NL8104112A - Inrichting en werkwijze dienende om een elektrische kabel en een daarmee verbonden meeteenheid, gelijkmatig voort te bewegen in het inwendige van een pijpcircuitgedeelte. - Google Patents

Inrichting en werkwijze dienende om een elektrische kabel en een daarmee verbonden meeteenheid, gelijkmatig voort te bewegen in het inwendige van een pijpcircuitgedeelte. Download PDF

Info

Publication number
NL8104112A
NL8104112A NL8104112A NL8104112A NL8104112A NL 8104112 A NL8104112 A NL 8104112A NL 8104112 A NL8104112 A NL 8104112A NL 8104112 A NL8104112 A NL 8104112A NL 8104112 A NL8104112 A NL 8104112A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
pipe
cable
movable support
circuit section
pressure
Prior art date
Application number
NL8104112A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Neratoom
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Neratoom filed Critical Neratoom
Priority to NL8104112A priority Critical patent/NL8104112A/nl
Priority to DE8282201082T priority patent/DE3279285D1/de
Priority to EP19820201082 priority patent/EP0074147B1/en
Priority to JP57153395A priority patent/JPS5882159A/ja
Publication of NL8104112A publication Critical patent/NL8104112A/nl

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16LPIPES; JOINTS OR FITTINGS FOR PIPES; SUPPORTS FOR PIPES, CABLES OR PROTECTIVE TUBING; MEANS FOR THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16L55/00Devices or appurtenances for use in, or in connection with, pipes or pipe systems
    • F16L55/26Pigs or moles, i.e. devices movable in a pipe or conduit with or without self-contained propulsion means
    • F16L55/28Constructional aspects
    • F16L55/30Constructional aspects of the propulsion means, e.g. towed by cables
    • F16L55/38Constructional aspects of the propulsion means, e.g. towed by cables driven by fluid pressure
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16LPIPES; JOINTS OR FITTINGS FOR PIPES; SUPPORTS FOR PIPES, CABLES OR PROTECTIVE TUBING; MEANS FOR THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16L2101/00Uses or applications of pigs or moles
    • F16L2101/30Inspecting, measuring or testing
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16LPIPES; JOINTS OR FITTINGS FOR PIPES; SUPPORTS FOR PIPES, CABLES OR PROTECTIVE TUBING; MEANS FOR THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16L2101/00Uses or applications of pigs or moles
    • F16L2101/40Separating transported fluids
    • GPHYSICS
    • G01MEASURING; TESTING
    • G01NINVESTIGATING OR ANALYSING MATERIALS BY DETERMINING THEIR CHEMICAL OR PHYSICAL PROPERTIES
    • G01N2291/00Indexing codes associated with group G01N29/00
    • G01N2291/02Indexing codes associated with the analysed material
    • G01N2291/028Material parameters
    • G01N2291/02872Pressure

Description

' . c ι ?τ _________________________ _________________________________ « —1— VO 2233
Titel: Inrichting en werkwijze dienende om een elektrische kabel en een daarmee verbonden meeteenheid, gelijkmatig voort_te bewegen in het inwendige van een pijpcircuitgedeelte.
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting en werkwijze dienende om een elektrische kabel en een daarmee verbonden meeteenheid gelijkmatig voort te bewegen in een pijpcircuitgedeelte van een pijpensamenstelsel.
5 Het is veelal noodzakelijk om een pijpcircuitgedeelte van een pijpensamenstelsel van bijvoorbeeld stoomgeneratoren of warmtewisse-laars, te inspecteren. Daartoe is het vereist dat een meeteenheid en een elektrisch daarmee verbonden elektrische kabel met een zo goed mogelijk gedefinieerde beweging, gelijkmatig door het inwendige IQ van het te inspecteren pijpcircuitgedeelte warden voortbewogen. De constructie van het pijpensamenstelsel dat aldus moet worden geinspec-teerd, brengt veelal mee, dat de meeteenheid/kabel vanuit een en dezelfde positie in en uit het te inspecteren pijpcircuitgedeelte moet kunnen worden gevoerd. M.a.w. moet het mogelijk zijn om vanuit 15 zulk een positie de meeteenheid/kabel in de ene danwelde andere richting door het desbetreffende pijpcircuitgedeelte voort te bewegen. Hierbij dient er rekening mee te worden gehouden, dat een te inspecteren pijpcircuitgedeelte in de praktijk niet uitsluitend recht ver-loopt. In de.regel gaat het om pijpen die op verschillende wijzen zijn 2Q gebogen, zoals bijvoorbeeld volgens een schroeflijn gewikkelde pijpen/ U-vormig gebogen pijpgedeelten, en andere gebogen vormen. Bij sterk gebogen vormen of bij volgens een schroeflijn gewikkelde pijpen/ zal door het gaan aanliggen van de kabel tegen het inwendige pijpoppervlak, de voortbeweging onregelmatig worden en zelfs kunnen stoppen. Door het 25 terugtrekken van de kabel zal deze zich vastsnoeren, hetgeen tot gevolg kan hebben, dat de meeteenheid/kabel volledig vastloopt. Daarbij geldt in het algemeen dat op het inwendige oppervlak van een te inspecteren pijpcircuitgedeelte, talrijke oneffenheden voorkoman, b.v. daar waar lasverbindingen zijn gemaakt, Als gevolg van dergelijke 30 oneffenheden kan de voortgang van de meeteenheid/kabel worden belemmerd; het kan voorkomen, dat hierdoor de meeteenheid/kabel vastloopt en in 8104112 * i . s -2- « geen van beide richtingen meer verder kan worden voortbewogen.
Met de uitvinding is nu beoogd een voor de bovengeschetste problemen doeltreffende en praktische oplossing beschikbaar te stellen.
De door de uitvinding voorgestelde oplossing berust op het 5 principe, dat een kolom vloeistof niet of nagenoeg niet saaendrukbaar is. Meer in het bijzonder wordt volgens de uitvinding gesteund.op de gedachte om tussen een stuwdrukbron en het desbetreffende eindgedeelte van een voort te bewegen kabel, meerdere in tandemverband werkzame vloeistofkolommen in het te inspecteren pijpcircuitgedeelte te IQ cre§ren.
Daartoe wordt volgens de uitvinding uitgegaan van een voort-beweegbaar draagelement, dat dient om een daaraan bevestigde kabel en/of houder in het inwendige van een pijp of pijpcircuitgedeelte te kunnen voortbewegen resp. is gekenmerkt door een stel coaxiaal en in 15 axiale richting op afstand van elkaar, aangebrachte,uit elastisch vervormbaar materiaal gevormde afdichtingsranden, die zodanig zijn gedimensioneerd dat zij ook in vervormde toestand, vloeistofdicht afsluitend en beweegbaar in de desbetreffende pijp passendzijn; is ingericht om een zowel in de ene axiale richting werkzame, alswel in 20 de tegengestelde axiale richting werkzame, stuwdruk te kunnen opnemen en omzetten in een beweging van de daarmee verbonden kabel en/of houder in een richting die door de richting van de desbetreffende stuwdruk is bepaald; en stuurmiddelen die in responsie op een daarop uitgeoefende stuurdruk bewerkstelligen dat de buitenomtrek van die van de afdich-25 tingsranden die bij de gewenste voortbewegingsrichting de voorste is, zodanig wordt verkleind dat een onbelemmerde voortgang van het geheel is verzekerd. Door met behulp van dergelijke voortbeweegbare draag-elementen de in tandemverband opgesloten vloeistofkolommen te vormen, blijven de onderlinge afstanden tussen de voortbewogen draagelementen 30 constant, waardoor de elektrische kabel volgens een min of meer neutrals lijn in het pijpcircuit zal blijven verlopen en het aanliggen tegen het inwendige pijpoppervlak, alsook een mogelijk vastsnoeren in het pijpinwendige, bij beide voortbewegingsrichtingen wordt voor-komen.
8104112 Λ -3-
Een mogelijke eerste uitvoeringsvorm van een dergelijk voortbeweegbaar draagelement is volgens de uitvinding verder geken-merkt door een in hoofdzaak cilindrische schuif die met betrekking tot de afdichtingsranden in beide axiale richtingen verschuifbaar iS/ 5 alsook .is'.ingericht om te reageren op zowel een in de ene, alswel een in de andere axiale richting, zowel als stuwdruk, alswel als stuur-druk werkzame druk.
Een dergelijk voortbeweegbaar draagelement heefteen eenvoudige en betrouwbare constructie en kan met voordeel worden toegepast in 10 situaties waarbij de stuwdruk tevens als stuurdruk fungeert.
Een andere mogelijke uitvoeringsvorm van een voortbeweegbaar draagelement is volgens de uitvinding daardoor gekenmerkt, dat de afdichtingsranden om een huis verlopen, welk huis is voorzien van een eerste, in axiale richting verlengbare drukkamer, die in verbinding 15 staat met een eerste stuurdrukleiding, en een tweede, in axiale richting ten opzichte van de eerste drukkamer verschoven en ten opzichte daarvan geisoleerde drukkamer, die in een axiale richting tegengesteld is aan de eerstgenoemde axiale richting verlengbaar is, alsook in verbinding staat met een tweede ten opzichte van de eerste 20 leiding geisoleerde stuurdrukleiding.
De twee stuurdrukleidingen verlopen hierbij samen met de elektrische kahel als samengestelde kabel vanaf het zich het dichtst bij de meeteenheid bevindende voortbeweegbare draagelement en via al de daarop volgende voortbeweegbare draagelementen naar het uiteinde 25 Vein de samengestelde kabel, alwaar zij zijn aangesloten op stuurdruk-bronnen.
Hetgeen met de onderhavige uitvinding is beoogd kan worden bereikt door gebruik te maken van meerdere voortbeweegbare draagsecties die elk zijn samengesteld uit twee voortbeweegbare draagelementen van 3Q bovenomschreven uitvoeringen, waarbij zulk een tweetal voortbeweegbare draagelementen met elkaar is verbonden door middel van een coaxiale holle buis van buigzaam materiaal. Door deze holle burs verloopt de elektrische kabel eventueel samen met de genoemde twee stuurdrukleidingen, als samengestelde kabel.
35 Een dergelijke voortbeweegbare draagsectie is volgens de uitvin ding verder daardoor gekenmerkt dat de holle buis is voorzien van een 810 4 112 -4- - J ^ of meer, in hoofdzaak bolvormige verdikkingen. Hierdoor wordt bereikt, dat onder alle in de praktijk voorkomende omstandigheden is verzekerd dat de door de voortbeweegbare draagelementen resp. draagsecties te dragen en in het resp. pijpcircuitgedeelte voort te bewegen kabel 5 niet wordt getordeerd en/of tegen de inwendige pijpwand wordt aange-drukt, zodat de desbetreffende voortbeweegbare draagelementen niet kunnen schranken en een zuiver gedefinieerde voortgang van deze kabel en de daarmee verbonden meeteenheid in het te inspecteren pijpcircuitgedeelte' wordt verkregen. Onder zuiver gedefinieerde 10 voortgang dient in dit verband te worden verstaan een zodanige voortgang dat een eenheid van verplaatsing van de vloeistofmassa aan de uitgang van de stuwdrukbron overeenkomt met de eenheid van verplaatsing van de zich in het inwendige van het te inspecteren pijpcircuitgedeelte bevindende meeteenheid. Een dergelijke gedefinieerde voortgang 15 kan bijvoorbeeld worden verstoord door pijp-pijplasverbindingen voorkomende in pijpcircuitgedeelten met een bepaalde gebogen vorm en/of ovaliteiten in een pijpcircuitgedeelte.
Een elektrische kabel met een aan het ene uiteinde daarvan elektrisch verbonden meeteenheid, te gebruiken voor het inspecteren 20 van een pijpcircuitgedeelte, wordt nu volgens een verder aspect van de uitvinding bevestigd aan meerdere exemplaren van bovenomschreven voortbeweegbare draagsecties. In de praktijk komt zulks er op neer, dat opeenvolgende van deze voortbeweegbare draagsecties op de kabel worden geregen zodat deze in hoofdzaak coaxiaal door al de voort-25 beweegbare draagsecties heen verloopt.
Een voor de. praktijk gunstig gebleken configuratie wordt verkregen wanneer bij een dergelijke elektrische kabel de lengte van een voortbeweegbare draagsectie telkens ca. 20-50 maal kleiner is dan de lengte .van de kabel die zich tussen op elkaar volgende 3Q voortbeweegbare draagsecties bevindt,
Bij een werkwijze voor het doen voortbewegen van een elektrische kabel waaraamdergelijke voortbeweegbare draagsecties zijn bevestigd, in een pijpcircuitgedeelte van een pijpenstelsel dat een toegankelijke verzamelkop omvat, die met meerdere parallel daarop 35 aangesloten pijpcircuits in verbinding staat, worden volgens de 8104112
• * X
-5- uitvinding de volgende handelingen verricht: a) de genoemde kabel wordt in zijn geheel aangebracht in een drukkamer die in verbinding staat met de invoerzijde van het te inspecteren pijpcircuitgedeelte; 5 b) de genoemde drukkamer/ de ..genoemde verzamelkop, alsook het pijpenstelsel worden geheel gevuld met een vloeistof; cl op de zich in de drukkamer bevindende vloeistof wordt een stuwdruk uitgeoefend waarbij de uit deze drukkamer gestuwde vloeistof via een afzonderlijk circuit naar de invoerzijde van het te inspecteren pijp-1G circuitgedeelte wordt geleid; en gelijktijdig met deze handeling wordt dl het inwendige van de verzamelkop voor zover dat uitwendig is ten opzichte van het genoemde afzonderlijke circuit, met een vloeistof-afvoerinrichting in verbinding gebracht.
Wegens de onsamendrukbaarheid van de zich tussen opeenvolgende 15 van de draagelementen bevindende vloeistof, alsook wegens het vloeistof-dicht afsluitend passm van deze voortbeweegbare draagelementen in het inwendige van het te inspecteren pijpcircuitgedeelte, wordt tijdens het voortbewegen van de draagelementen/draagsecties de zich daartussen bevindende kabel steeds in een min of meer neutrale lijn, bijvoorbeeld 20 in de hartlijn van het te inspecteren pi jpcircuitgedeelte gehauden, zodat aanliggen tegen resp. vastsnoeren in het inwendige van het pi jpcircuitgedeelte, wordt voorkomen.
De uitvinding maakt het ook mogeljk om een aldus vanaf de meetpositie in het te onderzoeken pijpcircuitgedeelte ingebrachte 25 kabel/meeteenheid weer vanuit diezelfde meetpositie uit het desbetref-fende pijpcircuitgedeelte te verwijderen. Volgens de uitvinding worden dan daartoe de volgende handelingen verricht: a) de stuwdruk die op de zich in genoemde drukkamer bevindende vloeistof wordt uitgeoefend, wordt weggenomen; 3Q b) deze drukkamer wordt in verbinding gebracht met een vloeistofafvoer; en cl stuwdruk wordt uitgeoefend op de zich in de verzamelkop bevindende vloeistof voor zover deze zich buiten het genoemde afzonderljgke circuit bevindt.
8104 112 ♦ -4 I I ------ --------- * -
Een inrichting voor hat aldus doen voortbewegen van een kabel/ meeteenheid in een te onderzoeken pijpcircuitgedeelte is volgens de uitvinding gekenmerkt door een eerste drukkamer met een draaibaar daarin gemonteerde kabeltrommel; een met het inwendige van deze 5 drukkamer in verbinding staande geleidingsbuis waarvan het vrije uit-einde is voorzien van een vloeistofkoppeling door middel waarvan deze geleidingsbuis kan worden aangesloten op bet te inspecteren op de verzamelkop uitfcomende pijpcircuitgedeelte; en een tweede drukkamer die in verbinding staat met het inwendige van deze verzamelkop.
10 Met de door de uitvinding voorgestelde inrichting en werkwijzen wordt bereikt dat: 1) de desbetreffende ‘kabel/meeteenheid niet kan vastlopen in het te onderzoeken pijpcircuitgedeelte; 2) de lengte van het te inspecteren pijpcircuitgedeelte vrijwel 15 onbegrensd is; 3) de voortgang van de kabel/meeteenheid gelijkmatig is, m.a.w. zonder schokken, en zonder dat trillingen en luchtbellen ontstaan; en 4) de voortgang rechtstreeks afhankelijk is van de door de stuwdruk veroorzaakte massastroom, d.w.z. de voortgang is zuiver gedefinieerd.
20 Aldus is vanuit de meetpositie de plaats van de meeteenheid in het te inspecteren pijpcircuitgedeelte vast te stellen.
Ter nadere toelichting van de onderhavige uitvinding zullen in het onderstaande enige uitvoeringsvoorbeelden daarvan worden beschre-'ven met verwijzing naar de tekening. Inde tekening is: 25 fig. 1 een schema ter illustratie van een uit twee in tandem met elkaar verbonden voortbeweegbare draagelementen (in een eerste uitvoeringsvorm) volgens de uitvinding, samengestelde voortbeweegbare draagsectie,dia-verkestiriee&'ee^etoestand waarin geen stuwdruk werkzaam is, alsook zich samen met daaropvolgende voortbeweegbare draagsecties 30 bevindt in een te inspecteren pijpcircuitgedeelte; fig. 2 een schema ter illustratie van een tweede toestand (met werkzame stuwdruk!waarin de voortbeweegbare draagsectie volgens fig. 1 kan verkeren; fig. 3 een schema ter illustratie van een alternatieve uitvoe-35 ringsvorm van een uit twee in tandem met elkaar verbonden voortbeweeg- 8104112 ^ r v -7- bare draagsectie; fig. 4 een schema ter illustratie van de wijze waarop een kabel met daaraan bevestigde voortbeweegbare draagelementen valgens de uitvinding, kan worden voortbewogen in een te inspecteren pijpcircuit-5 gedeelte; fig. 5 een schema ter illustratie van de wijze waarop de uitvinding kan worden toegepast voor het inspecteren van pij pen van een stoomgenerator waarbij deze pijpen een schroeflijnvormig verloop hebben; en 10 fig. 6 een schema ter nadere illustratie van een inrichting voor het toepassen-van de werkwijze volgens de uitvinding.
In fig. 1 is schematisch weergegeven een situatie waarin een kabel 1 die bij het in de figuur meest links gelegen uiteinde is verbonden met een (niet weergegeven) meeteenheid, zich bevindt in 15 een te inspecteren pijpcircuitgedeelte 2. Deze kabel is geregen door resp. bevestigd aan meerdere op elkaar volgende voortbeweegbare draagelementen 3 waarvan er in de figuur drie zijn weergegeven. Elk zulk een voortbeweegbaar draagelement omvat in de uitvoeringsvorm volgens de fign. 1 en 2 een uit elastisch vervormbaar materiaal bestaand 2Q manchetvormig huis 4 en een in beide axiale richtingen ten opzichte van dit huis verschuifbaar daarin gedragen schuif 5. De schuiven van een een paar vormende voortbeweegbare draagelementen, zoals b.v.
en 3j zijn met elkaar verbonden door middel van een buigzame holle buis 6 waarop bij het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld twee in 25 hoofdzaak bolvormige verdikkingen 7^, zijn gevormd. Elk huis 4 bevat een tweetal kamers t waarin de desbetreffende schuif 5 en de daarvan deel uitmakende schijfvormige flenzen 9^, 9^ in axiale richting kunnen bewegen. Elk van deze kamers wordt begrensd door een · ringvormige stootrand 10^, 10^. Tijdens en ten behoeve van de 3Q inspectie zijn al de desbetreffende kamers zoals 8^, 82 alsook het daarmee in verbinding staande volume van de pijp gevuld met vloeistof, bijvoorbeeld water. Wegens de manchetvorm omvat elk huis zoals 4 eentweetal coaxiaal en in axiale richting op afstand van elkaar gelegen, rondos het desbetreffende huis verlopende afdichtingsranden 11^, 112 35 die zodanig zijn gedimensioneerd dat zij zowel in onvervormde, alswel in vervormde toestand, vloeistofdicht afsluitend en beweegbaar in de 8 7 0 4 111 4 <- -8- desbetreffende pijp zijn.
Fig. 1 is illustratief voor de situatie waarin de door de vloeistof uitgeoefende stuwdrukken (in deze figuur van rechts naar links werkzaam) zodanig zijn dat al de huizen 4 van de desbetreffende 5 draagelementen 3 niet zijn opgerekt en de desbetreffende schuif 5 met zijn linker flens zoals aanligt tegen de bijbehorende stootrand zoals 10^. Wanneer uitgaande van deze momentopname de vloeistofmassa-stroom verder gaat zal in eerste aanleg als gevolg van de wrijving tussen de desbetreffende afdichtingsranden en bet inwendige van de 10 pijp, de desbetreffende schuif 5-tenopzicbte van.-zijn huis in axiale ricbting worden verscboven (in de figuur naar links] waardoor het desbetreffende huis wordt opgerekt op een wijze zoals.scbematisch in fig, 2 is weergegeven. Een dergelijke oprekking is zodanig dat de desbetreffende kamer zoals 8^, in axiale ricbting wordt verlengd, 15 waardoor de om deze kamer'.ver lopende afdichtingsrand zoals 11^ een kleinere buitenomtrek verkrijgt waardoor deze afdichtingsrand op afstand komt van de inwendige pijpwand. Door een dergelijke oprekking van de voortbeweegbare draagelementen kunnen op de pijpwand voorkomende onregelmatigheden zoals daar waar lasverbindingen zijn gemaakt, 2Q onbelemmerd worden gepasseerd zonder dat de gelijkmatige voortgang van bet geheel wordt verstoord. De bolvormige verdikkingen zoals , 7 2 verzekeren dat wat dat betreft ook geen problemen ontstaan wanneer bijvoorbeeld pijp-pijplassen moeten worden gepasseerd in bochtige pijpgedeelten waarbij de geometrische vorm voor en na de desbetreffende 25 pijp-pijplas niet hStzelfde is en/of ovaliteiten in gebogen pijpgedeelten. De kogels fungeren in een dergelijke situatie dan als extra afstandhouders waardoor de kabel vrijblijft van de pijpwand en niet kan gaan wringen, en wordt verhinderd dat voortbeweegbare draagelementen gaan schranken, zodat een goed gedefinieerde voortgangsbeweging van 3Q de kabel ea de daarmee verbonden meeteenheid blijft verzekerd. Een voor de praktijk doeltreffende uitvoering wordt verkregen wanneer de voortbeweegbare draagelementen paarsgewijs door middel van een holle buigzame buis zoals 6 met elkaar worden verbonden tot een voortbeweeg-bare draagsectie waarbij de lengte van zulk een voortbeweegbare draag-35 sectie dan een zeker aantal malen kleiner is dan het daarop volgende stuk kabel dat tussen opeenvolgende van zulke voortbeweegbare draag- 8104112 ' -9- % secties voorkomt. Een voor de praktijk gunstige verhouding wordt verkregen wanneer bedoelde afstanden resp. 100 mm en 2000 mm bedragen.
Bij een dergelijke maatvoering kunnen ook volgens een schroeflijn gewikkelde pijpcircuitgedeelten met in de praktijk voorkomende spoed-; 5 hoeken en diameters probleemloos worden door1open.
Een bijzonder voordeel van de uitvinding is ook daarin te zien dat met de voorgestelde constructies de kabel/meeteenheid vanuit een en dezelfde meetpositie zowel in de pijp kan worden ingevoerd alswel daaruit kan worden verwijderd. M.a.w. de voorgestelde voortbeweegbare 10 draagelementen zijn voor transport in beide axiale richtingen te gebruiken. Wanneer b.v. de in de figuren 1 en 2 weergegeven voortbeweegbare draagsecties resp. voortbeweegbare draagelementen in plaats van links, naar rechts moeten worden voortbewogen zal de stuwdruk werkzaam zijn op de desbetreffende linker flenzen zoals van de 15 schuiven 5. Dan zal in eerste aanleg de desbetreffende schuif ten opzichte van zijn huis in axiale richting worden verschoven en wel dan naar rechts in de figuur, zodat dan de desbetreffende rechter flenzen 9£ aandrukken tegen de bijbehorende stootranden zoals 10^.
Bij verdere voortgang van de massavloeistofstroom zullen dan de des-20 betreffende rechter kamers zoals 82 in axiale richting worden opgerekt, zodat dan de daarbij behorende afdichtingsranden zoals 1een kleinere buitenomtrek verkrijgen en daardoor van de inwendige buiswand vrij-komen. Op deze wijze is in de naar rechts gerichte voortbewegingsrich-ting ook een onbelemmerde en gelijkmatige voortgang van het geheel 25 verzekerd.
Bij de in de fign. 1 en 2 weergegeven uitvoeringsvorm fungeert een schuif zoals 5 zowel als een stuurorgaan dat in responsie op een daarop uitgeoefende stuurdruk die tevens als stuwdruk fungeert, bewerkstelligt dat de buitenomtrek van de in de voorfbewegingsrichting 30 als voorste te beschouwen afdichtingsrand zodanig wordt verkleind dat deze afdichtingsrand vrijkomt van de inwendige pijpwand, alswel als een gedeelte van een aandrijforgaan dat in responsie op de daarop uitgeoefende stuwduk deze stuwduk omzet in een daarmee corresponderen-de voortgang van het voortbeweegbare draagelement in zijn geheel. Bij 35 deze uitvoeringsvorm worden zowel de stuurdruk alswel de stuwdruk ge- 8104112
• i' V
• ι -10- leverd door dezelfde massavloeistofstroming die via de desbetreffende openingen in de genoemde ringvormige stootranden, zoals 10^, IO2 werkzaam kan..zijn.
De in fig. 3 weergegeven uitvoeringsvorm is wat werking en 5 inrichting betreft soortgelijk aan die volgens de fign. 1 en 2.
De uitvoeringsvorm volgens fig. 3 verschilt in hoofdzaak ten opzichte van de uitvoeringsvorm volgens de fign. 1 en 2 daarin dat bij de uitvoeringsvorm volgens fig. 3 gebruik wordt gemaakt van enerzijds een afzonderlijke stuwdruk, anderzijds van een afzonderlijke stuurdruk.
10 De stuwdruk zoals veroorzaakt door de massavloeistofstroom in het te inspecteren pijpcircuitgedeelte veroorzaakt evenals bij de uitvoeringsvorm volgens de fign. 1 en 2 dat de voortbeweegbare draagelementen/ draagsecties en de daaraan bevestigde kabel in afhankelijkheid van. de richting waarin deze .stuwdruk werkzaam is, in de figuur naar links 15 of naar rechts worden voortbewogen. De bovenbedoelde stuurwerking wordt bijde uitvoeringsvorm volgens fig. 3 echter verzorgd door een tweetal in elk voortbeweegbaar draagelement 5 gevormde drukkamers, zoals 12^, 122 die elk in axiale richting verlengbaar zi.jn. Elk van deze drukkamers staat in verbinding met een bijbehorende stuurdrukleiding 20 13^, 132 die elk zijn verbonden met een (niet weergegeven) zich aan dat kabeluiteinde, dat niet het meeteenheiduiteinde is, bevindende stuurdrukbron. Deze stuurdruk kan via de desbetreffende stuurdrukleiding via vloeistof worden overgedragen naar de desbetreffende drukkamers.
Meer in het bijzonder zullen wanneer het samenstelsel van voortbeweeg-25 bare draagelementen en kabel in fig. 3 naar rechts resp. links moet worden voortbewogen de desbetreffende drukkamers 122 resp. 12^ onder druk worden gezet zodat de in de voortbewegingsrichting als voorste te beschouwen afdichtingsrand van de desbetreffende voortbeweegbare · draagelementen vrijkomt van de inwendige wand van het te inspecteren 30 pijpcircuitgedeelte. Met de aldus opgerekte drukkamers zal de verder voortgaande massavloeistofstroming de desbetreffende voortbeweegbare draagelementen in de gewenste richting voortbewegen.
Pig. 4 is illustratief voor het principe van de onderhavige uitvinding. De zich in het met vloeistof gevulde pijpgedeelte 2 35 bevindende manchetvormige voortbeweegbare draagelementen zijn hierbij 8104 112 r- > 4 -11- aangeduid door 3^, ...3^. In fig. 4 is door f aangegeven de door wrijving tussen het desbetreffende voortbeweegbare draagelement- . en de inwendige pijpwand veroorzaakte tegendruk die moet worden over-wonnen cm het desbetreffende voortbeweegbare draagelement in de ge-5 wenste richting (fig. 4 naar links) voort te -bewegen. Doordat de manchetvormige voortbeweegbare draagelementen vloeistofafdichtend.JLn de pijp passen zal aan de invoerzijde, d.w.z. fig. 4 de rechterzijde, een stuwdruk gegeven door p+nf moeten worden uitgeoefend. Hierin stelt p de druk voor die links van het voortbeweegbare draagelement 3 moet 10 worden overwonnen om het geheel naar links voortte bewegen. Het genoemde drukverschil f over het eerste ofwel in de voortbewegingsrichting als voorste te beschouwen voortbeweegbare draagelement 3^ is zodanig dat een daarop volgend voortbeweegbaar draagelement 3^ verder in de pijp wordt getrokken en de meeteenheid, die b.v. is bevestigd ter plaatse 15 van het eerste voortbeweegbare draagelement 3^, wordt in de pijp voortbewogen. Doordat zoals in het voorafgaande is uiteengezet steeds een van de afdichtingsranden van een desbetreffend voortbeweegbaar draagelement afdichtend zal blijven, zullen de vloeistofkolommen tussen opeenvolgende voortbeweegbare draagelementen steeds eenzelfde 20 althans nagenoeg dezelfde lengte blijven behouden, als gevolg waarvan de zich in een vloeistofkolom bevindende kabel tijdens voortbeweging blijft verlopen volgens een min of meer neutrale lijn in het desbetreffend pijpcircuit/ b.v. volgens de hartlijn, waardoor aanliggen tegen of vastsnoeren in dit pijpcircuit wordt voorkomen, zodat een 25 ' gedefinieerde en regelmatige voortbeweging van de kabelmeeteenheid is gewaarborgd. Als extra zekerheid zijn de manchetvormige voortbeweegbare draagelementen paarsgewijs samengenomen tot de in het voorafgaande omschreven voortbeweegbare draagsecties, zodat bij een van de voortbeweegbare draagelementen van zulk een paar een lek 30 mag ontstaan, b.v. ter plaatse van een las, zonder dat de werking van het geheel nadelig wordt beinvloed.
Met verwijzing naar fig. 5 zullen in het onderstaande worden beschreven werkwijzen, waardoor met gebruikmaking van de in het voorafgaande beschreven voorzieningen, een kabel/meeteenheid kan worden 35 ingebracht/voortbewogen in· resp. verwijderd uit/voortbewogen in een pijpensamenstelsel. Zonder dat de uitvinding daartoe is beperkt, is bij 8104112 -12-
• J
» wijze van illustratie beschouwd een pijpensamenstelsel met schroeflijn-vormige pijpen van een stoomgenerator. De in zijn algemeenheid door ; 14 aangeduide stoomgenerator omvat een bovenste verzamelkop 15 en een onderste verzamelkop 16.. De onderSte verzamelkop 16 staat via een 5 (niet weergegeven) afsluiter in verbinding met een watertoevoerbron.
Het pijpensamenstelsel van de stoomgenerator is in de figuur door streep/puntlijnen schematisch aangegeven.Elk pijpcircuitgedeelte dat - een verbinding vormt tussen de bovenste verzamelkop en de onderste verzamelkop moet nu afzonderlijk kunnen worden geinspecteerd. Wegens 10 praktisch technische redenen is het vereist,. dat de vanaf de bovenste verzamelkop ingebrachte kabel/meeteenheid ook vanaf die plaats weer uit het geinspecteerde pijpcircuitgedeelte kan worden verwijderd.
Wanneer een kabel/meeteenheid in een bepaald pijpcircuitgedeelte voor inspectiedoeleinden moet worden ingevoerd, gaat men als volgt tewerk.
15 Aan de kabel worden de in verband met de fign. 1 t/m 3 beschreven voorzieningen bevestigd. Tevens wordt de meeteenheid direkt voor het eerste voortbeweegbare draagelement daaraan bevestigd en elektrisch met de kabel verbonden. Dit geheel wordt dan op een nog nader aan te geven wijze aangebracht in een eerste drukvat 17. Vanaf 20 dit drukvat wordt via.een afzonderlijke geleidingsbuis 18 een vloeistof-dichte en.drukvaste verbinding gevormd met de invoerzijde 19 van het te inspecteren pijpcircuitgedeelte. Een tweede drukvat 20 dat in open verbinding staat met de bovenste verzamelkop 15 wordt via de leiding 21 verbonden met een vloeistofafvoer. Vervolgens wordt door het openen 25 van de in het voorafgaande genoemde afsluiter het gehele pijpensamenstelsel inclusief de geleidingsbuis 18, het eerste drukvat 17 en het tweede drukvat 20 via de onderste verzamelkop 16 geheel gevuld met water, dat via de leiding 21 kan afvloeien. .Vervolgens wordt via de leiding 22 op de zich' in het eerste drukvat bevindende vloeistof 30 stuwdruk uitgeoefend, waardoor op nog nader omschreven wijze de meeteenheid en het daaraan bevestigde eerste manchetvormige voortbeweegbare draagelement via de geleidingsbuis 18 in de invoerzijde 19 in het te inspecteren pijpcircuitgedeelte worden ingevoerd. De door de stuwdruk veroorzaakte vloeistofmassastroming bewerkstelligt dan dat 35 de desbetreffende manchetvormige voortbeweegbare draagelementen en de daaraan bevestigde kabel in het te inspecteren pijpcircuitgedeelte 8104112 » -13- worden voortbewogen. Indien de aldus ingebrachte kabel/meeteenheid daama uit het geinspecteerde pijpcircuitgedeelte moet worden verwij-derd gaat men als volgt tewerk; de leiding 22 van het eerste drukvat wordt aangesloten op een vloeistofafvoer en de leiding 21 van het tweede drukvat wordt aangesloten op een stuwdrukbron. Wanneer in deze situatie de stuwdrukbron werkzaam wordt, wordt stuwdruk via de bovenste verzamelkop 15 en de daarop uitkomende pijpcircuitgedeelten (uitge-zonderd het geinspecteerde pijpcircuitgedeelte) overgedragen naar de onderste verzamelkop 16 zodat via deze onderste verzamelkop stuwdruk wordt uitgeoefend op het geinspecteerde pijpcircuitgedeelte. Zoals in het voorafgaande is uiteengezet wordt dan de zich daarin bevindende kabel/meeteenheid bewogen in een richting naar de bovenste verzamelkop toe.
Pig. 6 geeft een schema ter illustratie van de wijze waarop de in het voorafgaande beschreven kabel met de daaraan bevestigde voort-beweegbare draagsecties volgens de uitvinding door het aanleggen van stuwduk kunnen worden getransporteerd naar en in een gekozen pijpcircuitgedeelte. Daartoe is in het eerste drukvat 17 een door rollen 23^ .... 23^ om een verticale as draaibaar gemonteerde kabeltrommel aangebracht. Om deze trommel wordt de kabel met de daaraan bevestigde voortbeweegbare draagelementen volgens de uitvinding opgewikkeld.
De onderzijde van het eerste drukvat heeft een trechtervormig verloop, zodat wanneer via de leiding 22 op de zich in het drukvat bevindende vloeistof stuwdruk wordt uitgeoefend, de trommel in draaiing wordt gebracht en de kabel met de aan het uiteinde daarvan verbonden meet-eenheid, via de trechtervormige geleidingswand wordt geperst in de geleidingsbuis 18. Bij voortgaande massastroming veroorzaakt door de stuwdruk, wordt de meeteenheid dan verder in de te inspecteren pijpsectie voortbewogen.
Vanzelfsprekend kan de uitvinding ook worden toegepast bij andere pijpensamenstelsels waarvoor het gewenst is dat bepaalde pijpsecties worden geinspecteerd.
8104 112

Claims (11)

1. Voortbeweegbaar draagelement dienende om een daaraan bevestigde kabel en/of houder in het inwendige van een pijp of pijpcircuitgedeelte te kunnen voortbewegen, gekenmerkt door een stel coaxiaal en in axiale richting op afstand van elkaar, aangebrachte, uit elastisch vervorm- * 5 baar materiaal gevormde afdichtingsranden, die zodanig zijn gedimen-sioneerd, dat zij ockin vervormde toestand, vloeistofdicht afsluitend en beweegbaar in de desbetreffende pijp passend zijn, waarbij een zowel in de ene axiale richting werkzame, alswel in de tegengestelde axiale richting werkzame stuwdruk kan worden opgenomen en omgezet in een 10: beweging van de daarmee verbonden kabel en/of houder_in~een richting die door de richting van de desbetreffende stuwdruk is bepaald; en stuurmiddelen die.in responsie op een daarop uitgeoefende stuurdruk bewerkstelligen.dat de buitenomtrek van die van de afdichtingsranden die bij de gewenste voortbewegingsrichting de voorste is, zodanig 15 wordt verkleind dat een onbelemmerde voortgang van het voortbeweegbaxe draagelement is verzekerd.
2. Voortbeweegbaar draagelement volgens conclusie 1 gekenmerkt door een in hoofdzaak cilindrische schuif die met betrekking tot de afdichtingsranden in beide axiale richtingen verschuifbaar is, alsook 20 is ingericht om te reageren op zowel een in de ene, alswel een in de andere axiale richting, zowel als stuwdruk, alswel als stuurdruk werkzame druk.
3. Voortbeweegbaar draagelement volgens conclusie 1 met het ken-merk, dat de afdichtingsranden om een huis verlopen, welk huis is 25 voorzien van een eerste, in axiale richting verlengbare drukkamer, die in verbinding staat met een eerste stuurdrukleiding, en eeri tweede, in axiale richting ten opzichte van de eerste drukkamer verschoven en ten opzichte daarvan geisoleerde drukkamer, die in een axiale richting tegengesteld is aan de eerstgenoemde axiale richting verlengbaar is, 30 alsook in verbinding staat met een tweede ten opzichte van de eerste leiding geisoleerde stuurdrukleiding.
4. Voortbeweegbare draagsectie die is samengesteld uit twee voort- 8104 112 V V '· -15- f beweegbare draagelementen volgens een van' de conclusies 1 t/m 3, - waarbij· deze voortbeweegbare draagelementen met elkaar zijn verbonden door een coaxiale, holle buis van buigzaam materiaal.
5. Voortbeweegbare draagsectie volgens conclusie 4 met het kenmerk, 5 dat de holle buis is voorzien van een of meer in hoofdzaak bolvormige verdikkingen.
6. Elektrische kabel die is bevestigd aan meerdere exemplaren vein een voortbeweegbare draagsectie zoals omschreven in een van de conclusies 4 of 5.
7. Elektrische kabel volgens conclusie 6 met het kenmerk, dat de lengte van een voortbeweegbare draagsectie telkens ca. 20-50 maal kleiner is dan de lengte van de kabel die zich tussen op elkaar volgende voortbeweegbare draagseeties bevindt.
8. Werkwijze voor het doen voortbewegen van een kabel zoals 15 omschreven in den van de conclusies 6 of 7, in een pijpcircuitgedeelte, met het kenmerk dat tussen de op elkaar volgende voortbeweegbare draagelementen constants vloeistofkolommen worden opgebouwd en vanaf een uit-einde van het pijpcircuitgedeelte, op het zich daarin bevindende samenstelsel van voortbeweegbare draagelementen, vloeistofkolommen 2Q en kabel, stuwdruk wordt uitgeoefend.
9. Werkwijze voor het doen voortbewegen van een kabel zoals omschreven in een van de conclusies 6 of 7, in een pijpcircuitgedeelte van een pijpenstelsel dat een toegankelijke verzamelkop omvat, die met meerdere parallel daarop aangesloten pijpcircuits in verbinding 25 staat, waarbij de volgende handelingen worden verricht: a} de genoemde kabel wordt in zijn geheel aangebracht in een drukkamer die in verbinding staat met een te inspecteren pijpcircuitgedeelte; bj genoemde drukkamer, de verzamelkop, alsook het pijpstelsel worden geheel gevuld met een vloeistof? 3Q cl op de zich in de drukkamer bevindende vloeistof wordt een stuwdruk uitgeoefend, waarbij de uit deze drukkamer gestuwde vloeistof via een afzonderlijk circuit naar het te inspecteren pijpcircuitgedeelte wordt geleid; en gelijktijdig met handeling c) dl wordt het inwendige van de verzamelkop voor zover het uitwendig 35 is ten opzichte van het genoemde afzonderlijke circuit, met een vloeistofafvoer in verbinding gebracht. 8104 112 -16- -/ V, r- 'i ψ ·
9 » ** i » -14- CONCLUSIES.
10. Werkwijze voor het verwijderen van een kabel zoals omschreven in een van de conclusies 6 of 7, die onder toepassing van de werkwijze volgens conclusie 8 is ingebracht in een te inspecteren pijpcircuit-gedeelte, uit zulk een pijpcircuitgedeelte, waarbij de volgende hande- 5 lingen worden verricht: a) de stuwdruk die op de zich in genoemde drukkamer bevindende vloei-stof wordt uitgeoefend, wordt weggenomen; b) deze drukkamer wordt in verbinding gebracht met een vloeistof-afvoer; en c) ' stuwdruk wordt uitgeoefend op de zich in de verzamelkop bevindende vloeistof voor zover deze zich buiten het genoemde afecnderlijke circuit bevindt.
11. Inrichting voor het toepassen van de werkwijze volgens een van de conclusies 9 of 10, gekenmerkt door een eerste drukvat met een draai-15 baar daarin gemonteerde kabeltrommel; een met het inwendige van het drukvat.in verbiriding staande geleidingsbuis waarvan het vrije uiteinde is voorzien van een vloeistofkoppeling door middel waarvan deze geleidingsbuis kan worden .aangesloten op het te inspecteren op de verzamelkop uitkomende pijpcircuitgedeelte; en een .tweede drukvat 20 dat in verbinding staat met het inwendige van de verzamelkop. 8104 112
NL8104112A 1981-09-04 1981-09-04 Inrichting en werkwijze dienende om een elektrische kabel en een daarmee verbonden meeteenheid, gelijkmatig voort te bewegen in het inwendige van een pijpcircuitgedeelte. NL8104112A (nl)

Priority Applications (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8104112A NL8104112A (nl) 1981-09-04 1981-09-04 Inrichting en werkwijze dienende om een elektrische kabel en een daarmee verbonden meeteenheid, gelijkmatig voort te bewegen in het inwendige van een pijpcircuitgedeelte.
DE8282201082T DE3279285D1 (en) 1981-09-04 1982-09-03 An apparatus and a method for uniformly moving an electric cable and a measuring unit connected thereto in the interior of a tubing circuit section
EP19820201082 EP0074147B1 (en) 1981-09-04 1982-09-03 An apparatus and a method for uniformly moving an electric cable and a measuring unit connected thereto in the interior of a tubing circuit section
JP57153395A JPS5882159A (ja) 1981-09-04 1982-09-04 電気ケーブルとこれに接続された測定装置とを管路区間内で均一に移動させる装置

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8104112A NL8104112A (nl) 1981-09-04 1981-09-04 Inrichting en werkwijze dienende om een elektrische kabel en een daarmee verbonden meeteenheid, gelijkmatig voort te bewegen in het inwendige van een pijpcircuitgedeelte.
NL8104112 1981-09-04

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8104112A true NL8104112A (nl) 1983-04-05

Family

ID=19838014

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8104112A NL8104112A (nl) 1981-09-04 1981-09-04 Inrichting en werkwijze dienende om een elektrische kabel en een daarmee verbonden meeteenheid, gelijkmatig voort te bewegen in het inwendige van een pijpcircuitgedeelte.

Country Status (4)

Country Link
EP (1) EP0074147B1 (nl)
JP (1) JPS5882159A (nl)
DE (1) DE3279285D1 (nl)
NL (1) NL8104112A (nl)

Families Citing this family (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2552346B1 (fr) * 1983-09-23 1986-06-20 Gaz De France Appareil a deplacement autonome pour sa progression a l'interieur d'une canalisation, notamment pour son exploration et/ou son traitement, et/ou son tubage a distance
JPH08285830A (ja) * 1995-04-14 1996-11-01 Power Reactor & Nuclear Fuel Dev Corp 搬送ケーブル用フロート
WO2007136380A1 (en) * 2006-05-23 2007-11-29 Baker Hughes Incorporated Fiber optic installation method

Family Cites Families (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US1165492A (en) * 1915-04-14 1915-12-28 Francis Pettit Dual ignition system for internal-combustion motors.
US3052302A (en) * 1960-07-25 1962-09-04 Shell Oil Co Tool carrier with by-pass
US3656552A (en) * 1970-07-06 1972-04-18 Shell Oil Co Method for through-the-flowline tool installation
GB1453189A (en) * 1972-11-22 1976-10-20 Babcock & Wilcox Ltd Inspection of tubular conduits
JPS5217880A (en) * 1975-07-31 1977-02-10 Mitsubishi Heavy Ind Ltd Method to walk inside tube
JPS5825906B2 (ja) * 1975-10-08 1983-05-30 三菱電機株式会社 移動機構
JPS56141453A (en) * 1980-04-04 1981-11-05 Nippon Seiko Kk Positioning device

Also Published As

Publication number Publication date
JPS5882159A (ja) 1983-05-17
EP0074147A3 (en) 1985-05-08
JPH033905B2 (nl) 1991-01-21
EP0074147B1 (en) 1988-12-14
EP0074147A2 (en) 1983-03-16
DE3279285D1 (en) 1989-01-19

Similar Documents

Publication Publication Date Title
JP2883344B2 (ja) 蒸気発生器の二次側のスラッジ除去用可撓性ランス
US5372162A (en) Repair device for the in situ repair of pipes, and a method of repairing pipes
NO161055B (no) Transportb ndrenser.
US4648544A (en) Internal chuck for butt welding two tubes
NL8104112A (nl) Inrichting en werkwijze dienende om een elektrische kabel en een daarmee verbonden meeteenheid, gelijkmatig voort te bewegen in het inwendige van een pijpcircuitgedeelte.
JPH0338149B2 (nl)
EP0724155A2 (de) Verfahren und Vorrichtung zum Prüfen von gasführenden Rohrleitungen
JPH0336405A (ja) 熱交換チューブ内に工具を挿入して位置決めする装置及びこの装置の使用法
US4306459A (en) Transducer carrier for ultrasonic testing
US4422210A (en) Installation for internal cleaning of tubes
EP1511960B1 (de) Rohrverbindungsformteil für vorisolierte rohrleitungen
KR20160037623A (ko) 파이프라인 검사 및 청소장치
DE1627531A1 (de) Verfahren und Vorrichtung zur Herstellung von Mantelrohrleitungen,K 58
RU2137013C1 (ru) Механически прочищаемая установка селективного ручного соединения
US5698042A (en) Method of cleaning furnace headers
EP1520134A1 (en) Pipeline pig
JPS6085085A (ja) 管内自走装置
US4392267A (en) Apparatus for continuously pickling the outer surfaces of tubular materials
US4067228A (en) Pipe testing apparatus
JPH03153458A (ja) 自走式管内面検査装置
SU1663134A1 (ru) Устройство дл монтажа и испытаний раструбных трубопроводов
GB2205143A (en) Joining pipes together
US2202321A (en) Inflatable test plug
KR20190032912A (ko) 열교환기용 피그 장치
JP2821538B2 (ja) 管内面ライニング補修工法のピグ導入装置

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
CNR Transfer of rights (patent application after its laying open for public inspection)

Free format text: NUCON ENGINEERING & CONTRACTING B.V.

A85 Still pending on 85-01-01
BC A request for examination has been filed
BV The patent application has lapsed