NL8103698A - Inrichting voor het bereiden van specie voor schuimbeton. - Google Patents

Description

: - i I^3I?bIii5_yQ95_y§I_§§0§i9^!l_yBii_§E^iI-=HS50_§0iiyi!!!!§^I55ii_

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor hat bareidan van specie voor schuimbeton, bevattende een eerste voorraadbunker voor droog cement, een tuieeda voorraadbunker voor droog zand, grind an eventuele andare minerals toaslagsn, tenminste een mechanisch 5 aandrijfbare eerste transportschroef in het ondergabiad van da eerste voorraadbunker en tenminste een tuieede transportschroef in het ondergebied van de tweede voorraadbunker, om het cement respek-tievelijk het zand uit de voorraadbunker naar een langs de uitvoer-einden van de genoemde transportschroeven lopende eerste transport-10 goot met een derde transportschroef te voeren, uatertoevoermiddelen om het menguater voor het cement en het zand in de genoemde eerste transportgoot te brengen, een tuieede transportgoot met tenminste een vierde transportschroef, uielke tuieede transportgoot met zijn invoereinde aansluit aan het uitvoereinde van de genoemde eerste 15 transportgoot, een voorraadvat om een schuimstof in geconcentreerde vloeibare vorm te bevatten, middelen om de schuimstof uit het genoemde voorraadvat in de vorm van een uiaterig schuim aan het cement en het zand in de genoemde tueede transportgoort te kunnen toevoegen, zoals bekend uit de Engelse octrooiaanvrage G5 2,009,608 A.

20 Een nadeel van deze inrichting is dat de verhoudingen van de toe-voerhoeveelheden van het schuimagens, de schuim vormende schuimstof, en het verdunningsuiater daarvan onbetrouiabaar en niet konstant zijn, hetgeen de kuialiteit van het uit het verkregen specie gevormde schuimbeton ongunstig belnvloedt. Dit geldt in het bijzonder uanneer 25 men beoogt om een schuimbeton te verkrfjgen met een laag soortelijk geuicht dat desalniettemin homogeen van samenstelling is.

De uitvinding beoogt een verbeterde inrichting ten opzichte van de bovsngenoemde beksnds inrichting te verschaffen, uelke het genoemde nadeel niet heeft. Daartoe bestaan de genoemde middelen uit: sen 30 leidingstelsel, bevattende een regelbare mechanisch aangedreven pomp • ora de schuimstof uit het genoemde voorraadvat te transporteren, een mengvat, een voor uiatertoevoer aan het schuimstof disnende leidingr part van genoemd leidingstelsel in uielk leidingpart een doorstroom- - f meter is geschakeld die elektrische impulsen afgeeft waarvan het 35 aantal per tijdseenheid rechtevenredig is aan de doorstroomhoeveel- Λ ί* 8103698 ν· -2- haid van hat water per tijdseenheid, walks impulsan via elsktrische gel8idingen sen relais beinvloaden dat op zijn beurt da regalbare pomp stuurt, walks genoemd mengvat aan ana zijda sen invoer heeft voor hat door da genoemde regalbare pomp getransportaerda schuim-5 stof an aan da andara zijds aan invoer voor hat uater dat door da doorstroommeter is gastroomd, in walk mengvat menging van het sohuimstof mat het water kan plaatsvinden, ean uitvoarstomp aan het mengvat om het in het mengvat ontstana mengsel uit te kunnen vo'eren via het ene been van een tweebenig spruitstuk naar een 10 schuimvormingsvat, van walk tweebenig spruitstuk het andere been is aangeslotan op een luchtpomp om via genoemd andere been lucht naar het schuimvormingsvat te pompen, welk schuimvormingsvat via een uitlaatstomp in stromingsverbinding staat met da genoemde tuaede transportgoot.

15 Hiermede wordt bereikt dat de schuimstof betrouwbaar in de gewenste f konstante oplossingsverhouding aan de cement/zandmassa wordt toege-voegd, hetgeen leidt tot de mogelijkheid van het verkrijgen van een specie waaruit een uiterst lichte, doch niettemin homogene schuim-beton gevormd kan worden.

20 Bij een voorkeursuitvoering zijn in elk been van het tweebenig spruitstuk geschakeld: ean drukreduktieklep, ean doorstromingshoeveelhaid regelkraan en een visueel afleesbare statische drukmeter. Hiardoor wordt aan konstante gewenste verhouding v'an d8 hoeveelheden schuim-stofoplossing/lucht, dia aan het schuimvormingsvat moeten worden 25 toegevoegd, verkregen, hetgeen nog verder bljdraagt tot de mogelijkheid van het verkrijgen van ean licht, doch homogeen schuimbeton.

Ter verduidelijking van de uitvinding zal, onder verwijzing naar de tekaning aan uitvoeringsvoorbaald worden beschreven.

Figuur 1 is sen schematische vertikale dwarsdoorsnede en sehematisch 30 gedeeltelijk achteraanzicht van een inrichting volgens de uitvinding; figuur 2 is een schematisch zijaanzicht volgans de pijl II in fig.

1 f waarbij evenwel voornamalijk hat leidingstelsel voor da schuimbe-.¾ raiding weargagaven zijn, an waarbij in fig. 1 wel weergegeven delen Ί waggelatan zijn.

8103698 ^ - -3-

In de tekaning is met 1 sen op wielen 2 rijdbare uagen aangegeven, op welke da inrichting uolgens de uituinding is gebouwd. Daze in-richting bevat aan cementvoorraadbunker 3 mat sen transportschrosf 4 en een zandvoorraadbunker 6 met transportschroeven 7 an 8. De trans-5 portschroaven transportersn hat drags cement, c.q. het droge zand tagan de kijkrichting van figuur 1 in naar een, dwars op de trans-portschroeven 4,7,8 liggende transportgoot 11 waarin een transport-schroef 9 is aangebracht. Opgemerkt wordt dat de zandvoorraadbunker 6 avenzeer gebruikt kan warden voar andere minerals toeslagstoffen 10 zoals grind, vliegas. In de transportgoot 11 mondt een watertoe-voerleiding 12 uit voor het toevoeren van menguater aan het cement en het zand. De transportgoot 11 sluit aan op een ongeveer dwars daarop staande, hellend gelagen transportgoot 13. Een daarin liggen-de transportschroef 14 kan hat water-cement-zandmengsel opwaarts, 15 daarbij een homogene specie vormend, transporteren naar het uiteinde 16 van de transportgoot 13, waar zich een bezinkput 17 met een dek-sel 15 bevindt waarin grove lnsluitsels zoals steenbrokken uit de specie kunnen bezinken alvorens deze de pomp 18 bereikt, welke pomp 18 dient om de bereide specie via de slangaansluiting 19 naar de 20 (niet weergageven) betonvormen te pompen.

Het in figuur 2 schematisch weergegeven leidingstelsel 30 bestaat uit een voorraadvat 23 waarin een schuimvormende stof in de vorm van een concentraat kan worden opgeslagen·. Een leidingpart 24 van het leidingstelsel 30 lsidt naar een regelbare pomp 26 welke via 25 leidingpart 27 het concentraat kan pompen naar een mengvat 28. Het leidingpart 27 zet zich in hat mengvat 28 voort mat een deal 20 tot nagenoeg het andere ainda van het mengvat. Nabij het vrije einde van het deel 20 zijn uitstroomgaten 25 aangebracht. Op het mengvat 28 mondt tevens uit een watertoevoerleiding 29 welke een doorstroom-30 meter 31 bevat, welkB doorstroommeter 31 elektrisch verbonden is met een relais 32 dat op zijn beurt elektrisch verbonden is met het regelgedeelts van de regelbare pomp 26. Het mengvat 28 heeft een af-•voerstomp 33 voor afvoer van hat in het mengvat 28 ontstane mengsel naar het been 34 van een spruitstuk 35, zulks via een hulppomp 36, 35 een drukreduceerklep 37 en een doorstromingsregelventiel 38, op uelk «\ been 34 een visueel afleesbare statische drukmeter 39 is geplaatst.

Het andere been 41 van het spruitstuk 35 bevat een luchtpomp 45, i 8103698 teruijl voOrts een drukreducserklep 42 an sen door- stromingsregelventiel 43 alsook een visueel aflsssbare statische drukmetsr 40 is aangebracht. Het spruitstuk 35 zet zich voort met het leidingpart 44, dat uitmondt in esn schuimvormingsvat 46, dat 5 via hat leidingpart 47 in stromingsverbinding staat met de trans-portgoot 13.

De bovenbeschreven inrichting uerkt als volgt. De tranaportschroe-ven 4,7,8 brangen cement en zand near ds transportgoot 11. Aan hst zich in deze transportgoot 11 voortbeuegende cement en zand 10 uordt vanuit de leiding 12 menguater toegevoegd. In de transport-goot 11 ontstaat reeds enige menging van cement, zand en menguater. Dit evenuel nog niet volledig homogene mengsel uordt overgetrans-porteerd near da transportgoot 13, uelke volgens de tekening slechts een transportschroef 14 bevat, doch uelke, op be|<ende uijze, voor-15 zien kan zijn van tuee eoaxiale transportschroeven (niet ueergegs-ven). In de transportgoot 13 vindt de menging plaats tot aan een hogs graad van homogeniteit. Voorts uordt nabij het invoereinde van de transportgoot 13 vanuit de leiding 47 een waterig schuim-mengsel aan de speciebrei toegevoegd. Aan het afvoereinde van tie 20 transportgoot 13 bezinken eventuele grove verontreinigingen zoals steenbrokken in de bezinkput 17, uelke put met behulp van hat deksel 15 periodiek gelsegd kan uorden.

Het gBnoemde uaterige schuimmengsel komt als volgt tot stand. De regelbare pomp 26 pompt schuim.stofconcentraat uit het voorraadvat 25 23 via het leidingpart 27 naar het msngvat 28. Tegelijkertijd uordt uater in het leidingpart 29 gepompt, via de doorstroommeter 31. De doorstroommeter 31 geeft elektrische impulsen af aan het relais 32 in rechtevenredigheid met de doorstroomhoeveelheid van het uater door de doorstroommeter 31. Het relais 32 regelt op zijn beurt de 30 opbrengst van de regelbare pomp in rechtevenredigheid met het aantal ontvangen impulsen. Hierdoor uordt een konstante mengverhouding . van s.chuimstofconcentraat en het uater verkregen. Het mengen ge-schiedt in het mengvat 28 in tegenstroom, uaar het de leidingpart 29 in het mengvat 28 stromende uater het uit de gaatjes 25 stromende ’\ 35 schuimstofconcentraat ontmoet.

\ 8103698 -5- <r ?

Door de uitlaatstomp 33 verlaat de schuimstofoplossing het mengvat 28, an uordt door een hulppomp 36 via een bean 34 naar het spruit-stuk 35 gepompt, teruijl via het andere been 41 lucht naar het spruitstuk 35 uordt gepompt. De bedieningspersoon van de inrichting 5 regelt de beide toevoeren door aan de hand van de stand van de statisohe drukmeters 39 en 40 de drukreductiekleppen 37 en 42 en de doorstromingsregelkleppen 38 en 43 in te stellen.

Het mengsel van schuimstofoplossing en lucht gaat gezamenlijk ver-der via het leidingpart 44 naar het schuimvormingsvat 46, uaarin 10 zich bijvoorbeeld, zoals bekend, sponsen van metaalstrip bevinden (niet ueergegeven)· De schuimstofoplossing en de lucht vormen in dit schuimvormingsvat 46 een homogeen uaterig schuim, dat via de leidingpart 47 uitgevoerd uordt naar de transportgoot 13. In de transportgoot 13 uordt het mengsel cement-zand-uater-uaterig schuim 15 gehomogeniseerd en opgevoerd naar het einde 16 van de transportgoot 13. In de aldaar aangebrachte bezinkput 17 kunnen grove in-sluitsels, zoals steenbrokken, uit de specie bezinken. De bezinkput 17 kan geleegd uorden door het deksel 15 los te nemen. De specie komt vervolgsns in de pomp 18, in het algemeen een slangenpomp, die 20 de specie via de uitlaatstomp 19 door een (niet ueergegeven) trans-portslang naar de stortplaats pompt.

-o-o-o-o-o-o-o-o- ’ « */ · * % 8103698

Claims (2)

1. Inrichting voor het bareiden van specie voor schuimbeton, bevat-tende een esrste voorraadbunker voor droog CBment, een tweede voor-raadbunker voor droog zand, grind en eventuela andare minerals toe-slagen, tenminste aan mechanisch aandrijfbare aerste transport-• 5 schroef in het ondergebied van de eerste voorraadbunker en tenminste een tweede transportschroef in het ondergebied van de tweede voorraadbunker, om het cement respectievelijk het zand uit de voorraadbunker naar een langs de uitvoereinden van de genoemde transport-schroeven lopende eerste transportgoot met een derde transportschroef 10 te voeren, uatertoevoermiddelen om het mengwater voor het cement en hat zand in de genoemde eerste transportgoot te brengen, een. tweede transportgoot met tenminste een vierde transportschroef, welke tweede transportgoot met zijn invoereinde aansluit aan het uitvoereinde van de genoemde eerste transportgoot, ean voorraadvat om een schuim-15 stof in geconcentreerda vloeibare vorm te bevatten, middelen om ds schuimstof uit hat ganoemde voorraadvat in de vorm van een waterig schuim aan hat cement en het Zand in de genoemde tweede transpart-goot te kunnen toevoegen, met het kenmark dst de genoemde middelen bsstaan uit: een leidingstelsal (30), bevattende een ragelbare 20 mechanisch aangedreven pomp (26) om de schuimstof uit het genbemde voorraadvat (23) te transporteren, een mengvat (28), een voor uater-toevoer aan het schuimstof dienende leidingpart (2S) van genoemd leidingstalsel (30) in welk leidingpart (.29) een doorstroommeter (31) is geschakeld die elektrisohe impulsen afgeeft waarvan het aantal per 25 tijdseenheid rschtevenredig is aan de doorstroomhoeveelheid van het water per tijdseenheid, walks impulsen via elektrisohe geleidingen een relais (32) belnvlosden dat op zijn beurt de regelbare pomp (26) stuurt, welke genoemd mengvat (28) aan ene zijds een invoer (27) heeft voor het door da genosmde regelbare pomp (26) getransportesrde 30 schuimstof en aan de anders zijde een invoer hesft voor het water dat door de doorstroommeter is gsstroomd, in welk mengvat (28) menging van het schuimstof met het water kan plaatsvinden, ean uitvoerstomp .(33) aan het mengvat (28) om het in het mengvat (28) ontstane mang-sel uit te kunnen voeren via het ene been (34) van een tweebenig 35 spruitstuk (35) naar een schuimvormingsvat (46), fuan welk tweebenig. % spruitstuk (35) hst andsrs been (41) is aangssloten op esn lucht- 1 pomp (45) om via genoemd andere been (41) nasr het schuimvormingsvat ^ lcht te pompsn, welk schuimvormingsvat (46) via een uitlaatstomp (47) 8103698 -v- *r -7- * in stromingsverbinding staat met de genoemde tu/eede transportgoot (13).

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk dat in elk been (34, 41) van het genoemde tueebenige spruitstuk (35) geschakeld 5 zijnj een drukreductieklep (37, 42), een doorstromingsregelklep (38, 43) en een visueel afleesbare drukmeter (39, 40). -o-o-o-o-o-o-o- Ό «ν' Λ 8103698