NL8104892A

NL8104892A - Wegverlichtingsarmatuur voor montage op een lichtmast.

Info

Publication number: NL8104892A
Application number: NL8104892A
Authority: NL
Original assignee: Philips Nv
Priority date: 1981-10-29
Filing date: 1981-10-29
Publication date: 1983-05-16
Also published as: GB2109529A; GB2109529B; FR2515785B1; FR2515785A1; NL184236B; NL184236C; DE3237892C2; US4551793A; DE3237892A1

Description

‘ ' I

* EHN 10.181 1 N.V. Philips' Gloeilampenfabrieken te Eindhoven '’Wegverlichtingsarmatour voor montage qp een lichtmast"

De uitvinding heeft betrekking qp een wegverlichtingsarmatuur voor montage op een lichtmast, welk armatuur een huis heeft met een onderwand waarin een lichtuittreevenster aanwezig is, een bovenwand en qpstaande zijwarden, welk huis in de onderwand en in een eerste opstaan-5 de zijwand een respektieve opening heeft cm het armatuur op een verti-kaal eirde respektievelij k op een althans bij benadering horizontaal einde van een lichtmast te monteren, terwijl middelen aanwezig zijn om het armatuur qp de lichtmast te fixeren. Een dergelijk · wegverlichtings-armatuur is bekend uit het Britse octrooischrift 1.336.351.

10 Lichtmasten voor het dragen van verlichtingsarmaturen voor de verlichting van wegen, terreinen, spoorwegemplacementen e.d. worden in velerlei uitvoering toegepast. De mas ten verschillen niet al Tep>n daarin dat ze ofwel een vertikaal einde ofwel een althans bij benadering horizontaal einde bebben, maar ook in de diameter van het masteinde.

15 veel gebruikte diameters zijn 42-48 ran, 60 ran en 76 rrm. Bij mas ten net een bij benadering horizontaal einde, staat dat einde veelal order een hoek van erikele, bijvoorbeeld 5 tot 15 graden met de horizontaal. Deze veelheid van lichtmast-uitvoeringen brengt mee, dat de armaturen in een veelheid van uitvoeringen vervaardigd en in voorraad gehouden noeten 20 worden.

Het armatuur uit het aangehaalde Britse octrooischrift kcmt aan dit bezwaar ten dele tegemoet, doordat het geschikt is voor montage qp zcwsl een horizontaal als een vertikaal masteinde. Het arnatuur heeft echter het bezwaar dat het gekonstrueerd is voor montage op een mash^j nri<=> 25 van een bepaalde diameter en dat het niet of niet gemakkelijk cmgebouwd kan warden voor montage op een masteinde van een andere diameter.

De uitvinding beoogt een wegverlichtingsarmatuur dat gemakkelijk geschikt gemaakt kan worden voor montage op een masteinde van een gekozen diameter en stand.

3° Dit oogmerk is bij een wegverlichtingsarmatuur van de in de openingsparagraaf genoende soort volgens de uitvinding daardoor gerea-liseerd dat een montage-orgaan aanwezig is, dat een mof heeft voor het daarin opnemen van het einde van een lichtmast en een afdekstuk, welk 8104892 ι 5 PHN 10.181 2 afdekstuk de mof draagt en buiten tegen het huis van bet armatuur is bevestigd over de openingen in de onderwand en de eerste opstaande zijwand, met de mof tegenover een dier openingen.

Het wegverlichtingsarmatuur volgens de uitvinding maakt het 5 mogelijk dat een installateur vooraf het armatuur gereed maakt voor montage op een lichtmast, door het huis van het armatuur te voorzien van het montage-orgaan dat past op de betreffende mast. Bij het mon-teren van het armatuur op de lichtmast behoeft dan nog slechts de stroomkabel in het masteinde te warden ingebracht, het armatuur met de 10 mof van het montage-orgaan over het masteinde geschoven en op dat masteinde gefixeerd te worden.

In een gunstige uitvoeringsvorm staan het buitenoppervlak van de onderwand en het buitenoppervlak van de eerste opstaande zijwand ter plaatse waar het montage-orgaan tegen het huis. is aangebracht onder 15 een hoek van 255 a 270° en staat de mof van het montage-orgaan praktisch loodrecht op een van die oppervlakken. Deze uitvoeringsvorm heeft het voordeel, dat een montage-orgaan voor een bepaalde mastdiameter zowel voor montage van het armatuur op een vertikaal als op een althans bij benadering horizontaal masteinde gebruikt kan worden. In die uitvoerings-20 vorrn behoeft nog slechts per mastdiameter een montage-orgaan beschik-baar te zijn.

Het is evenwel mogelijk de mof van het montage-orgaan een stapsgewijs verlopende inwendige diameter te geven, waardoor een montage-orgaan op twee of meer verschillende masteinden past.

25 In een gunstige uitvoeringsvorm wordt de overgang van de onderwand in de eerste opstaande zijwand van het huis ter plaatse van het montage-orgaan althans plaatselijk door een schuin verlopend vlak gevormd, heeft het afdekstuk van het montage-orgaan een daarmee over-eenkomstig, schuin verlopend vlak, waardoorheen het montage-orgaan met 30 een bout tegen het huis is aangetrokken.

Het armatuur volgens de uitvinding heeft het voordeel, dat het huis met behulp van het montage-orgaan geheel afgesloten kan worden, waardoor vervuiling van het interieur van het huis bestreden wordt. Bij het armatuur volgens het aangehaalde Britse octrooischrift wordt een 35 afzonderlijk deksel toegepast cm een der openingen in het huis af te sluiten.

Een ander voordeel van het armatuur volgens de uitvinding is , dat het ombouwen van een armatuur cm het geschikt te maken voor 8104892 « EHN 10.181 3 een andere roast of het assemibleren van huls en ncntage-orgaan cm het armataur gereed temaken voor plaatsing cp een mast, geen nwnipnlatjes in het inwandige van het huis vergen. Deze werkzaamheden zijn zeer ge~ roakkelijk en snel uit te voeren, terwijl het armataur evenzeer gemakke-5 lijk en snel op een lichtmast geplaatst kan warden.

Uitvoeringsvarmen van armataren volgens de uitvinding warden in de tekening getoond. Daarin is

Fig. 1 een armatuur in zijaanzicht, geplaatst op een lichtmast met een bij benadering horizontaal masteinde; 10 Fig. 2 een armatuur in zijaanzicht, geplaatst op een licht mast met een vertikaal masteinde;

Fig. 3 een deel van een armatuur in langsdoorsnede;

Fig. 4 een deel van een armatuur met het huis in langsdoorsnede, het montage-orgaan in zijaanzicht.

15 In Fig. 1 is een wegverlichtingsarmatuur 1 volgens de uit vinding gemonteerd cp een lichtmast 2 met een bij benadering horizontaal einde. Het armatuur heeft een huis 3 en een ncntage-orgaan 4. Het huis heeft een bovenwand 5, een onderwand 6 waarin een lichtuittreevenster 7 aanwszig is dat met een transparante kap 8 is afgesloten, een eerste 20 cpstaande zijwand 9 en overige qpstaande zijwanden 10 en 11. Het mantage-orgaan 4 heeft een mof 12 waarin het einde van de lichtmast 2 is cpgencmen. Het montage-orgaan 4 heeft voorts een afdekstuk 13, dat de mof 12 draagt. Het montage-orgaan 4 is met het afdekstuk 13 buiten tegen het huis 3 aangebracht over in de figuur niet zichtbare cpeningen 25 in de onderwand 6 en de eerste cpstaande zijwand 9. Ter plaatse van het afdekstuk staan de onderwand 6 en de eerste qpstaande zijwand met hun oppervlak onder een hoek van circa 265°. De mof 12 staat praktisch loodrecht op het oppervlak van de eerste cpstaande zijwand 9.

In het huis 3 bevindt zich een elektrische gasontladingslamp 30 14, cpgenanen in een lamphauder 15 en gevoed via eenvoorschakelapparaat 16.

Figuur 2 toont een wegverlichtingsarmatuur 21 op een lichtmast 22 met vertikaal einde. Het armatuur 21 heeft hetzelfde montage-orgaan 4 als in figuur 1, echter in een andere positie met het huis 3 35 verbonden. De overige verwijzingscijfers duiden dezelfde delen aan als delen met een gelijk verwi j zingscijfer in Fig. 1. De mof 12 staat praktisch loodrecht op het oppervlak van de onderwand 6.

In Fig. 3 heeft het huis 3 van een armatuur 31 een onderwand 8104392 PEN 10.181 4 6 met daarin een opening 36 om bet armatuur op een lichtmast te mon-teren, een eerste opstaande zijwand 9 met daarin een dergelijke opening 35 en een bovenwand 5. Het armatuur 31 heeft tevens een montage-orgaan 34, dat voorzien is van een mof 32 voor het opnemen van het einde van 5 een lichtmast en een afdekstuk 33. Het montage-orgaan 34 is met bouten 37 aan het huis 3 bevestigd. Het afdekstuk 33-valt over de openingen 35 en 36 heen, zodat het huis 3 afgesloten is. De mof 32 staat tegen-over opening 36. Het montage-orgaan 34 is voorzien van een holte 38 waarin een fixeerorgaan kan warden opgenamen, bijvoorbeeld een moer en 10 een bout, waarmee het einde van een lichtmast tegen een ril 39 in de mof 32 kan warden aangedrukt en zo in de mof 32 gefixeerd kan warden.

In Pig. 4 heeft het huis 53 van een armatuur 41 een onderwand 56, een eerste opstaande zijwand 59 en een bovenwand 55. De overgang van de onderwand in de eerste opstaande zijwand wordt plaatselijk ge-15 vormd door een schuin verlopend vlak 57.

Het armatuur 41 heeft een montage-orgaan 44 met een roof 42, voor het opnemen van het einde van een lichtmast, en een afdekstuk 43. Het montage-orgaan 44 heeft een holte 48 voor het opnemsn van fixeer-middelen om een lichtmast in de mof 42 te fixeren. Het afdekstuk 43 20 heeft een schuin verlopend vlak 49 dat korrespondeert net het schuin verlopende vlak 57 van het huis 53, waardoorheen het montage-orgaan 44 met behulp van een bout 47 en een moer 58 tegen het huis 53 is aange-trokken. Met 60 is een versterkingsribbe van het montage-orgaan 44 aan-geduid.

25 De mof 42 staat tegenover een in de tekening niet zichtbare opening in de onderwand 56. Het afdekstuk 43 is over die opening in de onderwand en een in de tekening evenmin zichtbare opening in de eerste opstaande zijwand 59 bevestigd. Ter plaatse van het afdekstuk 43 maken de oppervlakken van de onderwand 56 en de eerste opstaande zijwand 59 30 een hoek van circa 265°. De mof 42 staat praktisch loodrecht op dat oppervlak van de onderwand 56.

35 8104892

Claims

1. Wegverlichtingsarmatuur voor montage qp een lichtmast, welk armatuur een hois heeft met een onderwand waarln een lichtuittreevenster aanwezig is, een bovenwand en opstaande zijwanden, welk huis in de onderwand en in een eerste opstaande zijwand een respektieve opening heeft 5 cm het armatunr op een vertikaal einde respektievelijk op een althans bij benadering borizcntaal einde van een lichtmast te monteren, terwijl middelen aanwezig zijn cm het armatunr qp de lichtmast te fixeren, met het kenmerk, dat een montage-orgaan aanwezig is, dat een mof heeft voor het daarin opnemen van het einde van een lichtmasti-sneeen afdekstuk, iO welk afdekstuk de mof draagt en buiten tegen het huis van het armatuur is bevestigd over de openingen in de onderwand en de eerste opstaande zijwand, met de mof tegenover een dier openingen.

2. Wegverlichtingsarmatuur volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het oppervlak van de onderwand en het oppervlak van de eerste op- 15 staande zijwand ter plaatse waar het afdekstuk van het montage-orgaan tegen het huis is aangebracht onder een hoek van 255 a 270° staan en dat de mof van het montage-orgaan praktisch loodrecht op een van die opper-vlakken staat.

3. Wegverlichtingsarmatuur volgens conclusie 1 of 2, met het 20 kenmerk, dat de overgang van de onderwand in de eerste opstaande zijwand van het huis ter plaatse van het montage-orgaan althans plaatselijk door een schuin verlopend vlak wordt gevormd, dat het afdekstuk van het montage-orgaan een daarmee overeenkanstig, schuin verlopend vlak heeft, waardoarheen het montage-orgaan met een bout tegen het bn-is is aange-25 trokken. 30 35 8104392