NL8101304A

NL8101304A - DEVICE FOR MOWING GRASS.

Info

Publication number: NL8101304A
Application number: NL8101304A
Authority: NL
Original assignee: Masquelier Ets
Priority date: 1980-08-14
Filing date: 1981-03-17
Publication date: 1982-03-01
Also published as: GB2081563A; CH640694A5; FR2488483B1; DE3108614A1; ES497755A0; FR2488483A1; ES8200207A1; IT8120195A0; IT1135653B

Description

£ -£ -

Inrichting voor het maaien van gras.Device for cutting grass.

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het maaien van gras onder in het bijzonder op steunpalen aangebrachte afrasteringen en gelijktijdig vanaf beide zijden 5 rondom deze steunpalen. De inrichting volgens de uitvinding is in het bijzonder, doch niet uitsluitend bestemd voor het maaien van gras onder vangrails langs wegen en autobanen en rondom de steunpalen, op welke deze vangrails zijn opgesteld.The invention relates to a device for mowing grass under fences arranged in particular on support posts and simultaneously from both sides around these support posts. The device according to the invention is in particular, but not exclusively, intended for cutting grass under crash barriers along roads and motorways and around the supporting posts on which these crash barriers are arranged.

Er bestaan reeds inrichtingen voor het maaien van 10 gras onder afrasteringen, zoals vangrails, welke zijn voorzien van tussen de afrastering en de grond aan te brengen snijkoppen. Deze inrichtingen zijn in het algemeen aangebracht op een voertuig, zoals een trekker en voorzien van scharnierende armen, aan de uiteinden waarvan de snijkoppen zijn 15 bevestigd. Bij het maaien van gras onder dergelijke afrasteringen en vangrails levert de aanwezigheid van de steunpalen echter problemen op. Met name moet bij gebruikmaking van een gemechaniseerde snijkop de inrichting eerst langs de ene en vervolgens langs de andere zijde van de afrastering worden 20 gevoerd en de snijkop ter plaatse van elke steunpaal zodanig worden gemanoeuvreerd, dat deze ook het gras rondom de steunpaal afsnijdt.Devices already exist for mowing grass under fences, such as guard rails, which are provided with cutting heads to be fitted between the fence and the ground. These devices are generally mounted on a vehicle, such as a tractor, and provided with hinged arms, at the ends of which the cutting heads are attached. However, the presence of the support posts presents problems when cutting grass under such fences and guard rails. In particular, when using a mechanized cutting head, the device must first be guided along one side and then the other side of the fence and the cutting head must be maneuvered at each support post so that it also cuts the grass around the support post.

Met het oog hierop wordt het gras onder afrasteringen en rondom de steunpalen daarvan meestal gemaaid met behulp van 25 kleine, met de hand te bedienen draagbare maaimachines.In view of this, the grass is usually cut under fences and around its support posts using 25 small hand-operated portable mowers.

De onderhavige uitvinding beoogt, een inrichting voor het maaien van gras onder afrasteringen, zoals vangrails te verschaffen, welke daartoe slechts eenmaal langs de afrastering behoeft te worden gevoerd en waarvan de voortbewegings-30 richting voor het maaien van het gras rondom de steunpalen niet behoeft te worden gewijzigd.The present invention aims to provide a device for cutting grass under fences, such as guard rails, which for this purpose need only be guided along the fence once and whose direction of movement for cutting the grass around the support posts need not be are being changed.

De uitvinding beoogt voorts, een dergelijke inrichting te verschaffen, welke op een voertuig, zoals een trekker of een getrokken aanhangwagen kan worden aangebracht en een 35 hoge maaisnelheid bezit.Another object of the invention is to provide such a device which can be mounted on a vehicle, such as a tractor or a towed trailer, and which has a high mowing speed.

Verdere oogmerken en voordelen van de onderhavige uitvinding zullen nog worden aangegeven in de navolgende beschrijving, welke echter uitsluitend ter illustratie dient en niet als beperkend ten aanzien van de uitvoering en/of de 40 toepassing van de inrichting dient te worden opgevat.Further objects and advantages of the present invention will be further indicated in the following description, which, however, is for illustrative purposes only and should not be construed as limiting the design and / or application of the device.

8101304 ï è - 2 -8101304 ï è - 2 -

De uitvinding verschaft een inrichting van de bovenbeschreven soort, waarmede het gestelde doel is beréikt, doordat deze is voorzien van twee onafhankelijke, op korte afstand boven de grond aan te brengen snijkoppen, waarvan 5 de snijbanen elkaar in de normale stand van de koppen tussen de opeenvolgende steunpalen van een afrastering tenminste gedeeltelijk overlappen, alsmede van middelen voor het zodanig van elkaar af en naar elkaar toe bewegen van de snijkoppen, dat deze zich ter plaatse van elke steunpaal elk aan 10 een zijde langs de omtrek van de paal verplaatsen en vervolgens weer in hun normale onderlinge stand terugkeren.The invention provides a device of the above-described type, with which the stated object is achieved, in that it is provided with two independent cutting heads which can be arranged at a short distance above the ground, the cutting paths of which meet each other in the normal position of the heads between the successive support posts of a fence at least partially overlap, and of means for moving the cutting heads apart and towards each other such that they move at the location of each support post each on one side along the circumference of the post and then again return to their normal mutual position.

De uitvinding zal thans nader worden toegelicht aan de hand van de bijgaande tekening, waarin is: fig. 1 een schematische afbeelding van een inrich-15 ting volgens de uitvinding in zijn werkstand ten opzichte van een afrastering.The invention will now be further elucidated with reference to the annexed drawing, in which: Fig. 1 shows a schematic representation of a device according to the invention in its operating position relative to a fence.

fig. 2 een schematische afbeelding in zijaanzicht van een snijkop en een deel van de kolom, door welke de kop wordt gedragen.Fig. 2 is a schematic side view of a cutting head and part of the column through which the head is carried.

20 fig. 3 een schematische afbeelding in bovenaanzicht van het de beide snijkoppen dragende portaal.Fig. 3 shows a schematic top view of the portal carrying the two cutting heads.

figuren 4a t/m 4c schematische afbeeldingen van de snijkoppen in verschillende standen ter illustratie van de werking van de inrichting volgens de uitvinding.Figures 4a to 4c show diagrammatic illustrations of the cutting heads in different positions to illustrate the operation of the device according to the invention.

25 De in fig. 1 schematisch weergegeven inrichting vol gens de uitvinding is in zijn geheel met het verwijzingscij-fer 1 aangeduid. Deze inrichting biedt de mogelijkheid om het gras onder éen afrastering 2 met steunpalen 3 te maaien.The device according to the invention schematically shown in Fig. 1 is indicated in its entirety by the reference numeral 1. This device offers the possibility to cut the grass under one fence 2 with support posts 3.

De inrichting 1 is in de eerste plaats voorzien van 30 een portaal 4, dat om de afrastering grijpt. Het portaal kan een willekeurige, hiertoe geschikte vorm, zoals bijvoorbeeld de vorm van een omgekeerde U bezitten. Het portaal is samengesteld uit twee kolommen 5 en 6, welke aan hun bovenste uiteinden door een dwarsstang 7 met elkaar zijn verbonden. Aan 35 het onderste uiteinde van elk van de kolommen 5 en 6 is door middel van een arm 8 respectievelijk 9 een snijkop 10 respectievelijk 11 aangebracht.The device 1 is firstly provided with a portal 4, which engages around the fence. The portal may have any suitable shape, for example, the shape of an inverted U. The portal is composed of two columns 5 and 6, which are connected to each other at their upper ends by a cross bar 7. At the lower end of each of the columns 5 and 6, a cutting head 10 and 11 is arranged by means of an arm 8 and 9, respectively.

De inrichting bevat voorts, bij voorkeur in het bovenste gedeelte van het portaal schematisch met het 40 8 1 0 1 3 0 4The device furthermore comprises, preferably in the upper part of the portal, schematically with the 40 8 1 0 1 3 0 4

» II

- 3 - verwijzingscijfer 13 aangeduide middelen voor het veerkrachtig naar elkaar toetrekken van de beide snijkoppen 10 en 11, wanneer deze bij het passeren van een steunpaal uit hun normale stand van elkaar af bewegen. Deze middelen omvatten 5 voorts aanslagen 14 en 15, welke de beide snijkoppen 10 en 11 in hun normale stand ten opzichte van elkaar houden.Reference numerals 13 indicated for resiliently pulling the two cutting heads 10 and 11 together when they move away from their normal position when passing a support post. These means further comprise stops 14 and 15, which hold the two cutting heads 10 and 11 in their normal position relative to each other.

De inrichting volgens de uitvinding bevat tevens middelen 16 voor het bevestigen van het portaal aan een voertuig, zoals een schematisch in fig. 1 weergegeven trekker 12 10 of een aanhangwagen daarvoor. De middelen 16 omvatten organen 17 voor het omhoog- en omlaagbewegen van het portaal, alsmede roterende organen, welke de mogelijkheid bieden om het portaal in een zodanige stand langs het voertuig aan te brengen, dat dit zich nagenoeg evenwijdig aan de voortbewegingsrichting 15 daarvan uitstrekt.The device according to the invention also comprises means 16 for securing the portal to a vehicle, such as a tractor 12 10 schematically shown in fig. 1 or a trailer therefor. The means 16 comprise means 17 for moving the portal up and down, as well as rotating members, which allow the portal to be arranged along the vehicle in such a position that it extends substantially parallel to the direction of travel thereof.

De snijkoppen 10 en 11 zijn van een willekeurig, op zichzelf bekend en voor het doel geschikt type en kunnen bijvoorbeeld met snijmessen, snijdraden of snijkettingen zijn uitgevoerd. In de verschillende figuren en met name in 20 fig. 2 zijn deze snijkoppen schematisch weergegeven door de beschermkap 18 daarvan. Bij voorkeur is elke snijkop van een eigen aandrijfinrichting voorzien, welke bij voorkeur uit een hydraulische motor 19 bestaat. Met name in het geval, dat de inrichting op een trekker is aangebracht zijn de hy-25 draulische aandrijfmotoren van de snijkoppen hierbij door middel van buigzame leidingen verbonden met een hydraulisch stelsel, dat een pomp met een opgevoerde snelheid bevat, teneinde de motoren in serie te kunnen laten werken met een hydraulisch reservoir met een beperkte capaciteit en een fil-30 treerinrichting. Hierdoor wordt een verhitting van de olie voorkomen.The cutting heads 10 and 11 are of any type known per se and suitable for the purpose and can for instance be designed with cutting knives, cutting wires or cutting chains. In the various figures and in particular in figure 2 these cutting heads are schematically represented by the protective cap 18 thereof. Each cutting head is preferably provided with its own drive device, which preferably consists of a hydraulic motor 19. Particularly in the case where the device is mounted on a tractor, the hydraulic drive motors of the cutting heads are hereby connected by means of flexible pipes to a hydraulic system, which contains a pump at a stepped speed, in order to make the motors in series be able to operate with a hydraulic reservoir of limited capacity and a filtering device. This prevents heating of the oil.

In fig. 2 zijn de snijkop 10 en het onderste gedeelte van de kolom 5 van het portaal schematisch weergegeven. De snijkop 11 en de kolom 6 van het portaal zijn op geheel over-35 eenkomstige wijze uitgevoerd als het samenstel dat thans aan de hand van fig. 2 nader zal worden beschreven. De snijkop 10 is met de kolom 5 gekoppeld door middel van een arm 8 en een as 20, welke draaibaar is om de hartlijn 21 van de kolom.Fig. 2 shows the cutting head 10 and the lower part of the column 5 of the portal schematically. The cutting head 11 and the column 6 of the portal are designed in a completely similar manner to the assembly which will now be described in more detail with reference to Fig. 2. The cutting head 10 is coupled to the column 5 by means of an arm 8 and a shaft 20 which is rotatable about the axis 21 of the column.

De kolom 5 en de as 20 zijn op een willekeurige geschikte en 40 81 01 3 0 4 » * - 4 - op zichzelf bekende wijze uitgevoerd. Het samenstel van de snijkop 10 en de arm 8 is derhalve draaibaar in een vlak, loodrecht op de hartlijn 21.Column 5 and shaft 20 are designed in any suitable manner known per se. The assembly of the cutting head 10 and the arm 8 is therefore rotatable in a plane, perpendicular to the axis 21.

De arm 8 is met de as 20 gekoppeld door middel van 5 een op willekeurige, geschikte wijze uitgevoerd scharnier 22, dat de mogelijkheid biedt om de snijkop 10 tot in de met de stippellijnen weergegeven stand 23 omhoog te bewegen. In deze hoogste stand is de snijkop 10 nagenoeg langs de kolom 5 gericht. Deze stand wordt gebruikt bij het transporteren 10 van de inrichting en tevens voor het om een afrastering aanbrengen of van een afrastering vrijmaken van de inrichting.The arm 8 is coupled to the shaft 20 by means of a hinge 22 of any suitable design, which makes it possible to move the cutting head 10 up to the position 23 indicated by the dotted lines. In this highest position, the cutting head 10 is directed substantially along the column 5. This position is used in transporting the device and also for arranging around a fence or clearing the device from a fence.

De snijkop kan met behulp van een willekeurig orgaan in zijn hoogste stand worden aangebracht en worden vastgezet en hiertoe kan bijvoorbeeld gebruik worden gemaakt van een ketting 15 24, die slechts gedeeltelijk in fig. 2 is weergegeven en waarvan de verschillende schalmen aan een op de kolom bevestigde haak kunnen worden bevestigd.The cutting head can be mounted and secured in its highest position by means of any element, and for this purpose use can be made, for example, of a chain 15 24, which is only partly shown in fig. 2 and of which the various links are attached to one attached hook can be attached.

De lengte van deze ketting wordt bij voorkeur zodanig gekozen, dat wanneer de ketting gespannen is de snijkop 20 10 zich in zijn vrijwel horizontale stand bevindt. Voor het omhoogbewegen van de snijkop kan een willekeurige geschikte inrichting, zoals een hydraulische vijzel worden gebruikt.The length of this chain is preferably chosen such that when the chain is tensioned the cutting head 20 is in its almost horizontal position. Any suitable device, such as a hydraulic jack, can be used to raise the cutting head.

Op het achterste gedeelte van de snijkop is een glijschoen 25 aangebracht, welke in de werkstand van de kop 25 op de grond rust en aldus de hoogte van de kop ten opzichte van de grond bepaalt. De glijschoen is door middel van een willekeurig geschikt mechanisme in hoogterichting verstelbaar. Door de aanwezigheid van deze glijschoen zal de snijkop ondanks oneffenheden van de bodem en/of door het voertuig 30 veroorzaakte bewegingen van het portaal steeds op een nagenoeg constante afstand van de grond blijven.A sliding shoe 25 is arranged on the rear part of the cutting head, which rests on the ground in the working position of the head 25 and thus determines the height of the head relative to the ground. The sliding shoe is adjustable in height direction by any suitable mechanism. Due to the presence of this sliding shoe, the cutting head will always remain at a substantially constant distance from the ground despite unevenness of the ground and / or movements of the portal caused by the vehicle 30.

De glijschoen kan worden vervangen door een willekeurig ander geschikt orgaan, dat een overeenkomstige functie verricht, zoals bijvoorbeeld een rol. Aan een dergelijke rol 35 wordt de voorkeur gegeven in het geval, dat deze moet samenwerken met een hard en glad oppervlak, zoals het wegdek van een autobaan.The sliding shoe can be replaced by any other suitable member, which performs a corresponding function, such as, for example, a roller. Such a roller 35 is preferred when it is to cooperate with a hard and smooth surface, such as the road surface of a motorway.

De inrichting bevat voorts geleidingen 26 en 27, die zich vanaf de omtrek van de beschermkappen van de snijkoppen 40 81 0 1 3 04 * « - 5 - 10 en 11 naar de bijbehorende arm 8 respectievelijk 9 uitstrekken. Deze geleidingen bezitten een willekeurige geschikte vorm en bevatten bij voorkeur een rechtlijnig gedeelte 28, dat nagenoeg evenwijdig aan de arm van de betreffende snijkop 5 is gericht en aan de omtrek van de beschermkap 18 daarvan is bevestigd.The device further includes guides 26 and 27, which extend from the periphery of the protective caps of the cutting heads 40 81 0 1 3 04 - 5 - 10 and 11 to the associated arm 8 and 9, respectively. These guides have any suitable shape and preferably comprise a rectilinear portion 28 which is directed substantially parallel to the arm of the respective cutting head 5 and is attached to the periphery of the protective cap 18 thereof.

Fig. 3 toont een bovenaanzicht van het portaal met de snijkoppen in hun normale onderlinge stand. De snijkoppen 10 en 11 bezitten elk een snijbaan 28 respectievelijk 29, 10 welke snijbanen in fig. 3 schematisch door middel van stippellijnen zijn weergegeven en elk worden bepaald door de diameter van het snijorgaan van de betreffende snijkop en de voortbe-wegingsrichting van de inrichting.Fig. 3 shows a top view of the portal with the cutting heads in their normal mutual position. The cutting heads 10 and 11 each have a cutting path 28 and 29, 10 respectively, which cutting paths are schematically shown in dotted lines in Fig. 3 and are each determined by the diameter of the cutting element of the respective cutting head and the direction of movement of the device.

In de normale toestand overlappen de snijbanen 28 en 15 29 elkaar tenminste gedeeltelijk. De over!appingszone is aan geduid met het verwijzingscijfer 30. Teneinde deze overlapping te verkrijgen zijn de snijkoppen zodanig aangebracht, dat deze in de voortbewegingsrichting van de inrichting achter elkaar liggen. Bij de in fig. 3 weergegeven uitvoering 20 is met name de snijkop 11 in de voortbewegingsrichting 31 achter de snijkop 10 aangebracht. Vanzelfsprekend kan deze onderlinge opstelling ook worden omgekeerd.In the normal state, the cutting paths 28 and 15 at least partially overlap. The transfer zone is indicated by the reference numeral 30. In order to obtain this overlap, the cutting heads are arranged such that they lie one behind the other in the direction of travel of the device. In the embodiment 20 shown in Fig. 3, in particular the cutting head 11 is arranged behind the cutting head 10 in the direction of travel 31. Obviously, this mutual arrangement can also be reversed.

Zoals in fig. 3 is weergegeven zijn de armen 8 en 9 naar de achterzijde van de inrichting naar elkaar gericht.As shown in Fig. 3, the arms 8 and 9 face each other towards the rear of the device.

25 Op overeenkomstige wijze zijn ook de nagenoeg rechtlijnige gedeelten 28 van de beide geleidingen 26 en 27 naar de achterzijde van de inrichting naar elkaar toe gericht, terwijl deze geleidingen elk in een nabij een rand van de overlap-pingszone van de snijbanen van de beide snijkoppen gelegen 30 punt aan de omtrek van de beschermkap van het betreffende snijorgaan zijn bevestigd.Likewise, the substantially rectilinear portions 28 of the two guides 26 and 27 are directed towards each other at the rear of the device, while these guides are each in a near an edge of the overlapping zone of the cutting paths of the two cutting heads. located 30 points on the periphery of the protective cap of the respective cutting member.

Bij de in fig. 3 weergegeven uitvoeringsvorm zijn de lengte van de armen en de hoekstanden van de snijkoppen ten opzichte van het portaal zodanig gekozen, dat elke snijkop 35 vrij om de door de hartlijn van de bijbehorende kolom 5 of 6 van het portaal bepaalde as kan draaien zonder daarbij met de andere snijkop in aanraking te komen.In the embodiment shown in Fig. 3, the length of the arms and the angular positions of the cutting heads relative to the gantry are chosen such that each cutting head 35 is free about the axis defined by the axis of the corresponding column 5 or 6 of the gantry can rotate without coming into contact with the other cutting head.

De beide snijkoppen 10 en 11 worden door middel van veerkrachtige organen in hun normale stand ten opzichte van 40 81 01 3 04 - 6 - 4 > elkaar gehouden. Deze organen omvatten bij voorkeur twee, in het bovenste gedeelte van het portaal aangebrachte stangen 32 en 33, die respectievelijk zijn bevestigd aan de assen 20 en 34, om welke de snijkoppen 10 en 11 ten op-5 zichte van de hartlijnen van de kolommen 5 en 6 kunnen draaien. Deze stangen 32 en 33 zijn bij voorkeur aan dezelfde zijde van het portaal 4 aangebracht als de snijkoppen 10 en 11.The two cutting heads 10 and 11 are held in their normal position relative to 40 81 01 3 04 - 6 - 4> by means of resilient members. These members preferably comprise two rods 32 and 33 mounted in the upper portion of the gantry, which are respectively attached to the shafts 20 and 34, around which the cutting heads 10 and 11 relative to the axes of the columns 5 and 6 can run. These rods 32 and 33 are preferably arranged on the same side of the portal 4 as the cutting heads 10 and 11.

Zij zijn voorts zodanig ten opzichte van de beide armen 8 en 9 aangebracht, dat zij, wanneer de snijkoppen zich in hun 10 normale stand bevinden nagenoeg evenwijdig aan elkaar en loodrecht op de dwarsstang 7 van het portaal 4 zijn gericht.They are furthermore arranged with respect to the two arms 8 and 9 such that, when the cutting heads are in their normal position, they are directed substantially parallel to each other and perpendicular to the cross bar 7 of the portal 4.

De stangen 32 en 33 zullen derhalve tezamen met de armen 8 en 9 en de snijkoppen 10 en 11 om de hartlijnen van de kolommen 5 en 6 draaien. De van de draaiingsassen 20 en 15 34 verwijderde uiteinden van de beide stangen 32 en 33 zijn met elkaar verbonden door middel van een trekveer 35, welke de uiteinden van de stangen naar elkaar toe tracht te trekken. De stangen zijn bij voorkeur voorzien van middelen 36 voor het bevestigen van trekveren op onderling verschillende afstanden 20 van de hartlijnen van de kolommen 5 en 6, teneinde de kracht, waarmede de beide snijkoppen naar elkaar toe worden getrokken te kunnen regelen.The rods 32 and 33 will therefore rotate about the axes of columns 5 and 6 together with the arms 8 and 9 and the cutting heads 10 and 11. The ends of the two rods 32 and 33 removed from the rotary shafts 20 and 15 34 are connected to each other by means of a tension spring 35 which tries to pull the ends of the rods towards each other. The rods are preferably provided with means 36 for fixing tension springs at mutually different distances from the axes of the columns 5 and 6, in order to be able to control the force with which the two cutting heads are pulled towards each other.

De beide stangen 32 en 33 kunnen vanzelfsprekend ook aan de andere zijde van het portaal worden aangebracht en dan 25 door middel van een drukveer met elkaar worden verbonden.The two rods 32 and 33 can of course also be arranged on the other side of the portal and then be connected to each other by means of a compression spring.

Voorts kan voor het veerkrachtig naar elkaar toe trekken van de snijkoppen 10 en 11 ook een ander geschikt veermechanisme worden toegepast.Furthermore, another suitable spring mechanism can be used for resiliently pulling the cutting heads 10 and 11 together.

De verdraaiing van de beide snijkoppen tot in hun 30 normale onderlinge stand, waarbij de snijbanen daarvan elkaar overlappen wordt begrensd door middel van de schematisch weergegeven aanslagen 14 en 15. Bij de in fig. 3 weergegeven uitvoeringsvorm van de inrichting werken deze aanslagen met de stangen 32 en 33 samen, doch in plaats daarvan kunnen ook met 35 de draaiingsassen 20 en 34 van de beide snijkoppen of de armen 8 en 9 daarvan samenwerkende aanslagen worden toegepast. Deze aanslagen zijn voorts verstelbaar, teneinde de breedte van de overlappingszone 30 van de snijbanen van de beide snijkoppen te kunnen regelen.The rotation of the two cutting heads into their normal mutual position, the cutting paths thereof overlapping each other, is limited by means of the stops 14 and 15 schematically shown. In the embodiment of the device shown in Figure 3, these stops work with the rods 32 and 33 together, but instead, stops can also be used with the rotary axes 20 and 34 of the two cutting heads or the arms 8 and 9 thereof. These stops are furthermore adjustable in order to be able to control the width of the overlapping zone 30 of the cutting paths of the two cutting heads.

40 81 01 3 04 • ♦ - 7 -40 81 01 3 04 • ♦ - 7 -

Bij een voorkeursuitvoering van de inrichting volgens de uitvinding is deze voorts nog voorzien van middelen voor het van elkaar verwijderen van de beide snijkoppen 10 en 11. Deze middelen treden in werking, wanneer de inrichting om een 5 afrastering wordt aangebracht of daarvan wordt vrijgemaakt en wel zodanig, dat daardoor wordt bewerkstelligd, dat de afrastering tussen de beide snijkoppen kan passeren. De betreffende middelen worden bijvoorbeeld gevormd door een hydraulische vijzel 37, die vanuit de cabine van het de inrichting dragen-10 de voertuig kan worden bediend en welke met de beide stangen 32 en 33 samenwerkt. De onderlinge verplaatsing van de beide stangen 32 en 33 tijdens de werking van de snijkoppen dient echter bij voorkeur geen verplaatsing van de stang van de vijzel 37 in het lichaam daarvan tot gevolg te hebben. Ten-15 einde dit te bereiken is bijvoorbeeld de koppelstang 38 tussen de vijzel 37 en een van de beide stangen, zoals bijvoorbeeld de stang 32 voorzien van een langwerpige opening 39, in welke een op de stang 32 bevestigde koppelpen 40 zich tijdens de onder! inge beweging van de beide stangen vrij kan 20 bewegen. Vanzelfsprekend dient hierbij de slag van de vijzel groter te zijn dan de lengte van de opening 39.In a preferred embodiment of the device according to the invention, it is furthermore provided with means for removing the two cutting heads 10 and 11 from each other. These means are activated when the device is placed around a fence or is released therefrom, namely in such a way that it is effected that the fence can pass between the two cutting heads. The means in question are, for example, a hydraulic jack 37, which can be operated from the cabin of the vehicle carrying the device and which cooperates with the two rods 32 and 33. However, the mutual displacement of the two rods 32 and 33 during the operation of the cutting heads should preferably not result in a displacement of the rod of the auger 37 in its body. In order to achieve this, for example, the coupling rod 38 between the auger 37 and one of the two rods, such as for instance the rod 32, is provided with an elongated opening 39, in which a coupling pin 40 fixed on the rod 32 is located during the bottom. can move freely in movement of the two rods. Obviously, the stroke of the auger should be greater than the length of the opening 39.

De inrichting volgens de uitvinding is voorts voorzien van middelen 16 voor het koppelen daarvan met een voertuig, zoals een traktor of een aanhangwagen daarvoor, alsmede 25 van middelen 17 voor het opheffen van het portaal. De uitvoering van deze middelen ligt binnen het bereik van de vakman.The device according to the invention is further provided with means 16 for coupling it to a vehicle, such as a tractor or a trailer therefor, as well as means 17 for lifting the portal. The implementation of these means is within the reach of the skilled person.

De koppelmiddelen kunnen bijvoorbeeld bestaan uit een aan het gestel van het voertuig bevestigde nagenoeg verticale kolom 41 en een daarlangs verschuifbare bus 42, aan welke een 30 van de kolommen 5 of 6 van het portaal is bevestigd. De kolom 41 en de bus 42 zijn bij voorkeur rotatiecilindrisch, terwijl de bus bij voorkeur draaibaar is ondersteund op een aan de kolom bevestigd rollenlager, waardoor het samenstel van het portaal 7 en de daardoor gedragen onderdelen van de inrich-35 ting om de hartlijn van de kolom kunnen worden gedraaid. Het voordeel hiervan is, dat het portaal tijdens het transport van de inrichting nagenoeg in de voortbewegingsrichting van het voertuig kan worden gericht. Voor het transporteren van de inrichting wordt het portaal, nadat de snijkoppen 10 en 11 40 81 01 3 0 4 « 9 - 8 - door middel van de kettingen 24 in hun schematisch in fig. 2 weergegeven stand 23 zijn ingesteld door verschuiving van de bus 42 langs de kolom 41 in zijn hoogste stand geplaatst. Vervolgens wordt het portaal met behulp van een door de hand 5 te bedienen orgaan tegen het voertuig gedraaid tot dit een stand inneemt, waarin het nagenoeg evenwijdig aan de voort-bewegingsrichting van het voertuig is gericht.The coupling means can for instance consist of a substantially vertical column 41 fixed to the frame of the vehicle and a sleeve 42 which can be slid along it, to which one of the columns 5 or 6 of the portal is fixed. The column 41 and the sleeve 42 are preferably rotationally cylindrical, while the sleeve is preferably rotatably supported on a roller bearing attached to the column, whereby the assembly of the gantry 7 and the parts of the device carried by it around the axis of the the column can be rotated. The advantage of this is that the gantry can be directed substantially in the direction of travel of the vehicle during transport of the device. For transporting the device, the portal is set, after the cutting heads 10 and 11 40 81 01 3 0 4 «9 - 8 - by means of the chains 24 in their position 23 schematically shown in fig. 2 by sliding the sleeve 42 is placed in its highest position along the column 41. Subsequently, the portal is turned against the vehicle by means of a device which can be operated by hand 5 until it assumes a position in which it is oriented substantially parallel to the direction of travel of the vehicle.

Voor het omhoogbewegen van het portaal wordt bij voorkeur een hydraulische vijzel 43 toegepast, waarvan de 10 langsas evenwijdig aan de hartlijn van de kolom 41 is gericht.A hydraulic jack 43, the longitudinal axis of which is oriented parallel to the axis of the column 41, is preferably used for raising the portal.

Op het uiteinde van de stang van deze vijzel 43 is een leirol 44 aangebracht, over welke een kabel 45 loopt, van welke het ene uiteinde aan de bus 42 en het andere uiteinde aan het onderste gedeelte van de koppelinrichting 16 is bevestigd.A guide roller 44 is provided on the end of the rod of this jack 43, over which a cable 45 runs, one end of which is fastened to the sleeve 42 and the other end to the lower part of the coupling device 16.

15 Hierdoor is de afstand, over welke het portaal wordt verplaatst steeds tweemaal zo groot als de verplaatsing van de stang van de vijzel. Deze vijzel biedt enerzijds de mógelijkheid om het portaal omhoog of omlaag te bewegen en anderzijds de mogelijkheid om de hoogte van de snijkoppen ten opzichte van de grond 20 in de werkstand althans bij benadering te bepalen. In deze werkstand kan de bus 42 door middel van een aanslag ten opzichte van de kolom 41 worden geblokkeerd.As a result, the distance over which the portal is moved is always twice as great as the displacement of the rod of the auger. This jack offers on the one hand the possibility to move the portal up or down and on the other hand the possibility to determine the height of the cutting heads relative to the ground 20 at least approximately in the working position. In this operating position, the sleeve 42 can be blocked by means of a stop relative to the column 41.

In de werkstand van de snijkoppen wordt de dwarsstang 7 van het portaal door middel van een schematisch door een 25 streep-streep-stippellijn weergegeven trekstang 46 met het gestel van het voertuig gekoppeld. Deze trekstang houdt het portaal in de juiste stand ten opzichte van de afrastering 3.In the operating position of the cutting heads, the cross bar 7 of the portal is coupled to the frame of the vehicle by means of a draw bar 46 schematically represented by a dash-dash-dotted line. This pull rod keeps the portal in the correct position in relation to the fence 3.

In deze werkstand is de dwarsstang 7 loodrecht op of enigszins schuin ten opzichte van de afrastering gericht en wel zodanig 30 dat de met het voertuig gekoppelde kolom daarvan zich in de voortbewegingsrichting van het voertuig voor de andere kolom bevindt. Opgemerkt wordt, dat behalve de aanslagen 14 en 15 ook de hoek, waaronder de dwarsstang van het portaal de afrastering kruist de breedte van de overlappingszone van de snij-35 banen bepaalt. De trekstang wordt bij stootbelasting van het portaal door een bevei1igingsorgaan ontkoppeld.In this operating position, the cross bar 7 is oriented perpendicularly or slightly obliquely to the fence, such that its column coupled to the vehicle is in the direction of travel of the vehicle in front of the other column. It should be noted that in addition to the stops 14 and 15, the angle at which the crossbar of the portal crosses the fence also determines the width of the overlapping zone of the cutting paths. The tie rod is disconnected from the portal by an impact device in the event of an impact load.

Volgens een verdere uitwerking van de uitvinding is de maai-inrichting omkeerbaar, dat wil zeggen, dat deze aan de rechterzijde of aan de linkerzijde van het voertuig kan 40 8 1013 04 - 9 - Φ .*1 worden geplaatst. De wijzigingen, die hiertoe in de beschreven inrichting moeten worden aangebracht liggen binnen het bereik van de vakman en bestaan in hoofdzaak uit een omkeerbaar uitgevoerde veerinrichting 13 en twee, symmetrisch ten 5 opzichte van de langsassen van de armen 8 en 9 aangebrachte geleidingen voor elk van de snijkoppen 10 en 11. De koppel-middelen 16 bieden eveneens de mogelijkheid van een omkering van de inrichting, bijvoorbeeld door een koppeling met het gestel van het voertuig door middel van een kolom en een bus, 10 die overeenkomen met de kolom 41 en de bus 42.According to a further elaboration of the invention, the mowing device is reversible, that is to say, it can be placed on the right or left side of the vehicle. The modifications which have to be made for this purpose in the described device are within the reach of the skilled person and mainly consist of a reversible spring device 13 and two guides arranged symmetrically with respect to the longitudinal axes of the arms 8 and 9 for each of the cutting heads 10 and 11. The coupling means 16 also offer the possibility of a reversal of the device, for instance by coupling to the frame of the vehicle by means of a column and a sleeve, 10 corresponding to the column 41 and the bus 42.

Wanneer de inrichting op een trekker is aangebracht kan deze aan één van de zijkanten van de trekker met deze zijn gekoppeld ofwel wanneer het een omkeerbare inrichting betreft aan de voorzijde of de achterzijde van de trekker 15 daarmede zijn verbonden. De inrichting wordt bij voorkeur op de voorzijde van de trekker aangebracht, zodat de snijkoppen daarvan zich binnen het gezichtsveld van de bestuurder van de trekker bevinden. Wanneer de inrichting echter op de achterzijde van de trekker is aangebracht en de snijkoppen zich 20 buiten het gezichtsveld van de bestuurder daarvan bevinden kan volgens de uitvinding gebruik worden gemaakt van een aan het portaal bevestigd markeerorgaan, bijvoorbeeld in de vorm van een omgekeerde V, dat wanneer de beide snijkoppen zich in hun juiste werkstand bevinden om de bovenzijde van 25 de afrastering grijpt. Een dergelijk markeerorgaan 47 is schematisch in fig. 1 weergegeven.When the device is mounted on a tractor, it can be coupled to one of the sides of the tractor or, if it is a reversible device, attached to the front or the rear of the tractor. The device is preferably mounted on the front of the tractor, so that the cutting heads thereof are within the field of view of the driver of the tractor. However, when the device is mounted on the rear of the tractor and the cutting heads are out of sight of the driver thereof, according to the invention use can be made of a marker attached to the portal, for instance in the form of an inverted V, which when both cutting heads are in their correct working position around the top of the fence. Such a marker 47 is schematically shown in Fig. 1.

In fig. 4 is de werking van de inrichting volgens de uitvinding bij het passeren van een steunpaal schematisch geïllustreerd. In fig. 4a zijn de snijkoppen 10 en 11 in hun 30 normale stand weergegeven, waarbij de snijbanen daarvan een overlappingszone 30 bezitten. Deze overlappingszone is volgens de verbindingslijn van de opeenvolgende steunpalen van de afrastering gericht. Opgemerkt wordt, dat deze steunpalen een willekeurige rechthoekige, vierkante of ronde dwarsdoorsnede 35 kunnen bezitten.Fig. 4 schematically illustrates the operation of the device according to the invention when passing a support post. In Fig. 4a the cutting heads 10 and 11 are shown in their normal position, the cutting paths thereof having an overlapping zone 30. This overlapping zone is oriented along the connecting line of the successive support posts of the fence. It is noted that these support posts can have any rectangular, square or round cross section.

Wanneer de beide snijkoppen ter plaatse van een steunpaal 49 aankomen komt deze steunpaal eerst in aanraking met de geleiding 26 van de snijkop 10, waardoor deze snijkop 10 zodanig uit zijn normale stand wordt gebracht, dat hij om 40 8 1 0 1 3 0 4 - 10 - de steunpaal 49 beweegt. Dit is schematisch weergegeven in fig. 4b. Opgemerkt wordt, dat de snijbaan van de snijkop 10 de verplaatsing van deze kop uit zijn normale stand volgt en .derhalve om de steunpaal 49 zal verlopen, zoals dit voor de 5 snijbaan 28 schematisch is weergegeven met de streep-streep-stippel1ijnen ter plaatse van de verwijzingscijfers 50 en 51.When the two cutting heads arrive at the position of a support post 49, this support post first comes into contact with the guide 26 of the cutting head 10, whereby this cutting head 10 is brought out of its normal position such that at 40 8 1 0 1 3 0 4 - The support post 49 moves. This is shown schematically in Fig. 4b. It should be noted that the cutting path of the cutting head 10 follows the displacement of this head from its normal position and will therefore extend around the support post 49, as is shown schematically for the cutting path 28 with the dash-dotted lines at the location of reference numbers 50 and 51.

In fig. 4 is het passeren van de snijkop 11 ter plaatse van de steunpaal 49 weergegeven. De snijkop 10 is hierbij door de werking van de trekveer 13 reeds in zijn 10 normale stand teruggekeerd. Zoals in fig. 4c is weergegeven wordt de snijkop 11 op dezelfde wijze als de snijkop 10 in fig. 4b uit zijn normale bewegingsbaan verplaatst, doordat de geleiding 27 daarvan met de steunpaal in aanraking komt. De snijbaan 29 van de kop 11 verloopt om de steunpaal zoals dit 15 is weergegeven met de streep-streep-stippellijnen ter plaatse van de verwijzingscijfers 52 en 53.Fig. 4 shows the passing of the cutting head 11 at the location of the support post 49. The cutting head 10 has already returned to its normal position by the action of the tension spring 13. As shown in Fig. 4c, the cutting head 11 is moved out of its normal path of movement in the same manner as the cutting head 10 in Fig. 4b, in that the guide 27 thereof contacts the support post. The cutting path 29 of the head 11 extends around the support post as shown by the dashed-dashed-dotted lines at the reference numerals 52 and 53.

De snijbanen van de beide snijkoppen zullen derhalve, zoals dit schematisch ter plaatse van de voeten van de steunpalen 3 in fig. 1 is weergegeven om deze steunpalen verlopen, 20 waardoor het gras in een enkele doorgang aan.weerszijden rondom deze palen zal worden gemaaid.The cutting paths of the two cutting heads will therefore, as shown diagrammatically at the feet of the support posts 3 in Fig. 1, extend around these support posts, whereby the grass will be cut in a single pass on both sides around these posts.

Opgemerkt wordt, dat hierbij een aanzuiging van het gras door de rotatie van het snijorgaan zal optreden, als gevolg waarvan al het gras om de steunpaal en zelfs het gras, 25 dat zich daarmee in aanraking bevindt door de inrichting volgens de uitvinding zal worden afgésneden.It is noted that suction of the grass will hereby occur through the rotation of the cutting member, as a result of which all the grass around the support post and even the grass in contact with it will be cut off by the device according to the invention.

Voor het vrijmaken van de inrichting van de afrastering worden eerst de beide snijkoppen bijvoorbeeld door middel van de vijzel 37 van elkaar af bewogen en vervolgens in 30 hun schematisch in fig. 2 weergegeven stand 23 gebracht.In order to release the device from the fence, the two cutting heads are first moved, for example, by means of the auger 37, and then brought into their position 23 schematically shown in Fig. 2.

Hierna wordt het portaal door middel van het hefmechanisme 17 omhoogbewogen en vervolgens tot in een nagenoeg evenwijdig aan de voortbewegingsrichting van het voertuig gerichte stand gedraaid. Voor het aanbrengen van de inrichting over een afras-35 tering moeten de beschreven bewerkingen in omgekeerde richting worden uitgevoerd.The gantry is then moved upwards by means of the lifting mechanism 17 and subsequently rotated to a position substantially parallel to the direction of travel of the vehicle. In order to apply the device over a fence, the described operations must be performed in the reverse direction.

De inrichting volgens de uitvinding biedt derhalve de mogelijkheid om in een enkele doorgang het gras onder een afrastering en in het bijzonder rondom de steunpalen van deze 40 81 01 3 04 - 11 - afrastering te maaien. De inrichting kan voor vele toepassingen worden gebruikt en wel met name voor het maaien van gras onder de vangrails langs wegen en autobanen. In dit geval is de inrichting bij voorkeur omkeerbaar uitgevoerd en kan 5 het voertuig, waarop deze is aangebracht in dezelfde richting als het normale rijverkeer rijden.The device according to the invention therefore offers the possibility of mowing the grass in a single passage under a fence and in particular around the support posts of this fence. The device can be used for many applications, in particular for cutting grass under the crash barriers along roads and motorways. In this case the device is preferably made reversible and the vehicle on which it is mounted can drive in the same direction as normal driving traffic.

Opgemerkt wordt, dat de inrichting volgens de uitvinding ook kan worden toegepast voor het maaien van gras op plaatsen, waar geen afrasteringen aanwezig zijn.It is noted that the device according to the invention can also be used for cutting grass in places where no fencing is present.

10 De in het voorgaande beschreven inrichting en de verschillende onderdelen daarvan zijn slechts bij wijze van voorbeeld gegeven en kunnen ook op andere wijze worden uitgevoerd zonder daarbij buiten het kader van de uitvindingsge-dachte te treden.The above-described device and the various parts thereof are only given by way of example and can also be designed in other ways without departing from the scope of the invention.

15 810130415 8101304

Claims

Device for mowing grass under fences, in particular mounted on support posts, such as guard rails along roads and around these posts, characterized in that the device is provided with two independent, short distances above the ground. cutting heads, the cutting paths of which at least partially overlap in the normal position of the heads between the successive supporting posts of a fence, and of means for moving the cutting heads apart and towards each other such that they move at the location of move each support post along the perimeter of the post on one side and then return to their normal mutual positions.

2. Device as claimed in claim 1, characterized in that the means for moving the cutting heads towards and away from each other comprise two bearing arms directed towards each other, each carrying a cutting head at one end and rotatable at their other end are coupled to an approximately vertical axis.

Device according to claim 1 or 2, characterized in that the cutting heads are each carried by the lower part of one of two columns of a portal, which also define the approximately vertical axes of rotation of the carrying arms and which portal around the grabs the fence and is movable along it.

4. Device according to any one of the preceding claims, characterized in that the two cutting heads are in their normal position largely on either side of the connecting line between the support posts of the fence and in a direction parallel to the fence in such a way relative to each other are arranged so that the cutting paths thereof overlap each other, while resilient means are provided by which the cutting heads are moved back into their normal mutual position after they have been moved apart by a support post.

Device according to any one of claims 2 to 4, characterized in that each support arm is independent of the support arm of the other from the normal position of the cutting head carried by it. The cutting head can rotate its approximately vertical axis of rotation without the cutting heads coming into contact with each other in any position thereof.

6. Device according to any one of the preceding claims, characterized in that the means for moving the two cutting heads to and fro from each other comprise two guides, each attached to a cutting head, which contact the supporting posts and the cause cutting heads to move apart one at a time such that they are moved one by one about the opposite sides of the support posts.

7. Device as claimed in claim 6, characterized in that each guide extends from a point on the circumference of the associated cutting head close to the overlapping zone of the cutting paths of the cutting heads approximately parallel to the support arm thereof in the direction of travel of the device.

8. Device as claimed in claim 4, characterized in that the resilient resetting means two hingedly arranged in the upper part of the portal, which are oriented approximately perpendicularly to the columns thereof and each rods are coupled rotatably with a support arm, and a resilient member for resetting these rods to their normal positions.

Device as claimed in claim 8, characterized in that the device is provided with adjustable stops cooperating with the carrying arms or the return rods for keeping the cutting heads at a distance from one another in their normal position and by means of which the width of the overlapping zone of the cutting paths of the cutting heads can be controlled.

10. Device according to claim 2, characterized in that the cutting heads lie in the direction of advancement of the device behind the approximately vertical axes of rotation of the support arms thereof.

11. Device according to any one of claims 2 to 10, characterized in that each support arm is movable with respect to an axis which is oriented approximately perpendicularly to the axis of the support arm and the at 40 81 01 3 04 - 14 - - V approximate vertical axis of rotation thereof defined plane, each cutting head or support arm being connected to the associated column by means of adjustable length and furthermore in the rear part of each cutting head a sliding shoe 5 or roller, which is arranged on the ground rest and keep the cutting head at a constant distance from it.

12. Device as claimed in any of the foregoing claims, characterized in that in addition to means for moving the cutting heads towards one another and towards each other, the device is also provided with means for moving the portal up and down for releasing the cutting heads from the fence and arranging it thereon, as well as for controlling the height of the cutting heads above the ground in its working position.

13. Device as claimed in any of the foregoing claims, which is mounted on a vehicle movable along the fence, such as a tractor or a trailer to be towed, characterized in that the device is provided with means for moving upwards along the columns. the cutting heads, holding them in this highest position and moving the portal into a position in which it is oriented substantially parallel to the direction of movement of the vehicle.

Device according to any one of the preceding claims 25 and which is mounted on a vehicle, characterized in that the device is provided with reversing means, by means of which the portal with the cutting heads is in a working position on the right or left side of the vehicle. vehicle can be placed.

15. Device as claimed in claim 14, characterized in that the portal with the cutting heads is rotatably mounted on an approximately vertical shaft mounted on the vehicle, while two pairs of guides for the two cutting heads are arranged at the front and the rear thereof, and the device is further provided with reversible resilient back members.

Device according to any one of the preceding claims, which is mounted on a vehicle and whose cutting heads are outside the field of vision of the driver of the vehicle, characterized in that the device is provided with a marker engaging the fence, which allows the driver of the vehicle to determine the correct position of the cutting heads relative to the fence and its supporting posts. 10 8101304