NL8104839A - Inrichting voor gebruik bij balsporten, zoals tennis, voor het toespelen van ten minste een bal aan een of meer personen. - Google Patents

Inrichting voor gebruik bij balsporten, zoals tennis, voor het toespelen van ten minste een bal aan een of meer personen. Download PDF

Info

Publication number
NL8104839A
NL8104839A NL8104839A NL8104839A NL8104839A NL 8104839 A NL8104839 A NL 8104839A NL 8104839 A NL8104839 A NL 8104839A NL 8104839 A NL8104839 A NL 8104839A NL 8104839 A NL8104839 A NL 8104839A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
striking
impact
ball
rod
frame
Prior art date
Application number
NL8104839A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Nutcracker Investment Company
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Nutcracker Investment Company filed Critical Nutcracker Investment Company
Priority to NL8104839A priority Critical patent/NL8104839A/nl
Publication of NL8104839A publication Critical patent/NL8104839A/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A63SPORTS; GAMES; AMUSEMENTS
    • A63BAPPARATUS FOR PHYSICAL TRAINING, GYMNASTICS, SWIMMING, CLIMBING, OR FENCING; BALL GAMES; TRAINING EQUIPMENT
    • A63B69/00Training appliances or apparatus for special sports
    • A63B69/40Stationarily-arranged devices for projecting balls or other bodies
    • A63B69/407Stationarily-arranged devices for projecting balls or other bodies with spring-loaded propelling means
    • A63B69/408Stationarily-arranged devices for projecting balls or other bodies with spring-loaded propelling means with rotating propelling arm

Landscapes

  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • General Health & Medical Sciences (AREA)
  • Physical Education & Sports Medicine (AREA)
  • Toys (AREA)

Description

‘ - 1 -
Inrichting voor gebruik bij balsporten, zoals tennis, voor het toespelen van ten minste een bal aan een of meer personen.
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor gebruik bij balsporten, zoals tennis, voor het toespelen van ten minste een bal aan een of meer personen.
Dergelijke inrichtingen kunnen in het bijzonder 5 worden gebruikt door spelers, die op een bepaald moment geen partner hebben en dus niet zouden kunnen oefenen.
Bij de bekende inrichtingen wordt in het algemeen de bal weggeworpen en het blijkt nagenoeg onmoge-lijk om bij werpen de bal "effekt" te geven, dat wil 10 zeggen dat de bal tijdens het beschrijven van zijn baan om een as wentelt. Dit wordt ook wel aangeduid als het "spinnen" van de bal. Daar het op de juiste wijze terugslaan van een met effekt geslagen bal veel moeilijker is dan wanneer een bal zonder effekt is geslagen, zullen 15 de bekende inrichtingen door geoefende spelers minder worden gebruikt, terwijl juist voor hen niet altijd een gelijkwaardige partner beschikbaar is.
Gevonden werd nu dat de bovenaangegeven moeilijkheden kunnen worden opgelost door het verschaffen 20 van een inrichting waarbij de bal wordt opgenomen in een houder, die zodanig is gevormd dat op de bal een slag kan worden uitgeoefend voor het uit de houder slaan van de bal.
Juist door het wegslaan van de bal kan aan 25 de bal effekt worden gegeven, wat bij het werwerpen van een bal nauwelijks mogelijk blijkt te zijn.
Volgens een uitwerking van de uitvinding bestaat de houder in hoofdzaak uit een buis met zodanige afmetingen, dat de bal er niet klemmend in wordt opgenomen, welke buis 30 aan een einde radiale afsluitmiddelen bezit voor het tegenhouden van een in de buis gebrachte bal, welke middelen zodanig zijn uitgevoerd dat een opening vrij blijft voor het doorlaten van een slaggereedschap, waarmede de bal uit het andere einde van de buis wordt geslagen.
35 Doordat de bal niet klemmend maar toch ook slechts met een beperkte speling in de buis wordt opgenomen, 8104839 - 2 - neemt hij een bepaalde stand in ten opzichte van de buis en dus ook ten opzichte van het slaggereedschap, zodat in afhankelijkheid van de wijze waarop de bal door het slaggereedschap wordt getroffen, aan de bal al dan geen 5 effekt wordt meegedeeld.
Hierbij zal het slaggereedschap kunnen worden gevormd door een slagstang, die aan het zich bij de houder bevindende einde een slagkop draagt, waarbij de slagstang onder invloed staat van middelen voor het bedienen ervan.
10 Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm wordt de slagkop gevormd door een schijf, die aan de ene zijde is voorzien van een uit het vlak van de schijf stekende, met de bal in aanraking komende, in hoofdzaak cirkelvormige} ' of ovale slagrand en aan de andere zijde van een naar 15 achteren toe stekende, excentrisch geplaatste pen, die ten opzichte van de slagstang verdraaibaar kan zijn en ook daarin vastgezet kan worden.
Hierdoor kan worden bereikt. dat de ongeveer cirkelvormige slagrand, die uit het vlak van de schijf 20 steekt, nagenoeg centrisch in aanraking komt met een in de houder aanwezige bal, zodat aan de bal nauwelijks effekt wordt meegedeeld, terwijl door het naar een andere stand draaien van de schijf om de excentrisch aangebrachte pen en het in die stand vastzetten ervan, ook kan worden 25 bereikt dat aan de bal een nagenoeg constant effekt wordt meegedeeld. Wanneer de schijf in het geheel niet wordt vastgezet zal hij geen vaste stand innemen, maar onder invloed van de uitgeoefende slag en de beweging van de slagstang verdraai'ingen kunnen ondergaan, zodanig dat aan 30 de weggeslagen bal een wisselend effekt wordt meegedeeld.
Het is daarbij ook mogelijk te voorzien in middelen waardoor de schijf bij elke uitgeoefende slag een gedwongen verdraai'ing ondergaat over een vooraf bepaalde hoek. Hierdoor is men verzekerd van een wisselend effekt, 35 maar uiteraard vindt deze wisseling wel plaats volgens een bepaalde cyclus.
Ook kunnen mechanische of elektromechanische middelen aanwezig zijn voor het al dan niet op afstand besturen en/of regelen en/of vaststellen van de hoekstand 40 van de slagschijf, waarbij de besturing of regeling al 8104839 - 3 - dan niet regelmatig of onregelmatig kan zijn.
Het zal duidelijk zijn dat ook in het geval wanneer de schijf ten opzichte van de slagstang vrij draaibaar is, de schijf niet van de slagstang los zal 5 kunnen komen.
Volgens een eerste uitvoeringsvorm strekt de slagstang zich uit in een richting die nagenoeg haaks staat op de bewegingsrichting van de slagkop en is de slagstang op enige afstand van de slagkop verzwenkbaar ondersteund, 10 terwijl de slagkop zich dicht bij het einde van de slagstang bevindt en de houder is voorzien van een axiale sleuf in de zijwand voor het doorlaten van de slagstang.
Hierdoor is het mogelijk de slagkop nagenoeg direkt bij het einde van de slagstang aan te brengen en 15 is het niet noodzakelijk de slagkop ver voor de slagstang uit te doen steken om te voorkomen dat de slagstang in aanraking komt met de buis.
Voor de bediening van de slagstang kan deze enerzijds onder invloed staan van een mechanisch of op 20 andere wijze werkende veer, die er voor zorg kan dragen dat de slagstang zijn slagbeweging uitvoert, terwijl de slagstang anderzijds onder invloed staat van een orgaan dat de slagstang verzwenkt voor het onder spanning brengen van de veer.
25 Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm is de genoemde veer een trekveer, die is aangebracht tussen het scharnierpunt van de slagstang en de daarmee verbonden slagkop, terwijl het verzwenken van de slagstang voor het spannen van de veer plaatsvindt door een roterend 30 nokorgaan, dat inwerkt op het vrije einde van de slagstang aan de andere zijde van het scharnierpunt ervan.
Op deze wijze wordt een zeer eenvoudige bediening van de slagstang verkregen, terwijl het aantal slagen dat het slaggereedschap uitvoert op eenvoudige 35 wijze kan worden gevarieerd door instelling van het toerental van het roterende nokorgaan.
Het roterende nokorgaan kan daartoe bijvoorbeeld worden aangedreven door middel van een gelijkstroommotor, onder tussenschakeling van een vertragingskast, waarbij het 40 toerental van de gelijkstroommotor kan worden gevarieerd 8104839 - 4 - door middel van een thyristorschakeling.
Hierbij kan de besturing van de motor op afstand plaatsvinden evenals dit het geval kan zijn met de middelen voor het instellen van de slagschijf, zoals 5 reeds boven aangegeven. De zich oefenende per soon of.wel personen of de trainer kan zodoende het aantal toege-speelde ballen en het op de ballen uitgeoefende effekt gemakkelijk wijzigen zonder zich eerst naar de machine toe te moeten begeven.
10 Bij een inrichting volgens de uitvinding kan er in worden voorzien om twee of meer houders met bijbehorend slaggereedschap aan te brengen, waarbij de houders zich in onderling evenwijdige vertikale vlakken bevinden en de slaggereedscahppen worden bediend door over 15 een hoek ten opzichte van elkaar versprongen staande nok-organen, die op een zelfde as zijn aangebracht.
Dit geeft het voordeel, dat met meer personen kan worden gespeeld of dat, bijvoorbeeld bij gebruik van twee houders, de slaggereedschappen slechts 20 de helft van het aantal slagen behoeven uit te oefenen, waardoor ook de snelheid waarmee de slaggereedschappen worden toegebracht naar de starid waarin zij gereed zijn een slag uit te oefenen, kan worden beperkt. Hierdoor zal de slijtage van de betreffende onderdelen worden 25 verminderd.
Daarbij kunnen de houders onderling een enigszins verschillende hoekstand innemen en/of de slaggereedschappen kunnen een verschillend sterke slag uitoefenen, bijvoorbeeld door het meer of minder onder 30 spanning brengen van de veren, waardoor het slagenpatroon van de inrichting verder kan worden gevarieerd.
Het is duidelijk dat het meer of minder onder spanning brengen van de, met een slaggereedschap verbonden, veer ook plaats kan vinden wanneer de 35 inrichting slechts van §§n houder en slaggereedschap is voorzien.
Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm is de houder verbonden met het ene einde van een arm, waarvan het andere einde scharnierend met de inrichting is 40 verbonden, waarbij middelen aanwezig zijn om de arm in 8104839 - 5 - elke gewenste stand te brengen en daarin vast te houden, terwijl de slagstang van het slaggereedschap scharnierend is verbonden met de arm.
Op deze wijze kan de hoek, die de hartlijn 5 van de houderbuis maakt met het horizontale vlak worden gewijzigd, zodat de ballen naar een bepaalde plaats van het speelveld kunnen worden geslagen ook wanneer de inrichting zich op een verschillende afstand daarvan bevindt. Men is dus niet gebonden aan een vaste opstellings-10 plaats van de inrichting rtenaopzichte van het speelveld.
Volgens een andere uitwerking van de uitvinding kan ten minste een deel van de slagstang zich uitstrekken in een richting die samenvalt of nagenoeg samenvalt met de bewegingsrichting van de slagkop, waarbij voor 15 het heen en weer bewegen van de slagstang gebruik wordt gemaakt van elektro-magnetische middelen.
Hierbij kunnen de elektro-magnetische middelen dienen voor het door middel van de slagschijf uitoefenen van de slag op een bal zodat door het regelen van de 20 stroom gaande door de elektromagneet de slagkracht kan worden bestuurd, waarbij weer afstandsbesturing kan worden toegepast. Hierbij kan de slagstang zich nagenoeg geheel uitstrekken in de richting die samenvalt met de bewegingsrichting van de slagkop waarbij de slagstang 25 in lengterichting heen en weer beweegbaar is ondersteund en het terugbrengen van de slagstang plaatsvindt door een veer met geringe veerkracht.
Een inrichting van het bovenaangegeven t^pe kan zodanig zijn uitgevoerd dat het een onderste frame 30 omvat, dat vast op de grond kan rusten en waarop een bovenste frame is aangebracht dat de houder of houders met bijbehorende slaginrichting en de aandrijving daarvoor draagt, waarbij het bovenste frame ten opzichte van het onderste frame binnen zekere grenzen verzwenkbaar is in 35 een horizontaal en/of in een vertikaal vlak.
De verzwenking in een vertikaal vlak dient er uiteraard toe het bovenste punt van de baan, die , een weggeslagen bal beschrijft, te wijzigen, terwijl de verzwenking in het horizontale vlak er voor zorgt, dat 40 opvolgende ballen over de gehele breedte van een speelveld 8104839 - 6 - worden verspreid.
Daarbij kan het bovenste frame via een kogelscharnier met het onderste frame zijn verbonden, waarbij het bovenste frame een, via een horizontale 5 zwenkas ermee verbonden, onderplaat bezit en de afstand tussen het bovenste frame en deze onderplaat continu kan worden gevarieerd door ten minste een tussen deze delen aangebrachte nokrol, terwijl de onderplaat door middel van wielen op het onderste frame steunt, zodanig 10 dat de onderplaat tezamen met het bovenste frame ongeveer in het horizontale vlak kan verzwenken.
Hierbij kan de nokrol aan het bovenste frame zijn aangebracht en worden aangedreven door een elektro-motor. Wanneer het slaggereedschap motorisch wordt aange-15 dreven behoeft geen afzonderlijke aandrijfmotor voor de verstelling van het bovenste frame aanwezig te zijn.
Bij gebruik van afzonderlijke motoren kan ook de motor voor verstelling van het bovenste frame een variabel toerental bezitten en bijv. op 20 afstand regelbaar zijn.
Verder kan de excentriciteit van de nokrol instelbaar zijn. Bij toenemende excentriciteit zal de afstand tussen de inrichting en de plaats waar een wegge-slagen bal terecht komt meer gaan varieren, dat bij een 25 geringere excentriciteit.
De instelling van de excentriciteit kan daarbij weer plaatsvinden door een elektromotor, die op afstand bestuurbaar is.
Voor het verzwenken van het bovenste frame 30 in een in hoofdzaak horizontaal vlak kan op een motorisch aan te drijven as, die draaibaar is ondersteund door het bovenste frame, een krukarm met instelbare excentriciteit zijn aangebracht, welke krukarm door middel van een stang is verbonden met een punt van het onderste 35 frame op afstand van het draaipunt, zodanig dat bij verdraai'ing van de krukarm de afstand tussen het onderste frame en de genoemde as periodiek kan worden gewijzigd, en wel in hoofdzaak als gezien in horizontale richting.
Als aangedreven as kan hierbij gebruik worden 40 gemaakt van dezelfde as waarop zich bijv. het nokorgaan 8104839 -Ιοί de nokorganen bevinden die dienen voor het verzwenken van de slagstangen of waarop andere aan te drijven organen zijn aangebracht.
Bij gebruik van een afzonderlijk aangedreven 5 as kan het toerental daarvan op afstand regelbaar zijn, evenals dit het geval kan zijn met de excentriciteit van de krukarm.
In plaats van gebruik te maken van enkele, zich in onderling evenwijdige vertikale vlakken bevindende 10 houders, kunnen ook een aantal houders worden opgesteld in vertikale vlakken die alle een hoek met elkaar maken, zodat de uit verschillende houders geslagen ballen over de breedte van het speelveld worden verspreid.
Het is dan niet noodzakelijk het bovenste 15 frame waarop de houders staan opgesteld te verzwenken om een vertikale as. Wei zullen in dit geval de roterende nokorganen,voor het bedienen van de slagstangen, niet op §δη as kunnen worden aangebracht, zodat aan het gebruik van elektromagnetische middelen de voorkeur zal worden 20 gegeven. Daar hierbij de volgorde van bediening van de slagstangen van de verschillende houders willekeurig kan worden gekozen zal ook de spreiding van de ballen over de breedte van het speelveld meer willekeurig kunnen zijn en ingesteld kunnen worden op de geoefendheid van de speler. 25 Van het steeds verzwenken van het bovenste frame om een horizontale as kan worden afgezien wanneer volgens een uitwerking van de uitvinding elke houderarm aanligt tegen een draaibaar nokorgaan, zodanig dat door verdraai'ing van de nokorganen de hoek, die de houders met 30 het horizontale vlak maken, continu kan worden gewijzigd voor het verspreiden van de weggeslagen ballen over de lengte van.het speelveld.
Wanneer een aantal houders aanwezig zijn die zich in niet evenwijdig met elkaar lopende vertikale 35 vlakken bevinden kunnen de diverse nokorganen worden aangedreven via §§n flexible as, zodat slechts §§n aan-drijving noodzakelijk is.
De houders kunnen hierbij zijn aangebracht op het genoemde bovenste frame, zodat door instelling van 40 dit frame ten opzichte van een horizontale as de inrichting 8104839 - 8 - afgesteld kan worden op de afstand welke deze ten opzichte van het speelveld inneemt.
De toevoer van ballen aan de, de houder vormende, buis kan op zeer eenvoudige wijze plaatsvinden via een 5 nagenoeg haaks op de hartlijn van de buis staande, in hoofdzaak naar boven toe stekende, toevoerbuis waarin de ballen op elkaar zijn gestapeld, zodanig dat na het weg-slaan van een bal uit de houderbuis de volgende bal vrij in de houderbuis kan vallen.
10 Volgens een uitwerking van de uitvindincr kan dit worden bereikt, doordat op de slagkop een, in slag-richting gezien, naar achteren toe stekende tegenhoddstang is aangebracht, die bij de beweging van de slagkop door de houder heen de in de toevoerbuis opgestapelde ballen 15 tegenhoudt totdat de slagkop teruggebracht is naar zijn uitgangsstand waarin hij gereed is een nieuwe slag uit te oefenen.
Samenvattend kan dus worden gesteld dat vele faktoren min of meer willekeurig kunnen worden gevarieerd 20 maar ook op geprogrammeerde wijze. Hierdoor kan elke gewenste balcurve, zoals deze zich in de praktijk bijv. bij tennissen voordoet, worden nagebootst.
Hiermede kan worden bereikt dat 1) geoefend kan worden om bepaalde ongewenste 25 handicaps af te leren; 2) de staat van geoefendheid op elk gewenst baltype kan worden onderhouden dan wel verbeterd; 3) de lichamelijke conditie en het reactievermo-gen kan worden verbeterd; 30 4) de geoefendheid kan worden vergeleken met die van andere personen; en 5) de geoefendheid kan worden gemeten.
Het zal duidelijk zijn dat, in het bijzonder in de laatste gevallen, met een bepaald programma zal worden 35 gewerkt om de resultaten vergelijkbaar te maken.
Bij gebruik van elektromotoren, elektro-magne-tische middelen e.d. is besturing en regeling daarvan gemakkelijk langs elektronische weg mogelijk, zodat computerprogramma’s kunnen worden samengesteld in aan-40 passing op de geoefendheid van de speler of spelers.
8104839 - 9 -
In een dergelijk programma kan bijv. ook de speeltijd of het te spelen aantal ballen worden verwerkt.
Na afloop van het programma kan een akoestisch of ander signaal worden gegeven zodat duidelijk is dat het programma 5 is afgewerkt, en niet een storing in de inrichting is opgetreden.
Er kan bijv. een muntautomaat of speciale genummerde kaart worden gebruikt voor het in werking stellen van de inrichting, zodat de speler direkt een 10 bijdrage levert aan de bedrijfskosten van de inrichting.
Verder kan worden gewerkt met gekleurde ballen, bijv. bij het dubbelspel, waarbij elke speler slechts een bal van bepaalde kleur mag terugslaan.
A1 deze mogelijkheden die de onderhavige 15 inrichting biedt zullen de deskundige duidelijk zijn en kunnen als tot de uitvinding behorend worden beschouwd.
De uitvinding wordt nu nader toegelicht aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld, weergegeven in de tekening, waarin: 20 fig. 1 schematisch een zijaanzicht toont van de inrichting, waarbij bepaalde delen zijn weggelaten ter wille van de duidelijkheid; fig. 2 een vooraanzicht toont van de inrichting van fig. 1, weer onder weglating van bepaalde delen; 25 fig· 3 en 4 een doorsnede tonen over de uit elkaar genomen delen van de slagkop; fig. 5 een aanzicht en gedeeltelijke doorsnede toont over het onderste deel van de houder- en slagin-richting; 30 fig. 6 een schematisch bovenaanzicht toont van een inrichting met een aantal houders opgesteld in, een hoek met elkaar makende, vertikale vlakken; en fig. 7 een schematisch zijaanzicht toont van een houder toegepast bij de uitvoeringsvorm volgens 35 fig. 6.
De in de fig. 1-5 van de tekening schematisch weergegeven inrichting omvat het bovenste frame 1, waarop zijn opgesteld twee houderinrichtingen 2 met de bijbe-horende slaginrichtingen 3, de bedieningsinrichting 4 voor 40 de slaginrichtingen en de motorreductor 5 voor het aan- 8104839 - 10 - drijven van de bedieningsinrichting.
Elke houderinrichting 2 bestaat uit twee houderstangen 6, die aan het ondereinde met elkaar zijn verbonden door middel van de bus 7 en bij het boveneinde 5 door middel van de balhouder 8. De houderstangen 6 zijn met de bussen 7 verzwenkbaar aangebracht op de as 9, die wordt ondersteund door middel van de oren 10, aangebracht op het frame 1. Om de houderstangen 6 in een bepaalde stand ten opzichte van het frame 1 vast 10 te zetten, dienen steunstangen 11, die aan het ondereinde scharnierend zijn verbonden met oren 12 van het frame 1 en die bij het boveneinde zijn voorzien van een aantal boringen 13, waarvan er een kan samenwerken met een pen 14 aangebracht op de houderstang 6.
15 De balhouder 8 omvat het buisvormige deel 15, dat aan het vooreinde open is en aan het achtereinde gedeeltelijk is afgesloten door een kraag 16, terwijl over de gehele lengte van de buis 15 een sleuf 17 is aangebracht.
20 Zoals in het bijzonder blijkt uit fig. 1 kan een bal 18 worden opgenomen in de buis 15 en de ballen worden aan de buis 15 toegevoerd doordat ongeveer haaks op de buis 15 een voorraadbuis 19 is aangebracht waarin zich een aantal ballen 18 kunnen bevinden. De 25 buis 19 is geheel open naar de buis 15 toe.
Met behulp van de slaginrichting 3 kan een bal uit de buis 15 worden geslagen. De slaginrichting 3 omvat daartoe de slagstang 20, die scharnierend is verbonden met de oren 21 van de houderstangen 6. Het 30 boveneinde van de slagstang 20 draagt het slaggereedschap 22, dat nog nader zal worden beschreven.
Tussen de slagstang 20 en een met de houderstangen verbonden U-vormige beugel 23 is een trekveer 24 aangebracht, die onder spanning komt te staan wanneer 35 de slagstang 20, op nog nader aan te geven wijze, wordt verzwenkt in de richting van de pijl P, zodat na het weer vrijgeven van de slagstang deze door de trekveer 24 naar de houderstangen 6 toe zal worden getrokken in een richting tegengesteld aan die van de pijl P. Hierbij 40 kan de slagstang 20 heen bewegen door de sleuf 17 in 8104839 - 11 - de buis 15, terwijl het slaggereedschap 22 door de opening in de kraag 16 heen beweegt om de bal 18 uit de buis 15 weg te slaan.
Voor het dempen van de slagbeweging van de 5 slagstang 20 is deze voorzien van een opvangdeel 25, dat bij het einde van de slag van de slangstang 20 in aanraking komt met de schokdemper 26, die is aangebracht in een U-vormige beugel 27 verbonden met de houderstangen 6. De schokdemper 26 kan op bekende wijze bestaan uit een 10 elastisch materiaal of uit gen of meer schroef-, gas- of hydraulische veren, en behoeft dus niet nader te worden besproken.
Gebleken is dat het van belang is, dat de slagstang, kort na het uitoefenen van de slag tegen de bal, 15 wordt tegengehouden daar bij een te lang contact tussen de bal en de slagkop het op de bal uitgeoefende effekt verloren zal gaan en de bal dus niet meer zal spinnen.
Zoals in het bijzonder blijkt uit de fig. 3 en 4 omvat het slaggereedschap 22 een met de slagstang 20 verbonden bus 28, voorzien van de boring 29 en de stel-schroef 30, voorzien van de borgmoer 31. In de boring 29 wordt opgenomen de pen 32, die excentrisch uitsteekt vanaf de slagschijf 33, welke slagschijf aan zijn voor-zijde is voorzien van de ongeveer cirkelvormige slagrand 25 34. De pen 32 van de slagschijf 33 is voorzien van de groef 35, waarin, nadat de pen 32 in de boring 29 is gestoken, de stelschroef 30 kan komen te vallen. A1 naar wens kan de stelschroef 30 vast tegen de binnenrand van de groef 35 worden aangedrukt, zodat na het vastzetten 30 van de borgmoer 31 de slagschijf 33 een vaste stand in zal nemen op de slagstang 20. Wanneer daarentegen de stelschroef 30 niet geheel vast wordt aangedraaid, voorkomt hij wel dat de pen 32 uit de boring 29 wordt getrokken, maar blijft de pen 32 vrij verdraaibaar in 35 de boring 29, zodat de slagrand 34 willekeurige standen in zal kunnen gaan nemen bij het wegslaan van een bal 18 uit de buis 15.
Gebleken is dat wanneer de slagrand 34 een bal 18 niet zuiver centrisch treft, aan de bal 40 effekt wordt gegeven, welk effekt dus steeds kan veranderen 8104839 - 12 - wanneer de pen 32 niet is vastgezet in de boring 29.
Dit laatste zal men toepassen bij geoefende spelers, terwijl voor minder geoefende spelers een vaste stand van de pen 32 zal worden gebruikt.
5 Uiteraard is het ook mogelijk te voorzien in middelen waardoor de schijf 33 telkens over een zekere hoek wordt verdraaid bij elke uitgeoefende slag, waartoe bijv. de pen 32 naar achteren toe uit de slagstang 20 kan steken en onder irivloed kan staan van verstelmiddelen, 10 die reageren op de massatraagheid ervan.
Ook kunnen motorische of elektro-mechanische middelen worden toegepast voor het verdraaien van de schijf, welke middelen eventueel op afstand bedienbaar kunnen zijn. Om daarbij de schijf ook nog gemakkelijk 15 uitwisselbaar te maken kan de pen 32 van de schijf onrond zijn uitgevoerd om passend te kunnen worden opgenomen in een draaibaar in de bus 28 aangebracht orgaan. A1 deze mogelijkheden zullen echter voor een deskundige duidelijk zijn en daarom niet nader toegelicht.
20 Voor het verplaatsen van de slaginrichting 3 in de richting van de pijl P dient de bedieningsinrichting 4. Zoals eveneens blijkt.uit fig. 5 omvat deze bedieningsinrichting 4 een as 36, die draaibaar wordt ondersteund door de oren 37 aangebracht op het frame 1 en die wordt 25 aangedreven vanaf de motorreductor 5, op niet nader aangegeven wijze, zoals bijv. door middel van een V-snaaroverbrenging.
Voor elke slaginrichting 3 bevindt zich op de as 36 een schijf 38, voorzien van twee diametraal 30 tegenover elkaar liggende en radiaal lopende sleuven 39. In elke sleuf is een bout 40 opgenomen waarmee de binnenbus van een kogelleger 41 vast kan worden gezet op de schijf 38, in een willekeurige stand in lengte-richting van de sleuf 39.
35 Het is duidelijk dat de buitenring van het kogelleger 41 bij verdraai'ing van de as 36 periodiek in aanraking komt met het ondereinde 20a van de slagstang 20, welke einde zich onder het draaipunt in de oren 21 van de slagstang 20 bevindt, zodat de slagstang 40 wordt verdraaid in de richting van de pijl P. In de 8104839 - 13 - in fig. 1 weergegeven stand zal de slagstang juist vrij-komen van het kogelleger 41 om een slag uit te gaan voeren. Na het uitvoeren van de slag zal het ondereinde van de slagstang 20 zich ongeveer bevinden op de plaats 20b, 5 die met streeplijnen is aangeduid in fig. 1, zodat het ondereinde van de slagstang 6 onder invloed kan komen van het andere kogelleger 41, bij het verdraaien van de schijf 38 in de richting van de pijl R.
Voorkomen moet worden dat na het wegslaan 10 van de bal 18 uit de buis 15 de, er boven in de voorraad-buis 19 liggende, bal 18a direkt naar beneden toe zou vallen en daardoor het terugbewegen van het slaggereed-schap 22 naar de in fig. 1 weergegeven stand zou belemmeren. Hiertoe is boven op het slaggereedschap 22 een tegenhoud-15 stang 22a aangebracht die niet aan de andere zijde van de buis 15 naar buiten toe treedt en dus de bal 18a positief tegenhoudt totdat het slaggereedschap 22 weer uit de buis 15 is getreden bij beweging in de richting van de pijl P.
20 Zoals reeds boven gezegd zullen de twee slaginrichtingen 3 steeds na elkaar werken, waartoe de twee schijven 38 over bijv. 90° ten opzichte van elkaar versprongen op de as 36 zijn aangebracht.
Voor het instellen van de baan, die een 25 weggeslagen bal beschijft, is het allereerst mogelijk de houderinrichting 2 om de as 9 te verzwenken en vast te zetten met behulp van de steunstang 11, zodat een eerste aanpassing van de baan, die de bal volgt, kan plaatsvinden in afhankelijkheid van de afstand die de 30 inrichting inneemt ten opzichte van dat deel van het speelveld waar de bal terecht moet komen. Om de opeen-volgende ballen zowel over de breedte als over de lengte van het speelveld te verspreiden, is het bovenste frame 1 zodanig aangebracht op het, vast op de grond te 35 plaatsen, onderste frame 51, dat het ten opzichte van dit frame zowel een verplaatsing kan uitvoeren om een horizontale als om een vertikale as. Hiertoe is het frame 1 vrij verzwenkbaar aangebracht door middel van een kogelscharnier samengesteld uit een deel 52, dat van het 40 onderste frame 51 af naar boven toe steekt, en uit een met 8104839 - 14 - het frame 1 verbonden deel 53.
Het frame 51 steunt enerzijds op de grond door middel van de poten 54 en anderzijds door middel van de rollen 55, zodanig dat de totale inrichting 5 gemakkelijk van de ene naar de andere plaats kan worden getransporteerd.
Uiteraard is het ook mogelijk om door in hoogte verstelbare wielen aan te brengen, het verrijden nog gemakkelijker te maken en toch een stabiele opstelling 10 op de gebruiksplaats te verzekeren, op de wijze zoals dit bijv. bekend is voor ziekenhuisbedden.
Het frame 1 is via de oren 56 scharnierend verbonden met een onderplaat 57 en is daarop afgesteund door middel van de rol 58, die is aangebracht op de 15 krukarm 59, welke is verbonden met de as 60 en daardoor wordt aangedreven. Doordat in de krukarm een sleuf is aangebracht, kan de draaiingsas van de rol 58 meer of minder excentrisch ten opzichte van de hartlijn van de as 60 worden geplaatst, zodat bij verdraaiitng van de as 20 60 de rol 59 er voor zal zorgen dat het frame 1 een kantelbeweging uitvoert om een as, die in fig. 1 dwars op het vlak van tekening staat.
De aandrijving van de as 60 kan bijv. plaats-vinden door middel van de op deze as aangebrachte snaar-25 schijf 61, die door middel van de snaar 62 is verbonden met de snaarschijf 63, aangebracht op de as 36, die wordt aangedreven vanaf de motorreductor 5.
Voor het met instelbare excentriciteit aan-brengen van de rol 58 op de krukarm 59, kan worden 30 verwezen naar het in fig. 5 weergegeven systeem voor het verstellen van de excentriciteit van het kogelleger 41, waarbij echter in het onderhavige geval de rol 58 op het kogelleger 41 zou zijn aangebracht.
Voor het verzwenken van het frame 1 om een 35 vertikale as, die samenvalt met de hartlijn van de pen 52, is de onderplaat 57 op het frame 51 afgesteund onder tussenkomst van rollen 64, waarvan de draai'ingsassen ongeveer de hartlijn van de pen 52 zullen snijden.
Voor het verzwenken van het frame 1 om de 40 pen 52 dient een stang 65, waarvan het ene einde onder 8104839 - 15 - tussenkomst van een kogelkop 66 is verbonden met het frame 51, terwijl het andere einde door middel van een kogelkop 67 is verbonden met de pen 68 van de krukarm 69. De excentriciteit van de pen 68 kan weer worden ingesteld 5 doordat in de krukarm 69 een sleuf is aangebracht, op de wijze zoals dit is aangegeven in fig. 5. Om een gemakkelijke instelling van de excentriciteit mogelijk te maken, kan bijv. worden voorzien in een handwiel 70 voor het op zijn plaats vastklemmen van de pen 68.
10 De krukarm 69 is weer bevestigd op de as 36, die wordt aangedreven vanaf de motorreductor 5.
Zoals schematisch aangegeven in fig. 1 strekt de stang 65 zich naar achteren toe uit, zodat bij ver-draaiing van de as 36 en daarmee van de krukarm 69 de 15 afstand tussen dat punt van het frame 51, dat is verbonden met de kogelkop 66 en de hartlijn van de as 36 zal varieren. Het frame 1 zal hierdoor verzwenkt worden om de hartlijn van de pennen 52, 53.
De laatstgenoemde beweging zal er voor <zorgen, 20 dat de ballen over de breedte van het speelveld worden verspreid, terwijl door de verzwenking van het frame 1 onder invloed van de rol 58 de ballen over de lengte van het speelveld zullen worden verspreid.
Uiteraard is het mogelijk de gehele inrichting 25 op een zekere hoogte boven het speelveld te plaatsen, zodat de ballen vanaf een hoger punt worden weggeslagen, zoals dit plaatsvindt bij het serveren bij tennis.
Hiertoe kan bijv. gebruik worden gemaakt van een uit profielen of buizen opgebouwd frame, dat 30 eventueel samenklapbaar kan zijn zodat het weinig ruimte inneemt wanneer het niet in gebruik is.
Bij de bovenbeschreven inrichting is slechts §§n motorreductor nodig, waarvan het toerental, eventueel op afstand, kan worden gevarieerd om een wisselend 35 slagenpatroon te krijgen. Het is duidelijk, dat bijv. voor het doen verzwenken van het frame 1 om de vertikale en om de horizontale as afzonderlijke aandrijfmiddelen kunnen worden gebruikt om een cyclische opeenvolging van weggeslagen ballen nog verder te voorkomen.
40 Verstelling van de lengte van een krukarm 8104839 - 16 - kan bijv. plaatsvinden door een elektromotor die een schroefstang verdraait gaande door een verschuifbaar in de krukwang aangebracht deel. Daar een elektromotor op afstand bedienbaar is, kan ook de excentriciteit 5 van de krukarm van afstand worden ingesteld.
Zoals reeds boven beschreven kunnen vele programma's worden opgesteld volgens welke de inrichting kan werken.
Bij de schematise)! in fig. 6 in bovenaanzicht 10 weergegeven inrichting staan zeven houders met slagin- richting, als geheel aangeduid met 71, onder verschillende hoeken opgesteld, zodat de gehele breedte van het speel-veld 72 wordt bestreken zonder dat verdraaiing van de inrich-tingen 71 om een vertikale as noodzakelijk is.
15 Hierbij zal bij voorkeur gebruik worden gemaakt van inrichtingen 71 waarvan er in fig. 7 §§n schematisch in zijaanzicht is weergegeven.
De houderbuis 15 is hierbij aangebracht aan de arm 73, die verzwenkbaar is verbonden met het frame 74 20 in het punt 75. De arm staat onder invloed van de nokrol 76 die de arm continu kan doen verzwenken voor het spreiden van de ballen over de lengte van het speelveld. Door de veer 77 wordt de arm 73 tegen de nokrol 76 aangedrukt gehouden.
25 Op de arm 73 zijn de geleidingen 78 en 79 voor de slagstang 80 aangebracht. De slagstang draagt op de bovenaangegeven wijze een slagkop aan het vooreinde en een plaat 81 aan het andere einde. Tussen de plaat 81 en de geleiding 79 bevindt zich de veer 82 die de slagstang 30 terugbrengt naar de in de fig. aangegeven stand.
De slagstang 80 oefent zijn slag uit onder invloed van de elektro-magnetische spoel 83. Bij bekrachti-ging van de spoel 83 beweegt de slagstang 80 in de richting van de pijl S en na wegvallen van de bekrachtiging 35 zal de slagstang onder invloed van de veer naar zijn uitgangsstand terug bewegen, daarbij geholpen door zijn eigen gewicht.
Bij gebruik van deze inrichtingen op de wijze als aangegeven in fig. 6 kunnen bijv. de buitenste 40 inrichtingen na elkaar worden bekrachtigd zodat opeen- 8104839 - 17 - volgende ballen zeer ver uit elkaar op het speelveld terechtkomen.
Men is echter vrij in het kiezen van de volgorde van bediening en alle moeilijkheidsgraden 5 kunnen worden geprogrammeerd.
Om te voorkomen dat personen door de bewegende delen van de inrichting gewond zouden kunnen raken, zal de inrichting worden opgenomen in een kast voorzien van openingen voor de toevoer van ballen en voor de 10 weggeslagen ballen. Tevens wordt hierdoor bereikt, dat niet iedereen in kan grijpen in het programma waarop de inrichting is afgestemd.
Al deze mogelijkheden en aanvullende maatregelen zullen echter voor een deskundige duidelijk zijn en 15 behoeven hier niet nader te worden toegelicht, evenmin als dit het geval is voor de vele constructieve details van de inrichting, zoals de wijze van vastzetten van de krukarmen op de assen, enz.
- conclusies - 8104839

Claims (40)

1. Inrichting voor gebruik bij balsporten, zoals tennis, voor het toespelen van ten minste §§n bal aan een of meer personen, met het kenmerk, dat de bal wordt opgenomen in een houder, die zodanig is 5 gevormd dat op de bal een slag kan worden uitgeoefend voor het uit de houder slaan van de bal.
2. Inrichting volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat de houder in hoofdzaak bestaat uit een buis met zodanige afmetingen, dat de bal er niet 10 klemmend in kan worden opgenomen, welke buis aan een einde radiale afsluitmiddelen bezit voor het tegenhouden van een in de buis gebrachte bal, welke middelen zodanig zijn uitgevoerd dat een opening vrij blijft voor het doorlaten van een slaggereedschap, waarmee de bal uit het 15 andere einde van de buis wordt geslagen.
3. Inrichting volgens conclusie 2, m e t het kenmerk, dat het slaggereedschap wordt gevormd door een slagstang, die aan het zich bij de houder bevin-dende einde een slagkop draagt, waarbij de slagstang 20 onder invloed staat van middelen voor het bedienen ervan.
4. Inrichting volgens conclusie 3, m e t het kenmerk, dat de slagkop wordt gevormd door een schijf, die aan de ene zijde is voorzien van een uit het vlak van de schijf stekende, met de bal in aanraking 25 komende, in hoofdzaak cirkelvormige of ovale slagrand en aan de andere zijde van een naar achteren toe stekende, excentrisch geplaatste pen, die ten opzichte van de slagstang verdraaibaar kan zijn en ook daarin vastgezet kan worden.
5. Inrichting volgens conclusie 4, m e t het kenmerk, dat middelen aanwezig zijn waardoor de schijf bij elke uitgeoefende slag een gedwongen verdraai'ing ondergaat over een vooraf bepaalde hoek. 8104839 - 19 -
6. Inrichting volgens conclusie 4 of 5, m e t het kenmerk, dat mechanische of elektromechanische middelen aanwezig zijn voor het al dan niet op afstand besturen en/of regelen en/of vaststellen van de hoekstand 5 van de slagschijf, waarblj de besturing of regeling al dan niet regelmatig of onregelmatig kan zijn.
7. Inrichting volgens e§n der voorgaande conclusies 3-6, met het kenmerk, dat de slag-stang zich uitstrekt in een richting die nagenoeg haaks 10 staat op de bewegingsrichting van de slagkop, dat de slagstang op enige afstand van de slagkop verzwenkbaar is ondersteund terwijl de slagkop zich dicht bij het einde van de slagstang bevindt en de houder is voorzien van een axiale sleuf in de zijwand van het doorlaten van de 15 slagstang.
8. Inrichting volgens conclusie 7, m e t het kenmerk, dat de slagstang enerzijds onder invloed staat van een mechanisch of op andere wijze werkende veer, die er voor zorg kan dragen dat de slagstang zijn 20 slagbeweging uitvoert, terwijl de slagstang anderzijds onder invloed staat van een orgaan dat de slagstang verzwenkt voor het onder spanning brengen van de veer.
9. Inrichting volgens conclusie 8, m e t het kenmerk, dat de veer een trekveer is, die is aange- 25 bracht tussen het scharnierpunt van de slagstang en de daarmee verbonden slagkop en dat het verzwenken van de slagstang voor het spannen van de veer plaatsvindt door een roterend nokorgaan, dat inwerkt op het vrije einde van de slagstang aan de andere zijde van het scharnierpunt 3 0 ervan.
10. Inrichting volgens conclusie 9, m e t het kenmerk, dat de spanning tot welke de veer gespannen wordt, al dan niet op afstand regelbaar is.
11. Inrichting volgens conclusie 10,met het 35 kenmerk, dat het toerental van het roterend nokorgaan 8104839 - 20 - instelbaar is doordat de aandrijving van het nokorgaan plaatsvindt door middel van een thyristor-bestuurde gelijkstroommotor.
12. Inrichting volgens conclusie 11, m e t het 5 kenmerk, dat de besturing van de motor op afstand plaats kan vinden.
13. Inrichting volgens een der conclusies 9-12, met het kenmerk, dat de inrichting twee of meer houders met bijbehorend slaggereedschap omvat, waarbij 10 de houders zich in onderling evenwijdige vertikale vlakken bevinden en de slaggereedschappen worden bediend door over een hoek ten opzichte van elkaar versprongen staande nokorganen, die op een zelfde as zijn aangebracht.
14. Inrichting volgens conclusie 13, m e t het 15 kenmerk, dat de houders onderling een enigszins verschillende hoekstand innemen en/of de slaggereedschappen een verschillend sterke slag kunnen uitoefenen.
15. Inrichting volgens §£n of meer der conclusies 7-14, met het kenmerk, dat de houder 20 is verbonden met het einde van een arm waarvan het andere einde scharnierend met de inrichting is verbonden, waarbij middelen aanwezig zijn om de arm in elke gewenste stand te brengen en daarin vast te houden, terwijl de slagstang van het slaggereedschap scharnierend is verbonden met de arm.
16. Inrichting volgens §en der conclusies 3-6, met het kenmerk, dat ten minste een deel van de slagstang zich uitstrekt in een richting die samenvalt of nagenoeg samenvalt met de bewegingsrichting van de slag-kop, waarbij voor het heen en weer bewegen van de slagstang 30 gebruik wordt gemaakt van elektro-mechanische middelen.
17. Inrichting volgens conclusie 16, met het kenmerk, dat de slagstang zich nagenoeg geheel uitstrekt in de richting die samenvalt met de bewegingsrichting van de slagkop waarbij de slagstang in lengte- 8104839 - 21 - richting heen en weer beweegbaar is ondersteund en het terugbrengen van de slagstang plaatsvindt door een veer met geringe veerkracht.
18. Inrichting volgens conclusie 17, m e t het 5 kenmerk, dat de elektro-magnetische middelen dienen voor het door middel van de slagschijf uitoefenen van de slag op een bal zodat door het regelen van de stroom gaande door de elektromagneet de slagkracht kan worden bestuurd.
19. Inrichting volgens conclusie 18, m e t het kenmerk, dat de regeling van de stroom door afstands-besturing plaatsvindt. i
20. Inrichting volgens §§n of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de inrichting 15 een onderste frame omvat, dat vast op de grond kan rusten en waarop een bovenste frame is aangebracht dat de houder of houders met bijbehorende slaginrichtingen en de aandrijving daarvoor draagt, waarbij het bovenste frame ten opzichte van het onderste frame binnen zekere grenzen 20 verzwenkbaar is in een horizontaal en/of in een vertikaal vlak.
21. Inrichting volgens conclusie 20, m e t het kenmerk, dat het bovenste frame via een kogelscharnier is verbonden met het onderste frame, waarbij het bovenste 25 frame een, via een horizontale zwenkas er mee verbonden, onderplaat bezit en de afstand tussen het bovenste frame en deze onderplaat continu varieerbaar is door ten minste §§n tussen deze delen aangebrachte nokrol met instelbare excentriciteit, terwijl de onderplaat door middel van wielen 30 op het onderste frame steunt, zodanig dat de onderplaat tezamen met het bovenste frame ten opzichte van het onderste frame ongeveer in het horizontale vlak kan worden verzwenkt.
22. Inrichting volgens conclusie 21, m e t het 35 kenmerk, dat de nokrol aan het bovenste frame is 8104839 - 22 - aangebracht en wordt aangedreven door een elektromotor.
23. Inrichting volgens conclusie 22, m e t h e t kenmerk, dat de elektromotor een variabel toerental bezit en op afstand regelbaar is.
24. Inrichting volgens e£n der conclusies 21 - 23, met het kenmerk, dat de excentriciteit van de nokrol instelbaar is.
25. Inrichting volgens conclusie 24, m e t het kenmerk, dat de instelling geschiedt door middel 10 van een afstandsbestuurde elektromotor.
26. Inrichting volgens e£n der conclusies 20 - 25, met het kenmerk, dat op een motorisch aan te drijven as, die draaibaar is ondersteund op het bovenste frame, een krukarm met instelbare excentriciteit is 15 aangebracht, welke krukarm door middel van een stang is verbonden met een punt van het onderste frame, op afstand van het draaipunt zodanig dat bij verdraaiing van de krukarm de afstand tussen het onderste frame en de genoemde as periodiek kan worden gewijzigd, en wel in 20 hoofdzaak als gezien in horizontale richting.
27. Inrichting volgens conclusie 26, met het k e n m e r' k, dat het toerental van de as waarop zich de krukarm bevindt, regelbaar is.
28. Inrichting volgens conclusie 27, m e t het 25 kenmerk, dat de regeling van het toerental op afstand kan plaatsvinden.
29. Inrichting volgens een der conclusies 26 - 28, met het Icenmerk, dat de excentriciteit op afstand instelbaar is.
30. Inrichting volgens e§n der conclusies 9-12, met het kenmerk, dat de inrichting een aantal houders met bijbehorend slaggereedschap omvat, waarbij de 8104839 - 23 - houders zich bevinden in vertikale vlakken die alle een hoek met elkaar maken.
31. Inrichting volgens conclusie 30, m e t h e t k e n m e r k, dat de houders onderling een enigszins 5 verschillende hoekstand innemen en/of de slaggereedschappen een verschillend sterke slag kunnen uitoefenen.
32. Inrichting volgens conclusie 30 of 31, met het kenmerk, dat elk der houders is ver-bonden met een arm en alle armen scharnierend zijn 10 aangebracht aan een frame, en elke arm aanligt tegen een draaibaar nokorgaan, zodanig dat door verdraai'ing van de nokorganen de hoek, die de houders met het horizontale vlak maken, continu kan worden gewijzigd.
33. Inrichting volgens conclusie 32, m e t het 15 kenmerk, dat de diverse nokorganen worden aangedreven door e§n flexibele as.
34. Inrichting volgens conclusie 32 of 33, m e t het kenmerk, dat de houders zijn aangebracht op een bovenste frame, dat ten opzichte van een onderste 20 frame instelbaar is om een horizontale as.
35. Inrichting volgens een der conclusies 2-34, met het kenmerk, dat de toevoer van ballen aan de, de houder vormende, buis plaatsvindt via een nagenoeg haaks op de hartlijn van de buis staande, in 25 hoofdzaak naar boven toe stekende, toevoerbuis waarin de ballen op elkaar zijn gestapeld, zodanig dat na het wegslaan van een bal uit de houderbuis de volgende bal vrij in de houderbuis kan vallen.
36. Inrichting volgens conclusie 35, m e t het 30 kenmerk, dat op de slagkop een, in slagrichting gezien, naar achteren toe stekende tegenhoudstang is aangebracht, die bij de beweging van de slagkop door de houder heen de in de toevoerbuis opgestapelde ballen tegenhoudt totdat de slagkop teruggebracht is naar zijn 8104839 -24 - uitgangsstand waarin hij gereed is een nieuwe slag uit te oefenen.
37. Inrichting volgens een of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een frame 5 aanwezig is waarop de inrichting kan worden opgesteld om de ballen vanaf een hoger punt te kunnen wegslaan.
38. Inrichting volgens e§n of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de inrichting in werking kan worden gesteld door muntinworp of door een 10 gecodeerde kaart of dergelijke.
39. Inrichting volgens een of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat deze is opgenomen in een kast voorzien van openingen voor de toevoer van ballen en voor de weggeslagen ballen.
40. Inrichting als beschreven en/of weergegeven in de tekening. 8104839
NL8104839A 1981-10-26 1981-10-26 Inrichting voor gebruik bij balsporten, zoals tennis, voor het toespelen van ten minste een bal aan een of meer personen. NL8104839A (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8104839A NL8104839A (nl) 1981-10-26 1981-10-26 Inrichting voor gebruik bij balsporten, zoals tennis, voor het toespelen van ten minste een bal aan een of meer personen.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8104839 1981-10-26
NL8104839A NL8104839A (nl) 1981-10-26 1981-10-26 Inrichting voor gebruik bij balsporten, zoals tennis, voor het toespelen van ten minste een bal aan een of meer personen.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8104839A true NL8104839A (nl) 1983-05-16

Family

ID=19838262

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8104839A NL8104839A (nl) 1981-10-26 1981-10-26 Inrichting voor gebruik bij balsporten, zoals tennis, voor het toespelen van ten minste een bal aan een of meer personen.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL8104839A (nl)

Cited By (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN109224420A (zh) * 2018-10-31 2019-01-18 中国地质大学(武汉) 一种弹射羽毛球发球机
CN113230630A (zh) * 2021-05-08 2021-08-10 丽水学院 一种排球扣球训练设备

Cited By (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN109224420A (zh) * 2018-10-31 2019-01-18 中国地质大学(武汉) 一种弹射羽毛球发球机
CN113230630A (zh) * 2021-05-08 2021-08-10 丽水学院 一种排球扣球训练设备

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US5465978A (en) Training apparatus for launching soccer balls
US4122822A (en) Spring type apparatus for the projecting of footballs and the like
US3807379A (en) Spring type ball projecting device with programming control means
US5688196A (en) Remote controlled moving target for passing practice
KR100708406B1 (ko) 배드민턴 연습장치
US4254755A (en) Ball throwing machine useful in practicing the game of volleyball
US6167878B1 (en) Pneumatic ball tossing device
CN102015042B (zh) 羽毛球发射设备
US9448031B2 (en) Shuttlecock launching method and apparatus
US3602208A (en) Device for projecting projectiles at cyclically varying azimuth and altitudes
CN110193181A (zh) 一种体育乒乓球训练用发球设备
US3665910A (en) Hockey practice device for propelling pucks
JPS62500286A (ja) テニスボ−ル投球装置
NL8104839A (nl) Inrichting voor gebruik bij balsporten, zoals tennis, voor het toespelen van ten minste een bal aan een of meer personen.
US3838677A (en) Hockey puck passer
KR101815131B1 (ko) 이동간 연습볼 자동 슈팅 머신
KR101965644B1 (ko) 공 자동 발사 장치
US3373612A (en) Mechanical golfer
US3570466A (en) Apparatus for ejecting balls
US4065128A (en) Electronic table soccer game
CN210251143U (zh) 一种可调节式出球装置
CN212548222U (zh) 发球机
KR102261890B1 (ko) 탁구용 스트로크 연습장치 및 이를 위한 시스템
US3262439A (en) Ball throwing machine
DE548424C (de) Schlagvorrichtung zum Pruefen von Baellen und Schlaegern mit umlaufender Wurfeinrichtung und zwanglaeufiger Zu- und Rueckfuehrung der Baelle

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BV The patent application has lapsed