NL8101580A - Speelgoedbouwelement. - Google Patents

Description

t· A

Stichting Bedrijven van het Fonds voor Sociale Instellingen (SBF) 3269

Uitvinders: Cornelus M.J. HOOGENBOSCH te Neerbeek Cornells B. POLAND te Roosteren -1-

SPEELGOEDBOUWELEMENT

De uitvinding heeft betrekking op een speelgoedbouwelement, dat is uitgevoerd als een doosvormig naar de onderzijde open hol lichaam waarvan de buitenzijde van de bovenwand is voorzien van primaire kop-pelorganen in de vorm van tappen die zijn gelegen op de knooppunten van 5 een vierkant lijnenrooster en waarvan -de binnenzijde van de bovenwand is voorzien van secundaire koppelorganen in de vorm van kolommen, een en ander zodanig dat bij het koppelen van twee bouwelementen de tapperi van het ene element klemmend kunnen worden aangebracht tussen de zijwanden en de kolommen van het andere element.

10 Een dergelijk speelgoedbouwelement is bijvoorbeeld bekend uit het Nederlandse octrooischrift 97076. De secundaire koppelorganen van het in dit octrooischrift beschreven bouwelement bestaan uit holle ronde kolommen die de klemkracht verzorgen van meer dan ëën tap. Hierdoor beïnvloedt de onmaatvastheid van een tap de plaatsruimten voor andere 15 door de kolom te klemmen tappen wat soms tot gevolg heeft dat zeer grote krachten moeten worden aangewend om de bouwelementen te koppelen.

De uitvinding voorziet nu in een speelgoedbouwelement waarvan de secundaire koppelorganen zodanige eigenschappen bezitten dat maat-verschillen in de te klemmen tappen worden opgevangen door één van de op 20 een tap aangrijpende secundaire koppelorganen.

Dit is verkregen doordat kolommen met een in hoofdzaak H-profiel om en om worden afgewisseld met kolommen met een in hoofdzaak vierkant profiel waarvan de wanden evenwijdig zijn met de zijwanden van het doosvormig lichaam en dat bij koppeling ieder der vier uiteinden van 25 de flenzen van het H-profiel slechts in aanraking komt met ëën tap.

Met het bouwelement volgens de uitvinding worden de tappen steeds mede geklemd door een vanaf de binnenzijde van de bovenwand en vanaf het lijf van het H-profiel van een kolom verend flensgedeelte. Hierdoor kunnen verschillen in tapdiameters worden opgevangen door de 30 tussen de flenzen aanwezige ruimten.

Weliswaar is uit fig. 5 en 6 van het reeds genoemde octrooischrift een secundair koppelorgaan bekend bestaande uit vier resp. acht onafhankelijk van elkaar verende onderdelen, maar deze vanaf de binnenzijde van het bovenvlak verende onderdelen beogen slechts een verhoging 8101580 -2- * * van de flexibiliteit waardoor dit, ook al vanwege de lange koppelarmen, ten koste gaat van de klemkracht.

De, volgens de uitvinding, tussen twee kolommen met H-profiel opgestelde relatief starre kolommen met een vierkant profiel dwingen 5 steeds vier tappen op hun plaats rondom de kolom met H-profiel.

De kolommen met een in hoofdzaak vierkant"profiel kunnen hol worden uitgevoerd. Hierdoor wordt een materiaalbesparing verkregen en wordt tevens bereikt' dat de dikte van het materiaal meer in overeenstemming kan worden gebracht met de dikte van de overige delen wat 10 om spuitgiettechnische redenen van voordeel is vooral in verband met de koeling.

Bij voorkeur bezitten de kolommen ter plaatse waar bij koppeling de tappen aan de kolommen raken afgeplatte vlakken om beschadiging van de tappen tegen te gaan. De afgeplatte vlakken kunnen onder een hoek 15 van 45q met de zijwanden staan om een zo gunstig mogelijke aangrijping van de klemkrachten op de tappen te bewerkstelligen.

Ter verhoging van de omtrekmaatvastheid van het bouwelement worden bij voorkeur de middens van overstaande zijwanden via de kolommen verbonden door dammen die zich vanaf de binnenzijde van de bovenwand in 20 vertikale richting uitstrekken. Tevens wordt hiermee bereikt dat de starheid van de kolommen met vierkant profiel wordt vergroot zonder dat de flexibiliteit van de verende flenzen van de kolommen met H-profiel , wordt aangetast.

De hoogte van de dammen en de kolommen is bij voorkeur 1 1 3 % 25 kleiner dan de blnnenwerkse hoogte van de zijwanden om te voorkomen dat door vervaardigings-onnauwkeurigheden de dammen iets boven de zijwanden uitsteken waardoor de zijwanden van een element niet vlak aanliggen tegen de buitenzijde van het bovenvlak van een aangrenzend gekoppeld element.

Gebleken is dat een zeer goede klemming van de tappen wordt 30 bereikt indien hun hoogte ligt tussen I; en ^ deel van de binnenwerkse hoogte van de zijwanden.

De uitvinding zal hierna nader worden toegelicht aan de hand van een in de tekening Weergegeven uitvoeringsvoorbeeld.

In de tekening is: 35 Fig. 1 een perspectivisch bovenaanzicht van een speelgoed- bouwelement volgens de uitvinding;

Fig. 2 een perspectivisch onderaanzicht van het élement uit fig. 1; 8101580

< J

-3-

Fig. 3 een bovenaanzicht van het bouwelement uit fig. 1;

Fig. 4 een onderaanzicht van het bouwelement in fig. 1 en

Fig. 5 een doorsnede volgens lijn V-V in fig. 3.

Het in de tekening weergegeven uit kunststof bestaand speel-5 goedbouwelement bestaat uit een doosvormig^ hol lichaam met een bovenwand 1, twee lange zijwanden 2, 3 en twee korte zijwanden 4, 5. Het bouwelement is aan zijn onderzijde 6 open. De buitenzijde van de bovenwand bezit als primaire koppelorgaan een achttal ronde tappen 7, die tot op de buitenzijde van de bovenwand hol zijn uitgevoerd. Deze tappen zijn zodanig 10 geplaatst dat hun middelpunten samenvallen met de knooppunten van een vierkant lijnenrooster. De binnenzijde van de bovenwand draagt een aantal kolommen 8, 9 en 10 die dienen als secundaire koppelorganen. De kolommen 8 en 10 bezitten een in hoofdzaak H-vormige profiel met de flenzen 11 en 12 welke door het lijf 13 met elkaar zijn verbonden. De uiteinden van de 15 flenzen zijn met 14 aangeduid.-De zich tussen de kolommen 8 en 10 bevindende kolom 9 heeft een in hoofdzaak vierkant profiel, dat hier een tot op de binnenzijde van de bovenwand reikende holte 9’ bezit. Deze kolom bezit vanwege zijn vierkante profiel een grote weerstand tegen vervorming bij diagonale belasting.

20 In fig. 4 zijn met stippellijnen 7* de plaatsen aangegeven waar zich bij koppeling van twee bouwelementen de tappen 7 bevinden. Uit deze figuur is tevens te zien dat iedere tap slechts met één uiteinde 14 van een flens van een H-profiel in aanraking is. De flenzen bezitten verende eigenschappen en kunnen uitwijken in de ruimte 15 tussen de 25 flenzen. De tappen 7 bezitten op deze wijze ieder hun eigen verend en klemmend element zonder dat het verend element bij het uitwijken de functie van de overige drie, als verende elementen dienende, flenzen beïnvloedt. De plaatsruimte die een tap inneemt is niet van invloed op de plaatsruimte voor andere tappen. Omdat kolom 9 star is uitgevoerd 30 beïnvloeden de tappen in de tekening links van kolom 9 niet de aanwezige plaatsruimte voor de tappen rechts van de kolom 9.

Om de tappen niet te beschadigen bezitten de kolommen op de aanrakingsplaatsen met de tappen afgeplatte vlakken die met 16 voor de kolommen 8 en 10 en met 17 voor kolom 9 zijn aangeduid. In plaats van de 35 aanrakingsplaatsen af te platten kunnen ze ook gebogen, bijv. als cilindervlakken worden uitgevoerd. In het geval dat voor platte vlakken wordt gekozen is het voordelig deze vlakken onder een hoek van 45° met de 8101580 a -4- Η < * zijwanden te plaatsen zoals in fig. 4, omdat hierdoor een vrij gunstige krachtenverdeling op de tap tot stand komt.

De middens van de overstaande zijwanden 2, 3 en 4, 5 zijn verbonden via de dammen 18 resp. 19, zie fig. 4. In de dammen.zijn de kolom-5 men 8, 9 en 10 opgenomen, waarbij kolom 9 zowel in dam 18 als in dam 19 is opgenomen, waardoor de starheid van kolom 9 sterk wordt verhoogd. De dammen verhogen tevens de omtreksmaatvastheid van het bouwelement. Zo wordt bijv. uitbuigen van de zijwanden in belangrijke mate tegengegaan.

De tappen worden hierdoor steeds gedwongen plaats te nemen onder uit-10 wijking van de verende flenzen van de kolommen 8 en 10. De flenzen van de kolommen 8 en 9 staan loodrecht op dam 19 waardoor de lijven van de H-vormige profielen in het verlengde van deze dam liggen. Plaatsing van de kolommen 8 en 10 in een over een hoek van 90° verdraaide stand behoort ook tot de mogelijkheden onder handhaving van het verend aspect van de 15 flenzen. Om redenen van materiaalbesparing verdient echter de in de tekening weergegeven stand de voorkeur.

Het bouwelement wordt bij voorkeur uit kunststof bijv. ABS gespuitgiet.

De afmetingen zijn met voordeel zodanig dat de uitwendige 20 lengte tweemaal zo groot is als de uitwendige breedte. Het bouwelement is echter niet beperkt tot deze maten en tot uitvoeringsvormen waarbij slechts drie kolommen aanwezig zijn. Langere elementen, met meer dan drie kolommen in één rij uitgevoerde elementen zijn denkbaar, alsmede bouwelementen met meer dan een rij, waarbij in twee loodrecht op elkaar staande 25 richtingen steeds kolommen met H-profiel en kolommen met een vierkant profiel om en om worden afgewisseld.

De hoogte van de tappen kan liggen tussen k en \ van de inwendige hoogte van de zijwanden indien een zeer hechte koppeling wordt vereist. Een hoogte kleiner dan \ van de inwendige hoogte van de zij-30 wanden maakt het ontkoppelen gemakkelijker» Er zal hierbij naar een compromis moeten worden gestreefd. De uitvoering waarbij de tappen hol en naar boven toe open zijn zal over het algemeen een gemakkelijker ontkoppeling door wrikken mogelijk maken.

\

De hoogte van de secundaire kolommen alsmede de hoogte van de 35 dammen is bij voorkeur iets kleiner dan de inwendige hoogte van de zijwanden. Een hoogteverschil van 1 a 3 % is voldoende om te voorkomen dat door spuitgiet-onnauwkeurigheden gapingen ontstaan tussen de wanden van een element en de wanden van een daarmee gekoppeld ander element.

8101580

Claims (8)

1. Speelgoedbouwelement dat is uitgevoerd als een doosvormig naar de onderzijde open hol lichaam waarvan de buitenzijde van de bovenwand is voorzien van primaire koppelorganen in de vorm van tappen die zijn gelegen op de knooppunten van een vierkant lijnenrooster en waarvan de r 5 binnenzijde van de bovenwand is voorzien van secundaire koppelorganen in de vorm van kolommen, een en ander zodanig dat bij het koppelen van twee bouwelementen de tappen van het ene element klemmend kunnen worden aangebracht tussen de zijwanden, en de kolommen van het andere element, met het kenmerk, dat kolommen met een in hoofdzaak H-profiel 10 om en om worden'afgewisseld met kolommen met een in hoofdzaak vierkant profiel waarvan de wanden evenwijdig zijn met de zijwanden van het doosvormig lichaam en dat bij koppeling ieder der vier uiteinden van de flenzen van het H-profiel slechts in aanraking komt met één tap.

2. Speelgoedbouwelement volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de 15 kolommen met in hoofdzaak vierkante doorsnede hol zijn uitgevoerd.

3. Speelgoedbouwelement volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de kolommen ter plaatse waar deze bij koppeling de tappen raken, afgeplatte vlakken bezitten, of zijn afgerond.

4. Speelgoedbouwelement volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de 20 afgeplatte vlakken onder een hoek van 45° met de zijwanden staan.

5. Speelgoedbouwelement volgens een der conclusies 1 t/m 4, met het kenmerk, dat de middens van overstaande zijwanden via de kolommen zijn verbonden door dammen die zich vanaf de binnenzijde van de bovenwand in vertikale richting uitstrekken.

6. Speelgoedelement volgens een der conclusies 1 t/m 5, met het kenmerk, dat de hoogte van de dammen en/of de kolommen 1-3 % kleiner is dan de binnenwerkse hoogte van de zijwanden.

7. Speelgoedbouwelement volgens conclusie 5 of 6, met het kenmerk, dat de flenzen van de kolommen met een H-profiel loodrecht staan op de 30 lengterichting van de dam waarin deze kolom is opgenomen.

8. Speelgoedbouwelement zoals is beschreven en/of aan de hand van de tekening is toegelicht. 8101580