NL8103431A - Werkwijze voor het verschaffen van een in hoofdzaak gecontroleerd niveau van opgelost sporenelement alsmede preparaat voor een geregelde afgifte van sporenelementen. - Google Patents

Description

r ./ N.0. 3Ο.313 -1-

Werkwijze voor het verschaffen van een in hoofdzaak gecontroleerd niveau van opgelost sporenelement, alsmede preparaat voor een geregelde afgifte van sporenelementen._

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op de geregelde afgifte van sporenelementen aan water, in het bijzonder, evenwel niet uitsluitend aan drinkwater voor dieren.

Sporenelementen, zoals koper, kobalt en selenium zijn een nood-5 zakelijk deel van het voedsel van vee. Bijvoorbeeld wordt koperge-brek erkend als een hoofdoorzaak van slechte groei en slechte gezondheid van vee. Verondersteld wordt, dat dat een volwassen koe 65 -250 mg koper per dag nodig heeft om een gezond kopemiveau te handhaven.

10 0,08 g - 0,1 ag Kobalt per 1 kg droge bestanddelen in de voed- selopname is voor vee nodig om een vitamine B12 gebrek te voorkomen. Voorts is 0,05 - 0,08 mg selenium per 1 kg droge bestanddelen in de voedselopname voor vee vereist om een vitamine E gebrek te voorkomen.

Aanvulling van het voedsel van gestald vee wordt gemakkelijk 15 tot stand gebracht door sporenelementverbindingen in hun voedsel op te nemen. Dit is echter moeilijk gelijkmatig te bereiken voor grazend vee.

Parenterale toediening van koperverbindingen is voorgesteld, maar dit is tijd verbruikend en duur, aangezien het een frequente 20 behandeling van de dieren inhoudt.

Het aanbieden aan grazende dieren van koper bevattende mineralen op basis van een vrije keuze is eveneens voorgesteld, maar dit resulteert in een grote variatie van koperinname van dier tot dier.

Ook kan een grote inname van koper gevaarlijk zijn, zodat deze niet 25 geregelde toediening van koper evenmin bevredigend is vanuit veiligheids oogpunt .

De meest eenvoudige toedieningsweg van een sporenelement, zoals koper, aan dieren is duidelijk via hun watertoevoer, aangezien alle dieren moeten drinken en een volwassen koe zal bijvoorbeeld gewoon-30 lijk 30 - 40 liter per dag drinken. Daarvoor is, naast meting van de vereiste hoeveelheid oplosbaar koper, bijvoorbeeld in de vorm van kopersulfaat, geen verder toezicht vereist. Er is echter de mogelijkheid, dat een dier te veel water kan drinken en dientengevolge een gevaarlijke hoeveelheid koper kan innemen.

35 Er is voorgesteld doseerinrichtingen verbonden met een water toevoer te verschaffen, die een vastgestelde hoeveelheid oplosbaar 8103431 ί Λ ' ' -2- koper zal afgeven aan het water, dat in een drinktrog wordt gebracht. Deze doseerinrichtingen zijn duur en ook moeilijk te transporteren van veld naar veld, tenzij in elk veld een dergelijke inrichting is geïnstalleerd, wat derhalve verder de kosten vergroot.

5 De onderhavige uitvinding verschaft een middel voor toevoeging van een sporenelement, zoals koper, aan een watertoevoer op een geregelde wijze.

Volgens de onderhavige uitvinding wordt een preparaat verschaft, dat een sporenelementverbinding in een relatief onoplosbare vorm be-10 vat, waarbij de toevoeging van het preparaat aan water resulteert in een nagenoeg; geregeld niveau van opgelost sporenelement.

De onderhavige uitvinding verschaft eveneens een werkwijze voor het verschaffen van eën nagenoeg geregeld niveau opgelost sporenelement in water, gekenmerkt door de toevoeging aan het water van 15 een preparaat, dat een sporenelement in een relatief onoplosbare vorm bevat.

Bij voorkeur bevat een dergelijk preparaat een relatief onoplosbare sporenelementverbinding gemengd met een bindmiddel.

Tot sporenelementen, die in het preparaat van de uitvinding 20 kunnen worden opgenomen behoren koper, kobalt, magnesium, mangaan, zink, selenium, ijzer, nikkel, arseen, chroom, vanadium, jood en fluor. Elke geschikte, relatijsf onoplosbare verbinding van de hiervoor vermelde sporenelementen kan gebruikt worden. Tot geschikte, relatief onoplosbare koperverbindingen voor een preparaat op koper-25 basis behoren koperhydroxide, kopercarbonaat, koperoxychloride, koper- (i)oxide, koper(ll)oxide, basisch kopersulfaat (gevormd door de reactie van kopersulfaat met kalk) en basisch kopercarbonaat (gevormd door de reactie van kopersulfaat met natriumcarbonaat). Tot geschikte, relatief onoplosbare verbindingen voor kobalt behoren kobaltoxi-50 den, CogO^ of Co^O^, kobaltcarbonaat, kobalthydroxide, kobaltjodide, basisch kobaltcarbonaat en basisch kobaltsulfaat. Tot geschikte, relatief onoplosbare verbindingen voor selenium behoren seleniumoxide en seleniumsulfide.

Oplosbare sporenelementverbindingen kunnen in de preparaten 35 van de uitvinding gebruikt worden, op voorwaarde dat zij, indien gemengd met het bindmiddel, resulteren in een preparaat met een geringe geregelde oplosbaarheid. Tot voorbeelden van dergelijke oplosbare sporenelementverbindingen behoren natriumseleniet en natriumselenaat.

Elk geschikt bindmiddel of mengsel van bindmiddelen kan gebruikt 40 worden, maar bij voorkeur is het bindmiddel een middel, dat indien 8103431

, f I

-5- gemengd met de sporenelementverbinding, een preparaat zal verschaffen met een oplosbaarheidsprodukt, dat verschilt van dat van de sporenelementverbinding. Derhalve kunnen het bindmiddel en het sporenelement zodanig gekozen worden, dat een gewenst oplosbaarheids-5 produkt verschaft wordt. Doelmatig is het bindmiddel een middel,dat éen afzetbaar preparaat zal vormen, dat gevormd kan worden tot vaste blokken of tabletten.

Toorts is het gewenst, dat het middel niet toxisch en chemisch stabiel is met betrekking tot tijd, warmte en water.

10 Om esthetisch en identificatieredenen is het bindmiddel bij voorkeur wit, zodat de natuurlijke kleur van de sporenelementverbin-ding de kleur van het preparaat verschaft of zodat kleuring van het preparaat wordt vergemakkelijkt.

Een bindmiddel, dat de voorkeur verdient is of bevat in hoofd-15 zaak CaSO^.iïïgO, zoals gips.

Wanneer preparaten van de uitvinding worden toegediend aan drinkwater voor dieren kunnen verontreinigingen, zoals afzettingen van modder, klei, organische bestanddelen en dergelijke in het water het niveau van opgeloste sporenelementen onderdrukken. Terondersteld 20 wordt, dat dergelijke verontreinigingen een matrixvorm hebben, die bepaalde ionen opnemen. Bijvoorbeeld worden koperionen opgenomen door modder en dergelijke.

Doelmatig zullen de preparaten van de uitvinding een verbinding bevatten, die zal voorkomen, dat de sporenelementionen worden opge-25 nomen door verontreinigingen.

Het voorkomen van de opname van sporenelemention door verontreinigingen kan op één van twee manieren bereikt worden. Een verbinding kan gebruikt worden, die liever plaatsen op de verontreinigings-matrix blokkeert dan de sporenelementionen. Ook kan een verbinding 50 gebruikt worden, die sporenelementionen in complexvorm zal brengen en ze zo in oplossing zal houden.

De keuze van de blokkerings-/complexeringsverbinding kan afhangen van het sporenelement in het preparaat. Bijvoorbeeld is voor een preparaat op koperbasis een fosfaat, zoals natriumhexametafosfaat 35 geschikt. De hoeveelheid blokkerings-/complexeringsverbinding in de preparaten van de uitvinding behoeft slechts tamelijk gering te zijn, bijvoorbeeld 0,75 - 1,0 gew.%, evenwel kan de gekozen hoeveelheid afhangen van het sporenelement en van de hoeveelheid opgelost sporenelement, die vereist is.

40 Andere stoffen kunnen aan de preparaten van de uitvinding wor- 81 0 3 4 3 1 Λ

*· V

-4- den toegevoegd om de oplosbaarheid en de oplossnelheid van de sporen-elementverbinding naar wens te wijzigen. Wanneer het gewenst is de oplossnelheid van de sporenelementverbinding te vertragen kan een vertragingsmiddel, zoals een polysiloxan of stearinezuur of een zout . 4 daarvan, zoals magnesium- of calciumstearaat, aan het preparaat worden toegevoegd.

Anderzijds kan het gewenst zijn de oplossnelheid van de sporenelementverbinding te vergroten, in welk geval versnellers zoals 1%· nosulfonaat, reducerende suikers, ethyleenglycol of basische verbin-10 dingen, zoals gebluste kalk, aan het preparaat worden toegevoegd. Yoorbeelden van reducerende suikers zijn fructose en glucose.

De preparaten volgens de uitvinding kunnen op elke geschikte wijze bereid worden. Menging.van de bestanddelen van de preparaten met water gevolgd door vorming en droging is bevredigend gebleken.

15 Echter dienen de droogtemperaturen niet zo hoog te zijn dat afbraak veroorzaakt wordt. Temperaturen tot 60°C, bij voorkeur van 30 - 40°C, gedurende een periode van ongeveer 14-16 uren worden verondersteld geschikt te zijn.

De preparaten van de uitvinding kunnen in elke geschikte vorm 20 "bereid worden, hoewel het op prijs gesteld zal worden, dat oppervlakte en textuur de oplosbaarheidssnelheden kunnen beïnvloeden. Doelmatig kan het preparaat gevormd worden tot blokken, platen, tabletten of granules, die in een watertrog geplaatst kunnen worden, bij voorkeur in een permeabele houder of een permeabel membraan om te 25 voorkomen dat het dier het gehele blok of de gehele plaat of een grote hoeveelheid tabletten of granules binnen krijgt. Dit zal eveneens de hoeveelheid gesuspendeerde, onoplosbare sporenelementverbinding resulterend in de watertrog na het uiteenvallen van het blok, de plaat, tabletten of granules verminderen en opzameling van het 30 bindmiddel op de bodem van de trog voorkomen.

Yolgens een voorkeurs-uitvoeringsvorm zijn de preparaten van de uitvinding in de vorm van tabletten, die in pakketten, verkocht worden met ongeveer een toevoer van een week. De gebruiker ledigt dan de inhoud van het pakket in een permeabel reservoir, dat hij in een 35 watertrog plaatst. Aan het einde van de week wordt het reservoir uit de trog verwijderd, uitgewassen en met een andere toevoer van tabletten voor één week gevuld.

Dij het vormen van blokken enz., onder toepassing van gips als het bindmiddel, is het doelmatig gebleken een kleine hoeveelheid van 40 een s'bof op te nemen, om de verwerkbaarheid van de gips te verbete- 8103431 -5- ren. Dergelijke geschikte stoffen zijn natriumcitraat en natriumhexa-metafosfaat.

De preparaten van de uitvinding geven bij toevoeging aan water een in hoofdzaak constant niveau opgelost sporenelement in het water 5 en dit niveau is duidelijk verschillend van, gewoonlijk lager dan de verwachte oplosbaarheid van de sporenelementverbinding alleen.

Bijvoorbeeld zal een preparaat van basisch kopersulfaat (hydraat) en '2+ gips een niveau verschaffen tussen 2,8 en 4»2' mg Cu per liter water (afhankelijk van de verhouding van de componenten), terwijl ba- 2+ 10 sisch kopersulfaat alleen een ordegrootte van 15 - 14 mg Cu per liter zou verschaffen.

Het mechanisme, waarmee dit wordt bereikt, is waarschijnlijk door een roostermodifieatie van de bindmiddelverbinding, resulterend in nieuwe oplosbaarheidseigenschappen van het sporenelement.

15 Dientengevolge verschaft de onderhavige uitvinding een doelma tige en veilige methode om dieren van sporenelementen te voorzien, door de hoeveelheid sporenelement in hun watertoevoer te regelen op een niveau van de noodzakelijke inname ervan en beneden het niveau, dat dit op nadelige wijze zal beïnvloeden, zelfs hoewel de totale 20 toevoeging een schadelijke hoeveelheid sporenelement kan bevatten.

Zowel als een voedingsbehoefte van bepaalde dieren kunnen sporenelementen, zoals koper, gebruikt worden om schadelijke weekdieren en algen te doden. Derhalve kunnen de preparaten van de uitvinding gebruikt worden om slakken en leverworm te doden en aldus geschikt 25 te zijn voor het kweken van forellen. Ook kunnen de preparaten van de uitvinding nuttig zijn voor de oesterproduktie en zelfs in het schoonhouden van waterwegen door gebruikt te worden om algen te doden.

De sporenelementverbinding en het bindmiddel dienen zodanig te 30 worden gekozen, dat een niveau van opgelost sporenelement verschaft wordt, dat niet schadelijk is voor dieren anders dan die gedood moeten worden. Bijvoorbeeld is een kopergehalte van 2 dpm werkzaam bij het doden van slakken, enz., maar hogere niveau’s zijn schadelijk voor forel en oesters.

33 Het zal duidelijk zijn, dat verschillende faktoren het niveau van opgelost sporenelement verschaft in water door de preparaten van kunde uitvinding nen beïnvloeden, zoals de hardheid van water. De in water aanwezige verbindingen, die hardheid veroorzaken, kunnen concurreren met sporenelementionen voor de beschikbare blokkerings-/com-40 plexeringsverbinding, indien aanwezig. Ook hebben verschillende ty 8103431

CT W

-6- pen dieren verschillende sporenelementbehoeften. Derhalve kunnen de hoeveelheden van de bestanddelen van de preparaten van de uitvinding gekozen worden om de vereiste niveau's opgelost sporenelement te verschaffen.

5 De onderhavige uitvinding zal nu verder beschreven worden door middel van de volgende voorbeelden.

Voorbeeld I.

Een cilindervormig blok van 100 g werd vervaardigd door 25 g "hydraat", 75 8 gips (CaS0^.-|H20) en 50 ml water te mengen. Het ver- 10 kregen mengsel werd in een vorm geplaatst en ongeveer 16 uren in een oven bij 50 - 60°C gedroogd ("hydraat" is het reac.tieprodukt van een kopersulfaatoplossing met een kalksuspensie).

Teneinde de eigenschappen van dit blok te waarderen, werd het blok in een reservoir geplaatst, dat één liter water bevat en het 2+ 15 koper -iongehalte van het water werd met intervallen gemeten. Na 24 uren was het water uitgelekt en werd vervangen door een liter 2+ vers water en opnieuw werd het koper -iongehalte met intervallen gemeten. Dit werd een derde dag herhaald.

De resultaten zijn in de bijgevoegde tekeningen opgenomen.

20 De fig. 1, 2 en 3 zijn grafieken van het aantal mg koper ion/ liter tegen verstreken uren voor respectievelijk de eerste dag , tweede dag en derde dag.

2+

Zoals uit de figuren blijkt, steeg elk dag het koper iongehalte snel gedurende de eerste 2-3 uren, maar stelde:··, zich op een ta-25 melijk constante waarde in gedurende de rest van de dag. Dit vormt een gunstige vergelijking met de situatie in een drinktrog in het veld, waar water door de dieren wordt gedronken en door vers water 2+ wordt vervangen. Het hoogst bereikte koper iongehalte werd bereikt op dag 2 bij 4>6 mg per liter. De maxima op de dagen 1 en 3 zijn res- 30 pectievelijk 2,6 en 3»7 mg per liter.

Onder normale omstandigheden' is het oplosbaarheidsprodukt van 2+" "hydraat" ongeveer 13 - 14 mg koper ion/liter. Het is derhalve van gewicht, dat de opname van hydraat in een matrix aanzienlijk het op-losbaarheidsprodukt verlaagt en dit op een tamelijk constant niveau 35 handhaaft.

Verondersteld wordt, dat een koperinname van 5 mg per liter water elke dag vereist is voor zeg koeien en het blijkt, dat het blok een volgens het voorbeeldt overwegend gedeelte van deze inname zal verschaffen en de volledige inname-behoefte voor de aanwezigheid van 40 gesuspendeerd koper mogelijk zal maken.

8103431 -7-

Proeven zijn eveneens uitgevoerd bij soortgelijke blokken als die van het voorafgaande voorbeeld, evenwel met verschillende verhoudingen "hydraat" tot gips. Deze proeven suggereren, dat verhoudingen van 25 : 75 hydraat : gips en minder een in het algemeen con-5 stant niveau opgelost koper geven, maar dat hogere verhoudingen hydraat de neiging hebben te resulteren in enige initiële afbraak van de blokken.

Voorbeeld II.

Tabletten (ongeveer 1 g elk) werden vervaardigd uit een prepa-10 raat van 125 g hydraat (27% Cu), 231 g gips en 1 g natriumcitraat door toevoeging aan 1 liter water, waarbij een niveau opgelost koper van 4,8 dpm verschaft werd. De toevoeging van 4 g modder aan het water verminderde dit niveau tot 0,6 dpm.

1 g Natriumhexametafosfaat toegevoegd aan dit water verhoogde 15 het niveau van koper tot 4,8 dpm.

. (Hydraat is het reactieprodukt van kopersulfaatoplossing met een kalksuspensie).

Voorbeeld III.

Tabletten (ongeveer 1 g elk) werden vervaardigd uit een prepa-20 raat van de volgende bestanddelen: hydraat 112 g natriumcitraat 0,25 g natriumhexametafosfaat 2 g gips 85,75 g- 25 Deze tabletten verschaften 4-5 dpm opgelost koper bij toevoe ging aan water en waren voldoende voor 25 koeien gedurende één week. Voorbeeld IV.

Tabletten (ongeveer 0,7 g elk) werden vervaardigd door een mengsel van 595,7 g gips, 1,3 g seleniumsulfide, 235 ml water en 33 ml 30 van een 0,5-gew. pro cents oplossing van natriumhexametafosfaat in water te vormen en te drogen.

De resultaten van veldproeven met dergelijke tabletten zijn in fig. 4 opgenomen. De tabletten werden in een permeabel reservoir geplaatst in een drinktrog voor dieren en de hoeveelheid opgelost se-35 lenium in monsters van het water werd met intervallen van ongeveer één week gemeten. Wanneer het water in de trog was opgedronken door de dieren werd het aangevuld. Zoals blijkt bleef de hoeveelheid opgelost selenium op ongeveer 0,07 mg/l. De geringe variaties in de hoeveelheden worden waarschijnlijk veroorzaakt door de feitelijke 40 tijd, waarop de resultaten werden genomen, dat wil zeggen wanneer de 8103431 v . "v -8- resultaten juist na vervanging van het water waren genomen, zal de hoeveelheid selenium klein zijn, maar wanneer genomen juist voor . vervanging zal de hoeveelheid groot zijn.

Voorbeeld V.

5 Tabletten (ongeveer 0,7 g elk) werden vervaardigd door een meng sel van 595,7 g gips, 1,3 g kobaltcarbonaat, 235 ml water en 33 ml van een 0,5-gew.procents oplossing van natriumhexametafosfaat te vormen en te drogen.

De resultaten van veldproeven (zoals beschreven in voorbeeld 10 IV) met dergelijke tabletten zijn in fig. 5 opgenomen, behalve dat de hoeveelheid opgelost kobalt elke dag werd gemeten. Zoals blijkt * \ bleef de hoeveelheid opgelost kobalt tamelijk constant op ongeveer 0,036 mg/l.

Voorbeeld VI.

15 Tabletten (ongeveer 0,7 g elk) werden vervaardigd door een meng sel van 329,1 g hydraat (27% Cu), 270,9 g gips, 365 ml water en 33 ml van een 0,5-gew.procents oplossing van natriumhexametafosfaat te vormen en te drogen.

De resultaten van veldproeven (zoals beschreven in voorbeeld 20 XV') met dergelijke tabletten zijn in fig. 6 opgenomen, behalve dat de hoeveelheid opgelost koper elke twee dagen werd gemeten. Zoals blijkt bleef de hoeveelheid opgelost koper tamelijk constant op ongeveer 4 mg/l.

8103431

Claims (29)

1. Preparaat, dat een sporenelementverbinding bevat in een relatief onoplosbare vorm, waarbij de toevoeging van het preparaat aan water resulteert in een in hoofdzaak geregeld niveau van opge- 5 lost sporenelement.

2. Preparaat volgens conclusie 1, met het kenmetk, dat het preparaat een relatief onoplosbare sporenelementverbinding gemengd met een bindmiddel bevat.

3· Preparaat volgens conclusie 1 of 2, met het ken- 10. e r k , dat het sporenelement koper, kobalt, magnesium, mangaan, zink, selenium, ijzer, nikkel, arseen, chroom, vanadium, jood of fluor'is.

4. Preparaat volgens conclusie 3» met het kenmerk, dat het sporenelement koper is. 15

5· Preparaat volgens conclusie 4» met het kenmerk, dat de sporenelementverbinding koperhydroxide, kopercarbonaat, koper-oxychloride, koper(l)oxide, koper(ll)oxide, basisch kopersulfaat of basisch kopercarbonaat is.

6. Preparaat volgens conclusie 3» met het kenmerk, 20 dat het sporenelement kobalt is.

7. Preparaat volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de sporenelementverbinding kobaltoxide (CogO^ of Co^O^), kobalt-· carbonaat, kobalthydroxide kobaltjodide, basisch kobaltcarbonaat of basisch kobaltsulfaat is. 25

8· Preparaat volgens conclusie 3» met het kenmerk, dat het sporenelement selenium is.

9- Preparaat volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de sporenelementverbinding seleniumoxide, seleniumsulfide, na-triumseleniet of natriumselenaat is.

10. Preparaat volgens conclusies 2-9» met het ken merk, dat het bindmiddel een middel is, dat indien gemengd met de sporenelementverbinding een preparaat zal verschaffen met een op-losbaarheidsprodukt dat verschilt van dat van de sporenelementverbinding.

11. Preparaat volgens conclusies 2-10, met het ken merk, dat het bindmiddel een middel is, dat een afzetbaar, vormbaar preparaat is.

12. Preparaat volgens conclusies 2-11, met het kenmerk, dat het bindmiddel niet toxisch en chemisch stabiel is met 40 betrekking tot tijd, warmte en water. 8103431 'V Λ -10- ♦

13· Preparaat volgens conclusies 2-12, met het kenmerk , dat het hindmiddel in hoofdzaak CaSO^.^HgO hevat.

14· Preparaat volgens conclusies 1-13» met het kenmerk, dat het preparaat een blokkerings-/complexeringsverbinding 5 bevat om te voorkomen dat de sporenelementionen worden opgenomen door verontreinigingen.

15· Preparaat volgens conclusie 14»methetken-merk, dat een verbinding aanwezig is, die liever plaatsen op de verontreirigingsmatrix blokkeert dan sporenelementionen.

16. Preparaat volgens conclusie 14, met het ken merk, dat een verbinding aanwezig is, die de sporenelementionen in complexe vorm brengt en deze zo in oplossing houdt.

17· Preparaat volgens conclusie 14»methetken-merk, dat het sporenelement koper is en dat de blokkerings-/- 15 complexeringsverbinding een fosfaat is.

18. Preparaat volgens conclusie 17, methet kenmerk, dat het fosfaat natriumhexametafosfaat is.

19. Preparaat volgens conclusies 14-18, met het kenmerk, dat de hoeveelheid blokkerings-/complexeringsverbinding 20 0,75 -1,0 gew % van het.preparaat uitmaakt.

20. Preparaat volgens conclusies 1-19» met het kenmerk, dat een stof aanwezig is voor het vertragen van de oplossnelheid van de sporenelementverbinding.

21. Preparaat volgens conclusie 20, met het ken- 25. e r k , dat het vertragingsmiddel een polysiloxan of stearinezuur of een zout daarvan is.

22. Preparaat volgens conclusies 1-19» a e t h e t kenmerk, dat een stof aanwezig is om de oplossnelheid van de sporenelemen tverb inding te versnellen.

23. Preparaat volgens conclusie 22, met het k e n. - merk, dat de versneller een lignosulfaat, reducerende suiker, . ethyleenglycol of een basische verbinding is.

24. Preparaat volgens conclusies 1 - 23 in de vorm van tabletten.

25. Werkwijze voor het verschaffen van een in hoofdzaak gere geld niveau van opgelost qaorenelement in water, met het kenmerk, dat men aan het water een preparaat volgens één of meer van de conclusies 1-24 toevoegt.

26. Werkwijze ter bereiding van een preparaat volgens conclu- 40 sies 1-24, met het kenmerk, dat men de bestanddelen 8103431 o -11- met water mengt, het mengsel vormt en het gevormde mengsel droogt.

27· Werkwijze volgens conclusie 26,x met het kenmerk, dat men het gevormde mengsel hij temperaturen tot 60°C droogt.

28. Werkwijze volgens conclusie 27, met het ken merk, dat men het gevormde mengsel hij temperaturen van 30 -40°C droogt.

29. Werkwijze volgens conclusie 26, 27 of 28, met het kenmerk , dat men de droging uitvoert gedurende een periode 10 van ongeveer 14 - 16 uren. 8103431