NL8105934A - Bouwsysteem. - Google Patents

Description

« I * VO 2520

Bouwsysteem

De uitvinding heeft betrekking op een bouwsysteem met behulp waarvan uitgaande van een aantal basiselementen meubelen en andere objecten kunnen worden opgebouwd.

Dergelijke bouwsystemen, veelal gericht op de ’’doe-het-zelver'*, 5 zijn in vele vormen bekend.

Een bezwaar van de bekende systemen is, dat deze slechts geschikt zijn om een beperkte reeks objecten op te bouwen en/of onnodig gecompliceerd zijn.

De uitvinding beoogt een bouwsysteem, dat zodanig is ont-10 worpen, dat uitgaande van een gering aantal eenvoudige basiselementen een grote verscheidenheid van en esthetisch verantwoorde objecten kan worden opgebouwd met een minimum aan gereedschap.

Hiertoe wordt volgens de uitvinding een bouwsysteem van de beschreven soort daardoor gekenmerkt, dat de basiselementen bestaan uit 15 bolvormige elementen en ronde stokken, die middels draadeinden en op geschikte plaatsen in de basiselementen aangebrachte sehroefdraadbussen aan elkaar kunnen worden bevestigd.

In het volgende zal de uitvinding nader worden toegelicht met verwijzing naar de bijgevoegde tekening.

20 Figuur 1 toont een voorbeeld van een bekend bouwsysteem.

figuur 2 toont een ander voorbeeld van een bekend bouwsysteem; figuren 3,k en 5 tonen in vooraanzicht, zijaanzicht en doorsnede een met het systeem volgens de uitvinding opgebouwd object; figuren 6 en 7 tonen in zijaanzicht respectievelijk vooraan-25 zicht perspectief een volgens de uitvinding opgebouwde stoel; figuur 8 toont een volgens de uitvinding opgebouwd tafeltje; figuur 9 toont in perspectief een volgens de uitvinding opgebouwde krantenbak; figuur 10 toont nog een volgens de uitvinding opgebouwde con- 3C structie; figuur 11 toont enkele details van het systeem volgens de uitvinding; figuur 12 toont een variant van een in figuur 11 getoond bouwelement volgens de uitvinding; 8105934

-4, I

-2- figuur 13 toont een driedimensionale hoekverbinding volgens de uitvinding; figuur 1U, 15 en 16 tonen r. de opbouw van de verbinding van figuur 13.

5 De figuren 1 en 2 tonen enkele bekende bouwsystemen. Met het in figuur 1 getoonde bouwsysteem kunnen uitsluitend metalen kubusachtige 'objecten, bijvoorbeeld te gebruiken als bijzettafeltjes, worden opgebouwd. De hoekelementen 1 zijn voorts relatief gecompliceerd, terwijl het gebruik van lange draadeinden 2 de montage niet optimaal eenvoudig maakt.

10' Figuur 2 toont enkele elementen 3a, 3b, 3c, die zijn gevormd door houten balkjes met vierkante dwarsdoorsnede aan de vier langszijden te voorzien van een langsgroef k, en die tezamen met houten schotten, die in een langsgroef U worden bevestigd, kunnen worden samengebouwd tot uitsluitend kubusvormige basiselementen, waaruit stellingen wandmeubela 15 e.d. kunnen worden opgebouwd..

De figuren 3, U en 5 tonen respectievelijk in vooraanzicht, zijaanzicht en doorsnede een met het systeem volgens de uitvinding opge-. bouwde stoel. De stoel is opgebouwd uit ronde stokken en bolvormige elementen, die op nog te beschrijven wijze aan elkaar zijn bevestigd. Enkele 20 van de stokken zijn aangegeven met k en enkele van de bolvormige elementen met 5. Deze stokken en bollen vormen de basiselementen van het systeem.

De met 6 aangegeven kussens maken geen deel uit van het bouwsysteem. Deze kussens kunnen door de gebruiker los in de stoel worden gelegd.

De figuren 6 en 7 tonen in zijaanzicht respectievelijk voor-25 aanzicht een uit dezelfde basiselementen opgebouwde fauteuil.

Figuur 8 toont een met het systeem volgens de uitvinding opgebouwd tafeltje, terwijl figuur 9 in zijaanzicht een met het systeem volgens de uitvinding opgebouwde krantenbak toont.

Figuur 10 toont nog een met het systeem volgens de uitvinding 30 opgebouwde constructie.

De in de figuren getoonde uitvoeringsvormen zijn slechts enkele voorbeelden van constructies, die met het systeem volgens de uitvinding kunnen worden vervaardigd. Andere zitmeubels, zoals banken, krukken e.d. kunnen in vele variaties worden opgebouwd. Voorts kunnen eet- 8105934 -3- 4 * tafels, bureaux, tafels voor plantenbakken, boekenrekken, stellingen, bedden, kaptafels, kasten, bakken, scheidingswanden, complete stands, plafond constructies, versieringen é.d. worden opgebouwd met het systeem volgens de uitvinding, waarbij dan in sommige gevallen extra panelen 5 nodig zijn voor bijvoorbeeld tafelbladen, legborden e.d..

Uitgangspunt van de uitvinding is de gebruikmaking van eenvoudige ronde basiselementen, die middels draadeinden met elkaar kunnen worden verbonden. De ronde vormen leiden tot esthetisch aantrekkelijke constructies, die bovendien gebruikersvriendelijk zijn.

10 Een belangrijk voordeel van de toepassing van ronde elementen is dat indien dergelijke elementen op de nog te beschrijven wijze aan elkaar worden geschroefd de elementen altijd met elkaar stroken en dus zonder zichtbare verandering van de relatieve stand stevig tegen elkaar hunnen worden gedraaid. Dit is bij elementen met een hoekige doorsnede, 15 die op'dezelfde wijze aan elkaar worden geschroefd niet het geval, omdat de stand, waarin hoekige elementen met elkaar stroken niet noodzakelijk overeenkomt met de stand, waarin de elementen stevig tegen elkaar geschroefd. zijn.

Figuur 11 toont de basiselementen van het systeem volgens de 20 uitvinding en de wijze waarop deze basiselementen aan elkaar kunnen worden bevestigd. De constructie van figuur 11 is slechts een illustratie van de bevestigingswijze en is niet bedoeld als afbeelding van een praktisch bruikbaar objekt.

Figuur 11 toont een bolvormig element, de bol 10, die is 25 voorzien van een bus 11 met inwendige schroefdraad. De hartlijn van de schrcefdraadbus valt samen met een middellijn van de bol 10. In de schroef-draadbus kan een draadeind 12 met corresponderende schroefdraad worden gedraaid. Hiertoe is het draadeind aan beide uiteinden voorzien van een sleuf 13 voor een schroevedraaier of op andere wijze zodanig uitgevoerd, 30 dat aangrijping door een geschikt gereedschap, bijvoorbeeld een inbus-sleutel of een dopsieutel mcgeiijk is. In de afgebeelde constructie reikt het draadeind 12, door een dwarsbcring in een dwarsgeplaatste ronde stok 1k, tot in het uiteinde van een zich in dezelfde richting als het draadeind uitstrekkende ronde stok 15· De ronde stok 15 is, zoals getoond, 8105934

* V

-U- bij voorbeur aan de uiteinden afgerond met een straal die gelijk is aan die van de bol 10* In de uiteinden van de ronde stok 15 is weer een bus 16 met inwendige schroefdraad aangebracht waarin het draadeind 12 is geschroefd.

5 De schroefdraadbussen 11 en 16 zijn zodanig uitgevoerd, dat meedraaien niet mogelijk is, evenmin als verschuiving in de richting van de bij het vastschroeven optredende trekkrachten. Hiertoe zijn de schroefdraadbussen voorzien van in langsrichting verlopende scherpe' ribben 17, die in het hout van de bollen en stokken snijden en die de schroef-10 draadbussen draaivast verankeren. In plaat van in langsrichting verlopende ribben kunnen ook anderssoortige uitsteeksels, zoals kartels worden toegepast.

De in de stok 15 aangebrachte schroefdraadbus 16 heeft aan het in de stok reikende uiteinde een inwendige flens 18, waartegen de kop 15 van een hout schroef 19 rust, waarmee de schroef draadbus in de stok is verankerd tegen verschui'vingen.

De in de bol 10 aangebrachte schroef draadbus zou op soortge-'. lijke wijze kunnen zijn verankerd. De figuur toont echter een andere uitvoeringsvorm, waarbij de schroefdraadbus een uitlopende kop 20 heeft, die 20 eveneens verschuiving in de richting van de optredende trekkrachten voorkomt.

Met de getoonde constructie kunnen ronde stokken stevig haaks op elkaar worden bevestigd. De stok lU behoeft slechts te zijn voorzien van een boring om het draadeind door te laten. Bij voorkeur is de 25 ronde stok echter tevens voorzien van uithollingen 21, waarin de bol respectievelijk het uiteinde van de stok 15 passen, om een goede overbrenging van krachten te waarborgen.

In plaats van de bol 10, die als eindelement fungeert, kan ook een tweede ronde stok 22 worden gebruikt, zoals linksonder in figuur 30 11 is getoond.

Rechtsboven in figuur 11 is een andere bevestigingswijze voor tweede haaks op elkaar te bevestigen stukken 1^, 23 getoond, waarbij geen bol is gebruikt. De stok 1U is aan het uiteinde weer voorzien van een schroefdraadbus zoals reeds beschreven met betrekking tot de stok 15.

8 1 0 5 9 3 4 .1 * -5-

In de stok 23 is een blinde dwarsboring aangebracht, waarin eeasehroefdraadbus 2¼ is geplaatst, welke voorzien is van een komvormig zadel 25» dat in een corresponderende holte in de stok 23 ligt en dat het uiteinde 26 van de stok 1¼ passend kan opnemen.

5 Het zadel is met houtschroeven 27 aan de stok 23 bevestigd.

In beginsel zou de schroefdraadbus 2¼ ook op de voor de schroefdraadbus 16 aangegeven wijze kunnen worden bevestigd, doch dan zou slechts toepassing van een zeer korte houtschroef, corresponderend met de houtschroef 19, mogelijk zijn.

10 Ook is het mogelijk een doorgaande boring toe te passen waar in een schroefdraadbus overeenkomend met de in de bol 10 toegepaste bus is aangebracht.

Hechts in figuur 11 is tenslotte nóg aangegeven op welke wijze volgens de uitvinding aan weerszijde van een stok 23 twee evenwijdige, 15 dwars op de stok 23 geplaatste stokken 28, 29 kunnen worden bevestigd met behulp van twee bollen 10.

Uit het"voorgaande moge blijken, dat een volledig bouwsysteem kan worden samengesteld uit een aantal bollen voorzien van een schroefdraadbus, een aantal van dwarsboringen en aan de uiteinden van schroef-20 draadbussen voorziene ronde stokken, en draadeinden van geschikte lengte. Desgewenst kunnen op bepaalde punten van een beoogde constructie ook blinde dwarsboringen in een stok zijn aangebracht, waarin een schroefdraadbus is geplaatst, welke is voorzien van een zadel.

Bij het ineenschroeven van een constructie stroken de bollen 25 en de stokken altijd met elkaar, doordat deze elementen geen hoekige doorsneden bezitten.

Opgemerkt wordt dat de bollen soms ook als tussenelement kunnen worden gebruikt. In dat geval behoeft slechts een doorgaande boring zonder schroefbus te worden aangebracht.

20 Bij gebruik van de bollen als eindelement, zoals getoond in figuur 11, is de schroefdraadbus bij voorkeur ongeveer halverwege voorzien van een inwendige aanslag voor het draadeind. Voorts kan het naar buiten gekeerde einde inwendig bijvoorbeeld zeshoekig zijn, zodat de bollen met behulp van een inbussleutel extra stevig kunnen worden vastge- 8105934 * * -6- draaid. Een en ander is in figuur 11 "bij 30 aangegeven.

Het is echter ook mogelijk om het naar buiten gekeerde uiteinde eveneens van schroefdraad te voorzien, zodat later nog uitbreiding van de constructie met verdere «dementen mogelijk is. In dat geval kan desge-5 wenst de hol aan de buitenzijde aan weerszijden zijn voorzien van sleuven, waarin een steeksleutel past.

In figuur 12 is een dergelijke bol U0 getoond, die is voorzien van een schroefdraadbus 41 en sleuven b2 voor een steeksleutel.

Een bol kan ook zijn voorzien van een aantal elkaar in het 10 middelpunt kruisende boringen al dan niet voorzien van een schroefdraad-bus om uitbouw in verschillende richtingen mogelijk te maken.

Voor het vormen van. een kruisverbinding, zoals getoond in figuur 13 kunnen dergelijke bollen worden gebruikt, die eventueel een grotere doorsnede kunnen hebben dan de stokken. Het is echter ook mogelijk een 15 dergelijke bol te voorzien van uitstekende draadeinden, zoals getoond in figuur 1^, in plaats van schroefdraadbussen.

Figuur 1k toont een samenstel van bouten dat in. combinatie met de in figuur 15 getoonde bol kan worden gebruikt voor een driedimensionale hoekverbinding. Bouten 50 bestaan uit een schroefdraad gedeelte 20 51 en een oog 52, dat van inwendige schroefdraad is voorzien. De bouten kunnen door de met een sleuf 53 verbrede boringen 5^· in de bol 55 van figuur 15 worden geschoven zodanig dat de ogen in het centrum van de bol op elkaar komen te liggen. In een dergelijke constructie kan ook een bout 56 van dubbele lengte met een oog in het midden wordt toegepast. Via 25 een dwarsboring in de bol kan dan nog een draadeind 57 door de ogen van de bouten 50, 56 worden geschroefd. Een op deze wijze gevormde verbinding is getoond in figuur 16.

Opgemerkt wordt, dat het systeem volgens de uitvinding zich in het bijzonder leent om in de vorm van bouwpakketten voor zeer uiteenlopen-30 de objecten te worden verkocht. De volgens het systeem gevormde objecten zijn veilig, omdat scherpe hoeken en punten ontbreken.

De gebruikte schroefdraad kan zowel linkse als rechtse draad zijn, terwijl in sommige gevallen een combinatie van linkse en rechtse draad in êén te bouwen object voordelen kan bieden. In dat geval kunnen 8105934 -7- ook draadeinden worden gebruikt die voor de helft van linkse en voor de helft van rechtse draad zijn voorzien.

Voorts kunnen de hollen en stokken behalve van hout ook van andere materialen zoals metaal en kunststof worden vervaardigd. Deze 5 en soortgelijke modificaties liggen voor de deskundige voor de hand en worden geacht binnen het kader van de uitvinding te vallen.

8105934

Claims (13)

1. Bouwsysteem, met "behulp waarvan uitgaande van een aantal basiselementen meubelen en andere objecten kun-nen worden opgebouwd, met het kenmerk, dat de basiselementen bestaan uit bolvormige elementen en ronde stokken, die middels draadein- 5 den en qp geschikte plaatsen in de basiselementen aangebrachte schroef-draadbussen aan elkaar kunnen worden bevestigd.

2. Bouwsysteem volgens conclusie. 1 gekenmerkt door bolvormige elementen, die zijn voorzien van tenminste een boring, die zich uitstrekt volgens een straal van het bolvormige lichaam en waarin een bus 10 met. inwendige schroefdraad is aangebracht.

3. Bouwsysteem volgens conclusie 1 gekenmerkt door bolvormige elementen, die zijn voorzien van een aantal zich volgens een middellijn uitstrekkende doorboringen, waarvan er tenminste een is. voorzien van een bus met inwendige schroefdraad.

1. Bouwsysteem volgens één der voorgaande conclusies gekenmerkt door ronde stokken, die aan tenminste één uiteinde zijn voorzien van een zich langs de hartlijn van de stokken uitstrekkende blinde boring, waar-- in een bus met inwendige schroefdraad, corresponderend met de schroefdraad van de in een bolvormig element aangebrachte bus, is geplaatst. 20 5· Bouwsysteem volgens één der voorgaande conclusies m e t h e\t .kenmerk, dat de bolvormige elementen en de stokken dezelfde diameter hebben.

6. Bouwsysteem volgens één der voorgaande conclusies met het kenmerk, dat de uiteinden van de stokken afgerond zijn met een 25 straal die gelijk is aan de straal van de doorsnede van de stokken. J. Bouwsysteem volgens één der voorgaande conclusies gekenmerkt door ronde stokken, die zijn voorzien van een aantal doorgaande dwars-boringen. \8. Bouwsysteem volgens één der voorgaande conclusies gekenmerkt 30 door ronde stokken, die zijn voorzien van tenminste één doorgaande dwars- 8105934 ..--9-- r ' boring, waarin een schroefdraadbus is aangebracht.

9. Bouwsysteem volgens een der conclusies 1 t/m 7 gekenmerkt door stokken met tenminste éên "blinde dwarsboring waarin een van een komvormig zadel voorziene schroefdraadbus is aangebracht, waarbij het 'zadel is be-. 5 vestigd in een komvormige uitsparing in de stok rondom de boring.

10. Bouwsysteem volgens conclusie 7 gekenmerkt, doordat rondom tenminste één der dwarsboringen een komvormige uitsparing met een met de straal van de stok overeenkomende straal is aangebracht.

11. Bouwsysteem volgens conclusie 3, met het kenmerk, 10 dat de schroefdraadbus zich door de gehele doorboring uit strekt en dat een eerste gedeelte van de bus inwendige schroefdraad heeft terwijl een tweede gedeelte inwendig hoekig is gevormd voor samenwerking met een passend gereedschap.

12. Bouwsysteem volgens conclusie 3, 8 of 11, met het 15 kenmerk, dat de schroefdraadbus aan één uiteinde uitwendig verbreed is.

13. Bouwsysteem volgens één der conclusie 2 t/m 12 m e t het kenmerk, dat de schroef draadbussen van uitwendige uitsteeksels zijn voorzien, die in het materiaal van de bolvormige elementen respectieve- 20 lijk stokken grijpen. 1¼. Bouwsysteem volgens conclusie 2, 4, of 9 en 13, met het kenmerk, dat de schroefdraadbussen zijn voorzien van een bodem door welke een schroef reikt tot in het materiaal van de elementen.

15. Bouwsysteem volgens éên der voorgaande conclusies met het 25 kenmerk, dat de draadeinden deels linkse, deels rechtse schroefdraad hebben.

16. Bolvormig element voorzien van althans één zich volgens een middellijn uitstrekkende boring voor een bouwsysteem volgens een der conclusies 1 t/m 15.

17. Bolvormig element volgens conclusie l6met het ken- merk, dat in tenminste één der boringen een schroefdraadbus is geplaatst. "N 18. Bolvormig element voorzien van althans één zich langs een straal uitstrekkende blinde boring waarin een schroefdraadbus is aange-bracht voor een bouwsysteem volgens één der conclusies 1 t/m 15. 8105934 ' fi ' . : ; “ ' i ' t / j .. ; T9- Ronde stok. met afgeronde uiteinden voorzien van’ in elk uit- einde aangetrachte zich langs de hartlijn van de stok uitstrekkende bo-ringen waarin een schroefdraadhus is geplaatst voor een bouwsysteem i ‘volgens êén der conclusies 1 t/m 15. i ' 5·20. Ronde stok volgens conclusie 19 gekenmerkt door een aantaL * - r , • .dwarshoringen. .Γ 21- Ronde stok volgens conclusie 20 gekenmerkt door een rondom I- "· I ‘ tenminste êên uitmonding van tenminste een dwarshoring aangehrachte kom-.vormige uitsparing. T0 22. Bolvormig element volgens conclusie 17 of 18 gekenmerkt door twee uitwendig aan weerszijden aangehrachte, dwars op een boring ver- [ lopende sleuven voor aangrijping middels een steeksleutel. i ; - - j .23. .Bolvormig element gekenmerkt door tenminste twee elkaar lood- recht kruisende boringen die sleufvormig verbreed zijn om van een oog i i - * " 15-:voorziene bouten op te nemen. 2h. Bout voor samenwerking met een bolvormig element volgens conclusie· 23, voorzien van een aan het uiteinde of in het midden gelegen plat oog, dat van inwendige schroefdraad is voorzien. % - ί ' i ‘ r t \ O 8105934