NL8104179A

NL8104179A - Werkwijze voor het toevoeren van vezelig isolatiemateriaal, in het bijzonder glaswolvezels, in de spouw van een spouwmuur.

Info

Publication number: NL8104179A
Application number: NL8104179A
Authority: NL
Original assignee: Talmer B V
Priority date: 1981-09-10
Filing date: 1981-09-10
Publication date: 1983-04-05
Also published as: EP0074678B1; ATE10524T1; EP0074678A1; DE3261380D1

Description

N/30.429-Jb/ak

Werkwijze voor het toevoeren van vezelig isolatiemateriaal, in het bijzonder glaswolvezels, in de spouw van een spouwmuur.

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het toevoeren van vezelig isolatiemateriaal, in het bijzonder glaswolvezels, in de spouw van een spouwmuur met be-hulp van een ejecteur, die enerzijds op een toevoerleiding 5 voor het isolatiemateriaal en anderzijds op een toevoerleiding voor perslucht wordt aangesloten en die voorts is verbondeh met een uitlaatpijp, waarbij het isolatiemateriaal door de perslucht in de ejecteur wordt aangezogen en via de uitlaatpijp in de spouw wordt geblazen.

10 In vele gevallen wordt, voor het toevoeren van vezelig isolatiemateriaal in de spouw van een spouwmuur, in de buitenmuur, ter plaatse van een kruispunt van een liggen-de en een opstaande voeg, een gat geboord-met een diameter van ongeveer 2 cm, waarin de uitlaatpijp wordt gestoken. De 15 als isolatiemateriaal benutte vezels hebben hierbij een leng-te van slechts enkele millimeters. Hoewel bij de bekende werkwijze een homogene vullingsgraad wordt bereikt,. verkrijgt het in de spouw toegevoerde isolatiemateriaal een hoge dicht-heid. Dit leidt ertoe, dat de materiaalkosten van de isolatie 20 aanzienlijk zijn, terwijl voorts betrekkelijk veel tijd voor het toevoeren van het isolatiemateriaal in de spouw nodig is.

De onderhavige uitvinding beoogt een werkwijze te verschaffen, welke tot een aanzienlijke vermindering van de materiaalkosten en tot een verkorting van de toevoertijd 25 leidt.

Hiertoe wordt de werkwijze volgens de uitvinding daardoor gekenmerkt, dat de lucht, alvorens deze de ejecteur bereikt, aan een droogbewerking wordt onderworpen.

Verrassenderwijze is gebleken, dat door het dro-30 gen van de lucht de mogelijkheid wordt verschaft, langere vezels, en wel vezels met een lengte van enige centimeters, te benutten, zonder dat dit tot samenkoeken of verstoppingen leidt, waarbij in 'het bijzonder ook de nauwe uitlaatpijp, alsmede de hierop aansluitende nauwe boring in de buitenmuur, 35 zonder problemen kunnen worden gepasseerd.

8104179 - 2 - 5- ¾

De toepassing van daze langere vezels blijkt, onder behoud van een homogene vullingsgraad, tot een geringe-re dichtheid van het in de spouw toegevoerde isolatiemateri-aal te leiden. Hierdoor worden de materiaalkosten aanzienlijk 5 verminderd, terwijl tevens sneller kan worden gewerkt.

De uitvinding zal hierna worden toegelicht aan de hand van de tekening, die in doorsnede een uitvoerings-voorbeeld weergeeft van een inrichting, waarmede de werkwijz.e volgens de uitvinding kan worden uitgevoerd.

10 Deze inrichting, welke dient voor het toevoeren van vezelig isolatiemateriaal, in het bijzonder van minerale glaswolvezels in de spouw 1 van een spouwmuur 2,3, is uitgevoerd met een ejecteur 4, die enerzijds op een toevoerleiding 5 voor het isolatiemateriaal is aangesloten en anderzijds een 15 aansluiting 6 voor een, met een compressor (niet weergegeven) verbonden toevoerleiding voor perslucht bezit. Het vezelig isolatiemateriaal wordt door deze perslucht in de ejecteur 4 aangezogen.

De ejecteur 4 is voorts aangesloten op een korte 20 uitlaatpijp 7, van waaruit de vezels in de spouw 1 worden ge-blazen.

De ejecteur 4 omvat een huis 8, dat met een cen-traal kanaal 9 is uitgevoerd, waarop de toevoerleiding 5 voor de vezels aan de, van de uitlaatpijp. 7 afgekeerde, zijde 25 aansluitbaar is. De ejecteur 4 en de uitlaatpijp. 7 zijn sa-mengebouwd tot een uitlaateenheid. De aansluiting 6. voor de toevoerleiding voor de perslucht, is verbonden met een in het huis 8 gevormd ringkanaal 10, waarvan de hartlijn met de hart-lijn van het centrale kanaal 9 samenvalt en waarop een aantal 30 kanalen 11 voor de perslucht is aangesloten. Deze kanalen 11 monden in het centrale kanaal 9 uit en sluiten een scherpe hoek met de langsas van dit centrale kanaal 9 in. '

Het centrale kanaal 9 is met een venturivormige vernauwing 12 uitgevoerd. De kanalen 11 voor de perslucht mon-35 den, gelijkmatig verdeeld over de orntrek van deze vernauwing 12, in deze vernauwing 12 uit.

De uitlaatpijp 7 is losneembaar in het huis 8 bevestigd en heeft een zodanige diameter, dat deze in bedrijf in een boring 13 met een diameter van ongeveer 2 cm in de 8104179 ί* ·* - 3 - buitenmuur 2 kan worden gestoken. Via deze boring 13 bereiken de vezels de spouw 1.

V66r en/of na de compressor, van waaruit de pers-lucht naar de aansluiting 6 wordt toegevoerd, is een droogin-5 richting voor de lucht geschakeld.

Deze drooginrichting kan, althans gedeeltelijk, uit een koelinrichting bestaan, waarin de lucht wordt gekoeld, terwijl het hierbij vrijkomende vocht wordt afgevoerd.

Als alternatief, of in combinatie hiermede, kan 10 de lucht voorts in aanraking worden gebracht met een vochtab-sorberend middel, zoals absorptiekorrels, welke een droogwer-king op de lucht uitoefenen.

Door het benutten van gedroogde perslucht voor het aanzuigen van de, als isolatiemateriaal in de spouw 1, 15 dienende, vezels, wordt het mogelijk, vezels te benutten met een lengte van enige centimeters, welke^niettemin in staat zijn de nauwe uitlaatpijp 7 met een diameter, welke kleiner is dan 2 cm, alsmede de boring 13, te doorlopen zonder dat ver-stoppingen optreden. Hierbij wordt, onder het behoud van een 20 homogene vullingsgraad, een aanzienlijk geringere dichtheid van het isolatiemateriaal in de spouw 1 verkregen. Deze geringere dichtheid van het isolatiemateriaal in de spouw 1 leidt niet slechts tot belangrijk verminderde materiaalkosten, doch voert voorts tot een snellere werkmethode, daar immers een 25 spouw 1 van bepaalde afmetingen uiteindelijk met minder mate-riaal wordt gevuld en het isolatiemateriaal dus in een korte-re tijd in deze spouw 1 kan worden toegevoerd.

8104 179

Claims

1. Werkwijze voor het toevoeren van vezelig iso-latiemateriaal, in het bijzonder glaswolvezels, in de spouw van een spouwmuur met behulp van een ejecteur, die enerzijds op een toevoerleiding voor het isolatiemateriaal en anderzijds 5 op een toevoerleiding voor perslucht wordt aangesloten en die voorts is verbonden met een uitlaatpijp, waarbij het isolatiemateriaal door de perslucht in de ejecteur wordt aangezogen en via de uitlaatpijp in de spouw wordt geblazen, met het kenmerk, dat de lucht, alvorens deze de ejecteur 10 bereikt, aan een droogbewerking wordt onderworpen.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat de lucht aan een koelwerking wordt bloot-gesteld en hierdoor, althans gedeeltelijk, wordt gedroogd.

3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, m e t 15. e t kenmerk, dat de lucht in aanraking met een vocht-absorberend middel, zoals absorptiekorrels, wordt gebracht en hierdoor, althans gedeeltelijk, wordt gedroogd.

4. Werkwijze volgens een der voorgaande conclu-sies, met het kenmerk, dat het drogen van de 20 lucht, althans gedeeltelijk, νόόr de luchtcompressor plaats-vindt.

5. Werkwijze volgens een. der voorgaande conclu-sies, met het kenmerk, dat het drogen van de lucht, althans gedeeltelijk, na de luchtcompressor plaatsvindt. 8104179