NL8104279A - Inrichting voor het zichbaar maken van informatie. - Google Patents

Description

r 5 P & c

W 5779-1 Ned.dB/LvD

Inrichting voor het zichtbaar maken van informatie.

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het zichtbaar maken van informatie door middel van bewegende beelden.

5 Dergelijke inrichtingen zijn bekend in de vorm van een zoge- naamde lichtkrant. Daarbij zijn op alle punten van het informatievlak gloei-laipen vdgens bgnen aangefcracht, die afhankeigk van te vormen lettertekens door middel van een besturende schakelinrichting zodanig in de vooruitbewegings-richting van het beeld worden aan- en uitgeschakeld, dat in de lijnen 10 telkens een volgende lamp wordt aangeschakeld, terwijl de voorgaande wordt uitgeschakeld. Dit vraagt zeer veel gloeilampen en veel electrische energie.

Er zijn ook inrichtingen voor het zichtbaar maken van informatie bekend, welke werken met behulp van televisiebeeldbuizen, zoge-15 naamde displays, waarop de gewenste tekens door middel van een beeld-raster en een aftastende electronenstraal tot oplichten worden gebracht.

Dit systeem is echter door de gebruikte beeldbuis niet geschikt voor het aflezen van grote afstand, bijvoorbeeld voor lichtreclames van grote afmetingen aan gebouwen. ,.

20 De uitvinding beoogt het opheffen van de genoemde bezwaren en het verschaffen van een inrichting voor het zichtbaar maken van bewegende informatie die een veel lager energieverbruik heeft en met grote afmetingen kan worden aangebracht.

Dit wordt volgens de uitvinding bereikt met een reeks even-25 wijdige kanalen in een frame, door of langs welke kanalen elementen beweegbaar zijn, waarvan de conditie telkens aan het begin van het betref-' fende kanaal, door electronische of andere besturingsorganen, instelbaar is. - . - ♦ '· -1*· -¾

Iii een bepaalde uxtvoeringsvorm kunnen de elementen bestaan •e»· 30 uit bollen van een bepaalde kleur, waarbij bollen in tenminste twee kleuren beschikbaar zijn, welke bollen worden toegevoerd aan de begin-einden van de kanalen in een bepaalde volgorde, bepaald door de besturingsorganen afhankelijk van de gewenste informatie.

De bollen kunnen zijn vervaardigd van kunststof, bijvoorbeeld 35 polyvinylchloride of polystyreenschuim en kunnen al of niet hoi zijn.

Zij zijn dan licht en kunnen door middel van druklucht van geringe overdruk door de kanalen worden bewogen, die dan buizen met doorzichtige voorzijde zijn.

In een andere uitvoeringsvorm zijn de elementen eenheids-40 hoeveelheden van een vloeistof of gas met een bepaalde kleur, waarbij tenminste twee kleuren beschikbaar zijn, welke eenheidshoeveelheden S 1 0 4 2 7 8 - 2 -- *. ? S I ( worden toegevoerd aan de begineinden van de kanalen m een bepaalde volgorde, bepaald door de besturingsorganen afhankelijk van de gewenste informatie.

De elementen kunnen ook een drie- cf .raeerhodd.ge doorsnede-hebben en 5 de kanalen een dwarsdoorsnede, die in hoofdzaak met deze dwarsdoorsnede van de •elementen overeenkomt, zodanig dat de elementen niet verdraaibaar zijn in de kanalen, waarbij de zijden van:de elementen ver-schillende kleuren hebben in een vaste volgorde, terwijl de begineinden van de kanalen een cirkelvormige dwarsdoorsnede hebben en de elementen 10 daarin onder invloed van de besturingsorganen verdraaibaar zijn voor het naar de zichtzijde van het frame draaien van de zijde van het element die de op grond van de informatie . gewenste kleur'heeft'. ·

Voor het aan de voorzijde of zichtzijde brengen van de juiste kleur zijn dan bij voorkeur de elementen elk voorzien van een ijzerkern 15 en aan de omtrek van de kanaaldelen met cirkelvormige dwarsdoorsnede electromagneten vast aangebracht, overeenkomstig het aantal zijden van de elementen, we Ike electromagneten door de besturingsorganen bestuur-baar zijn.

Een andere mogelijkheid volgens de uitvinding is dat de ele-20 menten bestaan uit oppervlakeenheden van een band of strook die in de kanaalrichting langs het frame beweegbaar is, waarbij deze oppervlakeenheden zijn bedekt met luminescerend materiaal ofwel zijn bedekt met zogenaamd vloeibaar-kristal-materiaal, terwijl aan het begineinde van elk kanaal een lamp of verwarmingsbron is aangebracht, welke wordt 25 in- of uitgeschakeld gedurende een bepaalde tijdsduur door de besturingsorganen.

De uitvinding zal hieronder nader worden toegelicht aan de hand van de tekening waarin enige uitvoeringsvoorbeelden van de inrichting volgens de uitvinding zijn weergegeven.

30 Fig. 1 toont een frame met horizontale kanalen waardoor bolvormige elementen worden gevoerd.

Fig. 2 toont een frame met horizontale kanalen bestemd voor de doorvoer van vloeistofeenheden van verschillende kleur.

Fig. 3 toont een aanzicht in perspectief van een dridhoekig 35 element.

Fig. 4 is een doorsnede door het element van fig. 3,opgenomen in een begindeel van een kanaal.

Fig. 5 is een aanzicht in perspectief van een vierhoekig element met kruisvormige doorsnede.

40 In een eerste uitvoeringsvorm, weergegeven in fig. 1, bestaat de 8104279

<- X

- 3 - inrichting volgens de uitvinding uit een frame 1, dat een aantal evenwij-dige kanalen 2 bevat, die in de weergegeven uitvoeringsvorm horizontaal verlopen. Aan het ene einde, in fig. 1 links, heeft het frame 1 een begin-deel 3, waarin voor elk kanaal 2 ook een begingedeelte voor dat kanaal 5 aanwezig is. Een reservoir 4 en een reservoir 5 zijn aangebracht, welke reservoirs elk kunnen bestaan uit een trechter of kopper, die aan het ondereinde is aangesloten op een leiding 8 resp. 9, welke leidingen voeren langs het begingedeelte 3 van het frame. Ter hoogte van elk begindeel van een kanaal 2 voert een aftakleiding 10 resp. 11 van de 10 leiding 8 resp. 9 naar een begindeel van een kanaal. In elke aftakleiding is een klep 6 resp. 7 aangebracht, welke de aftakleiding kan afsluiten of deze kan openen onder besturing van een besturingsinrichting, welke schematise!! is aangeduid met 12 en 13.

Wanneer nu het reservoir 4 bijvoorbeeld rode bollen bevat en 15 het reservoir 5 zwarte bollen dan kan door een geschikte besturing van de kleppen 6, 7 telkens een rode of zwarte bol aan elk van de begindelen van de kanalen 2 worden toegevoerd, het-geen zodanig kan worden gedaan, dat aan de doorzichtige voorzijde van de kanalen een beeld, bijvoorbeeld van een letter of cijfer zichtbaar wordt. Dit is dan bijvoorbeeld een 20 letter in rode bollen tegen een achtergrond van zwarte bollen of omgekeerd.

Een en ander zoals in fig. 2 zichtbaar is gemaakt. De bollen bewegen bijvoorbeeld onder invloed van de zwaartekracht, namelijk het gewicht van de boven een in een aftakleiding door de betreffende klep toegelaten bol aanwezige bollen naar de begindelen in het framegedeelte 3 en worden dan, 25 in fig. 1 gezien,van links naar rechts voortbewogen, bijvoorbeeld door een drukmedium, dat links op het begindeel 3 met toevoerleidingen is aangesloten, welke niet zijn weergegeven en welk medium aan het rechiereinde 14 van het frame door afvoerleidingen het frame kan verlaten.

Het eindgedeelte van het frame bevat voor elk kanaal 2 een eind-30 gedeelte. Op elk eindgedeelte is een aftakleiding 15 aangesloten, die alien voeren naar een vertikale leiding 16. De aftakleidingen 15 behoeven niet te zijn voorzien van bestuurde kleppen, daar de bollen, welke door een kanaal 2 zijn bewogen, automatisch in de aftakleidingen 15 en vandaar in de leiding 16 komen, waarin zij onder invloed van de zwaartekracht naar 35 omlaag bewegen en aan het ondereinde worden opgevangen. Daarbij zijn uiter-aard de rode en de zwarte bollen willekeurig gemengd, afhankelijk van het getoonde teken als beeld in de inrichting. Na het verlaten van de inrichting 1, kunnen de bollen weer in hun respectievelijke kleuren worden gesorteerd, waarop hieronder nader wordt teruggekomen.

40 Het is duidelijk dat meer dan twee reservoirs, dus meer verschillende 8104279 - 4 - 5 soorten bollen of andere elementen kunnen zijn aangebracht.

Ook kunnen. de kanalen 2 een andere richting hebben dan. horizontaal, bijvoorbeeld vertikaal of schuin gesteld.

Eventueel moet dan ook druklucht of een ander middel worden gebruikt 5 voor het toevoeren resp. afvoeren van de elementen aan en uit de kanalen.

De bollen of andere elementen kunnen ook in plaats van door een drukmedium, bijvoorbeeld druklucht, aan een kanaal of een aantal kanalen worden toegevoerd door middel van een zogenaamd ' cellenrad.

Het sorteren van de elementen, bijvoorbeeld bollen, na het 10 verlaten van de inrichting kan op verschilleiide wijzen plaatsvinden.

Als voorbeeld worden genoemd: een verschil in gewicht tussen de rode en de zwarte bollen, waarna zij worden gesorteerd doordat bij inwerking daarop van perslucht de lichtere bollen verder worden geblazen dan de andere. Ook kan een magnetiseerbaar element, bijvoorbeeld een zogenaamde 15 popnagel, in een soort bollen worden aangebracht zodat zij worden beinvloed door een magnetisch veld, terwijl de bollen zonder deze popnagels niet door dit veld worden beinvloed. Men kan de bollen sorteren door de kleur daarvan te laten herkennen door een detector, die het teruggekaatste licht van de bqllen opvangt. Wanneer de bollen worden uitgevoerd met 20 een klein diameter-.verschil kunnen zij mechanisch worden gesorteerd op grootte door middel van een gat of sleuf die de ene soort bollen doet passeren en de andere tegenhoudt.

Fig. 2 toont een tweede uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding, die in zoverre met de eerste overeenkomt, dat ook hier 25 een frame 1 aanwezig is, dat horizontale kanalen 2 bevat. De inrichting heeft een begindeel 3 en een einddeel 14. Deze inrichting werkt met vloeistoffen of gassen met een bepaalde kleur. Bijvoorbeeld rood gekleurde vloeistof kan worden toegevoerd in een leiding 8 via een afsluiter 17, welke leiding 8 langs het begingedeelte 3 verloopt. De leiding 8 heeft 30 aftakleidingen 6, waarvan er telkens een verloopt van de leiding 8 naar een kanaal 2. Via een afsluiter 18 is bijvoorbeeld wit gekleurde of onge-kleurde vloeistof toevoerbaar aan een leiding 19, die eveneens langs het begingedeelte 3 verloopt en is voorzien van aftakleidingen 7, verlopend tussen de leiding 19 en telkens een kanaal 2. Zowel de leidingen 6 35 als 7 zijn elk voorzien van een niet-weergegeven klep. Deze kleppen zijn door eveneens niet weergegeven besturingsinrichtingen bestunrbaar. De beide vloeistoffen worden nu zodanig bestuurd door de kleppen in de leidingen 6 en 7 toegevoerd aan de kanalen 2, dat daarin delen 20 ont-staan, bijvoorbeeld rood gekleurd, die in elk kanaal grenzen aan onge-40 kleurde delen. Hierdoor kan bijvoorbeeld de letter a worden gevormd, die 8104279 - 5 - * * zichtbaar wordt aan de voorzijde van de inrichting 1. De vloeistoffen worden met een zekere druk toegevoerd, zodat het beeld, gevormd door de delen 20, zich met kleinere of grotere snelheid van links naar rechts door de inrichting beweegt, zoals gezien in fig. 2. Het is duidelijk dat 5 de beide gebruikte vloeistoffen onvermengbaar moeten zijn. De vloeistoffen kunnen worden afgevoerd uit de kanalen 2 via het eindgedeelte 14 van de inrichting dat aan de onderzijde een afvoerleiding 21 heeft.

Ook hier kunnen meer dan twee vloeistoffen worden toegepast met bijbehorende besturingsinrichtingen. Men kan de besturing zo 10 uitvoeren dat telkens van de vloeistof met de kleur, die het eigenlijke beeld, d.w.z. het letterteken a in dit geval vormt, met eenheidshoeveel-heden wordt toegevoerd, dus dat de delen 20 op elke regel van het beeld gelijke lengtes hebben.

Een derde uitvoeringsvorm maakt gebruik van veelhoekige elemen-15 ten waarvan fig. 3 een aanzicht in perspectief toont van een voorbeeld daarvan. Dit is een driehoekig element, dat in fig. 4 in dwarsdoorsnede is weergegeven binnen een begingedeelte, zoals 3 van fig. 1 van een ka-naal 2,dat hier een cirkelvormige doorsnede heeft. De zijden 23, 24, 25 van het element, zijn bijvoorbeeld resp. rood, geel en blauw gekleurd.

20 Rondom het deel 3 zijn drie electromagneten aangebracht, resp. aangeduid met 26, 27, 28. .Op een zijvlak van het element 22, bijvoorbeeld het rode zijvlak 23, is een kern, bijvoorbeeld een nagel 29 van magnetiseer-baar materiaal aangebracht. Wordt nu de electromagneet 26 door de besturingsorganen van de inrichting bekrachtigd, dan trekt deze de 25 kern 29 aan, zodat het rode zijvlak 23 van het element 22 wordt gekeerd naar de zichtzijde van de inrichting. Wordt de magneet 27 bekrachtigd, dan komt de kern 29 te staan tegenover de magneet 27 en is het blauwe vlak 25 van het element 22 naar de zichtzijde gekeerd. Evenzo komt bij bekrachtiging van de magneet 28 het gele zijvlak 24 van het element 30 aan de zichtzijde.

De dwarsdoorsnede van de kanalen 2, welke aansluiten op de begindelen 3, is zodanig gekozen dat de elementen van de begindelen 3 uit in de delen 2 kunnen overgaan, maar daarin niet kunnen verdraaien.

Deze doorsnede kan in het weergegeven geval bijvoorbeeld rechthoekig 35 zijn met een verticale zijde gelijk aan de zijde van het driehoekige element en een kleinere horizontale zijde.

Andere vorman van elementen zijn mogelijk, bijvoorbeeld met vierkante doorsnede of met de doorsnede als weergegeven in fig. 5.

Daarbij kan een kern 31 zijn aangebracht op een eindvlak van het weergege-40 ven kruisprofiel van het element 30 en zijn de vier vlakken tusseii de 8104279 - δ - benen van bet kruisprofiel telkens met een andere kleur uitgerust.

Rondom het cirkelvormige begindeel 3 zijn nu vier magneten aangebradit, die vier standen van het element 30 mogelijk maken. Een en ander is niet verder weergegeven.

5 Tenslotte bestaat een andere mogelijke uitvoeringsvorm vol- gens de uitvinding daarin dat men elementen draaibaar om hun langsas bevestigt op een plaatvormig frame in bijvoorbeeld horizontale reeksen, welke elementen zijn voorzien van een magnetiseerbare kern. Wordt de kern door een magnetisch veld aangetrokken, dat keert het element door 10 rotatie een bepaald deel naar de. zichtzijde, welk deel een bepaalde kleur t draagt. De besturing kan nu zodanig plaatsvinden, dat een staafvormig element, zich uitstrekkend dwars op de regels van het beeld, wordt be-wogen achter langs het plaatvormige frame, welk staafvormig element voor elke regel van het beeld een electromagneet draagt. Door geschikte 15 besturing van de electromagneten, waardoor deze al of niet worden be- krachtigd, bij de langsbeweging langs de elementen, kan weer een bepaald beeld worden verkregen.

Opgemerkt wordt nog dat de hierboven bij fig. 1 beschreven bollen of andere elementen ook vlak, d.w.z. plaatvormig kunnen zijn 20 uitgevoerd. Zij kxinnen bijvoorbeeld ook reeksen vormen, welke in het hart van het element, in de langsrichting van de kanalen, door middel van kettingdelen met elkaar zijn verbonden. Rotatie van deze elementen om hun hartlijn is dan mogelijk door de ketting^elementen. De elementen hebben verschillende kleuren aan de beide zijden· van de plaat.

25 8104279

Claims (6)

1. Inrichting voor het zichtbaar maken van informatie, door middel van bewegende beelden, gekenmerkt door een reeks evenwijdige kanalen in een frame, door of langs welke kanelen elementen beweegbaar zijn, waarvan de conditie telkens aan het begin van het betreffende kanaal, door 5 electronische of andere besturingsorganen, instelbaar is.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de ele-menten bestaan uit bollen van een bepaalde kleur, waarbij bollen in ten-minste twee kleuren beschikbaar zijn, welke bollen worden toegevoerd aan de begineinden van de kanalen in een bepaalde volgorde, bepaald door 10 de besturingsorganen afhankelijk van de gewenste informatie.

3. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de elementen eenheidshoeveelheden van een vloeistof of gas met een bepaalde kleur zijn, waarbij tenminste twee kleuren beschikbaar zijn, welke eenheidshoeveelheden worden toegevoerd aan de begineinden van de kanalen 15 in een bepaalde volgorde, bepaald door de besturingsorganen afhankelijk van de gewenste informatie.

4. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de elementen een drie- of meerhoekige dwarsdoorsnede hebben en de kanalen een dwarsdoorsnede die in hoofdzaak met deze dwarsdoorsnede van de elemen- 20 ten overeenkomt, zodanig dat de elementen niet verdraaibaar zijn in de kanalen, waarbij de zijden van de elementen verschillende kleuren hebben in een vast volgorde, terwijl de begineinden van de kanelen een cirkel-vormige dwarsdoorsnede hebben en de elementen daarin onder invloed van de besturingsorganen verdraaibaar zijn voor het naar de zichtzijde van 25 het frame draaien van de zijde van het element, die op grond van de inf ormatie gewenste kleur heeft.

5. Inrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de elementen elk zijn voorzien van een ijzeren en aan de omtrek van de kanaal-delen met cirkelvormige dwarsdoorsnede electromagneten vast zijn aange- 30 bracht, overeenkomstig het aantal zijden van de elementen, welke electromagneten door de besturingsorganen bestuurbaar zijn.

6. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de elementen bestaan uit oppervlakeenheden van een band of strook die in de kanaalrichting langs het frame beweegbaar is, waarbij deze oppervlak- 35 eenheden zijn bedekt met luminescerend materiaal ofwel zijn bedekt met zogenaamd vloeibaar-kristal-materiaal, terwijl aan het begineinde van elk kanaal een lamp of verwarmingsbron is aangebracht welke wordt in- of uitgeschakeld gedurende een bepaalde tijdsduur door de besturingsorganen. 40 8 1 0 4 2 7 9