NL8102207A - LOCK, IN PARTICULAR FOR CONNECTING THE ENDS OF A CONNECTING CABLE. - Google Patents
LOCK, IN PARTICULAR FOR CONNECTING THE ENDS OF A CONNECTING CABLE. Download PDFInfo
- Publication number
- NL8102207A NL8102207A NL8102207A NL8102207A NL8102207A NL 8102207 A NL8102207 A NL 8102207A NL 8102207 A NL8102207 A NL 8102207A NL 8102207 A NL8102207 A NL 8102207A NL 8102207 A NL8102207 A NL 8102207A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- lock
- lock body
- axis
- bodies
- rotation
- Prior art date
Links
Classifications
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E05—LOCKS; KEYS; WINDOW OR DOOR FITTINGS; SAFES
- E05B—LOCKS; ACCESSORIES THEREFOR; HANDCUFFS
- E05B67/00—Padlocks; Details thereof
- E05B67/003—Chain, wire or cable locks
Landscapes
- Flexible Shafts (AREA)
- Lock And Its Accessories (AREA)
- Details Of Connecting Devices For Male And Female Coupling (AREA)
- Cable Accessories (AREA)
Description
s t; -1-s t; -1-
Slot, in het bijzonder voor de verbinding van de einden van een sluitkabel.Lock, especially for connecting the ends of a locking cable.
De uitvinding betreft een slot, in het bijzonder voor de verbinding van de einden van een sluitkabel, omvattende twee in een gekoppelde stand aan elkaar steekbare slotlichamen, een eerste slotlichaam met een grendelinrichting, deze met 5 tenminste één grendel en een borgbare bedieningsinrichting voor het verstellen van de grendel tussen een ve^preiöelde stand en een losmaakstand en een tweede slotlichaam met een grendelval, waarbij in de gekoppelde stand van de slotlichamen de grendel in zijn vergrendelde stand achter de grendelval grijpt om het 10 losmaken van de zich in de gekoppelde stand bevindende slotlichamen van elkaar te verhinderen en in de losmaakstand zover buiten ingrijping met de grendelval staat, dat de slotlichamen van elkaar ontkoppelbaar zijn,The invention relates to a lock, in particular for the connection of the ends of a closing cable, comprising two lock bodies which can be plugged together in a coupled position, a first lock body with a locking device, this with at least one lock and a lockable operating device for adjusting of the latch between a pre-locked position and a release position and a second lock body with a latch trap, wherein in the coupled position of the lock bodies the latch engages in its locked position behind the latch trap to release the latch in the engaged position lock bodies from each other and in the release position is so far out of engagement with the locking drop that the lock bodies can be disconnected from each other,
De uitvinding heeft ten doel, met eenvoudige middelen 15 een slot van de boven beschreven soort zodanig uit te voeren, dat het gemakkelijk, ook in het donker, kan worden gesloten, en dat pogingen, het slot met geweld te openen, wbrden bemoeilijkt.The object of the invention is to design a lock of the type described above with simple means such that it can be easily closed, even in the dark, and that attempts to open the lock by force make it more difficult.
Om dit doel te bereiken wordt volgens de uitvinding voorge-20 steld, dat de slotlichamen in de gekoppelde stand om een as ten opzichte van elkaar draaibaar zijn en dat de grendelval zodanig concentrisch ten opzichte van de draaias is opgesteld, dat de zich in de vergrendelde stand bevindende grendel binnen de grendelval kan meedraaien.In order to achieve this object, it is proposed according to the invention that the lock bodies in the coupled position are rotatable about an axis relative to each other and that the locking drop is arranged concentrically with respect to the axis of rotation, so that the locked bolt position can rotate within the bolt trap.
25 Wordt het slot overeenkomstig zijn voorkeurstoepassing met een sluitkabel verbonden, dan laat men bij voorkeur de te verbinden kabeleinden in loodrecht op de draaias staande vlakken in de slotlichamen lopen, om ze dan in kabeleindopneemorganen 8102207 -2- ,r te verankeren.When the lock is connected with a lock cable in accordance with its preferred application, the cable ends to be connected are preferably run in planes perpendicular to the axis of rotation in the lock bodies, in order to then anchor them in cable end receptacles 8102207-2-, r.
De versterkte beveiligingsfunctie van het slot volgens de uitvinding wordt verkregen, doordat de beide slotlichamen ten opzichte van elkaar kunnen worden gedraaid, zodat de 5 mogelijkheden, de slotlichamen met geweld ten opzichte van elkaar te bewegen en daarmee het sluitmechanisme te vernielen, beperkt zijn.The reinforced security function of the lock according to the invention is obtained in that the two lock bodies can be rotated relative to each other, so that the possibilities of moving the lock bodies with respect to each other and thus destroying the closing mechanism are limited.
Men kan de kabeleinden radiaal ten opzichte van de draai-as in de slotlichamen laten lopen; dit heeft tot gevolg, dat de 10 in de slotlichamen lopende einden van de sluitkabel aan hun inloopplaatsen in hoofdzaak evenwijdig aan elkaar in een. gemeenschappelijk, de draaias bevattend vlak verlopen. Deze uitvoeringsvorm is met het oog op het gemakkelijk hanteren en het aantrekkelijke uiterlijk voordelig, maar biedt echter nog steeds 15 de mogelijkheid, door middel van een spreidinstrument, dat tussen de beide inlopende kabeleinden wordt gestoken, de slotlichamen aan de inloopplaatsen uit elkaar te drukken. Hier zou onder bepaalde omstandigheden nog een wat betreft de beveiliging betere oplossing kunnen worden gevonden, die hierin ligt, 20 dat de inloopeinden in een richting langs de draaias gezien zijdelings ten opzichte van elkaar zijn verplaatst. In dit geval wordt het insteken van een spreidinstrument bemoeilijkt en wordt bovendien bij de pogingen het slot open te breken door het spreidinstrument een krachtcomponent in omtreksrichting om 25 de draaias heen opgewekt, die er toe zal leiden, dat de slotlichamen in draairichting ten opzichte van elkaar kunnen uitwijken.The cable ends can be run radially with respect to the axis of rotation in the lock bodies; this has the result that the ends of the closing cable running in the lock bodies at their entry points are substantially parallel to one another. common, the axis of rotation is flat. This embodiment is advantageous in view of the easy handling and the attractive appearance, but it still offers the possibility, by means of a spreading tool, which is inserted between the two running-in cable ends, to press the lock bodies apart at the entry points. Here, under certain circumstances, a further security solution could be found which resides in that the lead-in ends are displaced laterally relative to each other in a direction along the axis of rotation. In this case insertion of a spreading tool is made more difficult and, in addition, in the attempt to break open the lock, the spreading tool generates a circumferential force component around the axis of rotation, which will cause the lock bodies to rotate relative to each other can dodge.
Het grendelopneemorgaan van het tweede slotlichaam is bij een bij voorkeur toegepaste constructieve uitvoeringsvorm 30 voorzien van een cirkelvormige, in de gekoppelde stand naar het aanliggende eerste slotlichaam toe afgesloten, echter radiaal . naar binnen open goot, terwijl het eerste slotlichaam is voorzien van een in de gekoppelde stand in de doorlaat van de ringvormige goot stekende grendelgeleidenaaf met een in hoofd-35 zaak radiaal ten opzichte van de draaias gerichte grendel- geleiding, zodanig, dat in de gekoppelde stand de grendel in 8102207 * i -3- radiale richting in de goot kan worden gebracht en uit deze goot terugtrekbaar is.The locking receptacle of the second lock body is, in a preferred embodiment of the construction, provided with a circular, but radially closed in the coupled position towards the adjacent first lock body. inwardly open gutter, while the first lock body is provided with a locking guide rod projecting in the coupled position in the passage of the annular gutter with a locking guide substantially radially oriented relative to the axis of rotation, such that in the coupled position the bolt can be introduced into the channel in the radial direction in 8102207 * i -3- and can be retracted from this channel.
Met het oog op het eenvoudig hanteren van het slot wordt voorgesteld, dat de grendel in de vergrendelde stand, 5 dat wil zeggen radiaal naar buiten is voorgespannen en door de borgbare bedieningsinrichting in de losmaakstand, dat wil zeggen radiaal naar binnen toe terugtrekbaar is en dat aan het tweede slotlichaam een invoerschuinte is aangebracht, die bij het aan elkaar steken van de slotlichamen de grendel uit zijn 10 vergrendelde stand in de richting van zijn losmaakstand verschuift, totdat de grendel na het bereiken van de gekoppelde stand onder invloed van de voorspanning in de goot springt.For easy handling of the lock, it is proposed that the latch be biased radially outwardly in the locked position, and retractable radially inwardly by the lockable actuator, i.e. an infeed slant is provided on the second lock body, which, when the lock bodies are joined together, shifts the latch from its locked position towards its release position, until the latch after reaching the coupled position under the influence of the bias gutter jumps.
Bij deze uitvoeringsvorm behoeft voor het koppelen van de slotlichamen geen inwerking op de bedieningsinrichting worden 15 uitgeoefend; alleen voor het openen van het slot moet de bedieningsinrichting door middel van een sleutel worden bediend.In this embodiment no action is required on the operating device for coupling the lock bodies; only before opening the lock must the control device be operated by means of a key.
De borgbare bedieningsinrichting kan een in een opneem-orgaan van het eerste slotlichaam ondergebrachte profiel-20 cilinder omvatten, diens na insteken van de sleutel draaibare cilinderkern met de grendelinrichting is verbonden.The lockable operating device may comprise a profile cylinder accommodated in a receiving member of the first lock body, the cylinder core of which is rotatable after insertion of the key being connected to the locking device.
De grendelinrichting kan met tenminste êên haarspeldvormig gebogen grendel worden uitgevoerd, die in een in hoofdzaak loodrecht op de draaias staand vlak met zijn poten in 25 hoofdzaak radiaal in de geleidenaaf is geleid en met zijn dwars-boog in de goot grijpt. Deze uitvoeringsvorm is voordelig, enerzijds omdat door de dubbele geleiding van de grendel een grotere sterkte tegen openbreken van het slot wordt bereikt, anderzijds omdat door de betrekkelijk grote lengte van de dwars-30 boog in omtreksrichting een vergroot ingrijpingstraject tussen de grendel enerzijds en de goot anderzijds wordt bereikt.The locking device can be designed with at least one hairpin-like curved bolt, which is guided in a plane substantially perpendicular to the axis of rotation with its legs substantially radially in the guide rod and engages in the trough with its transverse arc. This embodiment is advantageous, on the one hand because, due to the double guide of the bolt, a greater strength against breaking open of the lock is achieved, and on the other hand, because of the relatively large length of the transverse arc in the circumferential direction, an increased engagement path between the bolt on the one hand and the channel the other is achieved.
De haarspeldvormige uitvoering van de grendel biedt ook een gunstige mogelijkheid tot onderbrengen van de voorspanveer, in zoverre, dat de voorspanveer in de geleidenaaf kan zijn ge-35 steund en op de radiale binnenzijde van de dwarsboog kan aangrijpen.The hairpin-shaped design of the latch also offers a favorable possibility of accommodating the biasing spring, in that the biasing spring can be supported in the guide hub and can engage the radial inner side of the crossbow.
81 02 20 7 A-81 02 20 7 A-
Bij toepassing van een profielcilinder is het constructief gunstig, wanneer de draaias van de cilinderkern van de profielcilinder tenminste "bij benadering samenvalt met de draaias van de slotlichamen.When a profile cylinder is used, it is structurally advantageous if the axis of rotation of the cylinder core of the profile cylinder coincides at least approximately with the axis of rotation of the lock bodies.
5 De draaibare cilinderkern' kan op willekeurige wij ze met de grendel worden gekoppeld. Bijzonder eenvoudig wordt de koppeling echter dan, wanneer in het naar het tweede slotlichaam toegekeerde einde van de cilinderkern een uitsparing is aangebracht, waarin een meeneemorgaan van de grendel grijpt, waarbij 10 zich de uitsparing bij draaiing van de sluitcilinderkern zodanig verplaatst, dat de grendel in openingsrichting wordt meegenomen. Natuurlijk moet daarbij de uitsparing in de cilinderkern zo groot zijn bemeten, dat de grendel ook bij zich in de geborgde stand bevindende sluitcilinderkern vrij beweegbaar is, 15 zodat de beide slotlichamen zonder bediening.van de profielcilinder aan elkaar kunnen worden gekoppeld.The rotatable cylinder core can be coupled to the bolt in any desired way. However, the coupling becomes particularly simple when a recess is provided in the end of the cylinder core facing the second lock body, into which a catch member of the bolt engages, the recess moving in such a way that the bolt engages in rotation of the locking cylinder core. opening direction is included. Of course, the recess in the cylinder core must be so large that the bolt can also move freely when the locking cylinder core is in the locked position, so that the two lock bodies can be coupled to each other without actuation of the profile cylinder.
Bij een voorkeursuitvoeringsvorm van de grendelinrichting is deze voorzien van twee in tegengestelde radiale richtingen gerichte grendels. Deze uitvoeringsvorm in combinatie met de 20 door de haarspeldvorm bepaalde eindige lengte van de dwarsbogen in omtreksrichting leidt er toe, dat de beide slotlichamen in wezen over hun gehele omtrek tegen spreidmomenten zijn beveiligd. Omdat de de grootste spreidmomenten toelatende pogingen tot openbreken in het bereik van de uitmonding van de kabeleinden 25 in de slotlichamen kunnen worden uitgeoefend, verdient het de voorkeur, de grendels, bij benadering aan te brengen in dat de as bevattende vlak, waarin ook de einden van de sluitkabel in de slotlichamen uitmonden.In a preferred embodiment of the locking device, it is provided with two latches directed in opposite radial directions. This embodiment in combination with the finite length of the transverse arches in the circumferential direction determined by the hairpin shape means that the two lock bodies are essentially protected against spreading moments over their entire circumference. Since the greatest spreading moments allowing for breaking open can be made in the region of the outlet of the cable ends 25 in the lock bodies, it is preferable to arrange the latches approximately in that axis-containing plane, in which also the ends of the locking cable open into the lock bodies.
Met het oog op een eenvoudige vervaardiging wordt verder 30 voorgesteld, dat de geleidenaaf is gevormd door een naafdeel van het eerste slotlichaam en een naar het tweede slotlichaam toegekeerde afdekplaat, waarbij in de tegen elkaar aanliggende vlakken van het naafdeel en van de afdekplaat elkaar tot geleidekanalen en eventueel veeropneemholten aanvullende groeven 35 zijn aangebracht, waarbij de afdekplaat door klinknagels of dergelijke bevestigingsorganen met het eerste slotlichaam is 8102207 -5- * Λ verbonden.For the purpose of simple manufacture, it is further proposed that the guide hub is formed by a hub part of the first lock body and a cover plate facing the second lock body, wherein in the abutting surfaces of the hub part and of the cover plate each other form guide channels and, if appropriate, spring receiving cavities, additional grooves 35 are provided, the cover plate being connected to the first lock body by rivets or the like fastening means 8102207-5.
De slotlichamen kunnen als gegoten vormstukken, in het bijzonder als zinken drukgietstukken worden uitgevoerd. Om bij de vervaardiging van de slotlichamen de giettechnisch 5 moeilijk te beheersen ondersnijdingen voor de vorming van de goten te vermijden, kunnen de goot en/of de invoerschuinten aan een niet losneembaar in het gegoten vormstuk van het tweede slotlichaam gemonteerde ring van plaatmetaal zijn gevormd.The lock bodies can be designed as cast moldings, in particular as zinc die-castings. In order to avoid the undercuts, which are difficult to master in casting, for the formation of the channels in the manufacture of the lock bodies, the channel and / or the infeed chamfers may be formed on a ring of sheet metal mounted non-detachably in the cast molding of the second lock body.
De uitvoering van de goot uit een ring van plaatmetaal is 10 ook wat betreft de sterkte en daarmee wat betreft de veilig heid gunstig, omdat een dergelijke ring in de regel een grotere sterkte heeft dan gegoten materialen. Aan de ring van plaatmetaal kan ook een radiaal uitwendig steek- en draaigeleidings-vlak voor het insteken in een radiaal inwendig steek- en draai-15 geleidingsvlak van het eerste slotlichaam zijn gevormd, zodat tenminste de gietvormen voor het tweede slotlichaam eenvoudiger worden en dunwandige en daarmee gevaarlijke breukzones aan het gegoten lichaam worden vermeden.The construction of the channel from a sheet metal ring is also favorable in terms of strength and therefore in terms of safety, because such a ring generally has a greater strength than cast materials. The sheet metal ring can also have a radially external insertion and rotation guide surface for insertion into a radially internal insertion and rotation guide surface of the first lock body, so that at least the molds for the second lock body become simpler and thin-walled and this avoids dangerous fracture zones on the cast body.
Wanneer de ring van plaatmetaal zowel de goot als de in-20 voerschuinte moet vormen en bovendien van een steek- en draai- geleidingsvlak moet zijn voorzien, dan zou daaruit onder bepaalde omstandigheden een moeilijk vervaardigbare vorm van de ring van plaatmetaal ontstaan. Om daarom de vervaardiging van de ring van plaatmetaal te vereenvoudigen, wordt verder voorgesteld, 25 dat de ring van plaatmetaal is samengesteld uit een uitwendig en een inwendig ringdeel, waarbij de goot door het inwendige ringdeel en de invoerschuinte en eventueel het steek- en draai-geleidingsvlak door het uitwendige ringdeel zijn gevormd; daarbij is de in fig. 1 en in het bijzonder in fig. 6 getekende meet-30 kundige vorm van de ring van plaatmetaal van wezenlijke betekenis voor de uitvinding.If the sheet metal ring were to form both the chute and the feed chamfer and additionally provided with a pitch and rotational guide surface, this would under certain circumstances result in a shape of the sheet metal ring which was difficult to manufacture. Therefore, in order to simplify the manufacture of the sheet metal ring, it is further proposed that the sheet metal ring is composed of an external and an internal ring part, the trough passing through the internal ring part and the insertion chamfer and possibly the insertion and rotation. guide surfaces are formed by the outer ring part; the geometrical shape of the sheet metal ring drawn in fig. 1 and in particular in fig. 6 is essential for the invention.
De bevestiging van de ring van plaatmetaal aan het tweede slotlichaam kan zodanig geschieden, dat de ring van plaatmetaal in een naar het eerste slotlichaam toe open ringgroef van het 35 tweede slotlichaam grijpt en in deze ringgroef door materiaal- vervorming van het tweede slotlichaam tegen uittrekken is ge- 8102207 -β- borgd, waarbij in het bereik van het bijbehorende kabeleind-opneemorgaan in de ring van plaatmetaal eventueel een uitsparing is aangebracht.The fastening of the sheet metal ring to the second lock body can be effected such that the sheet metal ring engages in an annular groove of the second lock body which is open towards the first lock body and is prevented from pulling out in this ring groove by material deformation of the second lock body. 8102207 -β-, with a recess optionally provided in the region of the associated cable end-receiving member in the sheet metal ring.
Voor een aantrekkelijk uiterlijk en eventueel ook om 5 aangrijpingspunten voor het openbreken van het slot te vermijden, verdient het de voorkeur, dat de slotlichamen een in hoofdzaak cirkelvormige buitenomtrek om de draaias bezitten, waarbij aan de van elkaar afgekeerde kopzijden van de slotlichamen in * het bereik van de kabeleindopneemorganen voor de kabeleinden 10 materiaaluitsteeksels zijn gevormd.For an attractive appearance and possibly also to avoid 5 points of engagement for breaking open the lock, it is preferred that the lock bodies have a substantially circular outer circumference around the axis of rotation, with the end faces of the lock bodies facing away from each other in the range of the cable end receptacles for the cable ends 10 material projections are formed.
In het eerste slotlichaam, waarin ook de borgbare bedieningsinrichting, bij het beschreven uitvoeringsvoorbeeld dus de profielcilinder, moet worden ondergebracht, kan het, in elk geval dan, wanneer men een in zijn geheel kleine gestalte 15 van het slot beoogt, moeilijk worden, een voldoende groot opneemorgaan voor het betreffende einde van de beveiligings-kabel onder te brengen, zodat het doelmatig kan zijn, het materiaaluitsteeksel van tenminste het eerste slotlichaam ook in radiale richting buiten de omtrek van het slotlichaam te 20 laten uitsteken. Een dergelijk radiaal uitstekend gedeelte zal aan het tweede slotlichaam in de regel niet nodig zijn en zou ook om veiligheidstechnische redenen ongewenst zijn, omdat dan een spreidwerktuig tussen twee materiaaluitsteeksels zou kunnen worden gezet.In the first lock body, in which the lockable operating device, in the described embodiment, i.e. the profile cylinder, must also be accommodated, it can, in any case, if one envisages an overall small shape of the lock, become sufficiently large receptacle for the respective end of the security cable, so that it can be expedient to allow the material protrusion of at least the first lock body to protrude radially outside the periphery of the lock body. Such a radially projecting part will generally not be required on the second lock body and would also be undesirable for safety reasons, because a spreading tool could then be placed between two material protrusions.
25 Met het oog op het klein houden van het totale volume van het slotlichaam enerzijds en de noodzaak tot het onderbrengen van de profielcilinder in het eerste slotlichaam anderzijds kan het noodzakelijk blijken, dat het eerste slotlichaam aan zijn van het tweede slotlichaam afgekeerde kopzijde 30 in het bereik van het opneemorgaan voor de profielcilinder een materiaaluitsteeksels bezit.With a view to keeping the total volume of the lock body small on the one hand and the need to accommodate the profile cylinder in the first lock body on the other hand, it may prove necessary that the first lock body on its front side 30 facing away from the second lock body area of the profile cylinder receptacle has material projections.
Met het oog op een eenvoudige montage van het eerste slotlichaam wordt verder voorgesteld, dat de profielcilinder van het naar het tweede slotlichaam toegekeerde vlak van het 35 eerste slotlichaam af in het opneemorgaan voor de profielcilin der van het eerste slotlichaam tot tegen een aanslag is inge- 8102207 * i i -7- schoven en tegen uitvallen is beveiligd, eventueel door de afdekplaat.With a view to a simple mounting of the first lock body it is further proposed that the profile cylinder is pressed against a stop from the face of the first lock body facing the second lock body in the profile cylinder receiving member of the first lock body. 8102207 * ii -7- secured against failure, possibly through the cover plate.
De kabeleinden kunnen in de kahelopneemorganen zijn geperst. Deze mogelijkheid bestaat in het bijzonder ook, wanneer de slot-5 lichamen als zinken drukgietstukken zijn vervaardigd.The cable ends can be pressed into the heat receiving members. In particular, this possibility also exists if the lock bodies are manufactured as zinc die-castings.
Om een nabewerking van de oppervlakken van de slotlichamen met het oog op een aantrekkelijk uiterlijk te vermijden en een vergaande vrijheid van vormgeving van de oppervlakken van de slotlichamen wat betreft de vorm en de kleur te bereiken, wordt 10 verder voorgesteld, dat de slotlichamen door telkens naar het andere slotlichaam toe open, door middel van ondersnijdingen opgesnapte afdekschalen, bij voorkeur van kunststof, zijn afgedekt. Om door de afdekschalen ook de inloopplaatsen van de beveiligingskabel in de slotlichamen te kunnen afdekken, wordt 15 verder voorgesteld, dat de afdekschalen zijn voorzien van uit stekende hulzen, die de kabeleinden in het bereik voor het inlopen in de betreffende slotlichamen omsluiten. Bij een dergelijke uitvoeringsvorm is door de uitstekende hulzen ook een extra houvast van de afdekschalen op de slotlichamen gewaarborgd. De 20 montage van de afdekschalen wordt daarbij niet gehinderd, want men kan de afdekschalen met de uitstekende hulzen voor het verankeren van de kabeleinden in de slotlichamen op de beveiligingskabel schuiven en na uitgevoerde verankering van de kabeleinden in de slotlichamen de afdekschalen dan over de slotlichamen 25 trekken en opdrukken.In order to avoid post-processing of the surfaces of the lock bodies for an attractive appearance and to achieve a far-reaching freedom of design of the surfaces of the lock bodies with regard to the shape and the color, it is further proposed that the lock bodies be open cover shells, preferably made of plastic, which have been snapped up to the other lock body, preferably made of plastic. In order to also be able to cover the lead-in places of the security cable in the lock bodies by means of the cover shells, it is further proposed that the cover shells are provided with protruding sleeves, which enclose the cable ends in the area for breaking in in the respective lock bodies. In such an embodiment, the protruding sleeves also ensure an additional hold of the cover shells on the lock bodies. The installation of the cover shells is not hindered, because the cover shells can be slid onto the security cable with the protruding sleeves for anchoring the cable ends in the lock bodies and after the anchoring of the cable ends in the lock bodies the cover shells can then be placed over the lock bodies. pull and push up.
De uitvinding zal aan de hand van de tekening met een uitvoeringsvoorbeeld nader worden toegelicht.The invention will be explained in more detail with reference to the drawing with an exemplary embodiment.
Fig. 1 is een de draaias bevattende langsdoorsnede van een volgens de uitvinding uitgevoerd slot voor de verbinding van 30 de einden van een beveiligingskabel; fig. 2 is een aanzicht van het eerste slotlichaam volgens de lijn II-II in fig. 1 bij afgenomen afdekplaat; fig. 3 is een eindaanzicht van het eerste slotlichaam in pijlrichting III in fig. 1 zonder afdekkap; 35 fig. ^ is een zijaanzicht van het tweede slotlichaam zonder afdekplaat; 8102207 * <· -8- fig. 5 is een zijaanzicht van het eerste slotlichaam zonder afdekkap en fig. 6 is een doorsnede van de ring van plaatmetaal van het tweede slotlichaam.Fig. 1 is a longitudinal sectional view of the rotary axis of a lock according to the invention for connecting the ends of a security cable; Fig. 2 is a view of the first lock body along the line II-II in Fig. 1 with the cover plate removed; Fig. 3 is an end view of the first lock body in arrow direction III in Fig. 1 without cover cap; Fig. ^ Is a side view of the second lock body without cover plate; Fig. 5 is a side view of the first lock body without a cover and Fig. 6 is a sectional view of the sheet metal ring of the second lock body.
5 In fig. 1 is een eerste slotlichaam met 10 en een tweede slotlichaam met 12 aangeduid. Beide slotlichamen 10 en 12 zijn als zinken drukgietstukken vervaardigd. Het eerste slotlichaam 10 is voorzien van een kabeleindopneemorgaan 1U, dat, zoals uit fig. 5 blijkt, buiten het kopvlak en het omtreksvlak van het 10 eerste slotlichaam 10 in axiale, respectievelijk radiale richting uitsteekt. In dit kabeleindopneemorgaan 1¼ is het einde van een sluitkabel of beveiligingskabel (niet getekend) gemonteerd, bijvoorbeeld het einde van een kabellus.In Fig. 1, a first lock body is indicated by 10 and a second lock body by 12. Both lock bodies 10 and 12 are manufactured as die-cast zinc. The first lock body 10 is provided with a cable end receiving member 1U, which, as appears from Fig. 5, protrudes beyond the end face and the peripheral surface of the first lock body 10 in axial and radial direction, respectively. The end of a locking cable or security cable (not shown) is mounted in this cable end receiving member 1¼, for example the end of a cable loop.
Het tweede slotlichaam 12 is voorzien van een kabeleind-15 opneemorgaan 16, dat, zoals uit fig. ^ blijkt, in axiale richting buiten het kopvlak van het tweede slotlichaam 12 uitsteekt. In het kabeleindopneemorgaan 16 is het andere einde van de sluitkabel gemonteerd (niet getekend). Beide kabeleinden zijn door plastische vervorming van de slotlichamen 10 en 12 20 in het bereik van de aandrukzones 18 en 19 verankerd.The second lock body 12 is provided with a cable end 15 receiving member 16, which, as can be seen from Fig. 1, protrudes axially outside the end face of the second lock body 12. The other end of the closure cable (not shown) is mounted in the cable end receiving member 16. Both cable ends are anchored in the region of the pressing zones 18 and 19 by plastic deformation of the lock bodies 10 and 12.
In het eerste slotlichaam 10 is een opneemkamer 20 voor een profielcilinder 22 gevormd. De profielcilinder 22 is voorzien van een zogenaamd "kraanprofiel" en dienovereenkomstig is het opneemorgaan voor de profielcilinder gevormd, zoals uit fig. 3 25 blijkt. Het het cilindrische deel van het huis van de profiel cilinder opnemende deel van het opneemorgaan Voor de profielcilinder is, zoals uit fig. 1 blijkt, een doorgaande boring, terwijl, zoals uit fig. 3 blijkt, de profielzak van het huis van de profielcilinder tegen de kopwand van het slotlichaam 10 30 aanstoot.A receiving chamber 20 for a profile cylinder 22 is formed in the first lock body 10. The profile cylinder 22 is provided with a so-called "crane profile" and the receiving member for the profile cylinder is accordingly formed, as can be seen from Fig. 3. The cylindrical part of the housing of the profile cylinder accommodating part of the receptacle For the profile cylinder, as appears from fig. 1, a through bore, while, as appears from fig. 3, the profile pocket of the housing of the profile cylinder is butt the end wall of the lock body.
De profielcilinder is voorzien van een door middel van een sleutel draaibare cilinderkern 2kt die bij uitgetrokken sleutel door gebruikelijke stiftvergrendelingen tegen verdraaien is geborgd.The profile cylinder is provided with a cylinder core 2kt which can be rotated by means of a key and which is secured against twisting when the key is removed, using conventional pin locks.
35 Het slotlichaam 10 bezit een grendelgeleidingsnaaf 26, die is samengesteld uit een vast aan het slotlichaam zittend naaf- 81 0 2 2 0 7 _α_ s deel 26a en uit een afdekplaat 26b. In fig. 2 is de afdekplaat 26b verwijderd, men ziet dan in fig. 2 het naar het tweede slotlichaam 12 toegekeerde kopvlak van het naafdeel 26a. Verder zijn in fig. 2 vier klinknagelgaten 23 zichtbaar voor het op-5 nemen van niet getekende klinknagels, waardoor de afdekplaat 26b op het slotlichaam 10 wordt bevestigd.The lock body 10 has a locking guide hub 26, which is composed of a hub part 26a fixed to the lock body and of a cover plate 26b. In fig. 2 the cover plate 26b has been removed, in fig. 2 the end face of the hub part 26a facing the second lock body 12 is then seen. Further, in Figure 2, four rivet holes 23 are visible for receiving rivets, not shown, whereby the cover plate 26b is attached to the lock body 10.
In het kopvlak van het naafdeel 26a zijn halfcirkelvormige geleidegroeven 30 aangebracht, die door overeenkomstig halfcirkelvormige geleidegroeven 32 in de afdekplaat 26b tot ronde 10 geleidekanalen 30, 32 worden aangevuld. In de geleidekanalen 30, 32 zijn twee haarspeldvormige grendels 3¼ met elk een lange geleidepoot 3^a en elk een korte geleidepoot 3Vb alsmede met elk een dwarsboog 3’*c geleid. Aan de vrije einden van de lange geleidepoten 3^a zijn uitsteeksels 36 gevormd, die in een aan 15 zijn uitgangen sectorvormig verwijde diametrale groef 33 in het binnenste kopvlak van de cilinderkern 2h grijpen. In het konvlak van het naafdeel 26a zijn verder opneemkamers Uo voor voorspanveren b2 gevormd, waarbij deze opneemkamers door de afdekplaat 26b zijn afgedekt. De voorspanveren b2 grijnen on de 20 dwarsbogen 3^c van de grendels 3V aan en snannen deze in de radiale richting naar buiten voor. In fig. 2 is die stand van de grendels 3V getekend, die zij onder invloed van de voorspanveren b2 innemen. Daarbij slaan de neenemers 36 tegen de be-grenzingswanden van de diametrale groef 38, die in het binnenste 25 kopvlak van de draaibare cilinderkern 3b is aangebracht. De cilinderkern 3V is door een niet getekende draaibegrenzings-aanslag in de in fig. 2 getekende stand eenzijdig begrensd en kan slechts in de richting van de draaipijl bh volgens fig. 2 worden gedraaid. Wanneer de profielcilindernaaf 2b in de richting 30 van de draaipijl UU wordt gedraaid, dan worden de beide meenemers 36 meegenomen, dat wil zeggen de grendels 3^ worden beide radiaal naar binnen geschoven, tegen de werking van de voorspanveren k2 in.In the end face of the hub part 26a, semicircular guide grooves 30 are provided, which are supplemented by round semicircular guide grooves 32 in the cover plate 26b to round 10 guide channels 30, 32. Two hairpin-shaped latches 3¼, each with a long guide leg 3 ^ a and each with a short guide leg 3Vb, as well as a crossbow 3'* c, are guided in the guide channels 30, 32. Projections 36 are formed at the free ends of the long guide legs 3a, which engage in a diametrical groove 33 widened at its outlets in the inner end face of the cylinder core 2h. Furthermore, receiving chambers Uo for biasing springs b2 are formed in the face of the hub part 26a, these receiving chambers being covered by the cover plate 26b. The biasing springs b2 grin on the 20 crossbows 3c of the latches 3V and bias them outward in the radial direction. Fig. 2 shows that position of the latches 3V, which they occupy under the influence of the biasing springs b2. The catches 36 thereby strike the boundary walls of the diametrical groove 38, which is arranged in the inner end face of the rotatable cylinder core 3b. The cylinder core 3V is limited on one side by a rotation limit stop not shown in the position shown in Fig. 2 and can only be rotated in the direction of the rotary arrow bh in Fig. 2. When the profile cylinder hub 2b is turned in the direction of the turning arrow UU, the two drivers 36 are carried along, i.e. the latches 3 ^ are both pushed in radially, against the action of the biasing springs k2.
Aan het slotlichaam 12 is, zoals uit fig. 1 blijkt, een 35 in zijn geheel met b€ aangeduide ring van plaatmetaal bevestigd. Deze ring van plaatmetaal bestaat, zoals uit fig. 6 blijkt, uit 8102207 -10- eefl binnenste, ringvormig plaatdeel ^6a en uit een buitenste ringvormig plaatdeel k&b. Het buitenste ringdeel U6b is voorzien van een kraag U6b1, die in een ringgroef ^8 van het tweede slotlichaam 12 grijpt en in deze ringgroef door materiaal-5 vervorming bij 50 is geborgd, De materiaalvervormingen 50 strekken zich over de gehele omtrek van de kraag it6b1 uit. De kraag 46b1 is ter plaatse van het kabeleindopneemorgaan 16 voorzien van een halvemaanvormige uitsparing U6b2. Door het binnenste plaatdeel U6a is een ringvormige goot 52 gevormd, waarin, zoals 10 uit fig. 1 blijkt, de grendels 3^ met hun dwarsbogen 3^c grijpen, wanneer de grendels 3b hun door de voorspanveren b2 bepaalde, radiale buitenste grendelstand innemen. In deze stand zijn de beide slotlichamen 10 en 12 onlosneembaar met elkaar gekoppeld.As can be seen from Fig. 1, a lock of sheet metal is indicated in its entirety on the lock body 12. As shown in FIG. 6, this sheet metal ring consists of 8102207-10-inner inner annular plate part 6a and an outer annular plate part k & b. The outer ring part U6b is provided with a collar U6b1, which engages in a ring groove ^ 8 of the second lock body 12 and is secured in this ring groove by material deformation at 50. The material deformations 50 extend over the entire circumference of the collar it6b1. from. The collar 46b1 is provided with a crescent-shaped recess U6b2 at the location of the cable end-receiving member 16. An annular trough 52 is formed by the inner plate part U6a, in which, as can be seen from Fig. 1, the latches 3 ^ engage with their transverse arches 3 ^ c when the latches 3b assume their radial outer locking position determined by the biasing springs b2. In this position, the two lock bodies 10 and 12 are inextricably coupled to each other.
De plaatmetalen ring b6 is voorzien van een centrale, 15 ronde doorlaat 5b, waardoor de naaf 26 kan steken.The sheet metal ring b6 is provided with a central, round passage 5b, through which the hub 26 can protrude.
Aan het buitenste plaatdeel b6b is een invoerschuinte U6b3 gevormd. Met deze invoerschuinte U6b3 grijpt de plaatmetalen ring lé in een ringgroef 56 van het eerste slotlichaam 10, wanneer de beide slotlichamen aan elkaar worden gestoken. Aan het . 20 buitenste plaatdeel h6b is een radiaal buitenste steek- en draaigelei dings vlak l*6bU gevormd, dat samenwerkt met een radiaal binnenste steek- en draai gelei dings vlak 56a van de ringgroef 56, om het centreren van de beide slotlichamen 10 en 12 ten opzichte van elkaar bij het samenvoegen te waarborgen.An input bevel U6b3 is formed on the outer plate part b6b. With this input bevel U6b3, the sheet metal ring 1e engages in an annular groove 56 of the first lock body 10 when the two lock bodies are plugged together. To the . Outer plate part h6b, a radially outer insert and turn guide surface 1 * 6bU is formed, which cooperates with a radially inner insert and turn guide surface 56a of the annular groove 56, for centering the two lock bodies 10 and 12 with respect to from each other when merging.
25 Wanneer de profielcilinderkern 2b volgens fig. 2 in tegenkloksgewijze richting door de niet getekende sleutel wordt gedraaid, dan bewegen de dwarsbogen 3^c van de grendels 3^ uit de groef 55 volgens fig. 1, zodat de beide slotlichamen van elkaar kunnen worden ontkoppeld, 30 Uit fig. 6 blijkt, hoe de beide plaatdelen b6& en bCb worden samengevoegd: eerst wordt het buitenste plaatdeel liéb door dieptrekken vervaardigd, waarbij de kraag U6b1 echter nog niet wordt'gevormd. Dan wordt het eveneens door dieptrekken vervaardigde binnenste plaatdeel b6a in het buitenste plaatdeel 35 i|6b gestoken, waarna de kraag h-6b 1 radiaal naar binnen wordt gedrukt en daardoor het binnenste plaatdeel U6a wordt gefixeerd.When the profile cylinder core 2b according to fig. 2 is turned in counterclockwise direction by the key not shown, the transverse arches 3 ^ c of the latches 3 ^ move out of the groove 55 according to fig. 1, so that the two lock bodies can be uncoupled from each other Fig. 6 shows how the two plate parts b6 & and bCb are joined together: first the outer plate part lib is manufactured by deep drawing, however the collar U6b1 is not yet formed. Then, the inner plate part b6a, also produced by deep drawing, is inserted into the outer plate part 35i | 6b, after which the collar h-6b 1 is pressed radially inwards and thereby the inner plate part U6a is fixed.
81 0 2 2 0 7 *81 0 2 2 0 7 *
VV
-11--11-
De plaatdelen kunnen dan extra door puntlassen met elkaar worden verbonden.The plate parts can then be additionally joined by spot welding.
Zoals uit fig. 5 blijkt, is het eerste slotlichaam 10 in het bereik van het opneemorgaan 20 voor de profielcilinder 5 voorzien van een axiaal materiaaluitsteeksel 5S aan zijn achterste kopzijde.As can be seen from Fig. 5, the first lock body 10 in the region of the receptacle 20 for the profile cylinder 5 is provided with an axial material projection 5S on its rear end side.
De beide slotlichamen 10 en 12 zijn in gekoppelde toestand volgens fig. 1 om een draaias A-A ten opzichte van elkaar draaibaar. Omdat de goot 52 concentrisch ten opzichte van deze draai-10 as A-A is, wordt door de grendels 3¼ de draaiing niet gehinderd. De as van de profielcilinder 22 valt samen met de draaias A-A. Zoals uit de fig. h en 5 blijkt, zijn de buitenomtreksvlakken van de slotlichamen 10 en 12 ook in wezen concentrisch ten opzichte van de draaias A-A.The two lock bodies 10 and 12 are rotatable relative to each other in a coupled position according to Fig. 1. Since the trough 52 is concentric with respect to this axis of rotation A-A, the locks 3¼ do not hinder the rotation. The axis of the profile cylinder 22 coincides with the axis of rotation A-A. As can be seen from Figs. H and 5, the outer peripheral surfaces of the lock bodies 10 and 12 are also essentially concentric with respect to the axis of rotation A-A.
15 Zoals uit fig. 1 blijkt, zijn de beide slotlichamen 10 en 12 door afdekschalen 60, 62 afgedekt. Deze afdekschalen 60, 62 zijn voorzien van hulzen 60a respectievelijk 62a, die de uitmondingen van de einden van de beveiligingskabel in de slotlichamen 10 en 12 omsluiten. Van de einden van de beveiligings-20 kabel zijn alleen de kunststofommantelingen 6k en 66 getekend.As can be seen from Fig. 1, the two lock bodies 10 and 12 are covered by cover shells 60, 62. These cover shells 60, 62 are provided with sleeves 60a and 62a, respectively, which enclose the ends of the ends of the security cable in the lock bodies 10 and 12. Only the plastic sheaths 6k and 66 are drawn from the ends of the security cable.
De afdekschalen 60 en 62 zijn bovendien door ondersnijdingen bij 68 en 70 door opsnappen geborgd.The cover shells 60 and 62 are additionally secured by undercutting at 68 and 70 by snapping.
Volgens de fig. 1 t/m 5 lijkt het zo, alsof de kabel-einden in pijlrichting III volgens fig. 1 gezien, achter elkaar 25 liggen. Een dergelijke uitvoeringsvorm is mogelijk, maar is niet beslist de beste. Het is denkbaar, dat bij beschouwing in pijlrichting III volgens fig. 1 de kabels parallel ten opzichte van elkaar of onder een hoek ten opzichte van elkaar verplaatst in de bijbehorende slotlichamen lopen (wanneer de slotlichamen him 30 door de sluitkabel bepaalde normale stand ten opzichte van elkaar innemen), dan wordt de poging tot openbreken van het slot verder bemoeilijkt, omdat bij het inbrengen van een snreidhefboom tussen de sluitkabeleinden en een poging tot uit elkaar buigen van de sluitkabeleinden de slotlichamen dan een draaiing ten 35 opzichte van elkaar om de draaias ondergaan, dat wil zeggen de inloopeinden van de sluitkabel van elkaar wijken.According to FIGS. 1 to 5, it appears that the cable ends, seen in arrow direction III according to FIG. 1, lie one behind the other. Such an embodiment is possible, but is not necessarily the best. It is conceivable that, when viewed in the direction of arrow III according to Fig. 1, the cables run parallel to each other or at an angle relative to each other in the associated lock bodies (when the lock bodies are defined in the normal position relative to each other), the attempt to break open the lock is further complicated, because when a cutting lever is inserted between the closing cable ends and an attempt to bend the closing cable ends apart, the lock bodies then undergo a rotation relative to each other about the axis of rotation that is, the lead-in ends of the closure cable deviate from each other.
81 02 20781 02 207
Claims (14)
Applications Claiming Priority (2)
| Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
|---|---|---|---|
| DE3018544A DE3018544C2 (en) | 1980-05-14 | 1980-05-14 | Cable lock |
| DE3018544 | 1980-05-14 |
Publications (2)
| Publication Number | Publication Date |
|---|---|
| NL8102207A true NL8102207A (en) | 1981-12-01 |
| NL189724C NL189724C (en) | 1993-07-01 |
Family
ID=6102450
Family Applications (1)
| Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
|---|---|---|---|
| NLAANVRAGE8102207,A NL189724C (en) | 1980-05-14 | 1981-05-06 | CABLE LOCK. |
Country Status (6)
| Country | Link |
|---|---|
| DE (1) | DE3018544C2 (en) |
| DK (1) | DK213581A (en) |
| FI (1) | FI811476L (en) |
| NL (1) | NL189724C (en) |
| NO (1) | NO811533L (en) |
| SE (1) | SE436509B (en) |
Families Citing this family (5)
| Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
|---|---|---|---|---|
| DE3335662A1 (en) * | 1983-09-30 | 1985-04-18 | Fa. Aug. Winkhaus, 4404 Telgte | Holder for an annular lock on a cycle frame |
| DE9012512U1 (en) * | 1990-08-31 | 1990-11-08 | Aug. Winkhaus Gmbh & Co Kg, 4404 Telgte, De | |
| DE9013188U1 (en) * | 1990-09-17 | 1992-01-23 | Aug. Winkhaus Gmbh & Co Kg, 4404 Telgte, De | |
| DE4230813C2 (en) * | 1992-09-15 | 1995-09-28 | Winkhaus Fa August | U-lock |
| DE19937126B4 (en) * | 1999-08-06 | 2008-11-13 | Trelock Gmbh | Mitführbefestigung a two-wheeler lock on a two-wheeler |
Family Cites Families (3)
| Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
|---|---|---|---|---|
| DE260167C (en) * | ||||
| DE402597C (en) * | 1923-05-03 | 1924-09-19 | Hans Gaethje | Safety lock with expanding springs |
| DE6944529U (en) * | 1969-11-03 | 1970-03-19 | Hans Oberstraas | ROPE LOCK |
-
1980
- 1980-05-14 DE DE3018544A patent/DE3018544C2/en not_active Expired
-
1981
- 1981-04-27 SE SE8102653A patent/SE436509B/en not_active IP Right Cessation
- 1981-05-06 NO NO811533A patent/NO811533L/en unknown
- 1981-05-06 NL NLAANVRAGE8102207,A patent/NL189724C/en not_active IP Right Cessation
- 1981-05-13 FI FI811476A patent/FI811476L/en not_active Application Discontinuation
- 1981-05-13 DK DK213581A patent/DK213581A/en unknown
Also Published As
| Publication number | Publication date |
|---|---|
| NO811533L (en) | 1981-11-16 |
| DK213581A (en) | 1981-11-15 |
| DE3018544C2 (en) | 1985-02-07 |
| NL189724C (en) | 1993-07-01 |
| SE8102653L (en) | 1981-11-15 |
| SE436509B (en) | 1984-12-17 |
| DE3018544A1 (en) | 1981-11-19 |
| FI811476L (en) | 1981-11-15 |
Similar Documents
| Publication | Publication Date | Title |
|---|---|---|
| EP1224880B1 (en) | Security closing device for children seats and the like | |
| JP2742553B2 (en) | Lock | |
| EP0872615B1 (en) | Padlock | |
| TWI510701B (en) | Lock mechanism | |
| US6708539B1 (en) | Lock with removable core | |
| NL8102207A (en) | LOCK, IN PARTICULAR FOR CONNECTING THE ENDS OF A CONNECTING CABLE. | |
| SK287651B6 (en) | Closing cylinder, in particular for motor vehicles | |
| CN112673143B (en) | Lock system with key and lock cylinder | |
| US8347660B2 (en) | Padlock | |
| DK2868850T3 (en) | Padlock | |
| CN116057246A (en) | Padlock base set and padlock system | |
| US6550298B1 (en) | Lockset keyway cover-up mechanism | |
| US4626007A (en) | Tilt bolt lock | |
| FI91096B (en) | Cylinder | |
| US6374527B1 (en) | Safety device for preventing unauthorized use of a fire-arm | |
| US5511400A (en) | Lock mechanism for use in a securing device | |
| US5845520A (en) | Locks and hasps | |
| BR9912197A (en) | Closure, especially for vehicles | |
| PL123146B1 (en) | Automobile door lock | |
| NL1010010C2 (en) | Trailer coupling with lock. | |
| GB2079359A (en) | Improvements in buckles | |
| KR100319133B1 (en) | Lock set | |
| AU2560600A (en) | Lock device | |
| CN212535378U (en) | Safety lock for trailer of vehicle | |
| EP0816598A1 (en) | Cylinder lock that can be disabled by means of a master key |
Legal Events
| Date | Code | Title | Description |
|---|---|---|---|
| A1A | A request for search or an international-type search has been filed | ||
| BB | A search report has been drawn up | ||
| A85 | Still pending on 85-01-01 | ||
| BC | A request for examination has been filed | ||
| V4 | Discontinued because of reaching the maximum lifetime of a patent |
Free format text: 20010506 |