NL8103887A - Afdichtingsring. - Google Patents

Description

* I

81,5085/vdV/Rdm/sme

Korte aanduidingi Afdichtingsring.

Door Aanvraagster wordt als uitvinder genoemd: T.de Lange, te Vroomshoop.

De uitvinding heeft betrekking op een afdichtingsring voor een ruimte tussen twee concentrisch om elkaar geplaatste buizen, welke ring is voorzien van een aan een kopvlak open holte voor het vormen van twee benen van een verbindingslijf in een 5 C-vormige dwarsdoorsnedevlak van de ring, zoals bekend is uit de Nederlandse octrooiaanvrage 6503163.

Bij deze bekende afdichtingsring die van kunststof kan zijn vervaardigd, staan de benen van het in doorsnede C-vormige profiel bij ontspannen toes.tand van de ring enigszins diver-10 gerend uit elkaar, zodat bij montage deze benen zich strak tegen een binnenpijp en een buitenpijp aanleggen en aldus de ruimte tussen de concentrische buizen afsluit tegen het binnendringen van vocht. Aangezien deze bekende afdichtingsring tevens dienst doet als afstandsstuk, moet deze afdichtingsring een betrekkelijk 15 vormvaste uitvoering hebben.

Voor een goede afdichting tegen het binnendringen van vocht in de ruimte tussen de concentrisch ten opzichte van elkaar aangebrachte buizen teneinde het isolerende karakter van het in deze ruimte aangebracht thermische isolatiemateriaal te 20 behouden, is het gewenst de afdichtingsring van soepel materiaal te vervaardigen.

Het bezwaar van soepel, gemakkelijk vervormbaar materiaal is echter dat de montage van de afdichtingsringen dan zeer lastig is, terwijl de waarde of afstandsstuk tussen de beide 25 buizen belangrijk minder wordt.

Het doel van de uitvinding is een nieuwe afdichtings*· ring te verschaffen die een goede afdichtende werking heeft en 8103887 - 2 - toch gemakkelijk te monteren is, terwijl een zekere vormvastheid bereikbaar is, zodat de afdichtingsring ook als afstandsstuk kan dienen.

Volgens de uitvinding wordt dit bereikt met een af-5 dichtingsring van de aan het begin beschreven soort, die daardoor is gekenmerkt, dat de ring een manchet van soepel veerkrachtig materiaal is, die samenwerkt met een in de holte passende vormvas-te ring waartegen de benen in gemonteerde toestand van de manchet aanliggen.

10 Het voordeel hiervan is, dat de afdichtingsring te- zamen met de vormvaste ring gemakkelijk op de binnenbuis gestoken kan worden en vervolgens verder in de ruimte tussen de binnenbuis en de buitenbuis te drukken is, door het uitvoeren van een axiale drukkracht op de vormvaste ring, terwijl door toepassing van de 15 vormvaste ring de concentrische configuratie van de afdichtings- ring uit soepel veerkrachtig materiaal ten opzichte van de buizen behouden blijft.

De uitvinding wordt nu aan de hand van de bijgaande tekening nader toegelicht, waarin: 20 fig. 1 een axiale doorsnede door het einde van twee concentrisch om elkaar aangebrachte buizen me.t in de ruimte hier-tussen thermisch isolatiemateriaal en voorzien van een afdichtingsring volgens de uitvinding; fig. 2 de helft van een axiale doorsnede van twee 25 concentrische buizen met een doorsnede van de afdichtingsring volgens fig. 1 kort voor montage tussen de buizen; en fig. 3 eenzelfde doorsnede als van fig. 2 maar met de afdichtingsring in een gewijzigde uitvoeringsvorm.

Bij isolatiebuizen bijvoorbeeld voor het transport van 30 warm water wordt een mediumbuis 1 toegepast met concentrisch hier-omheen een mantelbuis 2. De ruimte tussen de buizen 1 en 2 is op-gevuld met thermisch isolatiemateriaal 3. 0m te verhinderen dat 8103887 i * - 3 - vocht ααη het eind van de buizen, bijvoorbeeld bij koppelingen of andere aansluitstukken, bij het isolatiemateriaal komt, wordt een afdichtingsring toegepast in de vorm van een manchet 4. De afdich-tingsring of manchet 4 is voorzien van een aan ein kopvlak open 5 holte voor het vormen van twee benen 6a en 6b van een verbindinas-lijf in een C-vormig dwarsdoorsnedevlak van de ring, die een manchet van soepel veerkrachtig materiaal is en die samenwerkt met een in de holte passende vormvaste ring 5, waartegen de benen 6a en 6b in gemonteerde toestand van de manchet aanliggen, zoals in • 10 de doorsnede van fig. 1 is getoond.

Zoals duidelijk is de tekening is weergegeven, zijn de benen 6a en 6b aan hun van de holte afgekeerde zijden van uit-stekende tongen 7 voorzien die omtreksribben aan de binnen- en buitenomtrek van de ring vormen. Uit de fig. 2 en 3 blijkt, dat 15 in ontspannen toestand van de manchet 4 de benen 6a en 6b in de richting naar hun verbindingslijf toe convergeren. Volgens fig. 2 is het verbindingslijf tussen de twee benen 6a en 6b gebogen uit-gevoerd en de vormvaste ring 5 is met een gebogen kopvlak aan de gebogen vorm van de naar de holte toe gekeerde zijde van het 20 verbindingslijf aangepast.

Bij een andere uitvoering is tenminste een van de benen 6a, 6b aan. de zijde van de holte op een afstand van het verbindingslijf een naar het andere been toe gerichte tong 10 aange-bracht, die een omtreksribbe vormt en past over een kopvlak van 25 de in de holte geplaatste vormvaste ring 5. In fig. 3 is een uitvoering met een tong 10 aan de beide benen 6a en 6b getoond. De einden van de benen 6a en 6b lopen spits toe en vormen diverge-rende einddelen van de manchet zoals ook in fig. 1 is getoond.

De montage van de afdichtingsring is nu als vdgt.

30 In de holte van de manchet 4 wordt een vormvaste ring 5 aange- bracht en tezamen warden zij op de uitstekende buitenmantel 8 van de binnenbuis 1 of mediumbuis geschoven, waarbij het been 6a zich 8103837 > k - 4 - tegen de binnenomtrek van de vormvaste ring aanlegt. Vervolgens wordt de manchet 4 tezamen met de ring verdergedrukt totdat het been 6b tegen de binnenomvang 9 van de mantelbuis 2 komt. Het been 6b legt zich hierbij tegen de buitenomtrek van de vormvaste 5 ring 5 aan. De gemonteerde toestand is in fig. 1 getekend, Het f deze ruimte tussen de mediumbuis 1 en de mantelbuis 2 kan zono-dig met behulp van een afzonderlijke drukring in de vorm van een eind van een pijp geschieden, waarbij bij de uitvoering volgens fig. 3 na het terugtrekken van de pijp de tongen 10 zich om de 10 vormvaste ring 5 sluiten.

Zoais in fig. 2 met een streep-puntlijn is getoond, kan de vormvaste ring 5 aan het van de manchet afgekeerde kopvlak van een omtrekskraag 11 zijn voorzien, die past tegen het kopvlak van de buitenbuis of mantelbuis 2. Dit is van belang wanneer op 15 de mediumbuis 1 een aftakbuis wordt aangesloten, die ter plaatse van de aftakking van een isolerende mantel is voorzien. Door de aftakking optredende drukken kunnen dan via de omtrekkraag 11 op de mediumbuis 2 worden overgedragen, zodat bij eventuele verplaat-singen van de aftakkingen deze door de mantelbuis worden opge-20 vangen.

j aanbrengen van de manchet met vormvaste ring in 8103837

Claims (6)

1. Afdichtingsring voor een ruimte tussen twee concen-trisch om elkaar geplaatste buizen, welke ring is voorzien van een aan een kopvlak open holte voor het vormen van twee henen van een verbindingslijf in een C-vormig dwarsdoorsnedevlak van de ring, 5 met het kenmerk, dat de ring een manchet van soepel veerkrachtig materiaal is, die samenwerkt met een in de holte passende vormvaste ring waartegen de benen in gemonteerde toestand van de manchet aanliggen.

2. Afdichtingsring volgens conclusie 1, m e t het 10 kenmerk, dat de benen aan hun van de holte afgekeerde zij-den van uitstekende tongen zijn voorzien, die omtreksribben aan de binnen- en buitenomtrek van de manchet vormen.

3. Afdichtingsring volgens conclusie 1, me t het kenmerk, dat in ontspannen toestand van de manchet de benen 15 in de richting naar hun verbindingslijf toe convergeren.

4. Afdichtingsring volgens conclusie l,met het kenmerk, dat een verbindingslijf tussen de twee benen gebo-gen is uitgevoerd en de vormvaste ring met een kopvlak aan de ge-bogen vorm van de naar de holte toegekeerde zijde van het ver- 20 bindingslijf is aangepast. 1 8103887 Afdichtingsring volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat tenminste een van de benen aan de zijde van de holte op een afstand van het verbindingslijf een naar het andere been toe gerichte tong bezit, die een omtreksribbe vormt en past 25 over een kopvlak van de in de holte geplaatste vormvaste ring. - ό -

6. Afdichtingsring volgens conclusie 1, me t h e t kenmerk, dat de einden van de benen spits toelopen en van elkaar divergerende einddelen van de manchet vormen.

7. Afdichtingsring vo.lgens conclusie 1, m e t h e t 5 kenmerk, dat de vormvaste ring aan het van de manchet afge-keerde kopvlak van een omtrekskraag is voorzien, die past tegen het kopvlak van de buitenbuis. 81038b/