NL8105572A

NL8105572A - SPRAY GUN.

Info

Publication number: NL8105572A
Application number: NL8105572A
Authority: NL
Original assignee: Gusmer Corp
Priority date: 1980-12-10
Filing date: 1981-12-10
Publication date: 1982-07-01
Also published as: GB2088748A; DE3148026A1; JPS57122956A; IT1172142B; SE8107333L; AU7788481A; FR2495501A1; IT8149871A0

Description

a v N.0. 30647 1a v N.0. 30647 1

Spultpistool.Stuff gun.

De uitvinding heeft betrekking op een spuitpistool met een vervangbaar straalelement of mondstuk vanwaar het verspoten materiaal uittreedt.The invention relates to a spray gun with a replaceable jet element or nozzle from which the sprayed material emerges.

De uitvinding zal in het volgende worden beschreven In samenhang 5 met het verspuiten van mengsels van onderling reactieve vloeistoffen, zoals thermohardende harssamenstellingen, die snel uit het pistool moeten worden verwijderd wanneer het pistool niet in gebruik is, omdat ze anders in het pistool uitharden en het pistool verstoppen. Dergelijke pistolen zijn bij voorkeur zelf-reinigend en ze kunnen daartoe voorzien 10 zijn van een plunjer die heen en weer beweegt in de vloeistofdoorgangs-weg van het pistool teneinde de reactieve vloeistof uit het pistool te verwijderen. Dergelijke pistolen en representatieve materialen waarvoor deze pistolen worden toegepast zijn bijvoorbeeld beschreven in het Amerikaanse octrooischrift 2.890.836, 3.263.928 en 3.876.145. Hetgeen in 15 deze octrooischriften en in het bijzonder in het laatste van de genoemde drie is beschreven wordt hier als ingelast beschouwd teneinde wijdlopigheid in de onderhavige beschrijving te vermijden. Er wordt echter met nadruk op gewezen dat de onderhavige uitvinding niet beperkt is tot het verspuiten of versproeien van reactieve vloeistoffen, en ook niet 20 beperkt is tot spuitpistolen die voorzien zijn van een heen en weer beweegbare plunjer, maar dat de uitvinding ook kan worden toegepast in samenhang met onderling niet reactieve vloeistoffen zoals bijvoorbeeld verf.The invention will be described hereinafter in connection with spraying mixtures of mutually reactive liquids, such as thermosetting resin compositions, which must be quickly removed from the gun when the gun is not in use, otherwise they will cure in the gun and clog the gun. Such guns are preferably self-cleaning and may therefore include a plunger that reciprocates in the fluid passageway of the gun to remove the reactive fluid from the gun. Such guns and representative materials for which these guns are used are described, for example, in U.S. Pat. Nos. 2,890,836, 3,263,928, and 3,876,145. What is described in these patents and in particular in the last of the three mentioned is considered incorporated herein in order to avoid discrepancy in the present description. However, it is emphasized that the present invention is not limited to spraying or spraying reactive liquids, nor is it limited to spray guns having a reciprocating plunger, but that the invention may also be practiced in conjunction with mutually non-reactive liquids such as, for example, paint.

Hetgeen in het Amerikaanse octrooischrift 3.876.145 is beschreven 25 kan bijna zonder verandering worden toegepast in samenhang met onderhavige uitvinding waarbij de enige principiële vereiste modificatie is, dat in de waaierpatroonuitvoering van onderhavige uitvinding de ingevoerde vloeistoffen geen wervelende beweging verkrijgen in de mengkamer, omdat in deze uitvoeringsvorm het waaierelement voorzien is van 30 een sleuf waardoor het' verspuitingspatroon wordt gevormd.What is disclosed in U.S. Pat. No. 3,876,145 can be practically applied without change in connection with the present invention, the only principle modification required being that in the impeller cartridge embodiment of the present invention, the liquids introduced do not have swirling motion in the mixing chamber, because in In this embodiment the impeller element is provided with a slot through which the spraying pattern is formed.

Een dergelijke waaierelement is in feite een belangrijke uitvoeringsvorm van de uitvinding. Spuitpistolen die werken met een waaierpa-troon zijn op zichzelf al bekend en worden in het algemeen gekenmerkt door een langgerekte uitlaatopening in het straalmondstuk, waarbij het 35 patroon van de verspoten vloeistof ongeveer overeenkomt met de vorm van de uitlaatopening. De tot nu toe bekende en met een waaierpatroon werkende spuitpistolen hebben echter een aantal nadelen. In de eerste t plaats heeft de vorm van het verspuitingspatroon dat door het pistool 8105572 tl 2 wordt geproduceerd de neiging om af te wijken van de vorm van de uit-laatopening met als gevolg, dat ongeacht de nauwkeurigheid waarmee de uitlaatopening is gevormd, het verspuitingspatroon toch anders zal zijn dan is gewenst. De bekende met een waaierpatroon werkende spuitpistolen 5 hebben de neiging om "vingers" te vormen aan de einden van het langgerekte waaierpatroon welke vingers bestaan uit willekeurige en ongewenste delen van verspoten materiaal die zich uitstrekken voorbij het gewenste patroon in de lengterichting van de patroondoorsnede. In de tweede plaats krijgt men te maken met moeilijkheden bij het assembleren 10 van dergelijke pistolen zodanig dat de sleuf op gewenste wijze georiënteerd is ten opzichte 'van de rest van het pistool, met als gevolg dat de gebuiker het pistool in onnatuurlijke posities moet houden teneinde het te bespuiten substraat te bekleden in een richting loodrecht op de lengte van het spuitpatroon.Such a fan element is in fact an important embodiment of the invention. Spray guns operating with a fan cartridge are already known per se and are generally characterized by an elongated outlet opening in the jet nozzle, the pattern of the sprayed liquid approximately corresponding to the shape of the outlet opening. However, the hitherto known spray guns working with a fan cartridge have a number of drawbacks. First, the shape of the spray pattern produced by the gun 8105572 tl 2 tends to deviate from the shape of the exhaust port, with the result that regardless of the accuracy with which the exhaust port is formed, the spray pattern will nevertheless be different than desired. The prior art fan-gun spray guns 5 tend to form "fingers" at the ends of the elongated fan cartridge which fingers consist of arbitrary and undesired parts of sprayed material extending beyond the desired pattern in the longitudinal direction of the cartridge cross-section. Secondly, difficulties are encountered in assembling such guns such that the slot is oriented in the desired manner with respect to the rest of the gun, with the result that the user must keep the gun in unnatural positions in order to coating the substrate to be sprayed in a direction perpendicular to the length of the spray pattern.

15 Verder zijn de tot nu toe bekende spuitpistolen, ongeacht de vorm van de uitlaatopening, moeilijk te reinigen ongeacht de vloeistof die ermee wordt verspoten; in het bijzonder in het geval van onderling re-actieve vloeistoffen die zo snel mogelijk uit het pistool moeten worden verwijderd om verstoppingen te voorkomen worden grote moeilijkheden bij 20 het reinigen ondervonden.Furthermore, the hitherto known spray guns, regardless of the shape of the outlet opening, are difficult to clean regardless of the liquid that is sprayed with them; especially in the case of mutually reactive liquids which have to be removed from the gun as soon as possible to prevent blockages, great difficulties are encountered in cleaning.

De uitvinding heeft derhalve ten doel een spuitpistool te verschaffen met een stralelement of spuitmondstuk met behulp waarvan het spuitpatroon nauwkeurig vooraf kan worden bepaald.The object of the invention is therefore to provide a spray gun with a blasting element or spray nozzle by means of which the spray pattern can be accurately predetermined.

Verder heeft de uitvinding ten doel een spuitpistool te verschaf-25 fen met een eenvoudig te reinigen straalelement.Another object of the invention is to provide a spray gun with an easy-to-clean blasting element.

Tevens heeft de uitvinding ten doel een spuitpistool te verschaffen met een straalelement dat zelf-afdichtend is tegen doorsijpelen van de te verspuiten vloeistof. Ook heeft de uitvinding ten doel een met een waaierpatroon werkend straalpistool te verschaffen waarvan de 30 struktuur zichzelf leent om de onderdelen ervan in een nauwkeurige oriëntatie ten opzichte van elkaar samen te stellen.Another object of the invention is to provide a spray gun with a jet element which is self-sealing against seepage of the liquid to be sprayed. Another object of the invention is to provide a fan-cartridge blasting gun, the structure of which lends itself to assemble its parts in an accurate orientation relative to each other.

Tenslotte heeft de uitvinding ten doel een spuitpistool te verschaffen met een straalelement dat relatief eenvoudig en goedkoop kan worden vervaardigd, gemakkelijk is samen te stellen, te bedienen, te 35 onderhouden en te repareren en duurzaam in gebruik is.Finally, the object of the invention is to provide a spray gun with a blasting element which can be manufactured relatively simply and cheaply, is easy to assemble, operate, maintain and repair and is durable in use.

Andere doelstellingen en voordelen van de uitvinding zullen duidelijk worden aan de hand van de volgende beschrijving waarin wordt gerefereerd aan de bijgaande figuren.Other objects and advantages of the invention will become apparent from the following description, which refers to the accompanying figures.

Figuur 1 toont een zijaanzicht van een spuitpistool volgens de 40 uitvinding.Figure 1 shows a side view of a spray gun according to the invention.

8105572 t * 38105572 t * 3

Figuur 2 toont een perspectiefaanzicht met losgenomen delen van het mondstuk en de bijbehorende componenten, een en ander in overeenstemming met de uitvinding.Figure 2 shows a perspective view with parts of the mouthpiece and the associated components removed, in accordance with the invention.

Figuur 3 toont een vergrote dwarsdoorsnede van de componenten uit 5 figuur 2 in samengestelde relatie, waarin tevens het uiteinde van een klepstang te zien is.Figure 3 shows an enlarged cross-section of the components of Figure 2 in an assembled relationship, which also shows the end of a valve rod.

Figuur 4 toont een soortgelijk aanzicht als figuur 3 waarbij nu echter de onderdelen over 90° rond hun gemeenschappelijke as zijn verdraaid.Figure 4 shows a similar view to Figure 3, but now the parts are now rotated through 90 ° about their common axis.

10 Figuur 5 toont een vooraanzicht op nog andere schaal van een waai- erelement dat een belichaming vormt van een eerste uitvoeringsvorm van een straalelement volgens de uitvinding.Figure 5 shows a front view on yet another scale of a fan element which is an embodiment of a first embodiment of a blasting element according to the invention.

Figuur 6 toont een doorsnede volgens de lijn 6-6 uit figuur 5 waarin het waaierelement getoond is in de positie van figuur 3.Figure 6 shows a section along the line 6-6 of Figure 5 in which the impeller element is shown in the position of Figure 3.

15 Figuur 7 toont een doorsnede volgens de lijn 7-7 in figuur 5 waar in het waaierelement getoond is in de positie volgens figuur 4.Figure 7 shows a section along the line 7-7 in Figure 5 where the impeller element is shown in the position according to Figure 4.

Figuur 8 toont een vooraanzicht van een tweede uitvoeringsvorm van een straalelement volgens de uitvinding.Figure 8 shows a front view of a second embodiment of a blasting element according to the invention.

Figuur 9 toont in perspectief het straalelement uit figuur 8.Figure 9 shows in perspective the blasting element of figure 8.

20 Figuur 10 toont een doorsnede volgens de lijn 10-10 in figuur 8.Figure 10 shows a section along line 10-10 in Figure 8.

In de figuren is in meer detail een spuitpistool volgens de uitvinding getoond, in zijn algemeenheid aangeduid met 1 en voorzien van een kop 3. De kanalen 7 en 9 voeren elk een verschillende vloeistof toe aan de kop 3. De bronnen voor het toevoeren van deze verschillende 25 vloeistoffen onder druk aan de kanalen 7 en 9 zijn niet getoond maar kunnen een willekeurige gebruikelijke vorm hebben. Een luchtslang 11 levert perslucht aan een luchtkap 13. De luchtkap 13 geleidt de lucht tegen en langs het uitwendige van de spuitmond voor het reinigen van het uitwendige van de voorzijde van de inrichting. Voor dat doel kan 30 perslucht worden gebruikt van relatief lage druk, bijvoorbeeld ongeveer 0,07031 tot 0,7031 kg/cm^. Op deze wijze wordt de ophoping van neerslag van reactief of ander materiaal rond de uitstroomopening van de spuitapparatuur voorkomen. Deze perslucht is niet bedoeld om bij te dragen aan het vernevelen tijdens het spuitproces. De werking van de lucht en 35 van de struktuur voor het vormen van luchtstromen zal in meer detail in het volgende worden besproken.In the figures, a spray gun according to the invention is shown in more detail, generally indicated by 1 and provided with a head 3. The channels 7 and 9 each supply a different liquid to the head 3. The sources for supplying these various pressurized fluids on channels 7 and 9 are not shown but may be of any conventional shape. An air hose 11 supplies compressed air to an air cap 13. The air cap 13 directs the air against and along the exterior of the nozzle to clean the exterior of the front of the device. Compressed air of relatively low pressure can be used for that purpose, for example about 0.07031 to 0.7031 kg / cm 2. In this way, the build-up of precipitate of reactive or other material around the outflow opening of the spraying equipment is prevented. This compressed air is not intended to contribute to atomization during the spraying process. The operation of the air and of the structure for forming airflows will be discussed in more detail below.

Een plunjer 15 voorzien van een klepstang kan heen en weer bewegen in de kop 3. De plunjer 15 is nabij zijn voorste of vrije uiteinde cy-lindrisch gevormd met een uniforme uitwendige diameter met uitzondering 40 van het allerlaatste uiteinde dat half-sferisch is. Aangrenzend aan 8105572 t'· 4 zijn achterste uiteinde draagt de plunjer 15 een instelmoer 17 die op de plunjer geschroefd is. Een samendrukkende schroefveer 19 werkt tussen de instelmoer 17 en het achteruiteinde van de behuizing 21, dat door het pistool wordt gedragen, en duwt continu de plunjer 15 in voor-5 waartse richting. Een zuiger 23 is beweegbaar in een cylinder die gevormd is in het achterstuk van het pistool. Een holle buisvormige huls 25 steekt aan de voorzijde uit voor de zuiger 23 en omgeeft de plunjer 15 teneinde de plunjer 15 alsmede de zuiger 23 te geleiden en te steunen.A plunger 15 provided with a valve rod can reciprocate in the head 3. The plunger 15 is formed cylindrically near its front or free end with a uniform outer diameter except for the very last end which is semi-spherical. Adjacent to 8105572 t '· 4 its rear end, the plunger 15 carries an adjusting nut 17 screwed onto the plunger. A compressive coil spring 19 acts between the adjusting nut 17 and the rear end of the housing 21 carried by the gun, continuously pushing the plunger 15 in the forward direction. A piston 23 is movable in a cylinder formed in the rear of the gun. A hollow tubular sleeve 25 protrudes in front of the piston 23 and surrounds the plunger 15 to guide and support the plunger 15 as well as the piston 23.

10 Een luchtslang 27 voert onder besturing van de klep 29 perslucht toe aan de voorzijde van de zuiger 23 teneinde de zuiger 23 in achterwaartse richting te duwen tegen de afstelmoer 17 en zodoende de afstel-moer 17 met de plunjer 15 achterwaarts te drukken tegen de werking van de veer 19 in. De klep 29 kan selectief worden geopend en gesloten door 15 het bedienen van een actuatietoets 31 die aanwezig is op het handvat 33 van het pistool. Door dit drukken van de toets 31 wordt de klep 29 geopend zodat perslucht 27 wordt toegelaten in de kamer aan de voorzijde van de zuiger 23 zodat de zuiger achterwaarts wordt gedreven totdat het achteruiteinde van de plunjer 15 in contact komt met de afstelbare 20 plunjerstop 35 die ingeschroefd is in de achterzijde van de behuizing 21 en dioe door rotatie kan worden ingesteld teneinde het voorste uiteinde ervan voorwaarts of achterwaarts te verplaatsen teneinde de achterste positie van de plunjer 15 te fixeren. De voorste positie van de plunjer 15 wordt ingesteld op die positie waarin de plunjer met nauwe 25 toleranties aankomt tegen de spuitmond zodat zoveel mogelijk vloeistof wordt verwijderd uit de boring en uit het mondstuk door de beweging van de plunjer 15.An air hose 27, under the control of the valve 29, supplies compressed air to the front of the piston 23 in order to push the piston 23 backwards against the adjusting nut 17 and thus push the adjusting nut 17 with the plunger 15 backwards against the action of the spring 19 in. The valve 29 can be selectively opened and closed by actuating an actuation key 31 located on the handle 33 of the gun. By pressing the key 31, the valve 29 is opened so that compressed air 27 is admitted into the chamber at the front of the piston 23, so that the piston is driven backwards until the rear end of the plunger 15 comes into contact with the adjustable 20 plunger plug 35 is screwed into the back of the housing 21 and can be rotatably adjusted to move the front end thereof forward or backward to fix the rear position of the plunger 15. The forward position of the plunger 15 is adjusted to that position where the plunger approaches the nozzle with close tolerances so that as much liquid as possible is removed from the bore and from the nozzle by the movement of the plunger 15.

De uitvinding verschaft nu de volgende nieuwe elementen:The invention now provides the following new elements:

De kop 3 draagt via schroefdraden aan zijn voorzijde een samen-30 stelling die geïllustreerd is in de figuren 2-4 voorzien van een front-pakking 37, een lichaam 39 welke de pakking 37 ontvangt, een waaierele-ment 41 waarin, zoals eerder reeds werd opgemerkt, een eerste uitvoeringsvorm van een belangrijk deel van het spuitmondstuk volgens de uitvinding wordt belichaamd, een vasthoudelement 43, welke het waaierele-35 ment 41 op zijn plaats houdt in het lichaam 39, en de reeds eerder genoemde luchtkap 13.The head 3 carries via screw threads on its front an assembly illustrated in Figures 2-4 provided with a front gasket 37, a body 39 receiving the gasket 37, a fan element 41 in which, as previously It has been noted that a first embodiment of a major portion of the spray nozzle of the present invention is embodied, a holding member 43 which holds the impeller element 41 in place in the body 39, and the aforementioned air cap 13.

De frontpakking 37 is van vast polytetrafluoretheen of een andere veerkrachtige deformeerbare plastic soort met lage wrijvingscoëffi-ciënt, en met een interne diameter die enigszins kleiner is dan de ex-40 terne diameter van de plunjer 15, zodat de plunjer 15 daarin geleidt 8105572 1» Jf 5 met een passing van het type als in meer detail beschreven is in het bovengenoemde Amerikaanse octrooischrift 3.876.145. De pakking 37 heeft de voorwaarts gerichte ringvormige schouders 45 en 47, bestemd om de pakking 37 op de juiste wijze te positioneren in het lichaam 39 tegen 5 corresponderende ringvormige achterwaarts gerichte schouders van het lichaam 39, waarbij het voorste uiteinde 49 van de pakking 37 samenvalt met de voorzijde van het lichaam 39.The front gasket 37 is of solid polytetrafluoroethylene or other resilient deformable plastic type with a low coefficient of friction, and having an internal diameter slightly smaller than the ex-40 external diameter of the plunger 15, so that the plunger 15 guides 8105572 1 » Jf 5 with a fit of the type described in more detail in the aforementioned U.S. Pat. No. 3,876,145. The gasket 37 has the forward facing annular shoulders 45 and 47 intended to properly position the gasket 37 in the body 39 against corresponding annular rearwardly facing shoulders of the body 39, the front end 49 of the gasket 37 coinciding with the front of the body 39.

Op zijn beurt heeft het lichaam 39 een schroefdraad 51 aan de achterzijde, met behulp waarvan het lichaam 39 wordt ontvangen in en be-10 vestigd aan de kop 3 zodanig dat een ruimte overblijft tussen het lichaam 39 en de luchtkap 13 in verbinding met de uitlaatzijde van een luchtdoorgang door de kop 3 waarop de luchtslang 11 voor de nog nader te beschrijven doeleinden is aangesloten.In turn, the body 39 has a screw thread 51 at the rear, by means of which the body 39 is received in and attached to the head 3 such that a space remains between the body 39 and the air cap 13 in communication with the outlet side of an air passage through the head 3 to which the air hose 11 is connected for the purposes yet to be described.

Het lichaam 39 heeft tevens een vergrote hexagonale flens 53 be-15 stemd om het monteren of demonteren van de kop 3 te vergemakkelijken; aan de voorzijde van de flens 53 bevindt zich de voorwaartse schroefdraad 55 die eindigt in een ringvormig voorwaarts oppervlak 57 dat verloopt in een vlak loodrecht op de as van het element. Aan de voorzijde van het lichaam 39 bevindt zich een cylindrische naaf 59 welke eindigt 20 in een plat voorste oppervlak loodrecht op de as van het element, welk laatstgenoemde oppervlak zoals in het bovenstaande reeds werd genoemd samenvalt met het voorvlak 49 van de pakking 37.Body 39 also has an enlarged hexagonal flange 53 designed to facilitate mounting or dismounting of head 3; at the front of the flange 53 is the forward thread 55 terminating in an annular forward surface 57 extending in a plane perpendicular to the axis of the element. At the front of the body 39 there is a cylindrical hub 59 which terminates in a flat front surface perpendicular to the axis of the element, the latter surface as already mentioned above coinciding with the front surface 49 of the gasket 37.

Het waaierelement 41 dat, zoals in het bovenstaande reeds werd opgemerkt, een eerste uitvoeringsvorm van de belangrijkste elementen van 25 het spuitmondstuk volgens de uitvinding belichaamt, is van metaal, bij voorkeur staal, en bestaat uit een platte ringvormige flens 61, geplaatst in een vlak loodrecht op de as van het element. Vanaf de binnenrand van de flens 61 verloopt in voorwaartse richting een cylin-drisch lichaam 63 dat eindigt in een, in zijn algemeenheid plat ring-30 vormig voorvlak 65. De centrale opening in deze voorwand 65 gaat over in een koepelsectie 67 met een uitwendige gedeeltelijk sferisch oppervlak 69 en een inwendig half sferisch oppervlak 71. De straal van het oppervlak 69 is aanzienlijk groter dan die van het oppervlak 71. Als gevolg daarvan is de koepelsectie 67 het dikst aangrenzend aan zijn ba-35 sis, dat wil zeggen aangrenzend aan de wand 65, en het dunst aangrenzend aan zijn toppunt op de as van het element. De dikte van de koepelsectie 67 neemt dus progressief en geleidelijk af in voorwaartse richting, het doel daarvan wordt nog nader verklaard.The impeller element 41 which, as already noted above, embodies a first embodiment of the main elements of the spray nozzle according to the invention, is made of metal, preferably steel, and consists of a flat annular flange 61, placed in a plane perpendicular to the axis of the element. From the inner edge of the flange 61, a cylindrical body 63 extends in the forward direction, ending in a generally flat ring-shaped front face 65. The central opening in this front wall 65 merges into a dome section 67 with an external partial spherical surface 69 and an internal semi-spherical surface 71. The radius of the surface 69 is considerably larger than that of the surface 71. As a result, the dome section 67 is thickest adjacent to its base, i.e. adjacent to the wall 65, and thinnest adjacent to its apex on the axis of the element. Thus, the thickness of the dome section 67 progressively and progressively decreases in the forward direction, the purpose of which is further explained.

Het is gebleken dat de progressieve verdunning van de koepelsectie 40 in de richting van zijn toppunt een onverwachte verbetering teweeg 8105572 t' * 6 brengt in de regelmatigheid van het waaierpatroon. Het kan zijn dat dit het resultaat is van de totale reductie van de gemiddelde dikte van de koepelsectie; de redenen voor dit zeer wenselijke resultaat zijn echter niet precies bekend. Bovendien wordt er opgemerkt dat de progressieve 5 verdunning van de zijwanden van de koepelsectie in de richting van zijn toppunt eenvoudig realiseerbaar zijn door een gemakkelijk reproduceerbare machinale bewerking, waarbij hetgeen beschouwd kan worden als een struktuur van complex configuratie nogthans eenvoudig en nauwkeurig geproduceerd kan worden. Teneinde voordeel uit deze eigenschap te trekken 10 moeten de zijwanden van de koepelsectie om te beginnen dun zijn; in het bijzonder moet de inwendige straal van de koepelsectie groter zijn dan de grootste dikte van de koepelsectie en bij voorkeur verschillende malen groter.It has been found that the progressive thinning of the dome section 40 toward its apex brings about an unexpected improvement in the regularity of the fan pattern. It may be the result of the total reduction in the average thickness of the dome section; however, the reasons for this highly desirable outcome are not precisely known. In addition, it is noted that the progressive thinning of the sidewalls of the dome section toward its apex is easily achievable by an easily reproducible machining operation, which can be considered at least simply and accurately produced as a structure of complex configuration. In order to take advantage of this property, the side walls of the dome section must initially be thin; in particular, the internal radius of the dome section should be greater than the greatest thickness of the dome section and preferably several times greater.

Het inwendige half sferische oppervlak 71 staat tangentiaal op de 15 cylindrische boring 73 van dezelfde diameter welke de binnenbegrenzing van de voorwand 65 bepaalt. Op zijn beurt is de boring 73 exact uitge-lijnd met een boring 75 van dezelfde diameter door de pakking 37.The inner semi-spherical surface 71 is tangential to the cylindrical bore 73 of the same diameter defining the inner boundary of the front wall 65. In turn, the bore 73 is exactly aligned with a bore 75 of the same diameter through the gasket 37.

De koepelsectie 67 wordt doorsneden door een sleuf 77 met in voorwaartse richting divergerende zijwanden 79 en platte uiteinden 81 die 20 gepositioneerd zijn in een gemeenschappelijk vlak loodrecht op de as van het element.The dome section 67 is intersected by a slot 77 with forwardly diverging side walls 79 and flat ends 81 positioned in a common plane perpendicular to the axis of the element.

Een deel van het materiuaal van de voorwand 65 is weggesneden aan beide zijden van de koepelsectie 67, en de weggesneden delen worden aan beide zijden begrensd door de vlakken 83 en 85 parallel aan de sleuf 77 25 en parallel aan elkaar en aan de as van het element, de resterende delen van de voorwand 65 worden aan de voorzijde begrensd door de oppervlakken 87 en 89 die gepositioneerd zijn in een gemeenschappelijk vlak loodrecht op de as van het element. Aan elk uiteinde van de sleuf 77 en aan tegenover liggende zijden van de koepelsectie 67 blijven dus ver-30 hoogde delen 91 en 93 over waarvan de voorwaartse oppervlakken copla-nair zijn in een vlak loodrecht op de as van het element, welke voorwaartse oppervlakken delen zijn van het oorspronkelijk oppervlak van de voorwand 65 voordat dit werd uitgesneden ter plaatse van een parallel aan de tegenover liggende zijden van de sleuf.Part of the material of the front wall 65 is cut away on both sides of the dome section 67, and the cut away parts are bounded on both sides by the surfaces 83 and 85 parallel to the slot 77 and parallel to each other and to the axis of the element, the remaining parts of the front wall 65 are bounded at the front by the surfaces 87 and 89 positioned in a common plane perpendicular to the axis of the element. Thus, at each end of the slot 77 and on opposite sides of the dome section 67, elevated portions 91 and 93 remain, the forward surfaces of which are coplanar in a plane perpendicular to the axis of the element, which forward surfaces share from the original surface of the front wall 65 before it was cut at a parallel to the opposite sides of the slot.

35 De vlakken 83 en 85 zijn doorsnijdingsvlakken van het koepelseg- ment 67 met als gevolg dat de delen van het koepelsegment 67 die worden weggesneden de vlakken 95 en 97 doen ontstaan gepositioneerd in de respectievelijke vlakken 83 en 85, het doel daarvan zal nog nader worden beschreven.The surfaces 83 and 85 are intersecting surfaces of the dome section 67 with the result that the parts of the dome section 67 which are cut out create the surfaces 95 and 97 positioned in the respective surfaces 83 and 85, the purpose of which will be further elucidated described.

40 De vlakken 95a en 97a zijn verder aanwezig op het cylindrische 8105572 * % 7 lichaam 63 teneinde een aangrijpmogelijkheid te verschaffen voor een gereedschap, door middel waarvan de rotationele positie van het waaier-element kan worden geregeld. De vlakken 95a en 97a bevinden zich op afstand aan beide zijden van en parallel aan de vlakken 95 en 97.The surfaces 95a and 97a are further present on the cylindrical body 8105572 *% 63 to provide an engagement possibility for a tool by means of which the rotational position of the impeller element can be controlled. Planes 95a and 97a are spaced on both sides of and parallel to surfaces 95 and 97.

5 Een aantal oppervlakken van het waaierelement 41 is bekleed met een plastic soort met lage wrijving zoals polyfluoretheen, bijvoorbeeld polytetrafluoretheen dat bekend staat als "teflon”. Deze bekleding is in de figuren niet aangegeven omdat de bekleding erg dun is, bijvoorbeeld 0,017 mm. De beklede oppervlakken zijn echter door bijschriften 10 in de figuren aangegeven. In het bijzonder bevinden de beklede oppervlakken zich aan de achterzijde van de flens 61, de binnenzijde van het cylindrische lichaam 63, de voorzijde en achterzijde van de voorwand 65 en dus op de oppervlakken die aangegeven zijn met 83-93, de binnenzijde en buitenzijde van het koepelsegment 67 en derhalve op de vlakken 95 en 15 97, de zijwanden en einddelen van de sleuf 77, en de boring 73. De be kleding kan met behulp van een willekeurige conventionele werkwijze worden opgebracht, bijvoorbeeld in een gefluldiseerd bed van deeltjes van het bekledingsmateriaal.Some surfaces of the impeller element 41 are coated with a low friction plastic type such as polyfluoroethylene, for example polytetrafluoroethylene known as "teflon". This coating is not shown in the figures because the coating is very thin, for example 0.017 mm. coated surfaces, however, are indicated by captions 10 in the figures. In particular, the coated surfaces are located on the back of the flange 61, the inside of the cylindrical body 63, the front and back of the front wall 65 and thus on the surfaces which indicated by 83-93, the inside and outside of the dome segment 67 and therefore on the surfaces 95 and 97, the side walls and end parts of the slot 77, and the bore 73. The coating can be used by any conventional method be applied, for example, in a fluidized bed of particles of the coating material.

De plastic bekleding om het waaierelement 41 heeft een aantal 20 nieuwe en niet voor de hand liggende functies, waarvan een aantal nu zal worden beschreven en anderen later zullen worden beschreven in samenhang met de nog te bespreken struktuur. Om te beginnen heeft het plastic op de binnenzijde van het koepelsegment 67 en de boring 73 een anti-aanhechtingsfunctie, zodat het reinigen van het element onder druk 25 van het voorste uiteinde van de plunjer 15 wordt verbeterd. Verder reduceert de bekleding op de binnenzijde van het koepelsegment en de boring van het waaierelement de wrijving tussen het waaierelement en de te verspuiten vloeistofmassa, waardoor de turbulentie daarin wordt gereduceerd en opnieuw een verbetering wordt bereikt van de regelmatig-30 heid van het waaierpatroon. Het gebruik van een polytetrafluoretheen bekleding aan de binnenzijde van een spuitinrichting wordt echter beschreven in het Duitse Offenlegungsschrift 2.252.754.The plastic coating around the impeller element 41 has a number of new and unobvious functions, some of which will now be described and others will be described later in connection with the structure to be discussed. To begin with, the plastic on the inside of the dome section 67 and the bore 73 has an anti-adhesion function, so that cleaning of the element under pressure 25 of the front end of the plunger 15 is improved. Furthermore, the coating on the inside of the dome segment and the bore of the impeller element reduces the friction between the impeller element and the fluid mass to be sprayed, thereby reducing turbulence therein and again improving the regularity of the impeller pattern. However, the use of a polytetrafluoroethylene coating on the inside of a spraying device is described in German Offenlegungsschrift 2,252,754.

Het vasthoudelement 43 houdt het ventilatorelement 41 vast op het lichaam 39 en is daartoe voorzien van een cylindrische zijwand 99 met 35 externe schroefdraad 101 en interne schroefdraad 103 welke laatste wordt opgeschroefd op de schroefdraad 55 op het licham 39. Het vasthoudelement 43 heeft een ringvormige aan de binnenzijde uitstekende voorflens 5 waarvan de binnendiameter ongeveer gelijk is aan de buitendiameter van het cylindrische lichaam 63 van het waaierelement 41, en 40 waarvan het achteroppervlak in contact staat met het vooroppervlak van 8105572 ? _ .The retaining element 43 holds the fan element 41 on the body 39 and for this purpose is provided with a cylindrical side wall 99 with external screw thread 101 and internal screw thread 103, the latter of which is screwed onto the screw thread 55 on the body 39. The holding element 43 has an annular the inner protruding front flange 5, the inner diameter of which is approximately equal to the outer diameter of the cylindrical body 63 of the impeller element 41, and 40, the rear surface of which contacts the front surface of 8105572? _.

8 de flens 61 van het waaierelement 41. Opgemerkt wordt, dat wanneer het vasthoudelement 43 zodanig is opgeschroefd dat het waaierelement 41 vastgehouden wordt op de naaf 59, er een ruimte aanwezig is tussen de achterrand van de zijwand 9.9 en de hexagonale flens 53 op het lichaam 5 39.8 the flange 61 of the impeller element 41. It should be noted that when the retaining element 43 is screwed on such that the impeller element 41 is retained on the hub 59, there is a space between the rear edge of the side wall 9.9 and the hexagonal flange 53 on the body 5 39.

Tevens wordt opgemerkt dat de naaf 59 van het lichaam 39 langer is dan de diepte van het inwendige cylindrische oppervlak van het cylin-drische lichaam 63 van het waaierelement 41, met als gevolg dat wanneer het vasthoudelement 43 volledig opgeschroefd is over het waaierelement 10 41, er een ruimte 107 zal overblijven tussen de flens 61 en het opper vlak 57 van het lichaam 39. Deze laatste ruimte verzekert, in samenhang met de al eerder genoemde ruimte, dat de vasthoudkracht van het vasthoudelement 43 op het waaierelement 41 zal worden overgedragen in compressie tussen de onderzijde van de voorwand 65 van het waaierelement 15 41 en het voorste einde van de cylindrische naaf 59 van het lichaam 39.It is also noted that the hub 59 of the body 39 is longer than the depth of the inner cylindrical surface of the cylindrical body 63 of the impeller element 41, with the result that when the retaining element 43 is fully screwed over the impeller element 41, a space 107 will remain between the flange 61 and the surface 57 of the body 39. The latter space, in conjunction with the space already mentioned, ensures that the holding force of the holding element 43 will be transferred to the impeller element 41 in compression between the underside of the front wall 65 of the impeller element 41 and the front end of the cylindrical hub 59 of the body 39.

Er wordt aan herinnerd dat het achteroppervlak alsmede het vooropper-vlak van de voorwand 65 bekleed is met een plastic met lage wrijvings— coëfficiënt en deze kracht verzekert dat bet plastic zal worden samengedrukt tot op een punt waar het dienst doet als perfecte afdichting 20 tussen het lichaam 39 en het waaierelement 41. Er is dus geen mogelijkheid dat vloeistof onder druk ontsnapt tussen deze twee elementen. Het waaierelement 41 doet dus, dankzijde plastic bekleding en dankzij de boven beschreven relatie tussen de onderdelen zelf dienst als pakking.It is recalled that the back surface as well as the front surface of the front wall 65 is coated with a low friction coefficient plastic and this force ensures that the plastic will be compressed to a point where it serves as a perfect seal between the body 39 and the impeller element 41. Thus, there is no possibility of pressurized fluid escaping between these two elements. Thus, the impeller element 41 acts as a gasket, thanks to the plastic coating and thanks to the above-described relationship between the parts themselves.

Zoals het best te zien is in figuur 2 zijn de vlakken 109 aange-25 bracht aan diametraal tegenover liggende zijden van het vasthoudelement 43. Deze vlakken verschaffen een aangrijpmogelijkheid voor een gereedschap door middel waarvan het vasthoudelement 43 wordt vastgezet over het waaierelement 41 en doen bovendien nog op andere wijze dienst, zoals nog nader zal worden beschreven.As best seen in Figure 2, the surfaces 109 are provided on diametrically opposite sides of the retaining element 43. These surfaces provide a tool engagement possibility by means of which the retaining element 43 is secured over the impeller element 41 and additionally still in other ways, as will be further described.

30 De vlakken 109 van het vasthoudelement 43 kunnen iedere willekeu rige oriëntatie bezitten in de samengestelde inrichting. Er bestaat in het bijzonder geen noodzakelijke relatie tussen de rotationele positie van de vlakken 109 en de vlakken 95 en 97 van het element 41, en de vlakken op de hexagonale flens 53 van het lichaam 39.The surfaces 109 of the holding element 43 may have any orientation in the composite device. In particular, there is no necessary relationship between the rotational position of the surfaces 109 and the surfaces 95 and 97 of the element 41, and the surfaces on the hexagonal flange 53 of the body 39.

• 35 Het laatste element in de samenstelling is de luchtkap 13, die voorzien is van een cylindrische zijwand 111, welke aan de buitenzijde bij 113 is gekarteld om de hantering ervan te vergemakkelijken en inwendig voorzien is van een schroefdraad 115, waarbij de diameter van het schroefdraadgedeelte 115 in hoofdzaak kleiner is dan de inwendige '40 diameter van de zijwand 111 achter het schroef draadgedeelte .115, in i 8105572 r + 9 verband met nog nader te beschrijven doeleinden.The final element in the assembly is the air cap 13, which is provided with a cylindrical side wall 111, which is serrated at 113 on the outside for ease of handling and internally threaded 115, the diameter of which threaded portion 115 is substantially smaller than the internal diameter of the sidewall 111 behind the threaded portion 115, in connection with purposes to be described hereinafter.

De luchtkap 13 eindigt aan de voorzijde in een radiaal binnenwaarts verlopende ringvormige voorflens 117, waarvan de inwendige diameter enigszins groter is dan de externe diameter van de koepelsectie 5 67.The air cap 13 terminates at the front in a radially inwardly extending annular front flange 117, the internal diameter of which is slightly greater than the external diameter of the dome section 67.

In de geassembleerde positie van de elementen is het inwendige schroefdraadgedeelte 115 van de luchtkap 13 opgeschroefd op de uitwendige schroefdraad 101 van het vasthoudelement 43 totdat het binnenop-pervlak van het binnendeel van de flens 117 van de luchtkap 13 afdich-10 tend aanrust tegen de verhoogde gedeelten 91 en 93 van het waaierele-ment 41. Daartoe heeft de voorflens 105 van het vasthoudelement 43 een dikte die kleiner is dan de hoogte van het externe cylindrisch oppervlak van het cylindrische lichaam 63 van het vasthoudelement 41, zodat het de verhoogde delen 91 en 93 zijn die de positie van de luchtkap 13 15 in de samenstelling bepalen.In the assembled position of the elements, the internal threaded portion 115 of the air cap 13 is screwed onto the external thread 101 of the retaining element 43 until the inner surface of the inner portion of the flange 117 of the air cap 13 rests against the raised portions 91 and 93 of the impeller element 41. For this purpose, the front flange 105 of the holding element 43 has a thickness less than the height of the external cylindrical surface of the cylindrical body 63 of the holding element 41, so that it extends the raised parts 91 and 93 are that determine the position of the air cap 13 15 in the assembly.

Het is nu tijd om de weg van de perslucht te volgen door de in het bovenstaande beschreven samenstelling. Zoals reeds werd opgemerkt stroomt de lucht via de slang 11 en de kop 3 naar de ruimte tussen de kap 13 aan het lichaam 39, vanwaar de lucht in voorwaartse richting be-20 weegt langs de hexagonale flens 39 door de in figuur 4 met 119 aangegeven passage.It is now time to follow the path of the compressed air through the composition described above. As already noted, the air flows through the hose 11 and the head 3 to the space between the cap 13 on the body 39, from where the air moves in a forward direction along the hexagonal flange 39 through the 119 indicated in Figure 4 passage.

Er werd reeds opgemerkt dat de vlakken 109 van het vasthoudelement 43 nog een andere functie hadden, en deze verdere functie is het tussen de vlakken 109 en de inwendige schroefdraad 115 van de luchtkap 13 de-25 finiëren van verdere passages 121 die in verbinding staan met en een doorgang vormen vanaf de luchtpassage 119. Omdat de flens 105 van het vasthoudelement en de flens 117 van de luchtkap zich op afstand van elkaar bevinden en omdat de flens 117 van de luchtkap rust op de verhoogde gedeelten 91 en 93 en derhalve ligt op afstand voor de oppervlakken 30 87 en 89 aan beide zijden van het koepelsegment 67 en deze oppervlakken van elkaar isoleert zijn er verdere passages 123 en 125 aanwezig aan beide zijden van het koepelsegment 67 welke in hoofdzaak radiaal binnenwaarts verlopen zodanig dat daar doorheen stroomt en stroomt langs de buitenoppervlakken van het koepelsegment 67 voorbij de vlakke delen 35 95 en 97 zodanig dat van beide zijden contact wordt gemaakt met de ver spoten vloeistof. Deze passages 123 en 125 vormen dus de inkomende luchthoeveelheid om tot platte ten opzichte van elkaar convergerende luchtstralen waarbij het theoretische ontmoetingsvlak van deze lucht-stralen het vlak van de sleuf 77 op de as van het element is.It has already been noted that the surfaces 109 of the retaining element 43 have yet another function, and this further function is to define further passages 121 which are connected between the surfaces 109 and the internal screw thread 115 of the air cap 13. and form a passageway from air passage 119. Because the flange 105 of the retaining member and the flange 117 of the air cap are spaced from each other and because the flange 117 of the air cap rests on the raised portions 91 and 93 and is therefore spaced for the surfaces 87 and 89 on both sides of the dome segment 67 and insulating these surfaces from each other, further passages 123 and 125 are provided on both sides of the dome segment 67 which extend substantially radially inwardly such that it flows and flows along the outer surfaces of the dome segment 67 beyond the flat portions 35 95 and 97 such that contact is made from both sides with the sprayed flow dust. These passages 123 and 125 thus convert the incoming air quantity into flat air jets converging each other, the theoretical plane of contact of these air jets being the plane of the slot 77 on the axis of the element.

40 Het is belangrijk dat de vlakken 95, 95a, 97 en 97a allemaal pa- 8105572 i 10 / rallel ten opzichte van elkaar verlopen zodat de luchtstromen over deze vlakken een minimale afbuiging vanaf de stromingsweg ondervinden en derhalve een minimale turbulentie vertonen. Het feit dat deze vier vlakken parallel staan aan de lengterichting van de sleuf 77 verzekert 5 dat de resulterende luchtstromen het waaierpatroon van het verspoten materiaal niet zullen verstoren.It is important that the surfaces 95, 95a, 97 and 97a all run parallel to each other so that the air flows over these surfaces experience minimal deflection from the flow path and therefore exhibit minimal turbulence. The fact that these four planes are parallel to the longitudinal direction of the slot 77 ensures that the resulting air flows will not disturb the fan pattern of the sprayed material.

Niet alleen helpen de vlakken 95a en 97a bij het richten van de luchtstroom van beide tegenover liggende zijden van het verspuitingspa-troon met minimale turbulentie, ze verschaffen ook een aanvattingsmoge-10 lijkheid voor een gereedschap tijdens de montage van de inrichting. Hat is een andere functie van de vlakken 109 van het vasthoudelement 43: de vlakken 109 vormen een aangrijpmogelijkheid voor een moersleutel of iets dergelijks voor het vastdraaien van het vasthoudelement 43 op het lichaam 39 over het waaierelement 41. De vlakken 95a en 97a werken op 15 enigszins andere wijze samen met het respectievelijke gereedschap en wel als volgt:Not only do surfaces 95a and 97a assist in directing the airflow from both opposite sides of the spraying cartridge with minimal turbulence, they also provide tool-taking capability during device mounting. This is another function of the surfaces 109 of the holding element 43: the surfaces 109 provide a wrench engagement facility or the like for tightening the holding element 43 on the body 39 over the impeller element 41. The surfaces 95a and 97a operate at 15. slightly differently together with the respective tool as follows:

Het zal natuurlijk duidelijk zijn dat de spuitpistolen volgens de uitvinding over het algemeen in de hand worden gehouden en dus over het algemeen worden gebruikt voor het verspuiten van vloeistof in een heen 20 en weer gaande beweging uitgevoerd door de hand van de operateur: dat wil zeggen de operateur zal in feite met het pistool "verven", ongeacht ....... de aard van de te verspuiten vloeistof. Wanneer dus gebruik wordt gemaakt van een waaierelement dan zal de operateur de verspoten vloeistof aanbrengen op het substraat in een richting loodrecht op de lengterich-25 ting van het waaierpatroon, over het algemeen op een wijze analoog aan de bewegingen van een in de hand gehouden kwast. Het is derhalve belangrijk dat de sleuf 77 op zodanige wijze wordt georiënteerd dat de operateur het pistool kan bewegen in een richting waaraan hij gewend is en die hij als comfortabel ondervindt, zonder dat het pistool op andere 30 wijze moet worden gericht of de richting van zijn bewegingen worden veranderd. Het is dus belangrijk dat men in staat is om het waaierelement 41 in de samenstelling in een nauwkeurige rotationele positie ten opzichte van de andere delen van het pistool te plaatsen; en de vlakken 95a en 97a aan tegenover liggende zijden van het koepelelement 67 maken 35 het nu mogelijk om het element 41 aan te grijpen en het tegen rotatie vast te houden terwijl het vasthoudelement 43 over het element 41 wordt geschroefd.It will be understood, of course, that the spray guns of the invention are generally hand-held and thus generally used for spraying liquid in a reciprocating motion performed by the operator's hand: i.e. the operator will in fact "paint" with the gun regardless of the nature of the fluid being sprayed. Thus, when using a fan element, the operator will apply the sprayed liquid to the substrate in a direction perpendicular to the longitudinal direction of the fan pattern, generally in a manner analogous to the movements of a hand-held brush . It is therefore important that the slot 77 is oriented in such a way that the operator can move the gun in a direction that he is used to and that he finds comfortable without having to aim the gun in any other way or the direction of his movements are changed. It is therefore important to be able to place the impeller element 41 in the assembly in an accurate rotational position relative to the other parts of the gun; and the surfaces 95a and 97a on opposite sides of the dome element 67 now enable the element 41 to engage and hold it against rotation while the holding element 43 is screwed over the element 41.

Een andere uitvoeringsvorm van het mondstuk of waaierelement volgens de uitvinding is getoond in de figuren 8-10. Het waaierelement 127 40 dat in deze figuren is getoond wordt gekarakteriseerd door een cirkel- 8105572 f 11 vormige uitstraalopening of doorlaat 129, dit in tegenstelling tot de sleuf 77 uit de voorgaande uitvoeringsvorm. Dit waaierelement verschaft derhalve een cirkelvormig versproeiingspatroon.Another embodiment of the nozzle or impeller element according to the invention is shown in Figures 8-10. The fan element 127 40 shown in these figures is characterized by a circular aperture or passage 129, in contrast to the slot 77 of the previous embodiment. This fan element therefore provides a circular spray pattern.

Het element 127 heeft evenals het element 41 een ringvormige flens 5 131 van waaraf het cylindrische lichaam 133 verloopt dat voorzien is van een voorwand 135 en een centrale koepelsectie 137. Er wordt echter opgemerkt dat er geen vlakken 95, 95a, 97 en 97a als In de voorgaande uitvoeringsvorm aanwezig zijn. Er zijn twee redenen om deze vlakken weg te laten. In de eerste plaats is het niet nodig om een aangrijpmoge-10 lijkheid voor een gereedschap te verschaffen omdat de rotationele oriëntatie van dit element onbelangrijk is als gevolg van de cirkelvormige opening 129. In de tweede plaats is het niet nodig om de lucht te richten in vlakke stralen parallel aan het vlakke versproeiingspatroon zoals in de voorgaande uitvoeringsvorm omdat het versproeiingspatroon 15 nu circulair is.The element 127, like the element 41, has an annular flange 131 from which extends the cylindrical body 133 which is provided with a front wall 135 and a central dome section 137. However, it is noted that there are no surfaces 95, 95a, 97 and 97a as In the previous embodiment are present. There are two reasons for omitting these planes. First, it is not necessary to provide an engagement capability for a tool because the rotational orientation of this element is insignificant due to the circular opening 129. Second, it is not necessary to direct the air into planar rays parallel to the planar spray pattern as in the previous embodiment because the spray pattern 15 is now circular.

In feite verdient het in het geval van een circulair versproeiingspatroon de voorkeur dat de lucht naar de versproeide vloeistof convergeert op een zo gelijkmatig mogelijke wijze van alle kanten; en daartoe zijn een aantal in voowaartse richting uitstekende blokjes 139 20 aanwezig op de buitenrand van het voorwaartse ringvormige oppervlak 141 van de wand 135 die de koepelsectie 137 omgeeft. De blokjes 139 maken contact met het binnenoppervlak van de voorflens 117 wanneer de kap 13 wordt opgeschroefd en hebben dus de functie van de hoger gelegen delen 91 en 93 in de voorgaande uitvoeringsvorm, namelijk het verschaffen van 25 een luchtdoorstromingsweg naar het buitenoppervlak van de koepelsectie.In fact, in the case of a circular spraying pattern, it is preferable that the air converges to the sprayed liquid in the most uniform manner from all sides; and to that end, a number of forward projecting blocks 139 20 are provided on the outer edge of the forward annular surface 141 of the wall 135 surrounding the dome section 137. The blocks 139 contact the inner surface of the front flange 117 when the cap 13 is screwed on and thus have the function of the higher parts 91 and 93 in the previous embodiment, namely to provide an air flow path to the outer surface of the dome section.

In dit geval echter wordt de koepelsectie geheel door deze luchtstro-mingsdoorgang omgeven waardoor een in hoofdzaak uniforme luchtstroming wordt verkregen langs het buitenoppervlak van de koepelsectie in de richting van de as van de sectie vanuit alle richtingen.In this case, however, the dome section is completely surrounded by this airflow passage, thereby obtaining a substantially uniform airflow along the outer surface of the dome section toward the axis of the section from all directions.

30 Evenals in het voorgaande heeft de koepelsectie 137 een uitwendig sferisch oppervlak 143 en een inwendige half sferisch oppervlak 145, waarvan de centroïden gelijk zijn aan die van de eerste uitvoeringsvorm zodat de wand van de koepelsectie taps toeloopt en de geringste dikte heeft in zijn toppunt. In het geval van een cirkelvormige opening 129 35 wordt het daardoor mogelijk om de randen van de opening zo dun als gewenst is uit te voeren, zelfs indien een nagenoeg scherpe rand van de opening 129 wordt gewenst, zonder dat dit ten koste gaat van de sterkte van de koepelsectie. In het algemeen geldt, hoe dunner de rand van de uitlaatopening is, hoe kleiner het gebied is waarin zich een korst van 40 uitgehard reactief materiaal kan vormen en des te kleiner de verstoring 8105572 ί 12 is van de regelmatigheid van het versproeiingspatroon, die daardoor veroorzaakt kan worden.As before, the dome section 137 has an outer spherical surface 143 and an inner semispherical surface 145, the centroids of which are the same as those of the first embodiment, so that the wall of the dome section is tapered and has the smallest thickness at its apex. In the case of a circular opening 129, this makes it possible to make the edges of the opening as thin as desired, even if a substantially sharp edge of the opening 129 is desired, without sacrificing strength. of the dome section. Generally, the thinner the edge of the exhaust vent is, the smaller the area in which a crust of cured reactive material can form and the smaller is the disturbance of the spray pattern regularity caused by it. can become.

Het element 127 is, evenals het element 41, vervaardigd uit metaal zoals staal bekleedt met een plastic soort met lage wrijvingscoëffici-5 ent zoals polytetrafluoretheen.The element 127, like the element 41, is made of metal such as steel coated with a low friction plastic type such as polytetrafluoroethylene.

In beide uitvoeringsvormen van het beschreven mondstuk worden verdere nieuwe en onverwachte voordelen verkregen met de inrichting vanwege de plastic bekleding met lage wrijvingscoëfficiënt aan de buitenzijde van de koepelsectie in combinatie met de daar overheen verlopende 10 luchtstromen. In de eerste plaats wordt de wrijving tussen de koepelsectie en de luchtstromen gereduceerd waardoor een reductie in turbulentie van deze luchtstromen wordt bereikt, hetgeen op zijn beurt bij-draagt aan de regelmatigheid van het spuitpatroon. Het plastic aan de buitenzijde van de koepelsectie reduceert verder de adhesie van vloei-15 stofdeeltjes die teruggeblazen kunnen worden van het te bespuiten oppervlak zodat de luchtstromen ten opzichte van de koepelsectie een reinigende functie hebben.In both embodiments of the described nozzle, further new and unexpected advantages are obtained with the device due to the low friction coefficient plastic coating on the outside of the dome section in combination with the overflowing air streams. First, the friction between the dome section and the airflows is reduced, thereby achieving a reduction in turbulence of these airflows, which in turn contributes to the regularity of the spray pattern. The plastic on the outside of the dome section further reduces the adhesion of liquid particles that can be blown back from the surface to be sprayed, so that the air flows relative to the dome section have a cleaning function.

Uit het voorgaande blijkt dat er vier principiële nieuwe en onverwachte elementen in de uitvinding te vinden zijn en wel: 20 1. De plastic bekleding op de binnenzijde en buitenzijde van het element 41 of 127. Deze bekleding heeft de volgende voordelen; a. Ze reduceert de wrijving tussen het waaierelement en de vloeistof en verbetert daardoor de regelmatigheid van het spuitpatroon en reduceert de vorming van vingers.From the foregoing it appears that there are four principal new and unexpected elements to be found in the invention, namely: 1. The plastic coating on the inside and outside of the element 41 or 127. This coating has the following advantages; a. It reduces the friction between the impeller element and the fluid, thereby improving the regularity of the spray pattern and reducing the formation of fingers.

25 b. In combinatie met de cylindrische naaf 59 van het lichaam 38, die niet langer is dan de diepte van de grote cylindrische uitsparing in het waaierelement, doet de plastic bekleding dienst als pakking.25 b. In combination with the cylindrical hub 59 of the body 38, which is no longer than the depth of the large cylindrical recess in the impeller element, the plastic coating serves as a gasket.

c. Aan de buitenzijde van de koelsectie reduceert de plastic 30 bekleding de wrijving tussen de koepelsectie en de luchtstromen en reduceert daardoor de turbulentie in deze luchtstromen hetgeen op zijn beurt bijdraagt aan de regelmatigheid van het spuitpatroon.c. On the outside of the cooling section, the plastic coating reduces the friction between the dome section and the air flows and thereby reduces the turbulence in these air flows, which in turn contributes to the regularity of the spray pattern.

d. Ook aan de buitenzijde van de koepelsectie reduceert de plastic bekleding de adhesie van vloeistofdeeltjes die teruggeblazen 35 kunnen worden en maakt het daardoor mogelijk dat de luchtstromen de koepelsectie reinigen.d. Also on the outside of the dome section, the plastic coating reduces the adhesion of liquid particles that can be blown back and thereby allows the air streams to clean the dome section.

2. In het geval van het waaierelement 41 kunnen door een eenvoudige machinale bewerking aan beide zijden van de koepelsectie drie vlakken worden aangebracht die loodrecht op elkaar staan. Een van deze 40 vlakken staat loodrecht op de as van het element terwijl de andere twee 8105572 * 13 parallel lopen aan deze as en aan de sleuf en een ervan doorsnijdt de koepelsectie. Deze onderling loodrechte oppervlakken verschaffen niet alleen een weg voor de lucht vanaf beide zijden, maar verschaffen in het geval van de radiaal meest buitenste vlakken tevens een aangrijpmo-5 gelijkheid voor een gereedschap tijdens de assemblage, en doen derhalve op unieke wijze dienst voor twee functies» 3. De middens van de sferische sectoren die de binnen- en buitenoppervlakken van de koepelsectie definiëren vallen niet samen. In plaats daarvan is het midden van het binnenoppervlak verder naar voren 10 gelegen dan het midden van het buitenoppervlak. Bet gevolg daarvan is dat de dikte van de koepelsectie afneemt in de richting van het toppunt ervan op regelmatige wijze, hetgeen niet alleen het oppervlak van de zijwanden van de uitlaatopening reduceert en de regelmatigheid van het spuitpatroon verbetert, maar het ook mogelijk maakt om een eenvoudig 15 uit te voeren en eenvoudig te reproduceren machinale bewerking toe te passen om dit te bereiken.2. In the case of the impeller element 41, three planes perpendicular to each other can be applied to both sides of the dome section by simple machining. One of these 40 planes is perpendicular to the axis of the element while the other two 8105572 * 13 are parallel to this axis and to the slot and one of them intersects the dome section. These mutually perpendicular surfaces not only provide a path for the air from both sides, but in the case of the radially outermost surfaces also provide an engagement capability for a tool during assembly, and thus uniquely serve two functions »3. The centers of the spherical sectors defining the inner and outer surfaces of the dome section do not coincide. Instead, the center of the inner surface is further forward than the center of the outer surface. As a result, the thickness of the dome section decreases in the direction of its apex in a regular manner, which not only reduces the surface area of the side walls of the exhaust opening and improves the regularity of the spray pattern, but also allows for a simple 15 to perform and apply easily reproducible machining to achieve this.

4. De vlakken 109 die vervaardigd zijn op het vasthoudelement 43 verschaffen niet alleen doorgangen voor de lucht maar verschaffen hovendien een aangrijpmogelijkheid voor een gereedschap waarmee het vast- 20 houdelement wordt vastgezet en deze vlakken doen dus ook op verschillende wijze dienst.4. The surfaces 109 made on the retaining element 43 not only provide passageways for the air, but also provide an engagement possibility for a tool with which the retaining element is secured and thus these surfaces also serve in different ways.

Uit de bovenstaande beschrijving zal het duidelijk zijn dat alle in het begin genoemde doelstellingen van de uitvinding zijn vervuld.From the above description, it will be apparent that all the objectives of the invention mentioned at the outset have been fulfilled.

Alhoewel de uitvinding is beschreven en geïllustreerd aan de hand 25 van een voorkeursuitvoeringsvorm zal het duidelijk zijn dat modificaties en variaties kunnen worden aangebracht zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.Although the invention has been described and illustrated with reference to a preferred embodiment, it will be apparent that modifications and variations can be made without departing from the scope of the invention.

81055728105572

Claims

1. Spray gun blasting element, characterized by a ball section with an outlet opening extending through the dome section, the blasting element being made of steel and provided with a plastic coating of low friction coefficient on the inside and on the outside of the dome section and at the edges of the exhaust vent.

2. A blasting element according to claim 1, characterized by an annular front wall extending radially on the outside of the rear edge of the dome section, the rear face of the front wall being coated with said plastic, a hollow body at the rear of a blasting element on which said blasting element is releasably mounted and a retaining element with which said blasting element is axially pressed backwards against said body, whereby said plastic on the rear surface of the front wall serves as a seal between the body and the blasting element.

3. Jet element according to claim 1, characterized by means for directing air in converging flows along the outer surface of the dome section, which flows converge in the spraying direction.

Blasting element according to claim 3, characterized in that the outlet opening consists of an elongated slot extending equidistant on both sides of the axis of the dome section, and planes on opposite sides of the dome section intersecting said dome section which planes are parallel to the axis of the dome section and parallel to said slot, the air flows converging in a plane through said axis and through said slot. 30

The blasting element of claim 3, characterized in that the outlet opening is circular and coaxial with the dome section, and an annular front wall extends radially outwardly from the rear edge of the dome section, which are forwardly projecting cubes mounted on the edge of said annular front wall, and the air directing means consists of an air cap having a radially inwardly extending annular flange surrounding the dome section at a distance therefrom, the inner surface of said air cap flange resting against said cubes .

The blasting element according to claim 3, characterized in that the 8105572 «* '· η«. The said air directing means includes an air cap having a radially inwardly extending annular flange surrounding the dome section at a distance therefrom, the radiant element having a radially outwardly projecting flange at the trailing edge of the dome segment , and the outlet opening consists of an elongated slot extending equidistant on either side of the axis of the dome section, and the flange of the blasting element is provided with raised portions on both sides of the dome section between said planes at both ends of the said slot, 10 and the inner surface of said air cap flange abut these raised portions.

7. Blasting element according to claim 1, characterized by a body against which the rear side of the blasting element rests, a retaining element which rests against the forward-facing surface of the blasting element and is screwed onto said body in order to hold the blasting element on the body , and an air cap defining first air passageways to direct the air in streams converging towards the axis of the dome section, the retaining element having external threads onto which the air cap can be screwed, and the retaining element having a plurality of parts where the external threads have been removed to provide an engagement possibility for a tool for tightening the retaining member on said body and also providing second air passageways between the retaining member and the air cap communicating with said first air passageways.

Blasting element according to claim 7, characterized in that the removed threaded parts consist of a pair of diametrically opposed surfaces on the holding element parallel to each other and on the axis of the holding element.

The blasting element according to claim 1, characterized in that the ball section has an inner diameter considerably greater than the thickness of the material of the dome section and the dome section has a spherical convex outer surface as well as a spherical concave inner surface and said outer surface. has a larger radius of curvature than said inner surface, the centreline of said outer surface being placed behind the centroid of said inner surface along the axis of the dome section and the inner diameter equal to the diameter of the spherical concave inner surface, the thickness of the material of the dome section pro-40 decreases gressively toward the apex of the dome section. ************* 8105572