NL8105870A - Verfdoseerinrichting voorzien van een voorraadhouder en een doseerkop. - Google Patents

Description

* J

VO 2617 -1-

Verfdoseerinrichting voorzien van een voorraadhouder en een doseerkop.

De uitvinding heeft betrekking op een verfdoseerinrichting voorzien van een voorraadhouder met een verftoevoer en een afvoerleiding en van een doseerkop, waarbij in de afvoerleiding tussen het voorraadvat en de doseerkop een afsluitorgaan aanwezig is.

5 Een dergelijke verfdoseerinrichting wordt bijvoorbeeld ge bruikt in een kleurmengbank, waarbij de doseerkoppen van een aantal verf-doseerinrichtingen uitmonden boven een centrale plaats, waaronder op een weeginrichting een houder kan worden geplaatst, die gestuurd door de weeginrichting een gedoseerde hoeveelheid verf uit één of een aantal 10 voorraadhouders kan krijgen toegevoerd. Bij een dergelijke kleurmengbank kunnen zich problemen voordoen als gevolg van het nadruppelen van verf uit één of een aantal doseerkoppen, die bij een vorige dosering zijn gebruikt. Zo zal ingeval een kleur met lichte tint moet worden verkregen het daaraan toevoegen van een of een aantal druppels donkere verf een 15 aanmerkelijke afwijking van de gewenste kleur tot gevolg hebben. Teneinde verzekerd te zijn van een juiste kleur dient er voor zorg te worden gedragen, dat de verf in een voorraadhouder geen ongewenste ontmenging of veroudering daardoor ondergaat.

Met de uitvinding wordt een verfdoseerinrichting beoogd, 20 waarmee op uiterst betrouwbare wijze verf gedoseerd kan worden afgegeven, terwijl er daarbij tevens op relatief eenvoudige wijze voor kan worden gezorgd, dat de verf de juiste samenstelling heeft, ook indien gedurende langere perioden geen verf aan de voorraadhouder wordt onttrokken.

Dit wordt overeenkomstig de uitvinding bij een verfdoseer-'25 inrichting van de in de aanhef genoemde soort bereikt, als de doseerkop voorzien is van een buisvormige uitlaat, waarin een penvormig orgaan in hartlijnrichting van de uitlaat gestuurd heen en weer beweegbaar is. Door deze maatregelen kan het nadruppelen op bijzonder effectieve wijze worden voorkomen. Dit is ais volgt toe te lichten. Bij het stoppen van de verf-30 aanvoer naar de doseerkop door het dichtzetten van het afsluitorgaan wordt het penvormige orgaan in de richting van de monding van de buisvormige uitlaat bewogen, waardoor een deel van de daarin aanwezige verf, die normaliter een nadruppelen zou kunnen veroorzaken, wordt uitgestoten.

8105870 -2- κ Ορ deze uitstaotbeweging van het penvormige orgaan volgt een terug-waartse beweging daarvan, die als extra voordeel biedend effect het meeterugzuigen van nog in de buisvormige uitlaat aanwezige verf tot gevolg heeft, hetgeen nog een extra waarborg tegen nadruppelen biedt.

5 Daarenboven is het penvormige orgaan op nog extra voordelen biedende wijze te gebruiken als fijn- en/of nadoseerorgaan. Voor het fijndoseren wordt het penvormige orgaan tegen het einde van de doseer-fase zover in de richting van de monding van de buisvormige uitlaat verplaatst dat de doorlaat vanaf de afvoerleiding naar de uitlaat wordt 10 gereduceerd. Op deze wijze is een vooraf vastgestelde aan te voeren hoeveelheid nauwkeuriger regelbaar. Door het terugtrekken van het penvormige orgaan wordt het nadruppelen wederom zoals boven beschreven voorkomen. Indien de toegevoerde hoeveelheid verf na het beëindigen van het continu doseren - al dan niet bewust - net iets kleiner is dan 15 de gewenste hoeveelheid kan door het heen en weer bewegen van het penvormige orgaan worden nagedoseerd, daar bij iedere heen en weer gaande beweging daarvan een druppel wordt uitgestoten.

Het penvormige orgaan kan zich voortdurend in de verftoe-voerbaan bevinden en daarbij eventueel voorzien zijn van sleuven en/of 20 andere verfdoorlaatgangen; overeenkomstig de uitvinding verdient het evenwel de voorkeur, dat - voor het verschaffen van een zo ongestoord mogelijke verfstroming door de uitlaat tijdens het normale toevoeren -het penvormige orgaan terugtrekbaar is tot buiten de verfaanvoerbaan. Een optimale pompwerking en geleiding alsmede een optimale fijndosering 25 is daarbij te verwezenlijken, als het penvormige orgaan een cirkelvormige dwarsdoorsnede heeft en in de verfaanvoerrichting uitloopt in een punt, terwijl een relatief eenvoudige besturing te bereiken is, als het penvormige orgaan aandrijfbaar is met behulp van een zuiger-cilinderinrichting.

30 Het penvormige orgaan is op bijzonder geschikte wijze op de doseerkop te plaatsen, aan te drijven en uit de verfaanvoerbaan terug te trekken, als de buisvormige uitlaat voorzien is van een doorgaande boring, waarop de afvoerleiding vanaf de voorraadhouder T-vormig aansluit. Uit doseringsinstel- en onderhoudsoogpunt verdient het hierbij 35 de voorkeur, dat het de verfbaan vormende deel van de buisvormige uitlaat nagenoeg geheel gelegen is in een uit de doseerkop te verwijderen 8105870

; * J

-3- huls.

Het in de juiste conditie houden van de verf om tezamen met het voorkomen van het nadruppelen op optimale wijze te waarborgen dat de juiste hoeveelheid verf van de juiste samenstelling wordt afgegeven, 5 verdient het overeenkomstig de uitvinding verder de voorkeur, dat de verftoevoer gevormd wordt door een leiding, die via een klep aansluit op de verfafvoerleiding, waarin verder tussen klep en afsluitorgaan een pomp is opgenomen en waarop tussen pomp en afsluitorgaan een om-loopleiding aansluit, waarvan het andere uiteinde op afstand van de 10 afvoerleiding uitmondt in de voorraadhouder en waarin in een restric-tie-orgaan is opgenomen. Door de omloopleiding met pomp kan de verf in de voorraadhouder op gezette tijden worden omgeroerd, zodat ontmenging en soortgelijke nadelige, effecten gedurende langere opslag in de voorraadhouder worden voorkomen. Daarenboven is met de voorgestelde maat-15 regelen tussen de pomp en het restrictie-orgaan, en derhalve bij het afsluitorgaan, een druk in de leiding op te bouwen, hetgeen het doseren onafhankelijk van de pompwerking en nauwkeuriger maakt door een constantere verftoevoer aan de doseerkop. Daarnaast is de pomp op extra voordeel biedende wijze tevens te gebruiken als aanzuigorgaan voor 20 het bijvullen van de voorraadhouder. Een verdere waarborg voor het in optimale conditie houden van de verf is daarbij te verkrijgen, als in de afvoerleiding tussen de aansluiting van de omloopleiding en de klep een filter is opgenomen.

Onder verwijzing naar een in de tekening weergegeven uit-25 voeringsvoorbeeld zal de verfdoseerinrichting volgens de uitvinding thans nader worden besproken en toegelicht. Daarbij toont:

Fig. 1 een opstellingsschema van de verfdoseerinrichting volgens de uitvinding? en fig. 2 in doorsnede een doseerkop volgens de uitvinding.

30 De in fig. 1 weergegeven verfdoseerinrichting is voorzien van een voorraadhouder 1, waarop aan de onderzijde een afvoerleiding 2 aansluit, die naar een doseerkop 3 loopt. In de afvoerleiding 2 is kort voor de doseerkop 3 een afsluitorgaan 4 opgencmen, waarmee de toevoer naar de doseerkop al dan niet kan worden vrijgegeven.

35 In de afvoerleiding 2 is verder een driewegklep 5 opgenomen, waarop een toevoerleiding 6 aansluit. Tussen de klep 5 en het afsluit- 8105870 η * -4- orgaan 4 bevinden zich achtereenvolgens een pomp 7 en een filter 8.

Tussen het afsluitorgaan 4 en het filter 8 sluit ten slotte op de af-voerleiding 2 een omloopleiding 9 aan, die anderzijds uitmondt in de voorraadhouder 1 op afstand van de inlaat van de leiding 2 in die 5 houder 1 en waarin een restrictie-orgaan 18 is opgenomen.

Ingeval verf uit de voorraadhouder 1 moet worden toegevoerd aan de doseerkop 3 wordt bij gesloten orgaan 4 de pomp 7 ingeschakeld, " waardoor er tussen de pomp 7 en het restrictie-orgaan 18 - voor zover niet reeds aanwezig - een druk wordt opgebouwd. Bij het constant zijn 10 van die druk wordt het afsluitorgaan 4 geopend, waardoor met een minimum aan stromingsfluctuaties door het filter 8 geleide verf aan de doseerkop 3 is toe te voeren.

Door omzetten van de klep 5 is het tevens mogelijk via de leiding 6 met pomp 7 verf aan te zuigen uit een nieuw aan te voeren 15 voorraad en toe te voeren aan de doseerkop 3. Wordt naast de klep 5 ook de klep 4 versteld, dan wordt de aangezogen verf via de pomp 7, het filter 8 en de omloopleiding 9 toegevoerd aan de voorraadhouder 1.

Teneinde ontmenging en daarmee gepaard gaande nadelige effecten te vermijden dient de verf op gezette tijden te worden omge-20 roerd. Dit is met de onderhavige opstelling op eenvoudige wijze te verwezenlijken door bij gesloten orgaan 4 de pomp 7 te activeren. De verf zal dan vanuit de houder 1 door de leiding 2 - via de pomp 7 en het filter 8 - en de leiding 9 tot wederom in de houder gaan circuleren, hetgeen het gewenste omroeren van de verf tot gevolg heeft.

25 In fig. 2 is de doseerkop 3 nader gedetailleerd weergegeven.

De doseerkop 3 is voorzien van een huis 10 met een doorgaande boring 11 en een dwarsboring 12. In de boring 11 is enerzijds, bijvoorbeeld door een schroefverbinding, een huls 13 met doorgaande boring 14 bevestigd en anderzijds een zuiger-cilinderinrichting 15, bijvoorbeeld 30 eveneens met behulp van een schroefverbinding. In de boring 12 is, bijvoorbeeld door lassen, het uiteinde van de afvoerleiding 2 bevestigd.

De zuiger-cilinderinrichting 15 is voorzien van een naar buiten reikende zuigerstang 16, die uitloopt in een punt 17. De zuiger-cilinderinrichting 15 heeft een zodanige, bijvoorbeeld veerbelaste, zuiger, dat de 35 zuigerstang 16 steeds naar de in de inrichting 15 teruggetrokken stand wordt gedrongen, waarbij de doorgang vanuit de leiding 2 naar de huls 13 optimaal wordt vrijgegeven.

8105870 _ / -5- v

De werking van de doseerkop 3 is als volgt. Bij het stoppen van de verftoevoer via de leiding 2 door het dichtzetten van het af-sluitorgaan 4 wordt een signaal af gegeven, dat het uit de inrichting 15 schieten van de zuigerstang 16 bewerkstelligt. Dit heeft een naar 5 buiten persen van in de doseerkop 3 aanwezige verf tot gevolg. Na het bereiken van zijn uiterste, uitgeschoven stand zal de zuigerstang 16 teruggedrongen worden naar zijn ingetrokken stand, hetgeen een terugzuigen van verf uit de boring 14 van de huls 13 tot gevolg heeft en wel op zodanig wijze, dat het voorkomen van nadruppelen op uiterst 10 betrouwbare wijze is gewaarborgd.

Naast deze basiswerking kan de zuigerstang 16 ook nog een fijn- en/of nadoseringsfunctie hebben. De tijdens het doseren door de kop 3 afgegeven verf komt terecht in een onder de doseerkop 3 opgestelde, niet weergegeven menghouder, die op een weeginrichting is ge-15 plaatst. Zodra de weeginrichting vaststelt dat een vooraf bepaald deel van de totaal toe te voeren hoeveelheid is bereikt, kan een signaal worden afgegeven, dat bewerkstelligt, dat de zuigerstang 16 zodanig wordt uitgeschoven, dat de punt 17 tot in de boring 14 van de huls 13 reikt. Op deze wijze is de hoeveelheid door de doseerkop 3 af 20: te geven verf per tijdseenheid te verminderen, zodat een mogelijkheid .tot fijndoseren is geschapen. Na het sluiten van het orgaan 4 kan nadruppelen op de bovenomschreven wijze worden voorkomen.

Het tijdstip van sluiten van het orgaan 4 kan zodanig worden gekozen, dat de hoeveelheid verf in de menghouder net onder de 25 gewenste hoeveelheid komt te liggen. Het uiterst nauwkeurig aanvullen of nadoseren tot die gewenste hoeveelheid vindt dan plaats door het heen en weer verplaatsen van de zuigerstang 16, waardoor bij elke slag een druppel uit de doseerkop 3 wordt gestoten.

Opgemerkt wordt, dat er binnen het kader van de uitvinding 30 vele wijzigingen en varianten mogelijk zijn. Zo kan bijvoorbeeld de omloopleiding 9 ter plaatse van het afsluitorgaan 4 op de afvoerleiding 2 aansluiten, hetgeen een volledige scheiding tussen afvoeren naar de doseerkop 3 en rondpompen van de verf zou betekenen, terwijl pomp 7 en filter 8 ook omgewisseld zouden kunnen worden en de omloopleiding 9 35 cp een hoger niveau in de voorraadhouder 1 zou kunnen uitmonden. Verder kan de zuigerstang 16, en in het bijzonder de punt 17 daarvan, iedere 8105870 j X v Λ fc ; . . -6- andere vorm hebben en in zijn teruggetrokken stand geheel of gedeeltelijk in de verfafvoerbaan reikend Een verdere mogelijkheid is het onder weglating van de huls 13 geven van een passende diameter aan de boring 11.

8105870

Claims (8)

1. Verfdoseerinrichting voorzien van een voorraadhouder met een verftoevoer en een afvoerleiding en van een doseerkop, waarbij in de afvoerleiding tussen het voorraadvat en de doseerkop een afsluit-orgaan aawezig is, met het kenmerk, dat de doseerkop voorzien is van 5 een buisvormige uitlaat, waarin een penvormig orgaan in hartlijnrichting van de uitlaat gestuurd heen en weer beweegbaar is.

2. Verfdoseerinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het penvormige orgaan terugtrekbaar is tot buiten de verfaanvoer-baan.

3. Verfdoseerinrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het penvormige orgaan een cirkelvormige dwarsdoorsnede heeft en in de verfaanvoerrichting uitloopt in een punt.

4. Verfdoseerinrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het penvormige orgaan aandrijfbaar is met behulp 15 van een zuiger-cilinderinrichting.

5. Verfdoseerinrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de buisvormige uitlaat voorzien is van een doorgaande boring, waarop de afvoerleiding vanaf de voorraadhouder T-vormig aansluit.

6. Verfdoseerinrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het de verfbaan vormende deel van de buisvormige uitlaat nagenoeg geheel gelegen is in een uit de doseerkop te verwijderen huls.

7. Verfdoseerinrichting volgens een der voorgaande conclusies, 25 met het kenmerk, dat de verftoevoer gevormd wordt door een leiding, die via een klep aansluit op de afvoerleiding, waarin verder tussen klep en afsluitorgaan een pomp is opgenomen en waarop tussen pomp en af-sluitorgaan een omloopleiding aansluit, waarvan het andere uiteinde op afstand van de afvoerleiding uitmondt in de voorraadhouder en waarin 30 een restrictie-orgaan is opgenomen.

8. Verfdoseerinrichting volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat in de afvoerleiding tussen de aansluiting van de omloopleiding en de klep een filter is opgenomen. 8105870