NL8101826A - Optische multiplex inrichting. - Google Patents

Optische multiplex inrichting. Download PDF

Info

Publication number
NL8101826A
NL8101826A NL8101826A NL8101826A NL8101826A NL 8101826 A NL8101826 A NL 8101826A NL 8101826 A NL8101826 A NL 8101826A NL 8101826 A NL8101826 A NL 8101826A NL 8101826 A NL8101826 A NL 8101826A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
prism
lens
input
lens system
optical
Prior art date
Application number
NL8101826A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Philips Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Philips Nv filed Critical Philips Nv
Priority to NL8101826A priority Critical patent/NL8101826A/nl
Priority to US06/362,444 priority patent/US4472797A/en
Priority to EP82200394A priority patent/EP0062946B1/en
Priority to CA000400121A priority patent/CA1178465A/en
Priority to DE8282200394T priority patent/DE3262599D1/de
Priority to DK160782A priority patent/DK160782A/da
Priority to JP57061205A priority patent/JPS57178213A/ja
Publication of NL8101826A publication Critical patent/NL8101826A/nl

Links

Classifications

    • GPHYSICS
    • G02OPTICS
    • G02BOPTICAL ELEMENTS, SYSTEMS OR APPARATUS
    • G02B6/00Light guides; Structural details of arrangements comprising light guides and other optical elements, e.g. couplings
    • G02B6/24Coupling light guides
    • G02B6/26Optical coupling means
    • G02B6/28Optical coupling means having data bus means, i.e. plural waveguides interconnected and providing an inherently bidirectional system by mixing and splitting signals
    • G02B6/2804Optical coupling means having data bus means, i.e. plural waveguides interconnected and providing an inherently bidirectional system by mixing and splitting signals forming multipart couplers without wavelength selective elements, e.g. "T" couplers, star couplers
    • G02B6/2848Optical coupling means having data bus means, i.e. plural waveguides interconnected and providing an inherently bidirectional system by mixing and splitting signals forming multipart couplers without wavelength selective elements, e.g. "T" couplers, star couplers having refractive means, e.g. imaging elements between light guides as splitting, branching and/or combining devices, e.g. lenses, holograms
    • GPHYSICS
    • G02OPTICS
    • G02BOPTICAL ELEMENTS, SYSTEMS OR APPARATUS
    • G02B6/00Light guides; Structural details of arrangements comprising light guides and other optical elements, e.g. couplings
    • G02B6/24Coupling light guides
    • G02B6/26Optical coupling means
    • G02B6/34Optical coupling means utilising prism or grating

Description

* i i *
Efflï 10.006 1 N.V. Riilips' Gloeilaipenfafcarieken. te Eindhoven "Optische multiplex inrichting"
De uitvinding heeft betrekking cp een optische nultiplex inrichting voer het overdragen van door verscheidene lichtgeleidende ingangsvezels aangevoerd licht cp een enkele uitgaande lichtgeleidende vezel/ welke inrichting een ingangs- en een uitgangslenzenstelsel cravat 5 voor het afbeelden van kopvlakken van de ingangsvezels cp het kcpvlak van de uitgaande vezel, waarbij de kopvlakken van de ingangsvezels in het focusvlak van het ingangslenzenstelsel liggen.
/is bekend
Een dergelijke optische nultiplex inrichting/uit een publicatie in IEEE Transactions en Ccranunicaticns, Vol: CCM-26, No. 7, July 10 1978/ pagina’s 1082-7. De in de publicatie beschreven nultiplex inrich ting bevat voor elke ingangsvezel een ingangslens, waarvan de optische as cp de optische as van de lichtgeleidende vezel moet zijn uitgelijnd/ en een uitgangslens, die tussen de ingangslenzen en de uitgaande vezel is opgesteld. De optische as van de uitgangslens en de optische as van 15 de uitgaande vezel dienen samen te vallen. Het is duidelijk, dat, hoewel de mechanische cpbouw van de gepubliceerde multiplex inrichting niet is beschreven, bij deze inrichting een relatief groot aantal nauwkeurige positioneringen (bijv. elke vezel ten opzichte van de bijbehorende ingangslens) nodig zijn. Verder veroorzaakt de nultiplex 20 inrichting een relatief hoge demping (12 dB) van de over te dragen optische signalen.
Het is het doel van de uitvinding cm in een optische multi-plexinrichting te voorzien, die slechts een lage demping van de over te dragen optische signalen veroorzaakt.
25 Het is een verder doel van de uitvinding cm in een. optische nultiplexinrichting te voorzien, waarin nagenoeg geen onderdelen worden toegepast die met hoge precisie vervaardigd moeten warden en waarbij het aantal uit te voeren nauwkeurige positioneringen beperkt is.
De optische nultiplexinrichting volgens de uitvinding heeft 30 tot kenmerk, dat tussen het ingangs- en uitgangslenzenstelsel ten minste een prisma is geplaatst, waarvan een syrrraetrieas althans nagenoeg samenvalt met de optische as van het uitgangslenzenstelsel.
De vlakken van het prisma vermen discontinuïteiten voor de 81 0 1 8 2 6 / HM 10.006 2 4. * lichtbundels. Volgens de uitvinding worden de met de ingangsvezels en het ingangslenzenstelsel gevormde ingangsbundels van parallelle lichtstralen door het. prisma gebroken, zodanig dat de gebroken ingangsbundels als het ware als een parallelle bundel op het uitgangslenzen-5 stelsel zijn gericht, waarbij de gebroken Ingangsbundels allen parallel aan de optische as van het uitgangslenzenstelsel zijn. De straal, waarbinnen de ingangsbundels bij benadering dienen te liggen, is gelijk aan fo . NAq, waarbij fo de brandpuntsafstand van het uitgangslenzen-stelsel en NAQ de numerieke aperatuur van de uitgaande vezel is.
10 Verder dienen de ingangsbundels; elkaar op de brekende vlakken van het prismaniet te overlappen, omdat dan niet alle bij een ingangsbundel behorend licht op dezelfde wijze wordt gebroken, hetgeen tot licht-verlies lijdt. Ook dient de vergroting van het kopvlak van de ingangs-vezel zodanig beperkt te zijn dat de afbeelding van dat kqpvlak/le^1^3 15 dele buitel het kopvlak van de uitgaande vezel valt. Is aan de genoemde voorwaarden voldaan dan is een verliesarme of ver liesvrije (indien de bundels ellaar niet overlappen) multiplex inrichting gerealiseerd.
Een uitvoeringsvorm van een optische moltiplexinrichting volgens de uitvinding heeft tot kenmerk, dat het ingangs- en uitgangs-20 lenzenstelsel elk uit een enkele lens bestaan, die een gemeenschappelijke optische as hebben. Bij een dergelijke inrichting kunnen de ingangsvezels cp elkaar worden gestapeld en in een keer. op de gewenste positie van de optische as worden gebracht.
Een voorkeursuitvoeringsvorm van een optische multiplex 25 inrichting volgens de uitvinding heeft tot kenmerk, dat het ingangs-lenzenstelsel en het prisma in een ingangshuis zijn gemonteerd, dat van een doorboring is voorzien, waarin een zitting en een kraag zijn gevormd, waarop respectievelijk het uit een bollens bestaande ingangslenzenstelsel en het prisma zijn bevestigd, waarbij een door de kraag 30 gedefinieerd vlak dwars op de optische as van de lens en parallel aan een aan het ingangshuis gevormd vlak is gericht, in welk vlak de doorboring uitmondt en waartegen een rand van een lenshouder aanligt, waarin ten minste het uitgangsleizenstelsel is bevestigd.
De uitvinding zal worden toegelicht aan de hand van in een 35 tekening weergegeven voorbeelden, in welke tekening: fig. 1a, b, c, d, e en f principes van de optische multiplex-inrichting volgens de uitvinding weergeven, fig. 2a een doorsnede door een uitvoeringsvorm van een in- 8101826 . * * E3N 10.006 3 inrichting volgens de uitvinding toont f fig. 2b een doorsnede door een vocrkeursuitvoeringsvom van een inrichting volgens de uitvinding toont en fig. 3 een doorsnede van een vezelhouder met vezels toe 5 te passen bij een zes facet prisma weergeeft.
In fig. 1a zijn schematisch twee lichtgeleidende ingangs-vezels 1, 2, een ingangsiïen$nstelsel 3/ een prisma £, een uitgangslenzen-stelsel 5 en een lichtgeleidende uitgangsvezel 6 weergegeven. De lenzen-stelsels 2, 5 en de uitgangsvezel 6 hebben een gemeenschappelijke 10 optische as 7. De ingangsvezels 1,2 zijn elk op een zelfde korte afstand en parallel aan de optische as 7 geplaatst, waarbij de kop-vlakken 8 en 9 zich in het brandvlak van het lenzenstelsel 3 bevinden.
Elk lenzenstelsel 3, 5 bevat een of enkele lenzen, maar bestaat bij voorkeur uit slechts een ballens. De lens 3 is een colhxnater lens en vormt 15 van de door de vezels 1,2 uitgestraalde divergerende lichtbundels parallelle lichtstralen 10, 11, die met elkaar een kleine hoek maken.
De üchtbundels 10, 11 snijden elkaar in het focusvlak 12 van lens 3. Op een afstand groter dan de afstand van het focusvlak 12 tot de lens 3 bevindt zich het prisma £, dat symmetrisch ten opzichte 20 van de optische as 7 en met de vlakke onderzijde 13 naar de lens 3 gekeerd is cpgesteld. Het prisma. £ breekt de elkaar snijdende lichtbundels 10, 11, zodat deze na het prisma £ gepasseerd te zijn parallelle lichtbundels 10’ en 11' vormen. De parallelle lichtbundels 10» en 11' vormen één aaneengesloten lichtbundel, die met de uitgangslens 5 op 25 het kqpvlak 14 van de uitgangsvezel 6 wordt gefocusseerd.
Stel: dat de twee ingangsvezels 1, 2 een lichtgeleidende kemdiameter a^ en een numerieke apertuur Nft^; dat de uitgangsvezel 6 een kern diameter aQ en een numerieke apertuur.. NA.Q hebben en dat de ingangslens 3 en de uitgangslens 5 respectievelijk een focusafstand 30 fi en fo hebben, dan moet cm eaioptische multiplexinrichting te realiseren zander enig koppelingsverlies voldaan zijn aan: 2 . . fi . fo en fo . fi . a0· De uitdrukking NA.^ . fi is de straal r van de gecollimeerde lichtbundels 10, 11 en 10', 11'.
35 Wordt aan de gestelde voarwaarden voldaan dan vallen de lichtbundels 10*, 11* geheel binnen de cirkel met een straal R = fo . NAQ (zie fig.
1b), die in feite de bundeldiameter aangeeft, die door de uitgangslens 8101826
V
*. * ÉHN 10.006 4 5 zou warden gevormd; als de uitgangsvezel 6 zelf licht zou. uitstralen. Er treedt dus geen verlies op als het produkt van de numerieke apertuur NZL en de kemdiameter ai van de ingangsvezels 1, 2 klein genoeg en/of als het produkt van de numerieke apertuur NAQ en de kemdiameter aQ 5 van de uitgangsvezel 6 groot genoeg zijn gekozen. Het is evident dat de voorgaande situatie alleen dan op kan treden/, indien de bundel 10/ 11 respectievelijk geheel door de prismahelften 4a, 4b gaan.
Dit is te realiseren door de oriëntatie van het prisma £ op de positionering van de ingangsvezels 1, 2 af te stemmen (door rotatie • 10 van het prisma £ om de optische as 7). Een juiste oriëntatie van het prisma £ is te controleren door de doorsnede van de bundels 10' en 11' te onderzoeken op symmetrie. Een scheidingslijn 4c, die de twee prismahelften 4a en 4b scheidt, dient in de doorsnede van de lichtbundels 10', 11' precies tussen deze bundels 10', 11' door te 15 lopen. Is de oriëntatie van het prisma £ foutief dan zal het prisma £ delen van de bundels 10 en 11 afsnijden en niet tot delen 10" en 11'' van de bundels 10' en 11’ omzetten ( lijn 4c' in fig. 1b).
Er zijn echter een aantal beperkingen waardoor de gestelde voorwaarde (2 . NA^ . NAq . Aq) slechts kanawerden benaderd.
20 Qm een ver liesvrije koppeling te realiseren zou het gebruik van ingangsvezels met een kleine kemdiameter a^ en kleine numerieke apertuur van voordeel zijn. De ingangsvezels moeten echter ook aan lichtbronnen (halfgeleiderlasers) worden aangesloten, waarbij ook een zo hoog mogelijk koppelrendement gewenst wordt. Hiervoor is echter het gebruik 25 van vezel met een minimum kemdiameter (bijv. 30 jm) wenselijk, waardoor het produkt a^ . NA^ niet naar believen klein kan worden gekozen. Dit betekent dat de multiplexinrichting dan niet verliesvrij maar slechts verliesarm kan worden gerealiseerd. Het voorgaande zal worden toegelicht aan de hand van fig. 1c, waarin een cirkel 15 met een straal R is 30 weergegeven, die een maat is voor de diameter van een met behulp van de uitgangsvezel 6 en de lens 5 qpwekbare lichtbundel. Verder zijn gedeelten van cirkels 16, 17 met een straal r getekend, die een maat zijn voor de diameter van de via de ingangsvezels 1,2, lens 3 en het prisma £ verkregen lichtbundels 10' en 11*. Om een zo gering mogelijk 35 verlies te laten optreden dient elke cirkel 16, 17 zo "best" mogelijk binnen de cirkel 15 te passen. Van elke cirkel 16, 17 wordt een stuk 16', 17' af gesneden, omdat de lichtbundels 10, 11, nadat deze elkaar gekruist hebben, niet geheel op de bijbehorende helft 4a, 4b van het 8101826 » » » EHN 10.006 5 prisma £ vallen. De aan de verkeerde zijde van de scheidingslijn 4c van het prisma £ vallende delen warden niet in de richting van de optische as 7 gebroken en gaan verleren. Deze verloren gaande delen van de lichtbundels 10/ 11 zijn te verkleinen door de afstand tussen 5 het prisma £ ei de lens 3 te vergroten. Hier schuiven de cirkels 16, 17 weg van het centrum van cirkel 15, zodat de cirkels 16, 17 elkaar in mindere mate zullen overlappen. Hierdoor worden de delen 16" en 17", die buiten de cirkel 15 vallen (dus evenzo bijdragen in het verlies van de multiplexinrichting}, vergroot. Bij een bepaalde 10 verhouding tussen de waarden NA. . a. en NA . a behoort één bepaalde afstand tussen de lens 3 en het prisma £ waarbij het optredende lichtverlies minimaal is.
In fig. 1d is een optisch schema van een uitvoeringsvorm van een rrultiplexinrichting 20 volgens de uitvinding weergeven. De 15 inrichting 20 bevat verscheidene lichtgeleidende ingangsvezels 21, 22, die elk cp een cylindrische lens 23 , 24 net een als functie van de straal afnanende brekingsindex zijn uitgelijnd. De lenzen 23 , 24 hebben een lengte, die overeenkomt met een kwart van de lengte van de voort-plantingsgolfbeweging van het licht in die lenzen 23,24. Het ingangs- 20 vlak 25 is dan tevens het vlak van focus van de leizen 23 , 24, zodat het via de vezels 21, 22 in de lenzen 23, 24 gestraalde licht de lenzen in de verm van parallelle bundels 26, 27 verlaat.. De parallelle bundels 26, 27 hebben een onderlinge afstand, die gelijk is aan de hartsafstand van de lenzen 23 , 24. In de figuur zijn de hartlijnen 25 van de lenzen 26, 27 met 26', 27' aangeduid. Via een irultifacet prisma 28 warden de bundels 26 en 27 zodanig gebroken, dat deze elkaar snijden ai cp een tweede (gelijkvormig^ prisma 29 vallen. Door het prisma 29 warden de lichtbundels een tweede maal, nu echter in tegengestelde richting, gebroken, zodat voorbij het prisma 29 parallelle en aan 30 elkaargrenzende lichtbundels 30, 31 ontstaan. Door de afstand tussen de naar elkaar toegekeerde vlakke onderzijden 33, 34 van de prisma's 28, 29 wordt de buitendiameter van de als een bundel te beschouwen lichtbundels 30, 31 bepaald, die via een uitgangslens 32 op het kep- vlak 36 van een uitgangsvezel 35 wordt gefocusseerd. De door de licht-35 bundels 30, 31 bepaalde buitendiameter dient ongeveer gelijk te zijn aan fo . NAQ, waarbij fo de brandpuntsafstand van de uitgangslens 32 en NAQ de numerieke apertuur van de uitgangsvezel 35 is.
8101826 * * PHN 10.006 6
Het in fig. 1a weergegeven prisma 4 zou vervangen kunnen worden door een "hol" prisma 4' dat in fig. 1e in doorsnede is weergegeven. De afstand tussen het prisma 4' en de lens 3 zou dan echter kleiner dan de focusafstand van de lens 3 moeten zijn cm hetzelfde 5 effect als het met prisma 4 (fig. 1a) bereikte effect te realiseren. Verder is in fig. 1e de synraetrieas-7' (die met de optische as 7 uit fig. 1a samen moet vallen) weergeven.
De twee in fig. 1d weergegeven prisma's 28 en 29 kunnen door een prisma 28', dat in fig. 1f is weergegeven, worden vervangen.
10 Met een streeplijn 30' is de breking van een lichtstraal aan twee oppervlakken 37 en 38 weergegeven, waardoor een plan parallelle verschuiving in de richting van de symmetrieas 39, van een qp het oppervlak 37 vallende lichtbundel is geïllustreerd.
De in fig. 2a getoonde uitvoeringsvorm van een optische 15 multiplex inrichting 40 volgens de uitvinding cmvat twee lenshouders 40a, 40b en een prismahouder 40c. Elke lenshouder 40a, 40b is opgebouwd uit (cirkel-) cylindrisch huis 41, een ingangslenzenstelsel respectievelijk een uitgangslenzenstelsel.elk in de vaan van een bollens 43, een lensklem 45, instelmiddelen in de vorm van instelringen 53a, b 20 en een verend element (bijvoorbeeld een schotelveer 47 of een elastische kunststofring 49), een schijfvormige vezelhouder 51 en enkele verderop te bespreken onderdelen. In het huis 41 zijn twee pennen 55 bevestigd, die. samen met in de prismahouder 40c aangebrachte sleuven (niet zichtbaar in de figuur) een bajonet-snelkoppeling vermen. De lens-25 houder 40b is een kwartslag ten opzichte van de lenshouder 40b gedraaid, zodat alleen in de leashouder 40a de pennen 55 zichtbaar zijn. De lenshouders 40a, b hebben elk een zitting 57, waarop de bollenzen 43 met de lensklemmen 45 zijn vastgeklemd. De lensklemnen 45 zijn op zich zelf in groeven 59 in de lenshouders 40a, b bevestigd. In de 30 lenshouder 40a is de lensklem 45 slechts schematisch en de groef 59 duidelijkheidshlave niet getekend. De bollenzen 43 in de lenshouders 40a en 40b hoeven niet (zoals eenvoudigheidshalve is getekend) dezelfde diameter te hebben. De uitgangslens 43 in lenshouder 40a is groter in diameter (1.3 a 2 maal) dan de ingangslèns 43 in lenshouder 40b.
35 Voordat de lenshouders 40a, b en prismahouder 40c tot een multiplexinrichting 40 worden samengesteld, wordt een uiteinde 61 van de uitgaande lichtgeleidende vezel 65 in een capillair buisje 63 gelijmd, dat op zijn beurt met een uithardende exposyhars in de 8101826 PHN 10.006 7 * * vezelhouder 51 wordt bevestigd. Verder wordt de vezel 65 op trek ontlast met behulp van een klembus 67 en een klemmoer 69. De klonteer 69 wordt daartoe op een van schroefdraad voorziene stoop 52 van de vezelhouder 51 geschroefd. De ingesneden kap 71 van de klembus 67 5 wordt daarbij op de secundaire atmanteling 68 van de vezel 65 gekiend. Hierna wordt de vezelhouder 51 in het huis 41 tegen het verende element (scbotelveer 47 of ring 49) geplaatst en de instelring 53a in het huis 41 geschroefd. Het vezeluiteinde 61 dient nog ten opzichte van de uitgangslens 43 te worden gepositioneerd. Door de instelring 10 53 ver of minder ver in het huis 41 te schroeven wordt het vezeluiteinde 61 vlakbij of minder vlakbij de bollens 43 gebracht naargelang de brandpuntsafstand van de leis 43. Met instelschroeven 77a (slechts een van de drie schroeven met eeöcnderlinge afstand van een derde van de lenshouderantrek) is de vezelhouder 51 en dus het vezeluiteinde 61 15 in esivlak dwars op de optische as vani.de lens 43 te verplaatsen, waardoor de lichtgeleidende vezel 65 op de optische as van de lens 43 kan worden uitgelijnd.
Het samenstellen van de lenshouder 40b gebeurt op nagenoeg dezelfde wijze als bij de lenshouder 40a. In plaats van een enkel 20 vezeluiteinde worden de uiteinden 81 van licht van verschillende golflengte aanvoerende ingangsvezels 85 in een nader te beschrijven mentage-steun 82 bevestigd. De vezels 83 zijn door een kunststof bus 85 gevoerd, en werden op de beschreven wijze met behulp van een klembus 87 ei een klemmoer 89 vastgezet. Daarna worden de vezeluiteirrïen 25 81 tot op de juiste afstand met behulp van instelring 53b en in de gewenste positie (allen op eenzelfde afstand tot de optische as 70) met behulp van de instelschroeven 77b gebracht.
De prismaheuder 40c bevat een prismahuis 90, dat ;van een doorboring J91_ is voorzien. Op een in de doorboring 91 gevemde rand 30 92 is een verend element (bijvoorbeeld een scbotelveer 93) geplaatst.
Tussen het verend element en een montagering 95 is het prisma 97 geplaatst. Het prisma 97 is op een vlakke glasplaat 96 gelijmd, die op zijn beurt op een starre positioneringsring 94 is gelijmd.
De mentagering 95 is met een schroefdraadverbinding in het huis 90 35 bevestigd. Het prisma 97 is tussen de mentagering 95 en het verend element 93 in twee richtingen verplaatsbaar, zodat een synmetrieas van het prisma 97, die dwars op de op de glasplaat 96 gelijmde ander- 8101826 EHN 10.006 8 ¥ * zijde is gericht, verschoven kan warden totdat deze met de optische as 70 samenvalt. De verplaatsing van de positioneringsring 94 met het prisma 97 vindt op een qp zich zelf békende wijze plaats met behulp van drie instelschroeven 98, waarvan er slechts een in de 5 figuur is weergegeven. De lenshouders 40a en b liggen met de daaraan gevormdè-:· randen 42 aan tegen het prisrnahuis 91. De randen 42 en de daarmee in aanraking kanende vlakken 99 van het huis 91 dienen dwars qp de optische as 70 gericht te zijn, omdat anders de optische assen 70 van de lenzen 43 en de symmetrielijn van het prisma 97 nooit 10 parallel kunnen lopen of samen kunnen vallen.
De in fig. 2a weergegeven optische mulitiplexinrichting 40 heeft het voordeel dat het ingangsdeel (lenshouder 40b) en het uitgangs-deel (lenshcuder 40a) (nagenoeg) identieke delen zijn. Verder is de prismahouder 40c een zeer eenvoudige constructie, waarvoor evenals 15 voor de lenshouders 40a, b voor de vervaardiging ervan geen hoogwaardige precisiebewerkingen (bijvoorbeeld beter dan 0.05 nm.) nodig zijn.
Slechts een deel de montagesteun 82 is bij voorkeur met hoge precisie te vervaardigen zoals verderop zal worden toegelicht.
De in fig. 2b weergegeven optische multiplexinrichting 100 20 bevat een ingangsdeel 40d en een lenshouder 40a, die aan de hand van fig. 2a uitvoerig is beschreven. De verwijzingscijfers van de onderdelen van de lenshouder 40a corresponderen dienovereenkomstig met de cijfers uit fig, 2a. Het ingangsdeel 40d bevat met uitzondering van het huis 41 en enkele nog aan te duiden coirponenten dezelfde onderdelen 25^ als de lenshouder 40b uit fig. 2a, deze. componenten zijn derhalve van hetzelfde verwijzingscijfer voorzien. Het ingangsdeel 40d bevat verder één houder 101, waarin de bollens 43 en het prisma 97 zijn bevestigd. De prismaeenheid, die bestaat uit de positioneringsring 94, glasplaat 96 en prisma 97 ligt ingeklemd tussen een ring 103 en 30 de schotelveer 92, zodat het prisma 97 roet behulp van drie instelschroeven 98 dwars op de optische as 70 kan worden geplaatst. Een montagering 105 is met een schroefdraadverbinding in de houder 101 bevestigd.
In fig. 3 is een vezelhouder 51 met een daarin gemonteerde 35 steun 82 voor de uiteinden 81 van de lichtgeleidende vezels 83 weergegeven. De montagesteun 82 is een cirkelcylindrische staaf , waarin een v-groef is gefreesd. De wanden 110 van de groef sluiten een hoek van 60° in (het supplement^» is dus 120°). Tussen de wanden 110 zijn 81 01 826 EHN 10.006 9 zijn zes uiteinden 81 van gelijke diameter (bijvoorbeeld 125^im) qp elkaar gestapeld. In bet centrum ervan is een lichtgeleidende vezel 81' van gelijke diameter geplaatst. Verder zijn in de groef 110 drie "loze” vezels 81" geplaatst on een stabiele stapeling te verkrijgen 5 van de optisch actieve vezeluiteinden 81 ai de centrale vezel 81'.
De vezel 81' is het optisch centrum ten opzichte van de uiteinden 81 van de lichtgeleidende vezels 83. Na montage van de uiteinden 81, 81' en 811 * in de V-groef en van de steun 82 in de vezelhouder 82 wordt de vezel 81' met licht aangestraald, zodat met een qp zichzelf bekende 10 wijze de vezel 81 * op de optische as 70 uitgelijnd kan worden, door met behulp van de instelschrceven 77b de vezelhouder 51 dwars qp de optische as 70 te verplaatsen. Hierdoor werden de vezeluiteinden 81 allen exact (¾) dezelfde afstand van de optische as 70 (fig. 2a, b) gébracht. De zes via de lens 43 in lenshouder 40b of ingangsdeel 40d 15 gevormde lichtbundels worden via het zes-facet prisma 97 ongevormd tot één "brede” parallel aan de optische as 70 gerichte lichtbundel. Opdat de oriëntatie van het prisma 97 steeds hetzelfde te laten zijn is in de positioneringsring 94 een groef 110 gevormd, die bij de montage van het prisma 97 en glasplaat 96 op de positieneringsring 94 alsook 20 bij de montage van de positieneringsring 94 in de prismahouder 40c als referentie fungeert. Eenzelfde wijze van oriënteren bij de montage van in de vezelhouder 51 gemonteerde vezeluiteinden 81 en van de vezelhouder 51 in de lenshouder 41 kan worden toegepast.
Het is echter ode mogelijk cm qp een op zichzelf bekende wijze 25 de buitenrand 111 (zie fig. 2b) zodanig te bewerken dat deze concentrisch is met de lichtgeleidende vezel 81 *. De buitenrand 111 is dan in eniger mate excentrisch met de steun 82 en stomp 52 (In de figuur zijn de diameters van steun 82, stomp 52 en vezelhouder 51 niet op schaal en de excentriciteit overdreven weergegeven.). Nadat de vezel 81' met 30 behulp van instelschroeven 776 op de optische as 70 is uitgelijnd is door rotatie van de vezelhouder 51 de gewenste oriëntatie van de zes vezeluiteinden 81 ten opzichte van het zes-facet prisma 97 qp eenvoudige wijze in te stellen. Het is duidelijk dat in voorgaand geval de montage van het prisma 97 in het geheel niet kritisch is.
35 Het is duidelijk dat de optische multiplex inrichting geschikt is cm lichtsignalen samen te voegen, die op verschillende tijdstippen worden verzonden (tijdmultiplex) of die tegelijkertijd worden verzonden maar verschillend in golflengte (kleur-, frequentianultiplex). Verder - - 8101826 i V * EHN 10.006 10 \ is het ook mogelijk era met de mltiplexinrichting lichtsignalen met dezelfde golflengte samen te voegen, die op hetzelfde tijdstip warden verzonden cm een- "sterker" lichtsignaal te creëren cm zo een grotere traosmissieafstand te overbruggen. Verder is het duidelijk: dat de 5 multiplexinrichting tuiten de in de voorgaande beschreven voorbeelden, ook een aantal van drie, vier, vijf etc. ingangssignalen, die via evenzovele ingangsvezels worden aangeveerd, via een drie-, vier- vijf-etc. facet prisma kunnen warden samengevoegd.
10 15 20 25 30 35 81018 2 6

Claims (12)

1. Optische multiplexinrichting voor het overdragen van dear verscheidene lichtgeleidende ingangsvezels aangevoerd licht qp een enkele uitgaande lichtgeleidende vezel, welke inrichting een ingangs- en een uitgangslenzenstelsel cmvat voer het afbeelden van kopvlakken van de 5 ingangsvezels op het kopvlak van de uitgaande vezel, waarbij de kopvlakken van de ingangsvezels in het focusvlak van het ingangslenzen-stelsel liggen, met het kenmerk, dat tussen het ingangs- ai uitgangs-lenzensteÈsêlten minste een prisma is geplaatst, waarvan een syrnnstrie-as althans nagenoeg samenvalt met de optische as van het uitgangslenzen-10 stelsel.
2. Optische multiplexinrichting volgens conclusie 1, net het kenmerk, dat het prisma een vlakke onderzijde heeft, die dwars op de symmetrie as van het prisma is gericht.
3. Optische multiplexinrichting volgens conclusie 2, met het 15 kenmerk, dat de tophoek van het prisma in elke doorsnede ervan kleiner is dan 180° en dat de afstand van het ingangslenzenstelsel tot het prisma groter is dan de focusafstand van het ingangslenzenstelsel.
4. Optische multiplexinrichting volgens conclusie 1, 2 of 3, met het kesmerk, dat het ingangs- en uitgangslenzenstelsel elk uit 20 een enkele lens bestaan, die een gemeenschappelijke optische as hebben.
5. Optische multiplexinrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat het prisma met de vlakke onderzijde naar het ingangslenzenstelsel is gekeerd.
6. Optische multiplexinrichting volgens conclusie 1, waarbij 25 voor elke ingangsvezel in een ingangslens is voorzien, waarvan de optische as samenvalt met de optische as van de ingangsvezel, waarbij de optische assen van de ingangslenzen parallel lopen, met het kenmerk, dat in ten minste een. prisma is voorzien, dat voor elke via een ingangsvezel en ingangslens opgewakfce lichtbundel ten minste twee lichtstraal-30 brekende oppervlakken toont cm een plan-parallelle verschuiving van elke lichtbundel naar de optische as van het uitgangslenzenstelsel te realiseren.
7. Optische multiplexinrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat in twee gelijkvcrmige prisma's is voorzien, waarvan de 35 synmetrie assen samenvallen met de optische as van het uitgangslenzenstelsel ei loodrecht op vlakke naar elkaar toegerichte onderzijden van de prisma's zijn gericht.
8. Optische multiplexinrichting volgens conclusie 1, 2, 3, 4 of 5, 810182 6 4 * HJN 10.006 12 V net het kenmerk, dat de inrichting twee lenshouders en een prisma-houder cravat, die van bevestigingsmiddelen voor het aan weerszijden van de prismahouder bevestigen van de lenshouders is voorzien, waarbij de prismahouder een doorboring met een daarin, gevormde kraag/ waarop 5 het prisma is bevestigd, en verder aan weerszijden twee parallel aan een door de kraag gedefinieerd vlak gerichte vlakken heeft, waarin de doorboring uitmondt en waartegen randen van de lenshouders aanliggen, die dwars op een optische as van een lenzenstelsel zijn gericht, dat in een in de lenshouder gevormde zitting is geplaatst.
9. Optische mltiplexinrichting volgens conclusie 1, 2, 3, 4 of 5, met het kenmerk, dat het ingangslenzenstelsel en het prisma in een ingangshuis zijn gemonteerd, dat van een doorboring is voorzien, waarin een zitting en een kraag zijn gevormd, waarop respectievelijk het uit een bollens bestaande ingangslenzenstelsel en het prisma zijn 15 bevestigd, waarbij een door de kraag gedefinieerd vlak dwars op de optische as van de lens en parallel aan één aan het ingangshuis gevormd vlak gericht is, in welk vlak de doorboring uitmondt en waartegen een rand van een lenshouder aanligt, waarin ten minste het uitgangslenzen-stelsel is bevestigd.
10. Optische multiplex inrichting volgens conclusie 8 of 9, met het kenmerk, dat ten minste de lenshouder, waarin het uitgangs-lenzenstelsel is bevestigd, losneembaar is.
11. Cptische multiplexinrichting volgens conclusie 8 of 9, met het kenmerk, dat met instelmiddelen het prisma parallel aan· het door 25 de kraag gedefinieerde vlak verplaatsbaar, is.
12. Optische multiplexinrichting volgens conclusie 6 of 7, net het kenmerk, dat een in de lenshouder of in het ingangshuis bevestigde vezelhouder met instelmiddelen in twee richtingen dwars op en in de richting van de optische as van het lenzenstelsel verplaatsbaar is. 30 35 810 1826
NL8101826A 1981-04-14 1981-04-14 Optische multiplex inrichting. NL8101826A (nl)

Priority Applications (7)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8101826A NL8101826A (nl) 1981-04-14 1981-04-14 Optische multiplex inrichting.
US06/362,444 US4472797A (en) 1981-04-14 1982-03-26 Optical multiplexer
EP82200394A EP0062946B1 (en) 1981-04-14 1982-03-31 Optical multiplexer
CA000400121A CA1178465A (en) 1981-04-14 1982-03-31 Optical multiplexer
DE8282200394T DE3262599D1 (en) 1981-04-14 1982-03-31 Optical multiplexer
DK160782A DK160782A (da) 1981-04-14 1982-04-07 Optisk multiplexer
JP57061205A JPS57178213A (en) 1981-04-14 1982-04-14 Optical multiplexer

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8101826 1981-04-14
NL8101826A NL8101826A (nl) 1981-04-14 1981-04-14 Optische multiplex inrichting.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8101826A true NL8101826A (nl) 1982-11-01

Family

ID=19837355

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8101826A NL8101826A (nl) 1981-04-14 1981-04-14 Optische multiplex inrichting.

Country Status (7)

Country Link
US (1) US4472797A (nl)
EP (1) EP0062946B1 (nl)
JP (1) JPS57178213A (nl)
CA (1) CA1178465A (nl)
DE (1) DE3262599D1 (nl)
DK (1) DK160782A (nl)
NL (1) NL8101826A (nl)

Families Citing this family (26)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JPS57133429A (en) * 1981-02-12 1982-08-18 Nippon Sheet Glass Co Ltd Light distributing circuit
EP0134930A1 (en) * 1983-06-30 1985-03-27 Hitachi, Ltd. Apparatus for transmitting optical image
US4770485A (en) * 1987-05-05 1988-09-13 Hughes Aircraft Company Apparatus to launch separated mode groups into optical fibers
US4961622A (en) * 1988-02-25 1990-10-09 University Of Houston - University Park Optical coupler and refractive lamp
US4963714A (en) * 1988-10-24 1990-10-16 Raytheon Company Diode laser soldering system
US5245404A (en) * 1990-10-18 1993-09-14 Physical Optics Corportion Raman sensor
US5086220A (en) * 1991-02-05 1992-02-04 The Babcock & Wilcox Company Radiation imaging fiber optic temperature distribution monitor
US5524155A (en) * 1995-01-06 1996-06-04 Texas Instruments Incorporated Demultiplexer for wavelength-multiplexed optical signal
US5680237A (en) * 1995-11-16 1997-10-21 Jds Fitel Inc. Graded index lens system and method for coupling light
US5768450A (en) * 1996-01-11 1998-06-16 Corning Incorporated Wavelength multiplexer/demultiplexer with varied propagation constant
US5777763A (en) * 1996-01-16 1998-07-07 Bell Communications Research, Inc. In-line optical wavelength reference and control module
US5841583A (en) * 1996-02-09 1998-11-24 Corning Incorporated Multi-path interference filter
US6046854A (en) 1996-02-09 2000-04-04 Corning Incorporated Multi-path interference filter with reflective surfaces
US6330090B1 (en) * 1997-02-14 2001-12-11 Photonetics Optical fiber wavelength, multiplexer and demultiplexer
US6249364B1 (en) * 1997-02-14 2001-06-19 Photonetics Optical wave-guide wavelength multiplexer and demultiplexer
US6084695A (en) * 1997-02-14 2000-07-04 Photonetics Optical fiber wavelength multiplexer and demutiplexer
US6192175B1 (en) * 1998-12-30 2001-02-20 Oplink Communications, Inc. Method and system for providing a multi-channel optical filter
DE10016361B4 (de) * 2000-04-03 2010-08-26 Leica Microsystems Cms Gmbh Optische Anordnung
US6563982B1 (en) * 2000-07-22 2003-05-13 Finisar Corporation Method and apparatus for parallel optical processing
WO2002099469A2 (en) * 2001-06-05 2002-12-12 Avanex Corporation Stable mechanical devices for precision optical alignment and packaging
US6741764B2 (en) * 2001-11-13 2004-05-25 Adc Telecommunications, Inc. Polarization beam separator and combiner
US6823097B2 (en) * 2002-04-24 2004-11-23 Fujitsu Limited Optical switching apparatus with divergence correction
US7172289B2 (en) * 2004-04-30 2007-02-06 Infocus Corporation Projection apparatus with colored light path combination through a transparent optical element
JP2007003919A (ja) * 2005-06-24 2007-01-11 Shirota Miyaki 拡大表示シート
JP4917630B2 (ja) * 2009-05-12 2012-04-18 ふたば 山田 携帯虫メガネ
JP4937325B2 (ja) * 2009-09-30 2012-05-23 住友大阪セメント株式会社 光導波路デバイス

Family Cites Families (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2894427A (en) * 1956-01-03 1959-07-14 Sabater Fernando Alvarez Photographic apparatus for taking and projecting pictures with color separation
US3490830A (en) * 1966-02-02 1970-01-20 Kollsman Instr Corp Wide-angle optical pick-off
US3584230A (en) * 1969-01-24 1971-06-08 Bell Telephone Labor Inc Light wave coupling into thin films
GB1366147A (en) * 1971-12-13 1974-09-11 Redifon Ltd Optical systems for the display of visual images
US3832030A (en) * 1973-05-23 1974-08-27 Bell Telephone Labor Inc Delay equalizers for multimode optical fibers
FR2258751B1 (nl) * 1974-01-18 1978-12-08 Thomson Csf
NL7905610A (nl) * 1979-07-19 1981-01-21 Philips Nv Losneembare koppeling voor het paarsgewijze koppelen van lichtgeleidende vezels.

Also Published As

Publication number Publication date
US4472797A (en) 1984-09-18
EP0062946B1 (en) 1985-03-20
DE3262599D1 (en) 1985-04-25
CA1178465A (en) 1984-11-27
JPS57178213A (en) 1982-11-02
DK160782A (da) 1982-10-15
EP0062946A1 (en) 1982-10-20

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8101826A (nl) Optische multiplex inrichting.
US10564361B2 (en) Passively aligned single element telescope for improved package brightness
US6198864B1 (en) Optical wavelength demultiplexer
US4479697A (en) Fiber optics communications modules
US4643519A (en) Wavelength division optical multiplexer/demultiplexer
CA2427593A1 (en) System and method for collimating and redirecting beams
US5361315A (en) Refractive element optical transmission switch
US7198416B2 (en) Optical combiner device
NL7905610A (nl) Losneembare koppeling voor het paarsgewijze koppelen van lichtgeleidende vezels.
KR20040030338A (ko) 섬유 광학계 장치
JPH10508122A (ja) レーザダイオードシステム用の光学装置
JP2002055276A (ja) 微小非球面コリメータレンズ
US4636030A (en) Optical alignment apparatus utilizing prismatic elements
US5666448A (en) Variable splitting optical coupler
CN111758057B (zh) 具有倾斜镜的光学连接器
US4732452A (en) Optical connectors
US20040017964A1 (en) Optical connector module, and optical system for infrared light
US20020076151A1 (en) Optical collimator device utilizing an integrated lens/spacer element
KR20000052847A (ko) 축방향 분배 굴절률에 의거한 광 커플러
US6567586B2 (en) Dual fiber collimator
CN110967794A (zh) 多光束合束组件、发射光组件及光模块
WO2001069295A1 (en) High precision optical collimator for optical waveguide
US6768838B2 (en) Optical module
EP0064784A2 (en) Optical branch coupler
CN219957915U (zh) 一种光纤波长可调谐滤波器

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BV The patent application has lapsed