NL8103670A - Dispergeerbare, hydrofiele polymeerpreparaten. - Google Patents

Dispergeerbare, hydrofiele polymeerpreparaten. Download PDF

Info

Publication number
NL8103670A
NL8103670A NL8103670A NL8103670A NL8103670A NL 8103670 A NL8103670 A NL 8103670A NL 8103670 A NL8103670 A NL 8103670A NL 8103670 A NL8103670 A NL 8103670A NL 8103670 A NL8103670 A NL 8103670A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
polymer
carbon atoms
composition according
diluent
solvent
Prior art date
Application number
NL8103670A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Nl Industries Inc
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Nl Industries Inc filed Critical Nl Industries Inc
Publication of NL8103670A publication Critical patent/NL8103670A/nl

Links

Classifications

    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C09DYES; PAINTS; POLISHES; NATURAL RESINS; ADHESIVES; COMPOSITIONS NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; APPLICATIONS OF MATERIALS NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • C09KMATERIALS FOR MISCELLANEOUS APPLICATIONS, NOT PROVIDED FOR ELSEWHERE
    • C09K8/00Compositions for drilling of boreholes or wells; Compositions for treating boreholes or wells, e.g. for completion or for remedial operations
    • C09K8/58Compositions for enhanced recovery methods for obtaining hydrocarbons, i.e. for improving the mobility of the oil, e.g. displacing fluids
    • C09K8/588Compositions for enhanced recovery methods for obtaining hydrocarbons, i.e. for improving the mobility of the oil, e.g. displacing fluids characterised by the use of specific polymers
    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C09DYES; PAINTS; POLISHES; NATURAL RESINS; ADHESIVES; COMPOSITIONS NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; APPLICATIONS OF MATERIALS NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • C09KMATERIALS FOR MISCELLANEOUS APPLICATIONS, NOT PROVIDED FOR ELSEWHERE
    • C09K8/00Compositions for drilling of boreholes or wells; Compositions for treating boreholes or wells, e.g. for completion or for remedial operations
    • C09K8/02Well-drilling compositions
    • C09K8/04Aqueous well-drilling compositions
    • C09K8/06Clay-free compositions
    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C09DYES; PAINTS; POLISHES; NATURAL RESINS; ADHESIVES; COMPOSITIONS NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; APPLICATIONS OF MATERIALS NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • C09KMATERIALS FOR MISCELLANEOUS APPLICATIONS, NOT PROVIDED FOR ELSEWHERE
    • C09K8/00Compositions for drilling of boreholes or wells; Compositions for treating boreholes or wells, e.g. for completion or for remedial operations
    • C09K8/02Well-drilling compositions
    • C09K8/04Aqueous well-drilling compositions
    • C09K8/14Clay-containing compositions
    • C09K8/18Clay-containing compositions characterised by the organic compounds
    • C09K8/20Natural organic compounds or derivatives thereof, e.g. polysaccharides or lignin derivatives
    • C09K8/206Derivatives of other natural products, e.g. cellulose, starch, sugars
    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C09DYES; PAINTS; POLISHES; NATURAL RESINS; ADHESIVES; COMPOSITIONS NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; APPLICATIONS OF MATERIALS NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • C09KMATERIALS FOR MISCELLANEOUS APPLICATIONS, NOT PROVIDED FOR ELSEWHERE
    • C09K2208/00Aspects relating to compositions of drilling or well treatment fluids
    • C09K2208/18Bridging agents, i.e. particles for temporarily filling the pores of a formation; Graded salts
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
    • Y10STECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10S507/00Earth boring, well treating, and oil field chemistry
    • Y10S507/925Completion or workover fluid
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
    • Y10STECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10S507/00Earth boring, well treating, and oil field chemistry
    • Y10S507/926Packer fluid
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
    • Y10STECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10S507/00Earth boring, well treating, and oil field chemistry
    • Y10S507/927Well cleaning fluid
    • Y10S507/928Spacing slug or preflush fluid

Landscapes

  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • General Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Materials Engineering (AREA)
  • Organic Chemistry (AREA)
  • Oil, Petroleum & Natural Gas (AREA)
  • Dispersion Chemistry (AREA)
  • Compositions Of Macromolecular Compounds (AREA)
  • Addition Polymer Or Copolymer, Post-Treatments, Or Chemical Modifications (AREA)

Description

If* ï " i 4 H.0. 30.267 -1-
Disnergeerbare, hydrofiele polymeer-preparaten. ____·
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op preparaten voor gebruik als verdikkingsmiddelen in water bevattende systemen en op daaruit bereide water bevattende putbehandelingsvloeistoffen.
Terdikte water houdende media, in het bijzonder die media, die 5 zoutoplossingen voor olievelden bevatten, worden gewoonlijk gebruikt als putbehandelingsvloeistoffen, zoals boorvloeistoffen, herstel-vloeistoffen, voltooiingsvloeistoffen, pakkervloeistoffen, putbehandelingsvloeistoffen, behandelingsvloeistoffen voor ondergrondse formaties, buffervloeistoffen, putachterlatingsvloeistoffen en andere 10 waterige vloeistoffen, waarin een toename in viscositeit gewenst is.
Het is bekend hydrofiele polymere materialen als verdikkingsmiddelen voor waterige media te gebruiken, die in dergelijke putbehandelingsvloeistoffen worden toegepast. Echter worden vele hydrofiele polymeren niet gemakkelijk gehydrateerd, gesolvateerd of gedisper-15 geerd in water bevattende systemen zonder verhoogde temperaturen en/of menging onder sterke afschuiving gedurende lange tijdsperioden. Bijvoorbeeld worden vele dergelijke polymeren gemakkelijk gehydrateerd, gesolvateerd of gedispergeerd in water bevattende oplossingen, die één of meer in water oplosbare veelwaardige kationzouten 20 bevatten, zoals zware zoutoplossingen, die gewoonlijk gebruikt worden in putbehandelingsvloeistoffen. In vele gevallen, zoals bijvoorbeeld bij herstelbehandelingen, leent de apparatuur, die beschikbaar is voor de bereiding van de putbehandelingsvloeistoffen, zich niet gemakkelijk voor menging bij hoge temperatuur en grote afschuiving.
25 Dientengevolge is het gewoonlijk noodzakelijk, wanneer het gewenst is dergelijke verdikte zoutoplossingen te gebruiken, deze elders te bereiden.
Het is derhalve een oogmerk van de onderhavige uitvinding nieuwe polymere preparaten te verschaffen, die geschikt zijn voor ver-30 dikkende waterige media, in het bijzonder zware zoutoplossingen met een dichtheid groter dan 51 kg/m^.
Een ander oogmerk van de onderhavige uitvinding is het verschaffen van nieuwe polymere preparaten, die een verbeterde stromingsver-liesbestrijding in zware zoutoplossingen vertonen.
35 Een verder oogmerk van de onderhavige uitvinding is het ver schaffen van een verbeterde, water bevattende putbehandelingsvloei-stof.
Hog een ander oogmerk van de onderhavige uitvinding is het ver- 8103670 4 -2-* .
schaffen van. een vloeibaar polymeer preparaat, dat gietbaar en pomp-baar is, gemakkelijk gehanteerd wordt en dat gebruikt kan worden voor het vormen van verdikte water bevattende putbehandelingsvloei— stoffen onder omstandigheden van menging bij geringe afschuiving.
5 De voorgaande en andere oogmerken van de onderhavige uitvin ding zullen duidelijk worden uit de beschrijving en .de conclusies.
Yolgens de onderhavige uitvinding wordt bij één uitvoeringsvorm een polymeer preparaat verschaft, dat een deeltjesvormig, organisch • polymeer, dat in water oplosbaar of in water dispergeerbaar is en 10 na oplosbaarmaking of dispergering in een water bevattend milieu de viscositeit vergroot of het stroombaarheidsverlies verlaagt, een solvaterend middel en een verdunningsmiddel, dat een niet solvate-rend middel voor het polymeer is, bevat. Het solvaterende middel is een met water mengbare, polaire, organische vloeistof, die indien 15 homogeen gemengd, zoals door dooreenspatelen, met het polymeer in een gewichtsverhouding polymeer tot solvaterend middel van 1 : '2, een viskeus tot halfvast mengsel zal voortbrengen zonder vrije vloeistof (solvaterend middel) aanwezig nadat het mengsel ongeveer één week bij omgevingstemperatuur in een afgesloten houder stolt.
20 Bij voorkeur is eveneens een verenigbaar makend middel opgenomen, dat het vermogen heeft het verdunningsmiddel te geleren.
Bij nog een andere uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding kunnen de hiervoor beschreven polymere preparaten gemengd worden met een water bevattend milieu, zoals bijvoorbeeld een zware 25 zoutoplossing, om putbehandelingsvloeistoffen, bijvoorbeeld een her-stelvloeistof, voort te bréngen.
De polymere preparaten van de onderhavige uitvinding gebruiken als het hydrofiele polymeer elk deeltjesvormig organisch polymeer, dat in water oplosbaar of in water dispergeerbaar is en dat na oplos-50 baar maken of dispergeren in een water bevattend milieu, de viscositeit zal vergroten, en dat gewoonlijk agglomeraten of klonten vormt na toevoeging aan een water bevattend systeem of langzaam in een water bevattend systeem hydrateert, solvateert of dispergeert. Bij voorkeur wordt het hydrofiele polymeer gekozen uit de groep bestaan-55 de uit cellulosederivaten, in water dispergere zetmeelderivaten, po-lysaccharidegommen en mengsels daarvan. Yoorbeelden van cellulosederivaten zijn de carboxyalkylcellulose-ethers zoals carboxymethyl-cellulose en carboxyethylcellulose, hydroxyalkylcellulose-ethers zoals hydroxyethylcellulose en hydroxypropylcellulose en gemengde cel-lulose-ethers zoals carboxyalkylhydroxycellulose, bijvoorbeeld carb- 8103670
! I
* -3- * oxymethylhydroxyethylcellulose, alkylhydroxyalkylcellulose, "bijvoorbeeld methylhydroxyethylcellulose, methylhydroxypropylcellulose, alkylcarboxy alky 1cellulose, bijvoorbeeld ethylcarbo xyme thy1ce1luio-se (zie Amerikaans octrooischrift 4*110.230). Yoorbeelden van zet-5 meelderivaten zijn de carboxyalkylzetmeelethers zoals carboxymethyl-zetmeel en carboxyethylzetmeel, hydroxyalkylzetmeelethers, zoals hy-droxyethylzetmeel en hydroxypropylzetmeel en gemengde zetmeelethers zoals carboxyalkylhydroxyalkylzetmeel, bijvoorbeeld carboxymethyl-hydroxyethylzetmeel, alkylhydroxyalkylzetmeel, bijvoorbeeld methyl-10 hydroxyethylzetmeel, alkylcarboxyalkylzetmeel, bijvoorbeeld ethyl-carboxymethylzetmeel. Tot voorbeelden van polysaccharidegommen behoren: de bipolymeren zoals xanthomonas (xanthan) gom, galactoman-nangomnen, zoals guargom, St.Jansboongom, taragom, glucomannangommen en derivaten daarvan, in het bijzonder de hydroxyalkylderivaten.
15 Yoor andere voorbeelden van polysaccharidegommen wordt verwezen naar de Amerikaanse octrooischriften 4.021.355 en 4-105.4^1. Hydrofiele polymeren die in het bijzonder de voorkeur verdienen zijn xanthan-gom (XC-polymeer), carboxymethylcellulose en hydroxyethylzetmeel.
Gewoonlijk ondergaan, na de toevoeging van droge, poedervormige 2Q hydrofiele polymeren aan water, de polymeerdeeltjes hydratering, die voorkomt dat het inwendige van het deeltje gemakkelijk hydrateert, solvateert of op andere wijze dispergeert in het water bevattende milieu. Dientengevolge moeten een grote afschuiving, lange mengtij-den en/of verhoogde temperaturen worden toegepast om een homogeen 25 systeem te verkrijgen. Het is een kenmerk van de onderhavige uitvinding, dat de polymere preparaten van de onderhavige uitvinding gemakkelijk in waterige media bij relatief lage afschuiving en omgevingstemperatuur hydrateren, oplossen of dispergeren. De verdikkingsmiddelen of polymere preparaten daarin zijn pompbare en gietba-30 re vloeistoffen.
Haast het polymeer is in de preparaten een solvaterend middel aanwezig. In het algemeen gesproken bevat het solvaterende middel een met water mengbare, polaire organische vloeistof, die op het polymeer een opzwellend effekt vertoont. Yele verbindingen kunnen als 35 solvaterende middelen gebruikt worden afhankelijk van het eindgebruik van het verdikkingsmiddel. Yoor het vaststellen of een bijzondere verbinding of een bijzonder materiaal zal funktioneren als solvaterend middel volgens de onderhavige uitvinding, kan een eenvoudige proef als volgt worden gebruikt: 1 gew.dl van het hydrofiele po-40 lymeer wordt gelijkmatig gemengd, zoals door dooreenspatelen, met 2 8103670 a -4- * © i gew.dln van het kandidaat solvaterend middel, let mengsel krijgt vervolgens de gelegenheid gedurende één week bij omgevingstemperatuur in een bij voorkeur afgedicht reservoir in een rustige toestand te stollen. Vloeistoffen, die als solvaterende middelen geschikt 5 zijn bij onderwerping aan de proefmethode geven vaste, ten dele vaste of viskeuze mengsels zonder vrije vloeistof in het mengsel aanwezig na een solvateringsperiode van één week. In het algemeen gesproken werd gevonden dat vrijwel elke organische verbinding, die de hiervoor beschreven solvateringsproef doorstaat, tot een geschikte 10 graad als een solvaterend middel zal funktioneren. Tot niet beperkende evenwel de voorkeur verdienende solvaterende middelen behoren: alifatische glycolen, die 2-5 koolstofatomen bevatten, zoals ethy-leenglycol, 1 ·, 2-propaandiol, .1 ,4-butaandiol, 1,3-pentaandiol en dergelijke; alkyleentriolen, die 2 - 6 koolstofatomen bevatten, zoals 15 glycerd, 1,2,3-butaantriol, 1,2,3-pentaantriol en dergelijke; poly-alkyleenglycolen met vrij laag molecuulgewicht, die 4-9 koolstofatomen bevatten, zoals diëthyleenglycol, triëÏhyleenglycol en dergelijke; amiden, die 1-4 koolstofatomen bevatten, zoals formamide, aceetamide,, dimethylformamide en dergelijke en de mengsels van de 2o verschillende hiervoor vermelde verbindingen. In het algemeen gesproken zal het solvatërende middel, afhankelijk van het vermogen ervan het polymeer te doen zwellen, in de preparaten aanwezig zijn in een gewichtsverhouding solvaterend middel tot polymeer van ongeveer 1:1 tot ongeveer 5 i 1» bij voorkeur in het trajekt van onge-25 veer 2 : 1 tot ongeveer 4 ’ 1 ·
Het verdunningsmidde 1 zal in het algemeen elke vloeibare organische verbinding of elk vloeibaar organisch materiaal zijn, dat geen solvaterend middel is. In het algemeen zijn de ver dunningsmi d delen vinei stoffen,die niet merkbaar de polymeren doen zwellen, dat 30 wil zeggen zij geven geen halfvaste of viskeuze mengsels, die geen vrije vloeistof aanwezig hebben na de ene week solvateringsperiode beschreven bij de voorafgaande proef voor de bepaling van solvaterende middelen. Tot niet beperkende voorbeelden van verdunningsmiddelen behoren vloeibare alifatische en aromatische koolwaterstoffen, die 35 5-10 koolstofatomen bevatten, petroleum, dieselolie, isopropanol, bepaalde alkyleenglycolethers, plantaardige oliën, enz. Bijzonder de voorkeur verdienen organische vloeistoffen, die in.water oplosbaar of mengbaar zijn, het meest bij voorkeur alkanolen met ten minste 3 koolstofatomen, ethyleenglycolmonoalkylethers, dialkyleenglycolmono-40 alkylethers en dergelijke. Het verdunningsmiddel zal bij voorkeur 8103670 * Λ -5- aanwezig zijn in een hoeveelheid» die het polymere preparaat zal handhaven in een vloeibare, gietbare toestand hij een temperatuur van ongeveer 20°G. Het spreekt echter van zelf, dat geringere hoeveelheden verdunningsmiddel desgewenst gebruikt kunnen worden en dat 5 de uiterste hoeveelheid toegepast verdunningsmiddel zal afhangen van het type afschuiving, dat beschikbaar is om het verdikkingsmiddel te dispergeren. In het algemeen werd gevonden, dat wenselijke verdikkingsmiddelen, die gietbare vloeistoffen zijn, bereid kunnen worden uit preparaten, die ongeveer 10 tot ongeveer 25 gew.% hydrofiel 10 polymeer, ongeveer 2 tot ongeveer 70 gew.% verdunningsmiddel en ongeveer 5 tot ongeveer 88% solvaterend middel bevatten.
Het verdient de voorkeur, dat een verenigbaar makend middel ook gebruikt wordt. Het verenigbaar makende middel zal een produkt zijn, dat in het verdunningsmiddel zal dispergeren, dè viscositeit 15 van het verdunningsmiddel zal vergroten, de synerese zal verminderen en in het algemeen zal bijdragen in het verschaffen van een homogene combinatie van het polymeer, het solvaterende middel en het verdunningsmiddel.
lot niet beperkende voorbeelden van verenigbaar makende midde-20 len behoren organofiele hectorieten, organofiele attapulgieten, or-ganofielé bentonieten en dergelijke. Dergelijke organofiele klei-soorten worden bereid volgens werkwijzen en met een samenstelling zoals beschreven in de Amerikaanse octrooisehriften 2.966.506 en 4.105*578. Bovendien kan het verenigbaar makende middel fijnverdeel-25 de silicium houdende produkten bevatten, zoals gerookt siliciumdt-ozide, aan de oppervlakte behandelde siliciumoziden zoals met silaan behandelde siliciumoziden, enz. Verenigbaar makende middelen, die in het bijzonder de voorkeur verdienen, zijn de organofiele klei-soorten beschreven in het Amerikaanse octrooischrift 4.105*578. Der-50 gelijke kleisoorten worden gevormd door de reactie van een methyl-benzyldialkylammoniumverbinding, waarbij de ammoniumverbinding 20 -25% alkylgroepen met 16 koolstofatomen en 60 - 75% alkylgroepen met 18 koolstofatomen bevat, en een smectiet-klei met een kationuitwis-selingscapaéiteit van ten minste 75 milliëquivalenten per 100 g van 35 de kleisoort, en waarin de hoeveelheid van de ammoniumverbinding ongeveer 100 tot ongeveer'120 milliëquivalenten per 100 g van de kleisoort bedraagt, op basis van 100% actieve klei. Tot niet beperkende voorbeelden van dergelijke organofiele kleisoorten, die de voorkeur verdienen, behoren dimethyldialkylammoniumbentoniet, dimethylbenzyl-40 alkylammoniumbentoniet, methylbenzyldialkylammoniumbentoniet en meng- 8103670 ' · -6- < *> « seis daarvan, waarbij de alkylgroep ten minste 12 koolstofatomen, bij voorkeur 16 - 18 koolstof atomen bevat, en waarbij bet meest bij voorkeur de alkylgroep is afgeleid van gebydrogeneerde talk. Een organofiele kleisoort, die in het bijzonder de voorkeur verdient, 5 is methylbenzyl gedihydrogeneerd talkammoniumbentoniet.
Wanneer een organofiele kleisoort gebruikt wordt als het verenigbaar makende middel, verdient het de voorkeur een dispergeermid-del te gebruiken om de dispergeerbaarheid van de organofiele kleisoort in het verdunningsmiddel te vergroten. In het algemeen gespro-10 ken is het dispergeermiddel een polaire organische verbinding met een laag molecuulgewicht, zoals een alcohol, keton, alkyleenearbo-naat of dergelijke met een laag molecuulgewicht. De voorkeur verdienen alifatische alcoholen met 1 of 2 koolstof atomen, ketonen met 2-5 koolstofatomen en mengsels daarvan. Mengsels van dergelijke 15 polaire organische verbindingen en water kunnen gebruikt worden, alsmede water zelf, de laatste wanneer voldoende afschuiving gebruikt wordt om het verenigbaar makende middel te dispergeren. Een * dispergeermiddel, dat de voorkeur verdient, bevat een methanol-watermengsel, dat ongeveer 75 tot ongeveer 98 gew,% methanol en on-20 geveer 25 tot ongeveer 2 gew.% water bevat. Doelmatig kan het dispergeermiddel een van de hiervoor vermelde solvateringsmiddelen bevatten. Derhalve kan- bijvoorbeeld een deel van het solvaterende middel gebruikt Wórden om het verenigbaar makende middel in het verdun-ningsmiddel te dispergeren. Het zal duidelijk zijn dat het disper-25 geermiddel, hoewel gewenst, facultatief is, aangezien de funktione-ring ervan is te helpen bij de vorming van een homogene suspensie van de organofiele klei, dat wil zeggen het verenigbaar makende middel, in het ver dunningsmi ddel. Een dergelijke homogene suspensie kan bereikt worden volgens op zichzelf bekende mengtechnieken. Indien 50 toegepast zal het dispergeermiddel aanwezig zijn in een hoeveelheid van ongeveer 1,5 tot ongeveer 80 gew*%, betrokken op het gewicht van het verenigbaar makende middel, bij voorkeur ongeveer 20 tot ongeveer 40 gew.%, betrokken op het gewicht van het verenigbaar makende middel.
55 Het verenigbaar makende middel behoeft slechts in het preparaat in een voldoende hoeveelheid aanwezig te zijn om het mengsel van het polymeer, het solvaterende middel en het geheel of een deel van het verdunningsmiddel van vast worden af te houden. Bij voorkeur zal het verenigbaar makende middel aanwezig zijn in een hoeveelheid, betrok-40 ken op de hoeveelheid verdunningsmiddel plus verenigbaar makend mid- 8103670 “ ë v -7- \ del, van Ongeveer 2,85 - 61,25 kg/m^, het meest bij voorkeur ongeveer 14,25 - 42,75 kg/m^.
Terwijl de polymere preparaten vdgens de onderhavige uitvinding geschikt zijn als verdikkingsmiddelen of suspenderingsmiddelen 5 in suspensiemeststoffen, vloeibare pesticiden, vloeibare herbiciden en andere water bevattende systemen, die een viscositeitsverhoging vereisen, zijn zij bijzonder geschikt voor de bereiding van putbe-handelingsvloeistoffen en meer in het bijzonder putbehandelings-vloeistoffen bereid uit waterige media, die oplosbare zouten bevat-•jq ten, zoals bijvoorbeeld een oplosbaar zout van een alkalimetaal, een aardalkalimetaal, een metaal van groep Ib van het Periodieke Systeem, een metaal van groep lib van het Periodieke Systeem, alsmede in water oplosbare zouten van ammoniak en andere kationen. De verdikkingsmiddelpreparaten zijn bijzonder geschikt voor de berei-15 ding van verdikte zware zoutoplossingen, dat wil zeggen water bevattende oplossingen van oplosbare zouten van veelwaardige kationen, bijvoorbeeld zink en calcium.
De verdikte zware zoutoplossingen, die het meest de voorkeur verdienen, in het bijzonder die gebruikt voor putbehandelingsvloei-2o stoffen, worden bereid uit zoutoplossingen met een dichtheid groter dan ongeveer 52 kg/dm^. In het bijzonder de voorkeur verdienen zware zoutoplossingen, die waterige oplossingen van zouten bevatten, gekozen uit de groep bestaande uit calciumchloride, calciumbromide, zinkchloride, zinkbromide en mengsels daarvan.
25 Het gebruik van een vaste, deeltjesvormige inerte vulstof in de preparaten van de onderhavige uitvinding draagt bij in de disper-geerbaarheid en vergroot de hydrateringssnelheid van de polymeer-preparaten in zware zoutoplossingen. Dientengevolge wordt de gewenste reologie verkregen met grotere snelheid wanneer de polymeeroplos-30 singen aan dergelijke zoutoplossingen worden toegevoegd. De vulstof dient een produkt te zijn, dat weinig of geen absorptiecapaciteit vertoont voor het solvaterende middel en is in het algemeen niet reactief met het hydrofiele polymeer, het solvaterende middel of het verdunningsmiddel. Tot niet beperkende voorbeelden van dergelijke 35 vaste, deeltjesvormige, inerte vulstoffen behoren kaolien, aluminium-oxide, siïeiumoxide, diatomeeënaarde, in water oplosbare harsen, aardalkalimetaalcarbonaten, alkalimetaalcarbonaten, enz. Indien toegepast zal de inerte vulstof aanwezig zijn in een gewichtsverhouding polymeer tot vulstof van ongeveer 1 : 1 tot ongeveer 1 j 10.
40 Gevonden werd, dat wanneer de polymeerpreparaten of de verdik- 8103670 Λ tt ψ -8- kingsmiddelen verouderd worden voordat aij worden toegevoegd aan zware zoutoplossingen, de hydrateringssnelheid in dergelijke zoutoplossingen wordt vergroot. Dientengevolge vergroten, hoewel de polymeerpreparaten of de verdikkingsmiddelen aan de zware zoutoplos-5 singen kunnen worden toegevoegd "binnen enkele uren vanaf hun "bereiding, langere verouderingstijden de snelheid, waarmee de verdikkingsmiddelen in de zware zoutoplossingen hydrateren.
Om meer volledig de onderhavige uitvinding toe te lichten worden de volgende niet beperkende voorbeelden gegeven. Tenzij anders "*0 aangegeven werden alle metingen van fysische eigenschappen gedaan volgens de onderzoekmethoden uiteengezet in STANDARD PROCEDURE EOR TESTING DRILLING FLUID API RP 13B, 7e editie, april 1978. De parameters van de fysische eigenschappen, waarnaar in de voorbeelden wordt verwezen zijn, tenzij anders aangegeven als volgt in eenheden uitge-15 drukt: 300 opm = Eann Y-G Meter schaalaflezing bij 300 omwentelingen per minuut.
φ· PY = API plasticiteitsviscositeit (cP) o ΎΡ = API elasticiteitsgrens (kg/m ) 20 gelen = 10-sec gel/10 min. gel waarbij 10-sec gel = API 10-sec gel sterkte (kg/m2), 10-min. gel « API 10-min.. gel sterkte (kg/m2).
Yoorbeeld I.
Polymeerpreparaten werden volgens de volgende methode bereid: 25 (1) Een voorraadmengsel van dieselolie en methylbenzyl gedihydro- geneerd talkammoniumbentoniet werd bereid door gedurende 20 minuten met een Premier Dispensator 8000 gew.dln dieselolie, 160 gew.dln GELT0NE II (handelsnaam van een organofiel bentoniet op de markt gebracht door NL Baroid, Houston, Texas) en 45,5 gew.dln van een 30 95/5 (gewichtsverhouding) mengsel van methanol en water tezamen te mengen, waarbij het laatstgenoemde mengsel funktioneert als een dis-pergeerhulpmiddel voor de organofiele kléi; (2) aan 200 g van dit voorraaddieselmengsel werden 100 g XC-polymeer toegevoegd, terwijl met een "multimixer" werd gemengd en de 35 mengbehandeling werd 2 minuten voortgezet; (3) 100 g van een potentieel solvateringsmiddel werden toegevoegd en de mengbehandeling werd 5 minuten voortgezet; (4) daarna kregen de polymeerpreparaten de gelegenheid ten minste 16 uren vast te worden voordat waardering plaats vond. De po- 40 lymeerpreparaten werden gewaardeerd in een zoutoplossing van 2,30 8103670 * * * -9- kg/dm^,. die calciumbromide en zinkbromide bevat bij een verdikkings- $ middelconoentratie van 34,2 kg/ir* (7,65 kg/m^ XC-polymeer) volgens de volgende methode: (1) 350 ml van de zoutoplossing en 4 S van het polymeerprepa-5 raat (verdikkingsmiddel) werden 5 minuten tezamen met een multi- mixer gemengd;.
(2) de reologische eigenschappen werden gemeten; (3) de monsters werden in bekers van 0,47 liter geplaatst in een rollenoven bij een temperatuur van 66°C en één nacht gewalst; 10 (4) de reologische eigenschappen werden verkregen nadat de monsters tot kamertemperatuur waren afgekoeld. De verkregen gegevens zijn in tabel A opgenomen.
Toor vergelijkingsdoeleinden werden polymeerpreparaten bereid, waarin het voorraaddieselmengsel was gesubstitueerd voor het solva-15 terende middel (aangeduid GEEN). Ook werd het droge, verpoederde, niet gesolvateerde XC-polymeer geëvalueerd in de CaB^/ZnBrg-oplos-sing. Zoals blijkt uit de gegevens in tabel A funktioneren talrijke verbindingen als solvaterende middelen. Bovendien blijkt, dat zonder een solvaterend middel de hydrateringssnelheid aanzienlijk 20 wordt verminderd zoals blijkt uit de slechte reologische eigenschappen.
(zie tabel A).
Yoorbeeld II.
Polymeerpreparaten werden bereid onder toepassing van de vol-25 gende methode: (1) 200 g dieselolie, 7 g GELT0NE ^ II organofiele klei en 2,4 ml van een 95/5 mengsel van methanol en water werden 15 minuten op een multimixer gemengd; (2) 100 g van het in tabel B aangegeven polymeer werden toege-30 -voegd en 2 minuten gemengd; (3) 100 g van de solvateringshulpmiddelen aangegeven in tabel B werden toegevoegd en 2 minuten gemengd; (4) daarna kregen de polymeerpreparaten de gelegenheid één uur vast te worden alvorens te worden gewaardeerd.
35 Be polymeerpreparaten werden gewaardeerd bij een concentratie van 22,8 kg/m? (5,7 kg/wP polymeer) in de zoutoplossing van CaBr2/
ZnBrg van 2,30 kg/dm^. Be API-reologie werd verkregen na 15 minuten mengen op een multimixer en nadat de monsters 16 uren bij 66°C waren gewalst. De verkregen gegevens zijn in tabel B vermeld.
40 (zie tabel B).
8103670 * ♦ .
/ -10-
Voorbeeld III.
Polymeerpreparaten werden "bereid onder toepassing van de methode van voorbeeld I. De polymeerpreparaten werden gewaardeerd in een calciumchloridezoutoplossing van 1,39 kg/dm^ bij de in tabel C ver-5 melde concentraties. De monsters werden bereid zoals in voorbeeld I. Nadat de reologische eigenschappen werden verkregen bij de monsters gewalst bij 66°C, werden 28,5 kg/m^ BARACARB (handelsnaam van een calciumcarbonaat-koppelmiddel op de markt gebracht door NL Baroid, s werd
Houston, Texas) toegevoegd en 2 minuten op een multxmixer gemengd.
10 De filtratieproef met lage temperatuur API BB13B werd vervolgens bij elk monster uitgevoerd. Ter vergelijking werden de droge poeder-polymeren bij dezelfde concentratie gewaardeerd. De verkregen gegevens zijn in tabel C opgenomen.
(zie tabel ö).
15 Voorbeeld IV.
Het volgende voorbeeld licht de solvatering toe van XC-polymeer en BOHRAMYL CR (handelsnaam van een niet-ionogeen hydroxyethylzet-meel op de markt gebracht door Avebe, Veendam, Holland) en hun gebruik als regelingstoevoegsels voor het stroombaarheidsverlies in 20 zware zoutoplossingen.
Monster A.
Een XC-polymeerpreparaat.werd bereid door 20 ge-w.% XC-polymeer, 25$ glycerol, 54>6 gew.$ isopropanol en 0,4$ CAB-0-SIL M5 (gerookt siliciumoxide) met elkaar te mengen en 16 uren te verouderen.
25 Monster B..
Het BOHRAMYL CR-preparaat werd bereid door 20 gew.% BOHRAMYL CR, 25$ glycerol, 54»6% isopropanol en 0,4$ CAB-0-SIL M5 met elkaar te mengen en 16 uren te verouderen.
De monsters A en B werden gewaardeerd bij een concentratie van 50 42,75 kg/m^ (8,55 kg/m^ XC-polymeer of BOHRAMYL CR) in een CaBr^/ ZnBrg-oplossing van 1,92 kg/dm^. De oplossingen werden· met een Eann V-G· meter bij 300 omwentelingen per minuut één uur geroerd en de wijzeraflezing werd initieel en na 30 en 60 minuten verkregen. De oplossingen werden één nacht bij 66°C gewalst, tot omgevingstempera-55 tuur gekoeld en opnieuw gewaardeerd. Daarna werden 28,5 kg/m^ BARA-CARB aan elke oplossing toegevoegd en de ΑΡΙ-filtratieproef werd bij elke oplossing uitgevoerd. Zoals blijkt uit de verkregen en in tabel D vermelde gegeven^ fungeren zowel het XC-polymeer als het BOHRAMYL CR als goede filtraatregelingsmiddelen bij aanwezigheid van een cal-40 ciumcarbonaat-koppelingsmiddel na warm walsen.
8103670 • f % -11- (zie tabel D).
In de volgende voorbeelden waren de zoutoplossingssystemen, waarin de polymere suspensies werden onderzocht, als volgt: 1,39 kg/dm5 CaCl2 5 1,70 kg/dm5 CaBr2 1,80 kg/dm^ CaCl2/CaBr2 1,82 kg/dm^ CaCl2/CaBr2/ZnBr2 1,86 kg/dm^ CaBr2/ZnBr2 1,94 kg/dm^ CaBr2/ZhBr2 10 2,30 kg/drn^ CaBr2/ZhBr2·
Voorbeeld 7.
Monster A.
Suspensies van XC-polymeren werden op de volgende wijze bereid: 58,8% isopropanol en 0,2 gew.% CAB-O-SII werden 2 minuten op een 15 multimixer gemengd. Hierna werden 20 gew.% van het XC-polymeer toegevoegd en de menging werd gedurende nog één minuut uitgevoerd.
22 Gew.% glycerol werden vervolgens toegevoegd en de mengbehandeling werd nog één minuut voortgezet.
Na één nacht bewaren werden de suspensies onderzocht bij een 20 concentratie van 8,55 kg/m^ XC-polymeer in zoutoplossingen van verschillende dichtheden. He reologie werd bepaald op het Fann-model 35-4 na één uur walsen bij omgevingstemperatuur en opnieuw na één nacht walsen bij 66°C. Het API-filtraat werd verkregen na toevoeging van 28,5 kg/m^ calciumcarbonaat-koppelingsmiddel aan elk monster.
25 Monster B.
Be methode gebruikt voor de bereiding van monster A van voorbeeld V werd uitgevoerd, behalve dat de suspensie 40 gew.% isopropanol, 20 gew.% XC-polymeer en 40 gew.% glycerol bevatte.
Controlemonsters, waarbij droog poeder direkt aan elke zoutop-30 lossing werd toegevoegd bij een niveau van 8,35 kg/m^ werden eveneens op dezelfde wijze onderzocht. Be resultaten zijn in tabel E opgenomen.
(zie tabel E).
Zoals blijkt uit de gegevens in tabel E gaf activering van het 35 XC-polymeer met het glycerol toegenomen viscositeiten. Bovendien was de API-stroombaarheidsverliesregeling toegenomen in het geactiveerde of gesolvateerde polymeer in tegenstelling tot het niet geactiveerde polymeer.
Voorbeeld VI.
40 Be methode van voorbeeld V, monster A, werd gevolgd onder toe- 8103670
•V
-12- ï '· passing van BEXTRIB (handelsnaam" van een hacterieel gestabiliseerde vooraf gegelatineerde zetmeel op de markt gebracht door NI Baroid).
Be resultaten zijn in tabel F opgenomen.
(zie tabel F).
5 Yoorbeeld 711.
Be methode van voorbeeld 7, monster A, werd gevolgd onder toepassing als polymeer van IMPERMEX (handelsnaam van een vooraf gegelatineerde zetmeel op de markt gebracht door NI Baroid). Be resultaten zijn in tabel. G opgenomen.
10 (zie tabel G).
Yoorbeeld Till.
Be methode van voorbeeld 7, monster A, werd gevolgd onder toepassing van CEIIEX (handelsnaam van een natriumcarboxymethy 1 cellu-lose (CMC) op de markt gebracht door NI Baroid, Houston, Texas).
_ ‘ * · - i 15 Be resultaten zijn in tabel H opgenomen.
(zie tabel Ξ).
Yoorbeeld IX.
Be methode van voorbeeld 7 werd gevolgd onder toepassing van BRISPAC (handelsnaam van een po-lyanionogeen carboxymethylcellulose 20 op de markt gebracht door NI Baroid). Be resultaten zijn in tabel I opgenomen.
(zie tabel i).
Yoorbeeld X. -
Polymere suspensies van met BOHRAMÏI CU verknoopt hydroxyethyl-25 zetmeel werden volgens de volgende methode bereid: 1. 57,8 Gew.^é van een verdunningsmiddel bestaande uit hetzij isopropanol ( IPA) ^ie^Zeihyleenglyc olmonobutylether (butyl cellosolve), werden één minuut op een multimixer gemengd met 0,2 gew.% CAB-O-SII.
20 Gew.% BOHRAMXI CH werden daarna toegevoegd en de mengbehandeling 30 werd nog één minuut voortgezet. Glycerol werd daarna in een hoeveelheid van 22 ge\r.% toegevoegd en er werd nog één minuut gemengd. Be 4 monsters werden één nacht bewaard, waarna zij werden onderzocht op basis van 8,55 kg/m^ actief polymeer in zoutoplossingen van verschillende dichtheden. Reologiegegevens werden verkregen op een Fann-model 55 35-A na één uur walsen bij omgevingstemperatuur en opnieuw na één nacht walsen bij 66°C. API-filtraten werden verkregen na toevoeging van 28,5 kg/m'* CaCO^-koppelingsmiddelen. Controlemonsters, waaraan 8,55 kg/m^ droog poedervormig BOHRAMÏI CR aan elke zoutoplossing waren toegevoegd, werden op dezelfde wijze onderzocht. Be gegevens zijn" 40 in tabel J opgenomen.
8103670 * ' * -r -13- (zie tabel J). £
Toorbeeld XI.
Een polymeersuspensie werd bereid door 100 g carboxymethylzet-
meel (CMS), 200 g ethyleenglyool, 50 g isopropanol en 5 g CAB-0-SII
5 M5 5 minuten op een multimixer te mengen.
Een tweede polymeersuspensie werd bereid door 10 gew.dln XC- polymeer, 5 gew.dln ethyleenglyool en 10 gew.dln isopropanol, die bevatten.
1 gew.% KLÏÏCEIi HA(handelsnaam van een hydroxypropylcellulose op de markt gebracht door Hercules, Ine.) te mengen. Dë XC- en CMS-poly-10 meersuspensies werden gemengd met eën CaBrg/ZnBrg-oplossing van 1,92 kg/dm^ gedurende 10 minuten op een multimixer. De concentratie van de XC- en CMS-polymeren in de zoutoplossing waren respectievelijk 11,4 en 20,2 kg/m^. Het monsters werd in twee gelijke delen verdeeld en 14*25 kg/m^ CaCO^ werden aan één monster toegevoegd. De 15 monsters kregen de gelegenheid één nacht bij omgevingstemperatuur te hydrateren en de ΔΡΙ-eigenschappen werden na één nacht walsen bij 66°C bepaald. De verkregen gegevens zijn in tabel K opgenomen.
(zie tabel K).
8103670 *· • * ' -14- v 1 Η i Φ ¾ • · OWN IT\ -ci- φ 03 Ρ . Ο ©lAOJVO'st'ilA '^t'CJ t~
H \ \ \ \ \ \ \ <D
• (DI^CMVOS^Lnr^CM ·Η C— ff\ . 6£ 6C Λ^· T- t- a «4 Ο 1- T- CO · \(D O t— CO '•tf* T- CJ\ C— O p-ί Ο O CM T- p
6£ H VO VO VO Ο 1— fCN 0) M
, V] 6£ Ph ·\ ^ ^ λ ** ?H CD
Op-icM-t— ΝΛΝΛ·*3-ΝΛ i- >Ö E-C
OH P
|Ti o <rt. p CCI 1Λ C\ N » . <D (*] Ph l*\ W ΙΛ ΙΛ p
CM P O
'dlPrON't C\OOW CD H
p ρ a mvo σ\ ffl ir\ on ^ ra Ρ H g > m o
Φ M
δ£ Η H
p O^KNONrOt- NO — £)£CD
H OOO'-Ο if\ H" LTn C·— 0¾ H
tQK>i— t— T—T-T-T- Η ·Η m 0*0
Ο Φ O fH
H Ρ · Φ CM CM CM CM P
p 03 - m
0 CD
1 HO fcj
CM :03 t— S
P H
ώ ρ η - όο σ\ co _ c— ρ P CD K> τ- τ- t- τ- τ- I Η ON "P" C\ ^ Ρ Ν«4Η·\\\'^.·\·\ \ Ρ ΟΟΟτ- > • \ CDCDv τ- τ* τ- τ— τ- τ- · Η A * *· ·>·» «I CM Η 6£ Α ί>Η Ο Ο Ο Ο Ρ & Ö * η ώ ο η a c£.
Φ Ρ Η Os ITS ΙΑ OS 'Si- Φ O « -QOOCMT-T- tO fTN p O £ p <DQj~~~ - ». p [> O O KN CM Φ EHPPHOOOO OO O Eh ft cm cm cm CM Φ 60
H CQ
(D O ··> Ρ Η H Ö
Φ :Φ PO
φ H js» C— CM 00 C— CO CO l'C'i Η ·Ρ
a^ftrKNKNCMrW r- HH
Rh φ h h p o p
OH H P
P W b H
I ΟΙΠ.ΙΓ\Ν\0— VOCOO H fl Pa OOCMK'\"p- CMCMCMCM Φ -PPc
|xj fp Φ H
P ft Pi a R>
k\ H P» j>a P
\S j4 S a s o
Eac „ : . Φ · -° JL
Λί HO P O O PS
P HO Φ ΙΛ N"\ cö ltn φ a vo ρ o ii
VD ΦΗΌ Φ » «» S
- a -p h o o ? ft C- RiHtj Ρ Η Η H p»
Η P H r· fH H
O a p H H
A O O O O O P —
IÖÖ CQ Ρ- Η E— 1¾ H
O Φ Φ PO
Hl Φ m φ o Η Η Φ r"5
Φ Η P Pc cö H
>p HO Φ O £ P SD
H O O Η H PP
Η H O |>s O ' Φ P Η !>Φ 3 O Η. Η Η ΟΦΡ Ο Η ίο Όΐ ΑΗΡ ^Τ1 Ό [>5 ijD Ρ d ' 0 a Ο Ρ ΗΡΦΡ £<0Ρ ^ΟΦΦ Ρ,Ρ Φ 60 Φ Φ Ρ Ο HP Ο S Φ Φ Ρ Η ?η ρφηαη ο a'® μ ο a a os φ Φ Φ Η !>s Ο Ο Ρ 'Φ Φν- ,ΡϊΡΐΗ Η Φ 1¾ Λ |( S Ό ΙΛ Φ Μ Μ Η Η ΦΙΙ Ρ ΗΛΗΡΦΙ Ρ a^HOO^d^ Η Ρΐ>5·Ρ:ΦΙΟ Ρ P S ΗρΙηΙΡιΡι ΡΟ Η φ Λ » Η. κν S Φ. ^ ΗΗΗΙΙ
Ο Φ Η Η U - Η Φ ¥Λ Ο Η· Η Ο Ο W UJ
CQ δΟΦ'ΡΗτ- ίώδίΗΙΗ ΑΟΟΜΗΙτ-ΙΗ 8103670 _ -15- 02 rtf •Η Φ
R
P
CÜ cd r> · Q vo VO CM CiN LPi 'vf ^ OH*· - *- ·* * ·- ·> o a o ^ r OI cm ia in vo oco
p φ t— fA CM CO VO CM
-P CD
ra ή i-1
Η P
ai? IA +5 a ei rj CM -<rf- VO /0 Cd · CD CMCM CM CM τ—CM IA IH ^
wmS CO O
cd VO in O Μ· T W T- R Jrc 10 T- T- CJ CM N 51¾¾ “ " CD ^
.p * VO VO IA
{tf CM« v£)|>- r- · f- OP-i WW ·» ·* ·· » Λ». *· W o H p CM CM VO VO O O O Cj g S|> JH« (J\^ ^ia-vocm νσ* - «d & CM CM IA IA T- t— t— ra g .fj ·Η ·γ-1
El O 'd* on O'" ® ^ ® P ® oW«E-vocr\0\i-->-T- -tf ® ^ “ H fl rtf p Φ <-. . Ö o ti m S 1t-t-!III OH 3. H ^ CD H θα §«iii ^ ^ • H CD τ-ί-τ-'ΦΟΟτ- HÖ
OttfEfl CM v- * \ . ® H
. 3 CQ >d R Ö H
©O ΝΛ _ VO ^ 1- ^ .S n _c ^ s5 |ηΡ**οοιλιοοο_ο ^ g ; ^ g & m m (p cd ra -n h j> M· ffl c- κν σ\ o cm w 5 & J ^ o ^ 3 R W « T- Lf\ VO V- T- CM ÖÖ O * VO|CMi- £ H !> CS a
•HO OCO t— IA -r- O CO IH ö © J P
Ö O « « CM 0 KV CM t— IA R © ° > ° H IA Τ-Ί-
r, iö H IA Ö O
CD *H CD 3 CÖ fA
S O CD — H O Mt fA
αρτ\ ιλ in vo vo vo vo in in ia ia pa 6f T (Λ| oj r-
£Lö „ „ - ~ - Cd -P ,Μ B H
H\ ^td-COCO COCO ^ ^ 'Φ R ® ^ P
O £*) T- T- N £ ° d CU id
p P CO O -P
Φ ö CD K> g m cd Φ S .
dto, i> O HO ONCM
ha^i 'ti f·! / - Γ1 a I *- T-
ri V 1C\ I fA I IA t IA | Al P B H
o 6f Φ O *H
• (£ Μ Φ Ö0 >d w “· i p o ^ Ma ^ p H fi Φ φ CD «'“"v O 00 60 CQ CD H Pc O S CD Ö Ö H S. Η Η Φ0ΦΦ rj η ΦΦ 8 cd Φ Φ Η O ΦΦ -P r» _ '
h ft sa ® β S
φ o -P-P N<DCÖCÖ Φ O -Η Φ (D *W>i> -P , _
H R SN ·0 O ' e “ -=4R
ba η h p p a a ö h m i>a f>3 ©racdcd o
43pcd p< A raPccdcd S
φ φ ö oo o ra ö ö g Φ o ^ pp η ή cq ra
p ε, a a ap^pcCMHtJHH
Φ HFsOT-oi^^RH^ora φ WOHRCQÖDMWH'Ö 0¾¾
a hr o += co p o o pi o ®SS
g, Sp p*öocdppga®3®
H Red ïcdRp'd'dMra cSMM
O HO OM O&O
(P O '—' W'—' R — RR pw #|t-cm 8103670 -16- V * * β *
PW
cö cö ra ,α Φ d <rj
OH (M O O (Λ IA O T- ON O 03 ON O CO O
QjLj Μ «V ».*>·« n ·* ~ ***·*' *« » Μ® OM MO K\ O r in O O 00 O OJ Lp» KM KM (Λ 1Λ P i> T- f" 03 03 H ✓—'
Η Η H
5 3-i KM c— | CM in KM CM CM I CM O MO CM (ft t— ΙΛ ft- r
KM CM τ- I CM i- I τ- CM CM τ- KM
in «* o co ia to in in t>- "3- co in mo in c— in mo ia tft ia
O O OM CM O τ-^ΙΓν CO CM O NO t- KM O MO CM CO ON CM
O KM T- CM CM τ“ T— τ— v-
MO _ MO
•r;
•H
•I ·° w
6£ Φ ,3 W
Ü-H O C— CQ CQ ONCMO CM CQ CQ KM 02 O IA ON o MO C"— •H 6C NO O O O CM t— O MO O O CM O O vj- ON C— CMKMf- CO O τ- NO τ- tt- r- t- CM t— t— T- t— T- 03 H O O H 0)
P P O P
W
fj Ph ^ LfN IT\ o <ή +3 *> -' · -
. N CÖ O τ- τ· T-T-T- CM τ— CM CMOCM CMCMO O v- C
(Η) P KM CM ΤΑ (D
Η ·Η P
© a ,Ρ P Φ
CÖ Φ -P
EH ω ra Ö 6C LfN LfN in R Ö - - -
Η H O ON CM O CO CM MO KM NQ τ- MO ON t- KM KM O CMOO
q !>o Ί— T- ' T- t~ ’^''ö-mo km km c— v- km o t-kno pi φ km T- τ ι &
o S
X o KM ·Π
S H
\ fQ in in in 6r ·> ·> ·» m jd o c— cm on in -Φ cm inooN o no mo ^ on o ^ cd in O i- CM τ- t- CM KM 00 ON r f- F- KM CM A A CM A ^ in τ- MO Τ- T-. τ- τ- ιη *· co 1 δοη a a a O Ή Ό OM ON OM OOO O O O CM CM CM MO MO MO ^ ^ -pra\ KM KN KM f- C— f— CO CO CO CO 00 00 00 co co omomom 2 ra 6o · - - - ---- --- --- - - - o o Λ τ- τ- τ- r— τ- τ—* τ— τ- T- t-t-t— t- t— t- t— t- i— N Hw
H
Φ Ό Ό
•H
s
CO HH . Η Η HH HH HH H H
60 OO O O O O OO OO PP
0 PP PP PP PP P ft ξΗ <r| φ φ ΦΦ ΦΦ ΦΦ ΦΦ Φ Φ p OO OO OO OO o o po Φ Fal>s rM l>a h In rMrM rN> S P->
Η HH HH HH HH H ri Η H
cö 60¾) 60¾) 5¾)¾) 60 60 60¾) 60 60 η Φ cR © © ^ ^ © 'èR ^R © 'SR "g "g. "g.
O φ CM O ©CM O Φ CM O Φ CM O Φ CM O © CM O
CQ 60 CM ^ 60 CM 'Φ 60 CM -"Φ 60 CM Φ 60 CM -Φ 60 CM ·φ 8103670 % -17- {Lm ~ 8 8 m ,α φ Ö Ή 'Φ · O ri *
O f4 ΝΛ CT\ O
Η Φ KN T- -P > m m Η Ή H ft ® 8 ·< ft—'
VO ON O
tO T- CM · 60 s
mH
m m o
H
ft
O 00 CM CO O
O O VO lO CO -p o to 1- T- T- 8
VO O
VO N
i— CD
τ4 +=> o m
<D H
•Η ft ® δ£ O VO t- t- £ 0 VO O 'Φ tO E-— ® H i- VO CM CM CM 60 S a ^ H s 60 Η ?4 > H ft P to
o < 2 * S
f> 40 o CM LTV 8 54 8 to 1-8 Φ f4
}> © 'F
vS p 60 - 0 ® H ® o -P r* H ® ® Φ 6c 60 n f| O N IA t— ®
8 4 O W •vt' IA O
£-1 {> tO t— 43
ti H
a ®
o tJ
-8 TT -Η
Ή S
λ CQ
o to 'd- o 60 ft o -P- CO to p VO CM t4
t— r-H
8 ft ft O
^ M
1 6DO
ft 0 a
0 4 8 O
+> o\ OOO O
P ca ia to to to 8 o o ,14 ·>·»·· o
tq HW CM CM CM
a 3
H I
® <3 r
•8 «ij H
>8 ft ® •H 8 a to λ CQ Η r4 a 8 ia O O \ ® Ö 54 f4 60 τ4 Φ Q) Ai ö 54 O ü ®
φ J>j >s tO -P
43 Η Η ~ t4
8 60 60 CO P
S> Ö CM ft H ® -ÏR 'g.
o Φ CM O 5H
CQ 60 CM * S
81 0 3 6 7 0 « -18- λ ν * , ι ΜΗ cö cö ra ,α Φ S -Η . .
Ο Ρ ·0· (Μ VO 00 p φ Λ λ *“ * -Ρ> ovo LA CM ΙΑ ΙΑ "0- LA ^ί" C— C— O VO τ-
Μ 03 ΙΛ (Λ OJ •'ίί* *— CM CM τ— OJ
fÖ τ— Ί—
Η ·Η H
SS-S
la la la ·» «k .
[Ο O V- IA O IA T- CMCM τ- τ- CM τ— CM CM.
ê
•H
ra ra la o
·» H
O ^ CM CM ^ LA VO CO VO kt IA t- O C— ON Pt
. OOt-t- τ- O f- VO VO CMCM CMCM 'Sf O
6£ O IA t— Ïj fl £
•H MO O
ra s m τι o -H ® £ “ ' ra O pj Ή -p -oc— "ö-oncoovooctncoiavocmoc— cö
0 MO O CM CM VO CM ff\ ^ CM r "Φ LA LA -0- ON O P
O τ— VO ι— τ- τ- τ- τ-φ N . *© Φ Ö -H |
•H 6C P
0 g • ft H ^
Ba ® O
ΦΦ lala la la la la la ia la d (-1 g I? I r> «S *V *k «k ·» ·* »» Co φ £ kn ' τ- o O T- O T- CMOOOO O -O-r- CÖ r© I-ί H ^ cti O Ph T2.
EH P < Φ
P ' P
H £ pd ®
ËH LA tlO
b<d O O ·* ©
H O O ON 00 CO C— IA y- 'vfVO ONO OO ONLA O
Pl IOKN ^ "ij- IA IA τ— τ— ι— y CM +3
IA IA H
.S CM © &C v-, 'd M ï a LA © LA ,d O CO C— M- VO LA CM 00 CM LAO O O ON τ- 60 » o v" τ— τ“ T" CO CO VO C— τ- CM CM CM IA LA d CO i— VO ‘rt
f"H
Φ
Pt
Pt
^ S
1 6DA Λ
PdS ΟΝΟΝ OO OO CMCM VO VO d-'d- OO
O -HO IA IA C— C— CO CO 00C0 CO 00 ΟΝΟΝ IA IA IA
+» ca \ ~ ~ ·> ·* ·> ~ »· ·.·. » «« o
0 ra 60 τ— ·ΐ— y v y y y y '!— τ y y CMCM O
o O M ® tq hw o h i φ 3 rÖ ^ h m ra 60 a •H tö p r—IrHi^Mr—l i—IrHrHiid
φ O O O O O O O
+s p. PPPPPPlA
φ φφφφφφφ»· j> d üpodoöpppppöp co
Η ®>s®>j®}>sral»50>5©l>s©i>s CM
O ΦΗ ΦΗ Φ Η ΦΗ Φ Η Φ H Pt1 ...
CQ 6060 6060 6060 6060 60δ0 6θ6θ 60 60 JH
B4 0 3 6 7 0 •Γ jf I* -19- ι rüjj fim cd cd m 0)
S Ή O H
oh CO CO CO M3 - CM
h φ **·» W λ " ·
-P f> w N Tj· CO Ift « fn 't ΙΛ CT\ VO CM
CQCQ CM CM O c~- O VO lf\ f— O
n3 «—- m ΚΛ T— iSJ T— S
Η Ή H ft Φ 8 <4 ir\ in m in ·» ·* ·* N% r CM IfN O K\ K\ ΙΛ Ol O O Or- CM ΓΛ ra ra o i—1 tn ft • o * o
& O O CM 'Φ CM VO ^t-r- m τ- E— MD CT\ O CM 1Λ -P
Q O COv-t- K\t- CO CO VQ C~- v-T- τ- CM 0
•H MO O
53 VO N
53 O T~. Φ t—I *W "f3 P ,Q dl o n in h ^ cd p O fn c- η σ\ int- cdcm cm v- n c— cv -p- > o voocMCMtncMinmT-fnmfnminc— co φ Ντ-VO r— r- 1— r- ^0
fl S
•Η Φ ij •H cd h U > Φ o Φ H Ö • go η η n cd ü S B ·> ·* ·» cd
Hh m T- -r- -c- CM T- T- CM CM CM O O CM O v r-t O <p φ p H 50 ^ ft Φ cd W <4 o E4 g > S Φ
Ph öo H in φ êo o - o O o CO VO σ\τ- -p* CM VO d· r -sf O ι-O +3 H fO r· r τ- "^ί* ΙΓ\ K*\ t— t— t— t— CM N"\
• rH
rc\ fo- <D
a cm ^ \ Ί3
hi t~. -H
.M *H a ,η in ca in - &> in Λοοσν f-r' c-o otn τ- c- oco w σν η • omcM'i-cMcooc-cocMCMCMm-^t-in ή CO τ— VO ν- Η Φ ft ft Ο χ-ν ,y ι δση ft a a . m ori'ti σνσν oo oo cm cm vovo -p- ·ρ· oo o
-p 53\ ΝΛ ΝΛ f- CO CO COCO COCO ON ON ΝΛ 1C\ O
p ca to -- - - - - - - cd
Ο Ο M τ— -Ϊ— v- t— t— *— T-T- t— t— t— t— CM CM U
C3 iH N—' § (β -¾ a
ο -H
H <4 H
Φ ft Φ Π3 <{ !o rp ft © •h h a fn ψ a a &0 \ φ p &D Φ •Η . M t0 h r-lr-lr-(HHr-li—1 φ ooooooomli -p hhfckhhh- cd ©φφφφφφοοο !> pp pp po pp po po pp cm ft H ®!>s©i>s®É>s®t>s®!>s©i>s©!>a Ο ©ΗΦιΡΦγΡΦγΗΦΗΦΗΦΗ «
CO 50¾¾)¾)¾)¾)¾¾)¾)¾)¾)¾)¾)¾) )H fH
8103670 -20- t t v ΜΗ cd cd m p Φ S p . .. .
ff H
0 u
ff Φ CM
p (> 1H I
mm o vo coco 03 oo IH 'tf· 4 fo\ O co m c\i cm com T- o üt- o·^- ch T- om
Η ·η H cm cMT-cMCMömmmcMmS
2)33 m m m m m m m «« K «I A ·« Λ
moo O VO CM O CM O O T- C— O CM CM
%
P
m m o
rH
ft • o o br ooot- o- co οοσν com σνσν σνο σν ρ ff ο m τ- t- τ— ^ m ^ ι- cm ff •Η VO Ο ra νο Ν m Ο ·ι-: ® Η Ή Ρ ff Ρ m ° - ιΗ Ρ Ρ m g .
ff ο ·* £ ο νο ο c— cm m-^fmmm'>^-voi>.cocr\'^t’0 φ
Ν γΆγΝ γγ 0\0\ Nffl'rr r... r $D
Ö § •η ω ff
ρ S
ff U. > φ ο • Φ ΗI ö Η a ο m m m cd p» φ ·» »> ·> cd Η H ff mr-O m - τ— τ- O CM CM vf O CM τ- CMt- Φ o 'ff P ff H $0 cd ft ®
W P
H !> ft ®
ft SD
m ® o o o . o o o co co ' f- m σν mm co σν oo σν v- -p m mm ·<φ m m m τ- τ- τ— cm a * η \ m ω & CM 'ff M *ff •r; Ρ
LTV p S
m p m m ra » ». λ Cjfl co povom-^-m^vo-ovomc-c-coocM· ff O τ- τ— τ— f— COC— VO C— τ- τ— τ— τ- O 'd· ·Η
τ- VO τ— H
Φ ft ft
O
M
1 £am ft ff a m ο·η·ρ σνσν oo oo cm cm vovo ^ oo o -p m\ mm c— c— co co coco coco σν ov mm ο ff m ijo ·> ·* - - - ·~ cd
O O ft r- τ- τ- τ- * t— τ- 1— τ- τ- τ- τ- i— CM CM O
N Hw· _ § ei <3 ff
O' P
1 ' H <d H
CD ft ® nff «a} ff ft ® P ff a . m m S ff £«) ® ff ia o p Kl
ff PPPPPPP
cd o oo o o o- om || p ff ff ff ff . ff ff ff cd φ φ cd φ φ φ Φ co o
|> OOffOffOffOffOffOffp CM S
Η Φ ί>3Φί>5Φ }>5Φ^.Φί>ϊΦ>3ΦΪ=>ϊ O ΦΗΦΗΦΗΦΗΦΗΦΗΦΗ Wf co &d δο fco ao fco cè tio δο δο εο δο δοtso δο w 8103670 « -21- » i m CÖ ·τ£ cd ra & © S ή · Ο H -J. · O U ^TN ^ —
.p £ ^ 1A Vfl CO VO *-# CM GO VO O CM O
cam ^ on .«o cm 2 ™ ™ K ™ Ja b oi W r 5¾ CM CM K^v CM Κλ ^ Η Ή rl ΪΙ.33 lp, tr\ in-in in in » ·. ·» - - - CMt— OO CM CC\ CM NN Ο O OO CM i“ ^ δο fl
•H
m m o
H
ft
. O T- C— CO ON CM CO CO VO ON CO ON O VO VO O
&Γ Ο Ο T- -r- LT\ -r- fOi «ï-CMVO -P
Ö o to T- ^ o
•H NO N
m no m ο O -11 +3 H *H qj
P *° H
° cd "§ Oi-fCNUNOT-isJ-UNi-C— VQC-OOOO & O NO O CM fCN T“ T- Ο t“ C ON τ- t- t~ CM IfN ^N ®
N 1- NO 1“ CM
n a
ö U
m cd U -H ? ® * .0 .J 2 9 in tfN LTN 3 hui-ι * ^ - cd
H £ φ KN t— i- T- CMr- CM CM OCM OO OCM
CD Ο P 6n .® P φ .
cd H o & o > <1 «ή φ
Pi ^ B - § § % Ü ^ ^ 00 00 £ ® ® ^ Sw 43 KN φ a ccn ^
6£ · -H
*5 a UN LOv g1
CO ^ONOIN- UN'i UN KN Ο 'Φ NO CO t- O ON UN -H
T-NOt-T- 1-1- COCO C— E— 1-1- I- CM KN ^ H
Pi
Pi
Q
Λ t—\ "** I toe\ ro
0 5 rd ON ON Ο O OO CM CM Ό VO ifr "Φ ° S S
JJ φ-\ fCi KN [— C— GO GO COCO COCO ON ON NN NN O
d φ 5) - - - - - - - - - " ~ ~ ~ ~ 2
Ο Ο ,Μ 1-1- 1— 1— 1-1“ 1-1— 1— 1- 1-1— CM CM O
N H'—' nq · 9 Ϊ Ο Ή
, <1 H
I—I CÜ CD
® 9 δ 2 PP ® 2 u s m as
g, . CD
3> ÖQ CD
fi Μ *>
S O^O^OO-OUNII
% φ φ φ φ ® ® ffl <0 o > CJOflOÖOÖOfdpflOÖO CM a
o /TN m (ft f—J (ft f—I φ fH 0) 1-4 Φ *—4 rH
CQ ^0¾)¾¾¾)¾¾)¾)¾)¾)¾)^^ ¾) 8103670
Tv ir Xr -22- ra W -P I H m Q (1) Φ
Ο ,Ρ Η CM ON 'i' O VO 00 "d" CM CM VO O m in CO O m VO
0 JLj j—\ Wy «t A «V ·**»·* » « ^ ^ ^ ^ ·* ·* Λ
ΗΡ£0ΡΗΟΟ·Ρ· O O 'd* O O O ^-'it-v- O Γ- t- O 1Λ ON
pH -P cd Φ 0 KN r- t-T- t- T- T- t- <i ra ,η tn in m (t f» «v m o cm r o oj m m cm cm m t- cm cm o t- cm o o ON Ί Ί) ONr-'d' in <r- t- O M· t— ® ® 't τ- t- 'sf
O o 'i- CM CM 1— CM CM Oi-m 00 CO ON τ-t- CM CM CM CM
\Q fO r“ T— τ—
VO
•r;
H
• P
£(£ P ® Λ -
•Η H
ra ï no o no i- on co o m inin-r- m m co in vo tn cm o no m O T- O KN ^ m -p· ON O CO in VO ID KN KN M· 'vi" 'si* 'νΐ" Ο Η VO τ- CM CM τ- τ- Τ Η Ο Ρ Φ Ο Ρ Ρ -Ρ . Ρ ρ η ρ ο Ρη -Ρ in - in in N <aj cd ·* m ·*
p m CM τ- τ- Or-CM ON τ- CM IH r CM © t- CM O v- CM
Ö φ
•Η P
0
Hi Φ • |H +3 ι-s s ra 5 £(£ H ra Ö φ m -ho O 1> o i~ on ff\ voocm m tn in CMino o in on t- © on (dpi ΦΝΝτ-τ-ι- T- CM CM m VO C— in -^-VO r- i— r- τ-τ— t- ËH &
m I
-£3 o
ζ|£ H
Μ H
& in in ,ρ ό cm t— i— o co o vo on i- E— o vo ONONin T- r- • OKNIfNKN .KNKNd· VOCMd- CO ON v- r CM KN CM m m GO t— O T- t— τ- Ι δθίΓ
Pi Ö g Ο Η Ή ON ON ON 0.00 OOO CM CM CM VO VO VO 'vf -v|- 'vf- -p ra“\ mmm c— c-— c— oococo cocooo gq go- go on on on p M £(0 ·>««·*·> * " " ·* « " ·* « * ο o ^ 1— v— v— t“ t— r- t— i— v— t— T- τ— t— h— τ“- v— n— τ— IS] ra &o φ φ φ Φ φ Φ p |> }> j> j> l> >
•Η Η Η Η Η Η H
p 0 O O O O O
pH m m m m ra m ΰφ o o o o o o
TOO P HP HP HP Η Ρ Η Ρ H
p φ <tj Η φ -3< Η Q) ^¾ Η Φ <1 Η Φ Η Φ ^¾ H
ΦΗ φ pH φ φ Ph φ Φ pH Φ Φ Ph Φ Φ pH Φ Φ Ph Φ j> S £(0 Η Ο £(0 Η O £(0 Η Ο 60 Η O £(OHO £(OHO 1 8103670 ra £(0
S
•H
p HH Η H HH Η Η Η Η Η H
φ oo oo oo oo-oo oo
-PH Ρ P PP PP PP PP PP
nj φ -φφ ΦΦ φ φ φφ ΦΦ ΦΦ ><o poo poo poo po o poo p oo H Tt Φ f>j j>> Φ fN, >>» Φ !>s >s ®S>5 Φ >s >i ® >s >s OH φ Η Η ΦΗΗ ΦΗΗ Φ Η Η Φ Η Η ΦΗΗ to S £(0£(0£(0 δοδοδο £(0 δΟ .¾) £(0¾)¾) 60¾)¾) 60¾)¾) 5 «?
N
-23- n tö I cd ff ,Q 0 W Ö > Λ1 ï om T- 04 'φ o ft m^—· » ·* ·*
Hf4ft®HOOO
Ph -p ω ri S
<! u ί! H
kn ιλ ιλ to g
o O Ift W O *H
o o vo itn o*- m vo kn m , vq o
H
T5 ft
•H O
,Q -H> ^ p! Λ o
o N
•H \o O in co on
£v t— O T“ ON 04 <D
0 VO t— «— +3 H 5 Φ ff ξ* f4 3 m
zS <D
H -P δΟ
/—\ cS
hn <! ff KN 04 T- CM S
iH <D H
O ft ί r> S * f4 <D ^
CD -P S
> C° § ~ SP * ft t4 ° 'g, O ON ft- T- 60 Η φ KN i- KN 'tf' Φ
Φ 60 O
fii a > cd ° ® E4 δΟ
t-J CD
•H O
,Q 43
O 0- ON LTN H
O KN NO 0- Φ T- VO 'Ö ft
•H
a m 1 EtffCN δο ft a a _ Λ _ a
O τ4 ft O O O *H
-p m^, KN KN KN H
fi m 60 --- Φ 0 O ,y 04 04 OJ ft N ft
O
M
I * ' m o
60 ® P
fi !> cd
•H HO
f5 O
f3 H rn ft fd Φ o ft Ό Ό f5 H *q
ff ft Φ <3 r—1 O
φ -Η Φ ft Φ =<! }> Ö 60 H O ft ·«} ft m b 60 "> · Ö 60 f3
•H X <D
ff Η Η -P
Φ o o m f3 -P 1-f f4 f4 - o CÖ φ Φ Φ CD i-4
b. ft Ö O O 04 W
H ft © fb rb
O rl <D r—4 (—f 4H
CQ a 60 60 60 4H ΊΗ 81 0 3 ff 7 0 * fc· v ' -24~ label K.
Monster 1 2 XC-polymeer, kg/m^ 2,85 2,85 carboxymethylzetmeel, kg/mP 5 >70 5>70 calcituncarbonaat, kg/wP 0 14>25
Initiële eigenschappen na 15 minuten on een multimixer: schijnbare viscositeit 14 15 plasticiteitsviscositeit 12,5 13 > 5 elasticiteitsgrens 0,17 0,15 10 sec. gel sterkte 0,5 0,5 •Eigenschappen na één nacht hydrateren bi.i 25,5°C: schijnbare viscositeit 26 28 plasticiteitsviscositeit 19 21 elasticiteitsgrens 0,71 0,71 10 sec. gel sterkte 1 1 API filtraat 14 5,6
Eigenschappen na één nacht walsen bij 66°C; schijnbare viscositeit 26 25 plasticiteitsviscositeit 19,5 21 elasticiteitsgrens 0,69 0,71 10 sec. gel sterkte 1 1 API filtraat · 55 17». 1 8103670

Claims (40)

  1. 5· '*· * -25- COffCLïïSIES
  2. 1. Polymeerpreparaat toot gebruik bij het verdikken van waterige media, gekenmerkt door de aanwezigheid van een deel-tjesvormig, organisch polymeer, dat in water dispergeerbaar is, de 5 Tzlscositeit vergroot of het stroombaarhei daver lies van een water bevattend milieu verlaagt en gewoonlijk agglomeraten vormt na toevoeging aan een water bevattend milieu, een solvaterend middel, dat een met water mengbare, polaire organische vloeistof bevat, die indien gelijkmatig gemengd met het polymeer in een gewichtsverhouding van 10 polymeer tot solvaterend middel van 1 : 2 een mengsel geeft dat in hoofdzaak vrij is van vloeibaar solvaterend middel aanwezig na een rustig verblijf gedurende één week bij omgevingstemperatuur in een afgedichte houder, en een verdunningsmiddel, welk verdunningsmiddel een organische vloeistof bevat, die geen solvaterend middel is.
  3. 2. Preparaat volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het solvaterende middel gekozen is uit de groep bestaande uit alifatische glycolen met 2-5 koolstofatomen, alkyleentriolen met 5-5 koolstofatomen, polyalkyleenglycolen met 4-9 koolstofatomen, am1den met 1-4 koolstofatomen en mengsels daarvan.
  4. 3. Preparaat volgens conclusie 1 of 2, met het ken merk, dat het solvaterende middel ethyleenglycol bevat. -
  5. 4. Preparaat volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het solvaterende middel glycerol bevat.
  6. 5. Preparaat volgens conclusies 1-4» met het ken-25 m e r k , dat het verdunningsmiddel gekozen is uit de groep bestaande uit vloeibare alifatische en aromatische koolwaterstoffen met 5 -10 koolstofatomen, dieselolie, petroleum, alkanolen met ten minste 5 koolstofatomen en mengsels daarvan.
  7. 6. Preparaat volgens conclusies 1-5» met het ken-50 m e r k , dat een verenigbaar makend middel aanwezig is, welk verenigbaar makende middel een produkt bevat, dat in staat is de viscositeit van het verdunningsmiddel te vergroten.
  8. 7. Preparaat volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat het verenigbaar makende middel het reaetieprodukt bevat van een 35 methylbenzyldialkylammoniumverbinding, waarin de ammoniumverbinding 20 - 35% alkylgroepen met 16 koolstofatomen en 60 - 73% alkylgroepen met 18 koolstofatomen bevat, en een klei van het smectiettype met een kationogene uitwisselingscapaciteit van ten minste 75 milli-equivalenten per 100 g klei, en waarin de hoeveelheid van de ammoni-40 umverbinding ongeveer 100 tot ongeveer 120 mi11iëquivalenten per 8103670 - '5- è * » —26— 100. klei is, en waarin de hoeveelheid van de ammoniumverbinding ongeveer 100 - 120 milliëquivalenten per 100 g Hei op 100% actieve kleibasis is.
  9. 8. Preparaat volgens conclusie 7» met het kenmerk, 5 dat de klei van het smectiettype gekozen is uit de groep bestaande uit hectoriet en natriumbentoniet.
  10. 9· Preparaat volgens conclusie 7 of 8, met het kenmerk, dat de methylbenzyldialkylammoniumverbinding methylbenzyl gedihydrogeneerd talkammoniumchloride is.
  11. 10. Preparaat volgens conclusies 6-9» met het ken merk, dat het verenigbaar makende middel een deeltjesvormig si-liciumdioxide geleringsmiddel is.
  12. 11. Preparaat volgens conclusies 1-10, met h e t' k en-m e.r k , dat de gewichtsverhouding solvaterend middel tot polymeer 15 ongeveer 1 : 1 tot 5 * 1 is·
  13. 12. Preparaat volgens conclusie 11, met het kenmerk , dat de gewichtsverhouding ongeveer 2 : 1 tot ongeveer 4 ' 1 is.
  14. 13· Preparaat volgens conclusies 1-12, met het k e n - 20. e r k , dat het polymeer’ aanwezig is in een hoeveelheid van ongeveer 10 tot ongeveer 25 gew.%.
  15. 14- Preparaat volgens conclusies 1 — 13» met het kenmerk, dat het solvaterende middel aanwezig is in een hoeveelheid van ongeveer 5 tot ongeveer 88 gew.%. 25 15· Preparaat volgens conclusies 1 - 14, met het ken merk, dat het verdunningsmiddel aanwezig.' is in een hoeveelheid van ongeveer 2 tot ongeveer 70 gew.%.
  16. 16. Preparaat volgens conclusies 1 — 15» met het kenmerk, dat het polymeer gekozen is uit een groep bestaande uit 50 cellulosederivaten, zetmeelderivaten, polysaccharidegommen en mengsels daarvan.
  17. 17. Preparaat volgens conclusie 16, met het kenmerk, dat het polymeer xanthangom bevat.
  18. 18. Preparaat volgens conclusie 16, met het k e n - 35. e r k , dat het polymeer carboxymethylcellulose bevat.
  19. 19. Preparaat volgens conclusie 16, met het kenmerk, dat het polymeer hydroxyethylzetmeel bevat.
  20. 20. Preparaat volgens conclusie 16, met het kenmerk, dat het polymeer carboxymethylzetmeel bevat. 40 21 .Putbehandelingsvloeistof, g e kenmerkt door de aanwe- 8103670 -27- zigheid Tan een water bevattend milieu en een polymeerpreparaat, da-t een deeltjesvormig organisch polymeer, dat in water dispergeer-baar is, de viscositeit vergroot of het stroombaarheidsverlies van een water bevattend milieu verlaagt en gewoonlijk agglomeraten vormt 5 na toevoeging aan een water bevattend milieu, een solvaterend middel, dat een met water mengbare, polaire organische vloeistof bevat, die indien gelijkmatig gemengd met het polymeer in een gewichtsverhouding polymeer tot solvaterend middel van 1:2 een mengsel geeft zonder vrij vloeibaar solvaterend middel aanwezig na rustig bewaren 10 gedurende één week bij omgevingstemperatuur in een afgedichte houder en een verdunningsmiddel, welk verdunningsmiddel een organische vloeistof bevat, die geen solvaterend middel is, bevat.
  21. 22. Preparaat volgens conclusie 21, met het kenmerk, dat het waterige milieu een oplossing bevat van ten minste 15 één in water oplosbaar zout van een veelwaardig metaalion. 23* Preparaat volgens conclusie 21 of 22, met het kenmerk, dat het water bevattende milieu een dichtheid heeft groter dan ongeveer 1,32 kg/dm^.
  22. 24. Preparaat volgens conclusie 22, met het ken-20 m e r k , dat het in water oplosbare zout gekozen is uit de groep bestaande uit calciumchloride, calciumbromide, zinkchloride, zink-bromide en mengsels daarvan.
  23. 25. Preparaat volgens conclusie 23, met het kenmerk, dat de dichtheid van het water bevattende milieu ongeveer 25 1,44 tot ongeveer 2,30 kg/dm^ is.
  24. 26. Preparaat volgens conclusies 21-25, met het kenmerk, dat het polymeer gekozen is uit een groep bestaande uit cellulosederivaten, zetmeelderivaten, polysaccharidegommen en mengsels daarvan.
  25. 27. Preparaat volgens conclusie 26, met het ken merk, dat het polymeer xanthangom bevat.
  26. 28. Preparaat volgens conclusie 26, met het kenmerk, dat het polymeer carboxymethylcellulose bevat.
  27. 29. Preparaat volgens conclusie 26, met het ken-35 a e r k , dat het polymeer hydroxyethylzetmeel bevat.
  28. 30. Preparaat volgens conclusie 26, met het kenmerk, dat het polymeer carboxymethylzetmeel bevat.
  29. 31. Werkwijze ter bereiding van een polymeerpreparaat voor gebruik in waterige media, met het kenmerk, dat men een 40 deeltjesvormig organisch polymeer, dat in water dispergeerbaar is, 8103670 »* a----- -** -28- de viscositeit vergroot of het stroombaarheidsverlies van een water bevattend milieu verlaagt en gewoonlijk agglomeraten vormt na toevoeging aan een water bevattend milieu, mengt met een solvaterend middel, dat een met water mengbare, polaire organische vloeistof be-5 vat, die indien gelijkmatig gemengd met het polymeer in een gewichtsverhouding polymeer tot solvaterend middel van 1 : 2 ëen mengsel geeft, dat in hoofdzaak'vrij is van vloeibaar solvaterend middel aanwezig na een rustig verblijf gedurende één week bij omgevingstemperatuur in een afgedichte houder, en een verdunningsmiddel met het *10 polymeer en het solvaterende middel mengt, welk verdunningsmiddel een organische vloeistof bevat, die geen solvaterend middel is.
  30. 32. Werkwijze volgens conclusie 31» met het kenmerk, dat men een solvaterend middel toepast gekozen uit de groep bestaande uit alifatische glycolen met 2-5 koolstofatomen, 1-5 alkyleentriolen met 3-5 koolstofatomen, polyalkyleenglycolen met 4-9 koolstofatomen, amiden met 1-4 koolstofatomen en mengsels daarvan.
  31. 33· Werkwijze volgens conclusie 31 of 32, met het kenmerk, dat men een solvaterend middel toepast, dat ethyleengly-20 col bevat. 34* Werkwijze volgens conclusie 51 of 32, m e t h e t kenmerk, dat men een solvaterend middel toepast, dat glycerol bevat .
  32. 35· Werkwijze volgens conclusies 31 — 54» met het ken-25 m e r k , dat men een verdunningsmiddel toepast gekozen uit de groep bestaande uit vloeibare alifatische en aromatische koolwaterstoffen met 5-10 koolstofatomen, dieselolie, petroleum, alkanolen met ten minste 3 koolstofatomen en mengsels daarvan.
  33. 36. Werkwijze volgens conclusies 31-35» met het ken— 30 m e r k , dat men een gewichtsverhouding solvaterend middel tot polymeer toepast van ongeveer 1 : 1 tot 5 J 1· 37* Werkwijze volgens conclusie 36» m e t h e t kenmerk, dat men een gewichtsverhouding toepast van ongeveer 2 : 1 tot ongeveer 4 : 1 ·
  34. 38. Werkwijze volgens conclusies 31-37» met het ken merk, dat men het polymeer toepast in een hoeveelheid van ongeveer 10 tot ongeveer 25 gew.%.
  35. 39· Werkwijze volgens conclusies 31 - 38» met het kenmerk, dat men het solvaterende middel toepast in een hoeveelheid 40 van ongeveer 5 'tot ongeveer 88 gew.%. 8103670 t * -29— Λ
  36. 40. Werkwijze volgens conclusies 31 - 39, e t het ken- -¾ * m e r k , dat men het verdunningsmiddel toepast in een hoeveelheid van ongeveer 2 tot ongeveer 70 gew.?ó.
  37. 41. Werkwijze volgens conclusies 31-40, met het k e n-5 m e r k , dat men een polymeer toepast gekozen uit de groep bestaande uit cellulosederivaten, zetmeelderivaten, polysaccharidegommen en mengsels daarvan.
  38. 42. Werkwijze volgens conclusie 41, met het kenmerk, dat men een polymeer toepast, dat xanthangom bevat. 10 45* Werkwijze volgens conclusie 41, met het ken merk, dat men een polymeer toepast, dat carboxymethylcellulose bevat.
  39. 44· Werkwijze volgens conclusie 41, met het kenmerk, dat men een polymeer toepast, dat hydroxyethylzetmeel be-15 vat.
  40. 45· Werkwijze volgens conclusie 41, met het kenmerk, dat men een polymeer toepast, dat carboxymethylzetmeel bevat. 8103670
NL8103670A 1980-10-14 1981-08-04 Dispergeerbare, hydrofiele polymeerpreparaten. NL8103670A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
US06/196,367 US4427556A (en) 1980-10-14 1980-10-14 Dispersible hydrophilic polymer compositions
US19636780 1980-10-14

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8103670A true NL8103670A (nl) 1982-05-03

Family

ID=22725107

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8103670A NL8103670A (nl) 1980-10-14 1981-08-04 Dispergeerbare, hydrofiele polymeerpreparaten.

Country Status (12)

Country Link
US (1) US4427556A (nl)
JP (1) JPS5794041A (nl)
AU (1) AU554833B2 (nl)
CA (1) CA1182027A (nl)
DE (1) DE3140637A1 (nl)
FR (1) FR2491942B1 (nl)
GB (1) GB2086923B (nl)
IT (1) IT1140203B (nl)
MY (1) MY8500768A (nl)
NL (1) NL8103670A (nl)
NO (1) NO812926L (nl)
SG (1) SG46984G (nl)

Families Citing this family (50)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
AU550829B2 (en) * 1981-12-14 1986-04-10 N L Industries Inc. Activation of hydroxyethyl cellulose for use in heavy brines
US4459214A (en) * 1981-12-14 1984-07-10 Nl Industries, Inc. Viscous heavy brines
US4439328A (en) * 1981-12-28 1984-03-27 Moity Randolph M Well servicing fluid additive
US4496468A (en) * 1982-03-29 1985-01-29 Nl Industries, Inc. Hydrated hydroxyethyl cellulose compositions
US4561985A (en) * 1982-06-28 1985-12-31 Union Carbide Corporation Hec-bentonite compatible blends
CA1217933A (en) * 1983-04-06 1987-02-17 Yuji Hori Fluid composition for drilling
US4743288A (en) * 1983-08-29 1988-05-10 Sarea Ag Treatment of soil
US4640786A (en) * 1983-10-03 1987-02-03 The Dow Chemical Company Phosphonium salt-containing corrosion inhibitors for high density brines
US4572790A (en) * 1984-05-02 1986-02-25 Texaco Inc. Lubrication additive for aqueous drilling fluids
US4626363A (en) * 1984-08-29 1986-12-02 National Starch And Chemical Corporation Cationic acrylamide emulsion polymer brine thickeners
US4941982A (en) * 1986-07-30 1990-07-17 Great Lakes Chemical Corporation Calcium-free clear high density fluids
GB8622032D0 (en) * 1986-09-12 1986-10-22 Shell Int Research Aqueous polysaccharide compositions
US4762625A (en) * 1986-09-29 1988-08-09 Great Lakes Chemical Corp. Viscosifiers for brines utilizing hydrophilic polymer-mineral oil systems
US4743383A (en) * 1986-11-24 1988-05-10 Phillips Petroleum Company Drilling fluid additives for use in hard brine environments
US4964999A (en) * 1987-06-15 1990-10-23 Hi-Tek Polymers, Inc. Process for forming stable emulsions of water soluble polysaccharides in hydrocarbon liquids
US4822500A (en) * 1988-02-29 1989-04-18 Texas United Chemical Corporation Saturated brine well treating fluids and additives therefore
US5030366A (en) * 1989-11-27 1991-07-09 Atlantic Richfield Company Spacer fluids
GB8926904D0 (en) * 1989-11-28 1990-01-17 Unilever Plc Thickening system
GB2250761A (en) * 1990-12-06 1992-06-17 Shell Int Research Aqueous polysaccharide compositions and their use
US5658859A (en) * 1991-02-28 1997-08-19 Dowell Schlumberger Incorporated Pseudoplastic mixed metal layered hydroxide fluid with fluid loss additive and method of use in penetrating the earth
AU5133493A (en) * 1992-09-21 1994-04-12 Union Oil Company Of California Solids-free, essentially all-oil wellbore fluid
US5556832A (en) * 1992-09-21 1996-09-17 Union Oil Company Of California Solids-free, essentially all-oil wellbore fluid
US5436227A (en) * 1993-05-27 1995-07-25 Shell Oil Company Soluble/insoluble alcohol in drilling fluid
EP0668339A1 (en) * 1994-02-18 1995-08-23 Baker Hughes Incorporated Drilling fluid additive for watersensitive shales and clays, and method of drilling using the same
WO1996003474A1 (en) * 1994-07-27 1996-02-08 Baker Hughes Incorporated Drilling fluid additives for improved shale stabilization, the drilling fluid formed therefrom and method of using same
US5728652A (en) * 1995-02-10 1998-03-17 Texas United Chemical Company, Llc. Brine fluids having improved rheological charactersitics
US5616541A (en) * 1995-02-10 1997-04-01 Texas United Chemical Company, Llc. Low solids, high density fluids for well drilling
US6015535A (en) 1995-04-06 2000-01-18 Cabot Corporation Process for producing purified cesium compound from cesium alum
US5728654A (en) * 1995-08-25 1998-03-17 Texas United Chemical Company, Llc. Stabilized fluids containing soluble zinc
DE19653140A1 (de) * 1996-12-19 1998-06-25 Wacker Chemie Gmbh Verfahren zur Austrocknung von immobiles Formationswasser enthaltendem Gestein im Einzugsradius von Erdgas- und Gasspeicherbohrungen
US6933262B1 (en) 1997-03-18 2005-08-23 Baker Hughes Incorporated Controlled hydration of starch in high density brine dispersion
FR2768357B1 (fr) 1997-09-18 1999-11-05 Snecma Procede d'assemblage ou de rechargement par brasage-diffusion de pieces en aluminiure de titane
US6133203A (en) * 1998-04-02 2000-10-17 Halliburton Energy Services, Inc. Drilling fluids and additives therefor
US6300286B1 (en) * 1999-08-05 2001-10-09 Texas United Chemical Company, L.L.C. Divalent cation-containing well drilling and service fluid
US6576597B2 (en) * 1999-08-05 2003-06-10 Texas United Chemical Company, Llc. Method of increasing the low shear rate viscosity and shear thinning index of divalent cation-containing fluids and the fluids obtained thereby
US6451743B1 (en) 2000-11-14 2002-09-17 Chevron Phillips Chemical Company Lp Stable liquid suspension compositions and method of making and use thereof
US6746992B2 (en) 2001-07-25 2004-06-08 M-I, L.L.C. High density thermally stable well fluids
US20030203821A1 (en) * 2002-04-25 2003-10-30 Fox Kelly B. Stable liquid suspension compositions and method of making
US20040023818A1 (en) * 2002-08-05 2004-02-05 Nguyen Philip D. Method and product for enhancing the clean-up of hydrocarbon-producing well
DE102007015282B4 (de) * 2007-03-29 2017-10-05 Fraunhofer-Gesellschaft zur Förderung der angewandten Forschung e.V. Viskositätsregulator, Verfahren zu dessen Herstellung und dessen Verwendung
US9475974B2 (en) 2007-07-17 2016-10-25 Schlumberger Technology Corporation Controlling the stability of water in water emulsions
US9574128B2 (en) 2007-07-17 2017-02-21 Schlumberger Technology Corporation Polymer delivery in well treatment applications
US8544546B2 (en) * 2009-12-28 2013-10-01 Halliburton Energy Services, Inc. Delivering water-soluble polysaccharides for well treatments
US20120090848A1 (en) * 2010-10-19 2012-04-19 Halliburton Energy Services, Inc. Modification of solid polysaccharide with transesterification agent
US20120090846A1 (en) * 2010-10-19 2012-04-19 Halliburton Energy Services, Inc. Modification of solid polysaccharide with transesterification agent
CN102127401B (zh) * 2010-12-17 2013-04-17 中国石油集团长城钻探工程有限公司 一种钻井液用抗高温增粘剂及其制备方法
RU2492207C1 (ru) * 2012-04-16 2013-09-10 Общество с ограниченной ответственностью "Научно-исследовательский институт природных газов и газовых технологий - Газпром ВНИИГАЗ" Буровой раствор
EP2682445B1 (de) * 2012-07-04 2015-01-21 Wintershall Holding GmbH Formulierungen auf Basis von Rohglyzerin (R), Celluloseether und Harnstoff, Verfahren zur Förderung von Erdöl aus Erdöllagerstätten mit inhomogener Permeabilität sowie Verfahren zur Herstellung dieser Formulierungen
CN102899005B (zh) * 2012-10-31 2014-03-26 中国石油大学(华东) 一种钻井液用抗高温抗盐抗钙降滤失剂及其制备方法
CN109384884A (zh) * 2017-08-08 2019-02-26 中国石油天然气股份有限公司 一种增粘悬浮改性剂及其应用

Family Cites Families (9)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2970063A (en) 1958-03-12 1961-01-31 Gen Mills Inc Process for making dispersible vegetable gums
US3122203A (en) 1959-07-23 1964-02-25 Dow Chemical Co Well washing process and composition
CA926532A (en) 1970-05-25 1973-05-15 S. Jolly Colin Compositions and a process for preparing water dispersible polymers
GB1499034A (en) 1973-04-27 1978-01-25 Chem Additives Co Well bore fluids and methods for reducing water loss in subterranean formation
US4046197A (en) 1976-05-03 1977-09-06 Exxon Production Research Company Well completion and workover method
GB2000799A (en) 1977-07-05 1979-01-17 Akzo Nv Liquid cellulose ether-containing compositions
US4304677A (en) 1978-09-05 1981-12-08 The Dow Chemical Company Method of servicing wellbores
DE2910374C2 (de) * 1979-03-16 1983-07-21 Hoechst Ag, 6230 Frankfurt Fließfähiges Gemisch auf der Basis eines hydrophilen Polymeren, ein Verfahren zu seiner Herstellung und seine Verwendung
US4330414A (en) * 1980-02-08 1982-05-18 Nl Industries, Inc. Dispersible hydrophilic polymer compositions

Also Published As

Publication number Publication date
GB2086923B (en) 1984-01-18
CA1182027A (en) 1985-02-05
FR2491942A1 (fr) 1982-04-16
AU554833B2 (en) 1986-09-04
IT1140203B (it) 1986-09-24
SG46984G (en) 1985-04-04
MY8500768A (en) 1985-12-31
AU7339281A (en) 1982-04-22
FR2491942B1 (fr) 1985-06-07
JPS5794041A (en) 1982-06-11
US4427556A (en) 1984-01-24
DE3140637C2 (nl) 1993-06-03
NO812926L (no) 1982-04-15
GB2086923A (en) 1982-05-19
DE3140637A1 (de) 1982-06-16
IT8123969A0 (it) 1981-09-15

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8103670A (nl) Dispergeerbare, hydrofiele polymeerpreparaten.
US4330414A (en) Dispersible hydrophilic polymer compositions
US6620769B1 (en) Environmentally acceptable fluid polymer suspension for oil field services
US4392964A (en) Compositions and method for thickening aqueous brines
US3988246A (en) Clay-free thixotropic wellbore fluid
NL8301086A (nl) Gehydrateerde hydroxyethylcellulosesamenstellingen.
US4435564A (en) Compositions and processes for using hydroxyethyl cellulose in heavy brines
US4615740A (en) Liquid polymer containing compositions for thickening aqueous mediums
US4439333A (en) Heavy brine viscosifiers
US4582614A (en) Compositions and method for thickening aqueous brines
CA2878522C (en) Low toxicity viscosifier and methods of using the same
US5985801A (en) Oil-free water-soluble hydroxyethyl cellulose liquid polymer dispersion
US4247402A (en) Clay-free, thixotropic wellbore fluid
US4758357A (en) Dispersible hydrophilic polymer compositions for use in viscosifying heavy brines
US5009798A (en) Low fluid loss heavy brines containing hydroxyethyl cellulose
GB2111560A (en) Viscous heavy brines
CA1202477A (en) Low fluid loss heavy brines containing hydroxyethyl cellulose
GB2123804A (en) Dispersible alpha-aluminate monohydrate
WO2005116114A1 (en) Fluidized polymer suspension including polyethylene glycol, organoclay, and water-soluble polymer
GB2110699A (en) Aqueous well servicing fluids
MXPA01005253A (en) Dispersible water soluble polymers

Legal Events

Date Code Title Description
A85 Still pending on 85-01-01
BV The patent application has lapsed