NL8104913A - Werkwijze voor het ventileren van een hal of dergelijke ruimte. - Google Patents

Description

I * ϋ V, Μι I

f-l- J| I 22240/CV/tl J/ύ Vf/3 -.,,

Korte Aanduiding: Werkwijze voor het ventileren van een hal of dergelijke ruimte.

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het ventileren 5 van can hal of dergelijke ruimte met behulp van luchtverplaatsingsorganen, zoals ventilatoren.

Bij het ventileren van grote ruimtes,zoals bijvoorbeeld sporthallen of dergelijke wordt veelal gebruik gemaakt van luchtverplaatsingsorganen in de vorm van ventilators of dergelijke met behulp waarvan lucht in 10 de desbetreffende te ventileren ruimte wordt ingeblazen of afgezogen.

Hierbij zullen steeds in eenzelfde richting plaatsvindende luchtstromingen voor de beoogde ventilatie in de desbetreffende ruimte worden opgewekt.

In de praktijk is nu echter gebleken,dat afhankelijk van zich wijzigende omstandigheden, bijvoorbeeld klimatologische omstandigheden>ongewenste 15 variaties in de beoogde ventilatie kunnen optredenjZodanig dat niet steeds een zo goed mogelijke ventilatie van de desbetreffende ruimte wordt bewerkstelligd.

Met de uitvinding wordt nu beoogd tegemoet te komen aan de nadelen, welke kleven aan de tot nu toe gebruikelijke werkwijzen.

20 Volgens de uitvinding kan dit worden bereikt doordat men tenminste twee met elkaar samenwerkende in hun werking omkeerbare luchtverplaatsingsorganen toepast,zodanig,dat het ene luchtverplaatsingsorgaan lucht uit de hal of dergelijke aanzuigt of in de hal of dergelijke inblaast, terwijl het andere luchtverplaatsingsorgaan lucht in de hal of dergelijke 25 inblaast of lucht uit de hal of dergelijke aanzuigt,zodat naar keus een luchtstroming in de hal of dergelijke in een eerste richting of in een aan defrxclfif ing tegengestelde richting kan worden opgewekt.

Door toepassing van de werkwijze volgens de uitvinding kan men dus in de hal een luchtstroming opwekken,welke althans in hoofdzaak van een 30 eerste naar een tweede luchtverplaatsingsorgaan verloopt of een luchtstroming,welke althans in hoofdzaak van het tweede naar het eerste luchtverplaatsingsorgaan verloopt. Dit geeft op eenvoudige wijze de mogelijkheid om de ventilatie aan te passen aan zich wisselende omstandigheden.

Daarbij zal veelal een bijzonder doelmatige ventilatie zijn te 35 bewerkstelligen indien men de werking van de luchtverplaatsingsorganen instelt afhankelijk van verschillen in luchtdruk die buiten de hal of 8104913 J , . k- -2- 22240/CV/tl dergelijke heersen aan verschillende zijden van de hal of dergelijke (loef- en lijzijde).

De uitvinding zal hieronder nader worden uiteengezet aan de hand van bijgaande figuur waarin schematisch een hal uitgerust met lucht-5 verplaatsingsorganen is weergegeven.

i

De schematisch in de figuur weergegeven hal 1 omvat een bodem of vloer 2, opstaande zijwanden 3 en 4, een dak 5 en 'in het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld een op enige afstand onder dit dak gelegen plafond 6. Zoals schematisch in de figuur is weergegeven zijn in de warien 10 3 en 4 tegenover elkaar opgestelde axiaal—ventilators 7 resp.8 aangebracht.

Daarbij is iedere ventilator voorzien van een schematisch weergegeven aan-drijfmotor in de vorm van een electromotor 9 resp.10 welke een waaier 11 resp.12 aandrijft. Aan weerszijden van de ventilator 7 zijn schoepen bevattende roosters 13 en 14 aangebracht, waarbij de schoepen in de 15 roosters zodanig staan opgesteld, dat het rooster 13 inslag van regen— water voorkomt,terwij1 het'rooster 14 de door dit rooster stromende lucht omhoog afbuigt. Soortgelijke roosters 15 en 16 zijn aan weerszijden van de ventilator 8 opgesteld.

De motor 9 wordt gevormd door een omkeerbare motor,zodat indien de 20 motor 9 de waaier 11 in de ene richting aandrijft lucht door de ventilator van buitenaf wordt aangezogen zoals aangeduid met pijl A en/ schuin omhoog in de richting van het plafond 6 wordt gestuwd zoals aangeduid met behulp van pijl B.

Indien de waaier 11 echter met behulp van de motor 9 in de andere 25 richting wordt aangedreven zal lucht vanuit de hal worden aangezogen zoals aangeduid met behulp van pijl C en naar buiten worden gestuwd zoals aangeduid met behulp van pijl D.

Op soortgelijke wijze is ook de motor 10 omkeerbaar uitgevoerd, zodat bij een eerste draairichting van de waaier 12 lucht uit de hal 30 wordt aangezogen zoals aangeduid met behulp van pijl E en daarbij naar buiten wordt gestuwd zoals aangeduid met behulp van pijl F. Bij andere draairichting van de . waaier 12 zal lucht van buiten worden aangezogen zoals aangeduid met behulp van pijl G en schuin omhoog in de richting van het plafond 6 worden gestuwd zoals aangeduid met behulp van 35 pijl H.

Verder zijn bij de ventilatoren nog motorisch te bedienen afsluit-kleppen 17 resp,18 aangebracht.

8104913 V ** '* “ Λ -3- 22240/CV/tl

Normaal zal men de ventilator 7 en 8 zodanig aandrijven,dat indien de ene ventilator lucht van buitenaf aanzuigt en in het inwendige van de hal stuwt de andere ventilator lucht uit de hal aanzuigt en naar buiten stuwt. Het zal duidelijk zijn,dat men zodoende in de hal een lucht-5 stroming voor de ventilatie kan opwekken,die hetzijjgezien in de figuur, van rechts naar links of van links naar rechts plaatsvindt. Door daarbij met behulp van de schoepen in de roosters 14 en 15 de lucht omhoog te geleiden in de richting van het plafond wordt de zich daar bevindende warme lucht afgevoerd,terwijl tevens wordt voorkomen,dat zich op de 10 vloer 2 bevindende personen een onaangename tocht voelen,zodat een goede ventilatie kan worden gewaarborgd.

*7, Bijzonder doelmatig is het boven beschreven systeem ter aanpassing ‘ van de ventilatie aan varierende klimatologische omstandigheden. Bij toepassing van de constructie volgens de uitvinding kan men steeds die 15 ventilator in werking stellen,die aan de windzijde van het gebouw· staat opgesteld of met andere woorden aan die zijde,waar de hoogste luchtdruk (loefzijde) heerst. Hierdoor wordt het aanzuigen van lucht door de desbetreffende ventilator ondersteund,terwijl tevens het uit^fe ventileren ruimte af-voeren van lucht wordt vergemakkelijkt,daar deze dan plaatsvindt op een 20 punt waar een lagere druk (lijzijde) heerst.Het omstellen van de ventilators afhankelijk van variaties in drukverschillen veroorzakende variaties in windrichting kan eenvoudig gemakkelijk worden bewerkstelligd met behulp van een bijvoorbeeld op het dak 5 van het gebouw opgestelde wind-vaan 19. Deze windvaan 19 kan met behulp van niet nader weergegeven 25 electrische en/of electronische middelen zijn gekoppeld met de organen voor het omkeren van de draairichting van de electronictoren 9 en 10, zodanig dat steeds, afhankelijk van de windrichting,de beoogde optimale draairichting van de desbetreffende electromotoren 9 en 10 wordt inge-steld.

30 Om bij beide draairichtingen van de ventilatoren een optimaal ren- dement te verkrijgen zou men de ventilatoren uit kunnen rusten met in-stelbare schoepen,hetgeen echter tot een gecompliceerdebpbouw van de desbetreffende ventilators leidt. Een bijzonder acceptabele oplossing onder gebrpikmaking van een geeigende vorm be.zittende vaste schoepen 35 voor de ventilators wordt echter bereikt indien de ventilators in het boven beschreven geval zodanig worden opgesteld,dat Het rendement van de 8104913 -4- 22240/CV/tl » r

*r V

'l ventilator het hoogst is,indien de lucht met behulp van de ventilator van binnen naar buiten wordt verplaatst hetgeen in het algemeen in zal houden dat de motor van de ventilator zieh aan de binnenzijde bevindt,zoals in de figuur is- weergegeven. Bit kan in het boven beschreven geval van het 5 ventileren van een grote ruimte zoals een sporthal of dergelijke in het algemeen zonder bezwaar worden toegepast,daar het aanzuigen van de ventilator, die daarbij onder zijn optimale rendement werkt,wordt ondersteund door de daar heersende hogere druk.

Indien het anderzijds gewenst is om het optreden van een zij het 10 00k geringe onderdruk in de te ventileren ruimte te verhinderen of zelfs daarin een zekere overdruk te creeren kan men de opstelling van de ventilators echter 00k zodanig uitvoeren,dat de ventilators hun hoogste rendement bezitten indien zij lucht van buiten naar binnen verplaatsen.

lucht

In dat geval zal gemakkelijfer en sneller/in de te ventileren ruimte wor-15 den ingebracht dan de lucht uit deze ruimte wordt afgevoerd,zodat er een zekere overdruk in de ruimte te creeren is.

In het in bijgaande figuur schematisch weergegeven uitvoerings-voorbeeld zijn slechts een tweetal ventilators afgebeeld. Het zal echter duidelijk zijn,dat bijvoorbeeld in ieder van de beide tegenover elkaar 20 gelegen wanden 3 en 4 meerdere ventilators kunner zijn aangebracht.

Verder is de uitvinding uiteengezet aan de hand van het gebruikma-ken van ventilators, maar het zal duidelijk zijn,dat de uitvinding 00k toepasbaar is indien andere organen worden benut woor het bewerkstelli-gen van de beoogde luchtverplaatsing.

25 8104013

Claims (7)

1. Werkwijze voor het ventileren van een hal of dergelijke ruimte met behulp van luchtverplaatsingsorganen,zoals ventilators,met het kenmerk,dat men tenminste twee met elkaar samenwerkende in hun werking omkeerbare luchtverplaatsingsorganen toepast,zodanig,dat het ene lucht- 5 verplaatsingsorgaan lucht uit de hal of dergelijke aanzuigt of in de hal of dergelijke inblaast,terwijl het andere luchtverplaatsingsorgaan lucht in de hal of dergelijke inblaast of lucht uit de hal of dergelijke aanzuigt, zodat naar keus een luchtstroming in de hal of dergelijke in een eerste richting of in een aan de eerste richting tegengestelde 10 richting kan worden opgewekt.

2. Werkwijze volgens conclusie l,met het kexnnerk,dat men de werking van de luchtverplaatsingsorganen instelt afhankelijk van verschillen in luchtdruk heersend aan verschillende buitenzijden van de hal of dergelijke.

3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2,met het kenmerk,dat men de 15 luchtverplaatsingsorganen instelt met behulp van een op de windrichting reagerend mechanisme.

4. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies,met het kenmerk, dat men een luchtverplaatsingsorgaan zodanig aanbrengt,dat het rende-ment van het luchtverplaatsingsorgaan bij verplaatsing van lucht uit de 20 hal naar buiten groter is dan bij verp.laatsing van lucht met behulp van het luchtverplaatsingsorgaan van buiten naar let inwendige van de hal.

5. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies,met het kenmerk, dat men de lucht bij het invoeren in de hal omhoog geleidt.

6. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies,met het kenmerk, dat men luchtverplaatsingsorganen in de vorm van axiaal-ventilators gebruikt.

7. Hal of dergelijk gebouw voorzien van middelen voor het uitvoeren van de werkwijze volgens de uitvinding. 30 8104013