NL8104784A - Inrichting voor het onttrekken van vocht aan een muur of ander soortgelijk metselwerk. - Google Patents
Inrichting voor het onttrekken van vocht aan een muur of ander soortgelijk metselwerk. Download PDFInfo
- Publication number
- NL8104784A NL8104784A NL8104784A NL8104784A NL8104784A NL 8104784 A NL8104784 A NL 8104784A NL 8104784 A NL8104784 A NL 8104784A NL 8104784 A NL8104784 A NL 8104784A NL 8104784 A NL8104784 A NL 8104784A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- masonry
- cavity
- wall
- hole
- window
- Prior art date
Links
Classifications
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E04—BUILDING
- E04B—GENERAL BUILDING CONSTRUCTIONS; WALLS, e.g. PARTITIONS; ROOFS; FLOORS; CEILINGS; INSULATION OR OTHER PROTECTION OF BUILDINGS
- E04B1/00—Constructions in general; Structures which are not restricted either to walls, e.g. partitions, or floors or ceilings or roofs
- E04B1/62—Insulation or other protection; Elements or use of specified material therefor
- E04B1/70—Drying or keeping dry, e.g. by air vents
- E04B1/7069—Drying or keeping dry, e.g. by air vents by ventilating
- E04B1/7084—Drying or keeping dry, e.g. by air vents by ventilating with Knappen systems, i.e. atmospheric siphons
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Architecture (AREA)
- Physics & Mathematics (AREA)
- Electromagnetism (AREA)
- Civil Engineering (AREA)
- Structural Engineering (AREA)
- Building Environments (AREA)
Description
4 *
Inrichting voor het onttrekken van vocht aan een muur of ander soort-gelijk metselwerk.
De uitvinding betreft een inrichting voor het onttrekken van vocht aan een muur of ander metselwerk, welke inrichting is ge-plaatst in een holte in het metselwerk en is voorzien van een toevoer-opening voor droge lucht en een afvoeropening voor vochtige lucht, 5 welke openingen in de holte met elkaar zijn verbonden en waarbij de toevoeropening en de afvoeropening van elkaar zijn gescheiden en in het buitenvlak van het metselwerk liggen.
Een soortgelijke inrichting is bekend uit de ter inzage gelegde Nederlandse octrooiaanvrage 273.272. Deze bekende inrichting 10 bestaat uit een buitenbuis, die in een schuin omhoog in een muur of ander metselwerk aangebrachte boring is gestoken en die over zijn gehele lengte en omtrek is voorzien van relatief grote gaten. In de buitenbuis is excentrisch een volwandige binnenbuis ondersteund, die zich voor het grootste deel in de bovenste helft van de buitenbuis 15 bevindt en die aan zijn onderzijde is afgeplat. Zowel de binnenbuis als de buitenbuis lopen door tot op korte afstand van het blinde uit-einde van de boring in het metselwerk. De werking van deze bekende inrichting berust hierop, dat de relatief droge lucht aan de buiten-zijde van het metselwerk door de toevoeropening in de binnenbuis 20 stroomt, daarin naar boven stroomt, zich aan het blinde uiteinde van de boring met de daar aanwezige vochtige lucht vermengt en als gevolg van het dan grotere gewicht door de ruimte tussen de binnenbuis en de buitenbuis naar beneden en door de afvoeropening naar buiten stroomt. Bij deze bekende inrichting wordt het vocht in het metselwerk alleen 25 in de relatief droge binnenstromende lucht opgenomen aan het blinde uiteinde van de boring en bij de stroming van de lucht door de ruimte tussen de binnenbuis en de buitenbuis. Gebleken is dat de capaciteit, dat wil zeggen de doorstromende hoeveelheid lucht per tijdseenheid, van deze bekende inrichting klein is, hetgeen een gevolg is van het 30 principe, volgens welk de inrichting werkt, namelijk op grond van het gewichtsverschil tussen droge relatief warme, opstijgende lucht en vochtige, relatief koude, dalende lucht. Deze bekende inrichting werkt niet als de temperatuur van de lucht aan de buitenzijde van de muur, 8104784
' J
- 2 - dus de buitenlucht, lager is dan die van de lucht in de boring en de muur.
De uitvinding heeft ten doel, de bezwaren van deze bekende inrichting op te heffen en de capaciteit van deze bekende inrichting 5 aanzienlijk te verbeteren.
Dit doel wordt bereikt, doordat volgena de uitvinding de toevoeropening en de afvoeropening in een in hoofdzaak horizontaal vlak op afstand van elkaar liggen en zijn gescheiden door een buiten het buitenvlak van het metselwerk uitstekend orgaan.
10 De werking van de inrichting volgens de uitvinding berust op de trek of stroming van de lucht in horizontale richting langs een muur of ander metselwerk. Deze horizontale luchtstroom langs het metselwerk is altijd aanwezig en is vooral bij wind, onverschillig uit welke richting, zeer sterk en doordat volgens de uitvinding de toevoeropening 15 naar en de afvoeropening van de holte in het metselwerk in een horizontaal vlak op afstand van elkaar liggen en de luchtstroom door het buiten het metselwerk uitstekende orgaan wordt gedwongen in de holte te stromen, treedt aan de toevoeropening een drukstijging en aan de afvoer-opening een drukdaling op en wordt in de holte een geforceerde lucht-20 circulatie in stand gehouden, zodat het verdampte vocht in de holte snel wordt afgevoerd. Door deze 'geforceerde luchtstroming in de holte wordt over een groot oppervlak vocht uit het metselwerk afgezogen. De inrichting volgens de uitvinding werkt gedurende het gehele jaar, onaf-hankelijk van het temperatuursverschil tussen de buitenlucht en de lucht 25 in de holte. De capaciteit van de inrichting volgens de uitvinding be-draagt een veelvoud van die van de bekende inrichting volgens de Nederlandse octrooiaanvrage 273.272.
Bij een voorkeursuitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding is de inrichting voorzien van een vertikaal geplaatst 30 raam, waarin een rechthoekig gat is aaneebracht en is in het rechthoe-kige gat een lichaam geplaatst met een rechthoekxge, vertikale door-snede, waarvan de hoogte gelijk is aan de breedte van het gat en waar-van de lengte kleiner is dan die van het gat, zodanig, dat tussen het lichaam en het raam een toevoerleiding en een afvoerleiding zijnbegrensd. 35 Daarmee is een zeer eenvoudige en toch robuuste uitvoerings- 8104784 C" /♦ - 3 - vorm van de inrichting volgens de uitvinding verkregen.
Bij een bijzonder doelmatige uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding verlopen de vertikale begrenzingsvlakken van het gat in het raam schuin binnenwaarts naar elkaar toe en zijn de zijvlak-5 ken van het lichaam binnen het raam evenwijdig aan die begrenzingsvlakken, is het lichaam in een horizontaal doorsnede-vlak klokvormig, waarbij de zijvlakken van het buiten het buitenvlak van het metselwerk uitstekende deel van het lichaam cirkelboogvormig buitenwaarts gekromd en is de afstand over welke het deel van het lichaam buiten het metsel-10 werk uitsteekt, gelijk aan de breedte van de toevoerleiding en de af-voerleiding en is aan een in de holte uitstekend deel van het klokvor-mige lichaam een vertikaal staande plaat bevestigd, die op afstand van de tegenoverliggende wand van de holte eindigt.
Door toepassing van deze maatregelen wordt een optimale lucht-15 circulatie in de holte in het metselwerk tot stand gebracht, waarbij de luchtverplaatsing in de inrichting volgens de uitvinding tenminste twintig maal zo groot is als die van de bekende inrichting volgens de Nederlandse octrooiaanvrage 273.272, gemeten onder dezelfde omstandig-heden.
20 De uitvinding zal aan de hand van de tekening met een uitvoe- ringsvoorbeeld nader worden toegelicht.
Fig. 1 is een doorsnede van de inrichting volgens de uitvinding volgens de lijn I-I in fig. 2; en fig. 2 is een doorsnede van de inrichting volgens de uitvin-25 ding volgens de lijn II-II in fig. 1.
De inrichting volgens de uitvinding, die in de figuren 1 en 2 is getekend, wordt gemonteerd in een holte 1 in vochtig metselwerk, in het bijzonder een muur 2. De inrichting wordt bij voorkeur toegepast in een massieve muur, maar kan ook in een spouwmuur worden toegepast, 30 waarbij dan de spouw rondom de inrichting en de holte 2 dicht wordt gemaakt, bijv. dichtgemetseld. De diepte D van de holte bedraagt onge-veer /3 van de totale dikte van de muur 2, bij een spouwmuur /3 van de som van de dikten van de buitenmuur plus de binnenmuur plus de spouwbreedte.
35 De inrichting volgens de uitvinding zal nader worden toegelicht 8 1 0 h 7 8 4 - 4 - aan de hand van de toepassing; van de inrichting in een massieve bak- stenen muur. De inrichting kan vanzelfsprekend ook worden toegepast in muren van bouwblokken, beton en andere vochtdoorlatende materialen.
De inrichting volgens de uitvinding voor het onttrekken van 5 vocht aan metselwerk, in het bijzonder muren, bestaat uit een rechthoe- kig raam 3, dat vertikaal staand wordt geplaatst in een voorste gedeel- te van de holte 1, die wordt verkregen door uithakken van een kopse steen en, indien nodig, dieper uithakken van de muur, totdat de diepte 2 D van de holte 1 ongeveer /3 van de totale dikte van de muur bedraagt.
10 Het raam 10 is bij voorkeur van beton, maar kan ook van kunststof, hout of ander materiaal zijn vervaardigd en is met een kitvoeg 3’ in de muur 2 vastgezet.
Het raam 3 is voorzien van een rechthoekig gat 4, waarvan de horizontale begrenzingsvlakken 5 en 6 in hoofdzaak evenwijdig zijn, 15 terwijl de vertikale begrenzingsvlakken 7 en 8 bij voorkeur schuin binnenwaarts naar elkaar toe verlopen, waarbij de hellingshoeken a · en β tussen de vlakken 7 en 8 en het buitenvlak 9 van de muur bij voorkeur ongeveer 70° tot 75° bedragen en gelijk zijn. Afhankelijk van de dikte van de muur kunnen deze hoeken a en β varieren tussen ongeveer 45° en 90°, 20 terwijl in principe ook stompe hoeken mogelijk zijn.
In het midden van het gat 4 is een lichaam 10 met een recht-hoekige vertikale doorsnede bevestigd, waarvan de dikte d gelijk: is aan de breedte van het gat 4 en dat met zijn boven- en ondervlak 11 resp.
12 is bevestigd aan het boven- en ondervlak 5 resp. 6 van het gat 4, 25 bijv. met behulp van specie, lijm of een ander hechtmiddel. Het lichaam 10 is bij voorkeur van beton gemaakt, maar kan ook bestaan uit kunststof, hout of ander materiaal.
Het lichaam 10 heeft in een horizontaal vlak een klokvormige doorsnede, zie fig. 1, waarbij het vertikale symmetrievlak van het 30 lichaam 10 loodrecht op de muur samenvalt met het vertikale symmetrievlak van het lichaam 3 en waarbij de zijvlakken 13 en 14 binnen het raam 3 in hoofdzaak evenwijdig zijn aan de begrenzingsvlakken 7 resp. 8 van het gat 4 en op gelijke afstanden daarvan staan, zodat aan weerszijden een leiding 15 resp. 16 wordt gevormd, waarvan de doorstroomdwarsdoor- 35 snede gelijk is. Wanneer wordt aangenomen, dat de lucht in pijlrichting 8104784 . - 5 - A langs de muur 2 stroomt, is de leiding 15 de toevoerleiding en is de leiding 16 de afvoerleiding.
Het lichaam 10 steekt over een afstand a uit buiten het buiten-vlak 9 van de muur 2, welke afstand a gelijk is aan de breedte b van de 5 leidingen 15 en 16. De zijvlakken 17 en 18 van het buiten de muur 2 uitstekende deel van het lichaam 10 zijn in hoofdzaak cirkelboogvormig buitenwaarts gekromd en gaan met een afronding 19 respectievelijk 20 over in het buitenvlak 21 van het lichaam 10, zodanig, dat de afstand tussen de zijvlakken 17 en 18 van het lichaam 10 en het raam 3 in hoofd-10 zaak gelijk blijft. Daardoor wordt aan de ingang van de toevoerleiding 15 en aan de uitgang van de afvoerleiding 16 een in hoofdzaak onbelem-merde stroming van de lucht bereikt.
Het lichaam 10 steekt binnen in de holte 1 ook buiten het gat 4 in het raam 3 uit en is aan dat uiteinde voorzien van een afronding 15 22, in het midden waarvan een vertikale sleuf is aangebracht, waarin een plaat 23 van kunststof of ander materiaal is gemonteerd, waarvan de hoogte (fig. 2) ongeveer gelijk is aan de hoogte H van de holte 1. De afstand c tussen het vrije uiteinde van de plaat 23 en de eindwand 24 van de holte kan varieren afhankelijk van de vochtigheid van de muur, 20 maar is tenminste gelijk aan de breedte b van de toevoer- en afvoerleiding 15 respectievelijk 16.
De werking van de inrichting volgens de uitvinding is als volgt. Aangenomen dat de lucht in horizontale richting langs de muur 2 in de pijlrichting A stroomt, wordt de lucht door het gekromde zijvlak 17 25 van het lichaam 10 in de toevoerleiding 15 omgebogen en stroomt volgens de pijlen L in de holte 1. De binnenkomende droge lucht vermengd zich met de in het holte 1 aanwezig vochtige lucht L1 en neemt deze mee uit de linker helft van de holte 1 door de spleet c in de rechter helft van de holte 1, waaruit de vochtige lucht ook wordt meegenomen en stroomt 30 dan door de afvoerleiding 16 naar buiten.
De capaciteit van de inrichting volgens de uitvinding, dat wil zeggen de hoeveelheid lucht, die per tijdseenheid door de holte 1 stroomt, is bij de voorkeursuitvoeringsvorm van de inrichting, die boven is beschreven en in de tekening is weergegeven, ten minste 20 maal zo 35 groot als die van de bekende inrichting volgens de Nederlandse octrooi- 8104734 ' - 6 -
T
aanvrage 273.272 en kan onder gunstige omstandigheden wel 200 en meer keer zo groot zijn.
Volgens fig. 2 is de inrichting volgens de uitvinding in een laag stenen 25 van de. muur 2 gemonteerd. Deze laag stenen 25, 5 waarin de inrichtingen· volgens de uitvinding, afhankelijk van de voch-tigheid van de muur op een onderlinge afstand van ± 40 cm en meer kunnen zijn aangebracht, ligt op een hoogte van ± 30 cm boven de grond, omdat uit proeven gebleken is, dat die hoogte de ideale hoogte is, waar voldoende vocht uit de muur kan worden onttrokken, en tevens 10 het laagste punt is, waar voldoende luchtstroming in horizontale rich-ting langs de muur aanwezig is. Bij hoge gebouwen, bijv. kantoren, flats en dergelijke kunnen de inrichtingen volgens de uitvinding, hehalve op de genoemde hoogte, natuurlijk op iedere gewenste hoogte worden aangebracht.
8104784
Claims (6)
1. Inrichting voor het onttrekken van. vocht aan een muur of ander soortgelijk metselwerk, welke inrichting is geplaatst in een holte in het metselwerk en is voorzien van een toevoeropening voor droge lucht en een afvoeropening voor vochtige lucht, welke openingen 5 in de holte met elkaar zijn verbonden en waarbij de toevoeropening en de afvoeropening van elkaar zijn gescheiden en in het buitenvlak van het metselwerk liggen, met het kenmerk, dat de toevoeropening (15) en * de afvoeropening (16) in een in hoofdzaak horizQntaal vlak op afstand van elkaar liggen en zijn gescheiden door een buiten het buitenvlak 10 van het metselwerk (2) uitstekend orgaan (10).
" 2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de inrichting is voorzien van een vertikaal geplaatst raam (3) waarin een rechthoekig gat (4) is aangebracht en dat in het rechthoekige gat een lichaam (10) is geplaatst met een rechthoekige, vertikale 15 doorsnede, waarvan de hoogte (d) gelijk is aan de breedte van het gat en waarvan de lengte kleiner is dan die van het gat, zodanig, dat tussen het lichaam (10) en het raam (3) een toevoerleiding (15) en een afvoerleiding (16) zijn begrensd.
3. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de 20 vertikale begrenzingsvlakken (7, 8) van het gat (4) in het raam (3) schuin binnenwaarts naar elkaar toe verlopen en de zijvlakken (13), respectievelijk (14) van het lichaam (10) binnen het raam (3) evenwij-dig zijn aan die begrenzingsvlakken, dat het lichaam (10) in een horizontaal doorsnedevlak klokvormig is, waarbij de zijvlakken (17, 25 18) van het buiten het buitenvlak (9) van het metselwerk (2) uit- stekende deel van het lichaam (10) cirkelboogvormig buitenwaarts zijn gekromd en de afstand (a), over welke het deel van het lichaam buiten het metselwerk uitsteekt, gelijk is aan de breedte (b) van de toevoerleiding (15) en de afvoerleiding (16) en dat aan een in de 30 holte (1) uitstekend deel van het klokvormige lichaam (10) een vertikaal staande plaat (23) is bevestigd, die op afstand van de tegenover-liggende wand (24) van de holte eindigt.
4. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, mef het kenmerk, dat het raam (3) en het klokvormige lichaam (10) van beton 8104784 e - 8 - lb * zijn vervaardigd, waarbij het lichaam met een hechtmiddel in het gat (4) in het raam is bevestigd.
5. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de holte (1) in het metselwerk, waarin de inrichting 5 is aangebracht, is gevormd door verwijdering van een kopse steen.
6. Inrichting voor het onttrekken van vocht aan een muur of ander soortgelijk metselwerk, in hoofdzaak zoals beschreven in de beschrijving en/of weergegeven in de tekening. 8104784
Priority Applications (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL8104784A NL183148C (nl) | 1981-10-22 | 1981-10-22 | Inrichting voor het onttrekken van vocht aan een muur of ander soortgelijk metselwerk. |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL8104784A NL183148C (nl) | 1981-10-22 | 1981-10-22 | Inrichting voor het onttrekken van vocht aan een muur of ander soortgelijk metselwerk. |
NL8104784 | 1981-10-22 |
Publications (3)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL8104784A true NL8104784A (nl) | 1983-05-16 |
NL183148B NL183148B (nl) | 1988-03-01 |
NL183148C NL183148C (nl) | 1988-08-01 |
Family
ID=19838245
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL8104784A NL183148C (nl) | 1981-10-22 | 1981-10-22 | Inrichting voor het onttrekken van vocht aan een muur of ander soortgelijk metselwerk. |
Country Status (1)
Country | Link |
---|---|
NL (1) | NL183148C (nl) |
Cited By (1)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
EP0829587A1 (en) * | 1996-09-13 | 1998-03-18 | Schrijver Systeem Vochtbestrijding N.V., naamloze vennootschap. | Improved device to abstract moisture from a wall or similar |
Families Citing this family (1)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
NL2012238C2 (nl) | 2014-02-11 | 2015-08-17 | Hendrikus Bernardus Theodorus Schrijver | Ontvochtigingsinrichting en muur voorzien van een dergelijke ontvochtigingsinrichting. |
-
1981
- 1981-10-22 NL NL8104784A patent/NL183148C/nl not_active IP Right Cessation
Cited By (1)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
EP0829587A1 (en) * | 1996-09-13 | 1998-03-18 | Schrijver Systeem Vochtbestrijding N.V., naamloze vennootschap. | Improved device to abstract moisture from a wall or similar |
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
NL183148C (nl) | 1988-08-01 |
NL183148B (nl) | 1988-03-01 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
EP0563960B1 (en) | Mortar and debris collection device and system | |
US6023892A (en) | Combination flashing and mortar and debris collection device and system | |
US10655336B2 (en) | Weep screed | |
US20040111912A1 (en) | Improved moisture removal system | |
US10196812B1 (en) | Weep screed | |
US4869032A (en) | Apparatus and method for waterproofing basements | |
US5937594A (en) | Mortar and debris collection device and system | |
US5775039A (en) | Drainage device | |
SU727158A3 (ru) | Подвесной потолок | |
AU2006255204B2 (en) | Drainage system for use in building construction | |
US20050217189A1 (en) | Sill pan assembly with sloped discharge channels | |
US8061090B2 (en) | Cavity-wall construction with insect barrier | |
US7730685B1 (en) | Mortar and debris collection system for masonry cavity walls | |
US7216460B2 (en) | Drainage system for use in masonry block construction | |
US5916092A (en) | Rain gutter cover | |
US7748170B1 (en) | Bulkhead floor drain | |
US9097006B2 (en) | Drainage system for use in building construction | |
US6202366B1 (en) | Water collection pan for unit masonry wall systems and drainage system incorporating same | |
AU2015395902A1 (en) | Cover for water flow inlet | |
NL8104784A (nl) | Inrichting voor het onttrekken van vocht aan een muur of ander soortgelijk metselwerk. | |
RU2157442C2 (ru) | Блок строительный | |
NL1008148C2 (nl) | Wateropvangstrook voor spouwmuren. | |
US1960160A (en) | Wall and partition | |
BE1015603A3 (nl) | Wand en wandelementen voor het vervaardigen van deze wand. | |
DE60111136T2 (de) | Anordnung einer Hohlwand |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
A1B | A search report has been drawn up | ||
BC | A request for examination has been filed | ||
CNR | Transfer of rights (patent application after its laying open for public inspection) |
Free format text: SCHRIJVER SYSTEEM VOCHTBESTRIJDING. B.V. - |
|
A85 | Still pending on 85-01-01 | ||
V4 | Lapsed because of reaching the maximum lifetime of a patent |
Free format text: 20011022 |