NL8101998A - Ontwikkelaareenheid voor een elektrofotografische kopieerinrichting. - Google Patents

Description

tr ^ - 1 -

Ontwikkelaareenheid voor een elektrofotografische kopieerinrichting.

Een bekend type elektrofotografische kopieer-inrichting heeft eén fotogevoelige trommel, waarvan het oppervlak in gebruik uniform elektrostatisch geladen is, alvorens er wordt afgebeeld door blootstelling aan een 5 verlicht origineel, zodat de lading behouden blijft op uitsluitend die oppervlakken van de trommel, die corresponderen met de zwarte gebieden van het origineel. Het oppervlak met dit latente elektrostatische beeld wordt vervolgens gevoerd naar een ontwikkelaareenheid, welke 10 toner aanbrengt. Dit toner wordt vastgehouden aan de geladen gebieden en kan dan worden overgedragen op kopieerpapier, waaraan het kan worden gefixeerd, gewoonlijk door warmte of druk, teneinde een permanente kopie te vormen. Alternatief kan het fotogevoelige oppervlak een foto-15 geleidende laag op een gesensibiliseerd kopieervel bevatten, en het latente beeld zal dan worden gevormd op hét kopieervel en worden ontwikkeld door aanbrenging van toner daaraan alvorens dit wordt gefixeerd.

De uitvinding heeft nu betrekking op ontwikke-20 leereenheden, welke de toner eanbrengen op de latente elektrostatische beelden. Meer in het bijzonder heeft de uitvinding betrekking op ontwikkelaareenheden, die gebruik maken van een monocomponenttoner, dat wil zeggen eenheden, waarin er geen of nagenoeg geen dragerdeeltjes 25 zijn.

Bij een magnetisch borsteltype ontwikkelaareenheid ligt een cilindrische huls van niet-magnetisch materiaal parallel aan de weg van het fotogeleider-oppervlak, waarbij de oppervlakken de huls en de foto-30 geleider gescheiden zijn door een smalle spleet. Een magnetische rol is roteerbaar gemonteerd binnen de huls, -en een stationair afstrijkmes, dat parallel aan en op afstand gelegen van het hulsoppervlak ligt, begrenst en uniformiseert de dikte van de tonerlaag, die beweegt 35 rond de huls. De monocomponenttoner is magnetisch aan- trekbaar en wordt in gebruik gehouden tegen en verplaatst over het hulsoppervlak door rotatie van de magnetische 81 01 998 * * - 2 - rol en/of de huls door ten minste êën uitwendige motor.

Het ladingsbeeld op de fotogeleider kan tonerdeeltjes aantrekken over de smalle spleet, aanwezig daartussen en de magnetisch aangetrokken tonerlaagop de huls.

5 Kopieën, geleverd door de machine, moeten een uniforme dichtheid hebben over hun gehele oppervlak, ongeacht of zij de eerste of de laatste kopieën van een lange serie zijn,, en deze uniforme en constante dichtheid is vereist, ongeacht of het beeld nagenoeg niets of 10 nagenoeg alles van het kopieeroppervlak inneemt. De maté van verwijdering van toner van de huls is bijgevolg variabel over een groot gebied, dat uitsluitend wordt bepaald door het voorkomen van de originelen, die ter kopiëring worden aangeboden., 15 Eerdere pogingen om de monocomponenttoner te bewaken en aan te vullen, zijn gebaseerd geweest op een roterend roerorgaan, dat werkte voor het drijven van de toner uit een reservoir naar een ontwikkelaarrol tegen de druk van een door veerkracht in geringe mate voorge-20 spannen, gepivoteerd orgaan; dat een microschakelaar sloot bij uitvallen van de tonertoevoer. Het sluiten van de schakelaar bekrachtigt of een indicatorlamp .of bel, of opent een inlaat voor het toelaten van verdere toner. Dergelijke bewakingsinrichtingen veroorzaken agglomeratie : ' :’·· 25 van de toner, ómdat'" (a).· er - een' tonermassa is' onder de ontwikkelaarrol, welke wordt samengedrukt door rotatie van de rol, en omdat (b) de toner tamelijk wordt gecomprimeerd teneinde het langs het gepivoteerde orgaan te drijven.

30 Het probleem van agglomeratie treedt verder op in vlakke papierkopieën, waarbij gebruik gemaakt wordt van magnetische borstelontwikkelaareenheden, waarbij de ontwikkelaarrol ligt in een bed toner, omdat, als gevolg van de nabijheid van de ontwikkelaareenheid 35 ten opzichte van de fotogeleidertrommel, wanneer het vereist is om de ontwikkelaareenheid uit de machine te verwijderen voor onderhoud, er een voorziening moet worden gemaakt voor het radiaal weg verplaatsen van de ontwikkelaarrollen van het fotogeleideroppervlak van de 40 trommel voorafgaand aan het wegtrekken ervan in de richting 8101998 * * - 3 - · · van zijn as. Deze radiale beweging comprimeert toner in ernstige mate.

Het probleem van agglomeratie van toner is van overwegend belang, wanneer er gebruik gemaakt wordt 5 van een of andere soort van de onder druk fixerende types monocomponenttoners, die steeds meer in gebruik komen.

Dienovereenkomstig voorziet de uitvinding in een magnetische borstelmonocomponentontwikkelaareenheid, welke een magnetische rol heeft met verschillende magneet-10 polen over zijn as verdeeld, een cilindrische ondersteuning voor een roterende laag toner concentrisch met de rol, een afstrijkmes geplaatst aangrenzend aan de cilindrische ondersteuning voor het uniform houden van de roterende laag, en op toner reagerende middelen omvattende (a) ten minste 15 één spoel, gemonteerd op het afstrijkmes aan die zijde, welke de roterende laag toner nadert bij gebruik van de ontwikkelaareenheid, dat deze spoel en het bewegende magnetische veld van de polen van de magnetische rol elkaar snijden, wanneer de rol roteert bij gebruik van de 20 ontwikkelaareenheid, en opgesteld zodanig, dat de sterkte van het veld, geïnduceerd in de spoel, afhangt van de hoeveelheid toner, die wordt teruggehouden door het afstrijkmes, en (b) middelen, die reageren op het veld, dat de spoel snijdt, teneinde de toevoer van toner aan de 25 cilindrische ondersteuning te regelen.

Een uitvoeringsvoorbeeld van een ontwikkelaareenheid volgens de uitvinding zal thans nader worden beschreven onder verwijzing naar de tekening. In de tekening toont: 30 fig. 1 een schematisch aanzicht van een kenmerkende kopieerinrichting, welke een ontwikkelaareenheid geïncorporeerd heeft volgens de uitvinding, fig. 2 een eindaanzicht in doorsnee van de ontwikkelaareenheid van fig. 1 op vergrote schaal,

35 fig. 3 een doorsnede genomen volgens III-III

van fig. 2, en fig. 4 een schakelschema van de elektrische inrichting.

Het “vlakke papier" type kopieerinrichting, 40 getoond in fig. 1, omvat een huis 10 met op zijn boven- 8101998 - 4 - ' - ·“ " oppervlak een transparant venster 12, waarop een origineel wordt geplaatst voor het kopiëren. Een gescharnierd plaat-deksel 14 ligt over het origineel. Het venster en het deksel zijn bevestigd aan een frame 16, dat kan worden 5 op en neer bewogen door een motor (niet getoond) teneinde het origineel te verplaatsen langs een afbeeldingspost binnen het huis. Deze post heeft een lamp 18, spiegels 20a, 20b en een lens 21. Met behulp daarvan wordt er een beeld geprojecteerd van het origineel op een foto-10 gevoelige trommel. 22, terwijl deze laatste roteert.

Alvorens het beeld op te nemen heeft het trommeloppervlak een elektrostatische lading ontvangen van een corona 24.

Het afbeelden veroorzaakt, dat de lading enkel wordt vastgehouden op de oppervlakken van de trommel, die niet 15 zijn belicht, dat wil zeggen de vlakke gebieden van het origineel. Dit wordt aangeduid als het ladingsbeeld.

Het ladingsbeeld gaat dan naar een ontwikkelaareenheid 25, welke monocomponenttoner (d.w.z. tonerpoeder) aanbrengt op de trommel teneinde, te worden vastgehouden aan het 20 ladingsbeeld maar niet aan de nu ontladen achtergrond.

Het ontwikkelde beeld gaat naar een overdrachtspost 26, waar het een vel papier ontmoet, dat komt vanaf een voorraadstapel 28. Door middel van een elektrische voor-spanning op een rol 30, die het papier licht tegen de 25 -trommel 22.aandrukt, wordt het tonerbeeld overgedragen op het papier. Het van beeld voorziene papier gaat dan tussen rollen 32, die (a) onder druk het beeld smelten teneinde dit te fixeren aan het papier, en (b) het vel overdragen aan een leveringsschaal 34. De trommel 22 30 verplaatst zich intussen langs een borstel 36, welke resterend toner verwijdert van het oppervlak, waarop de trommel zich verplaatst naar de ladingspost 24 teneinde de volgende kopieercyclus te beginnen. Het zal de vakman duidelijk zijn, dat dit slechts een zeer korte samenvatting 35 is van één soort proces, en dat er vele alternatieven en modificaties bekend zijn.

De onderhavige uitvinding houdt zich bezig met de ontwikkelaareenheid 25, die getoond-is in groter detail in de fig. 2 en 3.

40 De ontwikkelaareenheid 25 omvat een stationaire 81019 9 8 t - 5 - - ' cilindrische huls 38, waarvan de as parallel is aan die van de fotogevoelige trommel 22. Binnen de huls 38 bevindt zich een magnetische rol 40, die is gevormd door tien alternerend gepolariseerde, volgens hoekrichting opgestelde 5 magnetische noord- en zuidpolen, die radiaal werken.

De magnetische rol 40 is roteerbaar door een uitwendige motor (niet getoond) en de asuiteinden ervan gaan door eindwanden van het benedengedeelte 41 van een vultrechter 42, waarvan het bovengedeelte een reservoir 44 voor toner 10 46 vormt.

Twee langwerpige borstels 48, gemonteerd in groeven in de wand van de vultrechter 42, strekken zich binnenwaarts uit met hun vrije uiteinden teneinde in aangrijping te zijn met een tonertoedienende rol 50, 15 en dichten het reservoir 44 op doelmatige wijze af van het benedengedeelte 41 van de vultrechter. de tonertoedienende rol 50 heeft een metalen kern en een schuimrubberen buitenman tel en is roteerbaar door een motor 69, die in het onderstaande zal worden beschreven. Onder de.toner-20 toedienende rol 50 bevindt zich een afbuigplaat 52 teneinde toner te leiden, dat valt van de rechter (of achterwaarts geplaatste) borstel 48 naar het oppervlak van de huls 38.

Instelbaar bevestigd aan de onderrand van de 25 vultrechterwand 53 aangrenzend aan de trommel 22 bevindt zich een afstrijkmes 54, waarvan de onderrand evenwijdig is, maar iets op afstand gelegen van het buitenoppervlak van de huls 38. Op het afstrijkmes 54 is een spoel 56 gemonteerd, waarvan de as zich uitstrekt langs fig. 1 « 30 zoals getekend. De spoelwikkeling in aangesloten op geleiders 58, die leiden naar een elektrische keten, schematisch getoond in fig. 4.

Bij gebruik van de ontwikkelaareenheid wordt tonerpoeder in massa in het reservoir 44 gegoten door 35 een machine-operateur. Rotatie van de tonertoedieningsrol 50, die wordt bekrachtigd door de elektrische keten, die in het onderstaande zal worden beschreven aan de hand van fig. 4, in de richting van de klok zoals gezien in fig. 2 zorgt ervoor, dat toner op het roloppervlak 40 langs de ene borstel 48 gaat, waarop een gedeelte ervan 8101 998 •Λ - 6 - wordt vrijgemaakt van het oppervlak, terwijl de rest wordt afgeworpen door de tweede borstel. De toner valt op de afbuigplaat 52, welke het naar de huls 38 leidt.

De toner is magnetisch en het is bekend, dat 5 kloksgewijze rotatie van de magneten 40 de toner doen bewegen tegen de richting van de klok in rond het oppervlak van de huls 38, terwijl, het er op gehouden wordt.

De spleet tussen het afstrijkmes 54 en de huls 38 doet de toner verspreiden over de huls teneinde een uniforme 10 tonerlaag 60 te vormen, die de huls 38 bedekt. Toner gaat door met vallen van de rol 50, totdat er een opbouw 39 van toner is.langs het mes 54 aan de positie, getoond in fig. 2, dat wil zeggen aan de zijde van het afstrijkmes 54, waar naar toe de toner zich beweegt, als het het mes 15 nadert. Als de opbouw 39 accumuleert, raakt de spoel 56, geplaatst op het mes 54 vervolgens nagenoeg ondergedompeld in deze toneropbouw.

De alternerend georiënteerde magneetvelden van de magnetische rol 40 gaan door de spoel 56, zodat '20 rotatie van de magnetische rol 40 er voor zorgt, dat er ' een wisselspanning wordt geïnduceerd in de spoel.De sterkte van het veld, dat de spoel snijdt, en bijgevolg van de geïnduceerde spanning in de spoel bij een constante rotatiesnelheid van de magnetische rol 40 wordt verzwakt . .25. door. .de .magnetische reluct an tie van de toner, die de spoel bij 39 omhult. De hieronder aan de hand van fig. 4 te beschrijven schakeling is werkzaam om de rotatie van de tonertoedieningsrol 50 te onderbreken, wanneer de toner bij 39 nagenoeg de spoel 56 bedekt, en treedt op 30 om het roteren opnieuw te doen starten, wanneer de 'spoel 56 nagenoeg onbedekt is. Op deze wijze wordt de uniforme tonerlaag 60 op de huls 38 onderhouden, en slechts een kleine hoeveelheid toner in overmaat van de laag 60 zal in de opbouw 39 blijven, die de spoel bedekt. Dezé 35 opbouw 39 is vanzelfsprekend nagenoeg uniform over de lengte van het afstrijkmes 54.

Gedurende een kopieerbedrijf trekt het ladingsbeeld, dat beweegt langs de smalle spleet tussen de trommel 22 en de tonerlaag 60 toner aan van de laag 60. 40 De verarmde laag 60 wordt aangevuld vanuit de opbouw 3101998 - 7 - . .......

39,. totdat de spoel 56 in een zodanige mate onbedekt is, dat de fluctuaties, geïnduceerd in de spoel 56, in amplitude toenemen tot de drempelwaarde, waarop de schakeling van fig. 4 reageert door de motor 69 zijn aandrijving 5 aan de tonertoedieningsrol 50 te doen hervatten. De hierboven beschreven toneraanvullingscyclus gaat voort, totdat de toneropbouw 39 bij de spoel wederom de geïnduceerde fluctuaties doet afnemen in amplitude. De schakeling tast deze afname af en stopt de motor.

10 Fig. 4 toont schematisch de spoel 56 en zijn geleiders 58. De uitgang daarvan gaat door een versterker 62, waarvan de uitgang gaat naar een verge-lijkingsketen 64 na gelijkrichting en afvlakking door middel van diode 61 en condensator 63.

15 In de vergelijkingsketen 64 wordt de versterkeruitgang vergeleken met een referentie-ingangs-spanning of ingang 66. Deze referentiespanning is zodanig ingesteld, dat deze overschreden wordt door ds toegenomen amplitude als gevolg van een in hoofdzaak afwezig zijn 20 van toner aan de spoel 56, maar groter is dan de uitgangsamplitude, wanneer de spoel 56 in hoofdzaak is bedekt. De vergelijkingsketen 64 geeft alleen een uitgang, wanneer de standaard-spanning wordt overschreden. Deze uitgang bekrachtigt een solenoïde 68, welke een schakelaar 25 .70 sluit, waardoor de motor 69, die de tonertoedienings rol 50 aandrijft, wordt bekrachtigd.

De parameter, die de besturing bewerkt, is de hoeveelheid toner aan de spoel. Deze is direkt en uitsluitend afhankelijk van de vermindering van toner 30 van de huls 38, en dit wordt vastgesteld uitsluitend en alleen door de beelddichtheid van de kopie. Plaatselijke verarmingen, bijv. als gevolg van een dicht zwart beeld op één zijde van het origineel en een voornamelijk witte afgrond aan de andere zijde, kan worden gecompenseerd 35 door migratie van toner langs het afstrijkmes 54 teneinde de toneropbouw 39 op een gelijkmatige wijze langs het mes te herdistribuëren.

De massa van de monocomponenttoner wordt statisch en ongecomprimeerd gehouden in het reservoir 44 40 en wordt op effektieve wijze gefilterd en gedispergeerd 81 01998 -8-.

door de werking van de tonertoedieningsrol 50 en de borstels 48. Het valt dan eenvoudig vrij onder invloed van de zwaartekracht naar de magnetische cilinder, vanzelfsprekend onder vermijding van agglomeren.

5 De huls 38 is niet gelegen in een bed toner, en kan daarom gemakkelijk radiaal worden verplaatst van de trommel 22 teneinde het axiaal wegtrekken ervan voor onderhoud toe te laten, zonder dat de tonerlaag door deze radiale beweging wordt gecomprimeerd.

10 Afgezien van het vrije oppervlak van de toner in het reservoir, dat in elk geval een deksel heeft, is de enige toner, blootgesteld aan de omgeving, die, welke wordt vastgehouden aan de huls 38 door de magneten van de rol 40 aan de ontwikkelingszone, waar de huls 38 15 wordt blootgesteld aan het uitwendige van het huis 42.

Wegens de afstrijkwerking van het mes 54 is deze hoeveelheid minder dan de magneten die in staat zijn om te ondersteunen.

De toner kan daardoor niet vrij dispergeren in de machine.

Vanzelfsprekend is de hoeveelheid toner 20 aan de spoel 56, welke voldoende is om de besturingsketen te activeren en vervolgens te deactiveren, een zaak, die aan de hand van experimenten moet worden vastgesteld. Verschillende toners zullen verschillende magnetische reluctanties hebben, en de hoeveelheid hysterese nodig ... . 25 voor een goede werking, kan worden bepaald door details van de besturingsschakeling. Geschikte compensatiemiddelen, bijv. een orgaan voor het adjusteren van de referentie-spanning aan ingang 66 aan de vergelijkingsketen 64 van fig. 4, kunnen worden aangebracht teneinde het mogelijk 30 te maken,dat de ontwikkelaareenheid 41 kan worden bij gesteld om te voldoen voor verschillende toners.

Binnen het kader van de uitvinding kunnen er twee of zelfs meer spoelen worden gepositioneerd langs het afstrijkmes. Deze spoelen kunnen of met elkaar verbonden 35- zijn, zodat hun uitgang een gemiddelde sommering is, of elke spoel kan een respectievelijke tonertoedienings-inrichting van het reservoir besturen. Dit kan bijv. bruikbaar zijn in het geval, dat voor ogen staat, dat toner in hoofdzaak zal worden gebruikt van slechts één 40 gedeelte van de huls.

8101998 - 9 - ..........

Als alternatief tonertoedieningsorgaan in plaats van de door een motor aangedreven tonertoedie-ningsrol 50 en de borstels 48 kan er een solenoïde zijn, die bij bekrachtiging een sluiter wegtrekt, welke een 5 gleuf of gleuven bedekt in de bodem van het reservoir.

Een roerorgaan in het reservoir kan simultaan worden bekrachtigd om vrije val van de toner te bevorderen.

Het is evenwel van belang, dat dit tonertoedieningsorgaan, dat toner toevoert vanaf het reservoir 10 44, geheel gescheiden dLs van de opbouw 39 van toner, die wordt gedetecteerd door de spoel. Indien de tonertoe-dieningsorganen toner rechtstreeks zouden toevoeren naar de opbouw 39, zouden nadelige wisselwerkingen tussen de tonertoedieningswerking en de tonerafstrijkwerking 15 zich voor kunnen doen en ongewenste niet-uniformiteit veroorzaken van de tonerlaag op de magnetische borstelrol-huls 38.

Gebruik van een passieve spoel 56, die wordt bekrachtigd door het fluctuërende veld, geïnduceerd 20 door de noodzakelijke magneten van rol 40 (waarbij het veld, dat de spoel snijdt, wordt gemoduleerd door de toneropbouw 39), in plaats van een spoelsysteem, dat het genereren van een separaat excitatieveld vereist (bijv. door een separate excitatiespoel), is eveneens ·. 25 een belangrijk voordeel van de uitvinding, waarvoor een verhoogde economie in constructie en bedrijf wordt verkregen.

- conclusies - 8101998

Claims (7)

1. Magnetische borstelmonocomponentontwikkelaar-eenheid, omvattende een magnetische rol met een aantal magneetpolen verdeeld rond zijn as, een cilindrische ondersteuning voor een roterende laag toner, concentrisch 5 met de rol, een afstrijkmes, geplaatst aangrenzend aan de cilindrische ondersteuning voor het uniform houden van de roterende laag, een op toner reagerende besturing, die ten minste één elektromagnetische spoel omvat voor het bepalen van de aanwezigheid van toner in de ontwikkelaar-10 eenheid, en een tonertoedieningsklep, bestuurd door het op toner reagerende besturingssysteem voor het invoeren van toner in de ontwikkelaareenheid wanner dit vereist is, met het kenmerk, dat de spoel (56) is gemonteerd op het afstrijkmes (54) aan de zijde ervan, waar de 15 spoel het bewegende magneetveld van de genoemde polen van de magnetische rol (40) snijdt, wanneer deze rol (40) roteert bij gebruik van de ontwikkelaareenheid, waarbij de spoel (56). zodanig is gepositioneerd, dat de sterkte van het veld, geïnduceerd in de spoel door het veld van 20 de borstelrol, afhangt van de hoeveelheid (39) toner, tegengehouden door het afstrijkmes (54), en dat er middelen zijn aangebracht voor het detecteren van het magneetveld, • ·. ·' geïnduceerd .-in-de spoel, door de wisselwerking van het bewegende magneetveld van de polen van de rol (40) en 25 de genoemde tegengehouden toner (39)', teneinde de noodzaak aan te geven voor de toevoeging van verder toner door de genoemde tonertoedieningsklep.

2. Ontwikkelaar volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat de besturing, die 'reageert 30 op het veld, dat de of elke genoemde 'spoel (56) snijdt, een schakeling omvat, die de spanning verwerkt, die wordt geïnduceerd in de spoel (56) teneinde deze spanning te versterken, (bij 62) en deze te vergelijken (bij 64) met een referentiespanning, die alleen wordt overschreden, 35 wanneer de hoeveelheid toner (39) tegengehouden door het afstrijkmes (54), minder is dan een drempelwaarde, beneden welke de verdere toediening van toner aan de genoemde 8101998 - 11 - cilindrische ondersteuning (38) moet worden geactiveerd.

3. Ontwikkelaareenheid volgens één der voorgaande conclusies/ met het kenmerk, dat deze een tonertoedieningsinrichting (48,50) omvat, verbonden met 5 de op toner reagerende besturing (58-70) en die wordt geschakeld (a) voor het onderbreken van toediening van toner aan de cilindrische ondersteuning (38) vanaf het ogenblik dat er een signaal wordt ontvangen, dat aangeeft dat het veld, geïnduceerd in de spoel, is afgevallen beneden 10 een gegeven drempelwaarde, en (b) om de toediening van toner te hervatten uitsluitend bij ontvangst van een signaal, dat aangeeft, dat het geïnduceerde magneetveld de genoemde drempelwaarde overschrijdt.

4. Ontwikkelaareenheid volgens conclusie 2 en 3, 15 met het kenmerk, dat de tonertoedienings- inrichting wordt geactiveerd, wanneer de geïnduceerde spanning in de spoel (56) de referentiespanning overschrijdt, en in bedrijf wordt gehouden, totdat de referentiespanning steeds de genoemde geïnduceerde spanning overschrijdt 20 gedurende de cyclische variatie van deze geïnduceerde spanning.

5. Ontwikkelaareenheid volgens conclusie 3 of 4, met het kenmerk, dat de tonertoedienings-inrichting een toedieningsrol (50) omvat met een horizontale 25 rotatie-as evenwijdig aan de as van symmetrie van de cilindrische ondersteuning (38) en daarboven op afstand gelegen, en borstels (48), die in aangrijping zijn met de toedieningsrol (50) op horizontaal op afstand gelegen locaties daarop vóór het houden van een toevoer (46) van 30 toner boven het niveau van de borstels (48) tot dit tijdstip, dat rotatie van de toedieningsrol (5Q) wordt geïnitieerd in reactie op vermindering van de hoeveelheid toner (39), die het geïnduceerde veld in de spoel (56) beïnvloedt.

6. Ontwikkelaareenheid volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de borstels (48) zich ---------*·_^—* 8101998 - 12 - -.- ., ..... • » ν'* diametraal ten opzichte van de toedieningsrol (50) uitstrekken, en dat een afbuigplaat (52) is gemonteerd onder het niveau van de borstels (48), teneinde te waarborgen, dan al de toner, die gaat tussen de borstels 5 (48) en het oppervlak van de toedieningsrol (50) de tonerlaag (60) op de cilindrische ondersteuning (38) bereikt.

7. Ontwikkelaareenheid volgens conclusie 5 of 6 in samenhang met conclusie 2, met het kenmerk, 10 dat de tonertoedieningsrol (50) aandrijfbaar verbonden is met een motor, die wordt aangeschakeld door middel van een solenoïde (68) , die wordt bediend in reactie op de vergelijking van de geïnduceerde 'spanning in de spoel (56) en de referentiespanning, die de drempel bepaalt, 15 waarbij toevoer van toner moet worden hervat of onderbroken. 8101998