NL8103607A - Zwaartekracht-omwentelmenginrichting. - Google Patents

Description

- 1 - -t j i

Zwaartekracht-omwentelmenginrichting.

De uitvinding heeft betrekking op een zwaartekracht-omwentelmenginrichting, bestaande uit een meng-reservoir met conische bodem, met minstens twee de schudgoed- j stroom in gescheiden mengselstromen verdelende uitloopopeningen,|

5 welke met een daaronder liggende mengpot verbonden zijn, die I

een stomp voor de toevoer van transportlucht heeft en via een ! stijgbuis met het bovenste deel van het mengreservoir verbon- j den is, zoals uit het Duitse Offenlegungsschrift 27 42 904 j ! bekend is.

10 Bij deze omwentelmenginrichting is evenals bij omwentelmenginrichtingen van een dergelijk constructietype, ! die uit het Duitse octrooischrift 19 37 374, het Duitse octrooi- schrift 22 19 397 en het Amerikaanse octrooischrift 145 975 | bekend zijn, de stijgbuis als ten opzichte van de middenas I 15 van het mengreservoir concentrische middenbuis uitgevoerd. Terwijl nu het daarmee verwezenlijkte mengbeginsel bij mengreser-voirs van kleine en gemiddelde volumes in de practijk beslist | voldaan heeft, namelijk een snelle, onder een omzichte behande- j j ling van het materiaal afgevoerde en energie-besparende homo- j 20 genisering van korrelige en stofvormige schudgoederen mogelijk maakt, is gebleken, dat bij mengreservoirs van grote volumes constructief moeilijk te beheersen problemen met betrekking tot de dimensionering van de middenbuis en de bevestigingsdelen j daarvan ontstaan. De oorzaak hiervan is de statische en dyna- j 25 mische, vaak aan éën zijde inwerkende belasting van de midden- i I buis door het omringende, rustende of vloeiende schudgoed.

Hulpmaatregelen in de vorm van bijkomende inbouwsels zijn welis-j waar bekend (zie Duitse Offenlegungsschrift 27 58 902), maar I blijken in de practijk omslachtig en duur , verlagen de sterkte- ] | 30 problemen vaak alleen naar andere plaatsen van het mengreser voir en belemmeren het vrije vloeien van het schudgoed in het mengreservoir. | 8103607 - 2 -

Er zijn ook reeds omwentelmenginrichtingen bekend, waarbij de stijgbuis in het mengreservoir excentrisch ten opzichte van de middenas daarvan verloopt (Duitse Offen- J legungsschrift 28 19 726). Daar in dit geval de eenzijdige be- j 5 lasting van de stijgbuis reeds constructief vereist is, ontstaan hier de in het voorgaande genoemde sterkteproblemen in j nog sterkere mate.

Er zijn derhalve ook reeds omwentelmenginrichtingen met buiten het mengreservoir aangebrachte stijgbuis 10 bekend en wel uit het in de aanhef reeds genoemde Duitse Offen-legungsschrift 27 42 904 en uit het Duitse Offenlegungsschrift 28 03 479. In het eerste geval worden de uit het mengreservoir gescheiden afgezogen mengselstromen op gescheiden plaatsen toegeleverd in een horizontale transportleiding, die onder tussen- j 15 voeging van een bochtstuk overgaat in de eigenlijke stijgbuis, waarvan het bovenste einde door middel van een verder bochtstuk met het bovendeel van het mengreservoir verbonden is.

In het laatste geval wordt op talrijke plaatsen in het onderste j t \ deel van het mengreservoir schudgoed onttrokken via buizen, j 20 die uitmonden in een gemeenschappelijke, onder het mengreser- j voir aangebrachte mengpot, waarop een celwielsluis aansluit, j door middel waarvan het schudgoed door tussenkomst van een ! toeleverschoen gevoed wordt in een horizontale transportleiding, i van waar het via een bochtstuk resp. een wissel, een stijgbuis j 25 en een verder bochtstuk in het bovenste deel van het mengreservoir terecht komt.

Bij deze beide constructies met buitenlig-gende stijgbuis is het een nadeel gebleken, dat wegens de twee bochtstukken van de stijgbuis en het bijkomende horizontale 30 transporttraject aanzienlijk hogere transportsnelheden als bij omwentelmenginrichtingen met als middenbuis uitgevoerde trans- j portbuis nodig zijn. Deze al naar gelang van constructie en ! soort schudgoed 1,5- tot 3 - maal hogere snelheid van de trans- j | portlucht vereist een overeenkomstig hoge energiebesteding en · 35 belast resp. verslijt het schudgoed en de buisleidingen waardoor .............. dit gaat.

8103607 - 3 - ! De uitvinding beoogt een zwaartekracht- i omwentelmenginrichting van het aangegeven type te verschaffen ! die energie-besparend en onder een omzichtige behandeling van het materiaal werkt.

5 Dit oogmerk is volgens de uitvinding gerea liseerd doordat de stijgbuis buiten het mengreservoir en alleen verticaal verloopt en in een schuin in het bovenste deel van het mengreservoir uitmondende, eerste valbuis uitmondt, en de meng- pot zijdelings verschoven ten opzichte van de middenas van het 10 mengreservoir en gelijkassig met de stijgbuis daaronder aangebracht en via minstens een verdere schuine valbuis met de uit-loopopeningen verbonden is.

Deze uitvinding heeft het voordeel, dat j praktisch maar dezelfde transportluchtsnelheden gewerkt kan wor-15 den als in het geval van een omwentelmenginrichting met als middenbuis uitgevoerde stijgbuis.

I Doordat tussen het bovenste einde en de | ! stijgbuis en de eerste valbuis een schermpot zit, en de eerste j ; φ j valbuis een grotere doorsnede als de stijgbuis heeft, wordt be- j I i I 20 reikt, dat voor de onvermijdelijk nodige kering van het schud- goed uit de stijgbuis terug in het mengreservoir geen extra energiebehoefte ontstaat.

Een uitvoering, waarbij elke uitloop opening door tussenkomst van een eigen verdere valbuis met de mengpot 25 verbonden is, kan vooral dan doelmatig zijn, wanneer de verdeling van de schudgoedstroom in minstens twee deelstromen niet door concentrische inbouwsels in het mengreservoir, maar door een of meer radiale scheidingswanden in de reservoirconus gebeurt. j | 30 In beginsel kan de vaste of veranderlijke j j instelling of dosering van de mengselstromen zowel onmiddellijk bij de telkens optredende uitloopopeningen als ook op elk wille- j j keurig punt van de daarbij aangebrachte uitloopkanalen of val- ; i buizen gebeuren. Een voordeel is echter een uitvoering, waarbij 35 in de verdere valbuizen voor hun uitmonding in de mengpot tel- | kens een smoororgaan voor de instelling van de betreffende mengsel- 8103607 ψ - 4 - stroom ingebouwd is, dat wil zeggen een aanbrenging van de betreffende smoororganen bij of vlak voor de uitmonding van de valbuizen in de mengpot. Dit maakt het namelijk mogelijk voor de verdere valbuizen als smoortrajecten uit te voeren. In deze 5 smoortrajecten wordt de in de mengpot vereiste overdruk van het transportmedium zo verminderd, dat de lekluchtstroming in het smoortraject de toeloop van het schudgoed naar de mengpot niet belemmert. Op deze wijze zijn opleverorganen zoals celwiel-sluizen, doseerschroeven en dergelijke overbodig.

10 In de tekening is de zwaartekracht-omwentel- menginrichting volgens de uitvinding aan de hand van twee bij wijze van voorbeeld gekozen uitvoeringsvoorbeelden schematisch j vereenvoudigd voorgesteld. j

Figuur 1 toont een eerste uitvoeringsvorm i 15 in doorsnede; en figuur 2 toont een tweede uitvoeringsvorm, eveneens in doorsnede.

Bij de in figuur 1 voorgestelde orawentel-menginrichting wordt het schudgoed uit het mengreservoir 1 zowel 20 via een mengtrechter 2 als ook via de resterende, door de | | reservoirconus begrensde ruimte toegevoerd aan uitloopkanalen 3,! die eindigen in uitloopopeningen 4, waarvan de gegeven doorsnede de dosering van de beide deelmassastromen bepaalt. In ! aansluiting op de uitloopopeningen 4 verenigen de beide deel- i 25 massastromen zich weer en komen deze door een schuine valbuis 5 in een mengpot 6 terecht, waar deze pneumatisch in een verticale stijgbuis 8 onder sluiswerking toegevoerd worden. De voor| het pneumatische transport vereiste lucht levert een ventilator 7 i De voor het transport in de mengpot 6 nodige overdruk wordt door 30 de lekluchtstroming in de met schudgoed gevulde, inzoverre als j smoortrajecten werkende uitloopkanalen 3 verminderd. Deze ka- \ | nalen zijn natuurlijk zo bemeten, dat de lekluchtstroming het schudgoed bij het uittreden door de uitloopopeningen 4 niet belemmert.

35 Na een omzichtig transport met geringe luchtsnelheid door de verticale stijgbuis 8 komt het schudgoed ; 8103607 * - 5 - J in een schermpot 9 terecht, wordt daar omgekeerd en valt door | een valbuis 10 in het mengreservoir 1 terug. De valbuis 10 heeft I een aanzienlijk grotere doorsnede als de stijgbuis 8, zodat hier ! geen versnelling van het product zoals bij de toevoer onder 5 sluiswerking in de stijgbuis 8 optreedt.

Een andere uitvoeringsvorm van de omwen-tel-menginrichting toont figuur 2. Anders dan in figuur 1 wordt de schudgoedstroom niet met behulp van een mengtrechter, maar door een scheidingswand 11 in twee mengselstromen verdeeld, die 10 via twee naast elkaar liggende uitloopkanalen 3 afvloeien. Op de uitloopkanalen 3 sluiten twee schuine valbuizen 12 aan, die in de zijdelings verschoven liggende mengpot 6 uitmonden. In de valbuizen 12 zijn nabij hun onderste einde instelbare schuiven 13 aangebracht, die de doseerdoorsnede vastleggen. In plaats van ' 15 schuiven kunnen natuurlijk ook andere smoororganen toepassing | vinden. Bij deze uitvoering werken de beide schuine valbuizen j 12 als smoortrajecten, waarin de overdruk van de transport- j lucht verminderd wordt. De overige delen van de uitvoerings- : i j vorm volgens figuur 2 hebben dezelfde functie als de correspon- | ! , i 20 derende delen in figuur 1.

Bij een niet in de tekeningen voorgestelde variant van deze uitvoeringsvorm kunnen evenals in het geval van figuur 1 de uitloopkanalen als smoortrajecten uitgevoerd zijn. Deze zijn hiertoe overeenkomstig te verlengen en aan hun 25 ondereinde van vaste of instelbare smoororganen (overeenkomstig aan de schuiven 13) te voorzien. De beide deelmengselstromen kunnen dan vlak achter de smoororganen samengebracht en evenals in het geval van figuur 1 via een gemeenschappelijke valbuis 5 aan de mengpot 6 toegevoerd worden.

30 | 8103607

Claims (7)

1. Zwaartekracht-omwentelmenginrichting, bestaande uit een mengreservoir met conische bodem, met minstens twee de schudgoedstroom in gescheiden mengselstromen ver- 5 delende uitloopopeningen, welke met een daaronder liggende meng-pot verbonden zijn, die een stomp voor de toevoer van transport-lucht heeft en via een stijgbuis met het bovenste deel van het ' mengreservoir verbonden is, gekenmerkt doordat de stijgbuis ; (8) buiten het mengreservoir (1) en alleen verticaal verloopt 10 en in een schuin in het bovenste deel van het mengreservoir (1) uitmondende, eerste valbuis (10) uitmondt , en de mengpot (6) zijdelings verschoven ten opzichte van de middenas van het : mengreservoir (1) en gelijkassig met de stijgbuis (8) daaronder i | aangebracht en via minstens een verdere schuine valbuis j 15 (5; 12) met de uitloopopeningen (4) verbonden is. j

2. Omwentelmenginrichting volgens conclu- | | sie 1, gekenmerkt doordat tussen het bovenste einde van de stijgt buis (8) en de eerste valbuis (10) een schermpot (9) zit.

3. Omwentelmenginrichting volgens conclusie 20. of 2, gekenmerkt doordat de eerste valbuis (10) een grotere doorsnede als de stijgbuis (8) heeft.

4. Omwentelmenginrichting volgens een der conclusies 1 t/m 3, gekenmerkt doordat elke uitloopopening (4) via een eigen verdere valbuis (12) met de mengpot (6) verbonden 25 is.

5. Omwentelmenginrichting volgens conclusie 4, gekenmerkt doordat in de verdere valbuizen (12) voor hun uitmonding in de mengpot (6) telkens een smoororgaan (13) voor de instelling van de betreffende mengselstroom ingebouwd is.

6. Omwentelmenginrichting volgens conclu- | | | sie 5,'gekenmerkt doordat de verdere valbuizen (12) als smoor- | trajecten uitgevoerd zijn.

7. Inrichting, in hoofdzaak zoals voorgesteld in de beschrijving en/of tekeningen. ! 8103607