NL8102916A - Afgeefpomp. - Google Patents

Afgeefpomp. Download PDF

Info

Publication number
NL8102916A
NL8102916A NL8102916A NL8102916A NL8102916A NL 8102916 A NL8102916 A NL 8102916A NL 8102916 A NL8102916 A NL 8102916A NL 8102916 A NL8102916 A NL 8102916A NL 8102916 A NL8102916 A NL 8102916A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
outlet
pump
pump according
valve
nozzle
Prior art date
Application number
NL8102916A
Other languages
English (en)
Original Assignee
English Glass Co Ltd
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by English Glass Co Ltd filed Critical English Glass Co Ltd
Priority claimed from AU75244/81A external-priority patent/AU7524481A/en
Publication of NL8102916A publication Critical patent/NL8102916A/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B05SPRAYING OR ATOMISING IN GENERAL; APPLYING FLUENT MATERIALS TO SURFACES, IN GENERAL
    • B05BSPRAYING APPARATUS; ATOMISING APPARATUS; NOZZLES
    • B05B11/00Single-unit hand-held apparatus in which flow of contents is produced by the muscular force of the operator at the moment of use
    • B05B11/0005Components or details
    • B05B11/0062Outlet valves actuated by the pressure of the fluid to be sprayed
    • B05B11/007Outlet valves actuated by the pressure of the fluid to be sprayed being opened by deformation of a sealing element made of resiliently deformable material, e.g. flaps, skirts, duck-bill valves
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B05SPRAYING OR ATOMISING IN GENERAL; APPLYING FLUENT MATERIALS TO SURFACES, IN GENERAL
    • B05BSPRAYING APPARATUS; ATOMISING APPARATUS; NOZZLES
    • B05B11/00Single-unit hand-held apparatus in which flow of contents is produced by the muscular force of the operator at the moment of use
    • B05B11/0005Components or details
    • B05B11/0062Outlet valves actuated by the pressure of the fluid to be sprayed
    • B05B11/0072A valve member forming part of an outlet opening
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B05SPRAYING OR ATOMISING IN GENERAL; APPLYING FLUENT MATERIALS TO SURFACES, IN GENERAL
    • B05BSPRAYING APPARATUS; ATOMISING APPARATUS; NOZZLES
    • B05B11/00Single-unit hand-held apparatus in which flow of contents is produced by the muscular force of the operator at the moment of use
    • B05B11/0005Components or details
    • B05B11/0062Outlet valves actuated by the pressure of the fluid to be sprayed
    • B05B11/0075Two outlet valves being placed in a delivery conduit, one downstream the other
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B05SPRAYING OR ATOMISING IN GENERAL; APPLYING FLUENT MATERIALS TO SURFACES, IN GENERAL
    • B05BSPRAYING APPARATUS; ATOMISING APPARATUS; NOZZLES
    • B05B11/00Single-unit hand-held apparatus in which flow of contents is produced by the muscular force of the operator at the moment of use
    • B05B11/01Single-unit hand-held apparatus in which flow of contents is produced by the muscular force of the operator at the moment of use characterised by the means producing the flow
    • B05B11/10Pump arrangements for transferring the contents from the container to a pump chamber by a sucking effect and forcing the contents out through the dispensing nozzle
    • B05B11/1042Components or details
    • B05B11/1066Pump inlet valves
    • B05B11/1067Pump inlet valves actuated by pressure
    • B05B11/1069Pump inlet valves actuated by pressure the valve being made of a resiliently deformable material or being urged in a closed position by a spring
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B05SPRAYING OR ATOMISING IN GENERAL; APPLYING FLUENT MATERIALS TO SURFACES, IN GENERAL
    • B05BSPRAYING APPARATUS; ATOMISING APPARATUS; NOZZLES
    • B05B15/00Details of spraying plant or spraying apparatus not otherwise provided for; Accessories
    • B05B15/30Dip tubes
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B67OPENING, CLOSING OR CLEANING BOTTLES, JARS OR SIMILAR CONTAINERS; LIQUID HANDLING
    • B67DDISPENSING, DELIVERING OR TRANSFERRING LIQUIDS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • B67D1/00Apparatus or devices for dispensing beverages on draught
    • B67D1/02Beer engines or like manually-operable pumping apparatus

Landscapes

  • Closures For Containers (AREA)
  • Fodder In General (AREA)
  • Coating Apparatus (AREA)
  • Containers And Packaging Bodies Having A Special Means To Remove Contents (AREA)

Description

- 1 - 4· Ν.0. 302« _________
Afgeefpomp
De uitvinding heeft betrekking op een afgeefpomp. Pompen van dit type zijn algemeen bekend. Zij hebben een pompcilinder, waarin een zuiger werkt, waarbij het toelaten van materiaal naar de cilinder plaats heeft via een terugslagklep en de uitlaat voor het materiaal vanaf de cilinder 5 plaatsheeft via een holle zuigerstang en een uitlaatmondstuk, terwijl het uitdrijven van materiaal veroorzaakt wordt door de zuiger in de cilinder te drukken. Deze pompen worden gebruikt voor het in gedoseerde hoeveelheden afgeven van materialen, zoals vloeistoffen of in hoofdzaak gladde half-vloeibare materialen vanaf een houder. In het verleden beston-10 den dergelijke materialen uit sauzen, wasmiddelen, reinigingsgels, crèmes en dergelijke.
Er ontstonden echter problemen, wanneer dergelijke pompen gebruikt werden bij klonterige produkten. Het afgeven van ingemaakt zuur of sauzen of andere produkten, die vaste delen bevatten, waarvan de grootte 15 vergelijkbaar is met de grootte van de klepopening (en) in de pomp geven dikwijls aanleiding tot verstopping van de pomp met de klonterige delen en hebben tot gevolg dat het produkt uit het pompmondstuk druppelt, wanneer de pomp niet in gebruik is, als gevolg van het gewicht en de viscositeit van het klonterige produkt.
20 De uitvinding heeft tot doel een afgeefpomp te verschaffen, welke gebruikt kan worden bij klonterige produkten, zonder dat verstoppingen optreden en zonder dat het produkt wegdruppelt, welke nadelen zouden optreden bij gebruik van conventionele afgeefpompen voor klonterige produkten. De pomp heeft grote doorgangen en klepopeningen en middelen 25 om het volume van het klonterige produkt te beperken, dat vrij uit de i mondstukuitlaat kan druppelen, wanneer het produkt niet wordt afgegeven.
Volgens de uitvinding wordt een pomp verschaft, waarvan een terugslagklep, die de toegang met de pompcilinder regelt, een flapklep is, die alleen kan openen in een bovenwaartse richting. Een klep wordt in 30 het algemeen ook aangebracht aan het boveneinde van de cilinder om uittreden van materiaal uit de cilinder te verhinderen; deze klep kan ook een flapklep zijn. De flapklep of -kleppen zijn zodanig geconstrueerd en opgesteld, dat zij openingen verschaffen, die in hoofdzaak gelijk zijn aan de inwendige diameter van het pomphuis, wanneer de 35 kleppen zich bevinden in de open stand. Deze kleppen zullen dus moeilijk verstoppen in verhouding met kleppen, die de stroming van materiaal belemmeren, zelfs in hun open toestand. Een extra voordeel van de flap-kleppen is dat zij uit één stuk gevormd kunnen worden uit een kunststof- i 81 02 9 1 6 _ 2 - j ! ' I ; materiaal, zoals polypropyleen bijvoorbeeld. Zij zijn dus goedkoop en ! gemakkelijk te vervaardigen.
Bij een bijzondere uitvoeringsvorm bestaan zij eenvoudigweg uit : een schijf, die omgeven is door een ring en die daarmede verbonden is ! 5 door een scharnierdeel. Een dergelijke klep wordt aangeduid als "G-type" flapklep.
Aan het boveneinde van het bovenste pomphuis en daaraan bevestigd is een afgeefkop aanwezig, die dient als een middel voor het doen werken van de pomp en als een middel van het verpompte produkt vanuit de boven-10 ste flapklep tegelijk naar de afgeefkopuitlaat, welke bij voorkeur voorzien zal zijn van een afzonderlijk mondstukdeel.
Een verder aspekt van de uitvinding omvat het aanbrengen van middelen voor het verminderen of vermijden van het vrije volume aan de werkelijke uitlaat van het mondstuk. Dit is het volume, waarin het produkt 15 zou kunnen achterblijven en vrij uit de mondstuk-uitlaat zou kunnen druppelen, wanneer het produkt niet wordt afgegeven. Deze middelen, die voor het gemak worden aangeduid met controlemiddelen, kunnen bestaan uit een voorziening binnen het mondstuk en achter zijn uitlaat van een buisvormige klep van flexibel en veerkrachtig materiaal, en deze kunnen 20 gebruikt worden in plaats van, maar bij voorkeur in kombinatie met de bovenste flapklep. De buisvormige ingesnoerofe klep kan bevestigd zijn binnen het mondstukdeel op iedere geschikte wijze, bijvoorbeeld door vorming als één geheel, lijmen, snappassingen of doordat het open einde op zijn plaats wordt gehouden tussen een afzonderlijk mondstukdeel en 25 de afgeefkop, welke door een snap-passing met elkaar zijn verbonden.
In het laatste geval kan het mondstukdeel en de klep gemakkelijk verwijderd worden voor reiniging of vernieuwing.
In plaats van of in kombinatie met de klep in het mondstukdeel, kan dit een stijf of veerkrachtig beperkend orgaan bevatten, dat aan 30 zijn buitenste uitlaat is bevestigd, om de doorgang van het mondstuk over slechts een korte afstand tot een gereduceerd dwarsdoorsnede oppervlak af te snijden. Wanneer als controle een dergelijke stroming beperkend orgaan wordt gebruikt, dan blijven de klonterige produkten binnen het mondstuk en is het niet nodig de eerder genoemde veerkrachtige 35 hulsklep te gebruiken. Het de stroming beperkende orgaan, dat in de fabriek of door de gebruiker (maar in het algemeen in de fabriek) is geplaatst in de mondstukuitlaat en is gekozen uit een serie beperkende organen met openingen, die in het algemeen liggen tussen 4 en 12 mm, maar in het algemeen 7 tot 10 mm, en die bestemd zijn om geschikt te 40 zijn voor bepaalde produkten of klontgrootten, maakt het mogelijk een 81 02 9 1 6 - 3 - groot gebied van klonteriige produkten met een afgeefinrichting te verwerken, welke afgeefinrichting verder wat alle andere onderdelen betreft, uniform is van konstruktie.
Het mondstukdeel, dat reeds eerder is genoemd, kan twee belangrijke 5 kenmerken hebben. Het eerste kenmerk is, dat het geheel van de afgeef-zijde van de kop losneembaar kan zijn, zodat mondstukdelen van verschillende lengten verschaft kunnen worden met een kopdeel van één en dezelfde maat.
Dit maakt het mogelijk dat hetzij de fabrikant of de gebruiker 10 (in het algemeen de fabrikant) een keuze maakt uit een serie doorgangen, wanneer het produkt wordt afgegeven van de kop, in overeenstemming met de omvang van de houder, waarbij de pomp moet worden gebruikt.
Het tweede kenmerk is, dat iedere verschillende lengte tuit gebruikt kan worden bij ieder van een serie beperkende organen om het toe-15 passingsgebied van de pomp verder te vergroten.
Bij nog een ander kenmerk van de uitvinding kan voor het verwerken van een zeer visceuze of niet-stromende produkten, de voet van de buis, welke voert naar de bodem van de houder, voorzien zijn van een benedenwaarts naar buiten verwijdend buitenoppervlak, dat als een afdak gelegen 20 is over de inlaat. Gebleken is dat hierdoor de neiging van dergelijke produkten om bruggen te vormen aanzienlijk wordt verminderd en daardoor een permanente trechtervormige indrukking wordt gevormd, die een baan vormt, waardoor lucht maar niet het produkt door de pomp wordt opgezogen. Een bijzondeie uitvoeringsvorm van de uitvinding zal nu met ver-25 wijzing naar de tekening nader beschreven worden, waarin: fig. 1 is een dwarsdoorsnede van een uitvoeringsvorm van de pomp, voorzien van een de stroming beperkend orgaan; fig. 2 is een dwarsdoorsnede Van de afgeeftuit van een pomp, voorzien van een buisvormige klep, 30 fig. 3 is een perspectivisch aanzicht van een buisvormige klep, fig. S is een bovenaanzi cht van een C-vormige flapklep, en fig. 5 is een doorsnede door een mondstukuitlaat, dat een andere uitvoeringsvorm toont van het de stroming beperkende orgaan.
De beschreven pomp heeft een bovenste pomplichaam 1, dat ver-35 schuifbaar, doch afgedicht past binnen een onderste pomplichaam 2.
De afdichting 3 analoog aan een zuigerkop, is bij deze uitvoeringsvorm als één geheelgevormd met het bovenste pomplichaam 1. Een van schroefdraad voorziene vasthoudkraag S is met schroefdraad bevestigd op het pomplichaam 1 en werkt zowel samen met een uitsteeksel 5 op zijn buitenst) oppervlak om de pomp te bevestigen aan een houder en grijpt in op het 81 02 9 1 6 . - 4 - uitsteeksel 6 op het onderste deel van het bovenste pomplichaam 1, om zo zijn bovenwaartse beweging te begrenzen, die een gevolg is van ; de opwaartse voorspannning, welke daarop wordt uitgeoefend door een veer 7. De onderste en bovenste pomplichamen 1, 2 zijn ieder aan hun 5 beneden- resp. boveneinden voorzien van C-vormige flapkleppen 8,9.
De C-vormige flapkleppen kunnen niet openen in een benedenwaartse richting als gevolg van een plaëselijke vernauwinglO, 11,in de binnen-diameters van de pomplichaamsdelen. De flapkleppen zijn ieder als één geheel gevormd uit polypropyleen en hebben ieder een buitenring 12, 10 een binnenflap 10 en een verbindend en één geheel vormend filmschar-nier 14·, dat dunner is dan de ring en plat. De onderste flapklep wordt tegengehouden door de veer 7, die zijn buitenste ring vasthoudt tegen de rand, die wordt gevormd door de vernauwing 10. Aan het boveneinde van het bovenste pomplichaam en verbonden daarmee door een snapver-15 binding, is een afgeefkop 15 aanwezig, die door middel van een uitsteeksel 16 de buitenring van de bovenste C-vormige flapklep 9 tegen het einde van de bovenste pomplichaam 1 houdt, welke passend is opgenomen in een verdieping in de afgeefkop 15. De afgeefkop 15 is ook voorzien van een uitstekende handgreep 17 en een inwendige doorgang 20 18 om het verpompte produkt te geleiden vanaf de bovenste C-vormige flapklep 9 naar de uitlaat van de afgeefkop. Een mondstuktuit 19 is losneembaar verbonden met de afgeeftuit 15 door middel van een passende snapverbinding. Ringvormige uitsteeksels 20 op de buitenomtrek van het mondstukdeel 21 werken samen met overeenkomstige ringvormige verdiepingen 25 22 in de binnenomtrek van het einde 23 van de afgeefkop. In het onderste punt van de mondstuktuit 19 is een ribbe 32 aanwezig, die past in een ondersneden verdieping van het einde van de kop 15 om te zorgen voor . een juiste neerwaattse richting voor de mondstukuitlaat 30 van de tuit.
Een stel mondstuktuiten 19 kan beschikbaar zijn hetzij voor de 30 fabrikant of voor de gebruiker, waardoor het mogelijk is het produkt : op een grotere of kleinere afstand van de hartlijn van het lichaam 1 af te geven. Een keuze van de geschikte tuit zal in het algemeen gedaan worden door de fabrikant, voor het verzenden van de pomp.
Binnen het mondstuk 30 is een beperkend orgaan 33 snappend beves-I 35 tigd met een ribbe en groeve overeenkomende met 20, 22. De opening van ; het beperkende orgaan heeft een diameter, die wordt gekozen met het oog op het verhinderen van het wegdruppen van een specifiek klonterig produkt of een gebied van produkten, waarvoor de afgeefinrichting moet worden gebruikt. Voorbeelden van diameters voor de opening zijn 7 mm 40 en 10 mm.
81 0 2 9 1 6 - 5 - i Evenals voor het aanwezigzijn van een aantal tuitlengtes, maakt ; de aanwezigheid van een aantal openingen van beperkende organen, waaruit ; een keus kan worden gemaakt, hetzij door de fabrikant of door de gebruiker, een eenvoudige aanpassing van de afgeefinrichting als geheel mogelijk : 5 wat betreft de geschiktheid voor zijn bestemde doel.
Bij een tweede uflvoeringsvorm volgens fig. 2, vormen een trede.24· in de mondstuktuit en een andere trede 25 in het binnenoppervlak van het eindstuk van de afgeefkop een verdieping, wanneer de mondstuktuit is aangebracht in de uitlaat van de afgeefkop.De verdieping wordt gebruikt om 10 het open einde van een buisvormige vernauwde flapklep 27 op te sluiten, waarvan het openeinde naar buiten en naar achteren is gevouwen om evenwijdig te liggen met de rest van het open eindmateriaal en om geplaatst te worden in de verdieping en verder vastgehouden te worden door de verlenging van het eindstuk van het mondstuk en de trede 25. De buisvormige 15 ingesnoerde flapklep 27 is zodanig uitgevoerd, dat zijn ingesnoerde einde 29 zich bevindt naast de mondstukopening 30, om op deze wijze het vrije volume achter het mondstuk af te snijden, vanwaaruit het produkt langzaam omlaag kan druppelen. De buisvormige vernauwde flapklep en het mondstuk kunnen gemakkelijk voor reiniging en vervanging verwijderd 20 worden. Het is bij deze uitvinding mogelijk te werken met de vernauwde flapklep 27 en/of de bovenste C-vormige flapklep 9, of met beide onderdelen tezamen.
De pomp is verder voorzien van een conventionele buis 31, die bevestigd is om een uitsteeksel op het onderste pomplichaam 2 en die 25 op een geschikte lengte is afgesneden. Volgens een verder aspect van de uitvinding kan een konisch voetstuk 34· bevestigd zijn aan de bodem van de buis. Het voetstuk 34- heeft een van openingen voorziene voet 35, die geplaatst is op de bodem van de houder. Het af te geven produkt wordt door de openingen in de voet aangezogen.
30 De aanwezigheid van een dergelijk voetstuk is nuttig bij het : aanzuigen van visceuze of niet-vloeiende produkten, die, wanneer een I I conventionele buis met een recht einde wordt gebruikt, de neiging hebben een trechtervormige indrukking te vormen rondom dat einde, zodat lucht, maar niet het produkt, door de pomp opgezogen wordt. Om nog 35 niet geheel duidelijke redenen voorkomt een naar buiten gebogen dak in ! sterke mate dit probleem.
Een alternatief of extra beperkend orgaan voor het mondstuk, dat is aangebracht aan de mondstukuitlaat, kan verder bestaan uit een ; elastisch materiaal, dat de doorgang van grote deeltjes toelaat maar 4-0 samentrekt om druppelvorming te verhinderen. Voorbeelden zijn een 81 02 9 1 6 ι - 6 - r I eenvoudige elastische huls of het beperkende orgaan, dat getoond is in fig. 5.Dit orgaan bestaat uit een rubber gietstuk 36 met een in hoofdzaak halfbolvormige gedaante met een flens 37 langs de omtrek en een teruggebogen rand 38. De flens en de rand zijn opgesloten tussen het 5 mondstuktuitdeel 19' en een mondstukuitlaatdeel 39, dat permanent onderling verbonden kan zijn, bijvoorbeeld door ulti%oon lassen. Een uitlaat-opening 30 heeft een kleine diameter in de ruststand van het beperkende orgaan, bijvoorbeeld 3 of ^ mm, maar zal de doorgang van betrekkelijk grote klonten, bijvoorbeeld tot 12 mm, doorlaten, wanneer deze positief 10 worden uitgedrukt door de werking van de pomp.
De aanwezigheid van het beperkende orgaan 33 of 36 of de klep 27 heeft het effekt van afsnijden, of in het geval van de beperkende organen, waaraan de voorkeur wordt gegeven boven de klep, het volume achter de buitenste uitlaat van het mondstuk te elimineren, waarin het 15 produkt zou kunnen achterblijven en vanwaar het lang-zaam zou kunnen uittreden en wegdruppelen gedurende de tijd tussen actieve slagen van de pomp. De klep of het beperkende orgaan met een opening, die zodanig is gekozen dat deze geschikt is voor een produkt, zal dat produkt tegenhouden gedurende de niet-werkzame tijd, maar zal uitstoten van het pro-20 dukt niet verhinderen.gedurende de werkzame slag van de pomp.
81 02 9 1 6

Claims (9)

1. Afgeefpomp met een pompcilinder, waarin een zuiger werkt, een terugslagklep die materiaal toelaat naar de cilinder en een uitlaat voor het materiaal uit de cilinder, welke plaatsheeft via een holle steel van de zuiger en een uitlaatmondstuk, waarbij het materiaal uit de pomp 5 wordt uitgedreven door indrukking van de zuiger in de cilinder, met het kenmerk, dat teneinde de pomp geschikt te maken voor het afgeven van een klonterig produkt de terugslagklep (8) wordt gevormd door een flapklep en controlemiddelen (27; 33;36) aanwezig zijn in het mondstukdeel (19; 19') om het volume achter de buitenste uitlaat (30) 10 van het mondstuk, te verminderen of te vermijden, vanwaaruit het produkt zou kunnen wegdruppelen via de uitlaat, wanneer de pomp niet in werking is.
2. Afgeefpomp volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat een tweede terugslagklep (9) aanwezig is aan de bovenzijde van de 15 holle steel (1) van de pomp, welke klep eveneens een flapklep is.
3. Afgeefpomp volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de flapklep of kleppen (8,9) gevormd worden door een plaat (13) van kunststofmateriaal, die wordt omgeven door een ring (12) van hetzelfde materiaal en die daarmede is verbonden door een scharnier- 20 verbinding (14·).
4. Afgeefpomp volgens één of meer der voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat de controlemiddelen worden gevormd door een klep (27), die gemonteerd is in de tuit van het mondstukdeel (19) achter de uitlaat (30).
5. Afgeefpomp volgens één of meer der conclusies 1, 2 of 3, met het kenmerk, dat de controlemiddelen een de stroming beperkend orgaan (33, 36) omvatten, gemonteerd aan de uitlaat(30) van het mondstuk.
6. Afgeefpomp volgens conclusie 5, met het kenm erk, 30 dat het beperkende orgaan (33) stijf is.
7. Afgeefpomp volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat het beperkende orgaan (36) elastisch is.
8. Afgeefpomp volgens conclusie 5,6 of 7, met h et kenmerk, dat de uitlaatopening (30) van het beperkende orgaan 35 een diameter heeft of een diameter in de rusttoestand van 4 tot 10 mm.
9. Afgeefpomp volgens één of meer der voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat het mondstukdeel (19,19') een orgaan is, dat gescheiden is van de kop (15) van de holle steel (1) van de zuiger. 8102916 -βίο. Afgeefpomp volgens één of meer der voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat een inlaat (35) voor het produkt in de cilinder is afgedekt door een naar beneden en naar buiten afgebogen dak (34). i 8102916
NL8102916A 1980-06-20 1981-06-17 Afgeefpomp. NL8102916A (nl)

Applications Claiming Priority (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
GB8020217 1980-06-20
GB8020217 1980-06-20
AU75244/81A AU7524481A (en) 1980-06-20 1981-09-15 Dispenser pump for lumpy material
AU7524481 1981-09-15

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8102916A true NL8102916A (nl) 1982-01-18

Family

ID=25637874

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8102916A NL8102916A (nl) 1980-06-20 1981-06-17 Afgeefpomp.

Country Status (3)

Country Link
DE (1) DE8117841U1 (nl)
ES (1) ES259324Y (nl)
NL (1) NL8102916A (nl)

Also Published As

Publication number Publication date
ES259324Y (es) 1982-07-01
ES259324U (es) 1982-01-16
DE8117841U1 (de) 1981-11-05

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US6557736B1 (en) Pivoting piston head for pump
AU2001268841B2 (en) Pump for dispensing flowable material
US4029236A (en) Two product dispenser with cooperating telescoping cylinders
US6234363B1 (en) Device for dispensing a fluid with closure system
US5016351A (en) Disposable safety razor system
AU680357B2 (en) Metering device for dispensing constant unit doses
CA2698915C (en) Stationary stem pump
US8528792B2 (en) Telescopic piston for pump
AU2001268841A1 (en) Pump for dispensing flowable material
EP2125571B1 (en) Metering device for dispensing a dose of pressurized fluid
US11097296B2 (en) Pump dispenser with outlet valve
US3506165A (en) Valve mechanism
US10850894B2 (en) Dispensing system, spout and squeezable container
US2989215A (en) Dispenser for material containers
JPH0592164A (ja) ペースト状製品用のデイスペンサとその使用方法
US5516007A (en) Dispenser
JPS6091273U (ja) ポンプ型施与器
CN109414713B (zh) 挤压喷射器闭合件
NL8102916A (nl) Afgeefpomp.
DE50307789D1 (de) Spenderpumpe
GB2079863A (en) Dispenser pumps
US2583340A (en) Resilient discharge valve for dispensers operated by pressure of the contents
US5088623A (en) Dispenser with indicator
US10654059B2 (en) Self sealing airless measured dispenser
US2549977A (en) Dispensing closure for powder container, having a wall depressible to effect pneumatic discharge of container contents

Legal Events

Date Code Title Description
A85 Still pending on 85-01-01
BV The patent application has lapsed