vrij zacht en buigzaam is, | ί is het van belang dat de kogelscharnierverbinding 85 bestaat ; van de koppelbout 84 in de koppelingen 60, 60', waardoor de; J hoekconstructie een zekere verdraaiing kan uitvoeren bij een . a-symmetrischs belasting op da voering 18, waardoor de koppel-35 ' bout onder een hoek kan komen te staan met de voering 18, |_l.,p.v. evenwijdig daaraan te lopen, volgens fig. 2. De buig-i.e. the wooden support 78, the coupling bolt 84 and the coupling member 62 and these forces are transferred to the ship's hull 12. For tensile loads imposed by the first liner | 1 are applied vertically, as shown in FIG. 2, the! ! i! similar couplings 60 which transmit these forces • to the hull 12. Since the wooden corner supports 78, 78 * are supported by the foam layers 16 and 14 and not by a stiff one; ! j ·. ·. * ·· 30 j frame and since the foam insulation is quite soft and flexible, | it is important that the ball joint connection 85 exists; of the coupling bolt 84 in the couplings 60, 60 ', whereby the; J corner construction can perform a certain rotation at a. asymmetrical load on liner 18, allowing the torque 35 'bolt to be angled with liner 18, pv. parallel to it, according to fig. 2. The bending

BAD ORIGINALBAD ORIGINAL

fl ? 0 fi fi ? Πfl? 0 fi fi? Π

m v Im v I

1ί - zame kogelscharnierverbinding 85 laat vrije rotatie van het 'einde van de koppelbout toe, die is verbonden met het koppelorgaan 62 en veroorzaakt geen grote spanningen in de delen. ;Flexible ball joint connection 85 allows free rotation of the end of the coupling bolt, which is connected to the coupling member 62, and does not cause large stresses in the parts. ;

De kogelscharnierverbinding 85 heeft verder het voordeel dat 5 daardoor het koppelorgaan 62 aanvankelijk ook onder een hoek ;kan worden aangebracht met de bout 84, b.v. bij een andere j * *The ball-and-socket joint 85 further has the advantage that the coupling member 62 can thereby also initially be arranged at an angle, with the bolt 84, e.g. with another j * *

Idan éen rechte hoek. IIdan a right angle. I

: In plaats van de· koppelbout 84 kan een metalen, b.v. ,j • ’stalen stang worden gebruikt met schroefdraad aan het einde ; 10 :bij het koppslGrgaan 62, welke stang aan het andere einde |is verbonden met de hoeksteun 78. Bij toepassing van een der-gelijke draadstangverbinding met het koppelorgaan kan een S “ t vermoeiingsbreuk optreden in de draad na een bepaalde gebruiksduur en bij normale werkomstandigheden. j 15 De koppelingen 60, 60' namen dus de trekbelastingen !Instead of the coupling bolt 84, a metal, e.g. , j • 'steel rod are used with threaded end; 10: at the coupling end 62, which rod at the other end is connected to the angle support 78. When using such a threaded rod connection with the coupling member, a S "t fatigue break may occur in the thread after a certain period of use and under normal operating conditions . j 15 The couplings 60, 60 'therefore took the tensile loads!

op van de eerste voering 18 in de rechte hoek en brengen Iof the first liner 18 at right angles and bring I.

t * » jdeze rechtstreeks over op de scheepsromp terwijl de niet-me-, 1 ' iThis is transferred directly to the hull while the non-me, 1 'i

!talen koppelorganen 62, 62', b.v. van kunststof, de thermo- ] ί Ilanguages coupling members 62, 62 ', e.g. of plastic, the thermo] ί

:dynamische eigenschappen regelen, zodat een verdere isolatie J. « — — , '«ίΛ·»— .: regulate dynamic properties so that further insulation J. «- -, '« ίΛ · »-.

20 ;ontstaat. Warmteproeven hebben echter doen zien dat ook stalen20; arises. However, heat tests have also shown that samples

* I* I

koppelorganen kunnen worden gebruikt. De koppelorganen 62, j 62* dichten'verder de tweede voering 20 af en beletten het . . · t doordringen van de koude vloeistof wanneer de eerste voering lek zou zijn en de vloeistof in de binnenste schuimlaag 16 25 [is gekomen. Door het versterkte 3D-schuim kan dit ook trek-! j ...» i-belastingen opnemen, evenals warmtebelastingen in de hoeken» ! i i Wanneer de schuimisolatia wordt blootgesteld aan kou-: i * jde vloeistof dringt deze vloeistof het schuim binnen. Op j jeen bepaalde diepte zal de vloeistof door de hogere tempera- ! i 30 !tuur gasvormig worden en uitzetten. Door deze plaatselijke j vorming van damp- of gasdruk binnen de versterkte schuimiso- i ; •latie wordt belet dat het grensvlak tussen vloeistof en gas ; ;dieper de schuimisolatia binnengaat, zodat hierdoor de diepte wordt beperkt tot waar de vloeistof de isolatie kan binnen- 35 dringen. Dit verschijnsel belet dat een inwendige dampdruk _de. schuimisolatia kan vernielen. Daar binnendringen in het |___________ icoupling members can be used. Couplers 62, 62 * further seal and prevent second liner 20. . Do not penetrate the cold liquid if the first liner were to leak and the liquid had entered the inner foam layer. Thanks to the reinforced 3D foam, this can also be pulled! j ... »Include i-loads, as well as heat loads in the corners»! When the foam insulators are exposed to cold liquid, this liquid penetrates the foam. At a certain depth, the liquid will rise due to the higher temperature. Gaseous gaseous expansion and expansion. Due to this local formation of vapor or gas pressure within the reinforced foam iso; • lation is prevented from interfering with the interface between liquid and gas; penetrates deeper into the foam insulators, thereby limiting the depth to where the liquid can penetrate the insulation. This phenomenon prevents an internal vapor pressure. foam insulators can destroy. Penetrate into the | ___________ i

BAD ORIGINALBAD ORIGINAL

82000208200020

ll - ‘ , ... 1 Ill - ", ... 1 I

schuint door een materiaal met een hoger geleidingsvermogen geacht werd dit grensvlak tussen vloeistof en gas te verstoren en het grensvlak dieper naar binnen te bewegen in hét schuim, waardoor een snelle daling zou ontstaan van da temperatuur rond het binnendringingspunt, verwachtte men niet te vinden dat door een geschikt ontworpen combinatie van een •koppelorgaan 62 met een koppelbout 84, ook zelfs wanneer deze Jdelen bestaan uit metaal, de stabiliteit van het grensvlak j !tussen vloeistof en gas niet zou aantasten. 1 : | Koppelingen 60a, 60a* voor -een rechte hóek bij een !;·'·.·skewed by a higher conductivity material was supposed to disturb this liquid-gas interface and to move the interface deeper into the foam, causing a rapid drop in temperature around the point of entry, it was not expected to be a suitably designed combination of a coupling member 62 with a coupling bolt 84, even if these parts consist of metal, would not affect the stability of the interface between liquid and gas. 1: | Couplings 60a, 60a * for -a straight corner with a!; · '·. ·

Ischuin vlak zijn weergegeven in fig. 5. Deze koppelingen-zijn ίsoortgelijk aan de koppelingen 60, 60'. Volgens fig. 5 zijn;/Diagonally flat are shown in Fig. 5. These couplings are similar to couplings 60, 60 '. According to Fig. 5; /

Ikorte stalen buizen 94, 94* aangebracht, gelast aan de scheeps-jrorap 12, en koppelorganen 96, 96’ van kunststof, b.v. ver- ' jkregen door spuitgieten van polyester, welke koppelorganen j / - . : - j :worden geschroefd in de buizen 94, 94’. Het buiteneinde van : jhet koppelorgaan is uitgehold en opgevuld met schuimisolatie 100, waarna deze einden van de koppelorganen met kleefmiddeli i .Short steel pipes 94, 94 * fitted, welded to the ship's rapel 12, and coupling members 96, 96 'of plastic, e.g. obtained by injection molding of polyester, which coupling members are. : - j: are screwed into the tubes 94, 94 ". The outer end of the coupling member is hollowed out and filled with foam insulation 100, after which these ends of the coupling members are filled with adhesive.

i zijn gehecht bij 101 aan de romp 12. De hoek van fig. 5 j fwerk^op soortgelijke wij ze als die van fig. 2 bij het opne-i mén van trekbelastingen veroorzaakt door het samentrekken van de eerste voering in twee onderling loodrechte richtingen, | ook van a-symmetrische belastingen, welke alle doelmatig worden overgebracht op de scheepsromp. ί · i /'"'/ Fig. 4 toont een langshoekconstructie onder 135°. Deze verschilt van een rechte hoek doordat de membraanbelasting ; die de steunconstructie voor de isolatie opneeat kleiner is ; dan bij de rechte hoek volgens fig. 2 en 5. Bij de hoek volgens ]fig. 4 is een paar isolatiestroken 102 van multiplex opga- [ - y jnomen in uitsparingen 104 in de binnenste isolatielaag 16, | i welke stroken in tegengestelde richtingen van het hoekpunt I Jverlopen. De stroken 102 zijn met lijm verbonden aan de iso-* [latte bij 106. Indien gewenst kunnen ook metalen steunstroken .1 are attached at 101 to the hull 12. The angle of FIG. 5 works similarly to that of FIG. 2 when taking tensile loads caused by contracting the first liner in two mutually perpendicular directions , | also from asymmetrical loads, all of which are efficiently transferred to the hull. 4 / Fig. 4 shows a longitudinal angle construction at 135 °. This differs from a right angle in that the diaphragm load, which absorbs the insulation support structure, is less than with the right angle shown in Figs. 2 and 5. At the corner of FIG. 4, a pair of plywood insulating strips 102 are received in recesses 104 in the inner insulating layer 16, which strips extend in opposite directions from the vertex. on the iso- * [latte at 106. If desired, metal support strips can also be used.

I. _ . » 'worden gebruikt, hoewel isolerende niet-metalen steunstroken > 102 de voorkeur verdienen. Een hoekmembraan 108 met een hoek /van 135° en vervaardigd van nikkelstaal is aangebracht op de — 7 : ~ ' S234ür/>32· BAD$?inh>2oI. _. », Although insulating non-metallic support strips> 102 are preferred. A corner diaphragm 108 with an angle / of 135 ° and made of nickel steel is applied to the - 7: ~ 'S234ür /> 32 · BAD $? Inh> 2o

- il-. * · 4 I- il-. * 4 I

ihoekstroken 102 en daarmee verbonden door indrijfklinknagels : 112 of met houtschroeven. De overlappende einddelen van de ;primaire voering 18 en van de hoekmembraan 108 zijn bij 110 aan elkaar gelast. De trekbelastingen op een dergelijke hoek 5 van 135°, welke door deze hoek moeten worden overgebracht ;van de samentrekkende eerste voering op de scheepsromp, zijn I vrij klein vergeleken met de trekkrachten bij een rechte ;hoek. Het lasisolatieorgaan 90 van asbest en roestvrij staal, ?dat wordt gebruikt bij de rechte hoek volgens fig. 2,kan ook 10 |bij de hoek van fig. 4 worden gebruikt als bescherming bij i * ]het lassen, indien dit nodig is, door uitsparingen te maken , ί |in de houten isolatiestroken 102 voor de dikte van deze plaat 90.corner strips 102 and connected thereto by driving rivets: 112 or with wood screws. The overlapping end portions of the primary liner 18 and of the corner membrane 108 are welded together at 110. The tensile loads at such an angle of 135 °, to be transferred by this angle, from the contracting first liner on the hull, are quite small compared to the tensile forces at a right angle. The asbestos and stainless steel welding insulator 90 used at the right angle of FIG. 2 can also be used at the corner of FIG. 4 as protection when welding, if necessary, by make recesses in the wooden insulating strips 102 for the thickness of this plate 90.

Fig. 6 toont de constructie van een drievlakshoek op 15 het punt van samenkomst van de hoek van 135° met een dwarse O j hoek van 90 . Een dergelijke drievlakshoek moet zowel trek- ' als buigbelastingen kunnen weerstaan. Volgens fig. 6 en 7 ! is een stalen drievlakshoekstuk 114 aangebracht waarvan twee zijden 116 een hoek maken van 135° en de derde zijde 118 een 20 hoekman 90° met elk van de zijden 116. De zijden 116 liggen elk boven een houten steun 120 in een uitsparing 122 in de j binnenste schuimlaag 16 en de derde zijde 118 van liet drie- | vlakshoekstük ligt in aanraking met een houten steun 124 in ! een uitsparing 126 in de binnenste schuimlaag 16, waarbij de 25 steun 124 loodrecht staat op de steunen 120. De houten steun j bestaande uit de delen 120 en 124 is daarom ook een drievlaks- t . , hoek en hoewel deze bij voorkeur niet van metaal, dus isole-! rend is vervaardigd, kan dit deel ook van metaal zijn.Fig. 6 shows the construction of a three-plane angle at the point of convergence of the angle of 135 ° with a transverse angle of 90 °. Such a triangular angle must be able to withstand both tensile and bending loads. According to fig. 6 and 7! a steel triangular corner piece 114 is provided, two sides 116 of which form an angle of 135 ° and the third side 118 of a corner man 90 ° with each of the sides 116. The sides 116 each lie above a wooden support 120 in a recess 122 in the j inner foam layer 16 and the third side 118 of the three- flat corner piece is in contact with a wooden support 124 in! a recess 126 in the inner foam layer 16, the support 124 being perpendicular to the supports 120. The wooden support j consisting of the parts 120 and 124 is therefore also a three-plane. , corner and although it is preferably not of metal, so isole-! This part may also be made of metal.

I .* .I. *.

i De beide zijden 115 eh de derde zijde 118 van het j j ! 30 ‘drievlakshoekstuk 114 steunen op een buisvormig koppelorgaan | ; 128 van glasvezelmateriaal of staal, welke buis loodrecht ; ! staat op elk van deze zijden en door de binnenste en buiten- ίste schuimlaag 16, resp. 14 heensteekt, naar de scheepsromp 12.i Both sides 115 eh the third side 118 of the j j! 30 "triangular corner piece 114 resting on a tubular coupling member | ; 128 of glass fiber material or steel, which tube is perpendicular; ! on each of these sides and through the inner and outer foam layers 16, respectively. 14, towards the hull 12.

De buitaneinden van da buizen 128 zijn geschroefd in een 35 stalen buisje 130, dat bij 132 is gelast aan de romp 12.The outer ends of the tubes 128 are screwed into a steel tube 130, which is welded to the hull 12 at 132.

i- De koppelbuizen 128 zijn met lijm bij 134 afgedicht : !--------------------i I i r-2ö2i- The connecting tubes 128 are sealed with adhesive at 134:! -------------------- i I i r-2ö2

BAD ORIGINALBAD ORIGINAL

8200020 i Η ! verbonden met de aangrenzende schuimlagen 14 en 15, terwijl een tweede voeringverbinding 136 van glasvezelmateriaal passend om de buis 128 is aangebracht en daaraan is vastgelijmd.8200020 i Η! bonded to the adjacent foam layers 14 and 15, while a second glass fiber liner joint 136 is fitted around the tube 128 and glued thereto.

Een stalen inzetstuk 138 is geschroefd in het boveneinde van elk van de koppelingsbuizen 128 en daarin is een bout 14C geschroefd voor het verbinden van de zijden 116 en 118 van de drievlakshoek 114 met de buizen. Het inwendige , ! van de buizen tussen het inzetstuk 138 en de romp 12 is ge- · yuld met polyurethaanschuim 142. De einddelen 144 van de pri-0 inaire voering 18 zijn bij 146 vastgelast aan de zijden .116A steel insert 138 is screwed into the top end of each of the coupling tubes 128 and a bolt 14C is screwed therein for joining the sides 116 and 118 of the triangular angle 114 to the tubes. The interior,! of the tubes between the insert 138 and the body 12 is covered with polyurethane foam 142. The end parts 144 of the primary liner 18 are welded to the sides at 146.

en 118 van het drievlakshoekstuk. Iand 118 of the triangular plane. I

i Uit fig. 7'bLijkt dat door de loodrechte delen van het..: drievlakshoekstuk trekbelastingen ten gevolge van de samen- r trekking van de voering 18 in beide richtingen loodrecht op ; 5 «elkaar worden overgebracht op de scheepsromp via de buizen 128, welke buizen net schuimvulling een goede isolatie geven' tussen het stalen drievlakshoekstuk 114 en de romp 12. Uit j fig.. 6 blijkt dat eventuele buigbelastingen, veroorzaakt door de samentrekking van da eerste voering 18, door het drievlaks- i _—. . —S-- t J ; 0 hoekstuk worden tegengewerkt door de buizen 128, verbonden j met de zijden 116 van het hoekstuk, welke buizen op hun beurt met de scheepsromp zijn verbonden.It can be seen from Fig. 7'b that through the perpendicular parts of the triangular corner piece, tensile loads due to the contraction of the liner 18 are perpendicular in both directions; 5 «are transferred to each other on the hull via the tubes 128, which tubes provide foam insulation with good insulation between the steel triangular corner piece 114 and the hull 12. It can be seen from fig. 6 that any bending loads caused by the contraction of the first liner 18, through the three-plane. . —S-- t J; Corner pieces are opposed by the tubes 128 connected to the sides 116 of the corner piece, which tubes are in turn connected to the hull.

. j. j

Hoewel volgens fig. 8 de kanalen 50, 52 in de houten · vasthoudstroken 42 voor de tongen dienen als lekopsporingska-.5 halen cp de verbindingspunten tussen de tongen. 48 met de voering 18, kunnen er nog extra lekopspbringskanalen op andere plaatsen in de binnenste schuimlaag 16 zijn aangebracht, tussen de plaatsen van de tongen 48,. nabij de voering. Volgens fig. j 10 kunnen houten kanaaldelen 143 zijn aangabracht op bepaalde i 10 afstanden in uitsparingen 150 in de binnenste schuimlaag 16 j ónder de voering 18, welke kanaaldelen een groef of kanaal- ; 152 hebben, waarvan er een aantal met elkaar zijn verbonden : } 1 op de bovenbeschreven wijze en verbonden met een vacuumpomp, ‘ indien men dit wenst, voor lekopsporing of. voor het afvoeren .Although, according to FIG. 8, channels 50, 52 in the wooden tongues retaining strips 42 serve as leak detection channels at the junctions between the tongues. 48 with the liner 18, additional leakage propagation channels may be provided at other locations in the inner foam layer 16, between the locations of the tongues 48. near the liner. According to FIG. 10, wooden channel parts 143 may be provided at certain distances in recesses 150 in the inner foam layer 16 under the liner 18, which channel parts have a groove or channel; 152, some of which are connected together:} 1 in the manner described above and connected to a vacuum pump, "if desired, for leak detection or. for disposal.

!5 van de zuurstof uit de ruimte tussen de membraan 18 en da schuimlaag 16 als bescherming tegen brand. Deze ruimte kan 522-1:5= 2325 of the oxygen from the space between the membrane 18 and the foam layer 16 to protect against fire. This space can be 522-1: 5 = 232

BAD ORIGINALBAD ORIGINAL

8200020 . . ‘ ' ' -19 - · ! dan worden gevuld net stikstof via dezelfde kanalen.8200020. . "-19 -! then be filled with nitrogen through the same channels.

Als alternatief op het lekopsporingssysteem van fig.As an alternative to the leak detection system of fig.

10 en als extra kenmerk van de uitvinding voor de afvoer van eventuele gassen tussen de primaire voering 13 en de binnen-5 ste schuimlaag 16 kan volgens fig. 11 en ruimte worden ge vormd over het oppervlak van de laag 16 die de membraan 18 ... · * jdraagt, door de versterkingsvezels in de z-richting van jhet 3D schuim te verlengen tot boven het oppervlak van de jschuimlaag 16. Daartoe kan volgens fig. la een harde kunst- j 10 !stof,~b.v. polyester,als bekleding worden aangebracht op de [uitstekende vezeleinden 25 van de vertikale vezels 23 voor Ihet stabiliseren van deze einden teneinde te verzekeren dat ; ide ongesteunde vezeleinden 25, die buiten het schuim uitsteken jstijf zullen blijven. De primaire membraan 18 steunt nu op 15 !de' einden van deze vezels in niet op het oppervlak van het 1 j· _ i ;schuim, waardoor een smalle spleet 154 wordt verkregen tussen 'het schuim en het membraan. Door deze ruimte 154 bp vacuum ;aan te sluiten, evenals/of de kanalen 50, 54 van fig. 8, ! wordt de voering 18 met lichte druk maar stevig tegen de : 20 jlaag 16 aangehouden. . I .10 and as an additional feature of the invention for the discharge of any gases between the primary liner 13 and the inner foam layer 16, according to FIG. 11, space can be formed over the surface of the layer 16 covering the membrane 18. By extending the reinforcing fibers in the z-direction of the 3D foam above the surface of the foam layer 16. According to FIG. 1a, a hard plastic material can be used for this purpose. polyester, are coated on the protruding fiber ends 25 of the vertical fibers 23 to stabilize these ends to ensure that; The unsupported fiber ends 25 which will protrude beyond the foam will remain rigid. The primary membrane 18 now rests on the ends of these fibers not on the surface of the foam, thereby creating a narrow gap 154 between the foam and the membrane. By connecting this space 154 bp vacuum, as well as / or the channels 50, 54 of fig. the liner 18 is held with light pressure but firmly against the layer 16. . I.

| In plaats van het laten steunen van de membraan 18 op.| Instead of letting the membrane 18 rest on it.

jde uitstekende vezeleinden van de schuimlaag 16 kan de mem- j jbraan ook worden gesteund door het aangrenzende oppervlak !Due to the excellent fiber ends of the foam layer 16, the membrane can also be supported by the adjacent surface!

Ivan de schuimlaag en kan dit oppervlak worden ruw gemaakt ;Ivan the foam layer and this surface can be roughened;

i Ii I

25 ;of voorzien van groeven voor het doen ontstaan van de lek- ; ί i lopsporingskanalen. jOr provided with grooves for generating the leakage; I track channels. j

In fig. 12 en 13 is een variant van het systeem volgens jde uitvinding weergegeven. Hierbij wordt de buitenste schuim-|laag 14 niet in directe aanraking gebracht met en gehecht j 30 ;aan de scheepsromp 12 volgens fig. 2 en 3, maar wordt deze j ' laag 14 gesteund op een afstand van de romp zodat de schuim-[laag niet aan de romp behoeft te worden gehecht. Dan behoeft men het vlak van da romp niet te reinigen voor het aanbrengen vein kleefmiddel en het betreffende’ gebied niet te verhitten J 35 voor het bevestigen van de schuimlaag terwijl bovendien een · jruimte wordt verkregen voor het verzamelen en vasthouden van Ü?JwFigures 12 and 13 show a variant of the system according to the invention. Here, the outer foam layer 14 is not brought into direct contact with and adhered to the ship's hull 12 according to Figures 2 and 3, but this layer 14 is supported at a distance from the hull so that the foam [...] layer does not need to be attached to the hull. Then it is not necessary to clean the surface of the hull before applying an adhesive and to heat the area in question before attaching the foam layer, while moreover a space is obtained for collecting and retaining.

BAD ORIGINALBAD ORIGINAL

82000208200020

lb . ν' Ilb. ν 'I

eventueel door de scheepsromp gelekt water*any water leaked through the hull *

Volgens fig. 12 en 13 heeft men een vrijstaande en isolerende steunplaat 156 die zich over vrijwel de gehele isolatieinrichting 13 uitstrekt en de buitenlaag 14 van de i isolatie steunt/ waarbij.deze plaat op zijn beurt op een af stand van de romp 12 wordt gesteund. De vrijstaande plaat 156 kan zijn vervaardigd van een geschikt materiaal/ zoals : i met kunsthars geïmpregneerde glasvezelversterkte kunststof/ί ; b.v. polyvinylfluoride of van multiplex (met lijm op elkaar: .0 : bevestigde platen hout) van voldoende sterkte om het isola- ; tiesysteem 13 te kunnen steunen en tegelijk de isolatie -te , i bevordëren. ... i .According to FIGS. 12 and 13, there is a free-standing and insulating support plate 156 which extends over almost the entire insulating device 13 and which supports the outer layer 14 of the insulating material, this plate in turn being supported at a distance from the body 12. . The free-standing plate 156 may be made of a suitable material, such as: resin-impregnated glass fiber-reinforced plastic / material; e.g. polyvinyl fluoride or plywood (glued together: .0: attached boards of wood) of sufficient strength to make it isola-; support system 13 while promoting insulation. ... i.

De plaat 156 bestaat uit een aantal plaatdelen 158 i ; die met elkaar zijn verbonden en op een afstand van de scheeps-.5 ! romp worden gesteund door een verbindingsconstructie 160.The plate 156 consists of a number of plate parts 158 i; which are connected to each other and at a distance from the ship .5! hull are supported by a connecting structure 160.

I Da plaatdelen worden bij 162 gelijmd aan het buitenvlak van; i » | de buitenste schuimlaag 14. De verbindingsconstructie 160 · I omvat een afstandsorgaan 164/ b.v. in de vorm van een stalen j onderlegplaatje van geschikte dikte. De dikte van het afstands-'.0 ; orgaan wordt zodanig gekozen dat een geschikte spleet 166, j ! b.v. van 4-12 mm overblijft tussen de plaat 156 en de romp | ' · * ! 12, waarbij dit plaatje een plat oppervlak verschaft voor dè ! ï ibevestiging van de vrijstaande plaat. Het afstandsorgaan 164 | kan bij 167 worden vastgelijmd aan de romp 12 of worden be-; r · !5 j vestigd door hechtlassen.I Da plate parts are glued at 162 to the outer surface of; i »| the outer foam layer 14. The connecting structure 160 · I comprises a spacer 164 / e.g. in the form of a steel washer of suitable thickness. The thickness of the spacing 0; member is selected such that a suitable gap 166, j! e.g. of 4-12 mm is left between the plate 156 and the hull | * *! 12, this plate providing a flat surface for the ï i Fixing the free-standing plate. The spacer 164 | can be glued to body 12 at 167 or be glued; r ·! 5 j established by tack welding.

! De aangrenzende einden 168 van de plaatdelen 158 wor- ï · j den geplaatst tussen een paar met kunsthars geïmpregneerde ; i | en met glasvezel versterkte verbindingsstroken 170 van kunst= | stof of van piultiplex, waarbij het samenstel wordt vastge- j ! f 50 ; houden door een stalen onderlegring 17? en een moer 174 op [ t een tapeind 176 dat bij 178 aan de romp is gelast. De aan- ! grenzende vlakken van de buiteneinden 168 van de plaatdelen! ; L5-8 en de .verbindingsstroken .170 worden aan elkaar geLijmd· , 1 ; door deze delen te bedekken met kleefstof vóór de montage 55 ervan. De gehele verbindingsconstructie 160 wordt aangebracht _in een geschikt weggesneden deel 179 van de aangrenzende BAD omGJNAL Λ 8200020 » ·! The adjacent ends 168 of the sheet members 158 are placed between a pair of synthetic resin impregnated; i | and glass fiber reinforced connection strips 170 of art fabric or plywood, the assembly being fixed! f 50; hold by a steel washer 17? and a nut 174 on a stud 176 which is welded to the hull at 178. The on! adjacent surfaces of the outer ends 168 of the plate parts! ; L5-8 and the .170 connecting strips are Glued together ·, 1; by covering these parts with adhesive prior to mounting 55 thereof. The entire connecting structure 160 is fitted _ in a suitable cut-away part 179 of the adjacent BAD omGJNAL Λ 8200020 »·

-tf~ ' J-tf ~ 'J

> buitenste schuimlaag 14, zie fig.13. Een aantal van derge- ; lijke verbindingen 160 zijn op geschikte afstanden aange-bracht over de gehele isolatieinrichting 13.> outer foam layer 14, see fig. 13. A number of such; connections 160 are arranged at suitable distances throughout the insulation device 13.

Da centrale delen 180 van de vrijstaande plaatdelen 5 ; 158 worden gesteund door en/pf bevestigd aan de scheepsromp.The central parts 180 of the freestanding plate parts 5; 158 are supported by en / pf attached to the hull.

| 12 met een aantal op onderlinge afstand liggende steunstro-! ken 132 van kunststoflijm in de vorm van klompen daarvan, -- j aangebracht tussen de plaatdelen 158 en de romp, ongeveer !' ! evenwijdig aan elkaar over de gehele scheepsromp. De stroken 10 ! 182 hebben een zodanige dikte dat de platen 158 vlak blijven j en ongeveer evenwijdig aan de romp. Daar de scheepsromp .niet y ~ . j vlak is én de platen 158 over hét grootste deel. van hun opper- i : i vlak gesteund moeten'worden, worden de stroken 182 aanvan- 1 ' | kelijk aangebracht als een vloeibare of zachte tussenlaag 15 i waardoor onregelmatigheden in de romp worden gecompenseerd.: » || 12 with a number of spaced apart support straws! 132 of plastic glue in the form of clogs thereof, - applied between the plate parts 158 and the hull, approximately! ! parallel to each other over the entire hull. The strips 10! 182 have a thickness such that the plates 158 remain flat and approximately parallel to the hull. Since the hull. Not y ~. j is flat and the plates 158 over the major part. of their surface to be supported flatly, strips 182 are started 1 Applied as a liquid or soft interlayer 15 i, which compensates for irregularities in the hull: »|

Daartoe kan een vormbare kunststoflijrasamenstelling van ge-'To this end, a moldable plastic sheet composition of

’ " JJ

schikte soort worden aangebracht, b.v. een epoxy- of een j polyesterhars, of een mastiek, in de vorm van de stroken, j Deze stroken worden aan de isolatieplaten 158 of aan de romp 20 12 a"angebracht en daarna de platen met de bouten van de verj- bindingen 160 vastgezet. Bij voorkeur liggen de stroken op.j onderling gelijke afstanden. Daar de stroken bij het aanbrengen nog kunnen vloeien, hoewel zij vrij stijf zijn, gaan j i zij bij het aanbrengen van drtik.daarop door de platen 158 j 25 vloeien en vullen de ruimte 168 tussen de romp en de platen! 158, d.w.z. zij vloeien uit en na het harden van de lijm .suitable type, e.g. an epoxy or a polyester resin, or a mastic, in the form of the strips, j These strips are applied to the insulation plates 158 or to the body 20 12 a "and then the plates are fastened with the bolts of the joints 160 Preferably the strips are equally spaced, since the strips can still flow during application, although they are quite stiff, they will flow through the plates 158j 25 upon application and fill the space. 168 between the hull and the plates! 158, ie they flow out and after the glue has hardened.

| ontstaat een hechting met de platen en de römp onverschillig } * ï ongelijkmatigheden in de platen of de scheepsromp. i| bonding with the plates and the hull is indifferent due to irregularities in the plates or the hull. i

De stroken 182 bevatten een geschikte katalysator, j 30 hetgeen bekend is, waardoor een geleidelijke harding ont- |The strips 182 contain a suitable catalyst, which is known, which results in a gradual hardening

- ' I- "I

staat bij normale of kamertemperatuur, waardoor de^'stroken ! I stijf worden en belastingen kunnen opnemen. Door de harding; | van de lijm bij kamertemperatuur behoeft de scheépsromp niet te worden verhit. De aldus gevormde ruimte 166 vormt een 35 ! verzamelruimte voor water dat door vermoeiingsscheuren kan ,is at normal or room temperature, which means the strips! I get stiff and can take loads. By the curing; | of the adhesive at room temperature, the vessel hull does not need to be heated. The space 166 thus formed forms a 35! collection room for water that can survive fatigue cracks,

Ulekken in de scheepsromp en de aanwezigheid van water geeft 1______;______________:--!Leakage in the hull and the presence of water gives 1 ______; ______________: -!

BAD ORIGINALBAD ORIGINAL

82 0 0 0 2 0 -is- . .·' ! dan aan dat gevaarlijke scheuren zijn ontstaan in de binnenste romp dat kan vzorden afgevoerd naar de bodem van het schip en daar verwijderd.82 0 0 0 2 0 -is-. . '! then that dangerous cracks have formed in the inner hull which can be drained to the bottom of the ship and removed there.

De ruimten 179 en 184 boven de verbindingen 160 wor-j den opgevuld met stroken 186 en 188 van 3D-schuim met een overlappende verbinding 190 bij de tweede voering, b.v. van met kunststof geïmpregneerd en met glasvezel versterkt materiaal tussen de vulstroken 186 en 188 die bij 191 en 193 .werden gelijmd aan de isolatielagen 14, resp. 16. · L0 ; . Fig. 12 en 13 tonen het aanbrengen van een vrijstaande iplaat 156 op alle punten van het tankoppervlak behalve in de [hoeken. Fig. 14 toont een langshoek onder 135° overeenkomstig ;fig. 4, maar nu met verbindingsconstructies 160 nabij het [hoekpunt terwijl een isolerende boekplaat 194 met een hoek L5 [van 135° is aangebracht tussen.de aangrenzende verbindings- ·The spaces 179 and 184 above the joints 160 are filled with strips 186 and 188 of 3D foam with an overlapping joint 190 at the second liner, e.g. of plastic impregnated and glass fiber reinforced material between the filler strips 186 and 188 which were glued to the insulating layers 14 and 19, respectively, at 191 and 193. 16. L0; . Fig. 12 and 13 show the provision of a free standing plate 156 at all points of the tank surface except in the [corners. Fig. 14 shows a longitudinal angle at 135 ° correspondingly, FIG. 4, but now with connecting structures 160 near the [vertex, while an insulating book plate 194 with an angle L5 [of 135 ° is arranged between the adjacent connecting

Iconstructies 160, welke plaat aan de beide einden wordt ver-;Icon constructions 160, which plate is extended at both ends;

i · Ii · I

[bonden mét de andere platen 156. j ! Fig. 15 toont een vrijstaande plaat bij een rechte 1 ! ! [hoek overeenkomstig fig. 2. Volgens fig. 15 is een stalen ί i i 20 Ι vrij staande plaat 196 in de vorm vein ;een rechte hoek aange- j bracht, aan de einden gesteund door tapeinden 193 op de scheepsromp. Daartoe zijn de einden van de plaat 196 voorzien j van hoekprofielen 200, bevestigd door de tapeinden 198 en | jmoeren 202, welke hoekprofielen Z-vormig zijn gebogen om de j 25 Seinden van de plaat 196 en een plat buitenvldédeel 204 ver- ! !schaffen dat wordt vastgehouden door de verbindingsconstruc-' jties 160, waarbij deze einden 204 eri het buitenvlak van de \ >aangrenzende einden van de plaat 196 nabij de tapeinden 198 j [bij 206 worden gehecht aan de romp. De hecntraiddellaag 206 ![bound with the other plates 156. j! Fig. 15 shows a free-standing plate at a straight 1! ! [Angle according to FIG. 2. According to FIG. 15, a steel freestanding plate 196 is formed in the shape of a right angle, supported at the ends by studs 193 on the hull. For this purpose, the ends of the plate 196 are provided with angle profiles 200, fixed by the studs 198 and | nuts 202, which corner profiles are bent in Z-shape around the ends of the plate 196 and a flat outer part 204. provided held by the connecting structures 160, these ends 204 adhering the outer surface of the adjacent ends of the plate 196 adjacent the studs 198j at 206 to the hull. The backing medium 206!

30 lis voldoende dik om de vrijstaande hoekplaat 196 op afstand ï i S30 is thick enough to accommodate the freestanding corner plate 196 at a distance

‘van de romp te houden. Bij de hoekconstructie volgens fig. ; ,15 zijn de tapeinden 22, waarmee de koppelorganen 62 zijn ! verbonden, gemonteerd aan de hoekplaat 196 in plaats van aan ‘de romp zoals volgens fig. 2 waar geen vrijstaande plaat aan-"Love the torso. With the corner construction according to fig. 15 are the studs 22 with which the coupling members 62 are! connected to the corner plate 196 instead of to the hull as in fig. 2 where no free standing plate

35 wezig is. I35 is present. I

:______ De vrijstaande plaat bij de drievlakshoek volgens [ 5?·^. *»r ,y<2: ______ The free-standing plate at the triangular plane according to [5? · ^. * »R, y <2

BAD ORIGINALBAD ORIGINAL

8200020 « >$ · - ! : fig. 6 en 7 is soortgelijk aan die vein fig. 14 en 15 behal-; ! ve dat de hoekplaat overeenkomstig 194 en 196 van fig. 14 ; en 15 dè vorm heeft van een drievlakshoek evenals het stalen drievlakshoekstuk 114 van fig. 6 en 7, maar op een afstand 5 : van de wand aangebracht.8200020 «> $ · -! Figures 6 and 7 are similar to those in Figures 14 and 15; ! ve the angle plate corresponding to 194 and 196 of FIG. 14; and 15 is in the shape of a three-plane corner like the steel three-plane corner piece 114 of FIGS. 6 and 7, but spaced 5 from the wall.

Dit drievlakshoekstuk is in fig. 16 en 17 weergegeven.This triangular angle piece is shown in Figures 16 and 17.

‘ De plaat 208 heeft hier de vorm van een drievlakshoek met Ltwee zijden 210 ónder 135° met elkaar en een derde zijde 212 - . onder 90° met elk van de zijden 210. De. zijden 210 en 212 10 ! van de plaat 208 worden op afstand gehouden van de romp*12 : i door de verbindingsconstructies 160 en de delen 198, 200, ; . i ... i i 202 en 204 van fig. 14 en 15, waarbij de plaat 208 aan zijn \ ·; i tegenovergestelde einden is verbonden met de vrijstaande hoofdplaat 156. Volgens fig. 16 en 17 zijn de buiteneinden | 15 van de koppelbuizen 128 geschroefd in de stalen buizen 130 j die zijn gelast aan de drievlaksplaat 208. De trek- en buig-belastingen t.g.v. de samentrekking van de voering 18 worden hier via de koppelorganen 128 overgebracht op de vrijstaande plaat 208 en door deze weer op de romp. i 20 De uitvinding verschaft dus een nieuw ondersteuningsf systeem voor de priüiaire voering van een cryógeen isolatie-· systeem voor tanks en schepen, voorzien van lagen versterkt! i isolatieschuim en in het bijzonder met hoekconstructies met; verschillende hoeken voor het overbrengen van trek- en buigj- - 25 S belastingen, van de eerste membraan op de binnenste scheeps-! romp, zodanig dat de membraan niet knikt of breekt, evenmin! als de schuimisolatie. De primaire voering wordt op een j I ! [ nreuwe wi3ze gesteund door de aangrenzende isolatielaag en : „ I daaraan bevestigd zonder hechtmiddel en verschillende midde-30 j len zijn aangegeven voor lekopsporing in het eerste isolatie-"Plate 208 here is in the form of a three-plane angle with two sides 210 at 135 ° with each other and a third side 212 -. at 90 ° with either side 210. The. sides 210 and 212 10! from the plate 208 are spaced from the hull * 12: i by the connecting structures 160 and the parts 198, 200; . 202 and 204 of FIGS. 14 and 15, with the plate 208 being on; Opposite ends are connected to the free standing main plate 156. According to Figures 16 and 17, the outer ends are 15 of the coupling tubes 128 are screwed into the steel tubes 130j which are welded to the three-surface plate 208. The tensile and bending loads due to the contraction of the liner 18 are here transferred via the coupling members 128 to the free-standing plate 208 and through this again on the hull. The invention thus provides a new support system for the primary lining of a cryogenic insulation system for tanks and ships, provided with reinforced layers! i insulating foam and in particular with corner constructions with; different angles for transferring tensile and bending loads - 25 S, from the first membrane to the inner ship! hull, such that the membrane does not kink or break, nor! as the foam insulation. The primary liner is placed on a j I! [New mode supported by the adjacent insulating layer and: "I attached thereto without adhesive and various means are indicated for leak detection in the first insulating

* I* I

j systeem nabij de eerste membraan en in het tweede isolatie-; j systeem nabij de tweede membraan. Verder is aangegeven l*oe l de schuimisolatie kan worden gesteund op een afstand van de: ; scheepsromp ook wanneer deze wand ongelijkmatig is zodat de· 35 I schuimisolatie niet aan deze wand behoeft te worden bevestigd, Lterwijl een verzamelruimte ontstaat voor lekwater. De primaire 5?C4! :r-2H2 BAD°m0 0 2 0j system near the first membrane and in the second insulation; j system near the second membrane. It is furthermore indicated that the foam insulation can be supported at a distance from the:; hull also when this wall is uneven, so that the foam insulation does not need to be attached to this wall, while a collection space is created for leakage water. The primary 5? C4! : r-2H2 BAD ° m0 0 2 0

. -20- I. -20- I

« v j voering wordt op nieuwe wijze verbonden met de scheepswand ; in de hoeken zodanig dat bewegingen mogelijk zijn in deze verbindingen tussen de schuiraisolatie onder trekbelasting van de membraan in de hoek overgebracht op de Scheepsromp.The lining is newly connected to the hull; in the corners such that movements are possible in these connections between the sliding relay insulation under tensile load of the membrane in the corner transferred to the Hull.

5 Hoewel het cryogene isolatiesysteem volgens de uit- ! vinding bijzonder geschikt is voor schepen of tankers kan • het worden gebruikt bij willekeurige containers voor koude · vloeistoffen,, ook aken of bakken, opslagtanks, vliegtuigen j . of ruimtevaartuigen- De dikte van de met vezels versterkte · 10 . : 3D schuimisolatie kan worden gevarieerd om de verdamping ; van de vloeistof te beperken. - : .5 Although the cryogenic isolation system according to the invention is particularly suitable for ships or tankers • it can be used with any container for cold liquids, including barges or bins, storage tanks, aircraft j. or spacecraft- The thickness of the fiber reinforced · 10. : 3D foam insulation can be varied to reduce evaporation; of the liquid. -:.

s · ίs · ί

I * ... II * ... I

• .. t 'i ! | { i !• .. t 'i! | {i!

i · Ii · I

• i j i I .• i j i I.

i \--- ' ) j ! ] » I l : ii \ --- ') j! ] »I 1: i

: I: I

i ' · Ii 'I

i | ! ; ____________i y r.*? "\i ' tl* BAD 0§^tf ^ 0 2 0i | ! ; ____________i y r. *? "\ i 'tl * BAD 0§ ^ tf ^ 0 2 0

Claims

1. Container for storage and / or transport of cryogenic liquefied gas, provided with a container wall and with at least one fiber-reinforced insulating layer of plastic foam, arranged adjacent to the container wall, of a low-temperature resistant metal lining with the inner side of said insulating layer, and ve fasteners, spaced apart which hold the metal liner or liners in place in contact with the insulating layer or layers, characterized in that the reinforcing fibers (23) of the fibers reinforced foam insulation layer (16) in contact with the liner (18) extends beyond the outer surface of the foam insulation layer (16), the projecting ends (25) of these fibers being stiffened, supporting the metal liner (18) and allowing the liner slides over the adjacent face of the insulating layer (16), creating a space (154) between the liner (18) 15 and the foam insulation layer (16) through which gases can be vented through this space (154).

Container according to claim 1, characterized in that the foam insulation layer (16) is a polyurethane foam layer reinforced with X, -Y, Z fibers and the projecting fiber ends (25) are the ends of the

Z fibers stiffened by applying a hard plastic to these fiber ends.

Container according to claim 1 or 2, characterized in that a second fiber-reinforced insulating layer (14) of synthetic foam is provided, adjoining the first foam insulating layer (16) and arranged adjacent to the container wall (12). while a second liner (20) is disposed between the one foam layer (16) and the second foam layer (14), the second liner serving as a barrier to the passage of cryogenic liquid from the one foam layer (16) to the second foam layer (14 ). 30 BATH ORIGINAL 8200020