NL8104328A - Haspel voor een magnetische band. - Google Patents

Description

\ ! Haspel voor een magnetische band.

i j De basisconstructie van een haspel voor een magnetische ; band bestaat uit een tweetal flenzen, die met een centrale naaf .

zijn verbonden en is reeds sedert enige tijd bekend. Een dergelijke constructie is bijvoorbeeld.uit het Amerikaaanse octrooischrift 5 3.632.053 bekend.

| Een verbetering van deze basisconstructie is uit het

Amerikaanse octrooischrift 4.044.965 bekend, waarin een doosvormige of caissonvormige constructie is beschreven, die uit een naaf bestaat, alsmede een ring voor het ondersteunen van de magnetische 10 band en uit flenzen. Aan deze doosvormige constructie werd de eigenschap toegekend dat deze een voldoende starheid bezit om een vervormen van'de naaf en het kromtrekken van de flenzen gedurende de tijd te | I voorkomen,dat de band op de ring werd gewikkeld.

Uit het Amerikaanse octrooischrift 4.044.965 is het verder 10 bekend om de flenzen aan elke zijde ervan aan het centrale gedeelte van de haspel vast te lassen en wel in de nabijheid van de ringsectie en de naafsectie ervan. Het is verder de bedoeling dat de bijvoorbeeld van polystyreen vervaardigde delen ultrasonisch aan elkaar worden gelast om een doosvormige constructie te verkrijgen, die een 20 betere weerstand tegen samendrukking vertoont als de band op de ondersteuningsring wordt gewikkeld. De flenzen bezaten enigszins klein gedimensioneerde uitsteeksels op de binnenvlakken van het centrale deel, waardoor een nagenoeg cylindrisch lasoppervlak voor de zijflenzen wordt gevormd.

25 Ofschoon door de uit het Amerikaanse octrooischrift 4.044.965 bekende haspel voor een magnetische band een stap vooruit in de techniek werd gevormd, gaf het ontwerp eveneens aanleiding tot bepaalde problemen en de uitvinding heeft dan ook ten doel om een nieuwe haspel voor een magnetische band te verschaffen, die 30 de doosvormige constructie en de stevigheid van de haspel volgens de stand van de techniek bezit zonder de hieraan vastkleven nadelen zoals in het onderstaande nog zal worden toegelicht.

Het voornaamste nadeel dat inherent is aan de constructie, 8104328 -2- die uit het Amerikaanse octroöischrift 4.044.965 bekend is, wordt door de aanzienlijke moeilijkheid gevormd, welke door de fabrican- i ' ten van een dergelijk orgaan wordt ondervonden om de eigenschappen j I van de haspel met betrekking tot het verkrijgen van een acceptable j 5 las langs de omtrek van deze haspel constant te houden.Uit ervaring blijkt dat er meestal bepaalde onregelmatigheden van het ene deel ten opzichte van het andere optreden en dat een flens niet! ! precies bij een naaf past, waardoor een volledig contaöt langs de j omtrek tussen de ringvormige kragen van het centrale deel en de j ; 10 lasoppervlakken van de zijflenzen wordt verstoord. De contact- gebieden van de las tussen het centrale deel en de flenzen langs de gehele lengte van hun omtrek zijn van relatief kleine afmetingen en mogelijke onvolkomenheden van de delen of door het bewerken ontstane foutieve onderlinge aansluitingen hebben vele malen niet | 15 samenhangende lasvlakken tot resultaat en een hiervan het gevolg ! ί j zijnde afkeuring van desbetreffende onderdelen.

j

De uitvinding zal thans aan de hand van de figuren nader worden toegelicht.

Fig. 1 geeft een zijaanzicht van een gedeelte van de 20 haspel volgens de uitvinding weer.

Fig. 2 geeft een doorsnede volgens de lijn II-II van fig. 1 weer.

Fig. 3 geeft een doorsnede volgens de lijn III-III van fig. 1 weer, en 25 fig. 4 geeft een doorsnede volgens de lijn IV-IV van fig.

1 weer.

De uitvinding heeft betrekking op een haspel voor een magnetische band, die bijvoorkeur voor bewerkingen in een reken-tuig wordt gebruikt, waarvoor een hoge mate van nauwkeurigheid 30 verplicht is. De haspel bezit de voordelen van de uit het Amerikaan- se octrooischrift 4.044.965 bekende haspel, doch is in dien zin j | verbeterd, dat de lasoppervlakken in de vorm van ringvormige kra- i gen ervan zijn weggelaten en dat ter vervanging hiervoor spaakvor- j mige delen zijn toegepast, die zich vanaf het buitenvlak van de j ! 35 naaf radiaal naar buiten uitstrekken, en verder spaakvormige j

_____ I

delen, die zich radiaal vanaf het binnenvlak van de bandondersteu- j 8104328 -3- ; ningsring naar binnen uitstrekten. De zijflenzen zijn alleen ultra- [ | ; soon op de spaakvormige delen vastgelast waardoor een doosvormige j ! constructie met een hoge bestendigheid tegen compressie wordt ! i ! verkregen. | i _ ! | 5 In fig. 1 is een centraal deel 1 afgebeeld, dat uit één stuk is uitgevoerd, en een aandrijfring 13 met een naaf 14 bevat, die door middel van een centraal gedeelte 35 met elkaar zijn verbonden. De zijflenzen 2 en 3 sluiten tegen de kragen 40, 41 van de tegenover elkaar gelegen vrije einden van de ring 13 aan. Op deze 10 wijze vindt de verbinding van de flenzen met de ring door middel j van een scherpe rand plaats, waarbij door deze onderdelen een on- j dersteuningsconstructie wordt gevormd, die in aanraking met de : | hierop te wikkelen magnetische band komt. De spaakvormige delen ! 15 en 16 strekken zich radiaal tussen de ring 13 en de naaf 14 aan j ]/ !

Oj 15 de tegenover elkaar gelegen zijde van het centrale deel 35 uit. Het profiel van deze spaakvormige elementen is in fig. 3 afgebeeld. Verder is. nog een ander stel spaakvormige delen 17 en 18 toegepast, | die zich radiaal vanaf het binnenvlak van de aandrijfring naar de aandrijvende naaf uitstrekken, waarbij de spaakvormige delen 20 17 en 18 bij de punten 70 en 71 eindigen voordat deze radiaal in de nabijheid van deze naaf komen. Bij voorkeur eindigen de spaakvormige delen 17 en 18 ongeveer halverwege naar binnen langs het centrale gedeelte 35. Dit heeft ten doel om het uitrichten van de uitsteeksels 80, die vanuit de zijflenzen 2 en 3 uitsteken, door 25 de openingen 50 te vergemakkelijken, die volgens een zich herhalend patroon zijn aangebracht en voor het onmiddellijk uitrichten van de zijflenzen 2 en 3 ten opzichte van het centrale gedeelte 35 zijn bestemd.

De zijflenzen 2 en 3 bezitten uitstekende oppervlakken 30 4, 5, 6 en 7 die, wanneer deze in de nabijheid van het centrale gedeelte 35 worden geplaatst, bij 60, 61, 62, 63 en 64 (fig. 3 en 4) tegen de radiaal naar buiten lopende spaakvormige delen komen te liggen. Op het moment dat de zijflenzen tegen de radiaal naar buiten lopende spaakvormige delen worden gedrukt, worden de be-35 treffende onderdelen aan de invloed van ultrasoon geluid onderworpen, zodat de zijflenzen bij de aanrakingsgebieden 60, 61, 62, j 8 1 0 4 3 2 8 -4- i 63, 64 en 65 van het oppervlak ervan in de spaakvormige delen worden ! : geperst, zodat deze onderdelen in elkaar doordringen en door af- ! i ! schuiving en het zacht worden van de onderdelen de lasgebieden 60, 61, 62, 63, 64 en 65 worden gevormd. Het is hierbij van belang 5 op te merken, dat zelfs door tamelijk grote foutieve onderlinge aansluitingen, welke door variaties in de afmetingen bij het vervaardigen van de onderdelen of van de haspel worden veroorzaakt, het samenhangend verband van de lassen niet op enige wijze van betekenis wordt aangetast.

! 10 Ofschoon het feitelijke aantal spaakvormige delen en de samenstelling van de voor de haspel gebruikte materialen als ! ontwerpvariabelen worden opgevat, waarvan de keuze voor de gemiddelde op dit gebied van de techniek ges schoolde technicus voor de hand ligt, is gebleken dat een icentraal gedeelte 35, dat van glasvezels | 15 is vervaardigd en met polystyreen is opgevuld, en van polystyreen vervaardige zijflenzen in de praktijk acceptabel zijn ten gevolge van de éigenschap daarvan dat deze ultrasoon aan elkaar kunnen worden vastgelast. In de afgelopen tijd zijn door aanvrager vierentwintig radiaal naar buiten lopende spaakvormige delen 15, 16 aan 20 beide zijden vavhet centrale gedeelte 35 toegepast, en een even groot.aantal radiaal uitstekende spaak vormige delen 17 en 18.

Dit wil zeggen dat elke flens bij tweeenzeventig radiale punten aan het centrale gedeelte 35 is vastgelast, en wel achtenveertig langs de omtrek van het centrale gedeelte 35 in de nabijheid van 25 de ring 1 en vierentwintig punten in de nabijheid van de centrale aandrijfring 2.

i 8104328

Claims (5)

1. Haspel voor een magnetische band te gebruiken bij | rekentuigen, met het kenmerk, dat deze haspel is samengesteld uit een centraal deel, dat uit een aandrijvende naaf met een eerste 5 stel spaakvormige delen bestaat, die zich radiaal.vanaf, het buitenvlak van deze naaf op de tegenover elkaar gelegen zijkanten van dit ; centrale deel naar buiten uitstrekken; alsmede uit een concentrisch 1 aan deze naaf verlopende ondersteuningsring, die een tweede stel spaakvormige delen bevat, welke zich radiaal vanaf het binnenvlak | 10 van de ring op de tegenover/gelegen zijkanten van dit centrale deel naar binnen uitstrekken; en uit twee zij flenzen, die met in- wendige en uitwendige lasvlakken zijn uitgevoerd, welke op zodanige | wijze vanuit het flensoppervlak uitsteken dat deze bij het eerste i en tweede stel spaken in aanraking met het genoemde centrale deel j 15 kunnen komen, waarbij deze zijflenzen door middel van ultrasone j lassen langs die oppervlakken met het genoemde centrale deel zijn j i verbonden, waar de zijflenzen in aanraking met het eerste en tweede stel spaakvormige delen komen, zodat op deze wijze een doosvormige constructie met een hoge weerstand tegen compressie wordt gevormd, 20 die door de hierop gewikkelde band wordt veroorzaakt.

2. Haspel voor een magnetische band volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat elke flens van een kraag is voorzien om de hierbij behorende ringvormige randen van de ondersteuningsring op te nemen, zodat er tussen elke flens en de ring een scherpe rand 25 aanwezig is.

3. Haspel voor een magnetische band volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het genoemde centrale deel verder in de nabijheid van de aandrijvende naaf een aantal volgens een zich herhalend patroon aangebrachte openingen bezit, die ten doel hebben om de uit- 30 steeksels op te nemen, welke vast op een van de zijflenzen zijn aangebracht.

4. Haspel voor een magnetische band volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat het ene stel spaakvormige delen, dat vanaf het — I binnenvlak van de aandrijfring verloopt op'een bepaald punt eindigt j 35 voordcfc dit bij cfe genoemde openingen volgens het zich herhalende pa- j troon op de zijkant van het centrale deel komt, welke laatste be- j 8104320 >» -6- stemd zijn om de genoemde uitsteeksels op te nemen, die vaët op | een van de zijflenzen zijn bevestigd.

5. Haspel voor een magnetische band, in hoofdzaak zoals | beschreven in de beschrijving en/of afgebeeld in de figuren. 5 j 10 j 15 20 25 30 35 i..... 8104328